KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 5 SEPTEMBER 1938. No. 208. 4 ITALIË, IN GEHEIMEN DIENST. De Vlootdemonstratie te Scheveningen, MIDDELBURG. ijn- hts ens au in- J, Ka zan el- ïet of- ge- age ve- ur. De partijdag te Neurenberg en het Tsjechoslovaaksche probleem. Vandaag is te Neurenberg het jaarlijk- sche congres der N.S.D.A.P., de nat. soc. Duitsche arbeiderspartij, begonnen. Het pleegt een van de voornaamste jaarlijks te- rugkeerende gebeurtenissen des Derden Rijks te zijn; ook in omvang. Men verwacht, volgens een opgave van Havas, 600.000 deel nemers, o.w. 150.000 politieke bazen en on derbazen en 4000 Duitschers uit het bui tenland. Maar cijfers als deze verbazen en imponeeren niet meer. Ook aan het groot- seheepsche went men gauw. En och, al die humbug van het getal De partijdag van Neurenberg staat ge Woonlijk in het teeken van de een of an dere leuze en ontleent daaraan dan zijn hijzonderen naam: ditmaal heet hjj: „de Partijdag van Groot Duitschland". Sinds den vorigen is het Derde Rijk verscheidene dui zenden vierkante kilometers grooter gewor den en zijn bevolking vermeerderd met 8 miilioen Oostenrijkers. Dit feit was inder daad niet te gering, om voor den doop dienst te doen. Er zit vermoedelijk echter meer achter den gekozen naam, een aangelegen heid, welke de inlijving van Oostenrijk, hoe kort geleden nog maar, vrijwel volkomen uit het actueele politieke bedrijfsleven ver dreef: de Sudeten-Duitsche affaire. Men verwacht, dat Hitler met betrekking tot deze affaire een belangrijke verklaring zal afleggen, belangrijk genoeg zelfs als ant woord op de vraag, wat het daar eerlang moet worden in midden-Europa: oorlog of vrede. Het is een feit, dat ten deze van den Fiihrer meer afhangt dan van iemand anders. Maar men kan er aan twijfelen, dat de zaak reeds rijp geworden is voor een verklaring, zoo kolossaal als hier boven verondersteld. Het ziet er nog niet naar uit, dat van de Sudeten-Duitsche kwestie op zeer korten termijn de eindre- kening zal verschijnen. Misschien slaagt men er in binnenkort een voorloopige re geling te treffen, waarmee dan echter het laatste woord in de vraag van oorlog of vrede nog niet gesproken is. Het kan zelfs best zijn, dat de affaire nog jaren lang een bron van onrust voor Europa zal blijven. Immers: stel wat momenteel het waarschijnlijkst lijkt dat er, dank zij de bemiddeling van Runciman, een compromis tusschen de Tsjechoslovaaksche regeering en Henlein tot stand komt. Dan zal dat een compromis zijn, waarbij aan de Sudeten- Duitschers een groot stuk zelfbestuur wordt toegekend. Wie garandeert echter, dat de op die basis rustende samenleving van Tsje choslovaaksche democratie en (Sudeten)- Duitsch nationaal-socialisme in de praktijk niet tot nieuwe spanningen zal leiden? M,aar dat is van later zorg. De heer Run ciman heeft op 't oogenblik de handen nog vol met het zoeken naar de genoemde basis. Hij probeert opnieuw de Tsjechoslo vaaksche regeering tot meer concessies te bewegen. Zooals men weet, moet het laat ste voorstel van Praag (verdeeling van het land in een aantal kantons) principieel zijn instemming hebben. De uitwerking er van schijnt hem echter niet royaal genoeg. Zaterdag heeft Runciman voor de zooveel- ste maal met den Tsjechoslovaakschen staatspresident Benesj geconfereerd. Men vermoedt, dat hij er toen in geslaagd is; Benesj van de noodzakelijkheid van verdere concessies te overtuigen. Henlein keerde Zaterdag van zijn bezoek aan Hitier naar huis terug. Hij zal vandaag of morgen weer een onderhoud met Run ciman hebben. Hierbij moet dan blijken, of ook van Sudeten-Duitsche zijde van eeni- ge toeschietelijkheid sprake zal zijn. Daar op schijnt wel eenige hoop te bestaan. Vol gens berichten uit Berlijn, moet Hitier aan Henlein hebben toegestaan, de besprekingen over de nieuwe voorstellen van de Tsje