mmiK van ém Düfi.
fjicRÊ*
Om de Hulde vo©r Chamberlain.
4 October Dierendag.
SifëNENSJND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 4 OCTOBER 1938.
No. 233.
laak
OPKOMST VAN DIENSTPLICHTIGEN.
(Wordt vervolgd».
Delkater na het feest.
Duff Cooper, de afgetreden Engelsche
minister van marine („eerste lord van de
admiraliteit" is zijn eigenlijke titel) heeft
in den wereldoorlog aan het front in
Frankrijk meegevochten. Hij moet toen
eenige malen bewezen hebben, dat hij niet
bang voor den dood is.
Er behoorde, gelooven wij, weinig minder
moed toe, om af te treden, vlak nadat mi
nister Chamberlain uit München was terug
gekeerd en een soort van zegetocht van het
vliegveld Heston via Buckingham Palace
naar zijn ambtswoning, Downingstreet 10,
had gemaakt. Duff Copper was het al lang
niet eens met de huidige buitenlandsche
politiek der Britsche regeering. Evenals
Eden vindt hij, dat Londen veel te veel toe
geeft aan de onder dreigementen uitge
sproken eischen van Duitschland en Italië.
Toen Eden enkele maanden geleden aftrad,
aacht men, dat Duff Cooper dit voorbeeld
zou volgen. Maar de eerste lord van de ad
miraliteit oordeelde zelf anders. Zoolang
zich geen nieuwe feiten van laakbare lank
moedigheid voordeden, meende hij aan te
kunnen blijven. Duff Cooper was zeer ge
hecht aan zijn hooge functie, maar ook een
zeer bekwaam minister. Het nieuwe feit
van laakbare lankmoedigheid heeft zich z.i.
nu echter voorgedaan: de overeenkomst van
München beschouwt de afgetreden minister
als een verraad aan Tsjechoslovakije en aan
de voornaamste beginselen der Westersche
democratieën. Hij kon in het aangezicht van
dit verraad niet langer op zijn post biijven
en nam ontslag.
Als gezegd: dit is een moedige daad. Duff
Cooper had eenige weken met het indienen
van zijn aanvraag om ontslag kunnen wach
ten, d.w.z. zoolang totdat de geestdrift voor
Chamberlain's optreden vermoedelijk aan
zienlijk zal zijn bekoeld. Hij deed dat ech
ter niet: op het moment, dat 90 van de 100
Engelschen hun „prime minister" stonden te
bejubelen schreef de eerste lord der admi
raliteit min of meer koelbloedig zijn ontslag
brief en diende op die wijs, dwars tegen het
nationale gejuich in, een moreele motie
van wantrouwen in tegen Chamberlain's
beleid.
Maar Duff Cooper staat niet alleen. Er
zijn meer Engelschen en onder hen verschei
dene mannen van naam, die zijn opvattin
gen deelen en zulks allerminst onder stoelen
en banken schuiven. Bovendien begint zich
van velen, die in eerste instantie meejuich-
ten, het gevoel van den kater na het feest,
meester te maken. De prijs, die voor het
behoud van den vrede werd betaald, schijnt
hun thans als 't ware aan te grijnzen. In
hun eerste enthousiasme zagen ze over het
hoofd, dat die prijs een allesbehalve lieflijk
aanzicht heeft.
Een merkwaardige weerslag van deze ont
nuchtering vindt men reeds in de Engelsche
pers. In de plaats van de lofprijzingen voor
Chamberlain zijn beschouwingen gekomen,
waarin op bezorgden toon mogelijke gevol
gen van de overeenkomst van München
onder oogen worden gezien. Zoo schrijft de
„Daily Telegraph", dat de tijd zal moeten
leeren, of Hitier een voprloopige concessie
aan het opportunisme heeft gedaan en ver
strekkende ambities bewaart voor later,
wanneer de tijd gunstiger zal zijn. Een grond
voor onbehagelijkheid is het besef, dat Hit-
Ier z\jn winst heeft kunnen behalen door
zijn methode van dreigementen en dat dit
ongestraft is gebleven. In de feestvreugde
is geheel vergeten, dat de Tsjechen de groot
ste bijdrage tot den vrede geleverd hebben.
