De jubileumfeesten
AKKERTJE
BINNENLAND.
ZEELAND.
MIDDELBURC.
IN GEHEIMEN DIENST.
KERK EN SCHOOL.
KL0ETINGE
DE „KARIMATA" BAGGERT NOG
STEEDS.
Neem
een
daling van het geboortecijfer, per jaar nog
met bijna 100.000 toe), bevorderd door een
voortreffelijke zorg voor de volksgezond
heid (in 1898 bedroeg het algemeen sterfte
cijfer 18 per 1000, in 1938 bedroeg het 8,8,
voor de kinderen beneden 1 jaar zjjn de
cijfers resp. 155 en 38),
Spr. wees vervolgens op den geweldigen
vooruitgang van den landbouw, de industri-
eele bedrijvigheid, den handel, het verkeer,
en in dit verband is 't bijzonder de lucht
vaart, op de belangrijke prestaties van Ne-
derlandsche geleerden en kunstenaars en
op de groote sociale ontwikkeling; voor de
arbeiders zijn er in de afgeloopen 40 jaren
voortdurend verbeteringen, zoodat hun lot
thans wel heel gunstig afsteekt bij dat van
1898.
Wie onbevangen, vrij van "Ike neiging
tot byzantinisme, aldus spr. verder, de 40
jarige periode overziet, wie daarbij het feit
niet veronachtzaamt, dat bijna 25 van die
40 jaren doorleefd zijn onder omstandig
heden, die het woord van den psalmist zoo
begrijpelijk maken als hij gewaagt van
„moeite en verdriet", wie voorts eenig be
grip heeft van de krachten, die weerstaan
moesten worden om te kunnen blijven wat
we waren, om te behouden en te verwer
ven wat we thans als natie ons geestelijk
en stoffelijk bezit mogen noemen, die zal
ook al houdt hjj rekening met schadu
wen, die b.v. in den vorm van ernstige
werkloosheid, over de laatste jaren vall ?n
moeten toegeven, dat deze 40-jarige re-
geeringsperiode tot de meest gezegende U't
onze rijke historie behoort, die wordt ook
gedwongen tot de erkenning, dat zij de ver
gelijking met wat elders, onder vergelijk
bare voorwaarden en omstandigheden, ge
boekstaafd kan worden, met glans kan
doorstaan. De uitkomsten van het regee-
ringsbeleid dezer 40 jaren mogen elders wel
licht geëvenaard worden, wanneer men het
geheele veld en het geheele tijdvak overziet,
worden ze nergens overtroffen.
Dit te kunnen zeggen, ter plaatse waar
Uwe Majesteit zich voor nu 40 jaren met
een plechtigen eed aan haar volk verbond,
is voor heel Nederland Nederland hier
en Nederland overzee oorzaak, dat ons
hart overvloeit van eerbiedigen dank. Dank
aan Uwe Majesteit, dat zij al haar krach
ten in dienst van het vaderland heeft ge
steld, maar bovenal dank aan den Almach-
tigen God, die U begenadigde met alles, wat
noodig was om Uwe hooge roeping te ver
vullen op de wijze, als zij vervuld werd.
Onder de zegeningen dezer 40 jaren, die
in een rede al» deze niet eens alle zelfs
maar voor bloote vermelding in aanmer
king kunnen komen, is er nochtans een,
waarover men kan, noch mag zwijgen. Het
is het heugelijk verschijnsel van de groei
ende gehechtheid van ons volk aan het
Oranjehuis. Terwijl in verscheidene landen
den band met hun eeuwenoude vorstenhui
zen verbraken, werden het Nederlandsche
volk en Oranje in deze 40 jaren steeds nau
wer saamgesnoerd. De roerselen, die het
hart van een volk bewegen, zijn niet altijd
gemakkelijk te analyseeren, maar in dit
geval behoeft men niet zoekend rond te tas
ten.
Keizer Karei V die het Nederlandsche
volk goed kende, heeft eens gezegd, dat er
geen volk ter wereld is hetwelk, mits vader
lijk geleid, meer geneigd is de wenschen
van zijn vorst te volgen ofschoon er ook
geen volk is dat meer afkeerig is van
dienstbaarheid. Het is geneigd tot stijfhoof
dig verzet tegen willekeurig krachtsver
toon; het is meegaand als het met verstand
behandeld wordt en zijn rechten en vrijhe
den worden gewaarborgd.
