ZEELAND.
Het pond sterling beneden
de oude pariteit.
,-r~„xr-v
MIDDELBURG.
IN GEHEIMEN DIENST.
Nederlanden steeds gevaarlijker wordenden
toestand in het Verre Oosten.
Slechts één opmerking moge nog plaats
vinden. De lezer heeft zich wellicht afge
vraagd, in hoeverre de Koningin persoon
lijk op de ontwikkeling onzer buitenland-
sche politiek invloed heeft gehad. Een der
gelijke vraag kan alleen door ingewijden
worden beantwoord en onze constitutioneele
gebruiken leggen denzulken het zwijgen op.
Evenwel behoort het buitenlandsch be
leid tot die onderdeelen van het Staatsbe
stuur, waarvoor elk Staatshoofd zeer in het
bijzonder belangstelling pleegt te hebben.
Is dan het Hoofd van den Staat een Vorstin
van de bijzondere begaafdheid, wijsheid en
ervaring van Hare Majesteit, dan kan het
wel niet anders, of die belangstelling moet
een zegenrijken invloed hebben op de bui-
tenlandsche politiek. Dat dit met name tij
dens den wereldoorlog het geval is geweest,
is trouwens ook wel tot de buitenwereld
doorgedrongen.
Niemand twijfelt er een oogenblik aan,
of de Koningin heeft er steeds vurig naar
gestreefd, Haar volk de gruwelen van den
oorlog te besparen. Daarmede is evenwel
geenszins in strijd, integendeel, dat onze
Vorstin, bij verschillende gelegenheden, tij
dens, maar ook na den oorlog, door woord
en daad blijk heeft gegeven van Haar liefde
voor Leger en Vloot, Nederland's buiten-
landsche politiek is vredelievend tot het
uiterste, maar duldt niet aantasting van
onze souvereiniteit. Op 17 Mei 1933 zond
Hare Majesteit aan den President der Ver-
eenigde Staten, die de groote economische
conferentie te Londen had bijeengeroepen,
een telegram, waarin de treffende woorden
voorkomen: „Dit volk, uit naam waarvan
Ik spreek, verafschuwt den oorlog. Het zou
natuurlijk een aanval weerstaan, maar het
verafschuwt den oorlog." Dat is onze na
tionale buitenlandsche politiek „in a nut
shell". Toen, in 1933 en de daaraan voor
afgaande jaren, werd het weerstaan van
een aanval echter door een groot deel van
ons volk nog allesbehalve „natuurlijk" ge
acht!
De zorgwekkende ontwikkeling der in
ternationale verhoudingen van de laatste
jaren heeft althans deze goede zijde, dat
thans beter dan vroeger en meer algemeen
wordt ingezien, dat de Koningin Haar bij
de inhuldiging afgelegden eed, de onafhan
kelijkheid en het grondgebied van het Rijk
te handhaven alleen dan gestand kan doen,
als Haar onderdanen bereid zijn, de offers
te brengen, die een behoorlijke defensie
eischt, en dat men niet met lippendienst
aan het vredesideaal kan volstaan.
Geve God onze Koningin wijsheid om, ge
lijk in het verleden, zoo ook in de toekomst,
met vaste hand het schip van Staat veilig
te sturen door de woelige wateren van de
internationale politiek.
Finantieel economisch
weekoverzicht.
i) Zie ook Prof. H. Brugmans, Geschiede
nis van Nederland onder de Regeering van
Koningin Wilhelmina, blz. 193: „Men heeft
wel eens vergeten, dat de groote mogend
heden naar Genève komen met hun eigen
idealen stellig, maar ook met hun eigen
belangenzij zijn altijd te vinden voor
de idealistische leuze: vrede door recht:
alleen wordt hét recht in den regel aan
het eigen land verbonden."
EEN DUITSCHER, DIE NAAR SPANJE
WILDE.
Geen reden tot bijzondere onge
rustheid De opleving ter beur
ze heeft zich niet gehandhaafd.
Critiek op het rubber-restric
tie-comité Tegenvallende sui-
keroogst op Java.