Als slachtoffers van den vrede, waarin zjj
niet gekend zijn, hebben zij recht op de
warme erkentelijkheid van Engeland en
Frankrijk, in plaats van op de ijzige stilte,
die tot dusverre bestaan heeft. Intusschen
moet Engleand zijn weermacht, vooral die
in de lucht, versterken.
De „News Chronicle" schrijft thans dat er
gelegenheid bestaan heeft voor een belang
rijke diplomatieke overwinning voor de de
mocratie, doch deze gelegenheid heeft men
gemist. En volgens de „Daily Mail" moet
Engeland van de pauze, die thans is inge
treden, gebruik maken om zich zoo sterk
mogelijk te maken, zoodat het 'met volko
men zelfvertrouwen zijn plaats kan inne
men bij de nieuwe beraadslagingen over
Europa,
De kater na het feest. Maar hij is gezond
deze kater. Wij schreven Zaterdag reeds,
dat men in de eerste roes, vooral in Enge
land, luchtkasteelen bouwde en dat de wer
kelijkheid uit het oog werd verloren. Ge
lukkig dat de Engelschen thans met groote
haast naar de werkelijkheid terugkeeren.
Ze doen dat zelfs zoo haastig, dat er een
KR-.-f''
LALINE LESTER'S ROMAN
Uit het Engelsch door W. A. C.
22).
Hij slenterde naar de hall, waar de trap
was en ontmoette haar, terwijl ze die af
daalde.
„De kellners zullen denken, dat we een
paartje zpn op hun huwelijksreis en
daarom zullen ze wel ontzaglijk vriendelijk
zijn. Maar we zijn ook op onze huwelijks
reis voor vandaag!"
Wat waren ze vroolijk! Nu hij vriendelijk
en prettig tegen haar was, bloeide Laline
in heerlijke schoonheid weer op en David
dacht aan den namiddag, als ze buiten weer
alleen zouden zijn.
Plotseling viel haar blik op de kale deur
naast hen vol met gaten. Ze stond op en
las, wat er in Fransch en Engelsch op de
koperen plaat stond gegraveerd:
„Deze deur blijft een herinnering aan het
bombardement in April 1918".
„Merkwaardig!" riep ze uit. „Te denken
dat 't pas drie jaar geleden is, dat de men-
schen, die hier zaten, zooals wij, door kogels
getroffen hadden kunnen worden!"
„Ja, 't is voor iedereen, die niet in Frank
rijk is geweest, ontzaglijk moeilijk te besef
fen, wat de oorlog is geweest
Haar gezicht werd peinzend. Ze bedacht,
dat als ze hem toen had gekend en liefge
had zooals thans, hoe martelend haar angst
zou zijn geweest, wetende dat hij in voort
durend gevaar verkeerde.
Zij dacht aan hem hij aan haar. Hij
(Ingezonden Stukken.)
Hieronder volgen enkele ingezonden stuk
ken, betrekking hebbende op de hulde aan
Chamberlain, die Zeeland eigenlijk reeds
gebracht hééft met een gesloten inzame
lingsbedrag van om en de bij duizend gul
den, en die nog slechts op uitvoering wacht.
Wij wilden de afwijkende meeningen de
zer inzenders ter kennis onzer lezers bren
gen; onze opvatting ter zake vindt men in
het hoofdartikel van vandaag uiteengezet.
Voor andere bepleite acties stellen wij
ons blad echter vooralsnog niet beschik
baar; inzenders die iets anders willen, zullen
dit dus op eigen gelegenheid moeten in
richten. Hoofdred.
CHAMBERLAIN EN SCHUSCHNIGG.
