Hf towtrittcï&ïe H
<r
GOESCHE COURANT)
Chamberlain verdedigt zijn beleid
in het Lagerhuis.
Huldeblijk Chamberlain
ND
I (i Oct.:
iet va-
latinée.
Tot Recht Begrip.
KERK EN SCHOOL.
Scherpe critiek op de overeenkomst van
München c.a.
Duff Cooper zet uiteen,
waarom hij moest af
treden.
Chamberlain aan het
woord.
Atlee aan het woord,
d
I Vied.)
en H.
I. en A.
I In. van
en. van
I en. van
Ivan L.
„Zuid-
[roetap-
extra
-17,40,
tra 15,
1.50—11,
-21, id.
leedling
1 Oranje
Goud-
Glorie
Lanes
|1, Pre-
jronsel
Jelder-
|je 12—
[bbeling
|l00 kg.
idem
|-12, Br.
I, idem
112—18,
iComice
peperen
■igin El-
agdepe-
iat La-
tiph de
|roet en
Black
|59, per
llOO St.,
r. „Tot
louwen-
Oct.:
dwaal-
latinée.
Sept—
in de
[it. Ned.
jiool te
8-22 h.
Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt.
Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week-
abonnementeh in Middelburg en Goes 18 ct.
NUMMER 238. TWEE BLADEN. DINSDAG
4 OCT. 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARG.
MIDDELIURdSCHE COURANT
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager.
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. vBrieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct.
De belangstellende lezer zal, elders in
dit blad, enkele ingezonden stukken vin
den, waarin ten aanzien van de voorgeno-
men Zeeuwsche hulde aan den Britschen
eersten minister, Neville Chamberlain,
kritiek wordt uitgeoefend. Naar ons ge
voelen: overbodige kritiek. Maar desal
niettemin: ook al omdat het daarin ver
nomen geluid meer wordt gehoord, kritiek
die wij niet meenden te mogen onder
drukken.
Tot recht begrip van zaken is het even
wel noodzakelijk, dat wij te dezer plaatse
hieromtrent duidelijk stelling nemen.
Wij schreven: overbodige kritiek. Waar
om? Omdat al hetgeen daarin gezegd is,
en nog zoo een en ander meer, hetwelk
men er niet in aantreft, den laatsten tijd
een en andermaal, zoo te dezer plaatse als
in de Kroniek van den dag, duidelijk in
het licht gesteld werd. En van hetgeen
hier, en daar, geschreven werd, nemen
wij geen woord terug, behalve dan voor
zoover andere feitelijke omstandigheden
een ander oordeel noodzakelijk zouden
maken. Principieel beteekent deze hulde
aan den man die door zijn persoonlijken
moed en zijn gedurfd initiatief den vrede
te elfder ure zij het tot hoogen prijs,
maar kan een prijs hier gauw tè hoog
zijn? redde, geen frontverandering,
noch zelfs verandering van inzicht bij ons.
H*-
Zoo hebben wij steeds beseft, en zijn wij
er ons op dit oogenblik ook nog pijnlijk
van bewust, dat het er voorloopig allen
schijn van heeft, dat de democratische
rechtsgedachte in het Tsjechoslovaaksche
geval een ernstige nederlaag heeft gele
den. Wij betreuren dat in de hoogste ma
te; men zal ons vinden aan den kant der
genen, die alle krachten willen inspannen
om een wereldorde te scheppen, waarbij
herhaling hiervan uitgesloten zal zijn. Ook
wij hebben te doen met Tsjechoslovakije,
hetwelk, naar het zich althans voorloopig
laat aanzien, het gelag moet betalen.
