KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 5 SEPTEMBER 1938. No. 208.
4
ITALIË,
IN GEHEIMEN DIENST.
De Vlootdemonstratie te
Scheveningen,
MIDDELBURG.
ijn-
hts
ens
au
in-
J,
Ka
zan
el-
ïet
of-
ge-
age
ve-
ur.
De partijdag te Neurenberg
en het Tsjechoslovaaksche
probleem.
Vandaag is te Neurenberg het jaarlijk-
sche congres der N.S.D.A.P., de nat. soc.
Duitsche arbeiderspartij, begonnen. Het
pleegt een van de voornaamste jaarlijks te-
rugkeerende gebeurtenissen des Derden
Rijks te zijn; ook in omvang. Men verwacht,
volgens een opgave van Havas, 600.000 deel
nemers, o.w. 150.000 politieke bazen en on
derbazen en 4000 Duitschers uit het bui
tenland. Maar cijfers als deze verbazen en
imponeeren niet meer. Ook aan het groot-
seheepsche went men gauw. En och, al die
humbug van het getal
De partijdag van Neurenberg staat ge
Woonlijk in het teeken van de een of an
dere leuze en ontleent daaraan dan zijn
hijzonderen naam: ditmaal heet hjj: „de
Partijdag van Groot Duitschland". Sinds den
vorigen is het Derde Rijk verscheidene dui
zenden vierkante kilometers grooter gewor
den en zijn bevolking vermeerderd met 8
miilioen Oostenrijkers. Dit feit was inder
daad niet te gering, om voor den doop dienst
te doen. Er zit vermoedelijk echter meer
achter den gekozen naam, een aangelegen
heid, welke de inlijving van Oostenrijk, hoe
kort geleden nog maar, vrijwel volkomen
uit het actueele politieke bedrijfsleven ver
dreef: de Sudeten-Duitsche affaire. Men
verwacht, dat Hitler met betrekking tot
deze affaire een belangrijke verklaring zal
afleggen, belangrijk genoeg zelfs als ant
woord op de vraag, wat het daar eerlang
moet worden in midden-Europa: oorlog of
vrede. Het is een feit, dat ten deze van
den Fiihrer meer afhangt dan van iemand
anders. Maar men kan er aan twijfelen,
dat de zaak reeds rijp geworden is voor
een verklaring, zoo kolossaal als hier
boven verondersteld. Het ziet er nog
niet naar uit, dat van de Sudeten-Duitsche
kwestie op zeer korten termijn de eindre-
kening zal verschijnen. Misschien slaagt
men er in binnenkort een voorloopige re
geling te treffen, waarmee dan echter het
laatste woord in de vraag van oorlog of
vrede nog niet gesproken is. Het kan zelfs
best zijn, dat de affaire nog jaren
lang een bron van onrust voor Europa zal
blijven. Immers: stel wat momenteel het
waarschijnlijkst lijkt dat er, dank zij de
bemiddeling van Runciman, een compromis
tusschen de Tsjechoslovaaksche regeering
en Henlein tot stand komt. Dan zal dat een
compromis zijn, waarbij aan de Sudeten-
Duitschers een groot stuk zelfbestuur wordt
toegekend. Wie garandeert echter, dat de
op die basis rustende samenleving van Tsje
choslovaaksche democratie en (Sudeten)-
Duitsch nationaal-socialisme in de praktijk
niet tot nieuwe spanningen zal leiden?
M,aar dat is van later zorg. De heer Run
ciman heeft op 't oogenblik de handen nog
vol met het zoeken naar de genoemde
basis. Hij probeert opnieuw de Tsjechoslo
vaaksche regeering tot meer concessies te
bewegen. Zooals men weet, moet het laat
ste voorstel van Praag (verdeeling van het
land in een aantal kantons) principieel
zijn instemming hebben. De uitwerking er
van schijnt hem echter niet royaal genoeg.
Zaterdag heeft Runciman voor de zooveel-
ste maal met den Tsjechoslovaakschen
staatspresident Benesj geconfereerd. Men
vermoedt, dat hij er toen in geslaagd is;
Benesj van de noodzakelijkheid van verdere
concessies te overtuigen.