Toen ik de oprichting en verdere uiteen
zettingen omtrent de plannen en voorloo-
pige resultaten in Uw blad las, kwam bij mij
de vraag op, of die „korte", „snelle" en
„krachtige" actie wel behoorlijk overdacht
was. Nu is het verre van mij alle sponta
niteit af te keuren, maar wel dient men
er tegen te waken, ook in dergelijke geval
len, een ander te kwetsen.
Moeten de arme Tsjechen niet een ellen
dig gevoel krijgen, als zij, die als het ware
de lijken zijn, waarover de vier heeren te
München gingen, nog moeten aanzien, dat
een deel van het, alom om zijn vrijheids- en
rechtvaardigheidszin bekende Nederland-
sche Volk, één dier helden gaat huldigen?
Het is verre van mij Chamberlain te la
ken. Hij werkte hard en deed wat hij kon.
Het resultaat is echter zoo poover, dat hul
digingen als de voorgestelde er toch wel ge
heel naast zijn. Mogelijk zou men ook meer
in Chamberlains geest handelen door de nu
ingezamelde gelden, vermeerderd met de
gelden, bestemd voor het reisje naar Lon
den, te zenden aan Benesj als een kleine,
zeer kleine bijdrage aan de Tsjechen voor
al hetgeen „zij" en niet Chamberlain voor
den Europeesche vre'den offerden.
Men stelle zich eens voor. dat indertijd
Engeland in de Z. Vlaamsche afstandskwes
tie een even slappe houding had aangeno
men Dan hadden wij Z. Vlaanderen ver
speeld. Mogelijk dat er dan Franschen wa
ren geweest die de Engelsche ministers ge
huldigd hadden voor hun grooten vredes-
drang. Was dat voor ons niet onduldbaar
geweest
Het comité vergeet blijkbaar ook dat er
te München eigenlijk niets, maar dan ook
niets, door Chamberlain en Daladier bereikt
is. Ontdaan van alle franje heeft alleen
Hitier daar iets gewonnen. Hetgeen, waar
hij anders toch zeker eenige weken voor
had moeten strijden krijgt hij nu eenvou
dig in denzelfden tijd in den schoot gewor
pen. Wel hebben Chamberlain en Hitier nog
een algemeen vredescommuniquétje uitge
geven maar zij vergaten, beiden dat er nog
steeds diep in het wereldgeweten verborgen
een naam staat gegrift en dat deze is:
SCHUSCHNIGG. Waar is hij? Kijk, als
Chamberlain dezen geestelijken held die
te trots was om voor een handvol nazi
gespuis te gaan loopen, en die door Hitier
gevangen en afgesloten van de wereld
wordt gehouden nu eens mee had kunnen
brengen om in vrijheid zijn geknakt leven
te volbrengen, ja dan was er althans reden
tot juichen, dan was er iets bereikt en dat
zou Chamberlain oneindig meer geëerd heb
ben dan wat nu is geschied.
Heeft het huldigingscomité zich wel ge
realiseerd dat eigenlijk door Berchtesgaden
-Godesberg-München op aandrang van
Chamberlain het Fransch-Tsjechisch ver
drag tot een „vodje papier" is gemaakt a
teveel aan pessimisme gaat dreigen. Ver
moedelijk zal men over eenige dagen bele
ven, dat het juiste evenwicht wordt gevon
den: in een vastberaden afwachten van de
dingen, die komen moeten. Hoe nuchterder
men daar tegenover staat, hoe beter. Alleen
mag men o.i. een gematigd optimisme op
de been houden. De Duitschers hebben ge
zien, dat hun politieke ondernemingslust op
een oorlog kan uitloopen. En ze zullen ver
moedelijk ook beseffen, dat de grenzen van
Frankrijk's en Engeland's lankmoedigheid
zoo ongeveer met de nieuwe van Tsjecho
slovakije samenvallen. Bovendien is geble
ken, dat Mussolini niet veel pleizier meer
heeft in avonturen, die het gevaar van een
wereldoorlog oproepen. Dat zijn factoren,
die hoop geven, meer dan de Engelsche be
zorgdheid na den roes van Vrijdag en Za
terdag j.l. schijnt toe te laten op het oogen-
blik. 7
zei tot zich zelf, dat hij in zijn gansche le
ven nergens zoo'n mooi meisje had gezien
als Laline, niemand, die zoo verrukkelijk,
zoo aanbiddelijk was. Ja als hij weer te
rug was, moest hij haar leeren wat liefheb
ben was waarachtig liefhebben!