Al is hier eenige nuchterheid in beoor-
deeling toch wel geboden: een invloedrij
ker blad dan het onze (nl. de Times)
heeft reeds in den aanvang dezer crisis
niet zonder steekhoudende gronden den
afstand van het Sudeten-Duitsche gebied
aan Hitiers Rijk bepleit; zeer zeker niet
alleen om Duitschland terwille te zijn of
tevreden te stellen, maar stellig ook mede,
misschien zelfs wel op de eerste plaats,
uit overweging, dat het tenslotte voor den
Tsjechoslovaakschen staat zelve wellicht
toch ook wel eens beter zoude kunnen
blijken te zijn een hecht en sterk aaneen
gesloten homogene en eensgezinde een
heid te vormen, in plaats van, gelijk tot
d'Usv; rre, binnen zijn staatkundig territoor
een aanzienlijke minderheid te herbergen,
die niet alleen wat deze belangrijke le
vensuiting, de taal, betreft, een innige ge
meenschap met Hitler-Duitschland onder
hield, en van de Tsjechische taal fel af-
keerig was, maar die bovendien nog
wat belangrijker en erger is voor een
groot deel, misschien zelfs wel een meer
derheid, een zoo geheel met de democrati
sche opvattingen strijdig politiek inzicht
was toegedaan, dat men zich in alle nuch
terheid toch werkelijk moest afvragen, of
een zoodanige democratische, federale,
kantonnale of welke staatsvorm dan ook
te bedenken ware, waarbinnen nazistische
autonomie en vrije democratie als broe
ders gelukkig en vruchtbaar werkend
zouden kunnen samenleven?
Wij voelen gerechte twijfel aan deze
mogelijkheid opkomen; temeer zoo, waar
de nazistisch georiënteerde lieden in het
Sudetenland zich natuurlijk sterk voelden,
en zelfs brutaal werden, met den onder-
of bovengrondschen steun van den groo-
ten broer aan den overkant.
Wij zouden zoo kunnen doorgaan en nog
verschillende andere aanzichten van de
kwestie DuitschlandSudetenlandTsje
choslovakije nader kunnen belichten. We
zouden de zaak eveneens van breeder in
ternational standpunt kunnen bekijken.
Ook daarover slechts een enkele opmer
king.
Wij waren, en zijn nog, voorstanders
van de collectieve veiligheid. Niet van een
groepvorming om anderen dwars te zitten,
maar van collectief optreden tegen den
overtreder van de wetten van het volken
recht. Of Duitschland, Engeland, Italië,
frankrijk, Tsjechoslovakije, België, Lit-
"V™ of Finland de naam dezes eventu-
daarhii°\frtre<iers zou zbn' boezemt ons
er vnn S!ln.belan« in- w'j waren en zijn
Pr vnnxxx. yy xj watCU dl Z1III
staten te/^rem dat &Ue ^civiliseerde
moest zelfs gezamenlijk, als het
brengen. Val wouden kunnen
Wij zijn, onder beuanlflo
bereid onze sanctie te™, V00rw®frden-
gewapend optreden tegen /an collectief
van het volkenrecht. Wanneer ascbender
landsche weermacht aan een waarw,edtT
- "larujk al
gemeen internationaal optreden tegen
staat, die, bijvoorbeeld naar uitspraak va"
een internationaal gerechtshof, de inte?
nationale rechtsorde geschonden heeft",
actief zou deelnemen, dan zou dat name
lijk niet zjjn, (zooals sommige lieden het
voorstellen), om de belangen van een aan
gevallen staatje in eenig werelddeel met
Nederlandsch bloed te verdedigen, maar
dan zou dat zijn ter verdediging van die
internationale rechtsorde, bij welker on
besmet en ongeschonden voortbestaan ook
de Nederlandsche staat het hoogste belang
heeft.
Om concreet te worden: een waarlijk
doortastend, mits waarlijk internationaal
optreden tegen Italië, toen het op perfide
wijze het Abessijnsche volk aanviel en
neersloeg, zouden wij van ganscher harte
toegejuicht hebben. Als alle staten van
den Volkenbond zouden hebben meege
daan met den oprechten wil dien ?chen.
der van het volkenrecht een afstraffing te
geven, die hem zou heugen en hem, roet
iederen anderen kwaads in den zin heb
benden roover-in-spe zou beletten ooit
weer op onwettige verovering uit te trek
ken, dan zouden, naar ons gevoelen, ook
Nederlands leger en Nederlands vloot
daaraan hebben mogen en moeten mede
werken. Niet voor de Abessijnen, maar om
de Italianen te leeren en met hen iede
ren anderen geciviliseerden staat dal
voortaan ook in het leven der volkeren
Recht boven Macht gaat. Dusdoende ook
Nederlands toekomstige blijvende zelfstan
digheid en onafhankelijkheid verstevigen
de en verdedigende.
