Hf towtrittcï&ïe H <r GOESCHE COURANT) Chamberlain verdedigt zijn beleid in het Lagerhuis. Huldeblijk Chamberlain ND I (i Oct.: iet va- latinée. Tot Recht Begrip. KERK EN SCHOOL. Scherpe critiek op de overeenkomst van München c.a. Duff Cooper zet uiteen, waarom hij moest af treden. Chamberlain aan het woord. Atlee aan het woord, d I Vied.) en H. I. en A. I In. van en. van I en. van Ivan L. „Zuid- [roetap- extra -17,40, tra 15, 1.50—11, -21, id. leedling 1 Oranje Goud- Glorie Lanes |1, Pre- jronsel Jelder- |je 12— [bbeling |l00 kg. idem |-12, Br. I, idem 112—18, iComice peperen ■igin El- agdepe- iat La- tiph de |roet en Black |59, per llOO St., r. „Tot louwen- Oct.: dwaal- latinée. Sept— in de [it. Ned. jiool te 8-22 h. Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt. Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28, Telefoon Redactie 269, Administratie 139; te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week- abonnementeh in Middelburg en Goes 18 ct. NUMMER 238. TWEE BLADEN. DINSDAG 4 OCT. 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARG. MIDDELIURdSCHE COURANT Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager. Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. vBrieven, of adres bureau v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct. De belangstellende lezer zal, elders in dit blad, enkele ingezonden stukken vin den, waarin ten aanzien van de voorgeno- men Zeeuwsche hulde aan den Britschen eersten minister, Neville Chamberlain, kritiek wordt uitgeoefend. Naar ons ge voelen: overbodige kritiek. Maar desal niettemin: ook al omdat het daarin ver nomen geluid meer wordt gehoord, kritiek die wij niet meenden te mogen onder drukken. Tot recht begrip van zaken is het even wel noodzakelijk, dat wij te dezer plaatse hieromtrent duidelijk stelling nemen. Wij schreven: overbodige kritiek. Waar om? Omdat al hetgeen daarin gezegd is, en nog zoo een en ander meer, hetwelk men er niet in aantreft, den laatsten tijd een en andermaal, zoo te dezer plaatse als in de Kroniek van den dag, duidelijk in het licht gesteld werd. En van hetgeen hier, en daar, geschreven werd, nemen wij geen woord terug, behalve dan voor zoover andere feitelijke omstandigheden een ander oordeel noodzakelijk zouden maken. Principieel beteekent deze hulde aan den man die door zijn persoonlijken moed en zijn gedurfd initiatief den vrede te elfder ure zij het tot hoogen prijs, maar kan een prijs hier gauw tè hoog zijn? redde, geen frontverandering, noch zelfs verandering van inzicht bij ons. H*- Zoo hebben wij steeds beseft, en zijn wij er ons op dit oogenblik ook nog pijnlijk van bewust, dat het er voorloopig allen schijn van heeft, dat de democratische rechtsgedachte in het Tsjechoslovaaksche geval een ernstige nederlaag heeft gele den. Wij betreuren dat in de hoogste ma te; men zal ons vinden aan den kant der genen, die alle krachten willen inspannen om een wereldorde te scheppen, waarbij herhaling hiervan uitgesloten zal zijn. Ook wij hebben te doen met Tsjechoslovakije, hetwelk, naar het zich althans voorloopig laat aanzien, het gelag moet betalen. Al is hier eenige nuchterheid in beoor- deeling toch wel geboden: een invloedrij ker blad dan het onze (nl. de Times) heeft reeds in den aanvang dezer crisis niet zonder steekhoudende gronden den afstand van het Sudeten-Duitsche gebied aan Hitiers Rijk bepleit; zeer zeker niet alleen om Duitschland terwille te zijn of tevreden te stellen, maar stellig ook mede, misschien zelfs wel op de eerste plaats, uit overweging, dat het tenslotte voor den Tsjechoslovaakschen staat zelve wellicht toch ook wel eens beter zoude kunnen blijken te zijn een hecht en sterk aaneen gesloten homogene en eensgezinde een heid te vormen, in plaats van, gelijk tot d'Usv; rre, binnen zijn staatkundig territoor een aanzienlijke minderheid te herbergen, die niet alleen wat deze