De jubileumfeesten AKKERTJE BINNENLAND. ZEELAND. MIDDELBURC. IN GEHEIMEN DIENST. KERK EN SCHOOL. KL0ETINGE DE „KARIMATA" BAGGERT NOG STEEDS. Neem een daling van het geboortecijfer, per jaar nog met bijna 100.000 toe), bevorderd door een voortreffelijke zorg voor de volksgezond heid (in 1898 bedroeg het algemeen sterfte cijfer 18 per 1000, in 1938 bedroeg het 8,8, voor de kinderen beneden 1 jaar zjjn de cijfers resp. 155 en 38), Spr. wees vervolgens op den geweldigen vooruitgang van den landbouw, de industri- eele bedrijvigheid, den handel, het verkeer, en in dit verband is 't bijzonder de lucht vaart, op de belangrijke prestaties van Ne- derlandsche geleerden en kunstenaars en op de groote sociale ontwikkeling; voor de arbeiders zijn er in de afgeloopen 40 jaren voortdurend verbeteringen, zoodat hun lot thans wel heel gunstig afsteekt bij dat van 1898. Wie onbevangen, vrij van "Ike neiging tot byzantinisme, aldus spr. verder, de 40 jarige periode overziet, wie daarbij het feit niet veronachtzaamt, dat bijna 25 van die 40 jaren doorleefd zijn onder omstandig heden, die het woord van den psalmist zoo begrijpelijk maken als hij gewaagt van „moeite en verdriet", wie voorts eenig be grip heeft van de krachten, die weerstaan moesten worden om te kunnen blijven wat we waren, om te behouden en te verwer ven wat we thans als natie ons geestelijk en stoffelijk bezit mogen noemen, die zal ook al houdt hjj rekening met schadu wen, die b.v. in den vorm van ernstige werkloosheid, over de laatste jaren vall ?n moeten toegeven, dat deze 40-jarige re- geeringsperiode tot de meest gezegende U't onze rijke historie behoort, die wordt ook gedwongen tot de erkenning, dat zij de ver gelijking met wat elders, onder vergelijk bare voorwaarden en omstandigheden, ge boekstaafd kan worden, met glans kan doorstaan. De uitkomsten van het regee- ringsbeleid dezer 40 jaren mogen elders wel licht geëvenaard worden, wanneer men het geheele veld en het geheele tijdvak overziet, worden ze nergens overtroffen. Dit te kunnen zeggen, ter plaatse waar Uwe Majesteit zich voor nu 40 jaren met een plechtigen eed aan haar volk verbond, is voor heel Nederland Nederland hier en Nederland overzee oorzaak, dat ons hart overvloeit van eerbiedigen dank. Dank aan Uwe Majesteit, dat zij al haar krach ten in dienst van het vaderland heeft ge steld, maar bovenal dank aan den Almach- tigen God, die U begenadigde met alles, wat noodig was om Uwe hooge roeping te ver vullen op de wijze, als zij vervuld werd. Onder de zegeningen dezer 40 jaren, die in een rede al» deze niet eens alle zelfs maar voor bloote vermelding in aanmer king kunnen komen, is er nochtans een, waarover men kan, noch mag zwijgen. Het is het heugelijk verschijnsel van de groei ende gehechtheid van ons volk aan het Oranjehuis. Terwijl in verscheidene landen den band met hun eeuwenoude vorstenhui zen verbraken, werden het Nederlandsche volk en Oranje in deze 40 jaren steeds nau wer saamgesnoerd. De roerselen, die het hart van een volk bewegen, zijn niet altijd gemakkelijk te analyseeren, maar in dit geval behoeft men niet zoekend rond te tas ten. Keizer Karei V die het Nederlandsche volk goed kende, heeft eens gezegd, dat er geen volk ter wereld is hetwelk, mits vader lijk geleid, meer geneigd is de wenschen van zijn vorst te volgen ofschoon er ook geen volk is dat meer afkeerig is van dienstbaarheid. Het is geneigd tot stijfhoof dig verzet tegen willekeurig krachtsver toon; het is meegaand