MIDDELBURGSCHE COURANT Hitler is vast besloten. S. WIENER Co. GOESCHE COURANT) Fl. 29." IP frowncïale $eetxw0cfye 0 ND Zaterdag moeten zijn eischen ingewilligd zijn, anders- En als ze ingewil ligd worden, zal Duitschland geen terri toriale eischen meer stellen. - De Führer begrijpt o. a., dat een groot volk als het Poolsche, een uitweg naar zee moet hebben. Een verklaring van Chamberlain. MANTELS SWAGGERS BONTMANTELS Furor Teutonicus. Nogmaals op vreedzame regeling aangedrongen. De verklaring heeft indruk te Berlijn gemaakt. CHIQUE MANTEL MIDDELBURG Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt. Bureauxte MIDDELBURGSt. Pieterstr. 28, Telefoon Redactie 269, Administratie 139; te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes f 2.30, elders f 2.'50 per kwartaal. Week abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct. NUMMER 237. TWEE BLADEN. DINSDAG 27 SEPT. 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARG. I j. -— xi BETA. iï98. UjiKsiii JUIOU. uie «asnu. Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager. Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct, Nog tuiten ons de ooren van het gebrul, gekrijsch en gejoel dat gisteravond uit den luidspreker kwam, telkenmale de redevoe ring van den Duitschen Rijkskanselier Hit- Ier onderbrekende. Maar op de vraag: oorlog of vrede, heeft ook deze daverende donderredevoering gelukkig n°S geen beslissend antwoord gegeven. Of het uit een laatste restje ge voel van betamelijkheid was, öf dat het voortsproot uit diepere kennis omtrent de ware gesteldheid van de, ondanks alles, toch nog wel bestaande werkelijke over tuiging van het Duitsehe volk, dan wel, tenslotte, of de allerlaatste dringende ver- toogen en boodschappen, tot den aanvoer der van het Duitsehe Rjjk gericht, onder steund door de niet te miskennen militaire maatregelen in overig Europa, van invloed zijn geweest... wie zal het zeggen? Slechts als deze periode der wereldgeschiedenis ge schiedenis zal zijn geworden, zal hierover misschien het volle licht komen te schijnen. Nu kan slechts de quasi-ingewijde met stelligheid zeggen hoe alles precies is, en voor het overige moet men afgaan op wat er, naast hetgeen geheim blijft, dan wèl uit betrouwbare bron bekend wordt. Gelukkig is dat al heel wat meer dan destijds, in de zwarte dagen van JuliAu gustus 1914Maar hoe dit ook zij, en wat er ook de diepere beweegredenen toe geweest mogen zijn: een volstrekt over rompelende beweging is er gisteravond nog niet gemaakt. De aankondiging van een onmiddellijken opmarsch over de grenzen van den Tsjechoslovaakschen staat, het welk oorlog, onmiddellijk, hard en on- meedoogend beteekend zou hebben, is nog achterwege gebleven, en Europa hééft nog tot aanstaanden Zondag respijt Als men het allerergste verwacht, dan is het uitblijven daarvan reeds een opluch ting. Wij zijn ervan overtuigd dat ook in Ne derland de klokluiders voor de algemeene mobilisatie gisteravond met het klokketouw in de hand gereed gestaan hebben. Onze minister-president, zelf oud-soldaat, is er de man niet naar onder zulke omstandig heden te aarzelen. Hetwelk trouwens misdadig zoude zijn. Gelukkig is onze mobilisatie echter nog uitgebleven. Al is Nederland paraat. Het ware terloops opgemerkt wellicht beter, dat ook aan onze voorbereidende verdedigingsmaatregelen wat meer open bare bekendheid gegeven werd, dan thans het geval is, beter ter geruststelling onzer eigen bevolking, beter ook tegenover de publieke opinie in het buiten land, die o.i. terdege dient te weten, dat Nederland bereid is, zich ten. deele al gereed gemaakt hééft en op het eerste tee- ken, dat zulks noodig zal zijn, zich vol komen gereed zal stellen om, als in 1914, zijn onafhankelijkheid met de wa penen te verdedigen. Maar, toch is het met een zucht van ver lichting dat men, na de hysterische Treue Schwur van 't ministerke Goebbels, de ra dio afzette met het bewustzijn: nog geen onmiddellijke oorlog dus, nóg is er