&GOESCHE COURANT)
BINNENLAND.
Dagorder van den commandant
van het veldleger.
ONDERSCHEIDINGEN.
De vorstelijke familie op de eeretribune aan de Van Alkemadelaan te Den Haag tijdens het défilé der
weermacht, dat Maandagmiddag plaats had
EEN NETELIC KWESTIETJE.
Dagblad. Uitg. N.V. DeMiddelburgscheCrt.
Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOESTurfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
NUMMER 203. TWEE BLADEN. DINSDAG
30 AUG. 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARG
HIDDELBURGSCHE COURANT
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager.
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. ^Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct»
HET PRINSELIJK PAAR ONTVANGT
DE INDISCHE VORSTEN EN
DELEGATIES.
Heden zouden door het Prinselijk paar
de thans in Nederland vertoevende Indi
sche sultans en de afgevaardigden uit de
vorstenlanden op het Huis ten Bosch wor
den ontvangen.
Prins Bernhard opent het international
Law congres.
Gistermorgen is te Amsterdam onder
groote belangstelling en in tegenwoordig
heid van een vertegenwoordiger van H.M.
de Koningin het internationaal lam congres,
de veertigste conferentie van de Internatio
nal Law Association, plechtig geopend door
Prins Bernhard. De Prins hield een korte
toespraak in het Engelsch, waarin hij er
op wees, dat de Int. Law Association goed
werk heeft verricht op het gebied van het
bevorderen van het rechtsgevoel en de ver
standhouding tussehen de naties, en ook op
het gebied van wettelijke regelingen voor
soepele internationale handelsbetrekkingen.
O.a. hebben voorts nog het woord gevoerd
de minister van justitie, mr. Goseling en de
congresvoorzitter Lord MacMillan.
Na afloop van het défilé der weermacht
heeft de luitenant-generaal Van Voorst
tot Voorst, adjudant in b.d. van H.M. de
Koningin, commandant van het veldleger,
de volgende dagorder tot de deelnemende
troepen gericht:
„Officieren, onderofficieren, korporaals
matrozen en soldaten.
Hare Majesteit de Koningin droeg mij
als commandant van het veldleger en be
last met het algemeen bevel over de on-
derdeelen, die aan de wapenschouw op
heden deelnamen op, aan alle commandan
ten en onderdeelen hoogstderzelver groo
te ingenomenheid en buitengewone waar
deering te betuigen voor de uitnemende
wijze, waarop de onderdeelen van de ko
ninklijke marine en de koninklijke land
macht, zoo te land als in de lucht, zoomede
de koloniale reserve, vertegenwoordigende
het koninklijk Nederlandsch Indische leger,
heden hebben gedefileerd.
Hare Majesteit verzocht mij daaraan
toe te voegen, dat de door de gezamenlij
ke troepen op zoo indrukwekkende wijze
tot uiting gebrachte hulde een onvergete
lijk oogenblik van haar leven heeft ge
vormd. Ook voor de uitvoering van de
getroffen voorbereiding, welke leidde tot
een onberispelijken voorbijtaarsch, had
Hare Majesteit niets dan lof.
Terwijl ik mij van deze hoogst eervolle
opdracht kwijt, noodig ik U uit U tenvolle
te doordringen van de beteekenis voor
ieder uwer en voor de korpsen en de on
derdeelen welke gij hebt vertegenwoor
digd, van dezen op zoo waardeerende wij
ze uitgesproken dank van haar, die gedu
rende veertig jaren aaneen op koninklijke
wijze het oppergezag over zee- en land
macht heeft gevoerd.
Verplaatst U, officieren, onderofficieren,
korporaals, matrozen en soldaten in ge
dachten tezamen nog eenmaal terug naar
het oogenblik, waarop gij ten aanschouwe
van de hoogste militaire en burgerautori
teiten en van duizenden van ons yolk, op
het defileerpunt Uwe Koningin uw eerbe
wijs bracht en vereenigt U dan in den
uitroep:
„Lang leve Hare Majesteit onze ge
ëerbiedigde Koningin."