:N
Maar helaas: de wereld is ook hiervoor
nog lang niet rijp! De heele collectieve
veiligheidsgedachte, misschien ook een
beetje mede tengevolge van het feit,
dat vele landen, ook Engeland, schrome
lijk ten achter waren geraakt in hun be
wapening, is met het Italiaansch-Abessijn-
sche geval, ineengezakt als een luchtbal
lon, waarin men een gaatje prikt.
Dat is beroerd.
Dat had niet zoo moeten zijn.
Maar het is een feit, waarmede men
rekening moet houden.
Nederland, en de overige Oslostaten met
ons land, hebben werkelijkheidsbesef ge
toond door de eenig mogelijke gevolgtrek
king uit dezen veranderden feitel.'jken
toestand te trekken. Zij hebben gezegd: de
collectieve veiligheid, zoo zij al ooit be
staan heeft, bestaat thans in elk geval de
facto zeer zeker niet meer. Dan komt
echter de eigen veiligheid voor ons weer
op de eerste plaats. En zij hebben en
dat is toch zeker in het algemeen gespro
ken een vooruitgang bij vroeger - inge
zien dat deze eigen veiligheid niet ge
grondvest moest zijn op allianties, hot en
her, al naar de wind woei en het voordeel
scheen te liggen, maar dat, bij het verval
len van de collectieve veiligheid, de naast-
betere stelling van de zelfstandige neutra
liteit ingenomen behoorde te worden.
In het hier gezegde ligt ook de reden
waarom wij ons niet hebben kunnen aan
sluiten bij den gedachtengang dergenen,
die gewild hadden, dat de Oslostaten
immers zelf allen goed democratisch
zich in het thans achter ons liggende Eu-
ropeesche conflict principieel, desnoods
met gewapend optreden mede, aan de-
zijde der groote democratiën, Frankrijk
en Engeland, hadden geschaard.
Met waarlijk collectieve veiligheid doen
we mee, bereid ook de uiterste consequen
tie, het dwingend wapengeweld, te aan
vaarden. Maar in een conflict tusschen
staten als het onderhavige geval geven
wij aan onze neutraliteit de voorkeur.
Tenslotte is en blijft het hemd nader dan
de rok.
sfc
Wij zijn derhalve allerminst blind voor
de kwalijke zaken, die wij de laatste' we
ken in Europa te zien gekregen hebben.
Onze afkeer van de gebezigde methode is
er niet minder op geworden. Integendeel.'
Meer dan ooit beseffen wij de schrikkelij
ke gevaren die ons democratisch staatsbe
stel, ja heel de democratie bedreigen,
wanneer fascistische eenmansmethoden,
als thans gevolgd, ook verder in de Euro-
peesche politiek in zwang zouden raken.
Maarwat heeft dit alles te maken
met de hulde die aan Chamberlain ge
bracht wordt? Naar onze overtuiging:
niets!
Wij herinneren ons nog maar al te le
vendig de dagen van 1914; hoe alom in
Europa de monster-legermassa's gemobili
seerd werden en hoe al heel spoedig deze
monsters hun zoogenaamde regeerders de
baas werden. Datzelfde lot hing. een week
geleden, het Europa van 1938 weer som
ber dreigend boven het hoofd. En nu zijn
wij van meening, dat, als Chamberlain
niet den voor een Britschen eersten minis
ter grooten moed had gehad alle traditie
van het aan traditie toch zoozeer gehech
te Britsche koninkrijk te verbreken en
persoonlijke gevoeligheid op zij te zetten,
als Chamberlain niet, volkomen bewust
van wat hem dreigde, nl. het harde ver
wijt, een lafaard te zijn, bij voorbaat had
durven aanvaarden, dan was het oorlog
geworden. Dan was andermaal het mon
ster uit den band geloopen, en dan was
op dit oogenblik in Europa hoogstwaar
schijnlijk, misschien zelfs ook wel in Ne
derland, een menschenslachting aan den
gang, waarvan de sehrikkeliike gevolgen
elke verbeelding tarten. Waarschijnlijk
zou dan het einde een communistische
opstand in Duitschland worden; dan zou
„dank" zjj het dolle optreden van Hitler-
Duitschland o ironie! de grens van
bolsjewiekenland naar Nederlands Oost
grens verlegd worden.