hoop, dat de brand in Europa niet zal uitbreken! Als het echter zonder brandschade zal afloopen, dan zal de Duitsehe Rijkskanse lier zich den hiervoor verdienden lauwer tak zeker niet op de borst mogen spelden naast de vele, niet van gebrek aan zelf bewustzijn en gevoel van eigenwaarde ge tuigende andere lauwertakken, waarmede hij zichzelven in zijn rede van gisteravond reeds bekranste. Als het vrede blijft, als de Tsjechoslo- vaaksche zaak in der minne inplaats van met wapengeweld geregeld zal worden, dan is dat uitsluitend te danken aan de Tsjecho- slovaaksche, Britsche en Fransche staats lieden, die niet alleen het opzichzelf reeds zoo moeilijke probleem hebben moeten op lossen, maar die bovendien hebben moeten kampen tegen de eiken dag maar weer ont ketende brute krachten, ontsproten aan een even verderfelijk als meesterlijk gevoerde Duitsehe propagandacampagne. Hier juist ligt zoowel de groote kracht als het groote gevaar der nazistische metho de: zij steunt op het massagevoel, maar de ontketende massa kan een monster worden, hetwelk zich zelfs tegen zijn beminden tem mer keert. Dat ook, zoo het den temmer zélf niet aanvalt, hem toch o zoo makkelijk uit de hand kan loopen, en stukken en brok ken kan maken. Die de temmer misschien uiet gewild heeft. Maar die hij, als hij een tem*: ea ervaren temmer was geweest, niet- m had moeten kunnen voorzien! executie ?plucbting over het uitstel van tot afstel ZTS- naar m6n h°pen mag' van ontzett' 1(Jen, ontstaat er een gevoel nazi-wijze van °Ver het peil' waartoe de klaarblijkelijk anS°litiek bedrijven voert' meer als b v°eren, wanneer zij niet gehouden wordt NedeHand - in toom cratische pariemental beSchaafd"demo" groote trekken, dl6'nf nog heeft Vf-rtrouwen des volks wifsgeer^dlldp Jtvt°°P Van dien nobelen ZSVhPr, ot f 8r 18 Van den Tsjecho- Ïfmw I r e? l!et "Herr Benesj", zooais Hitier het met alle verachtine- wêl- hooSndn nt 1°" legg6n' smale'nd en vaaksch 'T p ans Tsjechoslo- dee? j ln Londen is. heeft zijn oor- teeenoH n D,Ultsehen Rijkskanseliers rede gebracht- r als vol£t onder woorden is"DzVede< *e ik vanavond heb gehoord, chaad lgel0,0fI'k onbe- jwlaaid en schoktonj .o-* trotsch ben op het besluit van mijn regee- mg om een krachtige houding aan te ne- Eestefe, de. verwekkers van een geestes- tUDrtteeve'rmetigen.^ Europeesche cul' 1 oordeel zal ieder beschaafd mensch, die het schandelijke gescheld op den nabuur- staat en deszelfs grondwettig hoofd gister avond in de radio mede aanhoorde, moeten onderschrijven. Het was één volksmisleiding en volks- opzweeperij door den met bovenmensehelij- ke gevoelens aanschouwden, ja welhaast aanbeden aanvoerder: Adolf Hitler. Het was geen roep meer tot de mach ten van redelijkheid, recht en menschelijk- heid, het was een oproep tot ontketening van de laaiendste krachten van den furor teutonicus. s* Mogelijk speelt Hitier poker. Mogelijk meent hij, dat Europa nóg meer spanning verdragen kan, zoodat hij, door een tot razernij opgezweept volk-onder-de- wapenen met het geweer in den aanslag aan zijn grenzen te zetten, heel overig Euro pa zooveel vrees zal kunnen inboezemen, dat hij ook de volledige vervulling van dezen naar zijn zeggen laatsten terri- torialen eisch-in-Europa ingewilligd zal krijgen. Maar, al ware dat zoo, en al mag en moet men dan aan den eenen kant zeker dank baar zijn voor het sparen van misschien millioenen menschenlevensde mensch- heid zal dan niettemin toch groot verlies te boeken gehad hebben. Want het kan niet in de richting eener goede evolutie dezer menschheid liggen, wanneer de brute kracht, ook zonder den steun van recht en rede achter zich, des alniettemin de overhand blijft houden na Abessynië, na Oostenrijk, zoo aanstonds na Tsjechoslovakije Er moet, zelfs ten koste van een oor log, een oogenblik komen waarop de men- schelijkheid, de redelijkheid en het gevoel voor billijkheid en recht tot den aanhan ger der geweldspolitiek zeggen: nu is het uit. Als zij er de