De verdere koersdaling van het Pond
Sterling heeft in breede kringen de aan
dacht getrokken, wellicht zelfs meer aan
dacht, dan zjj verdient. Er werd over ge
sproken als over een „nieuwe devaluatie"
van den aard en omvang als die, welke wij
in de laatste jaren herhaaldelijk hebben
meegemaakt. Zonder de beteekenis van de
koersbeweging van het Pond te willen on
derschatten, moeten wij er toch op wijzen,
dat het hierbij slechts gaat om fluctuaties,
die geheel passen binnen het kader van de
valuta-politiek, welke sinds het loslaten
van den gouden standaard in verschillende
landen wordt gevolgd. De instelling van de
Valuta-Egalisatiefondsen heeft immers
nooit ten doel gehad, den wisselkoers op
een bepaald niveau te handhaven. Men wil
de slechts, nadat een valuta haar „na
tuurlijk niveau" had gevonden, de fluc
tuaties binnen bepaalde grenzen houden,
welke grenzen echter heel wat ruimer ge
nomen waren dan de goud- in- en uitvoer-
punten tijdens de werking van den gouden
standaard.
Zoo heeft het Engelsche Valuta-Egalisa
tiefonds het Pond zijn eigen weg laten vin
den, slechts ingrijpend, wanneer de schok
ken al te hevig schenen te zullen worden,
maar de beweging zelf niet stuitend. Er is
een tijd geweest, waarin het Pond Sterling
ten opzichte van den dollar slechts ruim
4.70 noteerde; daarna in de eerste helft
van dit jaar nog, was de noteering 4.94.
In de afgeloopen week is het Pond ten op
zichte van den dollar tot ruim 4.85 gedaald,
een achteruitgang dus met nog geen 2
die bovendien zeer geleidelijk in zijn werk
is gegaan.
Een sensationeele koersdaling is dit dus
geenszins. Dat zij niettemin in zoo'n ster
ke mate de aandacht heeft getrokken,
heeft voornamelijk een psychologische oor
zaak. Toen Amerika en Engeland beide nog
hun valuta aan het goud gekoppeld hadden,
noteerde het Pond ten opzichte van den
dollar 4.86. Men was nu veelal van meening
dat de officiëele instanties niet zouden
toelaten, dat de koers tot beneden deze
oude pariteit zou teruggaan en de koersda
ling beneden de oude grens maakte derhal
ve een ongunstigen indruk.
In werkelijkheid heeft de vroegere ver
houding tusschen den dollar en het pond
echter geenerlei beteekenis voor de tegen
woordige verhoudingen op de valuta-markt.
Deze worden bepaald door geheel andere
factoren en de eenige taak van de Egalisa
tiefondsen, die zij ook in de naaste toe
komst zullen blijven vervullen, ligt daarin,
dat zjj de grootste schokken opvangen, zon
der echter te beletten, dat de valuta's vrije
lijk fluctueeren binnen de grenzen, die de
Britsche en de Amerikaansche regeering
als noodzakelijk beschouwen voor een „vei
lige marge".
Van een „herstel van de oude pariteit"
is derhalve geen sprake; het is zelfs geens
zins uitgesloten, dat binnen afzienbaren
oorlog in Europa uitbreekt of andere ern
stige factoren zich voordoen, de handel zich
weer zal uitbreiden.
Op de Amsterdamsche beurs heeft de on
derbreking van deh handel door de beurs-
sluiting op Koninginnedag nog tot een ver
dere inkrimping van zaken geleid. Noch bij
het publiek, noch bij den beroepshandel be
stond veel animo, om iets te ondernemen;
men was eerder geneigd, loopende posi
ties af te wikkelen, uit vrees, voor onaan
gename verrassingen te worden geplaatst.
Hoewel deze uitblijven, was ook bij de her
vatting van den handel de ondernemings
lust uiterst gering. Zelfs voor verschillen
de der z.g. „actieve fondsen" (die, welke
in de koersljjst onder de noteeringen van
groep „A" zijn ondergebracht), kon met
moeite een noteering tot stand worden ge
bracht. Ondanks het gebrek aan affaire
waren de koersen, wegens de verbetering
der politieke vooruitichten echter belang
rijk hooger.