als het met verstand behandeld wordt en zijn rechten en vrijhe den worden gewaarborgd. Onder de moderne verhoudingen is door Uwe Majesteit aan deze zelfde gedachte uiting gegeven bij de eedsaflegging, toen zij bezwoer de algemeene en bijzondere vrij heden en de rechten van hare onderdanen te zullen beschermen. En in de proclamatie van 'den 20sten No vember 1918 klinkt het met stoere over tuiging: „Getrouw aan de traditie van mijn „voorvaderen, heb ik nooit anders gewild „dan mijn volk te dienen door handhaving „van het recht en bevestiging zijner vrij heden, door verzekering van ieders recht- „matige aanspraken op geestelijk en stof felijk gebied. Gedragen door uw liefde en „trouw, zie ik mij in die roeping beves- „tigd". Getrouw aan de traditie van mijn voor vaderen. Dat juist is het, waarom het volk het onweerstaanbaar geloof bezit, dat zijne rechten en vrijheden nergens heiliger zijn dan in de handen van Uwe Majesteit, als persoon en als draagster van de beste Oranjetradities. Deze gelegenheid leent zich niet tot uit weiding over deze verhoudingen, maar dit mag toch gezegd, dat het overgroote deel Historische Avonturenroman. Door G. P. BAKKER. 78). Hij zag haar lachend aan. „Generaal Sa xon zal het me niet weigeren, maar als hij mocht aarzelen, zal ik het aan iemand vra gen die het zeker doet". „Wie is dat „Prinses Marion". „Edzke", zei ze. „Ik word jaloersch. Als de prinses over haar man spreekt, heeft ze het ook over jou. Je hebt hem het le ven gered en weet ik wat al". „Is het niet vreemd", vertelde ze. „Dat leden van dezelfden naam in sommige fa milies altijd weer hetzelfde droeve lot be schoren is. Dat een zwarte slagschaduw als een sombere vloek soms ligt over oude ge slachten. Die verstooten Greta van Gerse nau. die in de kapel met haar man begra ven ligt, die haar noodlot niet kon ontloo pen en nu ik de derde Greta van Gersenau, met hetzelfde trieste lot voor oogen Lees, Hier is de brief van vader". Hij las: „En ik waarschuw je, dat als je dien avonturier zonder duit durft te trou wen, ik je verstooten zal en onterven. Een Van Gersenau is te trotsch om burgers in zijn familie te dulden. Je hebt te kiezen, Greta". „Maar die beide anderen zijn toch ook getrouwd en samen begraven." „Ja, denzelfden dag. Toen hij stierf, kon zjj ook niet langer leven". „Dat is droevig", zuchtte Edzke. „En hoe oud was hij toen hij stierf?" „Wat doet dat er nu toe", antwoordde des volk uit den diepsten grond des harten] God dankt voor het voorrecht, die rechten en vrijheden zóó veilig bewaard te weten. Ook daarom staat het volk van Nederland met zulk een ongeschokt vertrouwen voor,| achter, rondom den troon der Oranjes. Ook daarom. Maar niet alleen daarom. Want, Majesteit, aan wordt, naast ach ting en eerbied, ook de liefde van Uw volk toegebracht. Het is zoo duidelijk ge bleken bij de zware slagen, die U de laat ste jaren hebben getroffen. Tweemaal moest de Koninklijke grafkelder te Delft worden geopend om een geliefde moeder en een diep betreurden echtgenoot ten grave te dragen. Het volk in al zijn lagen heeft toen met U meegeleefd en mee gele den. Ook heeft het, soms tot uitbundigheid toe, zich met U verheugd toen onze aller- wege beminde Kroonprinses zich met Prins Bernhard in den echt verbond. En het hart van alle Nederlanders in binnen- en buitenland heeft gerild van blijdschap toen Uwe kleindochter het levenslicht aan schouwde. Die vreugde stond wel niet los van zorg en hoop voor de toekomst, maar ze gold