Hf $eetittr0cfye
MIDDELBURGSCHE COURANT
GOESCHE COURANT
De ontwikkeling der binnenlandsche
staatkundige toestanden gedu
rende de laatste 40 jaar.
BINNENLAND.
Het regeeringsjubileum.
door dr, J. P. Fockema Andreae
Hongaarsche pers brengt
hulde aan de Koningin.
Rondrit van H. M, de Koningin
door de Residentie.
WEERBERICHT.
Dagblad. Uitg.N.V. De Middelburgsche Crt.
Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOES: Turfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs vopr Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
VBgoflT M MMKB 206. TWEE BLADEN. VRIJDAG r—"l 2 SEPT. 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARG.
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager.
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct.
Bij het regeering sjubileum van
H. Af. Koningin Wilhelmina.
Het verschil tusschen begin- en eindpunt
is treffend. In 1898 telde de Tweede Ka
mer 35 Unie-Liberalen, 22 Roomsch-Katho-
lieken, 17 Anti-Revolutionairen, 13 Vrije
Liberalen, 5 Vrij-Anti-Revolutionairen, 4
Radicalen, 2 Sociaal-Democraten, 1 Chris-
telijk-Historischen en 1 Vrijen Socialist, sa
men 9 partijen.
Vergelijkt daarmede de huidige samen
stelling: 31 Roomsch-Katholieken, 23 Soci
aal-Democraten, 17 Anti-Revolutionairen,
8 Christelijk-Historischen, 6 Vrijzinnig-De
mocraten, 4 Nationaal-Socialisten, 4 Vrij-
heidsbonders, 3 Communisten, 2 Christelij
ke Democraten en 2 Staatkundig-Gerefor
meerden, te zamen alzoo 10 partijen.
De liberalen en radicalen liepen in hun
nieuwe gedaanten van vrijheidsbonders en
vrijzinnig-democraten van 52 tot 10 terug,
de Roomsch-Katholieken kwamen van 22
tot 31, de Anti-Revolutionairen en Christe
lijk-Historischen van 23 op 25, de Sociaal-
Democraten van 3 op 23. Bovendien zijn
nieuw vertegenwoordigend de Nationaal-
Socialisten sinds 1937, de Communisten
sinds 1918, de Christelijke Democraten
laatstelijk sinds 1933 en de Staatkundig-Ge
reformeerden sinds 1922. Daarnaast zijn in
den loop der 40 jaren vele partijen op het
parlementair tooneel verschenen en daar
van na een korter of langer (meest kor
ter) tijd weer verdwenen.
De veelheid der partijen.
Nog belangwekkender intusschen dan de
kennisneming van deze zeker frappante
cijfers is o.m., te weten, hoe de merkwaar
dige ontwikkeling een sterke stijging
hier, een diepe val daar, een tamelijk
constant peil ginds -zich heeft voltrok
ken, voorts, of, en zoo ja, hoe de partijen
tot een paar groote groepen kunnen wor
den saamgebracht, en dan nog, hoe het
met de veelheid der partijen in den loop
der jaren was gesteld.
Om met dit laatste punt te beginnen:
In 1894 kende men nog een verdeeling
in vieren: de meerderheidsgroep der libe
ralen (57), de kleine, doch zeker niet on
belangrijke groepen, van Roomsch-Katho
lieken (25) en Anti-Revolutionairen (15)
en het zeer kleine groepje der radicalen
(3). Het was 'n verdeeling, die toen veel van
haar principieele waarde verloor, doordat
de drie voorname partijen alle evenzeer
in tweeen dreigden te worden gespleten
door de tegenstelling, welke de verkiezin
gen na de Kamerontbinding van dat jaar
beheerschte, die tusschen Takkianen en
Anti-Takkianen, m.a.w. vóór- en tegen
standers van een voor dien tijd ver gaande
uitbreiding van het Kiesrecht, zooals de
minister Tak van Poortvliet die had ge-
wenscht.
