Hf fflcvtrïttcïule MIDDELBURGSCHE COURANT Hare Majesteit. GOESCHE COURANTE Het regeeringsjubileum van onze Koningin. De hulde der Haagsche burgerij Eere-avond in het gebouw van Kunsten en Weten schappen te Den Haag, Rijtoer van het Prinselijk paar door de verlichte Residentie, Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt. Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28, Telefoon Redactie 269, Administratie 139; te GOES: Turfkade Tel. 17.Postgiro43255. Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct. NUMMER 205. TWEE BLADEN. DONDERDAG 1 SEPT. 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARG. Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager. Tarief op aanvraag. Familieberichten en dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij vooruitbetaling. ^Brieven, of adres bureau v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct. Bij het Regeeringsjubileum der Koningin .denken wjj voor alles aan de beteekenis van het Koningschap. Hoe Wilhelmina de Kroon droeg, dat geeft den inhoud en den luister aan dit feest, maar de Waarde, waaruit Zij leeft, die vormt de voorop stelling. De Republiek vaardigt een uitnemend burger af naar de hoogste plaats van het Gezag, het Koningschap stelt het Gezag, ontsproten aan Hooger Leiding en aan gedragen door eeuwen traditie. In de Repu bliek is het hoogste Gezag louter bepaald door de Constitutie, en uit haar afgeleid, in het Koninkrijk is het hoogste Gezag aanvankelijk. De grondwet omschrijft hier weliswaar de plaats en de taak van de Kroon; maar die grondwettelijke omschrij ving omsluit onvoldoende haar diepere be teekenis. De President der Republiek is het wettig en onpartijdig hoofd van den Staat, de Koningin der Nederlanden is meer dan het schild der boven-partijdigheid, Zij is de •draagster der nationale Eenheid. Zij is dat, wijl ten onzent de dynastieke gedachte de nationale eenheidsgedachte schiep, en de Koningin, wanneer Zij zich rekenschap geeft van Hare verantwoorde lijkheid tegenover Haar dynastie, zich be wust wordt van Hare roeping ten aanzien van Haar volk. En wijl de Natie, harerzijds, wanneer zij zich spiegelt in haar historie, daar het gelaat van Oranje ontmoet. De eenheid van het Nederlandsche volk is niet de eenheid van een metselwerk, maar van een boom. Het hechtste metsel werk kan men vernietigen, maar een eik klauwt zijn wortels in den grond. De orga nische samenhang van een volk. waarin de levenskracht woont van velerlei overtui ging en belijdenis is sterker dan de me chanische verbinding van volken, waarvan om der wille van de eenheid, de levens sappen der overtuigingen zijn afgetapt. Maar er is één voorwaarde: dat die orga nische eenheid wordt gevoed door ééne samenvattende Idee. Deze samenvattende Idee is in Neder land niet de Kroon zonder nadere bepa ling, maar de Kroon, gedragen door een Oranje. Wat de vol van goede bedoelingen levende Koning Lodewijk Napoleon nim mer verwierf met al zijn zwoegen, dat Verwerft een Oranje reeds door zijn lou tere verschijning: de liefde van het volk. Onze dynastie is in wezen onderscheiden van ieder Koninklijk huis met welwillende .Souvereinen, zij is onze eigen dynastie. Haar bloed werd vergoten voor onze vrij heid, haar levensbeginsel is dat waaruit wij leven, haar historie is de onze. V V Aan dat oude goud gaf Koningin Wil helmina een nieuwen ijk. Zij heeft aan ons Koningschap den inhoud verleend van Hare ongemeene persoonlijkheid, van Haar onaantastbaar Karakter, van Haar zeldzame talenten. Anders is de taak ge weest, die aan de laatste rechtstreeksche afstammelinge van het Huis van