belangrijke le vensuiting, de taal, betreft, een innige ge meenschap met Hitler-Duitschland onder hield, en van de Tsjechische taal fel af- keerig was, maar die bovendien nog wat belangrijker en erger is voor een groot deel, misschien zelfs wel een meer derheid, een zoo geheel met de democrati sche opvattingen strijdig politiek inzicht was toegedaan, dat men zich in alle nuch terheid toch werkelijk moest afvragen, of een zoodanige democratische, federale, kantonnale of welke staatsvorm dan ook te bedenken ware, waarbinnen nazistische autonomie en vrije democratie als broe ders gelukkig en vruchtbaar werkend zouden kunnen samenleven? Wij voelen gerechte twijfel aan deze mogelijkheid opkomen; temeer zoo, waar de nazistisch georiënteerde lieden in het Sudetenland zich natuurlijk sterk voelden, en zelfs brutaal werden, met den onder- of bovengrondschen steun van den groo- ten broer aan den overkant. Wij zouden zoo kunnen doorgaan en nog verschillende andere aanzichten van de kwestie DuitschlandSudetenlandTsje choslovakije nader kunnen belichten. We zouden de zaak eveneens van breeder in ternational standpunt kunnen bekijken. Ook daarover slechts een enkele opmer king. Wij waren, en zijn nog, voorstanders van de collectieve veiligheid. Niet van een groepvorming om anderen dwars te zitten, maar van collectief optreden tegen den overtreder van de wetten van het volken recht. Of Duitschland, Engeland, Italië, frankrijk, Tsjechoslovakije, België, Lit- "V™ of Finland de naam dezes eventu- daarhii°\frtre<iers zou zbn' boezemt ons er vnn S!ln.belan« in- w'j waren en zijn Pr vnnxxx. yy xj watCU dl Z1III staten te/^rem dat &Ue ^civiliseerde moest zelfs gezamenlijk, als het brengen. Val wouden kunnen Wij zijn, onder beuanlflo bereid onze sanctie te™, V00rw®frden- gewapend optreden tegen /an collectief van het volkenrecht. Wanneer ascbender landsche weermacht aan een waarw,edtT - "larujk al gemeen internationaal optreden tegen staat, die, bijvoorbeeld naar uitspraak va" een internationaal gerechtshof, de inte? nationale rechtsorde geschonden heeft", actief zou deelnemen, dan zou dat name lijk niet zjjn, (zooals sommige lieden het voorstellen), om de belangen van een aan gevallen staatje in eenig werelddeel met Nederlandsch bloed te verdedigen, maar dan zou dat zijn ter verdediging van die internationale rechtsorde, bij welker on besmet en ongeschonden voortbestaan ook de Nederlandsche staat het hoogste belang heeft. Om concreet te worden: een waarlijk doortastend, mits waarlijk internationaal optreden tegen Italië, toen het op perfide wijze het Abessijnsche volk aanviel en neersloeg, zouden wij van ganscher harte toegejuicht hebben. Als alle staten van den Volkenbond zouden hebben meege daan met den oprechten wil dien ?chen. der van het volkenrecht een afstraffing te geven, die hem zou heugen en hem, roet iederen anderen kwaads in den zin heb benden roover-in-spe zou beletten ooit weer op onwettige verovering uit te trek ken, dan zouden, naar ons gevoelen, ook Nederlands leger en Nederlands vloot daaraan hebben mogen en moeten mede werken. Niet voor de Abessijnen, maar om de Italianen te leeren en met hen iede ren anderen geciviliseerden staat dal voortaan ook in het leven der volkeren Recht boven Macht gaat. Dusdoende ook Nederlands toekomstige blijvende zelfstan digheid en onafhankelijkheid verstevigen de en verdedigende. :N Maar helaas: de wereld is ook hiervoor nog lang niet rijp! De heele collectieve veiligheidsgedachte, misschien ook een beetje mede tengevolge van het feit, dat vele landen, ook Engeland, schrome lijk ten achter waren geraakt in hun be wapening, is met het Italiaansch-Abessijn- sche geval, ineengezakt als een luchtbal lon, waarin men een gaatje prikt. Dat is beroerd. Dat had niet zoo moeten zijn. Maar het is een feit, waarmede men rekening moet houden. Nederland, en de overige Oslostaten met ons land, hebben