choslovaaksche regeering voort te zetten, Dat is natuurlijk op zich zelf niet veel, maar in de gegeven omstandigheden genoeg, om er den moed in te houden. HET ANTI-SEMIETISME. Sedert er maatregelen tegen de Joden in Italië worden genomen, is in de Italiaan- sche pers een extremisme merkbaar, dat zich ook keert tegen hen, die niet voldoen de anti-semiet zijn. De „Lavoro Fascista" schrijft o.a. dat het fascisme de mentaliteit, welke uit het oude Italië is overgebleven en welke de geheele wereld dient, zonder iemand vrees in te boezemen, verfoeit. Het blad keert zich vooral tegen de bourgeoisie, welke wordt beschuldigd van vijandigheid tegen het fascisme, onder invloed van de Fransche bourgeoisie en de Joodsche intel ligentie. yj Historische Avonturenroman. Door G. P. BAKKER. 77 „Daar komt een dame. Misschien heeft zij ons een order over te brengen." Edzke keek en zijn hart begon heftig te kloppen. Het was Greta. Hij sprong van zijn paard, wierp Sievers de teugels toe en snelde haar tegemoet. „Ik vernam zoo juist, dat je aangekomen was", zei ze. „Kom mee naar den slottuin, daar kunnen we samen ongestoord praten". Ze nam hem in den arm en bracht hem naar het stille gedeelte van het park. Daar onder een oude kastanje sloeg hij den arm om haar heen en kuste haar. Op een rus tieke bank gingen ze zitten en onder het groene loover, onzichtbaar voor onbeschei den blikken, nam hij haar op zijn knie en zoende haar voorhoofd, haar oogen en haar lippen. Eindelijk vroeg Edzke: »En wanneer trouwen we?" iiZoodra je wilt, maar we zullen heel zuinig moeten zijn." „O. We volgen het leger. Er zijn meer Setrouwde officieren. Waar zullen we heen trekken? Niemand weet het. We gaan met den koning naar Weenen om den keizer af te zetten of naar Miinehen om Beieren te veroveren. Ik kan niet langer zouder jou. Daags denk ik steeds aan je en 's nachts droom ik van je." Zaterdag hebben in verband met het re- geeringsjubileum van H.M. de Koningin te Scheveningen demonstraties van onze vloot plaats gehad, zulks onder auspiciën van het comité voor de luisterrijke viering te Den Haag. Meer dan honderdduizend belangstellen den sloegen des middags van het strand af de demonstraties gade. Het begon intus- schen met een défilé te land, waaraan deel namen 'n bataillon marinetroepen onder be vel van den luitenant-kolonel der mariners F. Lugt, en bestaande uit de tamboers en pijpers, het stafmuziekcorps uit Den Hel der, een compagnie adelborsten uit Den Helder met vaandel, twee compagnies ma riniers uit Rotterdam met vaandel en een compagnie matrozen uit Vlissingen; verder leerlingen van het matrozeninstituut der Kon. Ned. Zeil- en Roeivereeniging te Am sterdam, leerlingen van de „De Ruyter- sehool" te Vlissingen, leerlingen van de zeevaartschool te Scheveningen, leerlingen van het opleidingsschip voor de binnenvaart „Koningin Wilhelmina" te Amsterdam, leer lingen van het opleidingsschip voor de bin nenvaart „Prinses Juliana" te Amsterdam, leerlingen van de marconistenopleiding van „Radio Holland" te Amsterdam en tenslot te de deelnemers aan het N.J.V.zeekamp. Al de deelnemers aan het défilé hadden zich tevoren op den Gevers Deynootweg verzameld en marcheerden daarna via Ge vers Deynootplein, Gevers Deynootweg: Wassenaarschestraat en Schuitenweg naar den Boulevard. De belangstelling van het publiek concentreerde zich natuurlijk eerst op het voorbijtrekken der troepen, maar zoodra dit was afgeloopen, stormden zijn in drommen de trappen af, welke van den boulevard naar het strand leiden, om een goede plaats machtig te worden en dit viel niet mee, want velen hadden het défilé maar uit hun programma geschrapt om de demonstraties der vloot des te beter te kun nen volgen. De oogen van alle aanwezigen richtten zich op het Zuid-Westen, waar de oorlogs schepen, welke men aan de horizon nog slechts kon vermoeden, naderden. De