HIDMELBURGSCHE COURANT
Mv0trittctUÏe Hf
(&GOCSCHE COURANT
Dr. Benesj wijkt voor Hitier.
BINNENLAND.
Gisteravond is de Tsjechoslovaaksche staats
president afgetreden, opdat zijn persoon geen
hindernis meer zal vormen voor betere be
trekkingen tusschen Praag en Berlijn.
Pressie van Duitschland.
Opnieuw een concessie aan
Duitschlana's politieke
vraatzucht.
Mr, Oud burgemeester van
Rotterdam.
tot
on-
)ijke.
de
de
en
acht.
v'ijsL
pd.
en
ang.
Ra-
Na-
:ke's
:onc.
3.20
:one.
9.35
mst,
ziek
00—
)ct.:
va-
née.
)ct.:
'aal-
inée.
Ned.
te
h.
>ur|
Dagblad ^'*9- N.V. De Middelburgsche Crt.
Bureaux:te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOES Turfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week-
obonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
NUMMER 235. TWEE BLADEN. DONDERDAG
6 OCT. 1938. EERSTE BLAD. 181e JAABG.
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager.
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. ^Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct.
De president van de Tsjechoslovaaksche
tePubliek, dr. Benesj, is gistermiddag afge
beden.
Tb zijn brief, waarin hij zijn aftreden
heeft medegedeeld, heeft Benesj o.a. ge
schreven, dat de drie jaar, welke hij presi
dent is geweest, rijk aan gebeurtenissen
zijn geweest, welke hun hoogtepunt hebben
gevonden in de droeve gebeurtenissen van
de laatste dagen. Deze liggen zwaar op
geest en hart, doch zij hebben het geloof
in de idealen van het volk niet gebroken.
De omstandigheden zijn dusdanig gewij
zigd, dat Benesj voelt, dat het handhaven
van zjjn positie een hinderpaal zou kunnen
"vormen voor den nieuwen toestand, waar
voor men thans staat, vooral in verband
met den internationalen toestand en met
het oog op een snelle ontwikkeling van de
samenwerking met de buurstaten.
Er is een nieuwe regeering gevormd, wel
ke regeering zal pogen kalm het land eco
nomisch en sociaal te hervormen en tevens
zal zij streven naar ontwikkeling van de
internationale vraagstukken. Benesj is
overtuigd, dat zij hierin zal slagen.
Daarom heeft hij zijn ontslag gelegd in
de handen van den minister-president, op
dat deze de noodzakelijke stappen kan ne
men. Hij dankte den minister-president en
zijn collega's voor de samenwerking en
wenschte hun allen succes. Hij is overtuigd,
dat thans een betere tijd naakt, een tijd van
succesvol werken voor het welzijn van den
nieuwen staat en het geheele Tsjechoslo
vaaksche volk.
Dr. Eduard Benesj is 28 Mei 1884 in het
dorp Kozlany geboren. Zijn ouders waren
arme boeren, toch wisten zij hem een goe
de opvoeding te geven. Hij studeerde aan
de universiteit van Praag, aan de Sorbon-
ne en de Ecole des Sciènsces Politiques te
Parijs en te Dyon, waar hij in 1908 promo
veerde in de rechtsgeleerdheid.
Toen de wereldoorlog uitbrak, was hij
reeds een der leiders van de Tsjechische na
tionalisten en korten tijd later werd hij de
rechterhand van Masaryk. In 1915 begaf
hij zich naar Parijs om als journalist en di
plomaat te werken voor de bevrijding van
de Tsjechen.
Bij de oprichting van den nieuwen staat
Tsjechoslovakije in 1918 werd dr. Benesj
minister van buitenlandsche zaken, welke
functie hij tot 1935 bekleedde.
In 1935, bij het aftreden van Masaryk als
president van de republiek, werd Benesj tot
zijn opvolger gekozen.
Radiorede van den afgetreden
president.
In een radiotoespraak tot het volk heeft
Benesj. gisteravond de redenen van zijn af
treden uiteengezet. Hij zeide o.m.:
„Ik was van plan na de totstandkoming
van het accoord van München af te treden,
doch achtte het gewenscht te wachten tot
dat een sterke regeering was gevormd. De
vier groote mogendheden hebben hesluiten
genomen, zonder dat wij geraadpleegd zijn.
Ik zal geen woord van critiek of blaam
uiten. De geschiedenis zal oordeelen, doch
ik zal blijven zeggen, dat de offers, die men
van ons verlangd heeft, onrechtvaardig wa
ren. Ik wil den belangen van mijn land niet
in den weg staan. Als overtuigd democraat
voel ik, dat mij niets overblijft dan af te
treden. De staat zal zichzelf opnieuw moe
ten vinden. Ik bedoel niet, dat wij onze
oude bondgenootschappen moeten prijsge
ven en nieuwe aangaan, doch dat wij onze
politiek moeten omvormen. Er is thans
geen reden tot conflict met onze naburen.
