mmiK van ém Düfi. fjicRÊ* Om de Hulde vo©r Chamberlain. 4 October Dierendag. SifëNENSJND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 4 OCTOBER 1938. No. 233. laak OPKOMST VAN DIENSTPLICHTIGEN. (Wordt vervolgd». Delkater na het feest. Duff Cooper, de afgetreden Engelsche minister van marine („eerste lord van de admiraliteit" is zijn eigenlijke titel) heeft in den wereldoorlog aan het front in Frankrijk meegevochten. Hij moet toen eenige malen bewezen hebben, dat hij niet bang voor den dood is. Er behoorde, gelooven wij, weinig minder moed toe, om af te treden, vlak nadat mi nister Chamberlain uit München was terug gekeerd en een soort van zegetocht van het vliegveld Heston via Buckingham Palace naar zijn ambtswoning, Downingstreet 10, had gemaakt. Duff Copper was het al lang niet eens met de huidige buitenlandsche politiek der Britsche regeering. Evenals Eden vindt hij, dat Londen veel te veel toe geeft aan de onder dreigementen uitge sproken eischen van Duitschland en Italië. Toen Eden enkele maanden geleden aftrad, aacht men, dat Duff Cooper dit voorbeeld zou volgen. Maar de eerste lord van de ad miraliteit oordeelde zelf anders. Zoolang zich geen nieuwe feiten van laakbare lank moedigheid voordeden, meende hij aan te kunnen blijven. Duff Cooper was zeer ge hecht aan zijn hooge functie, maar ook een zeer bekwaam minister. Het nieuwe feit van laakbare lankmoedigheid heeft zich z.i. nu echter voorgedaan: de overeenkomst van München beschouwt de afgetreden minister als een verraad aan Tsjechoslovakije en aan de voornaamste beginselen der Westersche democratieën. Hij kon in het aangezicht van dit verraad niet langer op zijn post biijven en nam ontslag. Als gezegd: dit is een moedige daad. Duff Cooper had eenige weken met het indienen van zijn aanvraag om ontslag kunnen wach ten, d.w.z. zoolang totdat de geestdrift voor Chamberlain's optreden vermoedelijk aan zienlijk zal zijn bekoeld. Hij deed dat ech ter niet: op het moment, dat 90 van de 100 Engelschen hun „prime minister" stonden te bejubelen schreef de eerste lord der admi raliteit min of meer koelbloedig zijn ontslag brief en diende op die wijs, dwars tegen het nationale gejuich in, een moreele motie van wantrouwen in tegen Chamberlain's beleid. Maar Duff Cooper staat niet alleen. Er zijn meer Engelschen en onder hen verschei dene mannen van naam, die zijn opvattin gen deelen en zulks allerminst onder stoelen en banken schuiven. Bovendien begint zich van velen, die in eerste instantie meejuich- ten, het gevoel van den kater na het feest, meester te maken. De prijs, die voor het behoud van den vrede werd betaald, schijnt hun thans als 't ware aan te grijnzen. In hun eerste enthousiasme zagen ze over het hoofd, dat die prijs een allesbehalve lieflijk aanzicht heeft. Een merkwaardige weerslag van deze ont nuchtering vindt men reeds in de Engelsche pers. In de plaats van de lofprijzingen voor Chamberlain zijn beschouwingen gekomen, waarin op bezorgden toon mogelijke gevol gen van de overeenkomst van München onder oogen worden gezien. Zoo schrijft de „Daily Telegraph", dat de tijd zal moeten leeren, of Hitier een voprloopige concessie aan het opportunisme heeft gedaan en ver strekkende ambities bewaart voor later, wanneer de tijd gunstiger zal zijn. Een grond voor onbehagelijkheid is het besef, dat Hit- Ier z\jn winst heeft kunnen behalen door zijn methode van dreigementen en dat dit ongestraft is gebleven. In de feestvreugde is geheel vergeten, dat de Tsjechen de groot ste bijdrage tot den vrede geleverd hebben. Als slachtoffers van den vrede, waarin zjj niet gekend zijn, hebben zij recht op de warme erkentelijkheid van Engeland en Frankrijk, in plaats van op de ijzige stilte, die tot dusverre bestaan heeft. Intusschen moet Engleand zijn