Onder de moderne verhoudingen is door
Uwe Majesteit aan deze zelfde gedachte
uiting gegeven bij de eedsaflegging, toen zij
bezwoer de algemeene en bijzondere vrij
heden en de rechten van hare onderdanen
te zullen beschermen.
En in de proclamatie van 'den 20sten No
vember 1918 klinkt het met stoere over
tuiging: „Getrouw aan de traditie van mijn
„voorvaderen, heb ik nooit anders gewild
„dan mijn volk te dienen door handhaving
„van het recht en bevestiging zijner vrij
heden, door verzekering van ieders recht-
„matige aanspraken op geestelijk en stof
felijk gebied. Gedragen door uw liefde en
„trouw, zie ik mij in die roeping beves-
„tigd".
Getrouw aan de traditie van mijn voor
vaderen. Dat juist is het, waarom het volk
het onweerstaanbaar geloof bezit, dat zijne
rechten en vrijheden nergens heiliger zijn
dan in de handen van Uwe Majesteit, als
persoon en als draagster van de beste
Oranjetradities.
Deze gelegenheid leent zich niet tot uit
weiding over deze verhoudingen, maar dit
mag toch gezegd, dat het overgroote deel
Historische Avonturenroman.
Door G. P. BAKKER.
78).
Hij zag haar lachend aan. „Generaal Sa
xon zal het me niet weigeren, maar als hij
mocht aarzelen, zal ik het aan iemand vra
gen die het zeker doet".
„Wie is dat
„Prinses Marion".
„Edzke", zei ze. „Ik word jaloersch. Als
de prinses over haar man spreekt, heeft ze
het ook over jou. Je hebt hem het le
ven gered en weet ik wat al".
„Is het niet vreemd", vertelde ze. „Dat
leden van dezelfden naam in sommige fa
milies altijd weer hetzelfde droeve lot be
schoren is. Dat een zwarte slagschaduw als
een sombere vloek soms ligt over oude ge
slachten. Die verstooten Greta van Gerse
nau. die in de kapel met haar man begra
ven ligt, die haar noodlot niet kon ontloo
pen en nu ik de derde Greta van Gersenau,
met hetzelfde trieste lot voor oogen Lees,
Hier is de brief van vader".
Hij las: „En ik waarschuw je, dat als je
dien avonturier zonder duit durft te trou
wen, ik je verstooten zal en onterven. Een
Van Gersenau is te trotsch om burgers in
zijn familie te dulden. Je hebt te kiezen,
Greta".
„Maar die beide anderen zijn toch ook
getrouwd en samen begraven."
„Ja, denzelfden dag. Toen hij stierf, kon
zjj ook niet langer leven".
„Dat is droevig", zuchtte Edzke. „En hoe
oud was hij toen hij stierf?"
„Wat doet dat er nu toe", antwoordde
des volk uit den diepsten grond des harten]
God dankt voor het voorrecht, die rechten
en vrijheden zóó veilig bewaard te weten.
Ook daarom staat het volk van Nederland
met zulk een ongeschokt vertrouwen voor,|
achter, rondom den troon der Oranjes.
Ook daarom. Maar niet alleen daarom.
Want, Majesteit, aan wordt, naast ach
ting en eerbied, ook de liefde van Uw
volk toegebracht. Het is zoo duidelijk ge
bleken bij de zware slagen, die U de laat
ste jaren hebben getroffen. Tweemaal
moest de Koninklijke grafkelder te Delft
worden geopend om een geliefde moeder
en een diep betreurden echtgenoot ten
grave te dragen. Het volk in al zijn lagen
heeft toen met U meegeleefd en mee gele
den. Ook heeft het, soms tot uitbundigheid
toe, zich met U verheugd toen onze aller-
wege beminde Kroonprinses zich met
Prins Bernhard in den echt verbond. En
het hart van alle Nederlanders in binnen-
en buitenland heeft gerild van blijdschap
toen Uwe kleindochter het levenslicht aan
schouwde. Die vreugde stond wel niet los
van zorg en hoop voor de toekomst, maar
ze gold vooral niet minder het persoonlijk
geluk van het Koninklijk huis.
