Zeeuwsch-Vlaanderen en Oranje. KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 29 AUGUSTUS 1938. No. 202. Een kalmeerend betoog. Défilé van den B.V.L. voor de Koningin. MIDDELBURG. eeringsj ub ileum Jll.Tn.de Tyimir>gin ^^idgenoolen r geeft uiting a^jr* uw liefde voor ons Oranjehuis. Jgndt een gelufavensch* teleórom op heb doorvoor ontworpen formulier* Deriebto opbrengst Kgmb ten goede o&njeugdorgonistoiiea bet TJederldjidsrche Jeugd* leidersinstituul en deCLc&demfe voor /ichojoelytp Opvoeding aiSSINGEN. Sir John Simon, de Engelsche minister van financiën, heeft Zaterdag in zijn kies district Lanark een rede gehouden, welke het oor heeft gehad van geheel politiek Europa. Er werd Donderdag en Vrijdag al bij w\jze van allerlei onderstellingen over gesproken en geschreven. Zulks in verband met het feit, dat in de eerste helft der vo rige week de ministers Chamberlain, Hali fax en Simon een paar maal met z'n drieën geconfereerd hadden, hun vacanties onder brekend. Een Engelsch minister onder breekt z'n vacantie niet gauw. De (gehei me) berichten uit Tsjechoslovakije riepen de heeren ditmaal naar Londen. IVlen zal zich herinneren, dat er in het midden der week een nogal nerveuze stemming in de politieke kringen te Londen merkbaar werd en dat allerlei geruchten over toenemende spanning in midden-Europa de ronde deden. Zelfs vernam men van een démarche der Duitsche regeering in de groote hoofdste- den, inhoudende dat, als er binnen zeer af- zienbaren tijd niet een regeling in Tsjecho slovakije werd getroffen, zij wel eens ge noodzaakt zou kunnen zijn, zich metter daad het lot der Sudeten-Duitschers aan te trekken. Officieel is dit gerucht te Lon den en Parijs, zoowel als te Berlijn tegen gesproken, maar niet op een overtuigende wijze. Vermoedelijk is er wel degelijk een boodschap van Berlijn uitgegaan, dan ech ter met een wat minder deigenden inhoud. In dezen vorm, dat de Duitsche regeering met leede oogen de ontwikkeling in Tsje choslovakije gadeslaat en tot haar spijt niet weet, wat er kan gebeuren, als de toestand nog lang zoo bedenkelijk mocht blijven. Het lijkt ons waarschijnlijk, dat het deze of een soortgelijke boodschap was, welke de drie Engelsche ministers naar Londen riep. Sir John's rede te Lanark kan men dan dus beschouwen als een antwoord der ge- heele Engelsche regeering op dien Duit- schen stap en uit dezen hoofde genoot ze dan ook zooveel belangstelling. De inhoud er van komt neer, op wat velen verwacht ten: hij beteekent een nieuwe voorzichtige waarschuwing aan het adres van Berlijn. Sir John herinnerde aan de rede, welke minister-president Chamberlain op 24 Maart j.l. in het Lagerhuis hield, en waarin werd betoogd, dat bij een confüct in midden- Europa Engeland naar menschelijke bere kening niet neutraal zou kunnen blijven. Deze verklaring, aldus zeide Simon, blijft geldig. M.a.w. Duitschland zij nogmaals ge zegd, dat het zeer waarschijnlijk Engeland tegenover zich zou vinden, indien het zou probeeren, Tsjechoslovakije onder den voet te loopen. Verder deed Simon als 't ware een be roep op alle betrokken partijen en vooral op Berlijn om met alle kracht naar een minnelijke oplossing van het Tsjechoslo- vaaksche probleem te blijven zoeken. „Wij zijii er van overtuigd, dat een oplossing, welke allen wettigen belangen recht doet wedervaren, gevonden kan worden." Het lijkt ons waarschijnlijk, dat deze rus tige, maar doelbewuste redevoering althans voor de eerstvolgende dagen kalmeerend op de ontwikkeling in Tsjechoslovakije zal werken. Zij bevat opnieuw een duidelijke waarschuwing voor Berlijn, doch deze in termen, welke de Duitschers moeilijk kun nen