Maar voordien zouden vele, vele hon
derdduizenden mannen den dood op het?
slagveld gevonden hebben
Dit nu heeft Chamberlain, naar ons ge
voelen, door zijn optreden voorkomen. Die
gruwelijke dreiging heeft hij door zijn
moedig en persoonlijk initiatief van Euro
pa afgewend. En daarvoor is Europa hem
dankbaar. Aan deze gevoelens, en daar
aan alleen, is ook de beweging voor het
Zeeuwsche huldeblijk ontsproten.
-Maar ach, hoe snel vergeet de mensch!
is die vreeseljjk dreigende on-
J^olk voorbij getrokken of men is
r vergeten, dat er kans op onweer
kritiekF'n hoe gemakkelijk is dan de
Op de voordracht voor onderwijzer
aan de Openbare school te Sint Filipsland
komt voor als no. 2 de heer C J Zegers te
K a p e 11 e. Voor deze vacature waren 79
sollicitanten.
Ned. Herv. Kerk.
Ds. O. G. Bunjes te Sirjansland is beroe
pen te Borsele.
Ds. G. Westmijse te Rotterdam heeft
bedankt voor het beroep naar Deventer.
Gistermiddag is het Engelsche Lagerhuis
bijeengekomen voor een bespreking van de
buitenlandsche politiek welke minister
Chamberlain de laatste weken heeft toege
past met als resultaat de overeenkomst van
München.
Het eerst kreeg Duff Cooper, die zich
met deze politiek niet kon vereenigen en
daarom aftrad, als. minister van marine,
het woord.
Deze zeide dat hij op de laatste kabinets
vergadering die hij had bijgewoond reeds
een gevoel van verlatenheid en alleen zijn
gekregen had en ofschoon het voornemen
om zijn ontslag te nemen daardoor eerder
versterkt was, had hij besloten te wachten
tot het resultaat van München bekend zou
zijn om niet aan de wereld het beeld te ge
ven van verdeeldheid in den schoot der re
geering op het oogenblik, dat de premier
naar München zou trekken. Spreker was
hoe langer hoe meer overtuigd geworden,
dat de buitenlandsche politiek der regee
ring een verkeerde richting had ingeslagen.
Wij gleden meer en meer af naar een oor
log met Duitschland, maar in plaats van
toen kracht te toonen had de regeering on
der de hand aan de Duitschers laten weten
dat zij den vrede tot iederen prijs zocht
en haar maatregelen tegen de agressieve
politiek van dat land niet ernstig bedoeld
waren. Eerst toen de publieke opinie in
Engeland begon om te slaan en men zich
in alle ernst met de vraag van een oorlog
ging bezig houden en als gevolg daarvan de
Engelsche vloot gemobiliseerd werd, toen
zag Hitler in dat hij den boog niet tot het
alleruiterste kon spannen. Een krachtige
houding van de Britsche regeering zou
hem nooit zoo ver hebben laten komen.
Het was niet de vraag of wij bereid wa
ren voor Tsjechoslovakije te vechten zooals
de premier het uitdrukte, maar het was de
eeuwige vraag die in afgeloopen eeuwen
steeds de Engelsche politiek heeft be-
heerscht, of ongestraft zou worden toege
laten dat een man, met verbreking van be
loften en schending van verdragen door
bruut geweld of de dreiging daarmee de
wereld zijn wil op te leggen.