Gebruik melkend van de woorden, die de
Apostel in een zijner brieven aan de ge
meente te Corinthe bezigt, moge" ik hier,
mij wetend te spreken namens het volk
van Nederland, tenslotte alles samenvat
ten in de getuigenis van ons onwrikbaar
geloof in de heilzame werking van het
voortbestaan van den band tusschen Ne
derland en Oranje in de uiting onzer vu
rige hoop, dat de Almachige God ook in
dat opzicht zijne gunst over land en volk
bestendige en in de verzekering met die
pe overtuiging uitgesproken, dat het volk
van Nederland, ook in de toekomst, U zal
blijven omringen met zijn warme liefde en
zijn ongebroken trouw."
Het slot van den dienst.
Het-bleef eenigen tijd stil na de indruk
wekkende rede van dr. Colijn. Toen zet
ten koor en orkest Cantate 51 van Bach
„Jauchzet Gott in allen landen" in.
Ds. De Jong sprak daarop een slotgebed
uit en tenslotte bracht het koor 't „Hal
lelujah" uit het oratorium „Der Messias"
van Handel, ten gehoore en het koor en
het orkest het zesde couplet van het Wil
helmus: „Mijn schilt en de betrouwen sijt
Ghy, o Godt, mijn Heer."
Hiermede was de plechtigheid ten einde.
Terwijl Henk Loohuys op het groote or
gel Grand Coeur van Guilmand ten ge
hoore bracht, en alle aanwezigen zich ver
hieven, verliet de Koninklijke familie, uit
geleide gedaan door de commissie voor de
gedachtenisviering, het kerkgebouw om te
voet naar het paleis terug te keeren.
Ds. BART DE LIGT OVERLEDEN.
Naar men ons meldt, is Zaterdag j.l. op
een reis door Frankrijk overleden onze
landgenoot ds. Bart de Ligt, die groote be
kendheid heeft verworven als militant strij
der voor den vrede, ds. De Ligt is geboren
en was vroeger woonachtig te M i d e 1-
b u r g.
Ds. De Ligt werd in 1883 geboren en be
reikte dus den leeftijd van 55 jaar. Na ge
durende ruim vijf jaar het predikantenambt
te hebben bekleed, wijdde hij zich geheel
aan de verbreiding van zijn pacifistische
denkbeelden, die berustten op de christen-
anarchistische beginselen.
Jarenlang was hij lid van de redactie
van het tijdschrift „Bevrijding". Van zijn
hand zijn veel boeken en kleinere geschrif
ten verschenen. Zijn hoofdwerk is getiteld:
„Vrede als daad", waarin hij op uitvoerige
en wetenschappelijke wijze zijn ideeën aan
gaande de samenleving, in het bijzonder ten
aanzien van het vredesprobleem, heeft uit
eengezet. Voorts schreef hij o.a. een studie
over Erasmus.
Ds. De Ligt woonde reeds jarenlang te
Genève. Af en toe vertoefde hij in ons land
voor het vervullen van spreekbeurten.
DOMBURG. De heer P. J. Vergers,
hoofd der Chr. school, die het onderwijs per
1 October om gezondheidsredenen zal ver
laten, heeft ook voor de maand September
ziekteverlof aangevraagd en verkregen.
Totdat het nieuwbenoemde hoofd in
dienst zal treden, zal zijn plaats worden in
genomen door den heer M. den Hollander
te Oostkapelle.
Abonnementen en Advertentiën voor dit
blad worden aangenomen door den Agent
M. KOLE.
Maar geen goud.
Men meldt aan de N. R. C. van Terschel
ling:
Terschelling vlagt en maakt zich gereed
om op bescheiden wijze feest te vieren,
maar wat de Karimata betreft is de vreug
de eenigszins getemperd, want de schat,
waarnaar nu al maanden lang gezocht
wordt, laat zich niet vinden. Heden is de
stemming op het eiland naar mineur afge
zakt, toen bekend werd, dat aan de Ter-
schellinger werklieden, die op het Karima-
tabedrjjf zijn aangesteld, tegen Zaterdag 10
dezer ontslag is aangezegd. Wel is daar da
delijk aan toegevoegd, dat het dienstver
band blijft bestaan en de werklieden van Za
terdag af per dag worden gemonsterd,
maar iedereen op Terschelling voelt wel,
dat dit het begin van het einde beteekent.