prikkelen. In de Duitsche pers heeft het betoog weliswaar een teleurstellend onthaal gevonden, maar de commentaren zijn niet in verontwaardiging en opgewon denheid gedrenkt. En dat is al heel wat na al de scherpe aanvallen welke de nat. socialistische ridders van de pen de vorige week weer eens op hoog bevel natuur lijk tegen Tsjechoslovakije moesten on dernemen. Simon heeft gelijk: met wederzijdschen goeden wil moet er een minnelijke oplos sing van het vraagstuk te vinden zijn. Het is echter de vraag, of zooveel goede wil nog kan aarden in een politieke atmosfeer, zoo bedorven als momenteel in Tsjechoslo vakije. De animositeit tusschen Tsjechen en Sudeten-Duitschers schijnt nog met den dag toe te nemen. Henlein heeft verleden Vrij dag zelfs zijn aanhangers ontslagen van den plicht van discipline, waaraan zij tot dus ver onderworpen waren, en welke luidde, dat ze, indien ze door politieke tegenstan ders werden geprovoceerd, niet tot geweld daden mochten overgaan. Dat mogen ze nu De Commissaris der Koningin heeft Za terdag men zie elders in dit nummer de historische tentoonstelling te Breskens met de volgende rede geopend: Ongeveer een half jaar geleden deelde de burgemeester dezer gemeente mij mede, dat het in zijn voornemen lag om bij ge legenheid van het 40-jarig regeeringsjubi- leum van H. m. de Koningin eene tentoon stelling in deze gemeente in te richten van hetgeen betrekking had op het Huis van Oranje in verband met Zeeuwsch-Vlaande ren. Ik heb dat denkbeeld aanstonds zeer toe gejuicht en ben hem dankbaar thans deze tentoonstelling te kunnen openen. Sedert eeuwen bestaan er nauwe en hechte banden tusschen dit landsdeel en het Huis van Oranje. De historie van deze landstreek gedurende de laatste eeuwen bewijst, dat hare inwoners steeds blijk hebben gegeven van hunne oprechte toege negenheid, trouw en aanhankelijkheid je gens ons Vorstenhuis, terwijl omgekeerd de leden van dat Huis steeds een groote voor liefde voor deze landstreek aan den dag hebben gelegd. Het schoone en door de natuur rijkbe- deelde Zeeuwsch-Vlaanderen, het land van de oude beschaaving, heeft veel strijd ge voerd, strijd met de wapenen, strijd tegen de woedende golven, en strijd tegen oeco- nomische moeilijkheden. Talrijke rampen en slagen hebben het getroffen en meer- De B. V. L. heeft Zaterdag de viering van zijn 20-jarig bestaan (in den Dierentuin te Haag) luisterrijk besloten met een défilé voor H. M. de Koningin; zulks voor het pa leis Huis ten Bosch. Aan het défilé namen in totaal 3000 landstormers deel. Reeds lang voor 2 uur werden de ver schillende afdeelingen op den Leidsche- straatweg opgesteld. Deze weg was van de Laan van Nieuw Oost Indië af door de poli tie afgezet, zoodat de deelnemers makkelijk de borden met groote nummers, welke hun plaats aangaven, konden vinden. Voor het Huis Ten Bosch was het druk af- en aanrijden van auto's waarin de auto riteiten gezeten waren, die het défilé zou den bijwonen. Om precies drie uur werden de groote deuren van het bordes geopend en toen verscheen H. M. de Koningin om de hulde van de landstormers in ontvangst te nemen. De Koningin was gekleed in een licht-lila mantel, waarop een donkere vos, en droeg een lila hoed met pleureuse. Aan haar lin kerzijde nam plaats reserve generaal-ma- jaar H. de Iongh, inspecteur van den land storm, die Hare Majesteit over de verschil lende groepen zou inlichten. Ter rechter zijde van de trappen stonden luitenant-ge neraal b.d. L. F. Duymaer van Twist, voor zitter, de heeren J. R. Snoeck Henkemans, G. A. Ridder van Rappard en reserve-kapi tein G. F. Boulogne, secretaris van de Na tionale Landstorm-commissie. Hier