vooral niet minder het persoonlijk geluk van het Koninklijk huis. Gebruik melkend van de woorden, die de Apostel in een zijner brieven aan de ge meente te Corinthe bezigt, moge" ik hier, mij wetend te spreken namens het volk van Nederland, tenslotte alles samenvat ten in de getuigenis van ons onwrikbaar geloof in de heilzame werking van het voortbestaan van den band tusschen Ne derland en Oranje in de uiting onzer vu rige hoop, dat de Almachige God ook in dat opzicht zijne gunst over land en volk bestendige en in de verzekering met die pe overtuiging uitgesproken, dat het volk van Nederland, ook in de toekomst, U zal blijven omringen met zijn warme liefde en zijn ongebroken trouw." Het slot van den dienst. Het-bleef eenigen tijd stil na de indruk wekkende rede van dr. Colijn. Toen zet ten koor en orkest Cantate 51 van Bach „Jauchzet Gott in allen landen" in. Ds. De Jong sprak daarop een slotgebed uit en tenslotte bracht het koor 't „Hal lelujah" uit het oratorium „Der Messias" van Handel, ten gehoore en het koor en het orkest het zesde couplet van het Wil helmus: „Mijn schilt en de betrouwen sijt Ghy, o Godt, mijn Heer." Hiermede was de plechtigheid ten einde. Terwijl Henk Loohuys op het groote or gel Grand Coeur van Guilmand ten ge hoore bracht, en alle aanwezigen zich ver hieven, verliet de Koninklijke familie, uit geleide gedaan door de commissie voor de gedachtenisviering, het kerkgebouw om te voet naar het paleis terug te keeren. Ds. BART DE LIGT OVERLEDEN. Naar men ons meldt, is Zaterdag j.l. op een reis door Frankrijk overleden onze landgenoot ds. Bart de Ligt, die groote be kendheid heeft verworven als militant strij der voor den vrede, ds. De Ligt is geboren en was vroeger woonachtig te M i d e 1- b u r g. Ds. De Ligt werd in 1883 geboren en be reikte dus den leeftijd van 55 jaar. Na ge durende ruim vijf jaar het predikantenambt te hebben bekleed, wijdde hij zich geheel aan de verbreiding van zijn pacifistische denkbeelden, die berustten op de christen- anarchistische beginselen. Jarenlang was hij lid van de redactie van het tijdschrift „Bevrijding". Van zijn hand zijn veel boeken en kleinere geschrif ten verschenen. Zijn hoofdwerk is getiteld: „Vrede als daad", waarin hij op uitvoerige en wetenschappelijke wijze zijn ideeën aan gaande de samenleving, in het bijzonder ten aanzien van het vredesprobleem, heeft uit eengezet. Voorts schreef hij o.a. een studie over Erasmus. Ds. De Ligt woonde reeds jarenlang te Genève. Af en toe vertoefde hij in ons land voor het vervullen van spreekbeurten. DOMBURG. De heer P. J. Vergers, hoofd der Chr. school, die het onderwijs per 1 October om gezondheidsredenen zal ver laten, heeft ook voor de maand September ziekteverlof aangevraagd en verkregen. Totdat het nieuwbenoemde hoofd in dienst zal treden, zal zijn plaats worden in genomen door den heer M. den Hollander te Oostkapelle. Abonnementen en Advertentiën voor dit blad worden aangenomen door den Agent M. KOLE. Maar geen goud. Men meldt aan de N. R. C. van Terschel ling: Terschelling vlagt en maakt zich gereed om op bescheiden wijze feest te vieren, maar wat de Karimata betreft is de vreug de eenigszins getemperd, want de schat, waarnaar nu al maanden lang gezocht wordt, laat zich niet vinden. Heden is de stemming op het eiland naar mineur afge zakt, toen bekend werd, dat aan de Ter- schellinger werklieden, die op het Karima- tabedrjjf zijn aangesteld, tegen Zaterdag 10 dezer ontslag is aangezegd. Wel is