tjïttcïule &eeuttr0cfye
HIDDELBURGSCHE COURIMT
(&GOESCHE COURANT)
Een waardige toespraak van
Chamberlain.
België neutraal.
Minister Colijn spreekt
hedenavond voor de radio.
De toestand isuitermate
critiek.
De andere stijl.
Om Tsjechosiovakije zonder meer kan Engeland
niet gaan vechten. Er zouden hoogere be
langen op het spel moeten staan,
Onze Minister-President, dr,
H. Colijn, zal hedenavond om
half negen over de drie zenders
een radiorede houden.
De Britsche vloot ge
mobiliseerd.
Troepenvervoer te Berlijn
Hongarije mobiliseert.
Roosevelt stelt een inter
nationale conferentie voor
Dagblad. Uitg. N.V. DeMiddelburgsche Crt.
Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
NUMMER 228. TWEE BLADEN. WOENSDAG
28 SEPT. 1988. EERSTE BLAD. 181e JAABG.
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager.
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. ^Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 cf„
keers-
3, spr.
>pen
J. G.
Joris
N.R.V.
ideelh.
eens
Hotel
Aan-
gMpij.
Joris
>nderl.
d van
ïazaar
Joris.
Gisteren waren wij genoodzaakt bitteren
commentaar te leveren op de uitbarstingen
van anti-democratische bezetenheid, welke
de aanvoerder van het tegenwoordige Duit-
sche Rijk de geheele wereld in het gelaat
meende te moeten slingeren.
Vandaag staan ons stukken ter beschik
king van geheel anderen stijl, niet alle drie
uit het tegenovergestelde kamp: het eene
is nl. ook afkomstig van, draagt althans de
onderteekening van den heer Adolf Hitler.
Het is het antwoordtelegram van Hitier op
Roosevelt's boodschap, het zijn de redevoe
ringen van Chamberlain en Spaak en alle
drie, dus Hitler's telegram inbegrepen, zijn
ze in den stijl, waarin fatsoenlijke lieden
met elkander plegen te spreken.
Weliswaar zal buiten Duitschland wel
niemand de hierin voorkomende Hitlersche
stelling, nl., dat de verantwoordelijkheid
voor het mogelijke uitbreken van den oor
logsbrand enkel en alleen op het hoofd van
den heev Benesj geladen moet worden, aan
vaarden. Veeleer zal ieder nuchter en rede
lijk denkend mensch toch zeggen: „Gij hebt
alles gekregen, wat gij in steeds meer-
eischenden vorm hebt verlangd; het staat
door Frankrijk en Engeland gegarandeerd
vast, dat gij het in alle redelijkheid zult
krijgen; wanneer gij nu met de vuist op
tafel slaat en buldert: „en nu zal ik het
ook nog voor a.s. Zaterdag kant en klaar
thuis geleverd krijgen, of ik sla erop!", dat
dan de schuld van dat slaan toch zeer zeker
geheel en al en uitsluitend valt op het hoofd
van dengene, die dreigt, de vuist opheft en
den eersten stoot geeft.
De andere twee zeer belangrijke docu
menten zijn de redevoeringen van den no-
belen, doch klaarblijkelijk vermoeiden en
bijna wanhopigen staatsman Neville Cham
berlain en de rede, waarmede de sym
pathieke Belgische socialistische Eerste Mi
nister Spaak zich gisterenavond tot de we
reld en tot hun volk richtten.
Welk een ontzettende tragiek, welk een
fijnbesehaafde, ingehouden en beheerschte
toon, welk een vastbeslotenheid ook indien
het werkelijk om onze hoogste cultuurgoe
deren zou gaan, sprak er uit de rede van
den man, die inderdaad in alle bescheiden
heid mocht zeggen voor het oor der geheele
wereld: „Ik heb alles gedaan tot behoud
van den vrede in Europa wat één man ook
maar kan doen". Welk een volkomen ge
brek aan aggressiviteit sprak er uit zijn
realistische verklaring, dat het Britsche
wereldrijk zich niet in zijn geheel in den
strijd kon en mocht werpen, wanneer het
alleen maar ging om de belangen van een
klein, voor Groot-Brittannië bijkans onbe
kend volkje in Midden-Europa. Maar ook
en vooral: welk een vastbeslotenheid, wan
neer het niet om deze locale belangen, maar
om de groote beginselen van volkenrecht en
volkenredelijkheid zoude gaan! Dan, zoo
sprak Chamberlain, moet weerstand gebo
den worden.