De ontwikkeling van de productenmark-
ten werkte niet mede tot een verlevendiging
van de stemming. Zoo stelde het teleur, dat
de rubbernoteering zich niet boven de 8 d.
heeft kunnen handhaven, hoewel de posi
tie van de rubbermarkt geen aanleiding tot
een prijsdaling geeft. Vermoedelijk zal men
wel niet op een verdere verbetering van den
rubberprijs mogen rekenen, zoolang het In
ternationale Rubber Comité nog geen be-
slujtf Jheeft genomen inzake de export
quota voor het vierde kwartaal van d;t jaar-
In rubberkringen is men van meening dat
het nauwelijks mogelijk moet worden ge
acht, dat de uitvoerquota van 45 op 50
zullen worden gebracht, daar, indien de
optimistische ramingen voor het verbruik
niet zouden worden bewaarheid, de quota
weer spoedig tot 45 zouden moeten wor
den verlaagd.
De politiek van 't restrictie-comité heeft 'n
vrij scherpe critiek ontmoet in de jaarver
gadering van de Anglo Rubber Co., waar de
President o.a. verklaarde, dat het doel van
de restrictie slechts half bereikt was, n.l.
voor zoover deze ten doel had, de verbrui
kers van een behoorlijke hoevelheid rub
ber tegen redelijken prijs te voorzien. De
producenten zijn echter door de prijsont
wikkeling teleurgesteld. Hij achtte de ver
hooging van den toegestanen uitvoer tot
90 het vorige jaar een fout, maar even
zeer de sterke restrictie van het oogenblik:
men moet niet vergeten, dat zeer groote
bevolkingen afhankelijk zijn van den rub-
bertap.
Suikeraandeelen werden aanvankelijk be
halve door de algemeen ongunstige ten-
denz, ook nog beïnvloed door teleurstellen
de berichten omtrent den suikeroogst 1938.
Zware en late regens zijn de oorzaak ge
weest van een vermindering van het ren
dement van het te velde staande riet en
dientengevolge zal de oogst vermoedelijk
20.000 ton kleiner worden dan de officieel
vastgestelde hoeveelheid van 1.400.000 ton.
Daar nog niet alle suikerfabrieken afge
malen zijn, is het te vreezen, dat de pro
ductie wellicht nog lager zal zijn. Van oogst
1938 is tot nu toe een kleine 600.000 ton
verkocht; in de laatste weken zijn er geen
afdoeningen van beteekenis meer tot stand
gekomen en ook dit oefent eenigen druk
uit op de stemming voor suikeraandeelen.
Dit neemt niet weg, dat men de vooruit
zichten voor de Java-suikerindustrie sedert
de jongste verkoopen en de herhaalde
prijsverhoogingen gunstiger beoordeelt dan
in het begin van dit jaar het geval was,
Hield zich drie dagen lang schuil tijd de noteering van het begin van dit jaar I hetgeen dan ook later in de koersbeweging
in een boerderij te Blijham.
Naar de gevangenis te Winschoten is een
op het oogenblik nog niet bij name beken
de Duitscher overgebracht, die voorgaf uit
Kiel afkomstig te zijn en via ons land naar
Franco's leger te willen trekken.
De man heeft zich drie dagen en drie
nachten schuil weten te houden in de groo
te boerderij van de weduwe Waalkens te
Blijham.
Uit gerommel op den zolder en ook uit
andere voorvallen, hadden de bewoners
reeds gemeend," te mogen opmaken dat zich
iemand daar moest bevinden. Gisteravond
hoorde men wederom gestommel. De politie
4.94 weer zal worden bereikt. Met de I tot uiting is gekomen,
vermindering der politieke spanning zal I Aandeelen Koninklijke Petroleum had
een der factoren, die tot de koersdaling van I c|en eVeneens tijdelijk van aanbod te lij-
het Pond Sterling hebben bijgedragen, wor- ,jen <jat ten deele zijn oorzaak vond in de
den uitgeschakeld. Vermoedelijk immers berichten over prijsverlagingen voor petro- gevonden, heeft zijne betrekking van Con-I W-0. 20 leden van het personeel), verpleeg-
HERDENKING 25-JARIG
RAADSLIDMAATSCHAP VAN
WETHOUDER ONDERDIJK.