Deze dagorder is gistermiddag voor het
frontder troepen voorgelezen.
ZILVEREN JUBILEUM VAN HET
VREDESPALEIS.
Gisteren was het 25 jaar geleden, dat
het Vredespaleis officieel in gebruik werd
genomen. Hoewel het bestuur gemeend
had, geen officieele herdenking van dien
dag te moeten doen plaats hebben, is het
gisterochtend toch in het paleis in buiten
gewone vergadering bijeengekomen voor
de huldiging van eenige ambtenaren en
beambten. Eenigen van hen zijn geduren
de of nagenoeg 25 jaar, anderen zelfs lan
ger in dienst van de Carnegie-stichting.
De voorzitter van de stichting, de minis
ter van staat, jhr. mr. dr. H. A. van Kar-
nebeek, heeft de jubilarissen op zeer waar
deerende wijze toegesproken en roemde
de plichtsgetrouwheid waarmede zij gedu
rende zoovele jaren de stichting hebben
gediend.
Jhr. Van Karnebeek deelde mede, dat
het H.M. de Koningin had behaagd dr.
J. ter Meulen, directeur van de bibliotheek
te benoemen tot officier in de orde van
Oranje-Nassau en voorts de heeren L. H.
Intres, bureau-chef en J. Scherpenhuijzenj
technisch opzichter, beiden tot ridder in
de orde van Oranje-Nassau.
NIEUWE GEVALLEN VAN
KINDERVERLAMMING.
Ook geval van nekkramp gecon
stateerd.
Te Waddinxveen zijn twee nieuwe ge
vallen van kinderverlamming voorgeko
men. In totaal zijn er fhans zeven geval
len, waarvan drie met doodelijk gevolg,
Van deze drie zijn er twee kinderen uit
één gezin.
Voorts is te Waddinxveen een geval
van nekkramp geconstateerd.
In de gemeente Stolwijk is een tweede
geval an kinderverlamming aangegeven.
Het aantal gevallen van kinderverlam
ming in Alphen aan den Rijn bedraagt
thans acht.
Tot dusverre heeft zich één geval met
doodelijken afloop voorgedaan.
Bjj Kon. besluit zijn een groot aantal
onderscheidingen toegekend, waarvan we
de ondervolgende vermelden:
Bevorderd: tot grootkruis in de Orde van
den Nederlandschen Leeuw: mr. W. L. ba
ron de Vos van Steenwijk, voorzitter der
Eerste Kamer;
tot commandeur in de Orde van den Ne-
derlandsche Leeuw:
prof. mr. P.J. M. Aalberse, Minister van
Staat, oud-Minister van Arbeid en van
Arbeid, Handel en Nyverheid, lid van den
Raad van State;
jhr. mr. D. J. de Geer, Minister van Staat,-
oud-Minister van Financiën en van Bin-
nenlandsche Zaken, lid van de Tweede Ka
mer;
dr. F. E. Posthuma, oud-Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, voorzit
ter van het Centraal Instituut tot Bevor
dering van het Normale Handelsverkeer
tussehen Nederland en andere landen;
jhr. mr. A. W. L. Tjarda van Starken-
borgh Stachouwer, Gouverneur-Generaal
van Ned.-Indië.
mr. L. J. A. Trip, president van De Ne
der landsche Bank N.V. te Amsterdam;
tot groot-officier in de Orde van Oranje-
Nassau:
C. van den Bussche, vice-president van
den Raad van Ned.-Indië.
dr. N. M. Josephus Jitta, voorzitter van
den Gezondheidsraad;
Benoemd tot ridder in de Orde van den
Nederlandschen Leeuw:
mr. S. R. Bakker, kantonrechter te Z i e-
r i k s e e
dr. P. Smit, president van de Algemeene
Synode der Ned. Herv. Kerk, te Heumen;
de kapitein ter zee B. Kruijs, directeur
van het loodswezen, de betonning, bebake-
ning en verlichting, te Amsterdam;
de kolonel der mariniers C. J. O. Dorren,
chef van het korps mariniers;
de generaal-majoors W. F. Sillevis, com
mandant der Ilde divisie, W. F. A. Hack-
stroh, inspecteur der infanterie, jhr. J. T.