middelen toe hadden gehad, ware het oogenblik tot het uitspreken van dit „neen" er reeds bij de Abessijnsche quaestie geweest; het is de vraag, of het niet in elk geval in den aanvang van het Sudetenduitsche conflict gesproken had moeten worden. Maar als het in een nabije toekomst niet eens gezegd wordt, zoo on miskenbaar duidelijk en met zulk een on- wrikbaren wil tot de verwezenlijking er van er achter, dat zelfs de tegenwoordige Duitsehe staatslieden het gaan gelooven dan zien wjj het donker in. Men moet een ieder in zijn eigen tale toe spreken. En het Duitsehe natipnaal-socialisme ver staat klaarblijkelijk alleen de taal van den gepantserden vuist en van de redevoering op zijn Hitlersch. Ergo Gisteravond te acht minuten over acht (Ned. tijd) kwam Adolf Hitler, vergezeld van Goering, in het Sportpaleis te Berlijn aan, toegejuicht door een ontelbare menig te. Te kwart over acht opende minister Goebbels de vergadering. Te half negen besteeg Adolf Hitler het spreekgestoelte voor het uitspreken van zijn rede. Hij begon met er aan te herin neren, dat hij 22 Februari jl. in den rijks dag voor het eerst zijn eischen heeft ge steld; het land heeft dit gehoord en heeft de eischen begrepen. Ten tweeden male heeft hij de eischen gesteld in den rijks partijdag te Neurenberg. Thans treedt spreker evenwel voor het geheele volk en spreekt hij tot het geheele volk, zooais in de dagen van strijd. Er mag thans geen twijfel meer bestaan. Op het oogenblik spreekt geen leider of een man, doch het geheele Duitsehe volk. Spreker weet, dat het geheele volk woord voor woord met hem instemt. De andere staatslieden mo gen bij zichzelf te rade gaan, of dit ook bij hen het geval is. Het vraagstuk, dat op het oogenblik de wereld bezig houdt, is niet Tsjechoslovakije, doch „de heer Benesj." In dezen naam is alles vereenigd, wat heden millioenen men sehen vervult. Nog eenmaal wil spreker in het kort het doel van de Duitsehe po litiek uiteenzetten. Het Duitsehe volk wil geen ariaere volken onderdrukken, het wil geen andere volken onder zich zien, het wil op zijn eigen wijze zalig worden, de anderen moeten het op hunne wijze doen. De buitenlandsche politiek moet het volk dienen, het bewaren en voor zijn bestaan in het krijt treden. Spreker herinnerde vervolgens aan het verdrag van Versailles en wees er op, dat Duitschland thans weer groot en sterk is en dat het dit alleen dankt aan zijn eigen kracht. De buitenwereld heeft gepoogd Duitsch land zoo lang mogelijk te onderdrukken. Het Duitsehe volk koestert evenwel geen haat tegen andere landen. Zij zijn niet verantwoordelijk. De verantwoordelijkheid draagt slechts een kleine groep internati onale gelukzoekers, die er niet voor terug schrikken geheele volken in dienst te stellen van hun eigen belangen. De Duitsehe liefde tot den vrede is be kend. Nauwelijks was de Führer begonnen met de actie voor de gelijkberechtiging van Duitschland, of hij heeft een reeks voorstellen gedaan tot het beperken van de bewapening. Indien de anderen dit ook zouden doen, wilde Duitschland geheel ont wapenen. Men heeft hierover zelfs niet ge sproken. Vervolgens heeft spreker voorgesteld, indien de anderen hierin eveneens zouden toestemmen, het leger te beperken tot 200.000 man; ook dit werd afgewezen. Daarna is voorgesteld alle zoogenaamde aanvalswapens, zooals vechtwapens, bom- bardements-vliegtuigen en zware artillerie af te schaffen. Dit werd eveneens afgewe zen. Spreker ging verder en stelde voor een leger van driehonderdduizend man voor alle staten. Ook dit werd afgewezen, evenals alle andere voorstellen tot beper king van de bewapening. En na twee jaar steeds afgewezen te zijn, gaf spreker het bevel de Duitsehe weermacht' op te bouwen en thans is een leger gereed, zooals de wereld nog niet heeft gezien. Milliarden zijn hiervoor uit gegeven. Het leger is met de meest mo derne wapenen uitgerust. Spreker zeide vervolgens, dat hij een practische vredes-politiek heeft gevoerd. Ik