Henlein keerde Zaterdag van zijn bezoek
aan Hitier naar huis terug. Hij zal vandaag
of morgen weer een onderhoud met Run
ciman hebben. Hierbij moet dan blijken,
of ook van Sudeten-Duitsche zijde van eeni-
ge toeschietelijkheid sprake zal zijn. Daar
op schijnt wel eenige hoop te bestaan. Vol
gens berichten uit Berlijn, moet Hitier aan
Henlein hebben toegestaan, de besprekingen
over de nieuwe voorstellen van de Tsje
choslovaaksche regeering voort te zetten,
Dat is natuurlijk op zich zelf niet veel, maar
in de gegeven omstandigheden genoeg, om
er den moed in te houden.
HET ANTI-SEMIETISME.
Sedert er maatregelen tegen de Joden in
Italië worden genomen, is in de Italiaan-
sche pers een extremisme merkbaar, dat
zich ook keert tegen hen, die niet voldoen
de anti-semiet zijn.
De „Lavoro Fascista" schrijft o.a. dat
het fascisme de mentaliteit, welke uit het
oude Italië is overgebleven en welke de
geheele wereld dient, zonder iemand
vrees in te boezemen, verfoeit. Het blad
keert zich vooral tegen de bourgeoisie,
welke wordt beschuldigd van vijandigheid
tegen het fascisme, onder invloed van de
Fransche bourgeoisie en de Joodsche intel
ligentie. yj
Historische Avonturenroman.
Door G. P. BAKKER.
77
„Daar komt een dame. Misschien heeft
zij ons een order over te brengen."
Edzke keek en zijn hart begon heftig te
kloppen. Het was Greta. Hij sprong van
zijn paard, wierp Sievers de teugels toe en
snelde haar tegemoet.
„Ik vernam zoo juist, dat je aangekomen
was", zei ze. „Kom mee naar den slottuin,
daar kunnen we samen ongestoord praten".
Ze nam hem in den arm en bracht hem
naar het stille gedeelte van het park. Daar
onder een oude kastanje sloeg hij den arm
om haar heen en kuste haar. Op een rus
tieke bank gingen ze zitten en onder het
groene loover, onzichtbaar voor onbeschei
den blikken, nam hij haar op zijn knie en
zoende haar voorhoofd, haar oogen en
haar lippen.
Eindelijk vroeg Edzke:
»En wanneer trouwen we?"
iiZoodra je wilt, maar we zullen heel
zuinig moeten zijn."
„O. We volgen het leger. Er zijn meer
Setrouwde officieren. Waar zullen we heen
trekken? Niemand weet het. We gaan met
den koning naar Weenen om den keizer af
te zetten of naar Miinehen om Beieren te
veroveren. Ik kan niet langer zouder jou.
Daags denk ik steeds aan je en 's nachts
droom ik van je."
Zaterdag hebben in verband met het re-
geeringsjubileum van H.M. de Koningin te
Scheveningen demonstraties van onze vloot
plaats gehad, zulks onder auspiciën van het
comité voor de luisterrijke viering te Den
Haag.
Meer dan honderdduizend belangstellen
den sloegen des middags van het strand af
de demonstraties gade. Het begon intus-
schen met een défilé te land, waaraan deel
namen 'n bataillon marinetroepen onder be
vel van den luitenant-kolonel der mariners
F. Lugt, en bestaande uit de tamboers en
pijpers, het stafmuziekcorps uit Den Hel
der, een compagnie adelborsten uit Den
Helder met vaandel, twee compagnies ma
riniers uit Rotterdam met vaandel en een
compagnie matrozen uit Vlissingen; verder
leerlingen van het matrozeninstituut der
Kon. Ned. Zeil- en Roeivereeniging te Am
sterdam, leerlingen van de „De Ruyter-
sehool" te Vlissingen, leerlingen van de
zeevaartschool te Scheveningen, leerlingen
van het opleidingsschip voor de binnenvaart
„Koningin Wilhelmina" te Amsterdam, leer
lingen van het opleidingsschip voor de bin
nenvaart „Prinses Juliana" te Amsterdam,
leerlingen van de marconistenopleiding van
„Radio Holland" te Amsterdam en tenslot
te de deelnemers aan het N.J.V.zeekamp.