En een half uur daarna, nadat zoo on
geveer alle Europeesche zenders vertalin
gen van Chamberlain's rede in allerhande
talen hadden uitgezaaid (ook veelvuldig in
het Duitsch) klonk de sonore stem van
den Eersten Minister van ons Zuidelijke broe
dervolk door de radio, sprekende tot al zijn
Belgische landgenooten. En zeggende, zoo
duidelijk als men het maar verlangen
mocht, dus zonder een uitzondering in
Z.W. richting te maken: „Het Belgische
volk wil niet andermaal het slagveld van
Europa worden", onder leiding van zijn
door heel het volk zoozeer beminden koning
is het vast besloten, steunende op zijn
prachtig leger, ditmaal België's neutrali
teit tegen iederen aanval te verdedigen, en
aan geen der belligeranten doortocht te
verleenen.
Met deze, in zoo „Schicksal schwere Stun-
de" afgelegde, ondubbelzinnige zelfstandig
heidsverklaring kan België zichzelve geluk-
wenschen en inmiddels mag men aanne
men, dat dit ook voor Nederland niet van
belang ontbloot zal zijn. Het komt ons voor,
dat Nederland en België tezamen onafhan
kelijk en neutraal te gereeder door een aan
valler, van welken kant hij ook moge ko
men geëerbiedigd zullen worden.
Maar de hoofdzaak, voor wie gisteravond
naar de radio heeft geluisterd, was, naar
ons gevoelen, toch wel het zoo verheugende
en diepgaande verschil in stijl tusschen het
gebrul van Maandagavond in het Berliner
Sportpalast, en de zeker niet minder krach
tige of indrukwekkende, beheerschte inge
togenheid en gevoelvolle redelijkheid, tot
uitdrukking gekomen in de redevoeringen
van Chamberlain en Spaak. Wij geven aan
dezen laatsten stijl onomwonden de voor
keur.
Sept.:
Gute
née.
Holly-
chten"
OPROEP VOOR DEN VREDE.
Ds. Mare Boegner, voorzitter van de
Fransche Protestantsche Federatie heeft
den aartsbisschop van Canterbury in een
telegram uitgenoodigd er bij den Paus op
ami te dringen, dat onverwijld namens alle
christelijke kerken en met steun van an
dere godsdienstgroepen een laatste be
roep op Hitier wordt gedaan en hem ge-
onaaf™rdt een rec'elijken tijd te laten,
me t ge'an(t en Frankrijk de vreedza-
TsieXU! oerlegging' van de beloften der
zekerenS ovaakscIle regeering kunnen ver-
UiflrS^^ELEN IN BELGIë.
leden der regeIrm^K- g te 16 uur zijn de
Merlot, m&f®gekrn'
ken en gezondheid en kmnenlandsche za-
van economische zaken minister
landbouw, hebben gesprS en
stelling van een burlau ^ravT-i, ■m"
en burgerlijke hulpverleend nJSf™-g
dat dit bureau van heden af m t1S'
treedt. In werking
Rijk in een corlcg ia slcrten voor haar re
kening.
„Als wij zouden moeten vechten, zou het
moeten zijn voor een ruimer inzet. Ik,
voor mij, ben een man des vredes tot in
het diepste van mijn ziel. Een conflict tus
schen naties is een nachtmerrie voor mij,
maar als ik er van overtuigd zou zijn,
dat eenigerlei natie besloten had de we
reld te regeeren door middel van vrees
voor haar kracht, zou ik beseffen, dat
zulks weerstaan moest worden. Onder zulk
een overheersching zou het bestaan van
een volk, dat gelooft in vrijheid, niet het
leven waard zijn.
,Maar oorlog is een vreeseïijk iets en
het moet ons heel goed duidelijk zijn, voor
wij er toe overgaan, dat er werkelijk groo
te dingen op het spel staan en dat het be
roep om alles te riskeeren in de verdedi
ging daarvan, als alle consequenties over
wogen worden, onweerstaanbaar is.
Voor het oogenblik verzoek ik u zoo
kalm als gij kunt de gebeurtenissen van
de paar volgende dagen af te wachten.