de monstreerende scheepsmacht stond onder bevel van den kapitein ter zee L. A. C. M. Doorman, commandant van Hr. Ms. flottiel jeleider „Tromp". De schepen begonnen met in een lange rjj van Zuid naar Noord langs de kust te stoomen tot voorbij de pier. Het zal nog niet vaak zijn voorgeko men, dat Scheveningen zulk een groot deel van de Nederlandsche vloot vlak onder de kust zag en de schepen waren heel duide lijk te zien, doordat de hemel onbewolkt bleef. Aan de demonstratie namen deel twee torpedobooten, vier mijnenvegers, een ka nonneerboot, twee mijnenleggers, vijf on derzeebooten, een flottieljeleider, en de kruiser „Sumatra".De beurt was aller eerst aan de onderzeebooten, die langza merhand onder den waterspiegel verdwenen waarop onder het publiek weddenschappen werden gesloten waar de duikbooten weer boven zouden komen. Terwijl de schepen wederom zichtbaar werden stoomden de „Tromp" en de „Su matra" van Noord naar Zuid en op dat oogenblik lieten zij hun metalen stemmen hooren; vijf salvo's met de batterijen van 15 cm-kanonnen werden afgevuurd. Deze kanonnen hebben een draagwijdte van on geveér 20 kilometer. De deelnemende sche pen gingen hierop in formatie ten anker vlak voor de pier, waar de zee ongeveer 8 meter diep is. Terwijl iedereen dacht, dat er een half uur pauze zou zijn, zorgde de marine voor een extra-nummer door de nieuwste driemotorige Dornier Wall-ma chine te dernonstreeren. De boot daalde tot aller verbazing op de zee, waarbij de piloot de wendbaarheid van het toestel "net zien Deze machines worden overigens hier te lande niet gebruikt, maar zijn bestemd voor den marinevJiegdienst in Indië. Stipt om kwart over vijf verscheen een groep van vier zeevliegtuigen. Na aller eerst een ronde boven den boulevard gevlo gen te hebben, werden de „Tromp" en de „Sumatra" na deze rondvlucht door twee machines ingeneveld, waarna twee torpedo vliegtuigen onder dekking van het nevel- scherm een t.orpedoaanval ondernamen. Op het groote parkeerterrein op den boule vard stonden evenwel sinds Zaterdagmor gen luchtafw eermitrailleurs en luchtartil- lerie opgesteld. Het spreekt vanzelf, dat deze artillerie, welke onder leiding stond van kapitein Kok, niet werkloos bleef. En „Ik heb ook naar je verlangd, maar er is een kink in den kabel gekomen." Edzke stond plotseling op. „Een kink in den kabel? O!" zei hij. De ontvangst was heel anders dan hij gedacht had, heel an ders dan die van René. „Ja", antwoordde ze. „Ik moet beken nen, dat ik je bedrogen heb." Hij stoof op. „Met wien?" schreeuwde hjj. „Wees toch stil. Je zou het geheele slot bij elkaar roepen." „Ik wil niet stil zijn", en met zijn ster ken arm pakte hij haar bij den pols, trok haar .overeind, nam haar hoofd in zijn hand en dwong haar hem vlak in de oogen te zien. Maar haar blik was niet die van een schuldige vrouw. Er lag een vroolijke lach in, een glinsterend puntje in de groote blau we oogen. „Met wien?" zei ze. Malle, lieve jongen", en toen: „Vind je dat nu heusch zoo erg?" „Ik zou hem vermoorden." „Maar", zei ze. Wild viel hij haar in de rede: „Je stemt dus toe, dat je me bedrogen hebt. Heb je berouw?" Ze haalde onverschillig de schouders op. „Niet zoo heel erg. Maar de gevolgen zijn minder prettig." Edzke werd woedend. „Wat bedoel je?" „Kom hier nu kalm naast me zitten." „Neen ik wil eerst alles weten". zoo daverden de schoten, welke de vliegtui gen schrik moesten aanjagen, door de lucht: Scheveningen was op dat moment inderdaad vervuld van krijgsrumoer. Terwijl de nevel zich verspreidde over den boulevard, terwijl machines door de lucht ronkten en de afweerschoten knal den, trok het publiek wederom stadwaarts, omdat met deze machtige demonstratie het middagprogramma van dezen zeevaartdag was afgewerkt. Vele duizenden bleven echter op Scheve ningen, daar de avondlijke oefeningen nog buitengewoon veel