weermacht, vooral die in de lucht, versterken. De „News Chronicle" schrijft thans dat er gelegenheid bestaan heeft voor een belang rijke diplomatieke overwinning voor de de mocratie, doch deze gelegenheid heeft men gemist. En volgens de „Daily Mail" moet Engeland van de pauze, die thans is inge treden, gebruik maken om zich zoo sterk mogelijk te maken, zoodat het 'met volko men zelfvertrouwen zijn plaats kan inne men bij de nieuwe beraadslagingen over Europa, De kater na het feest. Maar hij is gezond deze kater. Wij schreven Zaterdag reeds, dat men in de eerste roes, vooral in Enge land, luchtkasteelen bouwde en dat de wer kelijkheid uit het oog werd verloren. Ge lukkig dat de Engelschen thans met groote haast naar de werkelijkheid terugkeeren. Ze doen dat zelfs zoo haastig, dat er een KR-.-f'' LALINE LESTER'S ROMAN Uit het Engelsch door W. A. C. 22). Hij slenterde naar de hall, waar de trap was en ontmoette haar, terwijl ze die af daalde. „De kellners zullen denken, dat we een paartje zpn op hun huwelijksreis en daarom zullen ze wel ontzaglijk vriendelijk zijn. Maar we zijn ook op onze huwelijks reis voor vandaag!" Wat waren ze vroolijk! Nu hij vriendelijk en prettig tegen haar was, bloeide Laline in heerlijke schoonheid weer op en David dacht aan den namiddag, als ze buiten weer alleen zouden zijn. Plotseling viel haar blik op de kale deur naast hen vol met gaten. Ze stond op en las, wat er in Fransch en Engelsch op de koperen plaat stond gegraveerd: „Deze deur blijft een herinnering aan het bombardement in April 1918". „Merkwaardig!" riep ze uit. „Te denken dat 't pas drie jaar geleden is, dat de men- schen, die hier zaten, zooals wij, door kogels getroffen hadden kunnen worden!" „Ja, 't is voor iedereen, die niet in Frank rijk is geweest, ontzaglijk moeilijk te besef fen, wat de oorlog is geweest Haar gezicht werd peinzend. Ze bedacht, dat als ze hem toen had gekend en liefge had zooals thans, hoe martelend haar angst zou zijn geweest, wetende dat hij in voort durend gevaar verkeerde. Zij dacht aan hem hij aan haar. Hij (Ingezonden Stukken.) Hieronder volgen enkele ingezonden stuk ken, betrekking hebbende op de hulde aan Chamberlain, die Zeeland eigenlijk reeds gebracht hééft met een gesloten inzame lingsbedrag van om en de bij duizend gul den, en die nog slechts op uitvoering wacht. Wij wilden de afwijkende meeningen de zer inzenders ter kennis onzer lezers bren gen; onze opvatting ter zake vindt men in het hoofdartikel van vandaag uiteengezet. Voor andere bepleite acties stellen wij ons blad echter vooralsnog niet beschik baar; inzenders die iets anders willen, zullen dit dus op eigen gelegenheid moeten in richten. Hoofdred. CHAMBERLAIN EN SCHUSCHNIGG. Toen ik de oprichting en verdere uiteen zettingen omtrent de plannen en voorloo- pige resultaten in Uw blad las, kwam bij mij de vraag op, of die „korte", „snelle" en „krachtige" actie wel behoorlijk overdacht was. Nu is het verre van mij alle sponta niteit af te keuren, maar wel dient men er tegen te waken, ook in dergelijke geval len, een ander te kwetsen. Moeten de arme Tsjechen niet een ellen dig gevoel krijgen, als zij, die als het ware de lijken zijn, waarover de vier heeren te München gingen, nog moeten aanzien, dat een deel van het, alom om zijn vrijheids- en rechtvaardigheidszin bekende Nederland- sche Volk, één dier helden gaat huldigen? Het is verre van mij Chamberlain te la ken. Hij werkte hard en deed wat hij kon. Het resultaat is echter zoo poover, dat hul digingen als de voorgestelde er toch wel ge heel naast zijn. Mogelijk zou men ook meer in Chamberlains geest handelen door de nu ingezamelde gelden, vermeerderd met de gelden, bestemd voor het reisje naar Lon den, te zenden aan Benesj als een kleine, zeer kleine bijdrage aan de Tsjechen