Oranje •op de schouderen werd gelegd, dan die de eerste Oranje als levensdoel koos. Maar -de vraag is te stellen of Haar wijsheid niet kan worden vergeleken met de Zijne, of in Haar plichtsbetrachting en nauw gezetheid niet verwantschap is te ontdek ken met Zijn heldenmoed. Een diepe erkentelijkheid vervult ons, wanneer wij terug denken aan het ont zaglijke werk, dat de Koningin in de ver vlogen veertig jaren heeft verricht. Alle functies van den Staat heeft de Koningin niet alleen als Ambtsdraagster verzorgd, maar Zij heeft ze ook symbolisch wijding gegeven. En er is geen herdenking, geen feest, geen onheil voorgevallen in die veer tig regeeringsjaren, of de Koningin was aanwezig. De Koninklijke glimlach straal de over de vreugd van ons leven, het Ko ninklijk troostwoord werd gesproken in de fiiren vsn onz© smsrt ©n v©rbijst ©rin sr En niet alleen in uiterlijke belangstelling, ook in innerlijke daadkracht zag de Konin gin Haar roeping. Het Nederlandsche volk erkent alleen gestalte, wanneer die vervuld is van gehalte, en het medeleven van de Koningin met Haar volk heeft een uiter mate reëel karakter. Vooral de oorlogstijd geeft hiervan een reeks van voorbeelden. Nog eer het Kabinet zich had bezig gehou den met de slachtoffers der oorlogscrisis, was de gedachte eener steun-organisatie op groote schaal al bij Hare Majesteit ont waakt. Toen de middenstand in nood ge raakte de Koningin nam het initiatief der hulp-organisatie, en toen de Staatslee- ning 1914 ons volk moest behoeden tegen een financieele katastrofe de Koningin stond een deel van eigen vermogen af In den mobilisatietijd heeft de Koningin een voortvarendheid, een actieve samen werking met Hare Regeerihg getoond, die oorzaak geworden is, dat de nationale gemeenschap, welke begin Augustus 1914 dreigde in angst-psychose en chaotische situatie te geraken, werd gered. Het is opmerkelijk hoe de positie der Kroon niet door persoonlijk ingrijpen van Hare Majesteit, maar door de politieke omstandigheden in den loop der veertig jaren werd versterkt. Daarom heeft die erkenning dat de Koningin nimmer is af geweken van strak-volgehouden constitu- tioneele opvattingen een dieperen zin. De Kroon heeft dikwijls gestaan wij den ken aan sommige opdrachten tot Kabi netsformatie voor uitzonderlijke moei lijkheden. En men moet de nauwkeurig heid en het talent bewonderen, waarmee onze Koningin steeds de juiste daad weet te verrichten op het juiste moment. De figuur der Koningin geeft een vol komen uitbeelding te aanschouwen van de Majesteit. Onze Koningin is ongerept. Geen onderdeel van een onderdeel van Haar verschijning, van Haar gebaar, van Haar levensdaden, geeft de Majesteit prijs. Door Hare Waardigheid genieten wij aan zien in de rij der volkeren. In deze tijden van internationale gisting en van veel nationale bekommernis, wordt INederljand gedragen door de onaantast bare Zedelijke figuur van het Hoofd van den Staat. De waardigheid en bezonnenheid van de Koningin legt plichten op aan de natie. De Koningin vermaant ons door Haar vlekkeloos voorbeeld tot het beoefenen van de deugd der evenwichtigheid, die de beste eigenschap is van ons nationaal ka rakter, Haar trouw bezielt ons tot trouw aan onze nationale beginselen en geeft ons het voornemen eerder uit de verscheiden heid van overtuigingen te klimmen tot de eenheid dan de eenheid in gevaar te bren gen door te veel verscheidenheid. Het hoogste en schoonste wat over Ko ningin Wilhelmina te zeggen is; Zij gevoelt Haar Koninklijke taak als ,een roeping. Hier ontmoet de eerste Oranje de laatste, die rechtstreeks stamt uit zijn