Zeeuwsch-Vlaanderen
en Oranje.
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 29 AUGUSTUS 1938. No. 202.
Een kalmeerend betoog.
Défilé van den B.V.L. voor de
Koningin.
MIDDELBURG.
eeringsj ub ileum
Jll.Tn.de Tyimir>gin
^^idgenoolen r
geeft uiting a^jr* uw liefde
voor ons Oranjehuis.
Jgndt een gelufavensch*
teleórom op heb doorvoor
ontworpen formulier*
Deriebto opbrengst Kgmb ten
goede o&njeugdorgonistoiiea
bet TJederldjidsrche Jeugd*
leidersinstituul en deCLc&demfe
voor /ichojoelytp Opvoeding
aiSSINGEN.
Sir John Simon, de Engelsche minister
van financiën, heeft Zaterdag in zijn kies
district Lanark een rede gehouden, welke
het oor heeft gehad van geheel politiek
Europa. Er werd Donderdag en Vrijdag al
bij w\jze van allerlei onderstellingen over
gesproken en geschreven. Zulks in verband
met het feit, dat in de eerste helft der vo
rige week de ministers Chamberlain, Hali
fax en Simon een paar maal met z'n drieën
geconfereerd hadden, hun vacanties onder
brekend. Een Engelsch minister onder
breekt z'n vacantie niet gauw. De (gehei
me) berichten uit Tsjechoslovakije riepen
de heeren ditmaal naar Londen. IVlen zal
zich herinneren, dat er in het midden der
week een nogal nerveuze stemming in de
politieke kringen te Londen merkbaar werd
en dat allerlei geruchten over toenemende
spanning in midden-Europa de ronde deden.
Zelfs vernam men van een démarche der
Duitsche regeering in de groote hoofdste-
den, inhoudende dat, als er binnen zeer af-
zienbaren tijd niet een regeling in Tsjecho
slovakije werd getroffen, zij wel eens ge
noodzaakt zou kunnen zijn, zich metter
daad het lot der Sudeten-Duitschers aan
te trekken. Officieel is dit gerucht te Lon
den en Parijs, zoowel als te Berlijn tegen
gesproken, maar niet op een overtuigende
wijze. Vermoedelijk is er wel degelijk een
boodschap van Berlijn uitgegaan, dan ech
ter met een wat minder deigenden inhoud.
In dezen vorm, dat de Duitsche regeering
met leede oogen de ontwikkeling in Tsje
choslovakije gadeslaat en tot haar spijt niet
weet, wat er kan gebeuren, als de toestand
nog lang zoo bedenkelijk mocht blijven. Het
lijkt ons waarschijnlijk, dat het deze of een
soortgelijke boodschap was, welke de drie
Engelsche ministers naar Londen riep.
Sir John's rede te Lanark kan men dan
dus beschouwen als een antwoord der ge-
heele Engelsche regeering op dien Duit-
schen stap en uit dezen hoofde genoot ze
dan ook zooveel belangstelling. De inhoud
er van komt neer, op wat velen verwacht
ten: hij beteekent een nieuwe voorzichtige
waarschuwing aan het adres van Berlijn.
Sir John herinnerde aan de rede, welke
minister-president Chamberlain op 24 Maart
j.l. in het Lagerhuis hield, en waarin werd
betoogd, dat bij een confüct in midden-
Europa Engeland naar menschelijke bere
kening niet neutraal zou kunnen blijven.
Deze verklaring, aldus zeide Simon, blijft
geldig. M.a.w. Duitschland zij nogmaals ge
zegd, dat het zeer waarschijnlijk Engeland
tegenover zich zou vinden, indien het zou
probeeren, Tsjechoslovakije onder den voet
te loopen.
Verder deed Simon als 't ware een be
roep op alle betrokken partijen en vooral
op Berlijn om met alle kracht naar een
minnelijke oplossing van het Tsjechoslo-
vaaksche probleem te blijven zoeken. „Wij
zijii er van overtuigd, dat een oplossing,
welke allen wettigen belangen recht doet
wedervaren, gevonden kan worden."
Het lijkt ons waarschijnlijk, dat deze rus
tige, maar doelbewuste redevoering althans
voor de eerstvolgende dagen kalmeerend op
de ontwikkeling in Tsjechoslovakije zal
werken. Zij bevat opnieuw een duidelijke
waarschuwing voor Berlijn, doch deze in
termen, welke de Duitschers moeilijk kun
nen prikkelen. In de Duitsche pers heeft
het betoog weliswaar een teleurstellend
onthaal gevonden, maar de commentaren
zijn niet in verontwaardiging en opgewon
denheid gedrenkt. En dat is al heel wat
na al de scherpe aanvallen welke de nat.
socialistische ridders van de pen de vorige
week weer eens op hoog bevel natuur
lijk tegen Tsjechoslovakije moesten on
dernemen.