hadden eveneens plaats genomen de ministers H. van Boeyen, J. J. C. van Djjk en mr. J. A. de Wilde. Het défilé van de landstormers duurde precies 25 minuten. De burgergroepen mar cheerden op de muziek van het Haagsche politiemuziekcorps. Na afloop betuigde H. M. haar tevreden heid tegenover reserve generaal-majoor De Iongh, waarna de leden van de Nationale Landstormcommissie aan de Koningin wer den voorgesteld. De secretaris, reserve-kapitein G. F. Bou logne bood tenslotte aan de Koningin een bord van DelftsCh blauw aan. Het bord heeft een diameter van 53 cm en stelt voor de familiegroep van H. K. H. Prinses Juli ana, Z. K. H. Prins Bernhard en de jonge Prinses Beatrix. Het werd in opdracht van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm vervaardigd en bewerkt door den plateel schilder Schuytenburg. De rand van het bord is kunstig met bloemmotieven be werkt. Aan de achterzijde is de volgende opdracht aangebracht: „1898—1938. Ter gelegenheid van het veertigjarig re- geeringsjubileum van Hare Majesteit Ko ningin Wilhelmina hoogstderzelve eerbie dig aangeboden door den Bijzonderen Vrij willigen Landstorm, met betuiging van groote dankbaarheid en onverzwakte trouw". Hieronder is aangebracht het embleem van den B.V.L. Toen de plechtigheid was afgeloopen hief de commissaris der Koningin in de pro vincie Zuid-Holland, jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, „leve de Koningin" aan, waar mede alle aanwezigen luide instemden. Oogenblikkelijk na afloop van het défilé reden vele militairen en oud-militairen voor, die dragers zijn van de militaire Wil lemsorde. Zij werden door H. M. de Konin gin in het Huis ten Bosch ontvangen. Ook hier schitterden de uniformen der hooge of ficieren en de drukte nam toe, omdat de dus wel. Men voelt, hoe een dergelijke oeka- se heel gemakkelijk weer gevaarlijke bot singen in het leven zal kunnen roepen. Jam mer genoeg, hebben de Tjechen, althans sommige Tsjechen (blijkbaar opvliegend van aard) zich inderdaad aan provocaties overgegeven, al plegen de Duitsche berich ten daarover nogal overdreven te zijn. Wat het sarren en zoo aangaat, geven de par tijen mekaar niet veel toe. En zulks is ook het belangrijkste niet. Dat er zooveel evidente lust tot sarren bestaat, dat moet het bedroevende heeten. Want hoe kunnen twee volkeren ooit vredig in één staatsver band samenleven, indien ze mekaar klaar blijkelijk haten? dere malen werd het met totalen onder gang bedreigd. De energieke bewoners van dit landsdeel hebben zich echter nimmer laten ontmoedigen met het hoofd omhoog en het oog naar boven hebben zij volhard in hun vaak zoo moeitevollen strijd en ar beid, daarbij vertrouwen stelden in het Nederlandsch Staatsgezag, vertrouwen in het Huis van Oranje, dat onder God's lei ding van zoo groote beteekenis en van on schatbaar heil voor heel ons Vaderland is geweest en dat zeker niet het minst gedu rende het 40-jarig beleid van H. M. onze geliefde Koningin. Hier in Zeeuwsch-Vlaan deren bestaat dan ook als het ware schier heilige vereering voor Haar, die bij de gra tie Gods gedurende een zeer langdurig tijdsbestek ons land en volk tot een groo- ten zegen is geweest. In het kort moge ik thans eenige gre pen doen uit de historie van Zeeuwsch- Vlaanderen in vorige eeuwen, voorzoover daarbij vorsten uit 't Huis van Oranje be trokken zijn geweest. Zeeuwsch-Vlaanderen, eerst door den vre de van Munster in 1648 officieel Neder landsch gebied geworden, was reeds voor dien tijd onder veel wisseling van krijgs kans en van uiterlijk aanzien voor de Ne- derlandsche zaak gewonnen. Gelijk elders had ook hier „Oranje" zijn groot en be langrijk deel in