En zij zat te peinzen. Merkwaardig, dat
toch geen enkele man dien ze vroeger had
ontmoet, dit „ik en weet niet wat" bezat,
dat David kenmerkte zou 't magnetisme
zijn? Wat was hij toch volmaakt goed ge
kleed in dat grijze, Engelsche, flanellen pak
en wat een mooie handen had hij. Hij zag
er niets sentimenteel uit en had heusch
niets „broederlijks" over zich! Toen dacht
ze aan alle jonge mannen, die „dol" op haar
waren en die in vergelijking met majoor
Lamont, eigenlijk geen dubbeltje waard wa
ren! Zou ze werkelijk ooit in staat zijn te
maken, dat hij haar liefkreeg en haar wilde
trouwen of zou hij steeds voortgaan met
haar te spelen?
Het element van onzekerheid verhoogde
het genot van haar besluit om den vrijen
teugel te laten aan wat ze gevoelde.
Hun lunch had een vroolijk verloop.
David zorgde, dat ze er wat haast achter
zette, want van de veronderstelling uit
gaande, dat mevrouw Greening en de ove
rigen misschien den trein van twaalf uur
hadden genomen, in plaats van dien van 3
uur 50, konden zij al spoedig hier zijn en
op de een of andere manier hun namiddag
in de war sturen en daarom was hij verlan
gend om weer gauw weg te zijn.
Het was een van de prachtigste dagen
la von Bethmann Hollweg? Toegegeven
moet worden dat het in 1914 voor Duitsch
land een militaire noodzaak en nu voor
Frankrijk een politieke noodzaak was. Maar
voor zoo iets huldigt men iemand toch niet!
A. Meijer.
[Schuschnigg? Wie kan te dezen opzichte
ridderlijkheid verwachten van lieden, die
gedenkplaten voor 100-pet. moordenaars
onthullen? Red.]
BIJ U, OVER I', ZONDER U.
Zonder iets af te doen aan de groote
verdiensten van Minister Chamberlain als
ENGELSCH staatsman, heb ik toch met
zeer groot leedwezen de oproep gelezen
tot deelnemen aan het huldeblijk voor de
zen eersten minister van Engeland. Wat
zal men zeggen als de wensch van Hitier
naar koloniën bevredigd wordt door een
stuk Nederlandsch bezit, Chamberlain
daarmede weer de vrede redt, en België
hem daarvoor bedenkt met een hulde
blijk? In feite gaat hier nu niets anders
gebeuren.
Chamberlain heeft voor Engeland op
traditioneel Engelsche manier de vred:
behouden, niet door Hitier te Berchtesga
den tevreden te stellen met een stuk En
gelsch bezit, maar met dat van een ander
land, dat op een dwaalspoor werd ge
bracht en gehouden door suggesties van
steun bij schending van grondgebied of
soevereiniteit. Het eervolle en duurzame
zullen we buiten beschouwing laten.
Wil men zijn geld toch kwijt naar het
buitenland, laat men dan geen water naa:
de zee dragen, maar hef liever offeren
voor de vluchtelingen uit het Sudetenge
bied naar Tsjecho-Slovakije. Dit zou voor
Nederlanders die de smaad van het „bij U,
over U, zonder U" zoo goed kennen, heel
wat sympathieker en vooral kiescher zijn.
G. J. HUYBREGTSE,
Vlissingen, 1 Oct. 1938.
Bd. de Ruyter 44.
Mijnheer de Hoofdredacteur.
Door middel van Uw blad nam ik kennis
van de voorgenomen hulde, die men Cham
berlain, de redder van den Vrede in Euro
pa wil brengen.