daar da delijk aan toegevoegd, dat het dienstver band blijft bestaan en de werklieden van Za terdag af per dag worden gemonsterd, maar iedereen op Terschelling voelt wel, dat dit het begin van het einde beteekent. Men baggert echter nog steeds door, dag en nacht, feestdag in en feestdag uit, met prompt op tijd wiselende ploegen, en aan niets is te ien, dat het bedrijf worstelt op de manier van den drenkeling en den stroo- halm om het karwei zin en beteekenis te geven. Af en toe brengt de emmerladder nog eens een paar jSpaansche matten naar boven, maar er staat geen nieuwsgierig journalist van den vasten wal met verhoog den hartslag bij te kijken om zich te haas ten, het nieuws naar de afgelegen wereld door te geven. Hotel Nap lijkt, in vergelijking met de dagen van het hoogseizoen der Karimata uitgestorven, en de drie biljartballen op het groene laken schijnen te vragen waar al die journalisten-potjesspelers uit Holland en Engeland gebleven zijn, die nog onlangs tot diep in den nacht in aandacht over het groene laken gebogen stonden. Maar wat men ook van het bedrijf der Karimata moge denken en zeggen, men moet nog altijd dien reuzenmolen in de ga ten houden, want nog is er de mogelijk heid, dat op zeker uur daar diep in zee een ernstig, hoog dramatisch treffen zich af speelt tusschen de Karimata en de sfinx Lutine, die het goud in haar armen ge reed houdt. Mag dan de Karimata de beo wulf der sage zijn, en de Lutine - de he- dendaagsche kwelduivel van het mensch- dom de moeder van het ondier Grendel, die het spel verloorIn gewoon Hol- landsch gezegd: het goud kan nog altijd komen Daarom baggert de Karimata erntsig en systematisch voort. Maar niemand op Ter schelling slaat het hart nog acht en tach tig. De spanning is eruit dat is in a nuts hell al wat er op 5 September nog van de met hooge verwachtingen ingezette gold- rush op Terschelling valt te zeggen. VREEMDELINGEN IN NEDERLAND NIET MEER ALS ADVOCAAT TOEGELATEN. Reeds verkregen bevoegdheid tot 1 Januari 1942 geldig. Blijkens het in Stbl. 251 afgekondigd Kon. besluit, dat met 1 dezer in werking is ge treden, is 'n belangrijke wijziging gebracht in het Reglement no. Ill van orde en disci pline voor de advocaten en procureurs. Voortaan zal n.l. ieder, die, na aan een rijks- of daarmede gelijk gestelde Neder landsche Universiteit i in de rechten te heb ben gestudeerd en hetzij den graad van doctor in de rechtswetenschap of in de rechtsgeleerdheid, hetzij' de hoedanigheid van meester in de rechten te hebben verkregen, 't verzoek indient als advocaat te worden in geschreven, de noodige stukken tot staving van zijn Nederlanderschap of Nederlandsch onderdaanschap moeten overleggen. Uit drukkelijk is in het thans afgekondigde Kon. besluit bepaald, dat vreemdelingen niet als advocaat in Nederland kunnen worden ingeschreven. STEUN KOOLZAAD OOGST 1938. Wij vernemen van bevoegde zijde, dat de steun voor koolzaad van oogst i938 zal bedragen, voorzoover het volgens dé ge stelde voorschriften verkocht is: a. voor 25 Juli 1938 4.50 per 100 kg; b. in het tijdvak 25 tot en met 30 Juli 1938 4.75 per 100 kg; c. in het tijdvak 1 tot en met 6 Aug. 1938 5 per 100 kg; d. in het tijd vak 8 tot en met 27 Aug. 1938 5.25 per 100 kg. STERFGEVALLEN TENGEVOLGE VAN HET MOND- EN KLAUWZEER. In de week van 21 tat en met 27 Au gustus jl. stierven tengevolge van het mond- en kleuwzeer: 47 runderen, 24 kal veren, 42 varkens en biggen en 2 schapen. Sedert de week 1926 September 1937 