MIDDELBURGSCHE COURANT
Hitler is vast besloten.
S. WIENER Co.
GOESCHE COURANT)
Fl. 29."
IP frowncïale $eetxw0cfye 0
ND
Zaterdag moeten zijn eischen ingewilligd
zijn, anders- En als ze ingewil
ligd worden, zal Duitschland geen terri
toriale eischen meer stellen. - De Führer
begrijpt o. a., dat een groot volk als
het Poolsche, een uitweg naar zee moet
hebben.
Een verklaring van
Chamberlain.
MANTELS
SWAGGERS
BONTMANTELS
Furor Teutonicus.
Nogmaals op vreedzame
regeling aangedrongen.
De verklaring heeft indruk
te Berlijn gemaakt.
CHIQUE MANTEL
MIDDELBURG
Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt.
Bureauxte MIDDELBURGSt. Pieterstr. 28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.'50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
NUMMER 237. TWEE BLADEN. DINSDAG
27 SEPT. 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARG.
I j. -— xi BETA. iï98. UjiKsiii JUIOU. uie «asnu.
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager.
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct,
Nog tuiten ons de ooren van het gebrul,
gekrijsch en gejoel dat gisteravond uit den
luidspreker kwam, telkenmale de redevoe
ring van den Duitschen Rijkskanselier Hit-
Ier onderbrekende.
Maar op de vraag: oorlog of vrede, heeft
ook deze daverende donderredevoering
gelukkig n°S geen beslissend antwoord
gegeven. Of het uit een laatste restje ge
voel van betamelijkheid was, öf dat het
voortsproot uit diepere kennis omtrent de
ware gesteldheid van de, ondanks alles,
toch nog wel bestaande werkelijke over
tuiging van het Duitsehe volk, dan wel,
tenslotte, of de allerlaatste dringende ver-
toogen en boodschappen, tot den aanvoer
der van het Duitsehe Rjjk gericht, onder
steund door de niet te miskennen militaire
maatregelen in overig Europa, van invloed
zijn geweest... wie zal het zeggen? Slechts
als deze periode der wereldgeschiedenis ge
schiedenis zal zijn geworden, zal hierover
misschien het volle licht komen te
schijnen. Nu kan slechts de quasi-ingewijde
met stelligheid zeggen hoe alles precies is,
en voor het overige moet men afgaan op
wat er, naast hetgeen geheim blijft, dan
wèl uit betrouwbare bron bekend wordt.
Gelukkig is dat al heel wat meer dan
destijds, in de zwarte dagen van JuliAu
gustus 1914Maar hoe dit ook zij, en
wat er ook de diepere beweegredenen toe
geweest mogen zijn: een volstrekt over
rompelende beweging is er gisteravond nog
niet gemaakt. De aankondiging van een
onmiddellijken opmarsch over de grenzen
van den Tsjechoslovaakschen staat, het
welk oorlog, onmiddellijk, hard en on-
meedoogend beteekend zou hebben, is nog
achterwege gebleven, en Europa hééft nog
tot aanstaanden Zondag respijt
Als men het allerergste verwacht, dan
is het uitblijven daarvan reeds een opluch
ting.
Wij zijn ervan overtuigd dat ook in Ne
derland de klokluiders voor de algemeene
mobilisatie gisteravond met het klokketouw
in de hand gereed gestaan hebben. Onze
minister-president, zelf oud-soldaat, is er
de man niet naar onder zulke omstandig
heden te aarzelen.
Hetwelk trouwens misdadig zoude zijn.
Gelukkig is onze mobilisatie echter nog
uitgebleven. Al is Nederland paraat. Het
ware terloops opgemerkt wellicht
beter, dat ook aan onze voorbereidende
verdedigingsmaatregelen wat meer open
bare bekendheid gegeven werd, dan thans
het geval is, beter ter geruststelling onzer
eigen bevolking, beter ook tegenover
de publieke opinie in het buiten
land, die o.i. terdege dient te weten,
dat Nederland bereid is, zich ten. deele al
gereed gemaakt hééft en op het eerste tee-
ken, dat zulks noodig zal zijn, zich vol
komen gereed zal stellen om, als
in 1914, zijn onafhankelijkheid met de wa
penen te verdedigen.