De afdeeling Middelburg der S.D.A.P.
hield Vrijdagavond in „De Gouden Poorte"
een buitengewone ledenvergadering, ten
einde gelegenheid te hebben den heer J.
Onderdijk met zijn vijf-en-twintig jaar
raadslidmaatschap te huldigen.
De heer Onderdijk en naaste familieleden
werden bij den ingang van het gebouw met
zang van de „Volkstem" begroet.
De heer J. Mondeel, voorzitter der af
deeling heeft in zijn openingswoord ge
schetst wat wethouder Onderdijk in de af
geloopen jaren als raadslid en wethouder
voor de partij heeft gedaan, waarbij hij
hem namens de afdeeling een schilderstuk
van Koets uit Vere aanbood. Daarbij wer
den aan mevrouw Onderdijk bloemen aan
geboden.
Van de gelegenheid om he£ woord te voe
ren werd daarna door niet minder van 15
andere aanwezigen gebruik gemaakt. De
heer Paul sprak namens de Raadsfractie,
de heer C. van der Weel als degene, die
het grootst aantal jaren lid der Partij af
deeling is, de heer J. Wonder gem namens
den Middelburgschen Bestuurdersbond on
der aanbieding van een ets van het Stad
huis, de heer Spronkers namens het partij
bestuur, de heer L. Onderdijk namens het
Gewest Zeeland, de heer A. Rorije namens
de afdeeling Zeeland van de Vereeniging
van S.D. Raads- en Statenleden; de heer
König namens de Vlissingsche raadsfractie,
de heer A. Mondeel namens de afdeeling
van den Nederl. Bond van Personeel in
overheidsdienst; de heer P. M. Baijens na
mens het Instituut voor Arbeiders ontwik
keling; de heer Schuit voor de afdeeling
van de „Vara", de heer Huijbrechtsen voor
de Volksstem, de heer Breel voor „Excel-
sior"; de heer A. Schuitema voor de A.J.C.
afdeeling, mevrouw Schuitema voor de S.D.
Vrouwenclub en de heer W. Hendriks na
mens de Arb. tooneelclub. Vele der spre
kers boden fraaie bloemstukken aan.
Gedurende het uitspreken van al deze
gelukwenschen was de muziekvereeniging
„Excelsior" na de tocht door het voormali
ge derde district bij het gebouw aangeko
men en werd den jubilaris een serenade ge
bracht, waarvoor deze staande voor een der
ramen op de bovenzaal dank bracht.
Zoowel na de opening als aan het eind
van de pauze gaf mej. Fr. Vader enkele
voordrachten ten beste.
Na de pauze dankte de heer Onderdijk
voor de vele goede wenschen en herinnerde
aan menig moment uit zijn politieke loop
baan; ook wij, zoo zeide de heer Onderdijk
„Wij willen ons zelf zijn en blijven."
De vergadering zong hem daarop staande
de Internationale toe.
Na de sluiting van de bijeenkomst gingen
de vele aanwezigen, de socialistenmarsch
zingende uiteen.
Onder de vele bloemstukken die de jubi
laris ontving, waren er ook van de ambte
naren van het stadhuis en van die van ge
meente-ambtenaren en gemeentereinigings-
die'nst.
DE GODSHUIZEN.
Jaarverslag 1937.
Aan het verslag der Godshuizen over
1937 ontleenen wij het volgende.
Het Bestuur en College van Dames-Re-1
gentessen ondergingen geen verandering.
De tuberculose-arts A. J. Hoorweg, wiens I
persoon en werk ook van de zijde van het
bestuur steeds groote waardeering heeft
De verbouwing van het Gasthuis had,
tengevolge van weersomstandigheden en
tragen aanvoer van materialen uit het bui
tenland met eenigen tegenslag te kampen,
doch in October 1937 kwam het nieuwe
achterste gedeelte gereed en kon dit in ge
bruik worden genomen, tot voldoening niet
alleen va.n patiënten, doch ook van medici^
verplegend en huishoudelijk personeel, dat
gedurende dit gedeelte der verbouwing on
der zee moeilijke omstandigheden heeft
moeten werken.