voor al hetgeen „zij" en niet Chamberlain voor den Europeesche vre'den offerden. Men stelle zich eens voor. dat indertijd Engeland in de Z. Vlaamsche afstandskwes tie een even slappe houding had aangeno men Dan hadden wij Z. Vlaanderen ver speeld. Mogelijk dat er dan Franschen wa ren geweest die de Engelsche ministers ge huldigd hadden voor hun grooten vredes- drang. Was dat voor ons niet onduldbaar geweest Het comité vergeet blijkbaar ook dat er te München eigenlijk niets, maar dan ook niets, door Chamberlain en Daladier bereikt is. Ontdaan van alle franje heeft alleen Hitier daar iets gewonnen. Hetgeen, waar hij anders toch zeker eenige weken voor had moeten strijden krijgt hij nu eenvou dig in denzelfden tijd in den schoot gewor pen. Wel hebben Chamberlain en Hitier nog een algemeen vredescommuniquétje uitge geven maar zij vergaten, beiden dat er nog steeds diep in het wereldgeweten verborgen een naam staat gegrift en dat deze is: SCHUSCHNIGG. Waar is hij? Kijk, als Chamberlain dezen geestelijken held die te trots was om voor een handvol nazi gespuis te gaan loopen, en die door Hitier gevangen en afgesloten van de wereld wordt gehouden nu eens mee had kunnen brengen om in vrijheid zijn geknakt leven te volbrengen, ja dan was er althans reden tot juichen, dan was er iets bereikt en dat zou Chamberlain oneindig meer geëerd heb ben dan wat nu is geschied. Heeft het huldigingscomité zich wel ge realiseerd dat eigenlijk door Berchtesgaden -Godesberg-München op aandrang van Chamberlain het Fransch-Tsjechisch ver drag tot een „vodje papier" is gemaakt a teveel aan pessimisme gaat dreigen. Ver moedelijk zal men over eenige dagen bele ven, dat het juiste evenwicht wordt gevon den: in een vastberaden afwachten van de dingen, die komen moeten. Hoe nuchterder men daar tegenover staat, hoe beter. Alleen mag men o.i. een gematigd optimisme op de been houden. De Duitschers hebben ge zien, dat hun politieke ondernemingslust op een oorlog kan uitloopen. En ze zullen ver moedelijk ook beseffen, dat de grenzen van Frankrijk's en Engeland's lankmoedigheid zoo ongeveer met de nieuwe van Tsjecho slovakije samenvallen. Bovendien is geble ken, dat Mussolini niet veel pleizier meer heeft in avonturen, die het gevaar van een wereldoorlog oproepen. Dat zijn factoren, die hoop geven, meer dan de Engelsche be zorgdheid na den roes van Vrijdag en Za terdag j.l. schijnt toe te laten op het oogen- blik. 7 zei tot zich zelf, dat hij in zijn gansche le ven nergens zoo'n mooi meisje had gezien als Laline, niemand, die zoo verrukkelijk, zoo aanbiddelijk was. Ja als hij weer te rug was, moest hij haar leeren wat liefheb ben was waarachtig liefhebben! En zij zat te peinzen. Merkwaardig, dat toch geen enkele man dien ze vroeger had ontmoet, dit „ik en weet niet wat" bezat, dat David kenmerkte zou 't magnetisme zijn? Wat was hij toch volmaakt goed ge kleed in dat grijze, Engelsche, flanellen pak en wat een mooie handen had hij. Hij zag er niets sentimenteel uit en had heusch niets „broederlijks" over zich! Toen dacht ze aan alle jonge mannen, die „dol" op haar waren en die in vergelijking met majoor Lamont, eigenlijk geen dubbeltje waard wa ren! Zou ze werkelijk ooit in staat zijn te maken, dat hij haar liefkreeg en haar wilde trouwen of zou hij steeds voortgaan met haar te spelen? Het element van onzekerheid verhoogde het genot van haar besluit om den vrijen teugel te laten aan wat ze gevoelde. Hun lunch had een vroolijk verloop. David zorgde, dat ze er wat haast achter zette, want van de veronderstelling uit gaande, dat mevrouw Greening en de ove rigen misschien den trein van twaalf uur hadden genomen, in plaats van dien van 3 uur 50, konden zij al spoedig hier zijn en op de een of andere manier hun namiddag in de war sturen en daarom