Het was de laatste maal, dat de split
sing in partijen zóó weinig ver werd door
gevoerd. Reeds bij< de volgende verkiezin
gen in 1897, klom haar aantal, gelijk wij
zagen, tot 9. In 1901 en 1905 bedroeg de
Nederlandsche rijkdom aan in het parle
ment vertegenwoordigde partijen resp. 11
en 9; in 1909, 1913 en 1917 was het
aantal tot 8, zelfs 7 gedaald; onder de wer
king van het nieuwe kiesrecht werd in
1918 eensklaps het ietwat angstwekkend
getal van 17 bereikt; die springvloed hield
echter niet aan, in 1922, 1925 en 1929 bleek
de stand wederom aanmerkelijk gezakt,
nl. op 10 resp. 11; 1933 vertoonde ander
maal een stijging, tot 14, en thans is men
opnieuw in de blijkbaar normale bedding
van 10 teruggekeerd.
Dit nog altijd aanzienlijk getal is intus
schen toch slechts een flauwe afspiege
ling van den verbluffenden partijenover-
daad, die bij de candidaatstelling aan den
dag treedt. Gij allen, die sinds 1918 wel
eens de vellen papier van respectabele
afmetingen hebt moeten hanteeren en er
eenzaam in uw stemhokje, zonder „guide"
den weg in moest trachten te vinden, kunt
er van meespreken. Men raakte den tel
kwijt en behield alleen een eenigszins be
nauwden indruk als van een politieke
spijskaart, zoo uitgebreid en aanlokkelijk,
dat de verleiding voor menigen eenvoudi-
gen stemgerechtigden burger groot mocht
zijn om op meer dan één van die vele
délicatessen oude, belegen merken, ge
renommeerde specialiteiten, brillante nou-
veauté's zijn keuze te laten vallen.
Scheidingslijn.
De tweede vraag was, in hoever de par
tyen tot enkele groote groepen kunnen
worden teruggebracht.
In 1898 was de tegenstelling die men
met het woord „antithese" aanduidt, reeds
op den voorgrond gekomen. Zy kent een
scheiding, die op godsdienstigen bodem
is opgetrokken en samenhangt met den
kijk op dit levensprobleem, in hoeverre
het geloof ook de staatsrechtelijke inzich
ten moet beheerschen; zij onderstelt een
verdeeling van de politieke arena in twee
deelen, links en rechts, niet als vroe
ger wel naar maatschappelijke of eco
nomische inzichten (vooruitstrevend of
conservatief)doch naar overtuigingen op
godsdienstig gebied.
Die scheidingslpn, door aldus in de link-
sche helft büeengebrachte groepen herhaal-
delpk gewraakt, is op sommige oogenblik-
ken als grondslag voor practisch regee-
ringsbeleid ondeugdelijk gebleken, m.n.
in 1925 na het votum over het gezantschap
bij den Paus, en ook wel tijdelijk uitge-
wischt, als de bijzondere tijdsomstandighe
den het samengaan van zooveel mogelijk
groepen aan weerszijden van de lijn vor
derde, zoo ten tpde van den wereldoorlog
(19141918) en tijdens de wereldcrisis
(1933—1937).
Afgescheiden van die enkele tijdperken
van betrekkelijke rust op de linie kenden
wij steeds hetzij linksche hetzij rechtsche
ministeries naar het zooeven aangegeven
model;. Linksche ministeries waren er
twee, t.w. het ministerie-Pierson Goeman
Borgesius, dat aan het bewind was, toen de
Koningin de Regeering aanvaardde, en
aan het bewind bleef tot den zomer van
1901, en het ministerie-De Meester, dat na
Kuyper's val in 1905 optrad en zijn voor
al aan den „Oorlog"-kant veel bedreigd
bestaan niet langer dan tot 1908 wist te
handhaven. Overigens waren het rechtsche
kabinetten, genoemd naar de respectieve
lijke formateurs Kuyper (19011905),
Heemskerk (19081913), Ruys de Beeren-
brouck (1918—1925 en 1929—1933) en Co-
lijn (19251926 en 1937heden.)
Of de scheiding ter rechterzijde algemee-
ne bevrediging schenkt? Men blijft haar
daar tamelijk wel trouw onder het motto,
dat wat het zwaarste is het zwaarste moet
wegen, of ook, omdat men tegen andere
scheidingslijnen overwegende bezwaren
heeft. Dit wil echter niet zeggen, d'at men
voor de moeilijkheden, aan de huidige, in
de middenpartijen bovendien min of meer
vervagende scheiding verbonden, blind zou
zijn. Deels vloeien die moeilijkheden voort
uit het gemis aan overeenstemming ten
aanzien van gewichtige principieele pun
ten (Zondagsheiliging, lijkverbranding, in
enting, verzekering, staatsloterij, staatsin
menging, gezantschap bij den Paus enz.),
deels hangen zij samen met het ongenoeg
zame van de deellijn bij kwesties van eco
nomische en sociale politiek. Dit laatste
wordt vooral in te dezen aanzien zeer be
wogen tijden als de 20e eeuw te zien gaf
(en geeft) als een ernstig euvel gevoeld.