bloed. Die roeping is een beroep.. Een beroep op ons volk om het Nederlanderschap den edelen zin te geven, die beantwoordt aan Haar Gestalte. P. H. RITTER Jr. Zooals gisteren nog in het kort gemeld werd, vormde het hoogtepunt van de vie ring van den geboortedag van H. M. de Koningin de huldiging door de Haagsche burgerij op het Malieveld. Naarmate het uur van den aanvang van den optocht na derde nam de drukte in de omgeving van het Malieveld toe. Hier stonden de ver schillende groepen van de Princevlag op gesteld, de vaandelwachten, muziekcorpsen, enz. Aan de kanten van het groote veld stonden de diverse praalwagens. Om even twee uur kwamen de zes her auten, waarmede de stoet werd geopend, in beweging. Zij werden gevolgd door een mailcoach, waarin het comité voor den optocht had plaats genomen. Hierop volg de de vrijwel eindelooze rij van praalwa gens, de een al fraaier dan de ander. Het publiek applaudisseerde telkens weer. Een zeer fraaie wagen, voorstellend dé" Haag sche stedemaagd opende de groote rij. Hierop volgden, met telkens muziekcorpsen en groepen van loopende deelnemers, tal van keurige praalwagens. De tweede afdeeling, die hierop volgde, werd gevormd door de leden van de Prin cevlag, dragende de wapens van de ver schillende Oranjevorsten, geflankeerd door twee pages ieder en gevolgd door leden der vereeniging met vlaggen. De pages wa ren gekleed in de kleederdracht van den overeenkomstigen tijd, van Koning Willem I en koning Willem II, door personen ge kleed in militaire uniformen uit dien tijd, van koning Willem III door vertegenwoor digers van het Indische leger en de mari ne van H. M. de Koningin door twee in Inlandsche kleederdracht gekleede perso nen. Hierop volgde het wapen van Prinses Juliana, geflankeerd door een Roode Kruis- soldaat en een verpleegster, terwijl dit ge deelte werd besloten door het wapen van Prinses Beatrix, geflankeerd door twee in het wit gekleede meisjes en gevolgd door een groot aantal zeer jeugdige meis jes en jongens, leden van de Princevlag. Daarna ging het weer verder met een groot aantal praalwagens. Een van de meest de aandacht trekkende was de groep welke in verschillende wagens "het gehee- le Scheveningsche visscherijbedrijf weer gaf. Al de wagens waren omgeven door vele in toepasselijke kleeding gestoken deelnemers. Het vjjfde gedeelte, dat hierop volgde was de Indische afdeeling, die wel het hoogtepunt in den stoet vormde. Ruim 900 personen namen hieraan deel, bijna alle gekleed in inheemsche costuums. Vooraf gegaan door praalwagens voorstellend de rijkseenheid, Neptunus en de verbinding tusschen Moederland en overzeesche ge westen, volgde een kleurrijke stoet, waar in wagens met symbolen van de luchtver- binding, radio, posterijen enz. Stram marcheerde hierin de afdeeling welke het oude Indische leger en de ma rine voorstelde. Gekleed in de oude uni formen, boekte deze afdeeling een groot succes. Nadat nog de verschillende bevolkings groepen van Oost- en West-Indië hadden gedefileerd, waarbij ook diverse Indische producten werden meegedragen, sloot deze afdeeling met een praalwagen van de Koninklijke Petroleum Mij., in beeld bren gend de aardolie industrie. Het vertrek van den grooten stoet, die bjj het Malieveld ongeveer drie kwartier vroeg om voorbij te trekken, verliep in de beste orde. Behalve deze optocht, welke als een ge deelte van de grootsche huldiging be schouwd moet worden, hebben ook de Haagsche vereenigingen, met haar duizen- ïr le!en zich niet onbetuigd gelaten. Van het Vredespaleis naar Scheveningen stonden de vereenigingen langs den wég geschaard in 18 