Al de deelnemers aan het défilé hadden
zich tevoren op den Gevers Deynootweg
verzameld en marcheerden daarna via Ge
vers Deynootplein, Gevers Deynootweg:
Wassenaarschestraat en Schuitenweg naar
den Boulevard. De belangstelling van het
publiek concentreerde zich natuurlijk eerst
op het voorbijtrekken der troepen, maar
zoodra dit was afgeloopen, stormden zijn in
drommen de trappen af, welke van den
boulevard naar het strand leiden, om een
goede plaats machtig te worden en dit viel
niet mee, want velen hadden het défilé
maar uit hun programma geschrapt om de
demonstraties der vloot des te beter te kun
nen volgen.
De oogen van alle aanwezigen richtten
zich op het Zuid-Westen, waar de oorlogs
schepen, welke men aan de horizon nog
slechts kon vermoeden, naderden. De de
monstreerende scheepsmacht stond onder
bevel van den kapitein ter zee L. A. C. M.
Doorman, commandant van Hr. Ms. flottiel
jeleider „Tromp". De schepen begonnen
met in een lange rjj van Zuid naar Noord
langs de kust te stoomen tot voorbij de
pier. Het zal nog niet vaak zijn voorgeko
men, dat Scheveningen zulk een groot deel
van de Nederlandsche vloot vlak onder de
kust zag en de schepen waren heel duide
lijk te zien, doordat de hemel onbewolkt
bleef.
Aan de demonstratie namen deel twee
torpedobooten, vier mijnenvegers, een ka
nonneerboot, twee mijnenleggers, vijf on
derzeebooten, een flottieljeleider, en de
kruiser „Sumatra".De beurt was aller
eerst aan de onderzeebooten, die langza
merhand onder den waterspiegel verdwenen
waarop onder het publiek weddenschappen
werden gesloten waar de duikbooten weer
boven zouden komen.
Terwijl de schepen wederom zichtbaar
werden stoomden de „Tromp" en de „Su
matra" van Noord naar Zuid en op dat
oogenblik lieten zij hun metalen stemmen
hooren; vijf salvo's met de batterijen van
15 cm-kanonnen werden afgevuurd. Deze
kanonnen hebben een draagwijdte van on
geveér 20 kilometer. De deelnemende sche
pen gingen hierop in formatie ten anker
vlak voor de pier, waar de zee ongeveer 8
meter diep is. Terwijl iedereen dacht, dat
er een half uur pauze zou zijn, zorgde de
marine voor een extra-nummer door de
nieuwste driemotorige Dornier Wall-ma
chine te dernonstreeren. De boot daalde tot
aller verbazing op de zee, waarbij de piloot
de wendbaarheid van het toestel "net zien
Deze machines worden overigens hier te
lande niet gebruikt, maar zijn bestemd voor
den marinevJiegdienst in Indië.
Stipt om kwart over vijf verscheen een
groep van vier zeevliegtuigen. Na aller
eerst een ronde boven den boulevard gevlo
gen te hebben, werden de „Tromp" en de
„Sumatra" na deze rondvlucht door twee
machines ingeneveld, waarna twee torpedo
vliegtuigen onder dekking van het nevel-
scherm een t.orpedoaanval ondernamen. Op
het groote parkeerterrein op den boule
vard stonden evenwel sinds Zaterdagmor
gen luchtafw eermitrailleurs en luchtartil-
lerie opgesteld. Het spreekt vanzelf, dat
deze artillerie, welke onder leiding stond
van kapitein Kok, niet werkloos bleef. En
„Ik heb ook naar je verlangd, maar er
is een kink in den kabel gekomen."
Edzke stond plotseling op. „Een kink in
den kabel? O!" zei hij. De ontvangst was
heel anders dan hij gedacht had, heel an
ders dan die van René.