Deze omstandigheid heeft er toe geleid,
dat bijna in alle groepen, in de rechtsche
zoo goed als in de linksche, een linker- en
een rechtervleugel (nu in den zin van voor
uitstrevend en behoudend) te voorschijn
komt. Soms blijft het één partij, soms wor
den het verschillende groepen.
Na een vluchtig onderzoek in het oud
en nieuw archief der verschillende partijen
het politieke monsterboek zou men ook
kunnen zeggen, toon ik u enkele monsters
dit woord natuurlijk noch in qualitatief-
ongunstigen zin genomen, noch in quantita-
tief geringschattenden zin (er zijn onder de
monsters ook welgeproportioneerde
dwergjes) die hun weg naar de Tweede
Kamer vonden.
Zoo kennen (of kenden) wij b.v. de
Roomsch-Katholieke Volkspartij en de Ka
tholiek-Democratische Partij; de Christe-
lijk-Democratische Partij, de Christelijk
Sociale Partij (Unie), de Staatkundig Ge
reformeerde Partij en de Hervormd-Gere-
formeerde Staatspartij; de Vrq Anti-Revo
lutionnairen, de Christelijk-Historischen
Kiezersbond en de Friesch-Christelijk-
Historische Unie.
Ook de liberalen en de socialisten heb
ben tal van schakeeringen naar links en
naar rechts gekend.
Wisselwerking.
Vraagt men dan eindelijk naar enkele
elementen, welke op de ontwikkeling van
de binnenlandsche staatkundige toestanden
van invloed zijn geweest, dan wil ik er wel
enkele pogen aan te wijzen, doch ik ver
zoek u daarbij nadrukkelijk, niet uit het
oog te verliezen, dat oorzaken op haar
beurt weer gevolg waren en er allerlei
wisselwerkingen vielen te bespeuren.
Neemt, om te beginnen, een staatsrech
telijk moment van de grootste beteekenis,
de Grondwetsherziening van 1917, die het
algemeen mannenkiesrecht bracht nader
uitgewerkt in de Kieswet, waarin toch te
vens het onzuiver en soms zeer onbillijk
werkende oude systeem met al zijn toeval
ligheden vervangen werd door het veel lo
gischer opgebouwde, zij het veel minder
romantische stelsel van evenredige verte
genwoordiging. Gij voelt ^aanstonds, dat die
gewichtige gebeurtenis, welke een belang
rijke verschuiving van de staatkundige
machten in het parlement tengevolge had,
niet zoo maar uit de lucht is komen vallen,
doch de afsluiting vormde van een lang
tijdperk van-strijd, waarop zoowel de poli
tieke en vak-organisaties als de maatschap-
pelpke en economische toestanden, zoome
de wat men den opmarsch der ideeën zou
kunnen noemen, van grooten invloed wa
ren.
Hier sprak de ontwikkeling der maat
schappij, ook ver buiten onze grenzen, een
woord mede. Evenzeer deed dat ik mag
het in ditzelfde verband noemen het
werk van enkele invloedrijke figuren van
wereldbeteekenis, die heele groepen, heele
volkeren in zekere richting wisten te lei
den; laat my voorbeeldshalve twee geschrif
ten noemen, Das Kapital van Marx (1867)
en de Encycliek Rerum Novarum van Paus
Leo XIII (1891).
Zoo deed menige belangrijke wettelijke
maatregel, elk op zijn beurt voortgekomen
uit staatkundigen strijd, die meermalen
door een verschil van levensbeschouwing,
andere malen door een conflict van belan
gen, of een divergentie van meeningen over
economische vraagstukken en sociale
eischen of omtrent de taak der overheid
gevoed werden, zijn invloed op de ontwikke
ling der politieke verhoudingen gelden.
Denkt, behalve aan het kiesrecht (dat
van de vrouw niet te vergeten) b.v. aan de
sociale wetgeving en die op het terrein
van het onderwijs.