werkelijkheidsbesef ge toond door de eenig mogelijke gevolgtrek king uit dezen veranderden feitel.'jken toestand te trekken. Zij hebben gezegd: de collectieve veiligheid, zoo zij al ooit be staan heeft, bestaat thans in elk geval de facto zeer zeker niet meer. Dan komt echter de eigen veiligheid voor ons weer op de eerste plaats. En zij hebben en dat is toch zeker in het algemeen gespro ken een vooruitgang bij vroeger - inge zien dat deze eigen veiligheid niet ge grondvest moest zijn op allianties, hot en her, al naar de wind woei en het voordeel scheen te liggen, maar dat, bij het verval len van de collectieve veiligheid, de naast- betere stelling van de zelfstandige neutra liteit ingenomen behoorde te worden. In het hier gezegde ligt ook de reden waarom wij ons niet hebben kunnen aan sluiten bij den gedachtengang dergenen, die gewild hadden, dat de Oslostaten immers zelf allen goed democratisch zich in het thans achter ons liggende Eu- ropeesche conflict principieel, desnoods met gewapend optreden mede, aan de- zijde der groote democratiën, Frankrijk en Engeland, hadden geschaard. Met waarlijk collectieve veiligheid doen we mee, bereid ook de uiterste consequen tie, het dwingend wapengeweld, te aan vaarden. Maar in een conflict tusschen staten als het onderhavige geval geven wij aan onze neutraliteit de voorkeur. Tenslotte is en blijft het hemd nader dan de rok. sfc Wij zijn derhalve allerminst blind voor de kwalijke zaken, die wij de laatste' we ken in Europa te zien gekregen hebben. Onze afkeer van de gebezigde methode is er niet minder op geworden. Integendeel.' Meer dan ooit beseffen wij de schrikkelij ke gevaren die ons democratisch staatsbe stel, ja heel de democratie bedreigen, wanneer fascistische eenmansmethoden, als thans gevolgd, ook verder in de Euro- peesche politiek in zwang zouden raken. Maarwat heeft dit alles te maken met de hulde die aan Chamberlain ge bracht wordt? Naar onze overtuiging: niets! Wij herinneren ons nog maar al te le vendig de dagen van 1914; hoe alom in Europa de monster-legermassa's gemobili seerd werden en hoe al heel spoedig deze monsters hun zoogenaamde regeerders de baas werden. Datzelfde lot hing. een week geleden, het Europa van 1938 weer som ber dreigend boven het hoofd. En nu zijn wij van meening, dat, als Chamberlain niet den voor een Britschen eersten minis ter grooten moed had gehad alle traditie van het aan traditie toch zoozeer gehech te Britsche koninkrijk te verbreken en persoonlijke gevoeligheid op zij te zetten, als Chamberlain niet, volkomen bewust van wat hem dreigde, nl. het harde ver wijt, een lafaard te zijn, bij voorbaat had durven aanvaarden, dan was het oorlog geworden. Dan was andermaal het mon ster uit den band geloopen, en dan was op dit oogenblik in Europa hoogstwaar schijnlijk, misschien zelfs ook wel in Ne derland, een menschenslachting aan den gang, waarvan de sehrikkeliike gevolgen elke verbeelding tarten. Waarschijnlijk zou dan het einde een communistische opstand in Duitschland worden; dan zou „dank" zjj het dolle optreden van Hitler- Duitschland o ironie! de grens van bolsjewiekenland naar Nederlands Oost grens verlegd worden. Maar voordien zouden vele, vele hon derdduizenden mannen den dood op het? slagveld gevonden hebben Dit nu heeft Chamberlain, naar ons ge voelen, door zijn optreden voorkomen. Die gruwelijke dreiging heeft hij door zijn moedig en persoonlijk initiatief van Euro pa afgewend. En daarvoor is Europa hem dankbaar. Aan deze gevoelens, en daar aan alleen, is ook de beweging voor het Zeeuwsche huldeblijk ontsproten. -Maar ach, hoe snel vergeet de mensch! is die vreeseljjk dreigende on- J^olk voorbij getrokken of men is r vergeten, dat er kans op onweer kritiekF'n hoe gemakkelijk is dan de Op de voordracht voor onderwijzer aan de Openbare school te Sint Filipsland komt voor als no. 2 de heer C J Zegers te K a p e 