wording en groei ge had. Prins Willem I, als leider van den wor denden staat erkend, regelde zoowel mili- taier als burgerlijke aangelegenheden. Zoo ontving bijv. Terneuzen van hem een privi lege, waarbij het o.a. een afzonderlijk be stuur en het houden van een weekmarkt werden toegestaan (1584). Omgekeerd werd hij voor het aanzienlijk verlies zijner politie de afzettingen thans had vrijgegeven. Het plein voor het paleis stroomde vol en velen bleven nog lang staan in de hoop, dat H. M. zich nog even naar buiten zou be geven. Dit gebeurde echter niet. DE GEMEENTEVLAGGEN BIJ DE NEDERLANDSCHE JEUGDHULDE. Zooals bekend is gemaakt, worden op den avond van den zesden September door de Nederlandsche jeugd bij de hulde aan H. M. de Koningin op den Dam te Amsterdam meegebracht gemeentevlaggen, uit alle ge meenten van het land. Voorzoover deze niet reeds bestonden, zijn zij voor deze gelegenheid vervaardigd op de volgende wijze: In den linkerbovenhoek bevindt zich het gemeentewapen. Het overige deel van de vlag is vervaardigd in de provinciale kleu ren, die als volgt zijn aangebracht: Noord-Brabant: roode en witte blokken; Friesland: diagonale banen, in wit en blauw, met roode „plompen" in de witte banen; overige provinciën als volgt: hori zontale banen van boven naar beneden ge nomen, Drente: geel, wit, rood, blauw; Gelderland: geel, blauw; Groningen: rood, wit, groen, wit, blauw; Noord-Holland: rood, geel, blauw; Limburg: rood, wit, zwart, geel, blauw; Overijssel, rood, geel, blauw; Utrecht: rood, wit, geel; Zee land: geel, rood, blauw, wit; Zuid-Holland: rood, geel. BEKENDMAKING VAN REGEERINGSMAATREGELEN. Het Tweede Kamerlid de heer Weitkamp heeft aan den minister van economische zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat on langs tal van landbouwers de dupe zijn geworden van het feit, dat de jongste re- geeringsmaatregelen tot steun aan de varkenshouderij, eerder ter kennis van den handel dan van de boeren kwamen, wijl het meerendeel der laatsten uiter aard geen dagblad leest? 2. Zoo ja, is dan de minister bereid te bevorderen, dat het bericht van dergelijke besluiten, vóór deze in de groote bladen worden bekend gemaakt, eerst per radio door het ANP worden omgeroepen? Tusschen locomotief en mijnwagen bekneld geraakt en overleden. Gistermiddag is in de ondergrondsche werken van den staatsmijn Maurits te Lutterade de 46-jarige locomotief-machi nist A. A. Zonneveld te Horn, tusschen een locomotief en een mijnwagen be kneld geraakt. De man bekwam dusdanige verwondingen, dat hij enkele uren later overleed. Het slachtoffer was gehuwd en vader van vier kinderen. Bij het laden van een stoomtreiler te water geraakt en verdronken. Gistermiddag is de 39-jarige losser Post bij het laden van een stoomtreiler in de Visschershaven te IJmuiden in het water gevallen en vedronken. De man laat een vrouw en twee kinueren achter, een van zeven jaar en een twee dagen oud kind, dat hij juist gistermorgen had aan gegeven. MILITAIRE PATROUILLE AANGEREDEN. Zaterdagnacht omstreeks twe uur werd op de Alkemadelaan te Den Haag bij den ingang van de Alexanderkazerne een mili taire patrouille, welke de wacht ging af lossen, van achteren aangereden door een personenauto, welke na de aanrijding door reed. Twee militairen werden bij deze aan rijding gewond. De miliciens A. S. B. en C. B., beiden 20 jaar oud, kregen verwondingen aan het voorhoofd en kneuzingen aan de beenen. Beiden werden naar het militair hospitaal vervoerd. De politie stelt een onderzoek in naar de auto, welke de aanrijding heeft ver oorzaakt. DOODENDAGBOEK VAN HET VERKEER Delft: 1 doode. Zaterdagochtend is op den Nieuwen Rijks