Maar, toch is het met een zucht van ver
lichting dat men, na de hysterische Treue
Schwur van 't ministerke Goebbels, de ra
dio afzette met het bewustzijn: nog geen
onmiddellijke oorlog dus, nóg is er hoop,
dat de brand in Europa niet zal uitbreken!
Als het echter zonder brandschade zal
afloopen, dan zal de Duitsehe Rijkskanse
lier zich den hiervoor verdienden lauwer
tak zeker niet op de borst mogen spelden
naast de vele, niet van gebrek aan zelf
bewustzijn en gevoel van eigenwaarde ge
tuigende andere lauwertakken, waarmede
hij zichzelven in zijn rede van gisteravond
reeds bekranste.
Als het vrede blijft, als de Tsjechoslo-
vaaksche zaak in der minne inplaats van
met wapengeweld geregeld zal worden, dan
is dat uitsluitend te danken aan de Tsjecho-
slovaaksche, Britsche en Fransche staats
lieden, die niet alleen het opzichzelf reeds
zoo moeilijke probleem hebben moeten op
lossen, maar die bovendien hebben moeten
kampen tegen de eiken dag maar weer ont
ketende brute krachten, ontsproten aan een
even verderfelijk als meesterlijk gevoerde
Duitsehe propagandacampagne.
Hier juist ligt zoowel de groote kracht
als het groote gevaar der nazistische metho
de: zij steunt op het massagevoel, maar de
ontketende massa kan een monster worden,
hetwelk zich zelfs tegen zijn beminden tem
mer keert. Dat ook, zoo het den temmer
zélf niet aanvalt, hem toch o zoo makkelijk
uit de hand kan loopen, en stukken en brok
ken kan maken. Die de temmer misschien
uiet gewild heeft. Maar die hij, als hij een
tem*: ea ervaren temmer was geweest, niet-
m had moeten kunnen voorzien!
executie ?plucbting over het uitstel van
tot afstel ZTS- naar m6n h°pen mag'
van ontzett' 1(Jen, ontstaat er een gevoel
nazi-wijze van °Ver het peil' waartoe de
klaarblijkelijk anS°litiek bedrijven voert'
meer als b v°eren, wanneer zij niet
gehouden wordt NedeHand - in toom
cratische pariemental beSchaafd"demo"
groote trekken, dl6'nf
nog heeft Vf-rtrouwen des volks
wifsgeer^dlldp Jtvt°°P Van dien nobelen
ZSVhPr, ot f 8r 18 Van den Tsjecho-
Ïfmw I r e? l!et "Herr Benesj",
zooais Hitier het met alle verachtine- wêl-
hooSndn nt 1°" legg6n' smale'nd en
vaaksch 'T p ans Tsjechoslo-
dee? j ln Londen is. heeft zijn oor-
teeenoH n D,Ultsehen Rijkskanseliers rede
gebracht- r als vol£t onder woorden
is"DzVede< *e ik vanavond heb gehoord,
chaad lgel0,0fI'k onbe-
jwlaaid en schoktonj .o-*
trotsch ben op het besluit van mijn regee-
mg om een krachtige houding aan te ne-
Eestefe, de. verwekkers van een geestes-
tUDrtteeve'rmetigen.^ Europeesche cul'
1 oordeel zal ieder beschaafd mensch,
die het schandelijke gescheld op den nabuur-
staat en deszelfs grondwettig hoofd gister
avond in de radio mede aanhoorde, moeten
onderschrijven.
Het was één volksmisleiding en volks-
opzweeperij door den met bovenmensehelij-
ke gevoelens aanschouwden, ja welhaast
aanbeden aanvoerder: Adolf Hitler.
Het was geen roep meer tot de mach
ten van redelijkheid, recht en menschelijk-
heid, het was een oproep tot ontketening
van de laaiendste krachten van den furor
teutonicus.
s*
Mogelijk speelt Hitier poker.