Simon heeft gelijk: met wederzijdschen
goeden wil moet er een minnelijke oplos
sing van het vraagstuk te vinden zijn. Het
is echter de vraag, of zooveel goede wil
nog kan aarden in een politieke atmosfeer,
zoo bedorven als momenteel in Tsjechoslo
vakije. De animositeit tusschen Tsjechen en
Sudeten-Duitschers schijnt nog met den dag
toe te nemen. Henlein heeft verleden Vrij
dag zelfs zijn aanhangers ontslagen van den
plicht van discipline, waaraan zij tot dus
ver onderworpen waren, en welke luidde,
dat ze, indien ze door politieke tegenstan
ders werden geprovoceerd, niet tot geweld
daden mochten overgaan. Dat mogen ze nu
De Commissaris der Koningin heeft Za
terdag men zie elders in dit nummer
de historische tentoonstelling te Breskens
met de volgende rede geopend:
Ongeveer een half jaar geleden deelde
de burgemeester dezer gemeente mij mede,
dat het in zijn voornemen lag om bij ge
legenheid van het 40-jarig regeeringsjubi-
leum van H. m. de Koningin eene tentoon
stelling in deze gemeente in te richten van
hetgeen betrekking had op het Huis van
Oranje in verband met Zeeuwsch-Vlaande
ren.
Ik heb dat denkbeeld aanstonds zeer toe
gejuicht en ben hem dankbaar thans deze
tentoonstelling te kunnen openen.
Sedert eeuwen bestaan er nauwe en
hechte banden tusschen dit landsdeel en het
Huis van Oranje. De historie van deze
landstreek gedurende de laatste eeuwen
bewijst, dat hare inwoners steeds blijk
hebben gegeven van hunne oprechte toege
negenheid, trouw en aanhankelijkheid je
gens ons Vorstenhuis, terwijl omgekeerd de
leden van dat Huis steeds een groote voor
liefde voor deze landstreek aan den dag
hebben gelegd.
Het schoone en door de natuur rijkbe-
deelde Zeeuwsch-Vlaanderen, het land van
de oude beschaaving, heeft veel strijd ge
voerd, strijd met de wapenen, strijd tegen
de woedende golven, en strijd tegen oeco-
nomische moeilijkheden. Talrijke rampen
en slagen hebben het getroffen en meer-
De B. V. L. heeft Zaterdag de viering van
zijn 20-jarig bestaan (in den Dierentuin te
Haag) luisterrijk besloten met een défilé
voor H. M. de Koningin; zulks voor het pa
leis Huis ten Bosch. Aan het défilé namen
in totaal 3000 landstormers deel.
Reeds lang voor 2 uur werden de ver
schillende afdeelingen op den Leidsche-
straatweg opgesteld. Deze weg was van de
Laan van Nieuw Oost Indië af door de poli
tie afgezet, zoodat de deelnemers
makkelijk de borden met groote nummers,
welke hun plaats aangaven, konden vinden.
Voor het Huis Ten Bosch was het druk
af- en aanrijden van auto's waarin de auto
riteiten gezeten waren, die het défilé zou
den bijwonen.
Om precies drie uur werden de groote
deuren van het bordes geopend en toen
verscheen H. M. de Koningin om de hulde
van de landstormers in ontvangst te nemen.
De Koningin was gekleed in een licht-lila
mantel, waarop een donkere vos, en droeg
een lila hoed met pleureuse. Aan haar lin
kerzijde nam plaats reserve generaal-ma-
jaar H. de Iongh, inspecteur van den land
storm, die Hare Majesteit over de verschil
lende groepen zou inlichten. Ter rechter
zijde van de trappen stonden luitenant-ge
neraal b.d. L. F. Duymaer van Twist, voor
zitter, de heeren J. R. Snoeck Henkemans,
G. A. Ridder van Rappard en reserve-kapi
tein G. F. Boulogne, secretaris van de Na
tionale Landstorm-commissie. Hier hadden
eveneens plaats genomen de ministers H.
van Boeyen, J. J. C. van Djjk en mr. J. A.
de Wilde.
Het défilé van de landstormers duurde
precies 25 minuten. De burgergroepen mar
cheerden op de muziek van het Haagsche
politiemuziekcorps.
Na afloop betuigde H. M. haar tevreden
heid tegenover reserve generaal-majoor De
Iongh, waarna de leden van de Nationale
Landstormcommissie aan de Koningin wer
den voorgesteld.