Mijn eerste gedachte was ook hieraan
mee te doen, doch bij nadere overweging
kan ik er niet toe komen, want mijnheer
de Hoofdredacteur, er zit in deze huldiging
een te egoistische kant.
Men gaat Chamberlain huldigen, die on
getwijfeld zeer veel deed voor den vrede in
Europa.
Maar er is nog een andere partij, de par
tij, die de groote offers moest brengen en
dan denk ik aan dat prachtige volk van
Tsjechoslovakije.
Welke offers het brengen moest?
Het gaat den economischen ondergang
tegemoet.
Sudetenland is het bij uitstek industrieele
gebied, waaraan het agrarische centrum
landbouwproducten levert. Deze macht ver
liest het.
De middenstand, die met dit industriege
bied in verband staat, wonende in steden
als Praag en Brünn verliest zijn economi
sche basis en heeft den ondergang voor
oogen.
De geheele zware industrie van de
Noordgrens en het belangrijke industriege
bied bij Moravisch Ostrava aan de Zuidpunt
van Silezië moet Tsjechoslovakije aan
Duitschland afstaan zonder eenige scha
devergoeding.
Tsjechoslovakije mag volgens de re
geling zijn derde en een gedeelte van zijn
tweede verdedigingslinie handhaven.
Deze zijn haast niets waard, daar de
Duitschers met een doorbraak van Oosten
rijk en Silezië uit in de richting van Brünn
het Tsjechisch gebied kunnen afknijpen
van de rest van het land, daardoor gaan
ook alle verbindingen met andere staten
door een dergelijke doorbraak verloren. Dit
in het kort, de economische en politieke of
fers, afgezien van de moreele offers, die dit
volk nog zal moeten brengen. Mijn gedach
ten gaan uit b.v. naar de Joden.
Wanneer wij dus Chamberlain gaan hul
digen, dan denken wij alleen aan den vrede
die gered is door het optreden van Cham
berlain.
Maar aan de andere partij dr. Benesj be
lichamend het volk van Tsjechoslovakije
denken we niet.
Het is begrijpelijk wij leven nu in een
vredesroes.
*|Het is ook prachtig, dat Chamberlain
vprdt gehuldigd, omdat aan die huldiging
ten grondslag ligt de vredesgedachte.
van het jaar en geen wolkje aan den hemel
en de lucht frisch, warm en zacht.
Spoedig zat Laline w;eer in de auto en
reden zij de stad uit, voorbij de helling
naar 't station en verder naar den weg, die
hen naar Albert zou voeren.
„Alles is nu groen", zei David, „en 't zal
moeilijk voor je zijn te beseffen hoe 't er in
den oorlog uitzag, maar gauw komen we
op plaatsen, waar je nog de armzalige ver
brande boomstompen kunt zien
Hij vertelde haar van gevechten en avon
turen en toen zij het eerste kerkhof voorbij
kwamen en al de kruisen zagen, kwam een
blik van zachte teederheid in Laline's oogen.
„Alles is zoo vreeselijk!" zei ze en dade
lijk daarop: „Kijk! een Engelsche naam
„Oxfordstreet"! Wat klinkt dat grappig!"
„De Engelsche soldaten hielden er van
hun lievelingsnamen aan allerlei dingen te
geven. Verder op zul je „Downing Street"
zien staan. Indertijd waren hier op dezen
weg, voorbij Port Noyelle, talrijke bomvrije
onderkomens, maar ik ben bang, dat ze nu
zijn dichtgeworpen en dat we rechts van
den hoofdweg moeten gaan, als we iets wil
len zien."
Zoo lang ze met hem was, kon 't Laline
niets schelen, waarheen ze gingen.
Langzamerhand kwamen zij te midden
van de sporen van verwoesting en bij de
stumperige, kleine schuilplaatsen, die de
manschappen tusschen de stukgeschoten
huizen hadden ingericht.