11 e. Voor deze vacature waren 79 sollicitanten. Ned. Herv. Kerk. Ds. O. G. Bunjes te Sirjansland is beroe pen te Borsele. Ds. G. Westmijse te Rotterdam heeft bedankt voor het beroep naar Deventer. Gistermiddag is het Engelsche Lagerhuis bijeengekomen voor een bespreking van de buitenlandsche politiek welke minister Chamberlain de laatste weken heeft toege past met als resultaat de overeenkomst van München. Het eerst kreeg Duff Cooper, die zich met deze politiek niet kon vereenigen en daarom aftrad, als. minister van marine, het woord. Deze zeide dat hij op de laatste kabinets vergadering die hij had bijgewoond reeds een gevoel van verlatenheid en alleen zijn gekregen had en ofschoon het voornemen om zijn ontslag te nemen daardoor eerder versterkt was, had hij besloten te wachten tot het resultaat van München bekend zou zijn om niet aan de wereld het beeld te ge ven van verdeeldheid in den schoot der re geering op het oogenblik, dat de premier naar München zou trekken. Spreker was hoe langer hoe meer overtuigd geworden, dat de buitenlandsche politiek der regee ring een verkeerde richting had ingeslagen. Wij gleden meer en meer af naar een oor log met Duitschland, maar in plaats van toen kracht te toonen had de regeering on der de hand aan de Duitschers laten weten dat zij den vrede tot iederen prijs zocht en haar maatregelen tegen de agressieve politiek van dat land niet ernstig bedoeld waren. Eerst toen de publieke opinie in Engeland begon om te slaan en men zich in alle ernst met de vraag van een oorlog ging bezig houden en als gevolg daarvan de Engelsche vloot gemobiliseerd werd, toen zag Hitler in dat hij den boog niet tot het alleruiterste kon spannen. Een krachtige houding van de Britsche regeering zou hem nooit zoo ver hebben laten komen. Het was niet de vraag of wij bereid wa ren voor Tsjechoslovakije te vechten zooals de premier het uitdrukte, maar het was de eeuwige vraag die in afgeloopen eeuwen steeds de Engelsche politiek heeft be- heerscht, of ongestraft zou worden toege laten dat een man, met verbreking van be loften en schending van verdragen door bruut geweld of de dreiging daarmee de wereld zijn wil op te leggen. Alles wat de Britsche regeering in ruil heeft gekregen voor haar bereidwilligheid om den vrede te helpen bewaren was eerst een ultimatum te Berchtesgaden gevolgd door een nog zwaarder ultimatum te Go- desberg in termen die slechts een wreedaar dig vijand een volkomen vernietigden te genstander zou opleggen. De eischen van dat zoogenaamde memorandum bleven in mijn keel steken en ik kon het schouwspel niet langer aanzien dat de man die al op den grond lag nog van alle zijden geschopt en belasterd werd. Duff Cooper erkende de groote verdien sten van den premier voor het behoud van den vrede, hij erkende zijn doortastendheid en volhouden voor een schier hopeloos schijnende zaak, maar desondanks lag het niet op den weg van een Britschen eersten minister om een verklaring te teekenen zooals te München, waarin noch zijn ambt- genooten noch het volk, door middel van het parlement, gekend waren. Dit was niet de weg waarop de zaken van het Britsche gemeenebest moesten behartigd worden. De vrede is voor het oogenblik bewaard en niemand die daarvoor niet dankbaar zal zijn maar de eenige waarborg dien de re geering gekregen heeft is het woord van Hitier dat hij na de verkrijging van het Su detenland geen aspiraties in Europa meer heeft. De premier wenscht dat woord te aanvaarden, spreker hoopte van harte dat Chamberlain gelijk zal krijgen, maar hij was er niet zoo gerust op en daarom was er slechts een mogelijkheid voor hem n.l. aftreden. Spreker had de eerste gelegen heid aangegrepen om aan zijn besluit ge volg te geven en in het Huis een verkla ring van zijn gedrag af te leggen. De per soonlijke hoogachting voor Chamberlain of eenig ander lid der regeering stond hier natuurlijk volkomen