„Zoolang de oorlog niet begonnen is, is
er "altijd hoop, dat hij voorkomen kan wor
den en gij weet, dat ik zal waken voor den
vrede tot het laatste oogenblik."
De Engelsche minister-president Cham
berlain heeft gisteravond een radio-toe
spraak tot het Engelsche volk gehouden,
waarin hij onomwonden maar waardig den
somberen toestand schetste, waarin ons
werelddeel zich op het oogenblik bevindt.
Hij deelde mee, dat hij vandaag in het
parlement een volledige uiteenzetting zal
geven van de gebeurtenissen, welke geleid
hebben tot den huidigen benarden, kritie
ken toestand. Een vr.oegere verklaring zou
niet mogelijk geweest zijn, „toen ik heen
en weer vloog over Europa en dé omstan
digheden van uur tot uur veranderd. Van
daag is er een kort oogenblik van kalmte
en ik wil nu een paar woorden zeggen tot
de jonge mannen en vrouwen van Enge
land en het Rijk en misschien tot anderen
evengoed.
„Ik moet eerst iets zeggen tot hen, die
geschreven hebben aan mijn vrouw of mij
zelf deze weken om ons te getuigen van
hun dankbaarheid voor mijn pogingen en
ons te verzekeren van hun dankbaarheid
voor mijn succes. De meeste dezer brieven
kwamen van vrouwen, moeders of zusters
van onze eigen landgenooten, maar er zijn
er talloozen andere bij uit Frankrijk, Bel
gië, Italië, zelfs uit Duitschland. Het was
hartverscheurend te lezen van de groeien
de ongerustheid, welke zij onthullen en van
de intense opluchting toen zij te spoedig
dachten, dat het gevaar van oorlog voorbij
was."
Chamberlain ging voort: „Op dit oogen
blik zie ik verder niets, dat ik nuttigerwijs
zou kunnen doen op den weg van bemid
deling."
Met merkbare ontroering vervolgde
Chamberlain: „Hoe verschrikkelijk, hoe
fantastisch ongelooflijk is het, dat wij
loopgraven aanleggen en gasmaskers pas
sen om een twist in een verafgelegen land
tusschen menschen van wie wij niets afwe
ten.
Het lijkt schier onmogelijk, dat een twist,
welke reeds in beginsel is geregeld, het
onderwerp van een oorlog zou worden. Ik
kan wèl~de redenen begrijpen waarom de
Tsjeehoslovaaksche regeering zich niet in
staat aciitte de voorwaarden te aanvaar
den, welke haar zijn voorgelegd in hei
Duitsche memorandum. Ik heb na mijn
bespreidngên het gevoel, dat het mogelijk
zou zijn als ons slechts tijd werd gelaten
om regelingen te treffen.
„Gij weet alreeds, dat ik alles gedaan
heb, wat één man doen kan om dezen
twist te beslechten. Na mijn bezoeken aan
Duitschland besef ik levendig, hoezeer Hit-
Ier voelt, dat hij als kampioen voor de
zaak der Duitschers, aan wier grieven tot
dusver niet tegemoet is gekomen, moet
optieden. Hij heeft mij particulier gezegd
en het gisteravond in het openbaar her
haald, dal de regeling van de Sudeten-
Duitsche kwestie het einde zou zijn van
Duitschlands territoriale eischen in Euro
pa.
Na mijn eerste bezoek te Berchtesgaden
deed ik mededeeling van de voorstellen aan
de Tsjechische regeering, welke in wezen
gaven, van wat hij wenschte en ik was
volkomen verrast toen ik in Duitschland
terugkeerde, dat hij er op stond, dat het
gebied onmiddellijk zou worden afgedragen
en onmiddellijk bezet door Duitsche troe
pen, zonder dat vooraf regelingen waren
getroffen ter beveiliging van de menschen
in het gebied, die geen Duitschers zijn en
niet bij het Duitsche Rijk wenschen te ko
men.
„Ik moet zeggen, dat ik deze houding
onredelijk vind. Voor het geval dit mocht
voortvloeien uit eenigen twijfel, welken
Hitier koestert nopens de bedoelingen
van de Tsjeehoslovaaksche regeering om
haar beloften na te komen en het gebied
af te staan, bood ik uit naam van de Brit
sche regeering een waarborg aan voor haar
woorden en ik ben er van overtuigd, dat
de waarde van onze belofte nergens onder
schat kan worden.