groote groepen. Een in drukwekkend gezicht, deze duizenden, die geschaard stonden, ontelbare rijen dik, met hunne vaandels en banieren, in al- wachting van het moment waarop de Ko ninklijke stoet zou passeeren. De tijd werd gekort door muziek van de vele af en aan marcheerende corpsen. Voor de Sophiastichting op den Gevers Deynootweg lagen verschillende patiënt jes in hun bedden, welke met Oranje ver sierd waren. Tegenover de Sophiastichting stond een groote groep van verkenners uit Den Haag en omgeving. Het was dus een huldiging in twee gedeelten: de eerste door de vereenigingen, welke met hare duizenden leden langs den weg stonden geschaard en een optocht waarvan wij hierboven reeds een beschrijving gaven. Deze twee grootsche demonstraties van aanhankelijkheid en trouw aan H. M. de Koningin werden in den namiddag samen gevoegd tot één geheel, zoodat het feest zich voortplantte door de geheele stad, van Oost naar West en van Noord naar Zuid. v Bij het Vredespaleis. Het spreekt vanzelf dat het hoogtepunt van dezen middag bij het Vredespaleis was, waar de Koningin het voorbijtrekken van den stoet zou gadeslaan. Hier was een bal dakijn opgericht waar de Koningin zou plaats nemen. Ter weerszijden van het ko ninklijk paviljoen had een groot aantal ge- noodigden een plaats gekregen. Onder hen waren de ministers Goseling en Weiter, de vice-president van den Raad van State, jhr. mr. Beelaerts van Blokland, de Commissa ris van de Koningin in Zuid-Holland, oud minister, jhr. De Geer, oud-gouverneur-ge- neraal Fock e.a. Ook de Indische vorsten waren onder de aanwezigen. De aankomst van de koninklijke familie in Scheveningen. Om kwart over drie kwamen H. M. de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bern- hard op het Gevers Deynootplein aan. De vorstelijke familie reed in een open ca lèche, geëscorteerd door den adjudant, jhr. De Jonge van Ellemeet en den ordonnans officier, jhr. Van Lawick van Pabst, die beiden in ceremonieel tenue gekleed waren. Het gevolg was eveneens in open calèches gezeten. Nadat de koninklijke familie door de le den van het comité was begroet bracht de vereeniging „De Princevlag" als eerste in de rij van de tallooze langs den weg opge stelde vereenigingen hulde aan H. M. door overhandiging van een bouquet rozen. Het aanbieden van een bouquet bloemen zou langs den weg van Scheveningen naar het Vredespaleis nog 17 maal geschieden, doch daar de talrijke bouquetten geduren de het défilé van den optocht in het rijtuig van H, M. zouden moeten blijven liggen, en daardoor veel van haar fleur zouden moe ten verliezen, had H. M. het beter geoor deeld ze te laten verzamelen door een spe- cialen wagen welke langs de route reed en de bouquetten onmiddellijk naar den Rui- genhoek bracht. Stapvoets reed de stoet verder langs den weg naar het Vredespaleis, waar de vele vereenigingen waren opgesteld. Tweemaal werd nog halt gehouden, om Hare Maje steit gelegenheid te geven een zanghulde in ontvangst te nemen. De Koningin bij het Vredespaleis. Om even half vier reed de koninklijke calèche het Carnegieplein op tot vlak voor het baldakijn. Bjj het baldakijn werd de vorstelijke familie ontvangen door den bur gemeester van 's-Gravenhage, mr, S. J. R, de Monchy, die achter de Koningin onder het baldakijn plaats nam, terwijl een enor me mand met Oranje bloemen op een klein tafeltje voor de vorstelijke familie werd gezet. Toen nam het défilé der praalwa gens een aanvang. Achter de herauten, die den optocht openden, reed te paard kapitein Lager- werff, den leider van den optocht, die bij het koninklijk paviljoen afsteeg en