Men baggert echter nog steeds door, dag en
nacht, feestdag in en feestdag uit, met
prompt op tijd wiselende ploegen, en aan
niets is te ien, dat het bedrijf worstelt op
de manier van den drenkeling en den stroo-
halm om het karwei zin en beteekenis te
geven. Af en toe brengt de emmerladder
nog eens een paar jSpaansche matten naar
boven, maar er staat geen nieuwsgierig
journalist van den vasten wal met verhoog
den hartslag bij te kijken om zich te haas
ten, het nieuws naar de afgelegen wereld
door te geven.
Hotel Nap lijkt, in vergelijking met de
dagen van het hoogseizoen der Karimata
uitgestorven, en de drie biljartballen op het
groene laken schijnen te vragen waar al die
journalisten-potjesspelers uit Holland en
Engeland gebleven zijn, die nog onlangs tot
diep in den nacht in aandacht over het
groene laken gebogen stonden.
Maar wat men ook van het bedrijf der
Karimata moge denken en zeggen, men
moet nog altijd dien reuzenmolen in de ga
ten houden, want nog is er de mogelijk
heid, dat op zeker uur daar diep in zee een
ernstig, hoog dramatisch treffen zich af
speelt tusschen de Karimata en de sfinx
Lutine, die het goud in haar armen ge
reed houdt. Mag dan de Karimata de beo
wulf der sage zijn, en de Lutine - de he-
dendaagsche kwelduivel van het mensch-
dom de moeder van het ondier Grendel,
die het spel verloorIn gewoon Hol-
landsch gezegd: het goud kan nog altijd
komen
Daarom baggert de Karimata erntsig en
systematisch voort. Maar niemand op Ter
schelling slaat het hart nog acht en tach
tig. De spanning is eruit dat is in a nuts
hell al wat er op 5 September nog van de
met hooge verwachtingen ingezette gold-
rush op Terschelling valt te zeggen.
VREEMDELINGEN IN NEDERLAND
NIET MEER ALS ADVOCAAT
TOEGELATEN.
Reeds verkregen bevoegdheid tot
1 Januari 1942 geldig.
Blijkens het in Stbl. 251 afgekondigd Kon.
besluit, dat met 1 dezer in werking is ge
treden, is 'n belangrijke wijziging gebracht
in het Reglement no. Ill van orde en disci
pline voor de advocaten en procureurs.
Voortaan zal n.l. ieder, die, na aan een
rijks- of daarmede gelijk gestelde Neder
landsche Universiteit i in de rechten te heb
ben gestudeerd en hetzij den graad van
doctor in de rechtswetenschap of in de
rechtsgeleerdheid, hetzij' de hoedanigheid van
meester in de rechten te hebben verkregen,
't verzoek indient als advocaat te worden in
geschreven, de noodige stukken tot staving
van zijn Nederlanderschap of Nederlandsch
onderdaanschap moeten overleggen. Uit
drukkelijk is in het thans afgekondigde
Kon. besluit bepaald, dat vreemdelingen
niet als advocaat in Nederland kunnen
worden ingeschreven.
STEUN KOOLZAAD OOGST 1938.
Wij vernemen van bevoegde zijde, dat de
steun voor koolzaad van oogst i938 zal
bedragen, voorzoover het volgens dé ge
stelde voorschriften verkocht is: a. voor
25 Juli 1938 4.50 per 100 kg; b. in het
tijdvak 25 tot en met 30 Juli 1938 4.75
per 100 kg; c. in het tijdvak 1 tot en met
6 Aug. 1938 5 per 100 kg; d. in het tijd
vak 8 tot en met 27 Aug. 1938 5.25 per
100 kg.
STERFGEVALLEN TENGEVOLGE
VAN HET MOND- EN KLAUWZEER.
In de week van 21 tat en met 27 Au
gustus jl. stierven tengevolge van het
mond- en kleuwzeer: 47 runderen, 24 kal
veren, 42 varkens en biggen en 2 schapen.