was hij verlan gend om weer gauw weg te zijn. Het was een van de prachtigste dagen la von Bethmann Hollweg? Toegegeven moet worden dat het in 1914 voor Duitsch land een militaire noodzaak en nu voor Frankrijk een politieke noodzaak was. Maar voor zoo iets huldigt men iemand toch niet! A. Meijer. [Schuschnigg? Wie kan te dezen opzichte ridderlijkheid verwachten van lieden, die gedenkplaten voor 100-pet. moordenaars onthullen? Red.] BIJ U, OVER I', ZONDER U. Zonder iets af te doen aan de groote verdiensten van Minister Chamberlain als ENGELSCH staatsman, heb ik toch met zeer groot leedwezen de oproep gelezen tot deelnemen aan het huldeblijk voor de zen eersten minister van Engeland. Wat zal men zeggen als de wensch van Hitier naar koloniën bevredigd wordt door een stuk Nederlandsch bezit, Chamberlain daarmede weer de vrede redt, en België hem daarvoor bedenkt met een hulde blijk? In feite gaat hier nu niets anders gebeuren. Chamberlain heeft voor Engeland op traditioneel Engelsche manier de vred: behouden, niet door Hitier te Berchtesga den tevreden te stellen met een stuk En gelsch bezit, maar met dat van een ander land, dat op een dwaalspoor werd ge bracht en gehouden door suggesties van steun bij schending van grondgebied of soevereiniteit. Het eervolle en duurzame zullen we buiten beschouwing laten. Wil men zijn geld toch kwijt naar het buitenland, laat men dan geen water naa: de zee dragen, maar hef liever offeren voor de vluchtelingen uit het Sudetenge bied naar Tsjecho-Slovakije. Dit zou voor Nederlanders die de smaad van het „bij U, over U, zonder U" zoo goed kennen, heel wat sympathieker en vooral kiescher zijn. G. J. HUYBREGTSE, Vlissingen, 1 Oct. 1938. Bd. de Ruyter 44. Mijnheer de Hoofdredacteur. Door middel van Uw blad nam ik kennis van de voorgenomen hulde, die men Cham berlain, de redder van den Vrede in Euro pa wil brengen. Mijn eerste gedachte was ook hieraan mee te doen, doch bij nadere overweging kan ik er niet toe komen, want mijnheer de Hoofdredacteur, er zit in deze huldiging een te egoistische kant. Men gaat Chamberlain huldigen, die on getwijfeld zeer veel deed voor den vrede in Europa. Maar er is nog een andere partij, de par tij, die de groote offers moest brengen en dan denk ik aan dat prachtige volk van Tsjechoslovakije. Welke offers het brengen moest? Het gaat den economischen ondergang tegemoet. Sudetenland is het bij uitstek industrieele gebied, waaraan het agrarische centrum landbouwproducten levert. Deze macht ver liest het. De middenstand, die met dit industriege bied in verband staat, wonende in steden als Praag en Brünn verliest zijn economi sche basis en heeft den ondergang voor oogen. De geheele zware industrie van de Noordgrens en het belangrijke industriege bied bij Moravisch Ostrava aan de Zuidpunt van Silezië moet Tsjechoslovakije aan Duitschland afstaan zonder eenige scha devergoeding. Tsjechoslovakije mag volgens de re geling zijn derde en een gedeelte van zijn tweede verdedigingslinie handhaven. Deze zijn haast niets waard, daar de Duitschers met een doorbraak van Oosten rijk en Silezië uit in de richting van Brünn het Tsjechisch gebied kunnen afknijpen van de rest van het land, daardoor gaan ook alle verbindingen met andere staten door een dergelijke doorbraak verloren. Dit in het kort, de economische en politieke of fers, afgezien van de moreele offers, die dit volk nog zal moeten brengen. Mijn gedach ten gaan uit b.v. naar de Joden. Wanneer wij dus Chamberlain gaan hul digen, dan denken wij alleen aan den vrede die gered is door het optreden van Cham berlain. Maar aan de andere partij dr. Benesj be lichamend het volk van Tsjechoslovakije denken we niet. Het is begrijpelijk wij leven nu in een vredesroes. *|Het is ook prachtig, dat Chamberlain vprdt