beloofden. De avondfeesten Eerst werd des avonds een film in de openlucht vertoond van de gebeurtenissen van den afgeloopen dag. Deze vertooning was voornamelijk georganiseerd om hun, die des namiddags niet aanwezig konden zijn, een indruk te geven van de demonstraties Na de filmvertooning hebben de schepen met hun zoeklichten een demonstratie ge geven, waarna aan boord van Hr. Ms. „Tromp" en „Sumatra" vijf lichtgranaten van 15 cm en een aantal lichtspoor-projee tielen der luchtdoelartillerie, bestaande uit 40 mm mitrailleurs, zijn afgevuurd. Deze demonstraties hadden een zeer groot succes, evenals het uitwerpen van parachute-fla res uit vliegtuigen. Daarna werd vuurwerk afgestoken van de „Tromp" en „Sumatra". Een marine- taptoe onder leiding van den kapelmeester Leistikow besloot den dag. Aan de taptoe namen deel de tamboers en pijpers van het corps mariniers, het stafmuziekcorps der koninklijke marine p een aantal fakkeldra gers. Na afloop van de taptoe hebben de oor logsschepen het arker gelicht om naar Amsterdam terug te keeren. HET HULDEBLIJK VAN DE AMSTERDAMSCJIE VROUWEN AAN H. M. DE KONINGIN. Toen de huldigirgscommissie 1938 voor Amsterdam was samengesteld, bleek dat slechts een klein pircentage van de leden vrouwen waren. Dit werd door velen met spjjt geconstateerd, mmers het betrof hier een vrouw, die geluldigd zou worden. In overleg en samenwerking met de huldi gingscommissie were derhalve het huldi gingscomité van Amsterdamsche vrouwen opgericht en dit stelde zich tot taak een huldeblijk samen te stellen dat door vrou wen vervaardigd was. De keuze viel op een boek, handelend oifer de plaats, die door de vrouw in de afgeloopen veertig jaren op verschillend gebied ïs ingenomen. Dit ge schenk zal H. M. Vrijdag a.s, worden aan geboden. Ongeveer 75 vrouwen, vooraan staand op haar gebied, hebben er haar beste krachten aan gewijd. Het resultaat is geweest een met de hand geschreven werk, bestaande uit dertien hoofdstukken, een voorrede, van mevrouw C. de VlugtFlen- trop, een inhoudsopgave en een opdracht van het comité aan H. M. de Koningin, elk onderdeel afzonderlijk samengebonden door een saffiaan lederen rug in oranje rood, het geheel samengevat in een doos bekleed met groen marokkaansch leer. Door de hoofdstukken afzonderlijk in te binden, is voorkomeii, aal nel geheel een zwaar onhandelbaar boekwerk is gewor den. Nu is het mogelijk de onderwerpen stuk voor stuk uit de doos te nemen en af zonderlijk te bestudeeren. Het feit dat iede re schrijfster haar artikel met de hand heeft geschreven, geeft het geheel een le vendig en persoonlijk karakter. Gestreefd is een eerlijk en overzichtelijk beeld te geven van den vrouwenarbeid in de laatste veertig jaren. Bij de keuze der medewerksters is dar ook geen onderscheid in stand of gezindheid gemaakt en slechts gekeken, naar de plaats, die zij innam. DE TREINENLOO? OP NATIONALEN FEESTDAG. Men verzoekt ons t}é melden, dat de loop der reizigerstreinen op den nationalen feestdag zal zijn als )p een gewonen werk dag, dus niet als op Zondag. DE BAKKERS OP DEN NATIONALEN FEESTDAG. Aan de bakkerijen heden geen gebruik ministerieele werkre; gesteld voor Maand» 5 September 1938 wordt vergunning v September 1938 2 uu' kerij arbeid té beginn: De verkoop van b: van 8 uur des morgéns af geschieden. die door omstandig- unnen maken van de eling, welke is vast- rleend op Dinsdag 6 vroeger met den bak- n. Dod mag op dien dag Hij keek haar aan. „Wat een pracht van een vrouw", dacht hij. Een godin. Brunhil- de met haar blonde laren, blauwe oogen, haar krachtige en toch zoo slanke gestalte vol gratie. Hij greep haar om den middel, trok haar in zijn armen. Hij voelde de warmte van haar lichaam, voelde dat ze zich nog dichter tegen hem aanvlijde. Ze legde haar hoofd tegen zijn wang, sloot de oogen. „Hij riep: „Zeg, dat het niet waar is. Je bent van