Mogelijk meent hij, dat Europa nóg meer
spanning verdragen kan, zoodat hij, door
een tot razernij opgezweept volk-onder-de-
wapenen met het geweer in den aanslag
aan zijn grenzen te zetten, heel overig Euro
pa zooveel vrees zal kunnen inboezemen,
dat hij ook de volledige vervulling van
dezen naar zijn zeggen laatsten terri-
torialen eisch-in-Europa ingewilligd zal
krijgen.
Maar, al ware dat zoo, en al mag en moet
men dan aan den eenen kant zeker dank
baar zijn voor het sparen van misschien
millioenen menschenlevensde mensch-
heid zal dan niettemin toch groot verlies
te boeken gehad hebben.
Want het kan niet in de richting eener
goede evolutie dezer menschheid liggen,
wanneer de brute kracht, ook zonder den
steun van recht en rede achter zich, des
alniettemin de overhand blijft houden
na Abessynië, na Oostenrijk, zoo aanstonds
na Tsjechoslovakije
Er moet, zelfs ten koste van een oor
log, een oogenblik komen waarop de men-
schelijkheid, de redelijkheid en het gevoel
voor billijkheid en recht tot den aanhan
ger der geweldspolitiek zeggen: nu is het
uit.
Als zij er de middelen toe hadden gehad,
ware het oogenblik tot het uitspreken van
dit „neen" er reeds bij de Abessijnsche
quaestie geweest; het is de vraag, of het
niet in elk geval in den aanvang van het
Sudetenduitsche conflict gesproken had
moeten worden. Maar als het in een nabije
toekomst niet eens gezegd wordt, zoo on
miskenbaar duidelijk en met zulk een on-
wrikbaren wil tot de verwezenlijking er
van er achter, dat zelfs de tegenwoordige
Duitsehe staatslieden het gaan gelooven
dan zien wjj het donker in.
Men moet een ieder in zijn eigen tale toe
spreken.
En het Duitsehe natipnaal-socialisme ver
staat klaarblijkelijk alleen de taal van den
gepantserden vuist en van de redevoering
op zijn Hitlersch.
Ergo
Gisteravond te acht minuten over acht
(Ned. tijd) kwam Adolf Hitler, vergezeld
van Goering, in het Sportpaleis te Berlijn
aan, toegejuicht door een ontelbare menig
te. Te kwart over acht opende minister
Goebbels de vergadering.
Te half negen besteeg Adolf Hitler het
spreekgestoelte voor het uitspreken van
zijn rede. Hij begon met er aan te herin
neren, dat hij 22 Februari jl. in den rijks
dag voor het eerst zijn eischen heeft ge
steld; het land heeft dit gehoord en heeft
de eischen begrepen. Ten tweeden male
heeft hij de eischen gesteld in den rijks
partijdag te Neurenberg. Thans treedt
spreker evenwel voor het geheele volk en
spreekt hij tot het geheele volk, zooais in
de dagen van strijd. Er mag thans geen
twijfel meer bestaan. Op het oogenblik
spreekt geen leider of een man, doch het
geheele Duitsehe volk. Spreker weet, dat
het geheele volk woord voor woord met
hem instemt. De andere staatslieden mo
gen bij zichzelf te rade gaan, of dit ook
bij hen het geval is.
Het vraagstuk, dat op het oogenblik de
wereld bezig houdt, is niet Tsjechoslovakije,
doch „de heer Benesj." In dezen naam is
alles vereenigd, wat heden millioenen men
sehen vervult. Nog eenmaal wil spreker
in het kort het doel van de Duitsehe po
litiek uiteenzetten. Het Duitsehe volk wil
geen ariaere volken onderdrukken, het wil
geen andere volken onder zich zien, het
wil op zijn eigen wijze zalig worden, de
anderen moeten het op hunne wijze doen.
De buitenlandsche politiek moet het volk
dienen, het bewaren en voor zijn bestaan
in het krijt treden.