Sedert de week 1926 September 1937
stierven in totaal 3355 runderen, 4211 kal
veren, 3179 varkens en biggen, 255 scha
pen en 65 geiten.
Een drukke Maandagavond.
Aan den vooravond van den feitelijken
feestdag, was Middelburg Maandag weder
in een rechte feeststemming.
Nadat in de verschillende kerken, o.a. ook
in de synagoge speciale diensten waren ge
houden, gingen geleidelijk in alle buurten,
waar men electrische verlichting had aan
gebracht, de lichten aan en honderden en
nog eens honderden voetgangers trokken
door de straten om een kijkje te nemen en
te genieten van Middelburg als lichtstad.
Ook tal van auto's en rijtuigen trokken door
de stad.
Van de plaatsen die Zaterdag nog niet in
licht baadden en nu wel willen wij noemen
den nu belichten zuil op den hoek Brak
straatBreestraat en den Noordsingel, die
zooals te verwachten was het uitstekend
detjfi en dan ook zeer veel bezoek had.
Het park van Nieuwenhoven heeft een
tweetal groote W's aangebracht met 40 er
onder.
1-Iet aantal particulieren versieringen en
verlichtingen buiten of binnenshuis was
toegenomen en wij ontwaarden op onze
wandeling, dat verschillende winkeliers bij
zonder fraeiie etalages hebben gemaakt.
F'
nuci uuiv vi/uiuguo iicuuv.li guinuuivi» o - T4- L -fVi.
Het bloemen magazijn Flora op den Wal voor een mooie feestviering. La en wè q
volgde het voorbeeld van Lumière, de Vlas- doen als altijd, vroolyk en een va zi
markt. Kromme Weele is op straat beschil- alle zorgen terzijde neemt opgewe
bij Hoofdpijn, Kiespijn, Spierpijn,
Zenuwpijn, Rheumatische pijnen
(Ingez. Med
tegenwoordigsters van de jeugdorganisatie
mej. Meulmeester van de Luthersche mc.sl
jesvereeniging en mej. Westerweel van i
turnvereeniging Achilles en de heeren Bal
legoojjen en Sturm, resp. van de turnvel
eenigingen Medioburgum en de turnvel-
eeniging Wilhelmina, welke vereeniginjiki
bij loting zijn aangewezen, uit de verl-
melde Middelburgsche jeugd naar voiln
traden.
Het eerst nam het woord de heer W. Ie
Graaf, voorzitter van Uit het Volk-—'V< >r
het Volk en sprak na hét doen van een (e
mededeelingen als volgt:
Stad- en feestgenooten! Na maaddenii i-
ge eendrachtige samenwerking van Uit set
VolkVoor het Volk en de hier bestaaide
buurtCömmissies is Middelburg gereed óp
waardige wijze het 40-jarig regeéringS.Ufci-
leum van Koningin Wilhelmina te he den-1
ken. 's Is me een aangename taak da k te'
zeggen voor de vele treffende blij kei van
sympathie die We mochten ontvangei ais-
mede voor deH Steun, die ieder naar vér-
mogen heeft geschonken. Alles is g rejed
-OT nl-AM XI TA jjg
t"
derd met Oranje en wit.
Dat men bij de firma Helder kennis kan
maken met de foto's van de feesten van 40
jaar geleden, zal zeker ook op prijs worden
gesteld. Het was niet bekend gemaakt, dat
de winkels gedurende de drie feestavonden
tot 12 uur geopend mochten zijn, en dit gaf
o.i. wel eenige verwarring, doch voor heden
en morgen kunnen zij, die daarvoor in de
termen vallen, gebruik ervan maken.
HET FEEST VAN HEDEN.
De reveilles.
Er zullen heden wel niet veel langslapers
in Middelburg zijn geweest, en als die er
nog waren, dan zullen de klokken, die1 om
zeven uur voor een half uur' gingen luiden
hen er wel aan herinnerd hebben, dat het
heden een nationale gebeurtenis van groo
aan 't feest, opdat het zoo algemeen mol-
lijk zij! Een blijde lach op ieders gezicfl!
Hoog de vlaggen; Oranje in 't hart. Oraje
op de borst Lang leve onze Koningin. )e
duizenden op de Markt stemden hier kraqT
tig mede in.