Alles wat de Britsche regeering in ruil
heeft gekregen voor haar bereidwilligheid
om den vrede te helpen bewaren was eerst
een ultimatum te Berchtesgaden gevolgd
door een nog zwaarder ultimatum te Go-
desberg in termen die slechts een wreedaar
dig vijand een volkomen vernietigden te
genstander zou opleggen. De eischen van
dat zoogenaamde memorandum bleven in
mijn keel steken en ik kon het schouwspel
niet langer aanzien dat de man die al op
den grond lag nog van alle zijden geschopt
en belasterd werd.
Duff Cooper erkende de groote verdien
sten van den premier voor het behoud van
den vrede, hij erkende zijn doortastendheid
en volhouden voor een schier hopeloos
schijnende zaak, maar desondanks lag het
niet op den weg van een Britschen eersten
minister om een verklaring te teekenen
zooals te München, waarin noch zijn ambt-
genooten noch het volk, door middel van
het parlement, gekend waren. Dit was niet
de weg waarop de zaken van het Britsche
gemeenebest moesten behartigd worden. De
vrede is voor het oogenblik bewaard en
niemand die daarvoor niet dankbaar zal
zijn maar de eenige waarborg dien de re
geering gekregen heeft is het woord van
Hitier dat hij na de verkrijging van het Su
detenland geen aspiraties in Europa meer
heeft. De premier wenscht dat woord te
aanvaarden, spreker hoopte van harte dat
Chamberlain gelijk zal krijgen, maar hij
was er niet zoo gerust op en daarom was
er slechts een mogelijkheid voor hem n.l.
aftreden. Spreker had de eerste gelegen
heid aangegrepen om aan zijn besluit ge
volg te geven en in het Huis een verkla
ring van zijn gedrag af te leggen. De per
soonlijke hoogachting voor Chamberlain of
eenig ander lid der regeering stond hier
natuurlijk volkomen buiten.
De rede van den ex-minister werd op de
oppositiebanken luide toegejuicht maar bij
de conservatieven waren er slechts enkelen
die mede applaudiseerden.
Vervolgens betrad minister-president
Chamberlain onder gejubel van de conser
vatieven en van het publiek op de tribune
het spreekgestoelte. Zij die verwacht had
den dat zij een triomfantelijke rede en een
herhaling van de dramatische tafereelen
van den vorigen Woensdag te zien zouden
krijgen zijn bedrogen uitgekomen. Cham
berlain was thans niet meer alleen en uit
sluitend de man, die den vrede heeft gered
en als zoodanig door alle partijen om het
hardst wordt geprezen, maar een staats
man, die zich met man en macht tegen de
critiek van zijn tegenstanders moest verde
digen.
Zooals men weet, heeft de onvermengde
vreugde over het behoud van den vrede
van vorigen Vrijdag plaats gemaakt voor
critische beschouwingen over het werk van
München. Het was tegen deze critiek, die
zoo scherp tot uiting gekomen is in het af
treden van Duff Cooper, dat de premier zijn
optreden moest verdedigen.
Weliswaar verklaarde hij aan het begin
van zpn rede, dat hij niet zou trachten Duff
Cooper's motiveering van zijn aftreden
thans reeds te beantwoorden, het zou beter
zijn daarmee te wachten, totdat ook de an
dere critici een gelegenheid gehad hadden
hun bezwaren kenbaar te maken.
Ondanks deze weigering in Duff Coo
per's critiek te treden, droeg de rede van
den premier een duidelijk defensief karak
ter.
Chamberlain begon met het viermogend-
hedenplan te rechtvaardigen, door een ver
gelijking van dit plan met het memoran
dum van Godesberg.