weg te Delft een 14-jarige jongen uit Rot terdam boven op een met raamlijsten gela den vrachtauto geklommen. Hij werd daar van afgeslagen, toen de auto onder het viaduct bij de Brasserskade doorging. De jongen kwam zoo ongelukkig op het weg dek terecht, dat hij vrijwel op slag dood was. goederen elders schadeloos gesteld door de Generale Staten met o.a. bezittingen der Abdij van Duinen en andere goederen, grootendeels in dit gebied gelegen. Prins Maurits heeft herhaalde malen in Zeeuwsch-Vlaanderen blijk gegeven van zijne veldheerstalenten en de militaire be hoeften in die jaren hadden voor deze landstreek groote gevolgen. In aansluiting aan den bouw van forten en verdedigings werken werd omliggend land herwonnen en versterkt, anderzijds werd ook zooals na de verovering van Aksel in 1586 ter verdere verdediging, een deel van het om ringende gebied prijsgegeven. De meest bekende veldtocht van Prins Maurits in deze streken is die van 1604, oorspronkelijk ingezet ter ontzetting van Oostende, waarbij hij achtereenvolgens Coxyde, het fort St. Philips, IJzendijke, Aardenburg en Sluis veroverden. De indruk, die deze gebeurtenissen op den tijdgenoot maakten, blijkt o.a. uit de overlevering, welke nog steeds onder Wa terlandkerkje, „de plek waar de Prins in 't land kwam" en het huis waar hij heeft overnacht (bjj ter Hofstede) weet aan te wijzen. Ook blijkt zulks uit het feit dat hieraan een nieuw „Victorialied" igewijd werd, aanvangende met „Verblijdt U nu al in 't Nederlandt". Als bijzonderheid kan nog worden ver meld dat in dit leger wegens het groote be lang der o derneming, vergezeld door af gevaardigden der Staten-Generaal en van den Raad van State, vijf Graven van Nas sau dienden. Frederik Hendrik veroverde in het toen reeds door her dij king aanzienlijk vergroo- te gebied o.a. Filippine (1633), Sas-van- Gent (1644) en Hulst (1645). Met deze De P. T. T.-diensten op Koninginnedag. Op 31 Augustus a.s. zullen de P. T. T.- diensten als volgt geregeld zijn: Telegraaf- en Telefoondienst ongewijzigd. Postdienst: Het kantoor is geopend tot 's morgens 10 uur. Niet behandèld wor den: postwissels (behalve telegrafische), postbewijzen, quitanties, belastingbeta lingen en pasmunt. Voor den postchèque- en girodienst is het kantoor geopend alléén voor alle spoedstukken en uitbetalingen op reiSpostchèqueboekjes'. Quitantie-invorde- ring vindt niet plaats. Alleen de eerste brieven- en pakketten-bestelling wordt uit gevoerd. Na 8 h 45 's morgens vindt dien dag geen verzending of ontvangst meer plaats, de bij-brievenbussen worden gelicht tusschen 7, 8,17, 18 en 22—22.45. Op den Nationalen feestdag. Op 6 September a.s. zal het kantoor voor den telegraafdienst geopend zijn van 810 en 1314, voor den telefoondienst als op Zondag. Voor den postdienst geldt dien dag dezelfde regeling als op 31 Augustus. DE KOMENDE FEESTEN EN DIE VAN 1898. Nu men de feestdagen ter eere van het 40-jarig regeeringsjubileum der Konin gin met rasse schreden ziet naderen, en door verschillende zaken er aan wordt her innerd, waarbij wij denken aan straten, die reeds geheel of ten deele versierd zijn, en aan étalages, die wijzen op het komende, is het zeker ook de tijd eens na te gaan hoe Middelburg in 1898 de inhuldiging van Ko ningin Wilhelmina heeft gevierd. Voor vele lezeressen en lezers zal dit her inneringen opwekken, maar voor het over- groote deel zal het toch wel geheel nieuw zijn. De commissie die op initiatief van wij zouden haast schrijven natuurlijk de Vereeniging Uit het VolkVoor het Volk in een vergadering was samengesteld om het feest der inhuldiging voor te bereiden, bestond uit de heeren H. P. den Bouw