Alting von Geusau, commandant der Iste
divisie, en P. W. Best;
H. Ch. E. van Ede van der Pais, te 's-
Gravenhage, directeur van den Luchtvaart
dienst
G. W. Stroink, wonende te Steenwijker-
wold, voorzitter van den raad van toezicht
der Coöp. Centrale Raiffeisen Bank- te
Utrecht;
ir. A. L. H. Roebroek, directeur-generaal
van den landbouw, te 's-Gravenhage
prof. ir. W. P. Smit, lid van den Octrooi-
raad, te 's-Gravenhage;
G. M. Belzer, te 's-Gravenhage, voorzit
ter van de Commissie van Advies Crisisin-
voer wet;
prof. ir. A. M. Sprenger, hoogleeraar aan
de Landbouwhoogeschool te Wageningen;
prof. mr. A. C. Josephus Jitta, Rijksbe
middelaar in het 3de district, te 's-Graven
hage;
zijn bevorderd: tot commandeur in de
Orde van Oranje-Nassau:
dr. J. B. Hubrecht, Hr. Ms. gezant te
Rome;
mr. J. E. H. baron van Nageli; Hr. Ms.
gezant te Stockholm;
H. W. G. M. ridder Huyssen van Katten-
dijke, Hr. Ms. gezant te Kopenhagen;
tot commandeur in de Orde van Oranje-
Nassau met de zwaarden:
M. Boerstra, luit.-generaal, commandant
van het leger in Ned.-Indië, hoofd van het
Departement \'an Oorlog;
zijn benoemd: tot officier in de Orde van
Oranje-Nassau:
dr. J. ter Meulen, bibliothecaris van de
bibliotheek van het Vredespaleis;
Walrave Boissevain, lid van den raad der
gemeente Amsterdam;
mr. M. Smeding, secretaris der gemeente
Rotterdam;
J. J. A. M. Beaumont, lid van het hoofd
bestuur van den Ned. Bond van Vrijw.
Burgerwachten, burgemeester van Gendrin-
gen;
J. C. Paap, notaris te Vlissingen,
lid van den gemeenteraad, oud-lid van de
Provinciale Staten;
J. G. Pater, referendaris bij het Hoofd
bestuur der Posterijen, Telegrafie en Tele
fonie, aangewezen als chef \Tan den Pers
en Propagandadienst, te 's-Gravenhage;
mevrouw K. BoudierBakker, letterkun
dige, te Utrecht;
Hildo L. Krop, beeldhouwer te Amster
dam;
W. de Monchy, directeur van de Hol-
land-Amerika lijn te Rotterdam;
R. Gerritsen, secretaris-penningmeester
van de Vereeniging van ambtenaren der re
gistratie en domeinen, te Zieriksee;
zijn bevorderd tot officier in de Orde van
Oranje-Nassau:
R. Plasschaert, electrotechnisch hoofd
ambtenaar der telegrafie en telefonie, aan
gewezen als hoofd van het telefoondistrict,
te Breda;
A. G. J. De Vries, directeur van de Zuid-
Nederlandsche Spiritusfabriek te Bergen op
Zoom;
mr. H. A. M. van Haastert, te 's-Gra\7en-
hage, secretaris van den Kath. Ned. Boe
ren- en Tuindersbond;
ir. H. G. A, Leignes Bakhoven, te 's-Gra-
venhage, inspecteur van het veeteelt- en
zuivel wezen;
Herman Snijders, te Heemstede, voorzit
ter van het hoofdbestuur der Vereeniging
tot bevordering der belangen van Slecht-
hoorenden;
is bevorderd: tot officier in de Orde van
Oranje-Nassau, met de zwaarden: de kapi
teins ter zee E. A. Vreede en P. A. Willem-
sen;
zijn benoemd tot officier in de Orde van
Oranje-Nassau met de zwaarden: de ka
pitein-luitenant ter zee W. A. de Jong;
de gepensionneerde kapitein ter zee D.