Spreker herinnerde vervolgens aan het
verdrag van Versailles en wees er op, dat
Duitschland thans weer groot en sterk is
en dat het dit alleen dankt aan zijn eigen
kracht.
De buitenwereld heeft gepoogd Duitsch
land zoo lang mogelijk te onderdrukken.
Het Duitsehe volk koestert evenwel geen
haat tegen andere landen. Zij zijn niet
verantwoordelijk. De verantwoordelijkheid
draagt slechts een kleine groep internati
onale gelukzoekers, die er niet voor terug
schrikken geheele volken in dienst te
stellen van hun eigen belangen.
De Duitsehe liefde tot den vrede is be
kend. Nauwelijks was de Führer begonnen
met de actie voor de gelijkberechtiging
van Duitschland, of hij heeft een reeks
voorstellen gedaan tot het beperken van
de bewapening. Indien de anderen dit ook
zouden doen, wilde Duitschland geheel ont
wapenen. Men heeft hierover zelfs niet ge
sproken.
Vervolgens heeft spreker voorgesteld,
indien de anderen hierin eveneens zouden
toestemmen, het leger te beperken tot
200.000 man; ook dit werd afgewezen.
Daarna is voorgesteld alle zoogenaamde
aanvalswapens, zooals vechtwapens, bom-
bardements-vliegtuigen en zware artillerie
af te schaffen. Dit werd eveneens afgewe
zen.
Spreker ging verder en stelde voor een
leger van driehonderdduizend man voor
alle staten. Ook dit werd afgewezen,
evenals alle andere voorstellen tot beper
king van de bewapening.
En na twee jaar steeds afgewezen te
zijn, gaf spreker het bevel de Duitsehe
weermacht' op te bouwen en thans is een
leger gereed, zooals de wereld nog niet
heeft gezien. Milliarden zijn hiervoor uit
gegeven. Het leger is met de meest mo
derne wapenen uitgerust.
Spreker zeide vervolgens, dat hij een
practische vredes-politiek heeft gevoerd.
Ik heb, aldus spreker, al die schijnbaar
onoplosbare problemen ter hand genomen
met den vasten wil, ze, indien eenigszins
mogelijk, op te lossen, zelfs op gevaar af
van meer of minder ernstige Duitsehe con
cessies. Ik ben zelf oud-strijder en weet, hoe
zwaar de oorlog is. Ik wilde het Duitsehe
volk hiervoor sparen.
Het moeilijkste probleem, waarvoor ik
mij gesteld zag, was de verhouding van
Duitschland tot Polen. Ik weet zeer goed,
dat het mij alleen niet gelukt zou zijn,
wanneer destijds Polen een democratische
grondwet zou hebben gehad.
In Polen was echter geen democratie,
doch een man. Met hem gelukte het in
nauwelijks een jaar een overeenkomst te
sluiten, die voorloopig voor den tijd van
tien jaar het gevaar van een botsing uit
schakelde. Wij allen zijn er van overtuigd,
dat dit verdrag echter een duurzame vrede
ten gevolge zal hebben. Ik heb zeer wel
begrepen dat een volk van 33 millioen zie
len een uitweg naar zee wil hebben.
Ik heb in dien tijd ook getracht, met
de andere naties geleidelijk goede en
duurzame betrekkingen tot stand te bren
gen. Wij hebben er in het geheel geen be
lang bij, op eenigerlei wijze den vrede te
verstoren.
Ik ben verder gegaan en heb Engeland
de hand geboden. Ik heb er vrijwillig van
afgezien, ooit weer in een vlootconcurren-
tie te treden. Een ding is hier voorwaarde.
Het gaat niet aan, dat het eene deel zegt:
ik wil nooit meer oorlog en tot dit doel
bied ik U aan, dat ik vrijwillig mijn be
wapening tot 35 procent beperk, terwijl
het andere deel verklaart: van tijd tot tijd
zal ik toch weer oorlog voeren, wanneer
het mij schikt. Dat gaat niet. Zulk een
overeenkomst is moreel slechts dan mo
gelijk, wanneer beide volken elkaar plech
tig beloven nooit meer met elkaar oorlog
te voeren. Duitschland heeft dezen wil.