Onze nieuwe staat zal in de toekomst meer
homogeen zijn en grootere moreele kracht
hebbèn. Wij moeten niet bij de pakken
neerzitten.
Tenslotte wil ik uiting geven aan mijn
volledig vertrouwen in de toekomst van
mijn land. Ik verlaat geen schip in den
storm, doch het is noodig, dat ik dit offer
breng".
Bénesj uitte verder nog zijn dank jegens
alle Tsjechische vertegenwoordigers, die
hun best voor hun land hebben gedaan.
Reuter meldt uit Praag:
Zonder twijfel zal het aftreden van dr.
Benesj den toestand opklaren, aangezien de
samenwerking met Duitschland voor
Tsjechoslovakije gemakkelijker wordt, ter
wijl het ook gemakkelijker zal worden tot
een oplossing te komen met de Slovaken.
Naar verluidt hebben de Duitschers een
sterke pressie uitgeoefend. Uit de rede,
welke de Führer te Berlijn heeft gehouden,
bleek duidelijk, dat hij een persoonlijke af
keer heeft van Benesj en van betrouwbare
zijde wordt medegedeeld, dat Hitier heeft
beloofd edelmoediger te zijn in de onder
handelingen, wanneer Tsjechoslovakije een
ander staatshoofd zou hebben.
Verder wordt vernomen, dat de minister
president generaal Syrovy zal optreden als
president der republiek, tot een opvolger
van Benesj zal zijn gekozen. Deze verkie
zing moet geschieden door Kamer en Se
naat tezamen.
De Duitsche pers geeft den afge
treden president nog een schop na,
De Duitsche pers tracht het aftreden
van Benesj voor te stellen als de verdwij
ning van een hinderpaal voor het vesti
gen van normale betrekkingen tusschen
Duitschland en Tsjechoslovakije. De bladen
hervatten hun in felle termen gestelde aan
vallen op den Tsjechoslovaakschen staats
man. Zoo schrijft het „Berliner Tageblatt":
De verdwijning van dezen man, die het had
ondernomen om op leugen en bedrog een
staat op te bouwen, was een natuurlijke
voorwaarde voor een tevredenstellende re
geling der kwesties, die binnenkort nog zul
len moeten worden geregeld tusschen Ber
lijn en Praag. Geen enkele nabuurschaps
betrekking was denkbaar zoolang Benesj
hoofd van den Tjechoslovaakschen staat
was.
De „Lokalanzeiger" verklaart, dat de
speler Benesj, die zijn geheele leven met
valsche kaarten gespeeld heeft, sinds lang
de partij verloren heeft en dat het spel ten
einde is.
De Engelsche pers eert Benesj.
Hoewel de Engelsche pers het heengaan
van Benesj betreurt, beschouwt men het al
gemeen als een omstandigheid, die de rege
ling der betrekkingen van Tsjechoslovakije
met de buurstaten zal vergemakkelijken.
De „Times" zegt, dat Benesj te zeer ge
ïdentificeerd werd met het Tsjechoslovakije
van Versailles, dan dat hij zich kon veran
deren in den echten leider van het toekom
stige Tsjechoslovakije. Benesj heeft, hoewel
hij het voorwerp was van lage, gemeene,
scheldpartijen, een voorbeeld van waardig
heid en kracht gegeven. Zijn heengaan zal
vrflwel zeker de regeling met de buursta
ten en de Slovaken vergemakkelijken.
De „Daily Telegraph" zegt: „Het is on
gelukkig genoeg waar, dat het Tsjechoslo
vaaksche vraagstuk tot de geschiedenis be
hoort en het aftreden van Benesj is een
droeve herinnering aan dat feit. Zijn stap
was onvermijdelijk geworden: het is de
laatste dienst van een heldhaftigen geest,
een toegewijd patriot en een schitterend
voorbeeld van zelfopoffering. De groote
verandering in den Europeeschen toestand
maakt het noodig, dat wij vastbeslotener
dan ooit de wapening voortzetten. Wij heb
ben Tsjechoslovakije niet kunnen redden,
doch indien wij onszelf kunnen redden, kun
nen wij Europa door ons voorbeeld redden."
Huichelarij is een hulde door de on
deugd gebracht aan de deugd.