„Ja", antwoordde ze. „Ik moet beken
nen, dat ik je bedrogen heb."
Hij stoof op. „Met wien?" schreeuwde
hjj.
„Wees toch stil. Je zou het geheele slot
bij elkaar roepen."
„Ik wil niet stil zijn", en met zijn ster
ken arm pakte hij haar bij den pols, trok
haar .overeind, nam haar hoofd in zijn
hand en dwong haar hem vlak in de oogen
te zien.
Maar haar blik was niet die van een
schuldige vrouw. Er lag een vroolijke lach
in, een glinsterend puntje in de groote blau
we oogen.
„Met wien?" zei ze. Malle, lieve jongen",
en toen: „Vind je dat nu heusch zoo erg?"
„Ik zou hem vermoorden."
„Maar", zei ze. Wild viel hij haar in de
rede:
„Je stemt dus toe, dat je me bedrogen
hebt. Heb je berouw?"
Ze haalde onverschillig de schouders op.
„Niet zoo heel erg. Maar de gevolgen
zijn minder prettig."
Edzke werd woedend. „Wat bedoel je?"
„Kom hier nu kalm naast me zitten."
„Neen ik wil eerst alles weten".
zoo daverden de schoten, welke de vliegtui
gen schrik moesten aanjagen, door de
lucht: Scheveningen was op dat moment
inderdaad vervuld van krijgsrumoer.
Terwijl de nevel zich verspreidde over
den boulevard, terwijl machines door de
lucht ronkten en de afweerschoten knal
den, trok het publiek wederom stadwaarts,
omdat met deze machtige demonstratie het
middagprogramma van dezen zeevaartdag
was afgewerkt.
Vele duizenden bleven echter op Scheve
ningen, daar de avondlijke oefeningen nog
buitengewoon veel beloofden.
De avondfeesten
Eerst werd des avonds een film in de
openlucht vertoond van de gebeurtenissen
van den afgeloopen dag. Deze vertooning
was voornamelijk georganiseerd om hun, die
des namiddags niet aanwezig konden zijn,
een indruk te geven van de demonstraties
Na de filmvertooning hebben de schepen
met hun zoeklichten een demonstratie ge
geven, waarna aan boord van Hr. Ms.
„Tromp" en „Sumatra" vijf lichtgranaten
van 15 cm en een aantal lichtspoor-projee
tielen der luchtdoelartillerie, bestaande uit
40 mm mitrailleurs, zijn afgevuurd. Deze
demonstraties hadden een zeer groot succes,
evenals het uitwerpen van parachute-fla
res uit vliegtuigen.
Daarna werd vuurwerk afgestoken van
de „Tromp" en „Sumatra". Een marine-
taptoe onder leiding van den kapelmeester
Leistikow besloot den dag. Aan de taptoe
namen deel de tamboers en pijpers van het
corps mariniers, het stafmuziekcorps der
koninklijke marine p een aantal fakkeldra
gers.
Na afloop van de taptoe hebben de oor
logsschepen het arker gelicht om naar
Amsterdam terug te keeren.
HET HULDEBLIJK VAN DE
AMSTERDAMSCJIE VROUWEN AAN
H. M. DE KONINGIN.
Toen de huldigirgscommissie 1938 voor
Amsterdam was samengesteld, bleek dat
slechts een klein pircentage van de leden
vrouwen waren. Dit werd door velen met
spjjt geconstateerd, mmers het betrof hier
een vrouw, die geluldigd zou worden. In
overleg en samenwerking met de huldi
gingscommissie were derhalve het huldi
gingscomité van Amsterdamsche vrouwen
opgericht en dit stelde zich tot taak een
huldeblijk samen te stellen dat door vrou
wen vervaardigd was. De keuze viel op een
boek, handelend oifer de plaats, die door
de vrouw in de afgeloopen veertig jaren op
verschillend gebied ïs ingenomen. Dit ge
schenk zal H. M. Vrijdag a.s, worden aan
geboden. Ongeveer 75 vrouwen, vooraan
staand op haar gebied, hebben er haar
beste krachten aan gewijd. Het resultaat is
geweest een met de hand geschreven werk,
bestaande uit dertien hoofdstukken, een
voorrede, van mevrouw C. de VlugtFlen-
trop, een inhoudsopgave en een opdracht
van het comité aan H. M. de Koningin, elk
onderdeel afzonderlijk samengebonden door
een saffiaan lederen rug in oranje rood, het
geheel samengevat in een doos bekleed met
groen marokkaansch leer.