Punt voor punt trachtte hij aan te too
nen, dat Hitier door zijn aanvaarding van
het plan een aantal belangrijke concessies
had gedaan. In het Godesbergsche memo
randum had Hitier onmiddellijke bezetting
van alle Sudetengebieden geëischt. Te Mün
chen heeft hij echter genoegen genomen
met een geleidelijke bezetting, die eerst op
10 October voltooid zal zijn. De nieuwe
grenzen tot waaraan de Duitsche troepen
zullen optrekken moesten volgens het Go
desbergsche memorandum door Duitsch
land zelf worden vastgesteld. In het nieuwe
plan is de definitieve grensbepaling aan de
internationale commissie overgelaten. De
gebieden, waarin een plebisciet gehouden
zou worden, moesten volgens het memo
randum van Godesberg door een Duitsch-
Tsjechische commissie worden vastgesteld.
In het nieuwe plan zal de internationale
commissie hierover beslissen. De internati
onale bezetting van de plebiscietgebieden
vormde geen deel van de eischen van Go
desberg. In dit memorandum werd voorts
niet gesproken over een internationale ga
rantie, uitwisselng van bevolkingsgroepen
en verschillende andere punten uit het En-
gelsch-Fransche plan, die nu ook in de
nieuwe overeenkomst zijn belichaamd.
Alles bij elkaar was er derhalve reden te
zeggen, dat het nieuwe plan veel beter
voorwaarden voor de Tsjechen inhoudt dan
het memorandum van Godesberg en dat
Frankrijk en Engeland er in zijn geslaagd
Hitier tot schrapping van een aantal
eischen over te halen.
Tusschen haakjes mag hierbij nog even
worden opgemerkt, dat de premier bij zijn
verdediging van het protocool van Mün
chen er herhaaldelijk op heeft aangedron
gen in te zien, dat de instelling van de in
ternationale commissie een groote vooruit
gang op 't Godesbergsche memorandum be
teekent. Men zal er echter goed aan doen
niet te vergeten, dat de instelling van deze
commissie op zichzelf nog geenerlei oplos
sing biedt voor de vele moelijke punten, die
aan haar zijn overgelaten. Dat wordt ook
in officieele kringen te Londen volmondig
toegegeven. Men geeft er zich daar goed
rekenschap van dat de commissie, die im
mers bestaat uit vertegenwoordigers van de
vier mogendheden plus Tsjechoslovakije en
die haar werk moet doen onder de schaduw
van verschillende nationale mobilisaties,
nog harde en gevaarlijke noten te kraken
zal krijgen.
Na de gedetailleerde verdediging van het
plan, waarbij de oppositie het den premier
met herhaaldelijke stormachtige interrup
ties vaak zeer lastig maakte, kwam de aan
kondiging, dat de Engelsche regeering, in
afwachting van de internationale steunver-
leening aan de Tsjechoslovaaksche regee
ring, de Bank van Engeland opdracht heeft
gegeven onmiddellijk een crediet van tien
millioen pond ter beschikking te stellen.
Het was een van de weinige punten uit
Chamberlain's rede, die ook door de opposi
tie gunstig werden ontvangen.
De premier besloot daarop zijn rede met
enkele woorden over de wijdere conse
quenties van de viermogendhedenconferen-
tie. Hij hoopte, dat nu het Tsjechische ob
stakel voor een Europeesche verzoening uit
den weg was geruimd, verdere stappen
naar eenalgemeene regeling mogelijk zou
den worden. Hij hoopte, dat de „nooit meer
oorlog-verklaring", die hjj tezamen met Hit-
Ier had onderteekend, meer dan de uitdruk
king van een vromen wensch zou blijken
te zijn, maar waarschuwde tegelijk tegen de
opvatting, dat deze verklaring een funda-
menteele wijziging van de Engelsche poli
tiek beteekent. Men moet er niet meer in
lezen dan er in staat. Tevens zal men niet
moeten meenen, dat de vier mogendheden-
overeenkomst een verlaging van de Engel
sche herwapening tengevolge zal hebben.
Het experiment van de eenzijdige ontwape
ning zal niet worden herhaald.
Chamberlain meende echter nieuwe
mogelijkheden voor een internationale
bewapeningsbeperking te zien en aan
de verwezenlijking van dat doel zal hij
de hem nog overblijvende jaren wijden
Luide toejuichingen van de regeerings-
banken begroetten het einde van Chamber
lain's rede. Uit het applaus kon men opma
ken, dat veel meer dan 2/3 van het Huis de
politiek van Chamberlain goedkeurt.