En toen zij bij een hoop prikkeldraad en
oud ijzer kwamen, riep Laline uit:
Doch laten wij dan ook, vrijheidslievende
Zeeuwen, een bewijs van innige deelne
ming brengen aan het volk van Tsjecho
slovakije, dat zoo zware offers moest bren
gen voor den vrede.
Als wij dit volk een bewijsvan medele
ven willen geven, laten wij Zeeuwen dan
een telegram zenden onderteekend door al
le Zeeuwen die hiermede sympathiseeren.
In dit telegram zou dan tot uiting moe
ten komen onze innige deelneming met dit
volk.
Chamberlain wordt gehuldigd.
Goed, maar dan ook een blijk van mede
leven aan dr. Benesj die de offers moest
brengen.
Doch daar is moed voor noodig.
Wie neemt het initiatief?
I. C. Pluijmers.
ANDER PLANNETJE.
Het genomen initiatief inzake het Zeeuw-
sche huldeblijk voor Neville Chamberlain
heeft mijn volle sympathie, mits men aan
het geld een andere bestemming wil geven.
En misschien is dit nog mogelijk: de inza
meling is immers nog niet afgeloopen.
Dusgeen schilderij of groote Zeeuw-
sche kast, die de Engelsche minister-presi
dent in zijn allicht rijk gemeubileerde wo
ning misschien niet zal kunnen plaatsen,
zoodat het cadeau ten slotte terecht komt
op een zolder.
Indien men inderdaad een Zeeuwsch ge
schenk wil aanbieden, laat dit dan niet kost
baar zijn: men geve b.v. een fraaie foto
van ons Middelburgsch stadhuis, maar men
voege hieraan toe een oorkonde met hand-
teekeningen: hieraan kan rijk en arm mee
doen. En de rest van het geld b.v. voor de
Tsjechen of voor een internationaal vredes-
fonds, dat gesticht kan worden om inter
nationale betrekkingen te verbeteren. Maar
hierover beslisse Chamberlain: hij geve aan
het geld een hem sympathieke bestemming.
Stadgenooten, die zich met het boven
staande kunnen vereenigen mij is geble
ken, dat ik volstrekt niet de eenige ben,
die er zoo over denkt worden uitgenoo-
digd een naamkaartje met een korte ad-
haesiebetuiging te zenden aan de redactie
der Middelburgsche Courant.
Ik hoop, M. d. R., dat U hiertegen geen
bezwaar zult hebben. [Inderdaad wel, dit
maal; zie inleiding. Red.]
Een lezer van Uw blad.
H. M. DE KONINGIN NAAR HET LOO
Gistermiddag is H. M. de Koningin per
auto van Soestdijk naar het Loo vertrok
ken.
De regeeringspersdienst meldt, dat de op
komst ter inlijving van hen, die bestemd
waren om op 4 October 1938 te worden in
gelijfd, en de opkomst van hen, die als ge-
Volg van verleend uitstel enz. wel zijn in
gelijfd, doch op 4 October 1938-='de eerste
oefening moesten aanvangen, thans op 10
October 1938 moet plaats hebben. Dit geldt
ook voor hen, die bestemd waren om op 4
October 1938 op te komen voor opleiding
tot reserve-officier.
Op 10 October moet de opkomst geschie
den, op plaats en uur, zooals voor 4 Octo
ber was bepaald, ook al wordt geen nieuwe
oproeping ontvangen. Degenen, die voor
vrij vervoer naar de plaats van opkomst 'n
vervoerbewijs noodig hebben en niet in het
bezit zijn van een bewijs, geldig voor 10
October, kunnen zoodanig bewijs aanvragen
ter gemeente-secretarie van hun woon
plaats, bureau voor militaire zaken.
Ten aanzien van de herhalingsoefeningen
van de dienstplichtigen, voor wie het op
komen voor deze oefeningen in verband
met de buitengewone omstandigheden werd
uitgesteld, is nog geen beslissing genomen.
ZWITSERSCHE DIESELMOTOREN VOOR
DE „ORANJE".
