BRIEVEN UIT BERLIJN. buitenland. De economische verdedigings* voorbereiding. Stroom van Joodsche vluchte lingen uit Sudeten-Duitsch gebied. TSJECHOSLOVAKIJE, DE VOLKEREN IN MIDDEN-EUROPA/ Hitier en de pers. Wetsontwerp «bij de Tweede Kamer ingediend. SPORT. KERK EN SCHOOL. BURGERLIJKEN STAM). HANDEL EN NIJVERHEID. KATS BEDE VAN Z.H. DEN PAUS. Gisteravond heeft Z.H. Pius XI zijn aan gekondigde radiorede gehouden. De Heilige vader sprak langzaam met zeer bewogen stem. Hij spoorde de geloovigen aan zich met hem te vereenigen in een gebed voor vertrouwen tot het behoud van den vrede in rechtvaardigheid en liefde, opdat God, in wiens handen het lot der wereld ligt, bij de regeering het vertrouwen in vreedzame middelen laat bestaan, alsmede in duur zame verdragen en dat hij allen inspireert in overeenstemming met de zoo dikwijls herhaalde woorden van vrede te werken om den vrede te bevorderen en dezen te grond vesten op de leer van het evange lie. Zijne Heiiigheid voegde hieraan toé, dat hij van ganscher harte zijn leven wil' geven voor het heil en den vrede der wereld, hetzij dat de meester over leven en dood hem dit reeds lange leven wil nemen of het nog wil verlengen om verder te werken. Tenslotte gaf de heilige vader aan alle katholieken en de geheele menschheid zijn vaderlijke zegen. Een aantal plaatsen reeds zon der Joden. De uittocht van de Joden uit de Sude- tenduitsche gebieden van Tsjechoslovakije heeft naar de Jewish Chronicle uit Praag verneemt reeds zoo'n groote omvang aangenomen, dat een aantal plaatsen in deze streken bijna geheel zon der Joodsche bevolking zijn. Deze uittocht begon onmiddellijk nadat door de nat.-so- cialisten relletjes werden georganiseerd en het standrecht was afgekondigd. In de afgeloopen week kwamen groote reeksen motorwagens te Praag binnen, die geheel waren gevuld met Joodsche vluchtelingen. De Groote Raad der Joodsche gemeen ten in de provincies Bohemen, Moravië en Silezië heeft besloten, een hulpcampagne op groote schaal in te stellen ten behoe ve van de Joodsche uitgewekenen uit de Sudeten-districten. De overgroote meer derheid der vluchtelingen is zonder eenig bezit, daar zij gedwongen waren, al hun ■eigendommen achter te laten. Het cen trum van deze actie is gelegen in het Joodsche gemeentegebouw te Praag, waar men reeds de verklaring heeft afgegeven, dat zoowel Joodsche als niet-Joodsche /Uitgewekenen zonder onderscheid van ras en religie door deze actie zullen worden geholpen. Naar de Praagsche correspondent voorts aan de Jewish Chronicle beric'ht, zijn thans alle hotels en pensions in Praag en omgeving geheel bezet met vluchtelin gen uit het Sudetengebied. De Joodsche wijk is tot barstens toe gevuld. De mees te uitgewekenen, waartoe ook een groot aantal Duitsche democraten behooren, zijn afkomstig uit Karlsbad, Marienbad, Teplitz-Schönau, Aussig, Eger, Reichen- berg en Troppau. Van de 3000 Joodsche bewoners van Karlsbad bevinden er zich thans 2000 te Praag. Behalve de Joodsche hulp-organisatie verleenen thans ook sociaal-democratische en christelijke comité's hulp aan Joodsche en niet-Joodsche vluchtelingen. Het Leger des Heils vertoont in dit opzicht eveneens groote activiteit. Nader wordt nog medegedeeld, dat in een aantal Sudeten-Duitsche steden vooraan staande Joodsche leiders anonieme brieven hebben ontvangen, waarin zij met moord worden bedreigd. Eén der aldus bedreigden is dr. Emil Margulies, de bekende Zionisten leider, die te Leitmerjtz woonachtig is. De oorzaak van zijn bedreiging moet waar schijnlijk worden gezocht in zijn medewer king