stierven in totaal 3355 runderen, 4211 kal veren, 3179 varkens en biggen, 255 scha pen en 65 geiten. Een drukke Maandagavond. Aan den vooravond van den feitelijken feestdag, was Middelburg Maandag weder in een rechte feeststemming. Nadat in de verschillende kerken, o.a. ook in de synagoge speciale diensten waren ge houden, gingen geleidelijk in alle buurten, waar men electrische verlichting had aan gebracht, de lichten aan en honderden en nog eens honderden voetgangers trokken door de straten om een kijkje te nemen en te genieten van Middelburg als lichtstad. Ook tal van auto's en rijtuigen trokken door de stad. Van de plaatsen die Zaterdag nog niet in licht baadden en nu wel willen wij noemen den nu belichten zuil op den hoek Brak straatBreestraat en den Noordsingel, die zooals te verwachten was het uitstekend detjfi en dan ook zeer veel bezoek had. Het park van Nieuwenhoven heeft een tweetal groote W's aangebracht met 40 er onder. 1-Iet aantal particulieren versieringen en verlichtingen buiten of binnenshuis was toegenomen en wij ontwaarden op onze wandeling, dat verschillende winkeliers bij zonder fraeiie etalages hebben gemaakt. F' nuci uuiv vi/uiuguo iicuuv.li guinuuivi» o - T4- L -fVi. Het bloemen magazijn Flora op den Wal voor een mooie feestviering. La en wè q volgde het voorbeeld van Lumière, de Vlas- doen als altijd, vroolyk en een va zi markt. Kromme Weele is op straat beschil- alle zorgen terzijde neemt opgewe bij Hoofdpijn, Kiespijn, Spierpijn, Zenuwpijn, Rheumatische pijnen (Ingez. Med tegenwoordigsters van de jeugdorganisatie mej. Meulmeester van de Luthersche mc.sl jesvereeniging en mej. Westerweel van i turnvereeniging Achilles en de heeren Bal legoojjen en Sturm, resp. van de turnvel eenigingen Medioburgum en de turnvel- eeniging Wilhelmina, welke vereeniginjiki bij loting zijn aangewezen, uit de verl- melde Middelburgsche jeugd naar voiln traden. Het eerst nam het woord de heer W. Ie Graaf, voorzitter van Uit het Volk-—'V< >r het Volk en sprak na hét doen van een (e mededeelingen als volgt: Stad- en feestgenooten! Na maaddenii i- ge eendrachtige samenwerking van Uit set VolkVoor het Volk en de hier bestaaide buurtCömmissies is Middelburg gereed óp waardige wijze het 40-jarig regeéringS.Ufci- leum van Koningin Wilhelmina te he den-1 ken. 's Is me een aangename taak da k te' zeggen voor de vele treffende blij kei van sympathie die We mochten ontvangei ais- mede voor deH Steun, die ieder naar vér- mogen heeft geschonken. Alles is g rejed -OT nl-AM XI TA jjg t" derd met Oranje en wit. Dat men bij de firma Helder kennis kan maken met de foto's van de feesten van 40 jaar geleden, zal zeker ook op prijs worden gesteld. Het was niet bekend gemaakt, dat de winkels gedurende de drie feestavonden tot 12 uur geopend mochten zijn, en dit gaf o.i. wel eenige verwarring, doch voor heden en morgen kunnen zij, die daarvoor in de termen vallen, gebruik ervan maken. HET FEEST VAN HEDEN. De reveilles. Er zullen heden wel niet veel langslapers in Middelburg zijn geweest, en als die er nog waren, dan zullen de klokken, die1 om zeven uur voor een half uur' gingen luiden hen er wel aan herinnerd hebben, dat het heden een nationale gebeurtenis van groo aan 't feest, opdat het zoo algemeen mol- lijk zij! Een blijde lach op ieders gezicfl! Hoog de vlaggen; Oranje in 't hart. Oraje op de borst Lang leve onze Koningin. )e duizenden op de Markt stemden hier kraqT tig mede in. Voor het overhandigen van de vlag, spi} de