Naar wy onlangs in een onzer dag
bladen lazen, moet een geestelpke in een
Engelsche badplaats bekend gemaakt heb
ben, dat zijnentwege de badgasten ook wel
in badpak in de kerk konden komen, als ze
maar kwamen.
Voor dit standpunt kunnen wij geen be
wondering hebben; integendeel, eerder aan
vaarden wij hier de roomsch-katholieke
voorschriften, die personen in al te losse
kleedij uit de kerkgebouwen weren.
Het is een volstrekt gemis aan styibesef,
hetwelk uit zulk een reclame-achtige me-
dedeeling als van dien Engelschen dominee
sprak.
Een aanverwante kwestie hebben wij
echter in Zeelands hoofdstad. j
Middelburg is een toeristenstad, een sei-
zoenstad, een plaats van, op Donderdagen,
zelfs druk vreemdelingenverkeer. Men kan
dat betreuren of toejuichen, het feit zelt
bestaat.
Maar; Middelburg is géén badplaats zoo
als Vlissingen, Domburg, Breskens, of
Zoutelande.
Middelburg is een stad, een provinciale
hoofdstad, en, des Donderdags, een
drukke marktplaats, waar ondanks vreem
delingenbezoek, de stedelijke en plattelands
bevolking onzer provincie toch, en geluk
kig nog de overhand heeft.
Nu brengt de gewoonte, het gebruik, en
de „zede" dus de wellevendheid mede, dat
men in het stedelijke gemeenschapsleven
zekere vormen in acht neemt.
Man en vrouw wandelen in een stad
niet in pyama en nachthemd over de
straat, noch in hun onderkleeding, hoezeer
ook in beide gevallen niet altijd direct
van onzedelijkheid in engeren zin gespro
ken zou behoeven te kunnen worden.
Ook loopt de man nu eenmaal in een
stad niet in een zwembroekje over de
straat, noch ook de andere kunne in cache-
sexe met bustehouder. Dat zijn nu een
maal dingen „die men niet doet", wijl zij
„aanstoot geven".
Men kan het onzedelijk noemen; het
kan wel eens onzedelijk zijn, somwij
len is het dit ook niet, en vaak is
het ook alleen maar onsmakehjk, maar
dan ook wel van uiterst onsmakelijk tot
walgelijk toe.
Maar in elk geval: het is geen
s t ij 1.
En waar de mensch zelf, zoo volkomen
dit stijlbesef zou ontberen, dat hy zich
op \'oor ieder nuchter mensch zeer be
paald aanstootgevende wijze onder zyn
medemenschen beweegt, daar heeft de ge
meenschap het recht en den duren plicht
tevens, daar tegen op te treden.
Duren plicht, enzuren plicht.
Want het is me een baantje!
V
Zooals men weet, is bij de herziening
der laatste politieverordening een bepa
ling tegen het zich in zedekwetsende klee-
dSj\ op Middelburgs straten vertoonen,
aangenomen.
Deze bepaling heeft nu dus kracht van
wet. En zij heeft ook iets anders. Name
lijk: belangstelling; tot in het buitenland
toe heeft men er reeds over geschreven.
Zoo wijdde bv. de Daily Express er een
beschouwing, in misprijzenden zin aan.
Laat ons ons hierdoor niet van de wijs
laten brengen.
Reeds meer dan eens echter hebben
wy den laatsten tijd, op Donderdagen, van
terzijde en, het zij bekend: niet zonder
eenig stil leedvermaak, want wij zyn im
mers allen mensch en ook ons: is dus
niets menschelijiks vreemd! de uitwer
king dezer verordening op dit punt gade
geslagen. Of, liever gezegd: de niet-uitwer-
king.^,..