Nadat het nieuwe deel was betrokken,
kon de verbouwing van het voorste gedeel
te beginnen en met de slooping van het nog
overgebleven oude gebouw van het Gast
huis werd reeds spoedig een aanvang ge
maakt. Verscheidene autoriteiten namen
het nieuwe gedeelte in oogenschouw.
Intusschen was de wenschelijkheid geble
ken in het deel van het gebouw, dat zou
blijven bestaan (het in 1928 aangebouwde
of verbouwde gedeelte, benevens de barak),
verschillende werkzaamheden te doen uit
voeren, die de aanpassing aan het gereor
ganiseerde Gasthuis zouden bevorderen en
de jaarlijksche lasten van onderhoud zou
den verminderen. De steun van het Werk
fonds mocht daartoe worden verkregen.
Met voldoening kan worden geconsta
teerd, dat het Gasthuis gedurende deze in
grijpende werkzaamheden zijne functie kon
blijven vervullen en het patiënten-verloop
onder deze toch bezwaarlijke omstandighe
den gunstig mag worden genoemd.
De röntgentarieven werden aan her
ziening onderworpen.
Omtrent het gebruik der ziekenauto
mobiel kon met het bestuur van het St. Jo-
zel-ziekenhuis te Vlissingen een regeling
worden getroffen, ingevolge welke de pa
tiënten van deze inrichting met de auto
mobiel van het Gasthuis worden vervoerd.
Het gebruik van de automobiel nam aldus
toe, waardoor invoering van een lager ta
rief mogelijk werd.
Een met de andere Zeeuwsche zieken
huisbesturen ondernomen stap tegen een
wijziging der röntgentarieven voor Rijks
verzekeringsbank en Raad van Arbeid leid
de niet tot resultaat.
Van ijver en plichtsbetrachting, door het
personeel der Godshuizen ook dit jaar be
toond, kan het bestuur met waardeering
gewag maken.
In het Gasthuis waren 1 Januari 1937
aanwezig 25 mannen en 22 vrouwen totaal
47. Opgenomen werden 492 mannen en 572
vrouwen, totaal 1064. Vertrokken zijn 460
mannen en 533 vrouwen, totaal 993. Over
leden 40 mannen, en 33 vrouwen, totaal 73
Op 31 December 1937 waren aanwezig 17
mannen en 28 vrouwen, totaal 45.
In totaal werden derhalve verpleegd
1111 patiënten, w.o. 45 leden van het per
soneel (1936: 1016 en 26).
Het totaal aantal verpleegdagen bedroeg
23591, w.o. van het personeel 478, neerko
mende op een gemiddeld aantal patiënten
per dag van 64.63 (1936: resp. 23718, 385 en
64.8).
De gemiddelde verplegingsduur was in
1937 21.23 (in 1936: 23.3) en wel eerste
klasse 6.75 (1936: 21), tweede klasse 18.14
(1936: 17.4), derde klasse 22.2 (1936: 25).
Het aantal eerste-klasse-patiënten was
4, met een aantal verpleegdagen van 27, uit
makende 0.36 van het totaal aantal pa
tiënten van 0.11 van het totaal aantal
verpleegdagen (1936: resp. 4.84, 0.39 en
0.35
Het anatal tweede-klasse-patiënten be
droeg 250 (w.o. personeel 36) met 4535 ver
pleegdagen, uitmakende resp. 22% van
het totaal aantal patiënten en 19.22 van
het totaal aantal verpleegdagen (in 1936
was het aantal tweede-klasse-patiënten 220,
zal dan een einde komen aan de kapitaal-1 ieum in (je ver. Staten. De prijsverlaging I sultatie-bureauarts neergelegd en Middel-
vlucht naar de Ver. Staten en aan de daar- I heeft echter slechts betrekking op een be- I burg verlaten. Het bestuur heeft met groot
mede verband houdende internationale I paai(j gebied Oost-Texas waar de no- I leedwezen van het reeds enkele maanden
vraag naar dollars, terwijl ook de vraag I teeringen tot dusverre hooger waren dan I daarna ontvangen bericht van zijn overlij-
naar goud zou verminderen en wellicht I andere districtèn. I den kennis genomen.