De moeilijkheden, die zich gistermiddag
voordeden in de internationale commissie
te Berlijn, belast o.a. met de afbakening
van het gebied, dat van 710 October als
nog door Duitsche troepen bezet zal wor
den, zjjn gisteravond opgelost door een
nieuwe concessie aan Duitschland. De ge
zanten van Frankrijk en Engeland waren
van meening, dat slechts de gebieden met
een duidelijke meerderheid van 70 bezet
mochten worden; elders zouden dan de in
ternationale troepen de orde moeten hand
haven. De Duitschers eischten echter op
eens bezetting van alle gebieden, waar vol
gens den uitslag der jongste verkiezingen
minstens 51 der bevolking Duitsch zou
zijn. Aan dezen eisch heeft de commissie
tenslotte maar toegegeven. Hierdoor wordt
nu een veel grooter gebied bezet, dan Cham
berlain en Daladier zich bij het sluiten van
de overeenkomst van München vermoedelijk
hebben voorgesteld.
Naar het Duitsche Nieuwsbureau nog van
welingelichte zijde vernam, omvat de lijn,
die het Duitsche leger thans tusschen 7 en
10 October zal mogen bezetten, o.m. de vol
gende Sudeten-Duitsche gebieden:
Het z.g. Kuzland met o.a. de stad Trop-
pau, (terwijl Morawska Ostrawa buiten de
ze lijn blijft), den geheelen Schoenhengst-
gau, met o.a. de stad Zwittau, de westelijke
helling van het Adlergebergte, het „Braun-
auer Laendchen", den strook ten Zuiden
van het Reuzengebergte met Trautenau,
Gablonz en Reichenberg, het steenkoolge-
bied van Bruez, het „Saazer Hopfen-
land", het gebied ten westen van Pi'lsen,
echter zonder de stad Piisen zelf, dan een
gebied ten Zuidoosten van het Tsjechisch
bezit blijvende Taus en tenslotte een ge
bied rondom de steden Nikolsburg en Lun-
denburg.
Door de Duitsche troepen zal verder nog
aan den Oostelijken rand van den gouw
Beneden-Donau een plaatsje Engerau aan
den Zuidelijken oever van de Donau, tegen
over Pressburg, bezet worden. (Men vindt
de genoemde steden op het hierbij afge
drukte kaartje).
Een accoord met de Slovaken
vrijwel tot stand gekomen.
Volgens uit Praag ontvangen inlichtin
gen zijn de vertegenwoordigers van alle
Slovaaksche politieke partijen, met inbegrip
van de autonomistische volkspartij en de
communisten, in vergadering te Zilina bij
een, het eens geworden over een plan, dat
door oud-minister Hodza is uitgewerkt.
Het plan behelst de volgende punten:
1. Erkenning der nationale individuali
teit van het Slovaaksche volk.
2. Erkenning van de Slovaaksche taal als
officieele taal voor Slovakije.
3. Instelling van een Slovaakschen wet-
gevenden landdag, welke bevoegdheid
en betrekkingen met de regeering en
het parlement te Praag later zullen
worden afgebakend.
In Slovaaksche politieke kringen is men
van meening,, dat het bureau der Volkspar
tij een oproep zal uitwerken aan de bevol
king ten gunste van het plan-Hodza. De
partij zou verder haar goedkeuring hechten
aan de benoeming van zijn secretaris, gene
raal Sokol, tot minister voor Slovaaksche
aan géTegenh eden
DUITSCHLAND EN DE TSJECHO
SLOVAAKSCHE STAATSSCHULDEN.
De Duitsche pers wijst het denkbeeld van
de hand, dat Duitschland door de bezetting
van de Sudeten-Duitsche gebieden een deel
van den Tsjechoslovaakschen staatsschuld
op zich zou kunnen nemen. „Duitschland,
zoo schrijft de „National Zeitung" van
Essen is slechts de juridische opvolger
der Sudeten-Duitschers en niet van die
grillige schepping van Versailles. Zoo vallen
de beweerde verplichtingen tot schadeloos
stelling van zelf weg. Den „geëerden schuld-
eischers" wordt eerbiedig verzocht een
spons te halen over deze vordering, zooals
zij dat hebben moeten doen over de poli
tieke schulden van het systeem Dolfuss
Schuschnigg".
In financieele Duitsche kringen brengt
men naar voren, dat de Sudeten-Duitsche
spaarbanken voor ruim 6 milliard Tsjecho
slovaaksche staatsleeningen hebben moeten
opnemen. Men geeft te verstaan, dat
Duitschland zich niet desinteresseert voor
deze som.
RADIOREDE VAN SYROVV.