buiten. De rede van den ex-minister werd op de oppositiebanken luide toegejuicht maar bij de conservatieven waren er slechts enkelen die mede applaudiseerden. Vervolgens betrad minister-president Chamberlain onder gejubel van de conser vatieven en van het publiek op de tribune het spreekgestoelte. Zij die verwacht had den dat zij een triomfantelijke rede en een herhaling van de dramatische tafereelen van den vorigen Woensdag te zien zouden krijgen zijn bedrogen uitgekomen. Cham berlain was thans niet meer alleen en uit sluitend de man, die den vrede heeft gered en als zoodanig door alle partijen om het hardst wordt geprezen, maar een staats man, die zich met man en macht tegen de critiek van zijn tegenstanders moest verde digen. Zooals men weet, heeft de onvermengde vreugde over het behoud van den vrede van vorigen Vrijdag plaats gemaakt voor critische beschouwingen over het werk van München. Het was tegen deze critiek, die zoo scherp tot uiting gekomen is in het af treden van Duff Cooper, dat de premier zijn optreden moest verdedigen. Weliswaar verklaarde hij aan het begin van zpn rede, dat hij niet zou trachten Duff Cooper's motiveering van zijn aftreden thans reeds te beantwoorden, het zou beter zijn daarmee te wachten, totdat ook de an dere critici een gelegenheid gehad hadden hun bezwaren kenbaar te maken. Ondanks deze weigering in Duff Coo per's critiek te treden, droeg de rede van den premier een duidelijk defensief karak ter. Chamberlain begon met het viermogend- hedenplan te rechtvaardigen, door een ver gelijking van dit plan met het memoran dum van Godesberg. Punt voor punt trachtte hij aan te too nen, dat Hitier door zijn aanvaarding van het plan een aantal belangrijke concessies had gedaan. In het Godesbergsche memo randum had Hitier onmiddellijke bezetting van alle Sudetengebieden geëischt. Te Mün chen heeft hij echter genoegen genomen met een geleidelijke bezetting, die eerst op 10 October voltooid zal zijn. De nieuwe grenzen tot waaraan de Duitsche troepen zullen optrekken moesten volgens het Go desbergsche memorandum door Duitsch land zelf worden vastgesteld. In het nieuwe plan is de definitieve grensbepaling aan de internationale commissie overgelaten. De gebieden, waarin een plebisciet gehouden zou worden, moesten volgens het memo randum van Godesberg door een Duitsch- Tsjechische commissie worden vastgesteld. In het nieuwe plan zal de internationale commissie hierover beslissen. De internati onale bezetting van de plebiscietgebieden vormde geen deel van de eischen van Go desberg. In dit memorandum werd voorts niet gesproken over een internationale ga rantie, uitwisselng van bevolkingsgroepen en verschillende andere punten uit het En- gelsch-Fransche plan, die nu ook in de nieuwe overeenkomst zijn belichaamd. Alles bij elkaar was er derhalve reden te zeggen, dat het nieuwe plan veel beter voorwaarden voor de Tsjechen inhoudt dan het memorandum van Godesberg en dat Frankrijk en Engeland er in zijn geslaagd Hitier tot schrapping van een aantal eischen over te halen. Tusschen haakjes mag hierbij nog even worden opgemerkt, dat de premier bij zijn verdediging van het protocool van Mün chen er herhaaldelijk op heeft aangedron gen in te zien, dat de instelling van de in ternationale commissie een groote vooruit gang op 't Godesbergsche memorandum be teekent. Men zal er echter goed aan doen niet te vergeten, dat de instelling van deze commissie op zichzelf nog geenerlei oplos sing biedt voor de vele moelijke punten, die aan haar zijn overgelaten. Dat wordt ook in officieele kringen te Londen volmondig toegegeven. Men geeft er zich daar goed rekenschap van dat de commissie, die im mers bestaat uit vertegenwoordigers van de vier mogendheden plus Tsjechoslovakije en die haar werk moet doen onder de schaduw van verschillende nationale mobilisaties, nog harde en gevaarlijke noten te kraken zal krijgen. Na