heer Boasson ongeveer als volgt; Stadgenooten, Nu de burgemeester hier niet aanwejj kan zijn, omdat zijn tegenwoordigheid wol vereischt bij de heden in de Nieuwe Kerkte Amsterdam plaats hebbende huldiging vn H.M. de Koningin, werd mij, als wethouór yari Onderwijs, verzocht een enkel woed tot U te richten. Wi) staan aan den aanvang van een fee:, waarbij wij het feit ,herdenken, d'at on? co. „.c B.Bc - te beteekenis is, nu onze Koningin gedüren- Landsvrouwe 40 jaren heeft geregeerd. de niet minder dan 40 jaar het roer van woord en geschrift is herhaaldelijk Uiteei staat in handen heeft. gezet wat de regeering van H.M. dë Konii- Het is wel een bijzonder feit als men na- gin Wilhelmina voor ons land geweest is es gaat, dat slechts drie Oranjevorsten tot nu nog belooft te zijn, onder Gods zegenrijk' toe dien termijn hebben bereikt en wel leiding. Prins Maurits die 40 jaar; Prins Willem V, die 43 jaar en de vader van onze Vorstin, Koning Willem III, die 41 jaar geregeerd heeft en dat dan volgt Prins Willem III, die 30 jaar aan het hoofd van Nederland stond. Nadat het klokkengelui had opgehouden o- IMet de grootsche wijze waarop wij in on ze stad dit regeerings-jtibileum gaan her denken, willen wij uiting geven aan dén eerbied die wij voor onze Koningin hebben als Vrouw en Moeder, aan de bewondering die wij voor Haar hebben voor de wijzè; .-.CiCCCC i.cc CP6.„V zag men de muzikanten der drie plaatselijke waarop zij haar regeerlngstaak vervult, korpsen, die aan de opluistering van het Dit zijn de drie pijlers waarop ons staats- feest zullen medewerken naar hun repeti- btstelrust en in het vieren van het 40- tielokalen trekken, doch ook vele kinderen jarig Regeerings-Jubileum onzer Vorstinne i, om met hun vlaggen ligt tevens besloten de voldoening voor het - .tocfnn «ril nrll trokken daar heen enz. deel te nemen aan een der drie re veilles. Uit de Heerenstraat vertrok het Middel- burgsch Muziekkorps met de signaal afdee- ling van Achilles, van den Langevielesingel Oefening na den Arbeid en het Pijpercorps „Juliana" en van de Seisdam Crescendo. De routes der drie korpsen zorgden te sa men, dat Middelburg binnen de oude wal len, maar ook Nieuw Middelburg, Park van Nieuwenhoven en Park van de Griffioen een beurt kregen. Onnoodig te zeggen dat velen het zij op straat, het zij van uit de woningen het voorbij trekken gade sloegen. Onder de eerst bedoelde waren ook de honderden leden van verschillende jeugd organisaties, die naar hun verzamelplaatsen 1 rokken om dan te samen naar de Markt te gaan en daar voor 9 uur aanwezig te zijn op het tegenover het Stadhuis vrij ge houden deel van het verhoogde gedeelte van het plein, waar intusschen ook de re- veilles aankwamen. DE UITREIKING VAN DE GEMEENTEVLAG. Men was hier bijeen tot het in ontvangst nemen van de gemeentevlag, die de afge vaardigden der jeugd van Middelburg he denavond zou mede voeren bij het défilé voor H.M. de Koningin op den Dam te Am sterdam. Het was negen uur, toen de wethouder van onderwijs, de heer M. H. Boasson met den gemeente-secretaris verschillende raads leden, voorzitter op en bestuursleden van Uit. het Volk-Voor het Volk bij den pui had plaats genomen terwijl later de twee ver- HgL lüveixs ULOII/I-Cix Mt r^..c handhaven hiervan en den vasten wil oilj deze ook voor de toekomst onverkort el behouden. Het is U bekend hoe in het verleden ht Nederlandsche Volk zich steeds om Oraf je schaarde, in tijden van gevaar en té nauwenis, en even zoovele