Door de hoofdstukken afzonderlijk in te
binden, is voorkomeii, aal nel geheel een
zwaar onhandelbaar boekwerk is gewor
den. Nu is het mogelijk de onderwerpen
stuk voor stuk uit de doos te nemen en af
zonderlijk te bestudeeren. Het feit dat iede
re schrijfster haar artikel met de hand
heeft geschreven, geeft het geheel een le
vendig en persoonlijk karakter.
Gestreefd is een eerlijk en overzichtelijk
beeld te geven van den vrouwenarbeid in
de laatste veertig jaren. Bij de keuze der
medewerksters is dar ook geen onderscheid
in stand of gezindheid gemaakt en slechts
gekeken, naar de plaats, die zij innam.
DE TREINENLOO? OP NATIONALEN
FEESTDAG.
Men verzoekt ons t}é melden, dat de loop
der reizigerstreinen op den nationalen
feestdag zal zijn als )p een gewonen werk
dag, dus niet als op Zondag.
DE BAKKERS OP DEN NATIONALEN
FEESTDAG.
Aan de bakkerijen
heden geen gebruik
ministerieele werkre;
gesteld voor Maand» 5 September 1938
wordt vergunning v
September 1938 2 uu'
kerij arbeid té beginn:
De verkoop van b:
van 8 uur des morgéns af geschieden.
die door omstandig-
unnen maken van de
eling, welke is vast-
rleend op Dinsdag 6
vroeger met den bak-
n.
Dod mag op dien dag
Hij keek haar aan. „Wat een pracht van
een vrouw", dacht hij. Een godin. Brunhil-
de met haar blonde laren, blauwe oogen,
haar krachtige en toch zoo slanke gestalte
vol gratie. Hij greep haar om den middel,
trok haar in zijn armen. Hij voelde de
warmte van haar lichaam, voelde dat ze
zich nog dichter tegen hem aanvlijde. Ze
legde haar hoofd tegen zijn wang, sloot de
oogen.
„Hij riep: „Zeg, dat het niet waar is. Je
bent van mij, begrijp je? Meen je, dat een
ritmeester van Saxon's ruiters, een man
in het zwart van den geheimen dienst, de
vrouw die hij lief heeft niet zou weten te
beschermen en te behouden? Al zou ik je
ook vastbinden als ik je weer moest ver
laten."
„Ga mee. Haal je goed. Je blijft hier geen
uur meer." En hij tilde haar op alsof hij
haar wilde wegdragen.
„Ben je gek geworden?" vroeg ze.
„Ja, gek van liefde."
„Ik zal het je uitleggen."
„Ik wil niets weten. Je bent van mij. Je
gaat weg hier van dit wufte hof. Het is
mijn eigen schuld. Ik had je niet hier alleen
moeten laten jij met je warm bloed en je
verleden."
„Maar Ed."
„Geen maren."
Toen begon ze te lachen zoo luid en vroo-
lijk dat de vogels boven hun hoofden ver
schrikt ophielden te kwinkeleeren.
DE FEESTDAGEN.
Nu reeds enkele dagen een feeststem
ming vooral in de avonduren heerscht, is
het o.i. ook voor ons tijd om nog eens.
een en ander te vertellen over de voorbe
reiding en hetgeen reeds gereed is.
De historische optocht.
De voorbereidingen voor een der voor
naamste onderdeelen van het feest, zijn
met kracht voortgezet, af en toe zag men
deelneemsters en deelnemers zich oefenen
in het paardrijden en elders waren de lei
ders bezig om stadgenooten door kleeding
om te toveren in vervangers van onze
voorouders.