heb, aldus spreker, al die schijnbaar onoplosbare problemen ter hand genomen met den vasten wil, ze, indien eenigszins mogelijk, op te lossen, zelfs op gevaar af van meer of minder ernstige Duitsehe con cessies. Ik ben zelf oud-strijder en weet, hoe zwaar de oorlog is. Ik wilde het Duitsehe volk hiervoor sparen. Het moeilijkste probleem, waarvoor ik mij gesteld zag, was de verhouding van Duitschland tot Polen. Ik weet zeer goed, dat het mij alleen niet gelukt zou zijn, wanneer destijds Polen een democratische grondwet zou hebben gehad. In Polen was echter geen democratie, doch een man. Met hem gelukte het in nauwelijks een jaar een overeenkomst te sluiten, die voorloopig voor den tijd van tien jaar het gevaar van een botsing uit schakelde. Wij allen zijn er van overtuigd, dat dit verdrag echter een duurzame vrede ten gevolge zal hebben. Ik heb zeer wel begrepen dat een volk van 33 millioen zie len een uitweg naar zee wil hebben. Ik heb in dien tijd ook getracht, met de andere naties geleidelijk goede en duurzame betrekkingen tot stand te bren gen. Wij hebben er in het geheel geen be lang bij, op eenigerlei wijze den vrede te verstoren. Ik ben verder gegaan en heb Engeland de hand geboden. Ik heb er vrijwillig van afgezien, ooit weer in een vlootconcurren- tie te treden. Een ding is hier voorwaarde. Het gaat niet aan, dat het eene deel zegt: ik wil nooit meer oorlog en tot dit doel bied ik U aan, dat ik vrijwillig mijn be wapening tot 35 procent beperk, terwijl het andere deel verklaart: van tijd tot tijd zal ik toch weer oorlog voeren, wanneer het mij schikt. Dat gaat niet. Zulk een overeenkomst is moreel slechts dan mo gelijk, wanneer beide volken elkaar plech tig beloven nooit meer met elkaar oorlog te voeren. Duitschland heeft dezen wil. Wij willen hopen, dat in het Engelsche volk diegenen den overhand krijgen, die van denzelfden wil zijn. Ik ben verder gegaan. Ik heb Frankrijk direct na de teruggave van het Saargebied aan Duitschland verklaard, dat er thans in het geheel geen geschillen tusschen Frankrijk en ons bestaan. Ik heb gezegd, dat Elzas Lotharingen voor ons niet meer bestaat. Hier zijn twee groote volken, die willen arbeiden en zij willen beide leven, en zij zullen het beste leven als zij samen werken. Ik heb mij hierna op een nieuw probleem geworpen, dat gemakkelijker op te lossen was als de andere, de verhouding van Duitschland tot Italië. Deze verhouding is over verdragen en verbonden heen tot een werkelijk krachtig hartsverbond geworden. Boven alles staat bij ons ten slotte het be lang van onze volken als geheel. Dit be lang echter heet: in vrede te kunnen ar beiden. Twee problemen waren overgebleven. Fier moest ik een voorbehoud maken. Tien millioen Duitschers bevonden zich buiten de rijksgrens. Dit getal van tien millioen is geen kleinigheid. Het gaat om een vierde van het aantal, dat Frankrijk als inwoners telt en wanneer Frankrijk veertig jaar lang zijn aansprake lijkheid op de paar millioen Franschen in Elzas Lotharingen nooit opgegeven heeft, dan hebben wij het recht onze aanspraken op deze tien millioen Duitschers te handhaven; en ergens is er een grens, een grens, waar de toegeeflijkheid moet opaouden, daar zij anaers tot een verderfelijke zwakte zou Gisteravond laat is de volgende verkla ring van den Britschen minister-president gepubliceerd: „Ik heb de rede van den Duitschen rijkskanselier gelezen en ik waardeer hetgeen hij gezegd heeft over de pogingen, die ik gedaan heb om den vrede te redden. Ik kan deze pogingen niet opgeven, aan gezien het mij ongelooflijk voorkomt, dat de Europeesche volken, die geen oorlog met elkaar willen, in een bloedigen strijd zouden kunnen worden gewikkeld, over een kwestie waaromtrent reeds in aanzienlijke mate overeenstemming is bereikt. Het schijnt, dat de rijkskanselier er geen vertrouwen in heeft dat de gedane belof ten zullen worden nagekomen. Deze belof ten werden niet rechtstreeks aan de Duit sehe regeering