gehuldigd, omdat aan die huldiging ten grondslag ligt de vredesgedachte. van het jaar en geen wolkje aan den hemel en de lucht frisch, warm en zacht. Spoedig zat Laline w;eer in de auto en reden zij de stad uit, voorbij de helling naar 't station en verder naar den weg, die hen naar Albert zou voeren. „Alles is nu groen", zei David, „en 't zal moeilijk voor je zijn te beseffen hoe 't er in den oorlog uitzag, maar gauw komen we op plaatsen, waar je nog de armzalige ver brande boomstompen kunt zien Hij vertelde haar van gevechten en avon turen en toen zij het eerste kerkhof voorbij kwamen en al de kruisen zagen, kwam een blik van zachte teederheid in Laline's oogen. „Alles is zoo vreeselijk!" zei ze en dade lijk daarop: „Kijk! een Engelsche naam „Oxfordstreet"! Wat klinkt dat grappig!" „De Engelsche soldaten hielden er van hun lievelingsnamen aan allerlei dingen te geven. Verder op zul je „Downing Street" zien staan. Indertijd waren hier op dezen weg, voorbij Port Noyelle, talrijke bomvrije onderkomens, maar ik ben bang, dat ze nu zijn dichtgeworpen en dat we rechts van den hoofdweg moeten gaan, als we iets wil len zien." Zoo lang ze met hem was, kon 't Laline niets schelen, waarheen ze gingen. Langzamerhand kwamen zij te midden van de sporen van verwoesting en bij de stumperige, kleine schuilplaatsen, die de manschappen tusschen de stukgeschoten huizen hadden ingericht. En toen zij bij een hoop prikkeldraad en oud ijzer kwamen, riep Laline uit: Doch laten wij dan ook, vrijheidslievende Zeeuwen, een bewijs van innige deelne ming brengen aan het volk van Tsjecho slovakije, dat zoo zware offers moest bren gen voor den vrede. Als wij dit volk een bewijsvan medele ven willen geven, laten wij Zeeuwen dan een telegram zenden onderteekend door al le Zeeuwen die hiermede sympathiseeren. In dit telegram zou dan tot uiting moe ten komen onze innige deelneming met dit volk. Chamberlain wordt gehuldigd. Goed, maar dan ook een blijk van mede leven aan dr. Benesj die de offers moest brengen. Doch daar is moed voor noodig. Wie neemt het initiatief? I. C. Pluijmers. ANDER PLANNETJE. Het genomen initiatief inzake het Zeeuw- sche huldeblijk voor Neville Chamberlain heeft mijn volle sympathie, mits men aan het geld een andere bestemming wil geven. En misschien is dit nog mogelijk: de inza meling is immers nog niet afgeloopen. Dusgeen schilderij of groote Zeeuw- sche kast, die de Engelsche minister-presi dent in zijn allicht rijk gemeubileerde wo ning misschien niet zal kunnen plaatsen, zoodat het cadeau ten slotte terecht komt op een zolder. Indien men inderdaad een Zeeuwsch ge schenk wil aanbieden, laat dit dan niet kost baar zijn: men geve b.v. een fraaie foto van ons Middelburgsch stadhuis, maar men voege hieraan toe een oorkonde met hand- teekeningen: hieraan kan rijk en arm mee doen. En de rest van het geld b.v. voor de Tsjechen of voor een internationaal vredes- fonds, dat gesticht kan worden om inter nationale betrekkingen te verbeteren. Maar hierover beslisse Chamberlain: hij geve aan het geld een hem sympathieke bestemming. Stadgenooten, die zich met het boven staande kunnen vereenigen mij is geble ken, dat ik volstrekt niet de eenige ben, die er zoo over denkt worden uitgenoo- digd een naamkaartje met een korte ad- haesiebetuiging te zenden aan de redactie der Middelburgsche Courant. Ik hoop, M. d. R., dat U hiertegen geen bezwaar zult hebben. [Inderdaad wel, dit maal; zie inleiding. Red.] Een lezer van Uw blad. H. M. DE KONINGIN NAAR HET LOO Gistermiddag is H. M. de Koningin per auto van Soestdijk naar het Loo vertrok ken. De regeeringspersdienst meldt, dat de op komst ter inlijving van hen, die bestemd waren om op 4 October 1938 te worden in gelijfd, en de opkomst van hen, die als ge- Volg van verleend uitstel