Wij willen hopen, dat in het Engelsche
volk diegenen den overhand krijgen, die
van denzelfden wil zijn.
Ik ben verder gegaan. Ik heb Frankrijk
direct na de teruggave van het Saargebied
aan Duitschland verklaard, dat er thans
in het geheel geen geschillen tusschen
Frankrijk en ons bestaan. Ik heb gezegd,
dat Elzas Lotharingen voor ons niet meer
bestaat. Hier zijn twee groote volken, die
willen arbeiden en zij willen beide leven,
en zij zullen het beste leven als zij samen
werken.
Ik heb mij hierna op een nieuw probleem
geworpen, dat gemakkelijker op te lossen
was als de andere, de verhouding van
Duitschland tot Italië. Deze verhouding is
over verdragen en verbonden heen tot een
werkelijk krachtig hartsverbond geworden.
Boven alles staat bij ons ten slotte het be
lang van onze volken als geheel. Dit be
lang echter heet: in vrede te kunnen ar
beiden.
Twee problemen waren overgebleven.
Fier moest ik een voorbehoud maken. Tien
millioen Duitschers bevonden zich buiten
de rijksgrens. Dit getal van tien millioen is
geen kleinigheid.
Het gaat om een vierde van het aantal,
dat Frankrijk als inwoners telt en wanneer
Frankrijk veertig jaar lang zijn aansprake
lijkheid op de paar millioen Franschen in
Elzas Lotharingen nooit opgegeven heeft,
dan hebben wij het recht onze aanspraken op
deze tien millioen Duitschers te handhaven;
en ergens is er een grens, een grens, waar
de toegeeflijkheid moet opaouden, daar zij
anaers tot een verderfelijke zwakte zou
Gisteravond laat is de volgende verkla
ring van den Britschen minister-president
gepubliceerd: „Ik heb de rede van den
Duitschen rijkskanselier gelezen en ik
waardeer hetgeen hij gezegd heeft over de
pogingen, die ik gedaan heb om den vrede
te redden.
Ik kan deze pogingen niet opgeven, aan
gezien het mij ongelooflijk voorkomt, dat
de Europeesche volken, die geen oorlog
met elkaar willen, in een bloedigen strijd
zouden kunnen worden gewikkeld, over een
kwestie waaromtrent reeds in aanzienlijke
mate overeenstemming is bereikt.
Het schijnt, dat de rijkskanselier er geen
vertrouwen in heeft dat de gedane belof
ten zullen worden nagekomen. Deze belof
ten werden niet rechtstreeks aan de Duit
sehe regeering gedaan, doch in de eerste in
stantie aan de Britsche en de Fransche re
geering.
Uit naam van de Britsche regeering ver
klaar ik, dat wij ons moreel verplicht ach
ten er op toe te zien, dat de beloften eerlijk
en volledig worden nagekomen, en wij zijn
bereid er voor te zorgen, dat zij op dusdani
ge wijze met allen redelijken spoed worden
uitgevoerd, mits de Duitsehe regeering toe
stemt in een regeling van de voorwaarden
der gebiedsoverdracht door onderhandeling
en niet door geweld.
Ik vertrouw, dat de rijkskanselier dit
voorstel, dat gedaan wordt in denzelfden
geest van vriendschap, als waarin ik in
Duitschland werd ontvangen, en dat, indien
het aanvaard wordt in overeenstemming
zal zijn met den Duitschen wensch tot aan
sluiting van de Sudeten-Duitschers bij het
Duitsehe rijk, zonder dat in eenig deel van
Europa bloed wordt vergoten, niet zal ver
werpen".
Reuter meldde vanmiddag uit Berlijn:
In Duitsehe officieele en politieke krin
gen heeft Chamberlain's verklaring diepen
indruk gemaakt. Men zegt, dat nu het be
langrijkste de vraag is, of het voor Duitsch
land mogelijk is den respijttermijn van het
Duitsehe memorandum met enkele dagen
te verlengen. De verklaring van den Brit
schen minister-president is nog niet in
Duitschland gepubliceerd.
werden. Hier was de grens, die ik niet voor
bij kon.