„Ik zal de hoop op een vreedzame op
lossing, noch mijn pogingen voor den vre
de opgeven, zoolang er eenige kans op
vrede overblijft. Ik zou niet aarzelen zelfs
een derde bezoek aan Hitier te brengen,
als ik dacht, dat het eenig goeds zou uit
richten, doch op dit oogenblik, zie ik verder
niets, dat ik nuttigerwijs doen kan op den
weg van bemiddeling."
„Intusschen zijn er zekere dingen, welke
wij in eigen land kunnen en moeten doen.
Chamberlain zete daarop uiteen, dat er
nog altijd vrijwilligers noodig zijn voor
voorzorgsmaatregelen tegen luchtaanval
len, brandweren, politiediensten en terri
toriale eenheden en hij' vroeg mannen en
vrouwen gelijkelijk hun diensten aan te
bieden.
Chamberlain vervolgde: „Wees niet ont
daan, als gij verneemt, dat er mannen zijn
opgeroepen om de verdedigingswerken te
gen luchtaanvallen of schepen te beman
nen. Dit zijn slechts voorzorgsmaatregelen,
gelijk een regeering in tijden als deze moet
nemen, maar zij behoeven niet noodzake
lijkerwijs te beteekenen, dat wij tot een
oorlog hebben besloten, of dat de oorlog
onmiddellijk voor de deur staat.
„Hoezeer wij ook sympathie moeten
koesteren voor een kleine natie, welke be
dreigd wordt door een grooten, machtigen
nabuur, wij kunnen onder geen omstandig
heden op ons nemen het heele Britsche
De Belgische minister van buitenlandsche
zaken Spaak, heeft gisteravond een radio
rede gehouden, waarin hij o.m. het volgen
de zeide:
Donkere wolken hebben zich aan den
Europeeschen hemel samengepakt. De men
schen van 1914 maken opnieuw de uren
door, die zij meenden voor altijd te hebben
kunnen vergeten.
President Roosevelt heeft een prachtige
boodschap van vrede en verzoening de we
reld ingezonden. De 8 millioen Belgen scha
ren zich bij de 130 millioen Amerikanen.
Hoe rechtvaardiger een zaak is, hoe min
der geweld noodig is om haar te doen ze
gevieren. Laten zij, die op dit uur het lot
van hun volk en van de geheele mensch-
heid in de hand hebben, zich door deze ge
dachte laten leiden. Laten zij een laatste
poging doen, den vrede te redden. De ge
heele wereld zal aan hun zijde staan.
In deze weken van ernstige internati
onale spanning, heeft België zich steeds aan
zijn onafhankelijkheidspolitiek gehouden en
deze versterkt. Thans richten de Belgen
dankbaar den blik naar den Koning, die
twee jaar geleden duidelijk den weg heeft
gewezen, die gevolgd diende te worden. De
Belgische regeeringen, die elkaar sedert
dien zijn opgevolgd, hebben alle een realis
tische en tegelijkertijd eerlijke buitenland
sche politiek gevoerd. Zij hebben gewild,
dat België in West-Europa zijn traditi-
oneele en vreedzame rol speelt.
Al haar pogingen zijn erop gericht ge
weest, dat ons grondgebied niet nogmaals
het slagveld van Europa wordt. Hiervoor is
het noodig, dat wij onafhankelijk en sterk
zijn. Dit zijn wij thans.
Onze groote naburen hebben onze poli
tiek begrepen en haar goedgekeurd. Alle in
lichtingen, die wij den laatsten tijd ontvan
gen hebben stellen ons in staat, te zeggen,
dat de verplichtingen, die zij op zich geno
men hebben, zullen worden nagekomen.
Van onzen kant zijn wij vastbesloten ons
grondgebied tegen iederen aanval te verde
digen en niet toe te staan, dat het een
doorgangsweg wordt. Ons prachtig leger is
op het oogenblik werkelijk het bolwerk van
onze onafhankelijkheid, zoowel als onze
vredeskans.
Minister Spaak besloot met het volk tot
eenheid aan te sporen en de overtuiging uit
te spreken, dat België deze moeilijke uren
goed door zal komen.