bij de indiening van de Bernheim-pe- titie ten behoeve van de Joden te Opper-Si- lezië bij den Volkenbond. Ook nog in de laat ste weken was dr. Margulies het hoofd van de delegatie der Joodsche gemeenten uit de Sudetendistricten, die door Lord Runciman werd ontvangen. Deze delegatie overhan digde een memorandum, waarin tot in bij zonderheden de ellendige toestand der Jo den in deze districten werd beschreven, en die het verzoek bevatte, zorg te dragen, dat de Joodsche minderhedenreehten niet zou- c j r°rden. geschonden, op welke wijze het &udeten-Duitsche probleem ook zou wor den opgelost. Inmiddels stellen de politie-autoriteiten werk, de Joodsche bevolking \eel mogelijk te beschermen. De berieh- uit verschillende Sudeten- sche districten binnenloopen, wijzen er wederom op, dat vele steden, in het bijzon- der Komotau en Warensdorf geheel door f(i7 °den 2IJn_ verlaten. Hier worden de ach- ret£t^eVen doodscIle eigendommen door de aan\veï|S^^toriteiten voor zoover nog de aanvallen Va, en beschermd tegen aanhangers van do Plunderaars, die tot de Te Bad Kif1? Henlein behooren. desondanks aan>fWarth Mariebad zijn beroemde, uit 't ffSers van Henlein in de goge binnengedronfL1273 dateerende syna- de vensterruiten verw Zlj de gekleur- met godslasterlijke opséSen ®n de muren Het hoofd der gemeentebesmeurden, ger, werd gedwongen, mef Goldfin" stad te verlaten. 3n gezin de Vliegtuig botst tegen kerk te In den mist is een militair vliegtuie t gen een der torentjes van de O.L.V.-kerk te Brugge gevlogen en neergestort in den tuin voor 't bisschoppelijk paleis. Een der inzittenden kwam om het leven, de twee- gangers'5 gewond' evenals twee voorbij- NPn ^A-PABRÏEKEN NAAK •-INDIe EN DE VER. STATEN? meidf1' a Dautsche Bergwerkszeitung fabrikant R^t SJ®chosIovaaksche schoen- verpiaatsén f Z"n krieken te Zlin de VereenNederlandsch-Indië en den bii Rei ?ten- In Amerika zou- more L™!31?1? !n de van Balti- waartoe reen* Ieken worden opgericht, eeds grond zou zijn aangekocht. I NAAR EEN VREEDZAME OPLOSSING VAN DE TSJECHO-SLOWAAKSCHE KWESTIE DUITSCH SPREKENDE GEBIEDEN LANDGRENZEN DUITSCHERS DUITSCH - TSJECHEN f—1 SLOWAKEN OOSTENRIJKERS ggj WIT RUSSEN Hffll POLEN MAGYAREN CITAUERS (HONGAREN! ROETHENEN ROEMENEN itftTl SLOWENEN. ffffl KROATEN München, op de kaart weergegeven, is de derde historische plaats, waar de vrede van Europa bepleit werd en thans met succes. De kaart spreekt voor zich zelf; men overziet waar de diverse volkeren wonen in Midden Europa. Het Derde Rijk met de Duitsche Minder heden buiten het Rijk en de Duitsche taal grens. De Duitsch-Oostenrijkers zijn reeds bij het Duitsche Rijk gekomen (op de Kaart in 1938 bij Duitschland ingelijfd) Het land waar de Sudeten-Duitschers wonen (zwart op de Kaart aangegeven) grenst direct aan het Duitsche Rijk. (Eigen correspondentie.) Berlijn, 20 September. In deze politiek zoo bewogen dagen en weken is weer eens een interview van een buitenlandsch journalist met Adolf Hitler verschenen, om de ronde te gaan doen door vele bladen in de geheele wereld. Dit feit geeft ons aanleiding eens iets over Hitler's verhouding tot de pers en de journalisten te vertellen. Er zijn weinig staatslieden of staats hoofden geweest, de gekroonden wel dege lijk meegerekend, die in hun hart zoowel als in de practijk zoo weinig voor het gilde der journalisten gevoeld hebben en nog voelen als de tegenwoordige leider van het Groot-Duitsche Rijk. Leest men zijn thans in meer dan vier millioen exempla ren en in tal van talen verschenen boek „Mein Kampf' er op na, dan komt men tot de