Minister-president generaal Syrovy heeft
gisteravond te vijf uur een rede uitgespro
ken voor de radio, waarin hij o.a. heeft ge
zegd, dat de eerste taak van de nieuwe re
geering is den staat te reconstrueeren. Een
nieuw Tsjechoslovakije zal worden opge
bouwd, de regeering wil eerlijk de beslis
sing van de vier mogendheden te München
uitvoeren. De beginselen van de buitenland
sche politiek zijn duidelijk: vriendschappe
lijke betrekkingen met iedereen en in het
bijzonder met de buurstaten, want indien
Tsjechoslovakije in vrede wil leven, moet
het met hen samenwerken. Zelfs op het be
perkte grondgebied is plaats voor allen, doch
alleen moet het land politiek gereorgani
seerd worden, alsook economisch en sociaal.
Orde en rust moeten verzekerd zijn.
Vervolgens kondigde de minister-presi
dent een wijziging van het bestuur aan,
waardoor de regeering den steun zal ge
nieten van alle deelen der bevolking. Voor
al in Slovakije en subkarpathisch Rusland
(Roethenië) zal worden overgegaan tot een
doeltreffende decentralisatie en zal een
autonoom bestuur worden gevestigd.
Het regeeringsprogramma is het volgen
de: Brood en werk voor allen. Door het
stabiliseeren van de munt zal het econo
misch leven op een hechten grondslag wor
den geplaatst. Evenwicht zal worden ge
schapen tusschen de landbouwproductie en
de industrie, nieuwe takken van industrie
zullen in het leven worden geroepen en het
wegennet zal worden uitgebreid. In het
vervolg zal worden geleefd volgens de drie
beginselen: werk, orde, discipline.
Hierna zweeg de minister-president eeni
ge minuten en vervolgens zeide hij: „met
alle smart, welke een oudstrijder, die heeft
medegewerkt aan het oprichten van dezen
staat, kan gevoelen, vervul ik hier een zeer
moeilijke taak en deel ik U mede, dat de
president der republiek, Eduard Benesj is
afgetreden. Hierdoor heeft hij een schit
terend voorbeeld van zelfverloochening ge
geven.
Dit besluit van den president is voor ons
zoo smartvol, dat woorden slechts een
zwakke afschaduwing geven van onze ge
voelens".
Vervolgens las generaal Syrovy den brief
voor, waarin president Benesj zijn aftreden
heeft medegedeeld.
RECHTSZAKEN.
SIR. ROST VAN TONNINGEN TOT EEN
GELDBOETE VAN 200 VEROORDEELD.
Wegens smaadschrift tegen den
minister van justitie.
Heden wees de Haagsche rechtbank von
nis in de zaak tegen mr. M. M. Rost van
Tonningen, hoofdredacteur van het Nati
onale Dagblad, in welk blad op 13 April
een artikel voorkwam, dat beleedigend
voor minister Goseling werd geacht, (affai
re-Css).
De rechtbank veroordeelde den heer
Rost van Tonningen tot een geldboete van
200 subs. 50 dagen hechtenis.
Het O.M. had behalve deze geldboete nog
een voorwaardelijke gevangenisstraf voor
den tijd van drie maanden gevorderd, met
de bijzondere voorwaarde, dat, zoolang mr
Rost van Tonningen werkzaam is bij het
Nationale Dagblad, hierin geen artikelen
van beleedigenden inhoud mogen worden
gepubliceerd.
-vfcERBERICb..
Verwachting tot morgenavond:
DE BILDT: Meest matige, aanvankelijk
tijdelijk nog krachtige wind uit W. richtin
gen, betrokken tot zwaar of half bewolkt,
later opklarend, aanvankelijk nog regen
buien met kans op onweer en hagel, weinig
verandering in temperatuur.
UKKEL: Vrij sterke wind uit Z.W. tot
W. richting, afwisselend zwaar bewolkt en
heldere hemel, enkele regenbuien, vrij koel,
nachtelijk temperatuursminimum 5 gr.
Vr. 7 Oct. Zon op: 6 h 11; onder: 17 h 23.
Licht op: 17 h 53. Maan op: 16 h 21; onder:
3 h 53. V.M.: 9 October.
Hoog- en Laagwater te VÜMingens
Hoogwater. Laagwatai
October.
Donderdag 6 11.31 23.58 5.35 18.02
Vrijdag 7 12.07 6.14 18.41
Zaterdag 8 0.30 12.37 6.51 19.17
Westkapelle is 28 min. en Domburg 23
min. vroeger; Veere 38 min. later. (S
springtij.)
Hoog- en Laagwater te Wemeidinga.
Hoogwater. Laagwate,
October.