TOKIO VERWONDERD OVER
BERLIJN!
De gerustheid, die in Japansche kringen
ten aanzien van de Europeesche crisis heeft
geheerscht, schijnt aldus Havas, de jongste
24 uur aan het wankelen te zijn gebracht.
De commentaren in politieke kringen en in
de hoofdartikelen der Japansche bladen,
alsmede de zwakke houding van de beurs
te Tokio, laten een zekere ongerustheid
doorschemeren.
Japan begint er aan te twijfelen, of een
Europeesch conflict, zoo het thans mocht
uitbreken, wel voordeelig voor dit land
zou zijn; men vreest een sterke verminde
ring van den invoer van oorlogsmateriaal,
alsmede van petroleum, ijzer en staal.
In de commentaren van politieke kringen
en van de bladen te Tokio komt een zekere
verwondering tot uiting over den omvang
van de jongste Duitsche eischen.
Verscheidene bladen zooals de „Asahi
Sjimboen" en de „Sjoegai Sjogyo" uiten nu
hun sympathie voor Tsjechosiovakije, welk
land zij kort geleden nog beschuldigd had
den een haard van bolsjewisme te zijn.
De „Asahi Sjimboen" verwondert er zich
over, dat de crisis voortduurt hoewel het
principe van de afscheiding van het Sude-
tenland reeds algemeen is aanvaard. Het
blad eindigt aldus: „Wij gelooven niet, dat
de meeningsverschillen over de methode
van overdracht een voldoende reden kun
nen zjjn om een nieuwen Europeeschen oor
log te ontketenen."
Het ziet er helaas naar uit, dat niets
meer zal kunnen beletten, dat Duitschland
geweld jegens Tsjechosiovakije gaat gebrui
ken. De pogingen, welke sir Horace Wilson,
de bijzondere boodschapper der Engelsche
regeering, gisteren te Berlijn heeft gedaan,
om alsnog concessies van Hitier los te krij
gen, moeten zijn mislukt. Gisteravond is hij,
naar Reuter meldt, met leege handen te
Londen teruggekeerd.
Uit de Engelsche hoofdstad werd van
ochtend gemeld, dat men daar de dag van
heden reeds met groote bezorgdheid tege
moet zag. Zulks o.a. in verband met ge
ruchten, dat Duitschland vandaag nog zou
gaan mobiliseeren, indien om 2 uur vanmid
dag de Tsjeehoslovaaksche regeering het
ultimatum van Hitier niet zou hebben aan
vaard. Uiteraard zou zulk een mobilisatie
niet beteekenen, dat het Duitsche leger on-
middelijk dus nog voor 1 October
Tsjechosiovakije gaat aanvallen, doch als ze
eenmaal heeft plaats gehad, is een ontke
tening van een catastrofe vermoedelijk niet
meer te voorkomen.
Hoe critiek de toestand is, blijkt uit het
feit, dat de Engelsche admiraliteit gister
avond laat besloten heeft de vloot te mo
biliseeren.
In de verklaring van de admiraliteit
wordt gezegd, dat tot de vlootmobilisatie
zuiver bij wijze van voorzorgsmaatregel is
bèsloten, waarop dan instructies volgen, die
hedenochtend ter algemeene kennis zijn ge
bracht.
Uit de door de admiraliteit gegeven bij
zonderheden blijkt, dat het geen totale mo
bilisatie is, daar een aantal reservisten nog
niet wordt opgeroepen. Echter is de reserve
der klasse B of de koninklijke vlootreserve,
die thans moet opkomen, veel belangrijker
dan de koninklijke marine reserve, die pas
in het uiterste geval en als aanvulling
wordt opgeroepen.
Havas meldt uit Berlijn:
Talrijk gemotoriseerde militaire afdeelin-
gen zijn gisteren en vandaag door Berlijn
getrokken. Zij trokken langs de hoofdstra
ten, de Charlottenburger Strase en de Wil-
helmstrasse van het Westen naar het Zuid
westen. Het voorbijtrekken duurde uren.
Bezorgdheid onder het Duitsche
volk.