voor aanbod zou gaan plaats maken. industriëele waarden" hebben per saldo I De heer Hoorweg werd opgevolgd door
nog een koersverlies moeten boeken; naar
verhouding het belangrijkste was dit voor
Aku's, die de vorige weken geprofiteerd
hadden van de berichten over de gunstige
De fondsenbeurs heeft in de afgeloopen
week weer sterk onder den invloed van den
politieken toestand gestaan. Ook ditmaal
kwam de onzekerheid omtrent de toekomst
den heer F. de Stoppelaar.
Zuster M. F. J. Hamelink, eerste ver-1
pleegster der chirurgische afdeeling, kwam
door overlijden aan haar betrekking te ont-
te Blijham werd gewaarschuwd 'die weldra ™eer aiting in ,den °invang van fken ontwikkeling der kunstzijde-industrie in de vallen. Het bestuur herdenkt in haar een het totaal aantal verpleegden (1936: 77.
J u dnn in het Irnerzirerlnnn On snmrniw dn Pen II h&lr\xraarn ar tnecrewnd v^rnlpp^st.nr. Hip VP- I m u„4
ter plaatse was. De man, zich ontdekt zien
de, sprong van den zolder naar beneden en
nam de vlucht. De politie zette hem onmid
dellijk na, doch kon hem niet dadelijk vat
ten. Het werd een ware klopjacht, waaraan
door velen werd deelgenomen. Eindelijk
wist men hem te grijpen in den tuin van
mevrouw Waalkens, waarna tot arrestatie
kon worden overgegaan.
Het is gebleken, dat de man zich in de
boerderij een schuilplaats had gekozen in
den binnengehaalden graanoogst en zich
tijdens zijn verblijf te goed had gedaan aan
den aanwezigen spekvoorraad.
een overzicht van het
dan in het koersverloop. Op sommige dagen I r staten
was de koersdaling weliswaar vrij belang- I
rijk, maar tot een débacle ter beurze, die Hieronder volgt
aan een gewapend conflict vooraf pleegt te I koersverloop:
gaan, is het toch niet gekomen. Uit het I Bethlehem Steel 45%42%43%
sindsdien ingetreden koersherstel mag men I Anac. Copper 26%24 25%
wel afleiden, dat beurskringen goede hoop
koesteren op een vredelievende oplossing
van de Tsjechische kwestie. Niettemin
waagt men het nog steeds niet, zijn enga
gementen uit te breiden; hieraan is het toe I
te schrijven, dat de opleving, die de vorige
week op de New Yorksche beurs was inge
treden, zich niet heeft kunnen handhaven,
al ziet het er naar uit dat, indien er geen
A'dam Rubber 233%227%233%
Serbadjadi 111106%109
H.V. „Amsterdam" 459457469%
Deli Batavia 220%214
Deli Mij. 285—276%—280
Ned. Scheepv. Unie 118%115%
Kon. Petroleum 341332%338%
Philips 246%—240—243
Unilever 157%152%154%
bekwaam en toegewijd verpleegster, die ve
le jaren haar vaak zoo moeilijk werk in
dienst van het Gasthuis vervulde.
De godsdienstonderwijzer W. P. Calliber, I
die zoowel in het gasthuis als in het Oude-
Mannen- en Vrouwenhuis sinds vele jaren
zieken en verpleegden bezocht, is op hoo-
gen leeftijd overleden. Bij de teraardebe-1
stelling getuigde het bestuur van de waar- J
deering voor het werk door den heer Calli
ber in beide inrichtingen gedaan.
Voor het diploma Ziekenverpleging-A I
slaagden alle de leerlingen, die zich aan
het examen onderwierpen.
dagen 3821, iutmakende resp. 21.66 van
het totaal aantal patiënten en 16.11 van
het totaal aantal verpleegdagen.
Het aantal patiënten 2e klasse-A was 32
met 827 verpleegdagen (1936: 28 en 634),
het aantal patiënten 2e klasse-B bedroeg
182, met 3708 verpleegdagen (1936: 192 en
3187).