Voor het overhandigen van de vlag, spi}
de heer Boasson ongeveer als volgt;
Stadgenooten,
Nu de burgemeester hier niet aanwejj
kan zijn, omdat zijn tegenwoordigheid wol
vereischt bij de heden in de Nieuwe Kerkte
Amsterdam plaats hebbende huldiging vn
H.M. de Koningin, werd mij, als wethouór
yari Onderwijs, verzocht een enkel woed
tot U te richten.
Wi) staan aan den aanvang van een fee:,
waarbij wij het feit ,herdenken, d'at on?
co. „.c B.Bc -
te beteekenis is, nu onze Koningin gedüren- Landsvrouwe 40 jaren heeft geregeerd.
de niet minder dan 40 jaar het roer van woord en geschrift is herhaaldelijk Uiteei
staat in handen heeft. gezet wat de regeering van H.M. dë Konii-
Het is wel een bijzonder feit als men na- gin Wilhelmina voor ons land geweest is es
gaat, dat slechts drie Oranjevorsten tot nu nog belooft te zijn, onder Gods zegenrijk'
toe dien termijn hebben bereikt en wel leiding.
Prins Maurits die 40 jaar; Prins Willem V,
die 43 jaar en de vader van onze Vorstin,
Koning Willem III, die 41 jaar geregeerd
heeft en dat dan volgt Prins Willem III, die
30 jaar aan het hoofd van Nederland stond.
Nadat het klokkengelui had opgehouden
o-
IMet de grootsche wijze waarop wij in on
ze stad dit regeerings-jtibileum gaan her
denken, willen wij uiting geven aan dén
eerbied die wij voor onze Koningin hebben
als Vrouw en Moeder, aan de bewondering
die wij voor Haar hebben voor de wijzè;
.-.CiCCCC i.cc CP6.„V
zag men de muzikanten der drie plaatselijke waarop zij haar regeerlngstaak vervult,
korpsen, die aan de opluistering van het Dit zijn de drie pijlers waarop ons staats-
feest zullen medewerken naar hun repeti- btstelrust en in het vieren van het 40-
tielokalen trekken, doch ook vele kinderen jarig Regeerings-Jubileum onzer Vorstinne
i, om met hun vlaggen ligt tevens besloten de voldoening voor het
- .tocfnn «ril nrll
trokken daar heen
enz. deel te nemen aan een der drie re
veilles.
Uit de Heerenstraat vertrok het Middel-
burgsch Muziekkorps met de signaal afdee-
ling van Achilles, van den Langevielesingel
Oefening na den Arbeid en het Pijpercorps
„Juliana" en van de Seisdam Crescendo.
De routes der drie korpsen zorgden te sa
men, dat Middelburg binnen de oude wal
len, maar ook Nieuw Middelburg, Park van
Nieuwenhoven en Park van de Griffioen
een beurt kregen.
Onnoodig te zeggen dat velen het zij op
straat, het zij van uit de woningen het
voorbij trekken gade sloegen.
Onder de eerst bedoelde waren ook de
honderden leden van verschillende jeugd
organisaties, die naar hun verzamelplaatsen
1 rokken om dan te samen naar de Markt
te gaan en daar voor 9 uur aanwezig te
zijn op het tegenover het Stadhuis vrij ge
houden deel van het verhoogde gedeelte
van het plein, waar intusschen ook de re-
veilles aankwamen.
DE UITREIKING VAN DE
GEMEENTEVLAG.
Men was hier bijeen tot het in ontvangst
nemen van de gemeentevlag, die de afge
vaardigden der jeugd van Middelburg he
denavond zou mede voeren bij het défilé
voor H.M. de Koningin op den Dam te Am
sterdam.
Het was negen uur, toen de wethouder
van onderwijs, de heer M. H. Boasson met
den gemeente-secretaris verschillende raads
leden, voorzitter op en bestuursleden van
Uit. het Volk-Voor het Volk bij den pui had
plaats genomen terwijl later de twee ver-
HgL lüveixs ULOII/I-Cix Mt r^..c
handhaven hiervan en den vasten wil oilj
deze ook voor de toekomst onverkort el
behouden.