ontdekking, dat hij reeds als jeug dige „losse werkman" in Weenen reden meende te hebben zich met verachting van de pers in de hoofdstad der toenmali ge Donau-monarehie te moeten afwenden „om den onwaardigen vorm, waarin deze pers het Hof naliep." Daar kwam nog zijn juist in die dagen ontwakend anti-semitis- me bij. De Weensche pers was toen nog voor een niet onbelangrijk deel in Joodsche handen en werd in hoofdzaak door Jood sche journalisten geschreven. In dit deel van zijn boek kan men, dan de volgende opmerkingen lezen: „Het overgroote deel van de politieke zg. opvoe ding, die men in dit geval zeer juist met het woord propaganda aangeeft, komt voor rekening van de pers. Zij zorgt in de eer ste plaats voor de z.g. opheldering en is daardoor een soort school voor volwasse nen. Maar dit onderwijs is niet in handen van den Staat, maar in de klauwen van ten deele hoogst minderwaardige krach ten." Hitier, die blijkbaar reeds als jeugdig arbeider deze bittere ervaringen opdeed, schreef ze pas veel later, in 1924, tijdens zijn opsluiting in de vesting Landsberg, op. En het is moeilijk na te gaan, off daarbij de intusschen sterk vermeerderde kennis van menschen en dingen deze bitterheid nog heeft doen toenemen. Waarschijnlijk is het in hooge mate. In elk geval is Adolf Hitler een vijand gebleven van allen en alles, wat onder het woord „pers" samengevat kan worden. Gelijk hij in zijn hart (als alle dictatoren) ook een vijand der massa is gebleven. Waarover overigens in zijn boek eveneens het noodige te lezen is. Maar dat betee- kende, noch wat de pers, noch wat de massa betreft, dat hij de waarde van bei der gunst ooit onderschat heeft. Integen deel. Zijn successen heeft hij te danken ge had aan de omstandigheid, dat de propa ganda zijner beweging van het eerste oogenblik af op de massa-uitwerking be rekend is gebleven, en aan het feit, dat hij vooral in de jaren toen de radio nog niet tot zijn beschikking stond wel de gelijk met alle macht er voor zorgde, een eigen partijpers op te bouwen, die tot een „strijdende pers" werd gemaakt en in stijl en inhoud op de grofste wijze aan het laag ste massa-niveau werd aangepast. Hitier zelf was de eerste bezitter en uit gever van den thans tot grootste Duitsche dagblad geworden „Völkischer Beobach- ter", dat vermoedelijk altijd nog zijn eigen dom is, al teekent ook als zoodang sinds eenige jaren Alfred Rosenberg en wordt het blad door Hitler's vriend en compag nie-kameraad uit den wereldoorlog Amann in diens tot monopolie-bedrijf geworden firma Eher geëxploiteerd. Maar persoon lijk heeft Hitier voor net beroep der jour nalisten (in tegenstelling mqt Mussolini) nooit iets gevoeld, en eenmaal aan de macht gekomen heeft hij zich gehaast, de pers tot staatsorgaan, de journalisten tot staatsambtenaren te maken. En ter gele genheid van zijn bezoek aan Rome heeft U ze zelfs in de uniform gestoken. Zij en un bladen zijn voor hem een noodzakelijk kwaad, nuttig voor de beïnvloeding der stemming, bruikbaar zoolang ze volkomen gehoorzamen en zich niet aan critiek op het staatsbewind wagen. Maar ten slotte als schrijvende en geschreven voortbreng selen van „het intellect" veel minder be langrijk dan het gesproken woord. Het is niet anders dan consequent, dat men daarom Adolf Hitler ook zelden met journalisten tezamen ziet. In de jaren voor 1933 was dat Einders, vooral in de periode, toen hij nog in München als be trekkelijk onbekend agitator werkzaam was en gaarne interviews gaf aan de be trekkelijk weinige buitenlandsche journa listen, die zich toen voor hem en zijn