enz. wel zijn in gelijfd, doch op 4 October 1938-='de eerste oefening moesten aanvangen, thans op 10 October 1938 moet plaats hebben. Dit geldt ook voor hen, die bestemd waren om op 4 October 1938 op te komen voor opleiding tot reserve-officier. Op 10 October moet de opkomst geschie den, op plaats en uur, zooals voor 4 Octo ber was bepaald, ook al wordt geen nieuwe oproeping ontvangen. Degenen, die voor vrij vervoer naar de plaats van opkomst 'n vervoerbewijs noodig hebben en niet in het bezit zijn van een bewijs, geldig voor 10 October, kunnen zoodanig bewijs aanvragen ter gemeente-secretarie van hun woon plaats, bureau voor militaire zaken. Ten aanzien van de herhalingsoefeningen van de dienstplichtigen, voor wie het op komen voor deze oefeningen in verband met de buitengewone omstandigheden werd uitgesteld, is nog geen beslissing genomen. ZWITSERSCHE DIESELMOTOREN VOOR DE „ORANJE". Naar wij vernemen, zijn dezer dagen in de fabrieken van Gebr. Sulzer A.G. te Win- terthur (Zwitserland) de motoren voor het nieuwe vlaggeschip van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland", de „Oranje", die op 8 September j.l. door H.M. de Koningin werd te water gelaten, gereed gekomen en draaien deze thans in tegenwoordigheid van Nederlandsche deskundigen proef. Met de in Winterthur gebouwde machine installatie zal de „Oranje" een der groot ste en snelste motorschepen ter wereld wor den. De berekende snelheid zal minimum 21 zeemijlen per uur bedragen. De machine-installatie van de „Oranje" „Kijk! een ledikant! O, dat doet me meer dan iets anders de realiteit gevoelen van al die vreeselijkheden!" David's gezicht was ernstig. Alles wat hij zag was een herinnering voor hem. Zoo bereikten zij door verwoeste dorpen en langs aandoenlijke boomstompen, half ver borgen in het jonge, frissche groen, einde lijk Albert en zagen de ruïne van de kerk, waar de Maagd en het Kind al dien tijd hadden gestaan en tenslotte bij het voor waarts rukken waren vernield. „O! Als ik er aan denk, dat ik al dien tijd lachte en danste. Werkelijk, wij hebben het nooit begrepen. „Dat is 't", zei David, terwijl er een sluier voor zijn oogen kwam. „Dierbaar Frankrijk!" HOOFDSTUK XI. Zij stapten niet uit de auto en waren weldra weer op den hoofdweg. „Wij moeten hier met de anderen mor gen terugkomen, maar nu wil ik je naar mijn eigen hoekje brengen, want als Jack 't je ook wil laten zien, wil ik de eerste zijn." Ze keek hem schalks aan. „In alles?" „Ja in al wat goed is. De eerste voor haar, die ik liefheb en de eerste in mijn werk." „Wat ben ik benieuwd eens te vernemen, wie, wel de vrouw is, die jij liefhebt!" En als in gepeins zei hij: Het bestuur van de afd. Zeeland Ned. Ver. t. Bescherming van Dieren schrijft ons: Beter oogenblik om over den Dierendag te spreken dan nu, is wel niet denkbaar. Wij menschen hebben immers in de af- geloópen week aan den lijve gevoeld wat het beteekenen zou, om weerloos overge leverd te zijn aan een macht, die ons zou kunnen verpletteren. Wij hebben collectief ondergaan die vreeselijke beklemming van de angst. Welnu, zoo machteloos als wij men schen, ieder voor zich, staan tegenover het oorlogsmonster, zoo machteloos staat het dier tegenover ons. Zouden wij nu de dankbaarheid, dat voor ons de vrede be waard bleef, niet om kunnen zetten in een ernstige poging, millioenen dierenle vens van de ergste angst te bevrijden? Angst, die wij er in hebben gebracht. Wij die de dieren aan korte kettingen leggen, levenslang in een nauw hokje opsluiten, de staarten afhakken, kortom, de macht bezitten, om met een dier naar ons goed dunken te handelen. Welk een zee van angst en pijn door al die wreedheden, die we zoo gemakkelijk doen of voor ons la ten doen. Wat gij niet wilt dat U geschiedt, doet dat ook aan een ander