mij, begrijp je? Meen je, dat een ritmeester van Saxon's ruiters, een man in het zwart van den geheimen dienst, de vrouw die hij lief heeft niet zou weten te beschermen en te behouden? Al zou ik je ook vastbinden als ik je weer moest ver laten." „Ga mee. Haal je goed. Je blijft hier geen uur meer." En hij tilde haar op alsof hij haar wilde wegdragen. „Ben je gek geworden?" vroeg ze. „Ja, gek van liefde." „Ik zal het je uitleggen." „Ik wil niets weten. Je bent van mij. Je gaat weg hier van dit wufte hof. Het is mijn eigen schuld. Ik had je niet hier alleen moeten laten jij met je warm bloed en je verleden." „Maar Ed." „Geen maren." Toen begon ze te lachen zoo luid en vroo- lijk dat de vogels boven hun hoofden ver schrikt ophielden te kwinkeleeren. DE FEESTDAGEN. Nu reeds enkele dagen een feeststem ming vooral in de avonduren heerscht, is het o.i. ook voor ons tijd om nog eens. een en ander te vertellen over de voorbe reiding en hetgeen reeds gereed is. De historische optocht. De voorbereidingen voor een der voor naamste onderdeelen van het feest, zijn met kracht voortgezet, af en toe zag men deelneemsters en deelnemers zich oefenen in het paardrijden en elders waren de lei ders bezig om stadgenooten door kleeding om te toveren in vervangers van onze voorouders. Nu wij hier toch over den optocht schrij ven, zij gemeld, dat morgen in de Lange delft zand zal worden gestrooid om het mogelijk te maken den optocht door te laten en toch weinig gevaar te loopen voor het vallen van de paarden op de glad de koperslakkeien. De kleppermarsch. Er was voor de generale repetitie van de Kleppermarsch onder leiding van de hee ren Mazure en Caro op het gemeentelijk sportterrein reeds veel belangstelling. Alleen de drie medewerkende korpsen uit Middelburg en dat uit Rittem waren opgekomen, doch de andere 5 zullen zich daar morgen bij aansluiten. Wij geloven niet dat alle kinderen aan wezig waren, maar eenige honderden wa ren op hun post en dan zullen de andere zich zeker wel laten medenemen. Nadat de muzikanten de marsch één maal onder leiding van den heer Caro hadden gespeeld, hebben de kinderen tot drie maal toe met de muziek gerepeteerd Daarbij bemerkte men direct een climax in de kwaliteit van het gehoorde. Als alle present zijn en hun beste beentje voor zetten, wacht den toehoorders iets bijzon der goeds. De versieringen en verlichtingen. Wij hebben af en toe reeds enkele ver sieringen en verlichtingen aangestipt maar meenen onze lezers en ook de be trokken buurtcommissies van dienst te kunnen zijn, door hier onder een zoo vol ledig mogelijke opgave van wat gezien zal kunnen worden te geven. Om te trachten een iet wat geregelde wandeling door de stad langs de versierin gen aan te geven, willen wij in gedachte be ginnen bij het station. Daar zal men wellicht reeds hedenavond, maar zeker morgen en overmorgen een bijzon der kunstvolle verlichting aantreffen en wel voor den ingang van de Stationstraat een hooge poort, waarboven de Nederland sche driekleur met boven het jaartal 40; met tal van lichtjes. Aan de overzijde van het kanaal, staan op gelijken afstand van de kanaalbrug zuilen met de burcht, het motief van het wapen van Middelburg en daarboven een W. Het geeft aan deze om geving een bijzonder goed aanzien. De Kaden hebben zich bepaald tot deel name aan den optocht en daarom zal men links afslaande de eerste feestversiering en verlichting ontwaren bij de spontaan opgerichte buurtcommissie Hoogstraat Nieuwe HavenVarkensmarkt. Wij schre ven reeds dat dit goed voldoet. Er is hier een muzikale uitzending bij gekomen, vervaardigd door den werkloo- zen radio-monteur H. Joosse, wonende al daar. De versterker is voor 2/3 door hem zelf gemonteerd van oude onderdeelen. De uitzending van den intocht van H. M. de Koningin te Amsterdam zou hij via dezen zender hedenmiddag heruitzenden. Ver der