Nu wij hier toch over den optocht schrij
ven, zij gemeld, dat morgen in de Lange
delft zand zal worden gestrooid om het
mogelijk te maken den optocht door te
laten en toch weinig gevaar te loopen
voor het vallen van de paarden op de glad
de koperslakkeien.
De kleppermarsch.
Er was voor de generale repetitie van
de Kleppermarsch onder leiding van de hee
ren Mazure en Caro op het gemeentelijk
sportterrein reeds veel belangstelling.
Alleen de drie medewerkende korpsen
uit Middelburg en dat uit Rittem waren
opgekomen, doch de andere 5 zullen zich
daar morgen bij aansluiten.
Wij geloven niet dat alle kinderen aan
wezig waren, maar eenige honderden wa
ren op hun post en dan zullen de andere
zich zeker wel laten medenemen.
Nadat de muzikanten de marsch één
maal onder leiding van den heer Caro
hadden gespeeld, hebben de kinderen tot
drie maal toe met de muziek gerepeteerd
Daarbij bemerkte men direct een climax
in de kwaliteit van het gehoorde. Als alle
present zijn en hun beste beentje voor
zetten, wacht den toehoorders iets bijzon
der goeds.
De versieringen en verlichtingen.
Wij hebben af en toe reeds enkele ver
sieringen en verlichtingen aangestipt
maar meenen onze lezers en ook de be
trokken buurtcommissies van dienst te
kunnen zijn, door hier onder een zoo vol
ledig mogelijke opgave van wat gezien
zal kunnen worden te geven.
Om te trachten een iet wat geregelde
wandeling door de stad langs de versierin
gen aan te geven, willen wij in gedachte be
ginnen bij het station. Daar zal
men wellicht reeds hedenavond, maar
zeker morgen en overmorgen een bijzon
der kunstvolle verlichting aantreffen en
wel voor den ingang van de Stationstraat
een hooge poort, waarboven de Nederland
sche driekleur met boven het jaartal 40;
met tal van lichtjes. Aan de overzijde van
het kanaal, staan op gelijken afstand van
de kanaalbrug zuilen met de burcht, het
motief van het wapen van Middelburg en
daarboven een W. Het geeft aan deze om
geving een bijzonder goed aanzien.
De Kaden hebben zich bepaald tot deel
name aan den optocht en daarom zal men
links afslaande de eerste feestversiering
en verlichting ontwaren bij de spontaan
opgerichte buurtcommissie Hoogstraat
Nieuwe HavenVarkensmarkt. Wij schre
ven reeds dat dit goed voldoet.
Er is hier een muzikale uitzending bij
gekomen, vervaardigd door den werkloo-
zen radio-monteur H. Joosse, wonende al
daar. De versterker is voor 2/3 door hem
zelf gemonteerd van oude onderdeelen. De
uitzending van den intocht van H. M. de
Koningin te Amsterdam zou hij via dezen
zender hedenmiddag heruitzenden. Ver
der zal er muziek zijn Maandagavond;
Dinsdagmiddag en -avond en Woensdag
avond.
Heden zou op dezen zelfden versterker
ook een luidspreker op de Nieuwe Haven
aangebracht worden.
Maar wij gaan in gedachte eerst de St.
Janstraat in om nog weer eens te genie
ten van het mooi aanzien der vele kronen,
samen 8 maal 5 dus 40 jaren voorstellen
de, alles eigen fabrikaat.
Wij zijn dan en passant bij het hoofd
punt van de feestversiering, de Lange Jan
op de Vischmarkt, die ook Zaterdagavond
weder tot van onze autoriteiten toe
zulk een groote belangstelling trok, dat
er twee agenten aanwezig waren om het
in deze straat steeds drukke doorgaande
verkeer te doen doorgaan. Het is en blijft
een bijzonder mooi resultaat, dat hier is
bereikt.
De Zusterstraat heeft ook haar beste
beentje voorgezet en heeft een versiering
en verlichting, die mooi aansluit biji de St.
Janstraat en bjj de Gravenstraat, welke
nauwe straat aan de Marktzijde door een
flinke eerepoort wordt afgesloten.