Men zal er ons, als liberaal blad, niet
van verdenken dat wij in dit opzicht te
gauw en al te streng zouden willen zede-
meesteren. Maar er loopt de laatste Don
derdagen toch waariyk inderdaad in de
hoogste mate aanstootgevend volk, helaas
meest vrouwvolk, door Middelburgs stra
ten. Enwij duiden het den mannen
van het gezag allerminst euvel!als
een politiedienaar zoo-iets ziet aankomen,
dan wordt "zijn aandacht als regel plot
seling in beslag genomen door iets, dat
net precies den anderen kant uit gebeurt!
Het is volkomen begrijpelijk. De theorie
is gemakkelijk, maar de praktijk?
Wat moet een agent van politie toch
welj met zoofei zeven-achtste Jhaakt en
dikwerf ook nog hoogst onsmakelijk
vrouwspersoon aanvangen? In haar vod
den pakken? Daartoe zijn de vodden te
schaarsch, en verder wordt dat toch wel
een zeer „gevaarlijke ingreep."
Haar vader lijk-vermanend toespreken
Het is de vraag, of ze het verstaan zou
men kan van alle agenten van politie
toch niet verlangen, dat ze in de drie mo
derne talen zulk een uiterste tact ver-
eischend tweegesprek vlot kunnen voe
ren? en verder loopen ze dan nog de
jeans, dat zoo'n vrouwspersoon boos wordt,
de tong tegen hem uitsteekt, of „een
ambtenaar in de bediening van zijn func
tie" gaat beleedigen"
En wat dan? Dan tóch „met den ster
ken arm" gaan werken en haar meevoe
ren naar 't bureau?
En dan daar aangekomen? Wat dan
verder
Wat moet er in 't proces verbaal komen?
Hoeveel been, arm, borst, rug, er bedekt,
hoeveel onbedekt was? In vierkante centi
meters?
Mogen mannen-politie-agenten dat even
tueel bij vrouwen „opmeten"?
Want een proces-verbaal moet toch fei
ten, vastgestelde, te bezwaren en contro
leerbare feiten vermelden? Of moeten de
lieve kinderen van voren, van terzijde, van
achteren en wie weet uit welke hoeken nog
meer, gefotografeerd worden, teneinde al
dus het bewijs hunner zedeloosheid, al
thans zedekwetsendheid, althans aanstoot
gevendheid, via de gevoelige film den stren
gen rechter voor te leggen?
Netelige, zeer netelige kwestie.
Maar ook hier geldt, zooals wg gisteren
in geheel ander verband schreven, het:
dura lex, sed lex.
De wet moet gehandhaafd worden.
Wat zou men van den volgenden [zijl
uitweg uit deze moeilijkheid denken?
Indien nu ons gemeentebestuur eens keu
rige kaarten liet drukken, waarop, naast
het Nederlandsch, in onberispelijk Fransch,
in feilloos Duitsch en in keurig Engelsch
stond te lezen: „De gemeentelijke politie
verordening van de stad Middelburg bevat
een bepaling, volgens welke het verboden
is zich in zedekwetsende kleedij op den
openbaren weg te bevinden. De commissa
ris van politie in deze stad veroorlooft zich,
deze wetsbepaling zeer in het bijzonder in
Uwe aandacht aan te bevelen"Of
woorden van die strekking
Indien dan de dienaren van politie op
dracht kregen in geval van kennelijke over
treding der betrokken bepaling uit onze
politieverordening zulk een kaart aan de(n)
overtreder (ster) ter hand te stellen, met
de zeer strenge order zulks uiterst correct
te doen salueeren, niet er bg grinniken,
kaart overhandigen, saluut, rechtsomkeert
en ergens anders gaan surveilleeren dan
zou dit misschien een oplossing voor dit in
de praktijk toch wel netelige kwestietje
kunnen zijn.