Het is U bekend hoe in het verleden ht
Nederlandsche Volk zich steeds om Oraf
je schaarde, in tijden van gevaar en té
nauwenis, en even zoovele malen was lat
een Oranje-telg, die ons hielp de moeilis-
heden het hoofd te bieden en te overwl-
nen.
Ook thans leven wij in een tijd van |-
roering en van onrustwekkende gebeuië-
nissen, waarvan niemand met' zekerhid
kan voorspellen waarheen dat zal voern.
Wij weten echter, dat onze Landsmoeer
een Oranje is, die, aan het hoofd der Is-
geering, niets zal nalaten om onze Vij-
heid te verdedigen en onze even kostbre
goederen van Recht en Vedraagzaamhtd
te beschermen.
Lang Leve de Koningin en Haar Hus.
(Luide instemmingen).
Het was aldus ging de wethoud>r
voort een gelukkige gedachte om ejfi
huldiging te organiseeren, waarbij de jeuil
van alle gemeenten in ons land kan geto
gen van haar aanhankelijkheid aan ds
Vorstenhuis in het algemeen en van har
dankbaarheid aan onze Koningin in iet
bijzonder.
In de Koninklijke woorden, op 31 Au
gustus, door Hare Majesteit geuit vurd
zoo gevoelvol gekenschetst welke tak
den jongeren van Nederland wacht: let
handhaven van de tradities zooeven ge
noemd. Tradities, die ons land steeds Ien
eervolle plaats in de rij der volken heblen
verschaft en onafscheidelijk zijn van >ns
zelfstandig volksbestaan.
In alle gemeenten van ons land worcen
ze. „Doch als je het graag weten wilt. Acht-
en-zeventig".
Ze keken elkaar aan en beiden barstten
uit in een schaterend gelach.
„Maar met dat al", zei ze, „is het toch
ellendig, dat die stijfkoppige vader mij ont
erven wil. Ik ben aan groote weelde ge
woon en hij is nog veel trotscher dan zijn I
voorvader. Zooveel geslachten meer, weet|
je".
„Ja. Maar wij zijn nog veel verliefder dan
dat andere paar".
„Wees nu toch eens even ernstig. Ik zit
er genoeg mee in. Of meen je, dat het pret
tig is, als je familieleden je voorbij loopen
met een stijven nek en een blik in de oogen
van: Ik ken je niet, je bent leege lucht
voor mij. Het tocht hier".
„Dan daag ik ze één voor één uit", ant
woordde Edzke. „Tot er geen van hen meer
over is".
„Blijf nu toch eens ernstig. Ik zal je
overal volgen, maar stel je het eens goed
voor, verstooten en onterfd, zonder geld
langs de groote wegen te zwerven. Jij bent
er aan gewoon, maar ik? En als we een
tijdje getrouwd zijn en het nieuwtje er af
is, dan zal ik je moeten verwijten: Waarom
heb je me gedwongen met je mee te trek
ken en mijn weelderig paleis te verlaten?
En als het koud is en de storm over onze
hoofden in onze tenten waait en er is geen
geld. En als ik mooie kleeren wil koopen of
wonen in een mooi huis en we hebben
niets".. Ze schuilde treurig ljet hoofd.
25e gingen weer op de bank zitten. „Ben
je zoo ongelukkig, lieveling?" Hij slóeg de
armen om haar heen. „Was je maar een
kamenier gebleven".
„Dat zou ook veel beter geweest zijn",
zuchtte ze. „Kom, laten we maar naar het
paleis gaan".
Toen ze bij de voorpoort kwamen, riep
Edzke eensklaps:
„Wel allemachtig. Daar staat Sievers nog
altijd met zijn peloton. Eerst moet ik voor
hen zorgen".
Hij kwam dadelijk terug met een bewijs1
voor inkwartiering en voor eiken man twee
daalders extra soldij.
Vroolijk reden de ruiters weg.
HOOFDSTUK XXXXV.
In kleinen kring demonstreerde generaal
Saxon dienzelfden dag den slag bij Brei-
tengeld. De keurvorst van Brandenburg,
George Willem, met zijn forsch, vierkant
gezicht, opstaande grijze snor en lange sik,
die over de zware onderkin hing, zijn zwar
te pruik met lange haren, was gekleed in
zwart fluweelen wambuis met witte verti-
kale strepen, over de schouders een platte
kraag van witte breede kant. Hij zat in een
grooten stoel op een kleine verhooging
naast zijn zuster, de koningin van Zweden,
een mooie vrouw met een zacht rond ge
laat.