„Geef me eerst een kus, lieveling. Zoo,
kalm en nu zal ik je alles uitleggen. Ga nu
zitten. Luister naar mijn woorden en laat
me eens uitpraten. Jij bent de eenige man,
die er ooit in mijn leven is geweest. Ik heb
nooit een ander lief gehad. Jij bent de eer
ste en zult ook de eenige blijven."
„En je bedrog?"
„Ik heb je bedrogen. No. 16 in Halber-
stadt was mijn kamenier. Toen ik in Hal-
berstadt kwam, was ze reeds een paar da
gen verdwenen. De majordomus werkte
met haar samen in opdracht van mijn va
der. Ze verwachtten jou. Generaal Saxon
had bericht gezonden. Ik wachtte je op en
wij beiden; enfin, dat weet je. Ik heb mijn
vader geschreven (een moeder heb ik niet
meer) dat ik met je verloofd was, een rit
meester, niet van adel en zonder geld.
„Hij schreef terug, dat hjj me zou ver-
stooten en onterven als ik het waagde met
een kalen soldenier te trouwen. Nu, zie je.
Ik ben geen kamenier. Ik heb je belogen
en de gevolgen zijn, dat we arm zullen
blijven."
„Ik ben zoo blij en zoo razend gek op je,
dat me alles geen zier kan schelen Geld
heb ik niet, maar ik zal het trachten te
verdienen. Eenige dagen geleden trof ik een
ongen, die vertelde van een schildknaap,
die verliefd was op de dochter van een
machtigen baron. Ze werd verstooten, maar
ze zijn toch samen in de kapel begraven."
Ze keek hem verwonderd aan.
Wjj gaan echter in de richting van de
Varkensmarkt en loopen nog weer eens
door de mooie versierde en vooral ook ver
lichte Vlissingsche straat. Terugkomende
nemen wij dan de Gortstraat, die aan beide
zijden versierd is met slingers en daartus-
schen lichtpunten, wat het zeer goed doet,
evenals de verlichte bal boven de zuilen,
die de snoeren dragen.
Bij de bocht verlaten wij de Gortstraat
om even een blik te slaan in de Korte Gee-
re en een eeresaluut te brengen voor wat
men hier met kleine middelen tot stand
heeft weten te brengen.
In de Langeviele heerscht een doodsche
stilte, men heeft er alleen op de Potten-
markt een zuil geplaatst, maar het is zeker
dat deze van vroeger zoo bekende feest-
straat toch ook voor verlichting heeft ge
zorgd en wel door vetpotjes. Wij vertrouwen
dat het ook nu weer goed zal zijn.
De bewoners van Vlasmarkt en Kromme
Weele hebben onderling een reuzen arbeid
gepresteerd en waren vooral ingesteld op
een kleurrijke en volle versiering, afgeslo
ten door twee flinke eerepoorten, die de
laatste nachten nog al geleden hebben van
den regen.
Alvorens nu andere straten in te wande
len, blijven wij even vertoeven onder den
grooten Oranjehemel, die boven de Markt
is aangebracht, wat met de kroon in wit
licht, het uitstekend doet.
Na ernstige pogingen kon Zaterdagavond
worden besloten om daarnaast alleen het
beeld van H.M. de Koningin met de kleine
Prinses Juliana boven in den topgevel bij
den Helm, te belichten.
Zoo wij reeds schreven, een gedempte
goede verlichting.
Wjj slaan nogmaals een kijkje op de
Burg met zijn verlichte kronen en willen
dan Middelburgs' hoofdstraat, de Lange-
delft, een bezoek brengen. Deze straat heeft
tijdens de beginselen der versiering nog al
eens aan critiek bloot gestaan. Doch nu de
32 vlagcombinaties gereed zijn, sluiten wij
ons gaarne aan bij de velen die zeggen:
„toch is de Langedelft nog weer goed ge
worden". Vrijdagavond laat besloot de
commissie aan de versiering een verlichting
toe te voegen en wel door 34 rijen van ge
middeld 15 lichtjes van huis tot huis. Deze
verlichting was Zaterdagavond nog niet ge
reed, doch wij hebben enkele lijnen zien
branden, en het staat vast, dat de hoofd
straat in een zee van licht zal baden. Er is
hier al bijzonder hard gewerkt door de
monteurs.