gedu rende den geheelen duur van den optocht der Koningin van voorlichting diende. Nadat de Koningin en het Prinselijk paar hun zetels hadden ingenomen duurde het nog een minuut of acht, voordat de herauten voorbijkwamen. In afwachting van den optocht zong het publiek spontaan het Wilhelmus en herhaaldelijk klonk een „lang zal zij leven". Glimlachend dankte de Koningin voor deze hulde. Het voorbijtrek ken van den stoet duurde ongeveer veertig minuten. De Koningin zeide tot gep. generaal-ma- joor Wagner, dat zij diep onder den indruk was van hetgeen zij gezien had. „Ik ben er stil van", zeide Hare Majesteit letterlijk. De Koningin verzocht generaal Wagner aan de verschillende vereenigingen, die aan den optocht hebben medegeholpen, haar bijzonderen dank over te brengen. Prinses Juliana en Prins Bernhard waren ook zeer getroffen door deze hulde. Onder daverende toejuichingen vertrok de Koningin met Prinses Juliana en Prins Bernhard naar den Ruigenhoek. Ter gelegenheid van haar veertigjarige regeering heeft het gemeentebestuur van 's-Gravenhage gisteren een eereavond aan H. M. de Koningin aangeboden in het ge bouw voor kunsten en wetenschappen. Tus schen half acht en acht uur vulde de zaal zich met een uitgelezen gezelschap van ge- uniformeerde of gerokte heeren met dames in kostbare avondtoiletten. Op het frontbalcon waren de rijen stoe len verwijderd en hier waren drie zetels H. M. de Koningin maakte Woensdagmiddag een rijtoer door Den Haag, waarbij vele vereenigingen langs den weg stonden opgesteld. De aankomst op het Gevers Deynootplein te Scheveningen geplaatst, bestemd voor H. M. de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard. Achter deze zetels hadden de dienstdoende dames en heeren van H. M. hofhouding plaats ge nomen en ter weerszijden de overige leden van de koninklijke hofhouding, alsmede de burgemeester van den Haag en mevrouw De Monchy. Ter linkerzijde van de koninklijke loge, waren gezeten de voorzitters van de beide Kamers der Staten-Generaal, de wethou ders en de secretaris dezer gemeente. In de loges, ter linkerzijde van het eerste balcon, hadden plaats genomen de minister-presi dent dr. H. Colijn en mevrouw Colijn, de le den van het kabinet met uitzondering van de ministers Slotemaker de Bruine en Romme, de ministers van staat jhr. Van Karnebeek, jhr. De Geer en prof. Aalberse, de vice-president van den Raad van State, de president van en de procureur-genraal bij den Hoogen Raad, de chefs van den ge- neralen staf en van den marinestaf, ver schillende Indische vorsten. De deken en de leden van het corps diplomatique enz. Op de galerij waren gezeten de verpleeg sters van de Haagsche ziekenhuizen en van den geneeskundigen dienst, allen in uni form gekleed en de ridders militaire Wil lemsorde beneden den rang van officier, die in Den Haag wonen. Op de tribunes waren de plaatsen van de afgevaardigden van vereenigingen, die in het georganiseerd overleg zitting hebben en de lagere gemeen te-ambtenaren. In totaal waren er ongeveer 2000 genoodigden. De meeste heeren waren van hun dames vergezeld. Precies te acht uur nam de voorstelling een aanvang. Het symphonieorkest van de koninklijke militaire kapel, onder leiding van kapitein dr. C. L. Walther Boer speel de de ouverture Egmont van L. van Beet hoven. Onmiddellijk daarna begon de voor stelling van „1813", een tooneelspel in vier bedrijven door Bets Ranucci-Beckman en Johan de Meester, dat leden van het gezel schap „Het Residentietooneel" opvoerden. Het tooneelstuk „1813" speelt zich af ten huize van Gijsbert Karei van Hogendorp tusschen 17 Juni en 30 