Thans staan wij voor het laatste pro
bleem, dat opgelost worden moet en opge
lost worden zal. Het is de laatste territori
ale eisch, die ik aan Europa te stellen heb,
doch het is de eisch, waarvan ik niet afwijk,
en die ik, zoo God wil, zal vervullen.
Hitier schilderde vervolgens de geschie
denis van de totstandkoming van Tsjecho
slovakije. Deze Tsjechische staat, aldus Hit-
Ier, begon met den eersten leugen, de va
der van dien leugen van destijds heette
Benesj. Deze mijnheer Benesj trad destijds
te Versailles op en begon met te verzeke
ren, dat er een Tsjechoslovaaksche natie
bestaat. Hij moest dezen leugen bedenken
om aan het schamele aantal van zijn eigen
volksgenooten een wat grooteren en daar
door meer gerechtvaardigden omvang te
geven. Zoo hebben de Tsjechen om te be
ginnen door meneer Benesj Slovakije ge
annexeerd. Daar deze staat niet levensvat
baar scheen, nam men gewoonweg tegen
hun zelfbeschikkingsrecht en hun zelfbe-
schikkingswil drie en een half millioen
Duitschers.
Daar ook dit niet voldoende was, moes
ten er nog meer dan een millioen Hongaren
bijkomen, dan Karphaten-Russen en einde
lijk nog een paar honderd duizend Polen.
Wanneer ik hier tot U spreek, ben ik na
tuurlijk slechts voor het lot van mijn Duit
schers.
Hitier beschuldigde vervolgens Benesj
er van, zijn belofte den Tsjechoslovaak
schen staat naar het voorbeeld van Zwit
serland in kantons te verdeelen, niet te
zijn nagekomen. In scherpe bewoordingen
laakte hij de „terreur" waaraan de Duit
schers hebben blootgestaan. De heer Benesj,
aldus spreker, was vastbesloten het
Deutschtum eenvoudig geleidelijk uit te
roeien. En hij heeft dit ook op zekere hoog
te bereikt. En tezelfdertijd werd men zich,
internationaal gezien, bewust van de taak
van dezen staat. Men maakte er in het ge
heel geen geheim van, dat de staat er toe
voorbestemd was, zoo noodig, tegen
Duitschland in het veld te worden gebracht.
Deze staat, die slechts een minderheid als
regeering bezit, dwingt den nationaliteiten
deel te nemen aan een politiek, die haar
eens er toe leidt op de eigen broeders te
moeten schieten.
In den staat van den heer Benesj zijn de
gevolgen voor de nationaliteiten gruwelijk
geweest. Ik spreek slechts voor de Duit
schers. In de geheele wereld en heden ten
dage zien wij slechts een groote mogend
heid en aan het hoofd daarvan een man,
die begrip toont voor den nood van dit volk.
Hij is een groot vriend: Benito Mussolini.
Wat hij in dezen tijd gedaan heeft, en de
houding, die dit Italiaansche volk aan-
met Indisch Lamgarneering
Zeer mooie en uitgebreide sorteering
Nieuwe modellen en voordeelige prijzen.
(Ingez. Med.)
neemt zullen wij niet vergeten, en wanneer
eenmaal het uur van eenzelfden nood voor
Italië aanbreekt, dan zal ik het Duitsehe
volk aansporen, dezelfde houding aan te ne
men. Ook dan zullen niet twee staten zich
verdedigen, doch een blok.
Met betrekking tot de toestanden in
Tsjechoslovakije vervolgde spr.: ik heb op
22 Februari in den rijksdag verklaard, dat
dit anders moest worden. Benesj heeft het
ook anders gedaan. Er begon nog grootere
terreur. Benesj voelde zich gedekt door
Frankrijk en Engeland, en vooral: Sovjet-
Rusland. Zoo kwam tenslotte mijn eisch te
Neurenberg. Deze eisch was volkomen dui
delijk.