Het aantal 3e-klasse patiënten bedroeg
857 (1936: 792), uitmakende 77.14 van
95
het aantal verpleegdagen bedroeg
19029, d.i. 80.66 van het totaal aantal
(1936: 19813 en 83.54
Onder de 3e-klasse patiënten waren 9
leden van het personeel.
Het hoogste aantal patiënten bedroeg 85
(23 April), het laagste 43 (9 Januari).
Het aantal met de moeders verzorgde
zuigelingen bedroeg 26 (1936: 30), zonder
de moeders 27 (1936: 29).
Behalve de 235 patiënten, rechtstreeks in
de interne afdeeling opgenomen, werden in
1937 nog 8 patiënten van andere afdeelin-
gen behandeld, in totaal dus 243 patiënten.
Historische Avonturenroman.
76
Door G. P. BAKKER.
Toen de koning de onderteekening zag,
keek hij Saxon met groote oogen aan.
„Generaal Saxon", sprak hij, vol diepe
bewondering, „de groote veldheer. Ik dank
Uwe Excellentie wel zeer en het is mij een
onuitsprekelijke eer Uwe Excellentie te mo
gen ontvangen onder mijn nederig dak."
Uit een kast haalde hij een groote kruik
te voorschijn, schonk vijf oude zilveren be
kers vol en den zijnen opheffend, vervolg
de hjj:
„Ik drink op de gezondheid en het heil
van Uwe Excellentie, van zijn echtgenoote,
van zijn kinderen, van zijn nageslacht.
Eeuwen mogen verloopen, eeuwen mogen
vergaan
Hier stuitte Mariska zijn woordenvloed,
klonk met Saxon en zei; „Gezondheid,
heeren."
Saxon, die dien dag reeds eerder het
slachtoffer was geweest van een woorden
rijken redenaar, wierp haar een dankbaren
blik toe en sprak:
„Vrouwenlist is menichfout
Syn si jonc oft syn si out."
De bekers werden geledigd. De koning
schonk weer in. Saxon hief zijn roemer
omhoog en zei:
„Op een vroolijk wederzien!"
I Mariska dronk hem toe. „Meent u dat?"
vroeg ze met een blik uit haar donkere
oogen.
„Ja", antwoordde de generaal. „Ik heb
je trouwens al eerder gezien."
„Waar dan?" vroeg ze.
„Op het feest te Tangermünde. Ik was
de oude zanger", zei hij zacht. „Maar dat is
een geheim."
„Nu wordt me alles duidelijk", ant
woordde ze.
Toen de mannen verdwenen waren, bleef
ze alleen in een hoek van 's konings woon
wagen zitten. Ze keek droef voor zich uit,
wischte haar oogen af, greep de beurs met,
goud, liet de goudstukken op tafel stroo
men, greep er in met beide handerj en
lachte. i
Saxon en Edzke reden naar de ruiters,
die nog steeds vijf minuten verder op den
weg stonden te wachten.
„Generaal", merkte Melchior op. „Zoo
schieten we hard op."
„Ik geloof, dat onze avonturen nu wel
voorbij zullen zijn, oude brombeer", ant
woordde Saxon lachend.
Hij reed naast Edzke.
„Jongeman", zei hij, „dat was een ge
lukkige ontmoeting. Het einde van een
eens zoo bekoorlijke idylle. Je bent niet
gevallen voor de verleiding van die schoo-
ne vrouw."
„Een wonder", meende Edzke. „Als je dag
en nacht denkt aan een paar blauwe oogen
en een blonde vlecht."
„Des te beter. Des te beter. Slechts de
herinnering blijft over en die kan nu on
vermengd gelukkig zijn. Want je hebt haar
alles gegeven wat je had." Hij sloeg Edzke
op den schouder; „Bravo mijn zoon. Maar
nu heb je zeker geen duit meer in den
zak. Aangezien je toch binnen enkele mi
nuten als je wilde, al mijn dukaten zou be
zitten volgens je hoog begaafden leermees
ter, en je bovendien nog een maand soldij
te goed hebt, krijg je dit van mij. Mijn
beurs staat altijd ter beschikking van mijn
vrienden en meen niet, dat de koning je in
den adelstand verheven heeft om een ka
len baron meer de wereld in te sturen
Integendeel. Ik verlang, dat je in Berlijn
volgens je stand leeft. Denk er aan, an
ders zou prinses Marion boos op me wor
den."