zal er muziek zijn Maandagavond; Dinsdagmiddag en -avond en Woensdag avond. Heden zou op dezen zelfden versterker ook een luidspreker op de Nieuwe Haven aangebracht worden. Maar wij gaan in gedachte eerst de St. Janstraat in om nog weer eens te genie ten van het mooi aanzien der vele kronen, samen 8 maal 5 dus 40 jaren voorstellen de, alles eigen fabrikaat. Wij zijn dan en passant bij het hoofd punt van de feestversiering, de Lange Jan op de Vischmarkt, die ook Zaterdagavond weder tot van onze autoriteiten toe zulk een groote belangstelling trok, dat er twee agenten aanwezig waren om het in deze straat steeds drukke doorgaande verkeer te doen doorgaan. Het is en blijft een bijzonder mooi resultaat, dat hier is bereikt. De Zusterstraat heeft ook haar beste beentje voorgezet en heeft een versiering en verlichting, die mooi aansluit biji de St. Janstraat en bjj de Gravenstraat, welke nauwe straat aan de Marktzijde door een flinke eerepoort wordt afgesloten. „Geef me eerst een kus, lieveling. Zoo, kalm en nu zal ik je alles uitleggen. Ga nu zitten. Luister naar mijn woorden en laat me eens uitpraten. Jij bent de eenige man, die er ooit in mijn leven is geweest. Ik heb nooit een ander lief gehad. Jij bent de eer ste en zult ook de eenige blijven." „En je bedrog?" „Ik heb je bedrogen. No. 16 in Halber- stadt was mijn kamenier. Toen ik in Hal- berstadt kwam, was ze reeds een paar da gen verdwenen. De majordomus werkte met haar samen in opdracht van mijn va der. Ze verwachtten jou. Generaal Saxon had bericht gezonden. Ik wachtte je op en wij beiden; enfin, dat weet je. Ik heb mijn vader geschreven (een moeder heb ik niet meer) dat ik met je verloofd was, een rit meester, niet van adel en zonder geld. „Hij schreef terug, dat hjj me zou ver- stooten en onterven als ik het waagde met een kalen soldenier te trouwen. Nu, zie je. Ik ben geen kamenier. Ik heb je belogen en de gevolgen zijn, dat we arm zullen blijven." „Ik ben zoo blij en zoo razend gek op je, dat me alles geen zier kan schelen Geld heb ik niet, maar ik zal het trachten te verdienen. Eenige dagen geleden trof ik een ongen, die vertelde van een schildknaap, die verliefd was op de dochter van een machtigen baron. Ze werd verstooten, maar ze zijn toch samen in de kapel begraven." Ze keek hem verwonderd aan. Wjj gaan echter in de richting van de Varkensmarkt en loopen nog weer eens door de mooie versierde en vooral ook ver lichte Vlissingsche straat. Terugkomende nemen wij dan de Gortstraat, die aan beide zijden versierd is met slingers en daartus- schen lichtpunten, wat het zeer goed doet, evenals de verlichte bal boven de zuilen, die de snoeren dragen. Bij de bocht verlaten wij de Gortstraat om even een blik te slaan in de Korte Gee- re en een eeresaluut te brengen voor wat men hier met kleine middelen tot stand heeft weten te brengen. In de Langeviele heerscht een doodsche stilte, men heeft er alleen op de Potten- markt een zuil geplaatst, maar het is zeker dat deze van vroeger zoo bekende feest- straat toch ook voor verlichting heeft ge zorgd en wel door vetpotjes. Wij vertrouwen dat het ook nu weer goed zal zijn. De bewoners van Vlasmarkt en Kromme Weele hebben onderling een reuzen arbeid gepresteerd en waren vooral ingesteld op een kleurrijke en volle versiering, afgeslo ten door twee flinke eerepoorten, die de laatste nachten nog al geleden hebben van den regen. Alvorens nu andere straten in te wande len, blijven wij even vertoeven onder den grooten Oranjehemel, die boven de Markt is aangebracht, wat met de kroon in wit licht, het uitstekend doet. Na ernstige pogingen kon Zaterdagavond worden besloten om daarnaast alleen het beeld van H.M. de Koningin met de kleine Prinses Juliana boven in den topgevel bij den Helm, te belichten. Zoo wij reeds schreven, een gedempte goede verlichting. Wjj slaan nogmaals een kijkje