meester, voorzitter; L. K. van der Harst, onder-voorzitter; H.' J. G. Hartman, secre taris; W. A. de Rijcke, tweede secretaris, en D. Hildernisse penningmeester. Eere voorzitters waren de heeren jhr. mr. L. Schorer en mr. G. N. de Stoppelaar. Van al deze heeren is nog alleen de heer Hart man in leven, de anderen zijn reeds gerui- men tijd geleden voor goed heengegaan. De commissie kwam in een in Juni gehou den vergadering met plannen voor een drie- daagsch feest en wel Woensdag 31 Augus tus. Donderdag 1 en Vrijdag 2 September. Op den eersten feestdag werd reeds om half acht op de Markt reveille gehouden. In de morgenuren hadden verder alom kerk diensten plaats, en des middags te 1 uur op het Molenwater parade van het gar nizoen en de toen nog bestaande dienst doende Schutterij met het muziekkorps, thans het Middelburgsch muziekkorps. Het was ook dit korps, dat des avonds een concert op de Markt gaf. Dit was voor de bevolking tevens gelegenheid voor het eerst in oogenschouw nemen van versie ringen en verlichtingen van straten en plei nen en het bewonderen van vele speciale étalages. Donderdag 1 September was er over dag drieërlei feest. Ten eerste een festival, waar aan ook vereenigingen uit België deelna men en waarbij op de Markt de Festival- marsch van den heer Jan Morks onder diens leiding door allen te samen werd uitge voerd. Ten tweede een sportfeest op het Molen water, waaraan ook vele turners en fiet sers van elders deelnamen. Ten derde en zeker niet het minste een bloemencorso, waaraan ook vele met rij wielen auto's waren nog zoo goed als onbekend sportkarren, wagens, enz. hun ne medewerking verleenden. Hierover meldt een verslag: „De stoet was bijzonder mooi, zoo mooi, dat wij geen woorden kunnen vinden om onzen indruk ervan weer te geven". Het avondfeest be stond dien dag behalve weer uit verlichting waarvan toen de electrische op de Markt iets heel bijzonders was en een speciale machine in den Helm den stroom opwekte uit een concert op het Molenwater en een op de Markt. Vrijdags was het ontzettend druk in de stad met het oog op den grooten histori- schen en allegorischen optocht, die uit vier laatste verovering was het lot van het latere Staats-Vlaanderen bezegeld. Door deze gebeurtenis werd ook de persoonlijke band van het Huis van Oranje met dit gebied verstrekt, aangezien de Staten- Generaal de schenking, eertijds aan Prins Willem I gedaan, nu effectief konden ma ken. De goederen van het voormalige klooster te Zande, waaraan ook eenige rechtsmacht verbonden was, werden door den Prins in bezit genomen en zijn tot op heden eigendommen der Oranjes ge bleven. Van deze rechtsmacht maakte o. a. stadhouder Willem III gebruik, toen zijn oud-leermeester Henricus-Bornicus door den magistraat van Hulsterambacht werd gevangen genomen (1675). In het nieuwgebouwde Hof of Huis ter Zande was een afzonderlijke „Prinsenkamer" voor den ontvangst van den Prins inge richt. Zoowel Stadhouder Willem III als stad houder Willem V bezochte Staats-Vlaan deren ter inspectie van miltaire werken resp. in 1673 en 1785. Van particulieren aard waren het bezoek van Prins Maurits aan den bekenden predikant Petrus Hon- dius op diens buiten de Moufeschans bij Hulst en het schenken van glasramen met zijn wapen door Prins Willem 111 aan de kerken van IJzendijke, Biervliet, en Schoondijke; het laatse ter gelegenheid van den opbouw der kerk. Van de in Zeeuwsch-Vlaanderen aan wezige polders zijn o.a. de Oranjepolder, de Prins Willempolder, de Ameliapolder en de Henriuspolder naar leden van het Huis van Oranje genoemd. Ook wijlen Roning Willem III heeft in 1862 Zeeuwsch-Vlaanderen met een bezoek