J. baron van Lynden; de majoor van den
generalen staf D. A. van Hilten; de ko
lonel der infanterie M. Rutgers van der
Loeff; de kolonels der artillerie R. P. J.
van den Berg van Saparoea; de luitenant
kolonel der artillerie J. H. C. Bentz van
den Berg;
zijn benoemd tot ridder in de Orde van
Oranje-Nassau: mej. E. J. Belinfante, se
cretaresse der Haagsche Journalisten Ver
eeniging te 's-Gravenhage;
L. P. van den Broek, oud-hoofdredacteur
van het dagblad De Courant-Het Nieuws
van den Dag;
H. Antcliffe, correspondent van Engel
sche bladen;
dr. F. E. O. Huebner, correspondent van
Duitsche bladen;
D. Kodde, lid van de Provinciale Staten
van Zeeland te Zoutelande;
mr. M. W. G. van der Veur, secretaris
der gemeente Middelburg;
F. Bisschop, secretaris der gemeente
Vlissingen;
J. C. Goemans, ontvanger der gemeen
te Serooskerke (S.)
P. Wisse, penningmeester van de Ge
westelijke Landstormcommissie „Zeeland",
te Sint-Laurens;
H. C. Jonas, kunstschlider te Maastricht;
A. F. J. Portielje, inspecteur bij het
Kon). Zool'. Genootschap j,,Natura Artis
Magistra" te Amsterdam;
H. Th. J. Stips, voorz. der Vereeniging
der Orkestleden ,',Het Concertgebouwor
kest" te Amsterdam, Laren;
A. Minderhoud te Winschoten, hoofd
opzichter bij den Prov. Waterstaat van
Groningen;
L. Meyer, directeur-generaal van de
N.V. Magazijn „De Bijenkorf" te Amster
dam;
H. P. Mutters, wonende te Wassenaar,
directeur der Kon. Ned. Meubelfabriek
H. P. Mutters en Zoon te 's-Gravenhage;
W. P. Cnossen, te Woerden, voorzitter
der Ned. Vereeniging van Hoofden van
Lagere Land- en Tuinbouwscholen;
A. C. de Oude te Zieriksee, lid
van het "hoofdbestuur van de Zeeuwsche
Landbouw Maatschappijl;
L. A. Bom te 's-Gravenhage, secretaris
van het Stamboek voor het Nederlandsche
Trekpaard;
mr. W. Rip, te 's-Gravenhage, voorzit
ter van den Bond van Chr. Jonge Boeren-
en Tuindersorganisaties in Nederland;
dr. J. J. van der Harst te Koude-
kerke;
tot ridder in de orde van Oranje-Nassau
met de zwaarden:
de luitenants ter zee le klasse F. Stam,
jhr. H. A. van Foreest, W. F. van Vrees
wijk en H. H. L. Pröpper;
de kapitein der mariniers J. J. A. Keu-
chenius;
de officier van den marine-stoomvaart
dienst der eersteklasse H. L. J. de Jong;
de officier van administratie le klasse
der Kon. marine J. J. van Houten;
de kapiteins van den generalen staf:
A. G. J. M. F. van der Kroon, H. C.
Berghuys en J. E. Coers;
de kapiteins der infanterie J. van der
Ploeg, commandant der 2de afdeeling po-
litietroepen en J. A. A. Sitsen;
De eere-medaille, verbonden aan de Orde
van Oranje-Nassau is toegekend: in goud
aan:
P. Verheul, gepensionneerd loodsschipper
lste klasse, te Vlissingen;
mevrpuw A. WasOsinga, oud-hoofd der
Nutsfröbelschool te Vlissingen, wo
nende te Assen;
W. A. Ossewaarde, hoofdkommies der di
recte belastingen, invoerrechten en accijn
zen te Amsterdam;
in goud, met de zwaarden, aan:
den hoofdwerktuigkundige der eerste
klasse J. M. de Lange, van het regiment
kustartillerie;
In zilver aan
H. P. Winkster, bode-schry'ver (tevens bo-