Nader meldt Havas:
Gedurende meer dan vijf uur zijn giste
ren gemotoriseerde troepen van alle wa
pens door Berlijn getrokken. De soldaten
droegen noch op de kraag, noch op de pet
een nummer. Ook de nummers van de
auto's waren bedekt. De talrijke menigte
op de trottoirs sloeg dit ononderbroken
voorbijtrekken der oorlogsmachines zonder
geestdrift en zelfs met ongerustheid gade.
Onder de bevolking neemt de bezorgdheid
van uur tot uur toe, en de aankondiging
van een rede, die Goebbels hedenavond in
den Lustgarten zal houden, op dezelfde
plaats waar in 1914 een soortgelijke betoo
ging in tegenwoordigheid van den Keizer
werd gehouden, draagt er niet toe bij, deze
bezorgdheid weg te nemen.
Reuter meldt uit Belgrado:
Hongarije is begonnen te mobiliseeren. Er
speelden zich dezelfde tooneelen af als in
Tsjechosiovakije, doch op veel kleiner
schaal, terwijl elke geestdrift ontbrak.
Ook militairen in Italië
opgeroepen.
Havas meldt uit Rome:
Ofschoon in Italië officieel nog geen en
kele maatregel van militairen aard is geno
men, zijn talrijke officieren en specialisten
individueel opgeroepen.
Voorts hebben de banken order gekregen,
geen buitenlandsche deviezen meer te le
veren.
Zes lichtingen in België
onder de wapenen.
Ten aanzien van de militaire voorzorgs
maatregelen in België schrijft de „Dernière
Heure" dat thans zes lichtingen, ieder van
ongeveer 45.000 man, dus in totaal 270.000
man onder de wapenen zijn geroepen. Van
deze lichtingen bevonden zich reeds 20.000
man onder de wapenen, zoodat 250.000 spe
ciaal zijn opgeroepen.
De Engelsche Arbeiderspartij richt
boodschap tot het Duitsche volk.
De nationale raad der Engelsche Arbei
derspartij heeft besloten, een boodschap tot
het Duitsche volk te richten, waarin dit
wordt gevraagd, al zijn invloed aan te wen
den om de Duitsche regeering ervan te
weerhouden „Europa nogmaals in de gru
welen van een massale slachtpartij te stor
ten" om zaken, die zeer goed op vreedzame
wijze kunnen worden geregeld.
President Roosevelt heeft opnieuw een
beroep gedaan op Hitler ten gunste van
den vrede. Hij stelt het houden van een
internationale conferentie voor tot regeling
van de geschillen in Europa.
Roosevelt heeft zijn tweede telegram aan
Hitier vannacht te drie uur verzonden. Het
besluit daartoe werd genomen na een be
spreking tusschen den president en ambte
naren van buitenlandsche zaken. In zijn
boodschap doet de president een beroep op
Hitier, om de onderhandelingen tot eiken
prijs voort te zetten en stelt hij het onmid
dellijk bijeenkomen voor van de mogendhe
den die een direct belang hebben bij het
Tsjeehoslovaaksche vraagstuk. Hij ver
klaart: „Het lot van de wereld van heden
en morgen staat op het spel".
Het Amerikaansche kabinet heeft zich
gisteravond bezig gehouden met het bestu-
deeren van de houding der Vereenigde Sta
ten ingeval van een conflict. Men heeft de
ze houding bezien in het licht der bestaande
wetgeving, de Johnson-wet en de neutrali-
teitswet. Het is duidelijk, dat de president
de neutraliteitswet eigenlijk niet zal kun
nen negeeren. Niettemin is het boven eiken
twijfel verheven, gezien de gevoelens van
den president en de meerderheid zijner om
geving, dat men alle middelen heeft bestu
deerd om de democratieën een zoo groot
mogelijken steun te verleenen.
De tekst van den oproep.
De tekst van Roosevelt's tweeden oproep
tot Hitier luidt als volgt.
„Ik stel er prijs op U in kennis te stellen
van de ontvangst van het antwoord van
Uwe Excellentie op mijn telegram van 26
September. (In dit antwoord geeft Hitier
zijn bekende opvattingen inzake het Sude-
ten-Duitsche probleem en schuift hij alle
schuld op Benesj. Red.) Ik was er ze
ker van, dat gij mijn meening aangaande de
onoverzienbare gevolgen en het onbereken
bare onheil voor de geheele wereld, indien
een Europeesche oorlog zou uitbreken,
zoudt deelen. Het gaat er thans niet om te
weten, of in het verleden vergissingen of
onrechtvaardigheden begaan zijn. Wat thans
op het spel staat, is het lot van de wereld,
zoowel dat van heden als dat van morgen.