niet. Dierendag 1938 komt op een moment, waarop wij de beteekenis van dit gezegde wel héél duide lijk voelen. zal bestaan uit drie zelfstandig werkende Dieselmotoren voor de voortstuwing en vijf hulpmotoren. De groote dieselmotoren zul len elk een kracht ontwikkelen van 12.500 pk bij 145 omwentelingen per minuut. De Stoomvaartmaatschappij „Nederland" be stelde voor de „Oranje" tweetakt-motoren, die in hun soort de grootste zijn, welke ooit gebouwd werden. Een groote bijzonderheid vormen de twaalf cylinders. Cylinders van een derge lijke afmeting een boring van 760 mm werden tot nu toe niet gebouwd en een spe- siale studie was noodig om tot den bouw van deze twaalf cylinder-motoren met zoo groote capaciteit te komen. Bij den bouw van de motoren zijn ver scheidene nieuwe vindingen toegepast. Een daarvan betreft het trillingsvraagstuk. Door een gewijzigde constructie van het frame, waarin de cylinders zijn geplaatst, verwacht men dat de „Oranje" geheel tril- lingsyrij zal zijn. Behalve de drie dieselmotoren van teza men 37.500 pk, bouwt de fabriek voor de „Oranje" nog vijf Sulzer-tweetact diesel motoren van elk 1800 pk bij 280 omwente lingen per minuut, die, met dynamo's ge koppeld, zorgen voor de stroom verzorging, water- en luchtpompen en andere inrichtin gen aan boord. Deze week worden de motoren gedemon teerd en tegen het einde van de maand zullen de onderdeelen van de geweldige machinerinstallatie naar Amsterdam wor den gezonden om daar in de „Oranje" op nieuw gemonteerd te worden. NACHTELIJKE LUCHTVAARTDIENST SCHIPHOL—CROYDON VICE VERSA. Bij het ingaan van den winterdienst der K.L.M., is Maandag in den vroegen ochtend de nieuwe luchtvrachtdienst der K.L.M. tus schen Londen en Amsterdam geopend. Voor dezen dienst, die- uitsluitend vracht goed en post vervoert, is speciaal ingericht het DO 2 toestel PH—AKN (de Nachte gaal), uit welker cabine de stoelen verwij derd zijn, terwijl het interieur geschikt ie gemaakt voor het vervoer van goederen. Voor de eerste maal in dezen dienst ver trok de Nachtegaal Maandagochtend te 5 uur g.n.t. van Croydon naar Schiphol, met niet minder dan 900 kg vracht en post aan boord. Daarbij was van principieele betee kenis, dat de Britsche posterijen de post aan de K.L.M. hadden toevertrouwd. Maandagavond te 11.15 vertrok de Nach tegaal voor de eerste maal in zijn nieuwe functie in omgekeerde richting van Schip hol naar Croydon, van waar het toestel in den ochtend te 5 uur start om te 7.20 op Schiphol terug te keeren. een voor Uw huid „Wil je wel gelooven, dat ik daarnaar den laatsten tijd zelf ook benieuwd ben." „Het zou iemand moeten zijn, die heel gedwee is en zonder veel geest." „O, neen; heelemaal niet! Ze zou een vast karakter moeten hebben en geen prul zijn." „Ontmoette je dikwijls van die prullen?" vroeg Laline. Daar kwam weer dat gevoel van onzekerheid! „Neen, eerlijk gezegd niet." „Ik geloof, dat je veel van de wereld hebt gezien „Waarschijnlijk wel „Dat moet heerlijk zijn „Als je veel reist, moet je wel allerlei dingen leeren. Velen van ons zijn echter zoo met zich zelf ingenomen, dat ze niets leeren van wat ze hebben gezien en thuis komen met een massa feiten, maar zonder wat de Franschen noemen „nuances" daarin te onderkennen ze hebben er; om zoo te zeggen, de beteekenis niet van ge snapt. Ik kom nooit in Europa, zonder te den ken aan de schitterende mogelijkheden, die de wereld voor Amerika biedt. En dan wensch ik er toe bij te dragen, dat wij zul len inzien, dat wij ons best moeten doen om te maken, dat andere naties ons karak ter eerbiedigen, omdat ze overtuigd zijn, dat het eerbied verdient en niet omdat we hun zeggen, dat we hun een draai om de ooren zullen geven, indien ze ons dien eerbied niet betoonen!"

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5