Nadat Chamberlain zijn verklaring be
eindigd had, nam de leider van de Arbei
dersfractie Attlee het woord. Deze zeide
dat, terwijl allen zich erdoor opgelucht
voelden, dat er geen oorlog is gekomen, de
Arbeiderspartij zich hierover niet onbezorgd
kon verheugen. „Dit is niet een overwinning
geweest voor de rede en de menschheid, het
is een overwinning geweest van het brute
geweld", aldus Attlee. De gebeurtenissen
der laatste paar dagen vormen een der
grootste diplomatieke nederlagen, die dit
land en Frankrijk ooit te boeken hebben ge
had en het lijdt geen twijfel, dat het een
enorme zege is voor Hitier".
Attle vervolgde, dat terwijl ieder erkende
dat de minister-president zich groote in
spanning had getroost, en dat hij de man
Verdere ingekomen giften: Dames de M.
2.50; L. H. 2.50; mevr. C. J. M. L.—de
Z. 1; mr. dr. A. J. J. M. M. te H. 2.50;
C. J. R. te K. 2.50; No. 1643 3.50; W.
J. L. en F. V. de G. te H. 10; L. R. te M.
1; C. A. M. v. V.—v. S. C. te D. 1; D.
A. R. 0.50; leerlingen Rijksleerschool
7.67; J. W. A. 1; J. A. T. Sz. 1; H. W.
N. 1; C. N. 1; mr. W. F. E. baron v. d.
F. 2.50, allen te M.; A. W. v. d. H. te G.
0.50; dr. A. S. 5; W. F. W. 0.65; J. L.
v. d. H. 5; G. W. G. ƒ2.50, allen te M.; J.
C. P. J. V. te K. 1; Hoogste klassen school
J 4.37%G. J. S. 5; mevr. C. M. v. P.—
de B. 2.50; M. F. A. 1; Onleesbaar 1;
mevr. F. te M. 2.50; C. de N. 1; mej. M.
J. M. 1; dames De V. 0.75; B. v. d. W.
1; J. L. B. 2.50; J. J. M. 1, allen te
M.; mr. P. L. te K. 1; H. J. 2.50; N. N.
0.50; N. N. 0.25; J. Z. 0.50; E. v. d. Z.
0.50; N. N. 0.50; N. N. 0.25; A. B. 0.50;
N. N. 0.50; N. N. 0.25; N. N. ƒ0.25; J. J.
v. d. S. 0.25; N. N. 0.25; H. Th. D. 1.50;
ir. J. V. 1, allen te G.; C. W. v. M. te T. 1;
mr. F. G. M. te T. 1; Iers. Crt. te Ierseke
2.50; X. te O. 1; J. D. te W. 1; L.
W. de W. te M. 1; mevr. wed. C. A. S.
M. te B. 5; J. J. v. D. te K. 5; mej. C.
F. S. te D. 1.50; M. W.v. A. te K. 2.50;
J. J. v. G. te R. 1; C. K. te W. 0.50; W.
Z. v. T. te O. 5; G. J. v. T. te O. 5; mr.
J. H. F. B. te M. 2.50; dames B. F. te
Z. 5; mevr. B. te H. 1; J. M. te G. 1;
J. O. te I. 1; G. C. te D. 1; mej. mr. H.
C. M. G. te D. 2.50; dr. J. M. P. te G. 5;
F. de S. te M. 5; jhr. G. C. o. t. N. te M.
5; L. P. M. te C. 2.50; J. M. M. te M.
1; Bew. glen, fair te D. 3.50; Chr. G.
1; H. D. 0.25; Chr. v. H. 0.50; F. M. G.
0.25; P. v. W.' 0.20; J. C. 0.20, allen te
W.; C. de S. te S. 1; J. A. B. te S. 1;
M. C. de K. te I. 1; C. M. B. te W. 2.50;
v. R .te I. 1; J. V. te O. 1; mevr. v. B.—
N. 1; wed. F. 1; A. J. H. 1; fam. wed.
W. E.t f 1; fam. F. J. T. 1; M. H. en N.
M. 1; A. C. de K. 1, allen te G.; H. M.
de M. te M. 0.25.