be weging interesseerden. Ook in de Jaren 1933 en 1934, toen hij reeds als rijkskanse lier in de Wilhelmstrasse regeerde, konden vooral buitenlandsche journalisten (Fran- sehe, Engelsche, Italiaansche, Amerikaan- sche) hem zonder al te veel moeite aan het praten krijgen, vooral in tijden, waarin het er voor hem op aan kwam, voor Duitschland in bepaalde landen stemming te maken. Maar een interview met Hitier bleef ook toen een uitzondering, waarom de buitenlandsche publicisten niet weinig trotsch waren als hun zulk een buitenkans je gelukt was. Intusschen: reeds in die eerste twee ja ren van het nationaal-socialistisch regime begon in Hitler's omgeving een „hof-jour nalist" naam te maken. Het was de Ber- lijnsche correspondent, later reis-corres- pondent van de „Daily Mail", het Londen- sche boulevard-blad met sterke fascistische sympathieën. Ward Price, een slanke nog betrekkelijk jonge man van donker type, van verre kenbaar aan zijn monocle dat in de rijen der beroepsjournalisten niet al te vaak pleegt voor te komen (met Price draagt in Berlijn de tegenwoordige voorzit ter van de Vereeniging der Buitenlandsche pers dr. Bojano dit attribuut der vroegere Duitsche garde-officieren, en onder de Duitsche collega's de oud-president van den Rijksbond der Duitsche Pers Wilhelm Ackermann). Toen ik in 1934 een vrij hopelooze po ging deea, een Hitler-interview te krijgen, was Ward Price's monopolie reeds zoozeer gevestigd, dat de hooge regeeringsambte- naar bij wien ik het onderhoud aanvroeg, mij antwoordde: „Ik zal natuurlijk gaarne mijn best voor u doen, maar ik kan u bij voorbaat weinig hoop geven. Onze Führer voelt niet veel voor interviews, en eiIs hij iets te zeggen heeft, laat hij Ward Price bij zich komen, aan wien hij zich nu een maal gewend heeft en dien hij goed kan verdragen." Inderdaad heeft Hitier sindsdien een hoogst enkele maal nog den Amerikaan- schen chef-correspondent van het bureau Associated Press Louis P. Lochner, en tij dens de groote reis naar Italië dr. Bojano, die correspondent van Mussolini's lijfblad en van het officieuse Stefanibureau in Berlijn is, alleen ontvangen. En zich ove rigens, wat de buitenlandsche pers be treft, bepaald tot de eenmaal-jaarlijksche ontvangst van een tien- tot twintigtal uit gezochte vreemde journalisten tijdens het partijcongres op de Burgt in Neurenberg. Maar dit jaar is bij die gelegenheid zelfs het gebruikelijke politieke interview uit gebleven en keuvelde Hitler met zijn' gas ten van het persgilde slechts een kwar tiertje over kunst en architectuur Twee beroepsjournalisten zijn thans in Hitler's omgeving gebleven en zorgen voor alles, wat met de publicatie van zijn mee ningen te doen heeft: de Engelsehman Ward Price en de Duitscher dr. Otto Die trich. Ook dr. Dietrich is nog jong, even veer tig. Ik herinner mij nog, hoe hij in 1932 zeer scherpe critiek op de journalisten van het regime van Weimar uitoefende uit zijn standplaats München, waar hij toen ook reeds eenige jaren in de leiding der Hit- Ierbeweging werkzaam was. Met het ge volg, dat de Rijksbond der Duitsche Pers hem royeerde. Nog geen jaar later was diezelfde dr. Dietrich een der meest in vloedrijke persmenschen van het Derde Rijk geworden en benoemde de regeering hem tot voorzifter van dienzelfden Rijks bond, die hem kort te voren had uitge- stooten. Hij klom steeds hooger, werd vi ce-president van de „Perskamer", adjudant van Hitier (wat meebracht, dat hij sinds dien steeds in het onmiddellijke gevolg van den Führer te vinden is), chef van de persafdeeling der rjjksregeering en ten slotte Staatssecretaris in het ministerie- Göbbels. En het is wel aan te nemen, dat dr. Dietrich en Ward Price te zamen uitma ken, wanneer de „hof-journalist" door Hit- Ier ontvangen wordt en diens voor het buitenland bedoelde meeningen wereld kundig maakt. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp houdende regelen met betrek king tot de medewerking aan de voorbe reiding van de voorziening in tijden van oorlog, oorlogsgevaar en andere buitenge wone omstandigheden in de behoeften veui volkshuishouding en landsverdediging, zoo mede aan de voorbereiding van de finan ciering dier voorziening. Onder de huidige omstandigheden acht de regeering het nog meer dein in normale vredesverhoudingen, waarvoor dit ontwerp van wet bedoeld is, noodzakelijk om te al len tijde medewerking te kunnen inroepen, welke met het oog op de voorziening van weermacht en volkshuishouding vereischt zal zijn. In artikel 2 is aan alle personen en li chamen, de verplichting opgelegd, de van hen gevorderde medewerking te verleenen. Opgemerkt kan worden, dat uiteraard geen medewerking van ondergeschikt personeel zal worden ingeroepen buiten het hoofd of den bestuurder van de onderneming om. De noodige voorbereidingen zullen zoo veel mogelijk worden getroffen in overleg met het bedrijfsleven. In het kader van de wet vormt dit over leg de inleiding tot een op de wet geba seerde vordering. Daarnaast dient echter het overleg gezien te worden in een ruimer verband, n.l. als een eerste gedachtenwis- seling tusschen de regeering en de betref fende onderneming over de vraag, welk aandeel in de voorbereiding van de voor ziening in de behoeften van volkshuishou ding en landsverdediging in oorlogstijd aan die onderneming kan worden toegedacht. De regeering verwacht, gezien het groote landsbelang, dat met deze materie is ge moeid en gezien hare ervaring tot op he den, dat dit contact in de meeste gevallen er toe zal leiden, dat de noodzakelijke me dewerking vrijwillig wordt verleend. In dat geval kan dwang de vordering ach terwege blijven. Teneinde een zoo goed mogelijk inzicht te verkrijgen in de technische mogelijkheden eener binnenlandsche productie van die goederen, waaraan ten tijde van mobilisatie of oorlog dringend behoefte zal bestaan, dient de regeering ook de bevoegdheid te hebben bepaald, daarvoor in aanmerking komende personen en lichamen het nemen van proeven op te dragen. Tevens dienen de noodige voorbereidingen te worden getroffen, opdat de betreffende ondernemingen en bedrijven zonder verwijl de door de abnormale omstandigheden ge- ëischte veranderingen in hare productie zullen kunnen brengen. Zoo zullen in be paalde gevallen daarvoor in aanmerking komen de ondernemingen bij haar techni sche outillage rekening moeten houden met de taak, die haar in tijd van oorlog of oor logsgevaar zal worden opgedragen. Het is echter niet de bedoeling, dat reeds in vredestijd de productie hierdoor wordt beinvloed. Indien en voorzoover vaststaat, dat langs anderen weg de noodzakelijke voorziening met dringend benoodigde goederen niet kan worden verzekerd, zal de regeering in overweging moeten nemen of vorming van bepaalde minimum voorraden in 's lands belang geboden is. Zij gaat daarbij van het standpunt uit, dat een eventueele vergroo ting van voorraden zooveel mogelijk zal moeten geschieden bij de bestaande voor- raadhoudende bedrijven, al zal het niet uit gesloten zijn, dat ook elders voorraden zul len moeten worden gevormd. Zij verheelt zich niet, dat bij het treffen van dergelijke maatregelen groote voorzichtigheid