op de Burg met zijn verlichte kronen en willen dan Middelburgs' hoofdstraat, de Lange- delft, een bezoek brengen. Deze straat heeft tijdens de beginselen der versiering nog al eens aan critiek bloot gestaan. Doch nu de 32 vlagcombinaties gereed zijn, sluiten wij ons gaarne aan bij de velen die zeggen: „toch is de Langedelft nog weer goed ge worden". Vrijdagavond laat besloot de commissie aan de versiering een verlichting toe te voegen en wel door 34 rijen van ge middeld 15 lichtjes van huis tot huis. Deze verlichting was Zaterdagavond nog niet ge reed, doch wij hebben enkele lijnen zien branden, en het staat vast, dat de hoofd straat in een zee van licht zal baden. Er is hier al bijzonder hard gewerkt door de monteurs. Rechts passeeren wij nog enkele straten, die naar de Kaden leiden, de Heerenstraat heeft alleen veel bakken met bloemen aan de huizen, de Segeerstraat heeft aan beide ingangen een eenvoudige poort met de be trokken jaartallen en verder een aardige versiering en verlichting; over de Nieuw - straat met zijn verlichte bloembakken enz. schreven wij reeds. De Bellinkstraat doet het ook nu weer goed met de versiering met vlaggetjes. Teruggaande passeeren wij de St. Pieter straat, waarover direct nog meer, en wij gaan door het Reiger straat je naar Koor kerkhof en omgeving. De hier werkende commissie heeft onder haar bewoners een kunstig houtbewerker en met triplex als hoofdmateriaal, is hier veel bereikt in den vorm van kronen en andere modellen van lantaarns; wij denken aan de Chineesche in de Korte Giststraat, die aan deze straat zoo geheel ander aanzien geven. Deze soort versiering omvat Koorkerkhof, Korte Gist straat, Wal, Oude Kerkstraat en Kapoen straat, terwijl op het Koorkerkhof een mo numentale bloemenbak is opgeslagen. Het indirect belichten van de aan de palen aan gebrachte schilden doet het ook uitstekend. Wjj verlaten dit deel der binnenstad door de Gistpoort en verwijlen nu eenigen tijd in de St. Pieterstraat, waar wij bogen met electrische lichtjes van vroeger herkennen, doch waarboven nu vlaggen tropheeën han gen met uitloopers naar de muren en daar over nette bloemenbakken. Zoowel overdag als 's avonds een aankleeding, waarmede de St. Pieterstraat haar goeden naam eer aandoet. De commissie voor de Lange Giststraat zag zich genoodzaakt eenvoudig te werk te gaan en heeft toch met de vele vlag getjes en de de overlangsche snoer lichtjes midden in de straat, een wellicht ook niet door haar zoo verwacht mooi resultaat be reikt. De Dam en omgeving heeft zich weer ge specialiseerd op vetpotjes en men weet van vroeger, dat dit mooi is. Morgen en over morgen worden ze aangestoken. Daarbij komt dan de extra-verlichting van het mo nument van H. M. de Koningin-Moeder van gemeentewege. Wij wandelen dan door naar de Neder- straat om een kijkje te nemen bij de lange „Weet je hoe de dochter van dien baron heette?" vroeg ze. ,Zoo intiem dat ik haar voornaam ken, ben ik niet met haar", antwoordde hij la chend. „Maar haar achternaam was baro nes van Gersenau." Ze wilde iets zeggen, doch hij vervolgde. .Juist als die schildknaap ben ik ook in den adel verheven. Op het slagveld van Breiten- feld heeft koning Gustaaf Adolf mij be noemd tot baron van Södernyhjelm, Zweedsche adel." „Ed", zei ze zacht. „Wonderbare Ed, en weet je wie ik ben?" „Neen", antwoordde hij. „Hoe zou ik dat weten?" „Stommerik", schold ze. „Ik ben Greta van Gersenau. Heb je dat niet kunnen be grijpen „Hoe zou ik?" „En die jongen, mijn broer, moet spre kend op mij lijken." „Ik dacht telkens al, waar heb ik dien knaap meer gezien met zijn blauwe oogen en blonde haren. Hij kwam me zoo bekend voor, mijn vriend Ulrich." „Je vriend?" „Zeker, we hebben vriendschap gesloten en ik heb hem beloofd hem te laten be noemen tot vaandrig." „En kon je dat?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5