De gelijkstelling van het openbaar en
bijzonder onderwijs en de gelijkstelling van
de vrouw met den man ten aanzien van
stemrecht en verkiesbaarheid, zijn tref
fende bewijzen, hoe de wetgever, als hij
recht wil doen wedervaren aan ernstige
wenschen en overtuigingen, die in het mid
den des volks leven, ook al zouden zij niet
met de zijne strooken, de verhoudingen in
den lande, ook die op staatkundig gebied,
aanmerkelijk kan verbeteren.
In de richting van het) overbruggen van
tegenstellingen is in deze veertig jaren
veler gedachte, veler streven gegaan. Daar
bij werd men kennelijk geleid door de over
weging, dat er uit een oogpunt zoowel van
wenschelijkheid als van staatsbelang zeer
veel voor te zeggen is, het daarheen te stu
ren, dat de burgers van een staat, die zich
binnen de perken der wet houden en geen
onaannemelijke doeleinden nastreven, zich
rustig en vrij kunnen bewegen in een sa
menleving van gelijkgerechtigde, elkander
waardeerende, althans verdragende men-
schen en een menschwaardig, kan het zqn
gelukkig bestaan in hun land kunnen lei
den. De politiek der uitersten is gebleken,
niet bij den Nederlandschen volksaard te
passen, evenmin een staatkunde, die gericht
is op overheersching van minderheden, om
niet te spreken van knotting van het recht
van wien ook om voor een eigen ernstige
overtuiging uit te komen.
Twee factoren
Van de vele andere elementen, die bü
de ontwikkeling van de staatkundige toe
standen hier te lande een rol speelden, wil
ik nog een tweetal noemen.
Het eene is dat van den wereldoorlog,
die op het gansche Nederlandsche leven,
ook op het staatkundige, zijn invloed niet
miste. In aansluiting daaraan vermeld ik
de revoluties in verschillende Europeesche
landen tegen en na het einde van den krijg.
Die revoluties veroorzaakten hier wel eeni-
ge deining, doch vonden gelukkig in het
neutraal gebleven, niet in levensgevaar ver-
keerende vrije Nederland met zijn o.a. door
algemeen stemrecht gekenmerkte staatsin
stellingen, in het geheel geen vruchtbaren
voedingsbodem, wat niet wegnam, dat de
nieuwe tijd, die na zulk een wereldbrand
niet kon uitblijven, ook hier te lande niet
werd miskend.
Het andere element is de invloed der lei
dende staatslieden.
Gelijk ik bij voorkeur van staatkunde
heb gesproken en niet van politiek, omdat
bij het hooren van dit woord alle andere
zintuigen in opstand dreigen te komen, zoo
wil ik niet denken aan politici van lagen,
lageren en laagsten rang, lieden, wien
soms baatzucht niet vreemd is en die zich
wel door andere dan hooge algemeene be
langen laten leiden, doch slechts het oog
richten op ware staatslieden van verhe
ven, edele opvattingen.
Zulke leidende staatslieden dan gaan
geheel verschillend te werk, organiseerend
en bezielend in eigen kring, sommigen
overredend ook buiten de sfeer der geest
verwanten, anderen bewust of onbewust
andersdenkenden prikkelend, daardoor
wrijving en reactie wekkend; alzoo af we
rend of bindend, verzoenend of de zaken
scherp stellendMaar "ieder van hen
oefent ontegenzeglijk een invloed van be
teekenis in de staatkundige wereld uit.
Geen enkelen hunner noem ik bij na
me; zulks is voor wie zich op dit ge
bied niet geheel vreemd voelt en Zijn
tijd heeft meegeleefd ook allerminst noo-
dig. Voor mijn doel was het voldoende te
hebben gewezen op den in deze invloedrij
ken factor van de figuren der staatkundige
leiders.
Eén naam
Wel moge ik ten besluite één anderen
naam noemen, dien van Haar, ter gelegen
heid van Wier veertigjarige Regeering de
ze bijdrage met vele andere verschijnt.
Het is de Koningin, die bij de vorming
van Kabinetten en tijdens het leven van Mi
nisteries op den gang van zaken op staat
kundig gebied een niet te miskennen in
vloed heeft en dien invloed tot een welda
dige macht heeft weten te maken, bin
dend, omhoog voerend, verzoenend, verhef
fend, veredelend.
Haar gezegende invloed strekke nog lan
gen tijd ons Volk, ook bij de ontwikkeling
der binnenlandsche staatkundige toestan
den, ten zegen.