zal moeten worden betracht en dat, behalve met het landsbelEmg, in deze ernstig reke ning moet worden gehouden met de belan gen van het bedrijfsleven. Met name zal er voor moeten worden gewaakt, dat de be- stande verhoudingen tusschen (Te verschil lende schakels in het distributieproces niet worden verstoord. Voorts kan medewerking worden ge vorderd tot het gedoogen van zoodanig persoonlijk onderzoek inzage van boe ken, bescheiden en geschriften daaronder begrepen door ambtenaren en deskun digen, als met het oog op de in deze wet bedoelde voorbereiding noodzakelijk wordt geacht. De regeering acht het echter niet ge- wenscht, dat van bankinstellingen kan worden gevorderd het gedoogen van een onderzoek naar of het verstrekken van gegevens, welke haar door cliënten zijn toevertrouwd. In verband daarmede is een uitzonderingsbepaling opgenomen. Medewerking kan eveneens worden ge vorderd voor het voorbereiden veui de geheele of gedeeltelijke overbrenging van bedrijven, werkzaamheden, administraties of voorraden naar door den betrokken mi nister aan te wijzen plaatsen. Uitdrukkelijk is vastgelegd, dat de eco nomische /Verdedigingsvoorbereiding zoo min mogelijk tot een wijziging in de structuur van het Nederlandsche pro ductieapparaat mag leiden. Niet is uit het oog verloren, dat in het belang van dervgene tot wien een vordering gericht is bij de indiening van een bezwaarschrift opschorting der verplichtingen te verkiezen ware. Gezien de aard en het belang der onderhavige materie is de regeering evenwel van oor deel, dat het volstrekt noodzakelijk is de uitvoering van een vordering niet door de indiening van een bezwaarschrift te doen ophouden. De regeering is van oordeel, dat de kos ten, aan de te vorderen medewerking ver bonden in het algemeen niet aan de me dewerkenden behooren te worden ver goed. De aan dit standpunt t'en grondslag lig gende gedachte is deze, dat zoo mogelijk bedoelde kosten door de uiteindelijke con sumenten moet worden gedragen. Immers de economische verdedigingsvoorbereiding en de maatregelen, die daartoe zullen worden vereischt, worden genomen ten behoeve van het geheele Nederlandsche volk, zoodat het der regeering redelijk voor komt, dat ook een ieder, al naar gelang van zijn consumptief ver bruik, daaraan bijdraagt. jHieruit volgt, dat in die gevallen, waarin een redelijke vergoeding niet langs en Weg van afwen teling op den consument kan worden ver kregen, de mogelijkheid dient te bestaan en deze is in het onderhavige artikel dan ook opengelaten dat avn overheidswe ge de kosten zullen worden vergoed. Tenslotte zijn in het wetsontwerp een aantal strafbepalingen opgenomen,, vol gens welke gevangenisstraffen kunnen worden opgelegd met maxima van 3 maanden tot 2 jaren of vervangende geld boeten van ten hoogste 10.000 gulden. WIELRENNEN Nieuwe Nederlandsche tandemrecords. De Utrechtsche tandemrijders J. West- broek en Th. Verhoeven hebben gistermid dag op de Utrechtsche stadionbaan een ge slaagde poging gedaan om de Nederland sche records over 5 en 10 km, welke zij pre- cjes een week geleden op dezelfde baan ves tigden, te verbeteren. Zij legden de 5 km af in 6 min. 11 sec. en de 10 km in 12 min. 263/5 sec. KORFBAL. V.K.V. Donderdagavond hield de Veersche Korf bal Vereeniging V.K.V. haar eerste alg. jaarvergadering. Uit het verslag van den secretaris bleek, dat de vereeniging 22 le den, 9 adspiranten en 40 donateurs en -tri- ces telt. Met succes is in het eerste jaar gespeeld. V.K.V. werd kampioen in haar klasse. Het verslag van den penningmeester toonde een batig