de gedetailleerde verdediging van het plan, waarbij de oppositie het den premier met herhaaldelijke stormachtige interrup ties vaak zeer lastig maakte, kwam de aan kondiging, dat de Engelsche regeering, in afwachting van de internationale steunver- leening aan de Tsjechoslovaaksche regee ring, de Bank van Engeland opdracht heeft gegeven onmiddellijk een crediet van tien millioen pond ter beschikking te stellen. Het was een van de weinige punten uit Chamberlain's rede, die ook door de opposi tie gunstig werden ontvangen. De premier besloot daarop zijn rede met enkele woorden over de wijdere conse quenties van de viermogendhedenconferen- tie. Hij hoopte, dat nu het Tsjechische ob stakel voor een Europeesche verzoening uit den weg was geruimd, verdere stappen naar eenalgemeene regeling mogelijk zou den worden. Hij hoopte, dat de „nooit meer oorlog-verklaring", die hjj tezamen met Hit- Ier had onderteekend, meer dan de uitdruk king van een vromen wensch zou blijken te zijn, maar waarschuwde tegelijk tegen de opvatting, dat deze verklaring een funda- menteele wijziging van de Engelsche poli tiek beteekent. Men moet er niet meer in lezen dan er in staat. Tevens zal men niet moeten meenen, dat de vier mogendheden- overeenkomst een verlaging van de Engel sche herwapening tengevolge zal hebben. Het experiment van de eenzijdige ontwape ning zal niet worden herhaald. Chamberlain meende echter nieuwe mogelijkheden voor een internationale bewapeningsbeperking te zien en aan de verwezenlijking van dat doel zal hij de hem nog overblijvende jaren wijden Luide toejuichingen van de regeerings- banken begroetten het einde van Chamber lain's rede. Uit het applaus kon men opma ken, dat veel meer dan 2/3 van het Huis de politiek van Chamberlain goedkeurt. Nadat Chamberlain zijn verklaring be eindigd had, nam de leider van de Arbei dersfractie Attlee het woord. Deze zeide dat, terwijl allen zich erdoor opgelucht voelden, dat er geen oorlog is gekomen, de Arbeiderspartij zich hierover niet onbezorgd kon verheugen. „Dit is niet een overwinning geweest voor de rede en de menschheid, het is een overwinning geweest van het brute geweld", aldus Attlee. De gebeurtenissen der laatste paar dagen vormen een der grootste diplomatieke nederlagen, die dit land en Frankrijk ooit te boeken hebben ge had en het lijdt geen twijfel, dat het een enorme zege is voor Hitier". Attle vervolgde, dat terwijl ieder erkende dat de minister-president zich groote in spanning had getroost, en dat hij de man Verdere ingekomen giften: Dames de M. 2.50; L. H. 2.50; mevr. C. J. M. L.—de Z. 1; mr. dr. A. J. J. M. M. te H. 2.50; C. J. R. te K. 2.50; No. 1643 3.50; W. J. L. en F. V. de G. te H. 10; L. R. te M. 1; C. A. M. v. V.—v. S. C. te D. 1; D. A. R. 0.50; leerlingen Rijksleerschool 7.67; J. W. A. 1; J. A. T. Sz. 1; H. W. N. 1; C. N. 1; mr. W. F. E. baron v. d. F. 2.50, allen te M.; A. W. v. d. H. te G. 0.50; dr. A. S. 5; W. F. W. 0.65; J. L. v. d. H. 5; G. W. G. ƒ2.50, allen te M.; J. C. P. J. V. te K. 1; Hoogste klassen school J 4.37%G. J. S. 5; mevr. C. M. v. P.— de B. 2.50; M. F. A. 1; Onleesbaar 1; mevr. F. te M. 2.50; C. de N. 1; mej. M. J. M. 1; dames De V. 0.75; B. v. d. W. 1; J. L. B. 2.50; J. J. M. 1, allen te M.; mr. P. L. te K. 1; H. J. 2.50; N. N. 0.50; N. N. 0.25; J. Z. 0.50; E. v. d. Z. 0.50; N. N. 0.50; N. N. 0.25; A. B. 0.50; N. N. 0.50; N. N. 0.25; N. N. ƒ0.25; J. J. v. d. S. 0.25; N. N. 0.25; H. Th. D. 1.50; ir. J. V. 1, allen te G.; C. W. v. M. te T. 1; mr. F. G. M. te T. 1; Iers. Crt. te Ierseke 2.50; X. te O. 1; J. D. te W. 1; L. W. de W. te M. 1; mevr. wed. C. A. S. M. te B. 5; J. J. v. D. te K. 5; mej. C. F. S. te D. 1.50; M. W.v. A. te K. 2.50; J. J. v. G. te R. 1; C. K. te W. 0.50; W. Z. v. T. te O. 5; G. J. v. T. te O. 5; mr. J. H. F. B. te M. 2.50; dames B. F. te Z. 5; mevr. B. te H. 1; J. M. te G. 1; J. O. te I. 1; G. C. te D. 1; mej. mr. H. C. M. G. te D. 2.50; dr. J. M. P. te G. 5; F. de S. te M. 5; jhr. G. C. o. t. N. te M. 5; L. P. M. te C. 2.50; J. M. M. te M. 1; Bew. glen, fair te D. 3.50; Chr. G. 1; H. D. 0.25; Chr. v. H. 0.50; F. M. G. 0.25; P. v. W.' 0.20; J. C. 0.20, allen te W.; C. de S. te S. 1; J. A. B. te S. 1; M. C. de K. te I. 1; C. M. B. te W. 2.50; v. R .te I. 1; J. V. te O. 1; mevr. v. B.