DE KINDERVERLAMMING.
In Haarlem is een geval van kinderver
lamming voorgekomen. Uit voorzorg is de
Montessori-school in Haarlem-zuid geslo
ten. Bovendien is in een der Haarlemsche
ziekenhuizen een kind uit Hoofddorp op
genomen, dat eveneens lijdende is aan kin
derverlamming.
Voorts is te Hazerswoude een geval van
kinderverlamming geconstateerd by een
jongen en te Wassenaar bij een drie-jarig
meisje. Beide patientjes zijn in een zieken
huis te Leiden opgenomen.
Te Neder-Hardinxveld heeft zich een derde
geval van kinderverlamming voorgedaan,
n.l. by dn zestienjarigen zoon van de fa
milie A. Lense. De jongen is opgenomen in
het ziekenhuis te Dordrecht. In verband
met deze ziekte zullen de scholen voorloo-
pig tot 7 September a.s. gesloten blijven.
Ook te Valkenswaard zqn gevallen van
kinderverlamming geconstateerd en wel bü
een 4-jarig meisje en een 6-jarig jongetje
uit verschillende gezinnen. In verband hier
mede zpn de bewaarscholen ter plaatse ge
sloten. De gevallen zpn niet van ernstigen
aard.
De geheele pers van Boedapest heeft lan
ge artikelen aan het regeeringsjubileum
van Koningin Wilhelmina gewijd.
De „Pesti Hirlap" schrijft: „De afgeloo-
pen vier decennieën beteekenen in de ge
schiedenis van Nederland een nieuw tijd
perk. Koningin Wilhelmina streefde er in
ieder opzicht naar het werk van haar moe
der voort te zetten en zeer spoedig bleek,
dat de jonge vorstin bovendien rijk aan
persoonlijke goede eigenschappen was. De
Nederlandsche vorsten waren ook vroeger
bekend voor hun democratische houding.
Koningin Wilhelmina echter heeft al haar
voorgangers in ware democratische gevoe
lens overtroffen, waarbij zij haar ko
ninklijke waardigheid op eenvoudige en
zeer natuurlijke wijze wist te behouden. In
haar besluiten heeft Koningin Wilhelmina
zich steeds streng aan de grondwet gehou
den: in haar persoonlijk leven gehoorzaam
de zy slechts aan de wetten van haar hart".
Het blad schetst dan uitvoerig, hoe het
de Koningin gelukte haar volk tientallen
jaren lang vrede en welstand te verzeke
ren en vertelt, welke moeilijke vraagstuk
ken tijdens den wereldoorlog moesten wor
den opgelost. Hongarije zal nooit vergeten,
dat het juist Nederland was, dat op per
soonlijk initiatief van zijn Koningin na den
oorlog als eerste maatregelen nam om de
noodlijdende Hongaarsche kinderen te hel
pen. De Hongaarsche natie neemt met har
telijkheid en dankbaarheid deel aan de
vreugde van het Nederlandsche volk. „Wij
willen er steeds aan denken, dat de edele,
groote Koningin na den wereldoorlog met
de liefde van een echte moeder onze arme
honger- en koudelijdende kinderen in be
scherming nam. Vier decenniën lang heeft
Koningin Wilhelmina haar volk langs pa
den van vreedzamen arbeid en welstand ge
leid: zij verstond het steeds uit den over
vloed van haar land den noodlijdenden te
hulp te komen. De Hongaarsche kinderen,
die in de jaren van het smartelijkste lijden
in Nederland een waarlijk broederlijke ver
zorging hebben gevonden, gedenken thans,
nu zij reeds lang volwassen zijn en zelf ge
zinnen hebben, met een dankbaar hart de
nobele Koningin, die hun het verder leven
heeft mogelijk gemaakt."
De „Budapest Hirlap" wijdt haar hoofd
artikel aan het jubileum en schrijft onder
meer: „Ook het Hongaarsche volk neemt
van ganscher harte deel in de hulde, die de
Nederlandsche vorstin gebracht wordt. Al
le lagen en alle groepen van het Hongaar
sche volk groeten met dankbare, eerbiedige
hulde Koningin Wilhelmina, die gedurende
haar geheele regeering nooit heeft getracht
de belangstelling der wereld te wekken, die
steeds een eenvoudig, zuiver leven leefde
en slechts een eenig doel voor oogen had en
heeft: haar vaderland te dienen en in zijn
belang te arbeiden. Aan de gelukwenschen
van volken en heerschers paren zich be
scheiden, maar des te hartelijker de wen
schen der Hongaarsche moeders, die door
den arbeid der groote Koningin gered kon
den worden".