saldo aan van ruim 77. ATHLETIEK. Nieuw wereldrecord 10.000 m. Tijdens athletiekwedstrijden te Helsinki bracht de Finsche athleet Taisto Maeki het wereld en Europeesch record op de 10.000 m. op 30 minuten 2 sec. (oude record ten name van den Fin Salminen: 30 min. 5,6 sec.) Bij Kon. besluit is benoemd tot rid der in de Orde van Oranje-Nassau ds. A. G. B. ten Kate, predikant der Ned. Evang. Kerk te Brussel, vroeger te Hans- w e e r d. De classis Zieriksee der Geref. Ker ken heeft praeparatoir geëxamineerd en met algemeene stemmen beroepbaar ver klaard den heer W. C. P. den Boer, can- didaat aan de Vrije Universiteit. Bij Kon. besluit is tot tijdelijk leer- aar aan de RHBS te Goes be noemd de heer F. W. van Heerikhuizen te Bussum. Goes. Ondertrouwd: B. de Koning jm. 32 j. en K. van Houte jd. 20 j. te Waarde. Getrouwd: N. M. Kooman jm. 29 j. en W. J. de Vlieger jd. 25 j. te Bergen op Zoom; C. F. Simons jm. 29 j. en A. de Jonge jd! 29 j.; M. Goeree jm. 28 j. en J. Pinse jd. 29 j.; J. Tromper jm. 30 j. te Vlissingen en A. M. Buise jd. 30 j. Bevallen: J. Bruel geb. Kallewijn z.; M. Jeremiasse geb. Reyerse d.; C. W. Krijger geb. Van Liere z. Overleden: G. J. de Graag 28 j. echtg. M. E. Dekker. (D.Z.) IERSEKE. Verscheidene schippers zijn Woensdag en Donderdag met hun boot uit België teruggekomen, een enkele met volle vracht, de meesten gedeeltelijk uitverkocht. De onrust was zoo groot, dat niet meer over het eten van mosselen werd gedacht. De firma's die in dit product grossieren, waren meest zonder volk, ook waren huur auto's in beslag genomen. De handel was dus onmogelijk. De handel in oesters op België is lang zaam aan het herstellen en Engeland gaat ook weer oesters vragen. Misschien is het feit, dat verzending uit Frankrijk, door de gedeeltelijke mobilisatie, onmogelijk is, hier aan niet vreemd. ONTVANGEN BOEKEN. 4e. Van eentijdelijk leeraar in het vak- „Onrust in het land van Masafyk", door mr. dr. G. J. van Heuven Goedhart. Met overzichtskaarten en eenige portret ten. Het Tsjechoslovaaksche vraagstuk van alle kanten bezien. Uitgave Erven J. Bij- Ie veld, uitgevers te Utrecht. „De slag bij Aquila", roman door Hervey Allen. Vertaald door J. Hedley Roggeveen. Omslagteekening G. V. A. Ru ling. Het verhaal speelt in den tijd van den Amerikaansehen burgeroorlog, gedu rende de laatste phase van den verbitter den strijd tusschen Noord en Zuid. Versche nen bij N.V. Uitgevers Mij. „Elsevier" te Amsterdam. „Natuurbescherming in Nederland", door F. Koster. Met een inleidend woord van dr. Jac. P. Thijsse. Verschenen in de Volksuniversiteitsbibliotheek bij De Erven F. Bohn N.V., uitgevers te Haarlem. „De boom des levens", roman door Tore Hav. Uit het Noorsch vertaald door dra. N. Boelen-Ranneft. Uitgave N.V. "Van Loghum Slaterus Uitg. Mij. te Arn hem. „Bieke", door Hilda Casteels (schrijf ster van een reeks „Sprookjes"). Uitgege ven door de U. M. De Eik te Borger- h o u t. „Serenade", roman door James M. Cain. Vertaald door M. Kann en M. Kann-Jolles. Een bont filmisch aandoend verhaal, dat speelt in toreadoren-omgeving, ten deele in de filmwereld en later in in richtingen te New-York. Uitgave N.V. £m. Querido U.M. te Amsterdam. „Internationaal schaaktournooi Noord- wijk 1938'1', bewerkt door Hans Kmoch. De verschillende in dit tournooi gespéélde wedstrijden treft men in dit boek, analy- seerd, aan. Verschenen bij A. W. Sijthoff's Uitg. Mij. te Leiden. Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden aangenomen door den Agent J. S. VERSPRILLE.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 7