Totaal aan giften ingekomen 1009.89
Bij de Vliss. Crt. ingekomen 114.02
Totaal 1123.91
was, die den vrede had gered, hij ook de
man was, die hen in gevaar had gebracht.
Het waren de TsjecïTen, die den vrede in
Europa hadden bewaard.
Zij hadden prachtige zelföeheersching ge
toond en de meeste menschen in Engeland
geloofden, dat de Tsjechen op beschamende
wijze verraden zijn. Hun eminente presi
dent Benesj was een groot patriot, een
groot Europeaan. Hij was door de Duitsche
leiders op smadelijke wijze belasterd doch
had zich nimmer verwaardigd om te ant
woorden.
„Zjjn geheele gedrag heeft het verschil
laten zien tusschen een beschaafd man en
een gangster".
Nadat Attlee verklaard had, een leening
aan Tsjechoslovakije niet voldoende te ach
ten, zeide hij, dat de oorzaak van deze
agressie niet het bestaan van de minderhe
den in Tsjechoslovakije was Of hierin ge
zocht diende, te worden, dat de positie der
Sudeten-Duitschers onduldbaar geworden
was. „De oorzaak was, dat Hitier besloten
had, dat de tijd rijp was voor een nieuwen
stap voorwaarts in de verwezenlijking van
zijn plannen tot overheerschïng van
Europa".
„Europa, aldus Attlee, leeft thans onder
voortdurende dreiging van wapengeweld,
en daarom kunnen vele menschen zich op
liet oogenblik niet gelukkig voelen. Zij voe
len, dat geweld en het kwade een ontzag
lijke overwinning hebben behaald".
Spr. betoogde verder, dat men getuige is
van het verval van de wereld. In de eerste
plaats was er de nalatigheid in het behan
delen van de uit de vredesverdragen voort
vloeiende politieke en economische kwesties
en daarna kwam de nalatigheid in het te
gengaan van het geweld en het beperken
van agressie. De positie van de Sovjet-Unie
was steeds duidelijk geweest, doch zij is
nooit geraadpleegt. Bij de Fransche regee
ring heeft men groote weifeling kunnen
zien. Indien men Tsjechoslovakije niet wilde
steunen, had men het dit land moeten zeg
gen.
Attlee wenschte te weten, welke bescher
ming er zal komen voor de minderheden
wat de aard en de waarde van de Britsche
garantie voor Tsjechoslovakije is en waar
toe Chamberlain Engeland heeft gebonden.
Sedert Eden was afgetreden, was Chamber
lain zjjn eigen minister van buitenlandsche
zaken geweest. Dit was gevaarlijk, want
men zou zoo den indruk kunnen krijgen,
dat Engeland evenals Duitschland en Italië
slechts bij monde van een enkeling spreekt.
Attlee verklaarde, dat Chamberlain de
dupe is geworden van de dictators. Alles
wat men thans in de plaats van bondge
nootschappen en collectieve veiligheid had,
was een belofte van Mussolini en een be
lofte van Hitier. Wat zou de premier zeg
gen, als Hitier thans om koloniën vraagt?
Veronderstel, dat hij alleen maar vraagt om
den Belgischen Congo of Nederlandsch Su
matra, hoe zou men daar dan tegenover
staan? Een vier-mogendhedenpact is beslist
gevaarlijk, omdat Engeland de ten achter
gestelde partij zou zijn in een pact tegen de
vrijheid, en het Britsche volk zou deze niet
hebben.
De premier aldus Attlee, is overtuigd van
den goeden trouw van Mussolini en Hitier.
Laat deze dan blijken door het opgeven van
plannen tot agressie en het deelnemen aan
een conferentie tot het opbouwen van een
nieuwen Volkenbond. Het werkelijke vraag
stuk, zoo besloot Attlee, is, wat kunnen wij
doen voor de toekomst van de menschheid?