De „Kis Ujsag" schrijft in een hoofdarti
kel onder meer: „In het hart der vroegere
Hongaarsche pleegkinderen zal het gevoel
van dankbaarheid nooit sterven. De liefde
en de dankbaarheid voor Nederland en de
Koningin van Nederland zullen zij hun ge
heele leven bewaren".
H. M. de Koningin heeft gistermiddag
van 5.30 tot 6.15 uur een rondrit gemaakt
door de residentie om de versieringen in
oogenschouw te nemen. De Koningin reed
in een open wagen, vergezeld van haar hof
dame freule Schimmelpenninck van der
Oye.
In snelle vaart reed de kleine stoet den
Hartsenhoekweg af en bij de Zwolsche-
straat begon de drukte van het publiek,
welke immer grooter werd. Duizenden ston
den langs den weg geschaard.
Ook gistermiddag waren vele Hagenaars
naar de binnenstad getrokken om op hun
gemak te genieten van de feestversiering.
Tegen den tijd dat de Koningin in de stad
aankwam, hadden zij zich allen opgesteld
op de Groenmarkt, in de smalle Veene-
straat en Spuistraat en op den Hofweg. On
getwijfeld bereikte het enthousiasme in de
ze straten het culminatie-punt: daar waren
in de eerste plaats de prachtige versierin
gen van Veenestraat en Spuistraat, terwijl
daarenboven alle magazijnen hun personeel
voor een oogenblik vrijaf hadden gegeven.
Dit gaf wel een uiterst levendig beeld.
Er was tevoren geen straat afgezet en
alleen op het oogenblik van het passeeren
van de hofauto's werd het verkeer stilge
legd. In de smalle straten van de binnen
stad bleven allen op de trottoirs, zoodat dit
gedeelte van de route een ware zegetocht
voor de jubileerende vorstin was. De be
stuurders van passeerende auto's zetten hun
wagens langs den kant en gingen als hulde
aan H. M. met de hoed in de hand naast
de portieren staan.
Zoo zette deze rondrit van de Koningin
zich voort. Om precies 6.15 uur reed de Ko
ningin wederom het hek van den Ruigen-
hoek binnen na haar eersten rit door de re
sidentie.
Rijtoer door de verlichte hofstad,
Des avonds toen de feestverlichting
brandde heeft de Koningin haar bezoek aan
de residentie herhaald. Uitbundig was de
hulde, die duizenden en duizenden Ha
genaars der Koningin op haar avondlijken
Verwachting tot morgenavond:
DE BELT: zwakke tot matige W. tot N.
W. wind, gedeeltelijk bewolkt, weinig of
geen regen, koele nacht, weinig verande
ring in temperatuur overdag.
UKKEL: zwakke tot matige wind uit
Z. tot N.W. richtingen, bewolkte tot be
trokken hemel, plaatselijk regen en on
weer, matige temperatuur, nachtelijk mi
nimum 10 gr.
Za 3 Sept. Zon op: 6 h 14; onder 19 h 44.
Licht op: 20 h 14. Maan op: 16 h 14; on
der: 24 h 38. V.M. 9 Sept.
Hoog- en Laagwater te VHsslngens
September.
Hoogwater. Laagwator
Zaterdag 3 8.45 21.27 2.35 15.08
Zondag 4 10.04 22.47 3.52 16.31
Maandag 5 11.24 23.59 5.15 17.50
Westkapelle is 28 min. en Domburg 23
min. vroeger; Veere 38 min. later. (S -»
springty.)
Hoog- en Laagwater te Wemeldlnge;
Hoogwater. Laagwater.
September.
Zaterdag 3 10.15 22.52 3.38 16.05
Zondag 4 11.35 24.15 4.52 17.28
Maandag 5 13.01 6.17 18.48
rijtoer hebben gebracht. Precies half negeïT
vertrok de stoet van den Ruigenhoek. De
Koningin reed in een geheel geopende auto
met haar hofdame jkvr. Schimmelpenninck
van der Oye.