De wereld vraagt ons, leiders van naties,
onze hooge functie, die daarin bestaat, dat
wij de volken tot welvaart brengen zonder
hun daarvoor de verminking en den dood
van millioenen burgers op te leggen, te ver
vullen. Men heeft in den wereldoorlog den
vrede niet kunnen herstellen door zijn toe
vlucht tot geweld te nemen. De overwin
ning en de nederlaag waren even onvrucht
baar. Deze les had de wereld zich ter harte
behooren te nemen. Op grond daarvan
vooral heb ik op 26 September mijn beroep
gedaan op Uwe Excellentie, op den Tsjecho-
Slovaakschen president en op de eerste mi
nisters van Engeland en Frankrijk. Ik heb
er toen op aangedrongen, dat alle geschil
len tusschen de Duitsche en de Tsjechische
regeering langs vreedzamen weg kunnen
en moeten worden geregeld en dat de be
dreiging met geweld een algemeenen oor
log zou kunnen doen ontstaan. Deze be
dreiging is even nutteloos als niet te recht
vaardigen. Het is dan ook van het aller
grootste belang, dat de onderhandelingen
zonder onderbreking worden voortgezet tot
een billijke en opbouwende oplossing is
verkregen. Mijn meening aangaande deze
beide punten is nog versterkt, want verant
woordelijke staatslieden hebben officieel
verklaard, dat in principe overeenstemming
tusschen de regeeringen van Duitschland
en Tsjechosiovakije was verkregen, hoewel
nog een regeling moest worden getroffen
ten aanzien van den tijd, de methode en de
bijzonderheden der procedure, welke mee
ningsverschillen er ook mogen bestaan en
wat. ook de waarde der argumenten mag
zijn. Ik zal deze argumenten niet opsom
men en behoef dat ook niet te doen. Mijn
oproep wilde slechts een voortzetting der
onderhandelingen, totdat er een vreedzame
regeling in zicht komt, en zoo het aanwen
den van geweld wordt vermeden.
De huidige onderhandelingen zijn niet on
derbroken. Indien U het zegt, kunnen zjj
worden voortgezet. Indien het noodig is,
ze aan te vullen, zou niets in den weg
staan hun doel uit te breiden in een con
ferentie van alle landen, weike recht
streeks bij dit conflict betrokken zijn.
Deze ontmoeting zou kunnen gehouden
worden in een of andere neutrale streek
van Europa. Zij zou gelegenheid geven
deze kwestie en alle daarmee samenhan
gende kwesties op te lossen in een geest
van rechtvaardigheid en billijkheid en,
naar menschelijke berekening, op een meer
permanente wijze. Voortzetting der on
derhandelingen blijft, naar mijn meening,
de eenige methode om het vraagstuk ter
stond op hechte basis op te lossen. Indien
U in zulk een vreedzame oplossing toe
stemt, zullen honderden millioenen men
schen over de geheele wereld daar ben
ik van overtuigd erkennen, dat dit ge
baar van U de in de geschiedenis aan de ge
heele menschheid verleende diensten over
treft. Sta mij toe jegens U uitdrukking te
geven aan mijn nederige meening, dat de
geschiedenis, elke man, elke vrouw en elk
kind, waarvan het leven in den, dreigenden
oorlog verloren zou gaan ons allen ver
antwoordelijk zou stellen, indien wij het
geringste beroep, dat gedaan wordt om
zulk een oorlog te vermijden, zouden ver-
waarloozen. De regeering der ''Vereenigde
Staten, zoo besluit Roosevelt zijn oproep,
heeft geen politieke verplichtingen in Eu
ropa en is niet voornemens eenige ver
plichting in den loop der huidige onderhan
delingen op zich te nemen. Evenwel erken
nen wij onze verantwoordelijkheid als we
reldburgers. Het geweten en de dringende
wensch van het volk in mijn land eischen,
dat de stem van zijn regeering zich telkens
weer zal verheffen om een oorlog te-
voorkomen.