gedaan, doch in de eerste in stantie aan de Britsche en de Fransche re geering. Uit naam van de Britsche regeering ver klaar ik, dat wij ons moreel verplicht ach ten er op toe te zien, dat de beloften eerlijk en volledig worden nagekomen, en wij zijn bereid er voor te zorgen, dat zij op dusdani ge wijze met allen redelijken spoed worden uitgevoerd, mits de Duitsehe regeering toe stemt in een regeling van de voorwaarden der gebiedsoverdracht door onderhandeling en niet door geweld. Ik vertrouw, dat de rijkskanselier dit voorstel, dat gedaan wordt in denzelfden geest van vriendschap, als waarin ik in Duitschland werd ontvangen, en dat, indien het aanvaard wordt in overeenstemming zal zijn met den Duitschen wensch tot aan sluiting van de Sudeten-Duitschers bij het Duitsehe rijk, zonder dat in eenig deel van Europa bloed wordt vergoten, niet zal ver werpen". Reuter meldde vanmiddag uit Berlijn: In Duitsehe officieele en politieke krin gen heeft Chamberlain's verklaring diepen indruk gemaakt. Men zegt, dat nu het be langrijkste de vraag is, of het voor Duitsch land mogelijk is den respijttermijn van het Duitsehe memorandum met enkele dagen te verlengen. De verklaring van den Brit schen minister-president is nog niet in Duitschland gepubliceerd. werden. Hier was de grens, die ik niet voor bij kon. Thans staan wij voor het laatste pro bleem, dat opgelost worden moet en opge lost worden zal. Het is de laatste territori ale eisch, die ik aan Europa te stellen heb, doch het is de eisch, waarvan ik niet afwijk, en die ik, zoo God wil, zal vervullen. Hitier schilderde vervolgens de geschie denis van de totstandkoming van Tsjecho slovakije. Deze Tsjechische staat, aldus Hit- Ier, begon met den eersten leugen, de va der van dien leugen van destijds heette Benesj. Deze mijnheer Benesj trad destijds te Versailles op en begon met te verzeke ren, dat er een Tsjechoslovaaksche natie bestaat. Hij moest dezen leugen bedenken om aan het schamele aantal van zijn eigen volksgenooten een wat grooteren en daar door meer gerechtvaardigden omvang te geven. Zoo hebben de Tsjechen om te be ginnen door meneer Benesj Slovakije ge annexeerd. Daar deze staat niet levensvat baar scheen, nam men gewoonweg tegen hun zelfbeschikkingsrecht en hun zelfbe- schikkingswil drie en een half millioen Duitschers. Daar ook dit niet voldoende was, moes ten er nog meer dan een millioen Hongaren bijkomen, dan Karphaten-Russen en einde lijk nog een paar honderd duizend Polen. Wanneer ik hier tot U spreek, ben ik na tuurlijk slechts voor het lot van mijn Duit schers. Hitier beschuldigde vervolgens Benesj er van, zijn belofte den Tsjechoslovaak schen staat naar het voorbeeld van Zwit serland in kantons te verdeelen, niet te zijn nagekomen. In scherpe bewoordingen laakte hij de „terreur" waaraan de Duit schers hebben blootgestaan. De heer Benesj, aldus spreker, was vastbesloten het Deutschtum eenvoudig geleidelijk uit te roeien. En hij heeft dit ook op zekere hoog te bereikt. En tezelfdertijd werd men zich, internationaal gezien, bewust van de taak van dezen staat. Men maakte er in het ge heel geen geheim van, dat de staat er toe voorbestemd was, zoo noodig, tegen Duitschland in het veld te worden gebracht. Deze staat, die slechts een minderheid als regeering bezit, dwingt den nationaliteiten deel te nemen aan een politiek, die haar eens er toe leidt op de eigen broeders te moeten schieten. In den staat van den heer Benesj zijn de gevolgen voor de nationaliteiten gruwelijk geweest. Ik spreek slechts voor de Duit schers. In de geheele wereld en heden ten dage zien wij slechts een groote mogend heid en aan het hoofd daarvan een man, die begrip toont voor den nood van dit volk. Hij is een groot vriend: Benito Mussolini. Wat hij in dezen tijd gedaan heeft, en de houding, die dit Italiaansche volk aan- met Indisch Lamgarneering Zeer mooie en uitgebreide sorteering Nieuwe modellen en voordeelige prijzen. (Ingez. Med.) neemt zullen