Greta en Edzke zaten naast prinses Ma
rion, de vrouw van den generaal, die lang
en donker met haar groote zwarte oogen
altijd de groote bewondering wekte van
lederen man.
Nauwkeurig legde Saxon de posities der
legers uit, hoe ze waren opgemarcheerd en
waar ze precies huh stellingen hadden in
genomen. Met een stuk krijt teekende hij
den toestand op een groot zwart bord en
stelde de strijders voor in al hun moed,
koelbloedigheid en scherpte van geest. Hij
vertelde den aanval van Fürstenberg op de
Saksers en hoe beide tegenover elkaar
staande vleugels, aan den anderen kant van
den straatweg naar Düben, als bij toover-
slag waren verdwenen. Hij legde verder de
aanvallen van Tilly en Pappenheim uit,
prees hun dapperheid en verwijlde even bij
de herovering van het eenige Zweedsche
vaandel dat in handen der keizerlijken was
geweest.
Het gebeurde door een jongen ritmees
ter, een landgenoot van den spreker. Hij
ontrukte het vaandel aan den forschen
kurassier en gedurende het geheele gevecht
hief hij het hoog in de lucht. Hij en zijn
vrienden sloegen alle aanvallen af. „U be
grijpt" vervolgde hij, dat ik trotsch op dien
landgenoot ben.
Prinses Marion keek naar Edzke en Gre
ta drukte hem in het verborgen de sterke
rechterhand. Toen volgde er het tweege
vecht tusschen Gassian en Pappenheim en
nog tal van bijzonderheden, die bewezen dat
de generaal ondanks dat hij zelf geen ge
ring aandeel in de overwinning had den ge-
heelen slag met buitengewone scherpte had
gevolgd. Koning Gustaaf Adolf zou dan
ook geen beteren vertegenwoordiger heb
ben kunnen zenden om den keurvorst on
der den indruk te brengen van de grootte
der overwinning.
Nadat het verslag geëindigd was bedank
te de keurvorst den gezant en overreikte
hem een hooge ridderorde en eën minder
voorname aan zijn adjudant en sprak:
„Generaal, het spijt mij werkelijk, dat ik
den veldslag niet heb kunnen bijwomn,
waarop de generaal antwoordde; Sire, ge
zoudt uw naam met een gouden stift in iet
boek der historie hebben gegrift"
Doch de steeds weifelende, maar goed
moedige keurvorst bemerkte het addfftje
niet en zeide: „Mijn zwager kon het best
alleen af".
Een gezellig avondmaal besloot den dag
en Edzke zag met verwondering, dd de
koningin prinses Marion en Greta, als
vriendinnen samen omgingen. „Als ze me
niet verteld had dat ze geen kamenier
was", dacht Edzke „zou ik het nu tocii niet
meer geloofd hebben. Hoe ben ik zoo'n
eend geweest om het niet dadelijk te be
merken aan haar kleeren, haar fijne ma
nieren en haar keurige wijze van spreken?"
Hoofdschuddend besloot hij: „Een Gronin
ger schipper blijft toch maar een schipper".
En 's avonds bij het bal verdrongen hof
jonkers en sierlijke edellieden zich om Gre
ta om haar ten dans te geleiden, maar tot
zijn groote verwondering en vreugde, wees
ze de hovelingen af en danste alleen met
hem. Telkens en telkens bekeek hij haar
in haar eng aansluitende blauwzijden japon
waarin zij zich zoo sierlijk bewoog en zei:
„Greta lieveling, wat ben je toch mooi."
Betrekkelijk vroeg verdwenen ze en in
het park onder den ouden kastanje werd
het gesprek van dien middag voortgezet.
Den volgenden dag moesten Edzke en
Saxon reeds weer vertrekken om op tijd te
Werben te zijn. Ze wisselden vier .malen
van paarden, daar ze toch langs denzelfden
weg-wilden terugkeeren.
ic;- (Wordt vervolgd).