Donderdag 6 0.51 13.14 6.45 19.02
Vrijdag 7 1.37 13.54 7.27 19.39
Zaterdag 8 2.14 14.28 8.01 20.14
HET A.S. BEZOEK VAN KONING
LEOPOLD VAN BELGIë AAN
AMSTERDAM.
Naar wij vernemen zal Z. M. Koning
Leopold van België, die de volgende
maand als gast van H. M. de Koningin een
officieel bezoek aan ons land zal brengen,
op Maandag 21 November a.s. in den
namiddag per trein te Amsterdam aanko
men, waar hij aan het centraal station zal
worden ontvangen en zich in een plechti-
gen stoet naar het paleis op den Dam zal
begeven.
Het bezoek zal slechts twee dagen du
ren. Op Woensdag 23 November vertrekt
de Belgische koning uit Amsterdam om
na een kort bezoek aan Den Haag naar
Brussel terug te keeren.
DE NEDERLANDSCHE BLOEM
BOLLENKWEEKERS EN DE VREDE.
Bloembollen-beplanting voor re-
geeringsgebouwen.
Het Nederlandsche bloembollenbedrijf
heeft zijn dankbaarheid voor het behoud
van den vrede daadwerkelijk tot uiting
willen brengen. Het heeft gemeend, dit
niet beter te kunnen doen dan door aan
de regeeringen, die tot een vreedzame op
lossing hebben bijgedragen, een beplanting
met Nederlandsche bloembollen voor de
regeeringsgebouwen aan te bieden.
Dezer dagen is door het centraal bloem
bollen comité namens het geheele Neder
landsche bloembollenvak telegrafisch aan
de betrokken regeeringen de dankbaarheid
voor het behoud van den vrede tot uiting
gebracht, en is een bloembollenbeplanting
voor de omgeving der regeeringsgebouwen
aangeboden.
De regeeringspersdienst meldt:
Dezer dagen is de publicatie te verwach
ten van het koninklijk besluit, waarbij mr.
P. J. Oud, oud-minister van financiën, lid
der Tweede Kamer der Staten-Generaal,
met ingang van 15 October a.s. wordt be
noemd tot burgemeester van Rotterdam,
De nieuwbenoemde burgemeester van
Rotterdam is 5 December 1886 te Purme-
rend geboren. Hij deed in 1904 eindexamen
H.B.S. met 5-jarigen cursus werd in 1907
candidaat-notaris en in 1909 surnumerair
der registratie en domeinen. In '12 deed de
heer Oud het staatsexamen voor toelating
tot de" universiteit en in 1917 werd hij aan
de gemeentelijke universiteit te Amsterdam
bevorderd tot doctor in de rechtsweten
schap.
Als surnumerair der registratie en do
meinen was de heer Oud van 1909 tot 1912
gedetacheerd aan het departement van fi
nanciën, waarna hij als ontvanger bij dat
dienstvak te Texel en Ommen werkzaam
was. Na 1921 was mr. Oud inspecteur der
registratie en domeinen op non-activiteit.
In de laatste twintig jaar heeft mr. Oud
in het Nederlandsche politieke leven een
belangrijke rol vervuld. Van zijn verkie
zing in 1917 tot zjjn benoeming als minister
van financiën in het kabinet Colijn 1933, is
hjj ononderbroken lid der Tweede Kamer
geweest. Hij is lid van het hoofdbestuur van
den vrijzinnig-democratischen bond, waar
van hij secretaris-penningmeester is ge
weest. Hij was redacteur van de vrijzinnig-
democratische organen „De Opbouw" en
„De Vrijzinnig-Democraat". In de Tweede
Kamer is hij sinds het optreden van het te
genwoordige kabinet leider van de vrijzin
nig-democratische fractie. In de volksver
tegenwoordiging is hij een figuur van ge
zag, die de onderwerpen, waarover hij het
woord voert, volkomen beheerscht. Zijn
redevoeringen, welke hij met groote vlot
heid uitspreekt, kenmerken zich door een
helderen betoogtrant en hij heeft steeds het
oor van de Kamer. Hij pleegt vooral het
woord te voeren over vraagstukken van
financieelen aard en over zaken die de al-
gemeene regeeringspolitiek betreffen. Als
minister van financiën heeft mr. Oud voor
de zeer zware taak gestaan de crisis-finan-
ciën te saneeren en de oegrooting zoo goed
mogelijk sluitend te maken. In zijn ambts
periode deden o.m. de omzetbelasting, de
couponbelasting en de doode hand-belasting
haar intrede, evenals de technische wijzi
ging der tariefwet. Uit deze periode stamt
ook de herziening van de financieele ver
houding tusschen rijk en gemeente en de