wij niet vergeten, en wanneer eenmaal het uur van eenzelfden nood voor Italië aanbreekt, dan zal ik het Duitsehe volk aansporen, dezelfde houding aan te ne men. Ook dan zullen niet twee staten zich verdedigen, doch een blok. Met betrekking tot de toestanden in Tsjechoslovakije vervolgde spr.: ik heb op 22 Februari in den rijksdag verklaard, dat dit anders moest worden. Benesj heeft het ook anders gedaan. Er begon nog grootere terreur. Benesj voelde zich gedekt door Frankrijk en Engeland, en vooral: Sovjet- Rusland. Zoo kwam tenslotte mijn eisch te Neurenberg. Deze eisch was volkomen dui delijk. Ik heb het toen voor de eerste maal ge zegd, dat thans het zelfbeschikkingsrecht voor deze ZVz millioen Duitschers eindelijk bijna twintig jaar na de verklaringen van president Wilson van kracht moest wor den. Benesj heeft het antwoord gegeven: nieuwe dooden, nieuwe gevangenzettingen, nieuwe arrestaties. En daarna kwam Engeland. Ik heb tegen over den heer Chamberlain ondubbelzinnig te kennnen gegeven, wat wij thans als eenige mogelijkheid eener oplossing be schouwen. Ik heb er geen twijfel over laten bestaan, dat het een eigenschap van onze Duitsehe mentaliteit is, lang en steeds weer geduldig zich iets te laten welgevallen, doch dat eens het oogenblik komt, waarop het daarmee uit is. En thans heeft Engeland, en Frankrijk heeft zich daarbij aangesloten, aan Tsje choslovakije den eenig mogelijk eisch ge steld: het Duitsehe gebied eindelijk vrij te laten en aan Duitschland af te staan. Benesj vond een uitweg. Hij gaf toe: deze gebieden moeten worden afgestaan. Wat deed hij: Niet het gebied stond hij af, doch de Duitschers drijft hij thans uit. En thans geloof ik, dat het tijdstip gekomen is, om het eens goed te zeggen. Wanneer iemand het geduld toont, zooals wij het hebben ge daan, kan men niet zeggen, dat wij belust zijn op oorlog. Dan tenslotte: Benesj heeft zeven millioen Tsjechen, doch hier staat een volk van meer dan 75 millioen. Ik heb thans een memorandum met een laatste en definitief Duitsch voorstel aan de Britsche regeering ter beschikking ge steld. Dit voorstel beoogt niets anders dan de verwezenlijking van wat Benesj reeds beloofd heeft. De inhoud van dit voorstel is zeer eenvoudig: elk gebied, dat naar het volk Duitsch is en naar zijn wil tot Duitsch land wil behooren, komt thans aan Duitsch land, weliswaar niet dan, wanneer Benesj er in geslaagd is wellicht een of twee mil lioen Duitschers verdreven te hebben, doch thans, en wel direct. Ik heb thans hier de grens gekozen, die op grond van het sedert tientallen jaren beschikbare materiaal over de verdeeling der volken en talen in Tsjechoslovakije, rechtvaardig is. Desondanks echter ben ik rechtvaardiger dan Benesj en wil ik niet de macht, die wij bezitten, misbruiken. Ik heb derhalve van te voren vastgesteld, dit gebied wordt onder de Duitsehe souvereini- teit geplaatst, daar het feitelijk in elk ge val door Duitschers bewoond wordt. De de finitieve vaststelling van de grens laat ik over aan den wil van de zich daar bevin dende volksgenooten, d.w.z. ik heb vastge legd, dat ondanks alles in dit gebied een volksstemming moet worden gehouden en opdat niemand kan zeggen, dat het niet bil lijk kan toegaan, heb ik het Saarstatuut van het Saarplebisciet als basis voor deze volks stemming gekozen. Ik ben thans bereid en was bereid, wat mij betreft in geheel Tsjechoslovakije te laten stemmen, doch daar maakten Benesj en zijn vrienden be zwaar tegen. Goed: slechts in bepaalde ge vallen. Hier toegegeven. Ik zeide Chamberlain: wanneer ge be paald wilt, dat slechts in eenige omstreden gebieden gestemd wordt mijnentwege. In elk geval dan aan deze en aan gene zijde van de grens. Ik was ook bereid, de stemming door in ternationale commissies te laten controlee ren. Ik was bereid, de vaststelling van de grens over te laten aan een Duitsch- Tsjechische commissie of door een interna-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 1