Naar wij vernemen, zijn dezer dagen in
de fabrieken van Gebr. Sulzer A.G. te Win-
terthur (Zwitserland) de motoren voor het
nieuwe vlaggeschip van de Stoomvaart
Maatschappij „Nederland", de „Oranje", die
op 8 September j.l. door H.M. de Koningin
werd te water gelaten, gereed gekomen en
draaien deze thans in tegenwoordigheid
van Nederlandsche deskundigen proef.
Met de in Winterthur gebouwde machine
installatie zal de „Oranje" een der groot
ste en snelste motorschepen ter wereld wor
den. De berekende snelheid zal minimum
21 zeemijlen per uur bedragen.
De machine-installatie van de „Oranje"
„Kijk! een ledikant! O, dat doet me meer
dan iets anders de realiteit gevoelen van al
die vreeselijkheden!"
David's gezicht was ernstig. Alles wat hij
zag was een herinnering voor hem. Zoo
bereikten zij door verwoeste dorpen en
langs aandoenlijke boomstompen, half ver
borgen in het jonge, frissche groen, einde
lijk Albert en zagen de ruïne van de kerk,
waar de Maagd en het Kind al dien tijd
hadden gestaan en tenslotte bij het voor
waarts rukken waren vernield.
„O! Als ik er aan denk, dat ik al dien
tijd lachte en danste. Werkelijk, wij hebben
het nooit begrepen.
„Dat is 't", zei David, terwijl er een
sluier voor zijn oogen kwam. „Dierbaar
Frankrijk!"
HOOFDSTUK XI.
Zij stapten niet uit de auto en waren
weldra weer op den hoofdweg.
„Wij moeten hier met de anderen mor
gen terugkomen, maar nu wil ik je naar
mijn eigen hoekje brengen, want als Jack
't je ook wil laten zien, wil ik de eerste
zijn."
Ze keek hem schalks aan.
„In alles?"
„Ja in al wat goed is. De eerste voor
haar, die ik liefheb en de eerste in mijn
werk."
„Wat ben ik benieuwd eens te vernemen,
wie, wel de vrouw is, die jij liefhebt!"
En als in gepeins zei hij:
Het bestuur van de afd. Zeeland Ned. Ver.
t. Bescherming van Dieren schrijft ons:
Beter oogenblik om over den Dierendag
te spreken dan nu, is wel niet denkbaar.
Wij menschen hebben immers in de af-
geloópen week aan den lijve gevoeld wat
het beteekenen zou, om weerloos overge
leverd te zijn aan een macht, die ons zou
kunnen verpletteren.
Wij hebben collectief ondergaan die
vreeselijke beklemming van de angst.
Welnu, zoo machteloos als wij men
schen, ieder voor zich, staan tegenover
het oorlogsmonster, zoo machteloos staat
het dier tegenover ons. Zouden wij nu de
dankbaarheid, dat voor ons de vrede be
waard bleef, niet om kunnen zetten in
een ernstige poging, millioenen dierenle
vens van de ergste angst te bevrijden?
Angst, die wij er in hebben gebracht. Wij
die de dieren aan korte kettingen leggen,
levenslang in een nauw hokje opsluiten,
de staarten afhakken, kortom, de macht
bezitten, om met een dier naar ons goed
dunken te handelen. Welk een zee van
angst en pijn door al die wreedheden, die
we zoo gemakkelijk doen of voor ons la
ten doen.
Wat gij niet wilt dat U geschiedt, doet
dat ook aan een ander niet. Dierendag
1938 komt op een moment, waarop wij de
beteekenis van dit gezegde wel héél duide
lijk voelen.
zal bestaan uit drie zelfstandig werkende
Dieselmotoren voor de voortstuwing en vijf
hulpmotoren. De groote dieselmotoren zul
len elk een kracht ontwikkelen van 12.500
pk bij 145 omwentelingen per minuut. De
Stoomvaartmaatschappij „Nederland" be
stelde voor de „Oranje" tweetakt-motoren,
die in hun soort de grootste zijn, welke ooit
gebouwd werden.