Toen de avond begon te vallen, reden ze
Wittenberg binnen, waar ze zouden over
nachten.
„A propos", schertste overste Saxon,
„liet die zuinige Baudissen dien morgen in
den tuin van Rudolf's herberg werkelijk zijn
beurs vallen? Ze hebben die groote zorge
loosheid nooit begrepen."
HOOFDSTUK XXXXIV.
In Wittenberg bleef het halfregiment
achter. Saxon en Edzke vervolgden den
volgenden morgen hun reis, slechts verge
zeld van een peloton ruiters onder bevel
van luitenant Sievers. Over Treuenbietzen
en Glendow reden ze naar Potsdam. Ze
hadden den langen rit met een flinken
rusttijd in zes uur afgelegd en stonden om
drie uur in den achtermiddag voor het oude
slot, waar Gustaaf Adolf elf jaren geleden
zich verloofd had met Marie Eleonore, de
zuster van den keurvorst van Branden
burg.
Ze had hier haar intrek genomen en zou
er bljjven tot ze in Januari van het vol
gende jaar Gustaaf Adolf in het kasteel te
Hanau ging bezoeken.
Saxon sprong van zijn paard, liet zich
aandienen en werd onmiddellijk bij de ko
ningin toegelaten. Met uitgestrekte han
den trad ze den generaal tegemoet.
„De koerier heeft uw komst reeds aan
gekondigd", zei ze. „Ik ben zeer benieuwd
uw verslag van den veldslag te vernemen."
Saxon overhandigde haar den brief van
den koning. „Ik heb de bijzondere op
dracht", zei hij, „Uwe Majesteit te verwit
tigen, dat de koning gezond en ongewond
is en zich in den besten welstand bevindt."
„Het doet me buitengewoon genoegen dit
te hooreh", antwoordde Marie Eleonore.
„Ik heb me zeer bezorgd over den koning
gemaakt. Hjj neemt zich nooit in acht en
vecht als een soldenier."
„Maar u zult het mij niet euvel duiden,
dat ik zeer nieuwsgierig ben den brief te
lezen. Generaal, ik zou me gaarne een uur
tje afzonderen, daarna zal het mij een ge
noegen zijn het verloop van den veldslag
van u te vernemen. Inmiddels zal ik prin
ses Marion laten waarschuwen. Zooals u
weet, woont ze hier bij mij in het slot, in
plaats van in haar paleis te Berlijn. We zijn
groote vriendinnen geworden en troosten
elkaar. Het zijn moeilijke tijden voor een
vrouw, als ze weet dat haar man eiken dag
zijn leven waagt, al is het dan een groote
troost, dat het is voor een heilige zaak."
„En voor ons mannen is de scheiding ze
ker niet minder hard, Uwe Majesteit."
Er verscheen een lachje op het gezicht
van Marie Eleonore. „Ik zal uw geduld
niet langer op de proef stellen", antwoord
de ze, trok aan het geborduurde belkoord
in den hoek van de zaal en beval den be
diende
„Breng Zijne Excellentie naar de ver
trekken van de gravin van Wrena."
Saxon volgde den deftig gekleeden man.
De deur werd opengeworpen. Hij voelde
twee armen om zijn hals en warme lippen
op de zijne.
„Eindelijk", riep Marion. „O, Saxon, wat
heb ik naar je verlangd! Uren duurden
dagen en dagen weken. En dan die ver
schrikkelijke angst, want ik weet dat je
nopit je leven spaart." Ze trok hem mee
naar een groote rustbank in den hoek van
de kamer.
Terzelfder tijd wachtte Edzke nog steeds
te paard met het peleton. „De generaal ver
geet ons", zuchtte luitenant Sievers.
„Ik had me de aankomst hier ook heel
anders voorgesteld", antwoordde de jonge
ritmeester.
(Wordt vervolgd).