— N. 1; wed. F. 1; A. J. H. 1; fam. wed. W. E.t f 1; fam. F. J. T. 1; M. H. en N. M. 1; A. C. de K. 1, allen te G.; H. M. de M. te M. 0.25. Totaal aan giften ingekomen 1009.89 Bij de Vliss. Crt. ingekomen 114.02 Totaal 1123.91 was, die den vrede had gered, hij ook de man was, die hen in gevaar had gebracht. Het waren de TsjecïTen, die den vrede in Europa hadden bewaard. Zij hadden prachtige zelföeheersching ge toond en de meeste menschen in Engeland geloofden, dat de Tsjechen op beschamende wijze verraden zijn. Hun eminente presi dent Benesj was een groot patriot, een groot Europeaan. Hij was door de Duitsche leiders op smadelijke wijze belasterd doch had zich nimmer verwaardigd om te ant woorden. „Zjjn geheele gedrag heeft het verschil laten zien tusschen een beschaafd man en een gangster". Nadat Attlee verklaard had, een leening aan Tsjechoslovakije niet voldoende te ach ten, zeide hij, dat de oorzaak van deze agressie niet het bestaan van de minderhe den in Tsjechoslovakije was Of hierin ge zocht diende, te worden, dat de positie der Sudeten-Duitschers onduldbaar geworden was. „De oorzaak was, dat Hitier besloten had, dat de tijd rijp was voor een nieuwen stap voorwaarts in de verwezenlijking van zijn plannen tot overheerschïng van Europa". „Europa, aldus Attlee, leeft thans onder voortdurende dreiging van wapengeweld, en daarom kunnen vele menschen zich op liet oogenblik niet gelukkig voelen. Zij voe len, dat geweld en het kwade een ontzag lijke overwinning hebben behaald". Spr. betoogde verder, dat men getuige is van het verval van de wereld. In de eerste plaats was er de nalatigheid in het behan delen van de uit de vredesverdragen voort vloeiende politieke en economische kwesties en daarna kwam de nalatigheid in het te gengaan van het geweld en het beperken van agressie. De positie van de Sovjet-Unie was steeds duidelijk geweest, doch zij is nooit geraadpleegt. Bij de Fransche regee ring heeft men groote weifeling kunnen zien. Indien men Tsjechoslovakije niet wilde steunen, had men het dit land moeten zeg gen. Attlee wenschte te weten, welke bescher ming er zal komen voor de minderheden wat de aard en de waarde van de Britsche garantie voor Tsjechoslovakije is en waar toe Chamberlain Engeland heeft gebonden. Sedert Eden was afgetreden, was Chamber lain zjjn eigen minister van buitenlandsche zaken geweest. Dit was gevaarlijk, want men zou zoo den indruk kunnen krijgen, dat Engeland evenals Duitschland en Italië slechts bij monde van een enkeling spreekt. Attlee verklaarde, dat Chamberlain de dupe is geworden van de dictators. Alles wat men thans in de plaats van bondge nootschappen en collectieve veiligheid had, was een belofte van Mussolini en een be lofte van Hitier. Wat zou de premier zeg gen, als Hitier thans om koloniën vraagt? Veronderstel, dat hij alleen maar vraagt om den Belgischen Congo of Nederlandsch Su matra, hoe zou men daar dan tegenover staan? Een vier-mogendhedenpact is beslist gevaarlijk, omdat Engeland de ten achter gestelde partij zou zijn in een pact tegen de vrijheid, en het Britsche volk zou deze niet hebben. De premier aldus Attlee, is overtuigd van den goeden trouw van Mussolini en Hitier. Laat deze dan blijken door het opgeven van plannen tot agressie en het deelnemen aan een conferentie tot het opbouwen van een nieuwen Volkenbond. Het werkelijke vraag stuk, zoo besloot Attlee, is, wat kunnen wij doen voor de toekomst van de menschheid?

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 1