malen was lat een Oranje-telg, die ons hielp de moeilis- heden het hoofd te bieden en te overwl- nen. Ook thans leven wij in een tijd van |- roering en van onrustwekkende gebeuië- nissen, waarvan niemand met' zekerhid kan voorspellen waarheen dat zal voern. Wij weten echter, dat onze Landsmoeer een Oranje is, die, aan het hoofd der Is- geering, niets zal nalaten om onze Vij- heid te verdedigen en onze even kostbre goederen van Recht en Vedraagzaamhtd te beschermen. Lang Leve de Koningin en Haar Hus. (Luide instemmingen). Het was aldus ging de wethoud>r voort een gelukkige gedachte om ejfi huldiging te organiseeren, waarbij de jeuil van alle gemeenten in ons land kan geto gen van haar aanhankelijkheid aan ds Vorstenhuis in het algemeen en van har dankbaarheid aan onze Koningin in iet bijzonder. In de Koninklijke woorden, op 31 Au gustus, door Hare Majesteit geuit vurd zoo gevoelvol gekenschetst welke tak den jongeren van Nederland wacht: let handhaven van de tradities zooeven ge noemd. Tradities, die ons land steeds Ien eervolle plaats in de rij der volken heblen verschaft en onafscheidelijk zijn van >ns zelfstandig volksbestaan. In alle gemeenten van ons land worcen ze. „Doch als je het graag weten wilt. Acht- en-zeventig". Ze keken elkaar aan en beiden barstten uit in een schaterend gelach. „Maar met dat al", zei ze, „is het toch ellendig, dat die stijfkoppige vader mij ont erven wil. Ik ben aan groote weelde ge woon en hij is nog veel trotscher dan zijn I voorvader. Zooveel geslachten meer, weet| je". „Ja. Maar wij zijn nog veel verliefder dan dat andere paar". „Wees nu toch eens even ernstig. Ik zit er genoeg mee in. Of meen je, dat het pret tig is, als je familieleden je voorbij loopen met een stijven nek en een blik in de oogen van: Ik ken je niet, je bent leege lucht voor mij. Het tocht hier". „Dan daag ik ze één voor één uit", ant woordde Edzke. „Tot er geen van hen meer over is". „Blijf nu toch eens ernstig. Ik zal je overal volgen, maar stel je het eens goed voor, verstooten en onterfd, zonder geld langs de groote wegen te zwerven. Jij bent er aan gewoon, maar ik? En als we een tijdje getrouwd zijn en het nieuwtje er af is, dan zal ik je moeten verwijten: Waarom heb je me gedwongen met je mee te trek ken en mijn weelderig paleis te verlaten? En als het koud is en de storm over onze hoofden in onze tenten waait en er is geen geld. En als ik mooie kleeren wil koopen of wonen in een mooi huis en we hebben niets".. Ze schuilde treurig ljet hoofd. 25e gingen weer op de bank zitten. „Ben je zoo ongelukkig, lieveling?" Hij slóeg de armen om haar heen. „Was je maar een kamenier gebleven". „Dat zou ook veel beter geweest zijn", zuchtte ze. „Kom, laten we maar naar het paleis gaan". Toen ze bij de voorpoort kwamen, riep Edzke eensklaps: „Wel allemachtig. Daar staat Sievers nog altijd met zijn peloton. Eerst moet ik voor hen zorgen". Hij kwam dadelijk terug met een bewijs1 voor inkwartiering en voor eiken man twee daalders extra soldij. Vroolijk reden de ruiters weg. HOOFDSTUK XXXXV. In kleinen kring demonstreerde generaal Saxon dienzelfden dag den slag bij Brei- tengeld. De keurvorst van Brandenburg, George Willem, met zijn forsch, vierkant gezicht, opstaande grijze snor en lange sik, die over de zware onderkin hing, zijn zwar te pruik met lange haren, was gekleed in zwart fluweelen wambuis met witte verti- kale strepen, over de schouders een platte kraag van witte breede kant. Hij zat in een grooten