Rechts passeeren wij nog enkele straten,
die naar de Kaden leiden, de Heerenstraat
heeft alleen veel bakken met bloemen aan
de huizen, de Segeerstraat heeft aan beide
ingangen een eenvoudige poort met de be
trokken jaartallen en verder een aardige
versiering en verlichting; over de Nieuw -
straat met zijn verlichte bloembakken enz.
schreven wij reeds. De Bellinkstraat doet
het ook nu weer goed met de versiering
met vlaggetjes.
Teruggaande passeeren wij de St. Pieter
straat, waarover direct nog meer, en wij
gaan door het Reiger straat je naar Koor
kerkhof en omgeving. De hier werkende
commissie heeft onder haar bewoners een
kunstig houtbewerker en met triplex als
hoofdmateriaal, is hier veel bereikt in den
vorm van kronen en andere modellen van
lantaarns; wij denken aan de Chineesche
in de Korte Giststraat, die aan deze straat
zoo geheel ander aanzien geven. Deze soort
versiering omvat Koorkerkhof, Korte Gist
straat, Wal, Oude Kerkstraat en Kapoen
straat, terwijl op het Koorkerkhof een mo
numentale bloemenbak is opgeslagen. Het
indirect belichten van de aan de palen aan
gebrachte schilden doet het ook uitstekend.
Wjj verlaten dit deel der binnenstad door
de Gistpoort en verwijlen nu eenigen tijd
in de St. Pieterstraat, waar wij bogen met
electrische lichtjes van vroeger herkennen,
doch waarboven nu vlaggen tropheeën han
gen met uitloopers naar de muren en daar
over nette bloemenbakken. Zoowel overdag
als 's avonds een aankleeding, waarmede
de St. Pieterstraat haar goeden naam eer
aandoet.
De commissie voor de Lange Giststraat
zag zich genoodzaakt eenvoudig te werk
te gaan en heeft toch met de vele vlag
getjes en de de overlangsche snoer lichtjes
midden in de straat, een wellicht ook niet
door haar zoo verwacht mooi resultaat be
reikt.
De Dam en omgeving heeft zich weer ge
specialiseerd op vetpotjes en men weet van
vroeger, dat dit mooi is. Morgen en over
morgen worden ze aangestoken. Daarbij
komt dan de extra-verlichting van het mo
nument van H. M. de Koningin-Moeder van
gemeentewege.
Wij wandelen dan door naar de Neder-
straat om een kijkje te nemen bij de lange
„Weet je hoe de dochter van dien baron
heette?" vroeg ze.
,Zoo intiem dat ik haar voornaam ken,
ben ik niet met haar", antwoordde hij la
chend. „Maar haar achternaam was baro
nes van Gersenau."
Ze wilde iets zeggen, doch hij vervolgde.
.Juist als die schildknaap ben ik ook in den
adel verheven. Op het slagveld van Breiten-
feld heeft koning Gustaaf Adolf mij be
noemd tot baron van Södernyhjelm,
Zweedsche adel."
„Ed", zei ze zacht. „Wonderbare Ed, en
weet je wie ik ben?"
„Neen", antwoordde hij. „Hoe zou ik dat
weten?"
„Stommerik", schold ze. „Ik ben Greta
van Gersenau. Heb je dat niet kunnen be
grijpen
„Hoe zou ik?"
„En die jongen, mijn broer, moet spre
kend op mij lijken."
„Ik dacht telkens al, waar heb ik dien
knaap meer gezien met zijn blauwe oogen
en blonde haren. Hij kwam me zoo bekend
voor, mijn vriend Ulrich."
„Je vriend?"
„Zeker, we hebben vriendschap gesloten
en ik heb hem beloofd hem te laten be
noemen tot vaandrig."
„En kon je dat?"
(Wordt vervolgd).