Ik heb het toen voor de eerste maal ge
zegd, dat thans het zelfbeschikkingsrecht
voor deze ZVz millioen Duitschers eindelijk
bijna twintig jaar na de verklaringen van
president Wilson van kracht moest wor
den. Benesj heeft het antwoord gegeven:
nieuwe dooden, nieuwe gevangenzettingen,
nieuwe arrestaties.
En daarna kwam Engeland. Ik heb tegen
over den heer Chamberlain ondubbelzinnig
te kennnen gegeven, wat wij thans als
eenige mogelijkheid eener oplossing be
schouwen. Ik heb er geen twijfel over laten
bestaan, dat het een eigenschap van onze
Duitsehe mentaliteit is, lang en steeds weer
geduldig zich iets te laten welgevallen,
doch dat eens het oogenblik komt, waarop
het daarmee uit is.
En thans heeft Engeland, en Frankrijk
heeft zich daarbij aangesloten, aan Tsje
choslovakije den eenig mogelijk eisch ge
steld: het Duitsehe gebied eindelijk vrij te
laten en aan Duitschland af te staan.
Benesj vond een uitweg. Hij gaf toe: deze
gebieden moeten worden afgestaan. Wat
deed hij: Niet het gebied stond hij af, doch
de Duitschers drijft hij thans uit. En thans
geloof ik, dat het tijdstip gekomen is, om
het eens goed te zeggen. Wanneer iemand
het geduld toont, zooals wij het hebben ge
daan, kan men niet zeggen, dat wij belust
zijn op oorlog. Dan tenslotte: Benesj heeft
zeven millioen Tsjechen, doch hier staat
een volk van meer dan 75 millioen.
Ik heb thans een memorandum met een
laatste en definitief Duitsch voorstel aan
de Britsche regeering ter beschikking ge
steld. Dit voorstel beoogt niets anders dan
de verwezenlijking van wat Benesj reeds
beloofd heeft. De inhoud van dit voorstel
is zeer eenvoudig: elk gebied, dat naar het
volk Duitsch is en naar zijn wil tot Duitsch
land wil behooren, komt thans aan Duitsch
land, weliswaar niet dan, wanneer Benesj
er in geslaagd is wellicht een of twee mil
lioen Duitschers verdreven te hebben, doch
thans, en wel direct.
Ik heb thans hier de grens gekozen, die
op grond van het sedert tientallen jaren
beschikbare materiaal over de verdeeling
der volken en talen in Tsjechoslovakije,
rechtvaardig is. Desondanks echter ben ik
rechtvaardiger dan Benesj en wil ik niet
de macht, die wij bezitten, misbruiken. Ik
heb derhalve van te voren vastgesteld, dit
gebied wordt onder de Duitsehe souvereini-
teit geplaatst, daar het feitelijk in elk ge
val door Duitschers bewoond wordt. De de
finitieve vaststelling van de grens laat ik
over aan den wil van de zich daar bevin
dende volksgenooten, d.w.z. ik heb vastge
legd, dat ondanks alles in dit gebied een
volksstemming moet worden gehouden en
opdat niemand kan zeggen, dat het niet bil
lijk kan toegaan, heb ik het Saarstatuut van
het Saarplebisciet als basis voor deze volks
stemming gekozen. Ik ben thans bereid en
was bereid, wat mij betreft in geheel
Tsjechoslovakije te laten stemmen, doch
daar maakten Benesj en zijn vrienden be
zwaar tegen. Goed: slechts in bepaalde ge
vallen. Hier toegegeven.
Ik zeide Chamberlain: wanneer ge be
paald wilt, dat slechts in eenige omstreden
gebieden gestemd wordt mijnentwege. In
elk geval dan aan deze en aan gene zijde
van de grens.
Ik was ook bereid, de stemming door in
ternationale commissies te laten controlee
ren. Ik was bereid, de vaststelling van de
grens over te laten aan een Duitsch-
Tsjechische commissie of door een interna-