November 1813 en behandelt de bevrijding van Nederland van de Fransche overheersching.. Na het eerste bedrijf, te tien minuten over negen, betraden H. M. de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard de hof- loge. De kapel zette het Wilhelmus in en de aanwezigen zongen het volkslied staande mede. Nadat de Koningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard en de leden van het gevolg hun plaatsen hadden ingenomen, werd het tweede bedrijf en daarna het derde bedrijf van het tooneelstuk opgevoerd. Na het der de bedrijf was er een pauze van ongeveer' 20 minuten, gedurende welke tijd de vorste lijke personen in hun loge ververschingen gebruikten. Tijdens de pauze heeft H. M. de Konin- gr in haar loge ontvangen mevrouw Bets RanucciBeekman en Johan de Meester, de schrijver van het stuk en ook Dirk Verbeek, die de hoofdrol van Gijsbert Karei van Hogendorp in „1813" speelde. De Koningin heeft hun haar groote inge nomenheid met den inhoud van het spel uitgesproken. Tegen half twaalf was de voorstelling, welke met het Wilhelmus gesloten werd, ten einde. De zaal bracht den vorstelijke personen eenige langdurge ovaties. Precies half twaalf reed de Koningin met Prinses Juliana en Prins Bernhard weg, toege juicht door honderden en honderden, die op-straat stonden opgesteld. Na afloop van den eereavond in het ge bouw voor Kunsten en Wetenschappen te Den Haag, hebben Prinses Julian.?. en Prins Bernhard geheel onverwachts cc? rijtoer gemaakt door de verlichte residentie. De Prins en de Prinses vergezelden eerst H. M. de Koningin van het gebouw voor K. en W. naar den Ruigenhoek en daarna be gaven zij zich op weg om de verlichting in de residentie in oogenschouw te nemen. Na alle uitbundige drukte van dezen avond was de feeststemming in de stad min of meer geluwd en velen hadden een plaats gevonden in de café's en op de ter rassen, welke dan o5k buitengewoon vol waren. Maar de straten en pleinen, waar men enkele uren geleden geen voet kon verzetten, waren nu leeg en derhalve was het oogenblik wel buitengewoon gunstig voor een autorit van het Prinselijk paar. Te ongeveer half twaalf vertrokken Prinses Juliana en Prins Bernhard, geze ten in een gesloten auto, van den Ruigen hoek naar de binnenstad. De menschen leidden uit de verkeers maatregelen van politie en marechaussee oogenblikkelijk af, dat er iets bijzonders te gebeuren stond. De late wandelaars en ca fébezoekers vormden prompt een eerehaag achter de agenten en toen de auto van het Prinselijk paar op het Buitenhof ver scheen, had men alle moeite de doortocht vrij te houden. Hier bleek, dat de Hage naars na een luidruchtigen avond nog stem genoeg over hadden om het Prinselijk paar op enthousiaste wijze te huldigen. In snel le vaart reden de auto's, waarbij er twee waren met het gevolg van Prinses Juliana en Prins Bernhard, de straten van de bin nenstad door. Toen de Prinses en de Prins op het Lange Voorhout en den Vijverberg aankwamen was het publiek verdwenen, zoodat Prinses Juliana en Prins Bernhard hier in den vroegen morgen van den dag, welke volgde op den luisterrijken verjaar dag van H. M. de Koningin, op rustige wijze konden genieten van de versieringen en de verlichtingen, waarmede gemeente, rijk en particulieren hulde hebben willen betuigen aan Koningin Wilhelmina. Het moge een aardige bijzonderheid genoemd worden, dat de verlichting van sommige gebouwen, welke al reeds in duisternis ge huld waren, zoo snel mogelijk werd aan gestoken, toen men hoorde van deze avond lijke rit van het Prinselijk paar.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 1