In het begin van den tocht was de be
langstelling niet zeer groot, maar op het
Nassauplein al, waar een muziekuitvoering
in vollen gang was, stonden velen langs den
weg geschaard. Zeer druk was het ook op
de Hoef kade en Vaillantlaan. In Duindorp
deed de Scheveningsche bevolking haar re
putatie van oranje-gezindheid bij uitne
mendheid, eer aan. Precies anderhalf uur
na het vertrek keerde de Koningin op den
Ruigenhoek terug.
Dr. H. Postma.
Na een ambtsperiode van meer dan 30
jaar legde dr. H. Postma met ingang van
gister zijn werkzaamheden als geneesheer
van het Rijks Opvoedings Gesticht te Zeist
en geneesheer-psychiater van de Tucht
school te Montfoort neer. Opvolger van dr.
Postma is dr. J. P. Petersen, die met in
gang van 1 September benoemd werd. Dr.
Petersen is 35 jaar oud en was tot voor
kort werkzaam in Zwitserland. Voordien
was hij werkzaam als zenuwarts in Mid
delburg.
DE GOUVERNEUR VAN WEST-
VLAANDEREN AN ONS LAND.
Heden en morgen brengt de gouverneur
van Belgisch-West-Vlaanderen, de heer E.
H. Baels, op uitnoodiging van de K.L.M.
een niet-officieel bezoek aan Nederland. De
gouverneur is vergezeld van de Vlaamsche
gedeputeerden, de heeren d'Artois en Oli
vier, en van den burgemeester van Knokke,
den heer Desmidt.
Het gezelschap vertrok met den gewo
nen lijndienst van de K.L.M. van 11.55 uit
Knokke-Zoute en reisde via Vlissingen,
Haamstede en Rotterdam naar Amsterdam.
Heden zou een bezoek aan den afsluitdijk
en aan Friesland gebracht worden. Met
het lijntoestel van 18.40 uur uit Leeuwar
den keeren de bezoekers via Groningen
naar Amsterdam terug.
Voor morgen staat een bezichtiging van
de snijbloemenveiling te Aalsmeer en bij
woning van de marinedemonstraties te
Scheveningen op het programma. Boven
dien zal de gouverneur, die een warme
belangstelling voor Nederland: koestert, een
bezoek brengen op het nieuwe hoofdkwar
tier van de A.N.V.V. in Den Haag.
DE INBESLAGNEMING VAN HET
SPAANSCHE S.S. „GABRI".
Woensdag 14 September a.s. voor
de rechtbank te Middelburg.
De inbeslagneming van het Spaansche
stoomschip „Gabri" zal Woensdag 14 Sep
tember a.s. 's morgens half elf, voor de
rechtbank te Middelburg worden behan
deld. De mogelijkheid bestaat echter, dat,
nu er door de Belgische regeering diploma
tieke stappen worden gedaan bij de Neder
landsche regeering, deze kwestie reeds eer
der, en dan in kort geding, zal worden be
handeld.
OFFICIEELE INBIENSTSTELLING VAN
HET SCHOOLSCHIP „KONINGIN
WILHELMINA".
Stichting van een Mellema-fonds.
In tegenwoordigheid van vele autoritei
ten en genoodigden heeft hedenochtend de
minister van onderwijs, kunsten en weten
schappen prof. dr. J. R. Slotemaker de
Bruine, het schoolschip „Koningin Wilhel
mina" van het onderwijsfonds voor de
scheepvaart te Amsterdam, waarop de eer
ste dagnijverheidsschool voor schippersjon-
gens „Oranje Nassau" wordt gevestigd, of
ficieel in dienst gesteld.
Namens een commissie, die zich gevormd
had om gelden bijeen te brengen om schip-
persjongens, die daarvoor in aanmerking
komen het vakonderwijs op de „Koningin
Wilhelmina" te volgen, doch dit niet kun
nen bekostigen, daartoe in staat te stellen,
bood de heer T. L. Mellema, oud-inspecteur
voor de scheepvaart te Groningen, daarop
als eerste gift een bedrag van ongeveer
f 4500.aan.
Ongeveer ed helft van het bijeengebrach
te bedrag is afkomstig van de kleine zeil
vaart in Groningen.
De heer G. de Jong, directeur van het on
derwijsfonds voor de scheepvaart aan
vaardde gaarne de gift, welke als erkenning
voor het vele dat de heer Mellema gedaan
heeft in het belang der binnenvaart ge
stort zal word in een te stichten Mellema-
fonds