Een groote bijzonderheid vormen de
twaalf cylinders. Cylinders van een derge
lijke afmeting een boring van 760 mm
werden tot nu toe niet gebouwd en een spe-
siale studie was noodig om tot den bouw
van deze twaalf cylinder-motoren met zoo
groote capaciteit te komen.
Bij den bouw van de motoren zijn ver
scheidene nieuwe vindingen toegepast. Een
daarvan betreft het trillingsvraagstuk.
Door een gewijzigde constructie van het
frame, waarin de cylinders zijn geplaatst,
verwacht men dat de „Oranje" geheel tril-
lingsyrij zal zijn.
Behalve de drie dieselmotoren van teza
men 37.500 pk, bouwt de fabriek voor de
„Oranje" nog vijf Sulzer-tweetact diesel
motoren van elk 1800 pk bij 280 omwente
lingen per minuut, die, met dynamo's ge
koppeld, zorgen voor de stroom verzorging,
water- en luchtpompen en andere inrichtin
gen aan boord.
Deze week worden de motoren gedemon
teerd en tegen het einde van de maand
zullen de onderdeelen van de geweldige
machinerinstallatie naar Amsterdam wor
den gezonden om daar in de „Oranje" op
nieuw gemonteerd te worden.
NACHTELIJKE LUCHTVAARTDIENST
SCHIPHOL—CROYDON VICE VERSA.
Bij het ingaan van den winterdienst der
K.L.M., is Maandag in den vroegen ochtend
de nieuwe luchtvrachtdienst der K.L.M. tus
schen Londen en Amsterdam geopend.
Voor dezen dienst, die- uitsluitend vracht
goed en post vervoert, is speciaal ingericht
het DO 2 toestel PH—AKN (de Nachte
gaal), uit welker cabine de stoelen verwij
derd zijn, terwijl het interieur geschikt ie
gemaakt voor het vervoer van goederen.
Voor de eerste maal in dezen dienst ver
trok de Nachtegaal Maandagochtend te 5
uur g.n.t. van Croydon naar Schiphol, met
niet minder dan 900 kg vracht en post aan
boord. Daarbij was van principieele betee
kenis, dat de Britsche posterijen de post aan
de K.L.M. hadden toevertrouwd.
Maandagavond te 11.15 vertrok de Nach
tegaal voor de eerste maal in zijn nieuwe
functie in omgekeerde richting van Schip
hol naar Croydon, van waar het toestel in
den ochtend te 5 uur start om te 7.20 op
Schiphol terug te keeren.
een
voor Uw huid
„Wil je wel gelooven, dat ik daarnaar
den laatsten tijd zelf ook benieuwd ben."
„Het zou iemand moeten zijn, die heel
gedwee is en zonder veel geest."
„O, neen; heelemaal niet! Ze zou een
vast karakter moeten hebben en geen prul
zijn."
„Ontmoette je dikwijls van die prullen?"
vroeg Laline. Daar kwam weer dat gevoel
van onzekerheid!
„Neen, eerlijk gezegd niet."
„Ik geloof, dat je veel van de wereld
hebt gezien
„Waarschijnlijk wel
„Dat moet heerlijk zijn
„Als je veel reist, moet je wel allerlei
dingen leeren. Velen van ons zijn echter
zoo met zich zelf ingenomen, dat ze niets
leeren van wat ze hebben gezien en thuis
komen met een massa feiten, maar zonder
wat de Franschen noemen „nuances"
daarin te onderkennen ze hebben er; om
zoo te zeggen, de beteekenis niet van ge
snapt.
Ik kom nooit in Europa, zonder te den
ken aan de schitterende mogelijkheden, die
de wereld voor Amerika biedt. En dan
wensch ik er toe bij te dragen, dat wij zul
len inzien, dat wij ons best moeten doen
om te maken, dat andere naties ons karak
ter eerbiedigen, omdat ze overtuigd zijn, dat
het eerbied verdient en niet omdat we hun
zeggen, dat we hun een draai om de ooren
zullen geven, indien ze ons dien eerbied niet
betoonen!"