vereerd. Uitvoerig is dit bezoek be schreven in het werkje van mr. J. H. de (Ingez. Med.) deelen bestond en wel „Middelburg in de middeleeuwen"; „De Nederlanden en Mid delburg in den onafhankelijkheidsstrijd"! „Middelburg in den tijd van Willem III" en „De allegorische voorstelling van de aan vaarding der regeering door H.M. Konin gin Wilhelmina". Het verslag er over meldt: „Het was een schouwspel dat, meer dan eenige der an dere feestelijkheden, na jaren nog de her innering levendig zal houden aan de wijze, waarop de hoofdplaats van Zeeland de in huldiging van Koningin Wilhelmina heeft gevierd." Wij, die toen zelf aan den optocht moch ten deelnemen, onderschrijven dit thans nog geheel en hoorden dit dezer dagen ook van anderen, die zich die dagen herinne ren. Het was wel een groote tegenvaller, dat het vuurwerk, dat ook toen aan de Los- kade werd afgestoken, zoo veel minder was dan men dit vroeger gewoon was. Men had een anderen leverancier, een Rotterdam mer, die juist in zijn eigen stad ook een vuurwerk had doen mislukken. Zaterdagsavonds had nog een concert op de Markt plaats. Concert „Euphonia". Het mooie Bellamypark, dat op Zaterdag avond gewoonlijk veel publiek trekt, zag Zaterdagavond j.l. „zwart" van de men- schen. Deze buitengewone drukte gold het Goesche harmoniekorps „Euphonia", dat onder de bekwame leiding van zijn Vlis- singschen directeur, den heer P. de Rooy, een concert gaf op de tent. Het bracht een aantrekkelijk programma op bijzonder ver dienstelijke wijze ten gehoore. Reeds met den openingsmarsch „Le chef du corps" van V. Bury, vestigde het flinke korps uit stekende indrukken, waarna populaire num mers als de tango „Violetta" van O. Klose, arr. P. de Rooy, een potpourri van bekende walsen, arr. A. Winter, en een verzameling van bekende wijsjes „Een vroolijke boel" van W. Ciere, het zeer goed deden. Doch ook de zware nummers, de ouverture „Zam- pa" van F. Hérold en de ouverture „Piqué Dame" van F. von Suppé, bleken de muzi kanten goed te beheerschen. Het hoogte punt van het programma was de uitvoe ring van de militaire episode „Herinnering aan den slag bij Waterloo" van M. J. H. Stoppelaar „Koning Willem III in Zee land" gedenkboek 1863. Vele malen is Zeeuwsch-Vlaanderen door H. M. de Koningin bezocht. De geestdrif tige, hartelijke ontvangst, welke Hare Majesteit daarbij steeds is bereid, is een sprekend bewijs voor de oprechte en in nige gevoelens, welke de bevolking van dit landsdeel voor onze vorsten bezielen. En thans bereidt het Nederlandsche volk in zijn breede lagen zich voor tot een luisterrijke viering van het 40-jarig regee ringsjubileum. Ik ben er van overtuigd, dat ook deze landstreek niet achter zal blijven in het betoonen van medeleven in deze nationale gebeurtenis en dat in de volgende weken ook in Zeeuwsch-Vlaan deren op treffende wijze tot uiting zullen komen, de liefde en toegenegenheid, wel ke men alhier voor onze Landsvrouw koestert, onze Landsvrouwe, die met Haar volk in voor- en tegenspoed zoo medeleeft en Haar persoon, Haar denken, en Haar handelen zoo heeft toegewijd aan het wel zijn Harer onderdanen. Op passende wijze zal men ongetwijfeld ook aan zijne ge voelens uitdrukking kunnen geven door een bezoek aan deze tentoonstelilng, al waar men zijn kennis omtrent de histo rie van deze landstreek en mitsdien ook die van ons vorstenhuis zal kunnen ver rijken. Spr. hoopte ten slotte, dat de tentoon stelling ten volle aan haar doel zal mo gen beantwoorden en dat zij zich in een druk bezoek zal mogen verheugen. Met dezen wensch verklaarde spr. de tentoon stelling voor geopend.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5