stoel op een kleine verhooging naast zijn zuster, de koningin van Zweden, een mooie vrouw met een zacht rond ge laat. Greta en Edzke zaten naast prinses Ma rion, de vrouw van den generaal, die lang en donker met haar groote zwarte oogen altijd de groote bewondering wekte van lederen man. Nauwkeurig legde Saxon de posities der legers uit, hoe ze waren opgemarcheerd en waar ze precies huh stellingen hadden in genomen. Met een stuk krijt teekende hij den toestand op een groot zwart bord en stelde de strijders voor in al hun moed, koelbloedigheid en scherpte van geest. Hij vertelde den aanval van Fürstenberg op de Saksers en hoe beide tegenover elkaar staande vleugels, aan den anderen kant van den straatweg naar Düben, als bij toover- slag waren verdwenen. Hij legde verder de aanvallen van Tilly en Pappenheim uit, prees hun dapperheid en verwijlde even bij de herovering van het eenige Zweedsche vaandel dat in handen der keizerlijken was geweest. Het gebeurde door een jongen ritmees ter, een landgenoot van den spreker. Hij ontrukte het vaandel aan den forschen kurassier en gedurende het geheele gevecht hief hij het hoog in de lucht. Hij en zijn vrienden sloegen alle aanvallen af. „U be grijpt" vervolgde hij, dat ik trotsch op dien landgenoot ben. Prinses Marion keek naar Edzke en Gre ta drukte hem in het verborgen de sterke rechterhand. Toen volgde er het tweege vecht tusschen Gassian en Pappenheim en nog tal van bijzonderheden, die bewezen dat de generaal ondanks dat hij zelf geen ge ring aandeel in de overwinning had den ge- heelen slag met buitengewone scherpte had gevolgd. Koning Gustaaf Adolf zou dan ook geen beteren vertegenwoordiger heb ben kunnen zenden om den keurvorst on der den indruk te brengen van de grootte der overwinning. Nadat het verslag geëindigd was bedank te de keurvorst den gezant en overreikte hem een hooge ridderorde en eën minder voorname aan zijn adjudant en sprak: „Generaal, het spijt mij werkelijk, dat ik den veldslag niet heb kunnen bijwomn, waarop de generaal antwoordde; Sire, ge zoudt uw naam met een gouden stift in iet boek der historie hebben gegrift" Doch de steeds weifelende, maar goed moedige keurvorst bemerkte het addfftje niet en zeide: „Mijn zwager kon het best alleen af". Een gezellig avondmaal besloot den dag en Edzke zag met verwondering, dd de koningin prinses Marion en Greta, als vriendinnen samen omgingen. „Als ze me niet verteld had dat ze geen kamenier was", dacht Edzke „zou ik het nu tocii niet meer geloofd hebben. Hoe ben ik zoo'n eend geweest om het niet dadelijk te be merken aan haar kleeren, haar fijne ma nieren en haar keurige wijze van spreken?" Hoofdschuddend besloot hij: „Een Gronin ger schipper blijft toch maar een schipper". En 's avonds bij het bal verdrongen hof jonkers en sierlijke edellieden zich om Gre ta om haar ten dans te geleiden, maar tot zijn groote verwondering en vreugde, wees ze de hovelingen af en danste alleen met hem. Telkens en telkens bekeek hij haar in haar eng aansluitende blauwzijden japon waarin zij zich zoo sierlijk bewoog en zei: „Greta lieveling, wat ben je toch mooi." Betrekkelijk vroeg verdwenen ze en in het park onder den ouden kastanje werd het gesprek van dien middag voortgezet. Den volgenden dag moesten Edzke en Saxon reeds weer vertrekken om op tijd te Werben te zijn. Ze wisselden vier .malen van paarden, daar ze toch langs denzelfden weg-wilden terugkeeren. ic;- (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 2