De secretaris, reserve-kapitein G. F. Bou
logne bood tenslotte aan de Koningin een
bord van DelftsCh blauw aan. Het bord
heeft een diameter van 53 cm en stelt voor
de familiegroep van H. K. H. Prinses Juli
ana, Z. K. H. Prins Bernhard en de jonge
Prinses Beatrix. Het werd in opdracht van
den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm
vervaardigd en bewerkt door den plateel
schilder Schuytenburg. De rand van het
bord is kunstig met bloemmotieven be
werkt. Aan de achterzijde is de volgende
opdracht aangebracht:
„1898—1938.
Ter gelegenheid van het veertigjarig re-
geeringsjubileum van Hare Majesteit Ko
ningin Wilhelmina hoogstderzelve eerbie
dig aangeboden door den Bijzonderen Vrij
willigen Landstorm, met betuiging van
groote dankbaarheid en onverzwakte
trouw".
Hieronder is aangebracht het embleem
van den B.V.L.
Toen de plechtigheid was afgeloopen
hief de commissaris der Koningin in de pro
vincie Zuid-Holland, jhr. mr. dr. H. A. van
Karnebeek, „leve de Koningin" aan, waar
mede alle aanwezigen luide instemden.
Oogenblikkelijk na afloop van het défilé
reden vele militairen en oud-militairen
voor, die dragers zijn van de militaire Wil
lemsorde. Zij werden door H. M. de Konin
gin in het Huis ten Bosch ontvangen. Ook
hier schitterden de uniformen der hooge of
ficieren en de drukte nam toe, omdat de
dus wel. Men voelt, hoe een dergelijke oeka-
se heel gemakkelijk weer gevaarlijke bot
singen in het leven zal kunnen roepen. Jam
mer genoeg, hebben de Tjechen, althans
sommige Tsjechen (blijkbaar opvliegend
van aard) zich inderdaad aan provocaties
overgegeven, al plegen de Duitsche berich
ten daarover nogal overdreven te zijn. Wat
het sarren en zoo aangaat, geven de par
tijen mekaar niet veel toe. En zulks is
ook het belangrijkste niet. Dat er zooveel
evidente lust tot sarren bestaat, dat moet
het bedroevende heeten. Want hoe kunnen
twee volkeren ooit vredig in één staatsver
band samenleven, indien ze mekaar klaar
blijkelijk haten?
dere malen werd het met totalen onder
gang bedreigd. De energieke bewoners van
dit landsdeel hebben zich echter nimmer
laten ontmoedigen met het hoofd omhoog
en het oog naar boven hebben zij volhard
in hun vaak zoo moeitevollen strijd en ar
beid, daarbij vertrouwen stelden in het
Nederlandsch Staatsgezag, vertrouwen in
het Huis van Oranje, dat onder God's lei
ding van zoo groote beteekenis en van on
schatbaar heil voor heel ons Vaderland is
geweest en dat zeker niet het minst gedu
rende het 40-jarig beleid van H. M. onze
geliefde Koningin. Hier in Zeeuwsch-Vlaan
deren bestaat dan ook als het ware schier
heilige vereering voor Haar, die bij de gra
tie Gods gedurende een zeer langdurig
tijdsbestek ons land en volk tot een groo-
ten zegen is geweest.
In het kort moge ik thans eenige gre
pen doen uit de historie van Zeeuwsch-
Vlaanderen in vorige eeuwen, voorzoover
daarbij vorsten uit 't Huis van Oranje be
trokken zijn geweest.
Zeeuwsch-Vlaanderen, eerst door den vre
de van Munster in 1648 officieel Neder
landsch gebied geworden, was reeds voor
dien tijd onder veel wisseling van krijgs
kans en van uiterlijk aanzien voor de Ne-
derlandsche zaak gewonnen. Gelijk elders
had ook hier „Oranje" zijn groot en be
langrijk deel in wording en groei ge
had.
Prins Willem I, als leider van den wor
denden staat erkend, regelde zoowel mili-
taier als burgerlijke aangelegenheden. Zoo
ontving bijv. Terneuzen van hem een privi
lege, waarbij het o.a. een afzonderlijk be
stuur en het houden van een weekmarkt
werden toegestaan (1584). Omgekeerd
werd hij voor het aanzienlijk verlies zijner
politie de afzettingen thans had vrijgegeven.
Het plein voor het paleis stroomde vol en
velen bleven nog lang staan in de hoop,
dat H. M. zich nog even naar buiten zou be
geven. Dit gebeurde echter niet.
DE GEMEENTEVLAGGEN BIJ DE
NEDERLANDSCHE JEUGDHULDE.
Zooals bekend is gemaakt, worden op den
avond van den zesden September door de
Nederlandsche jeugd bij de hulde aan H. M.
de Koningin op den Dam te Amsterdam
meegebracht gemeentevlaggen, uit alle ge
meenten van het land.
Voorzoover deze niet reeds bestonden,
zijn zij voor deze gelegenheid vervaardigd
op de volgende wijze:
In den linkerbovenhoek bevindt zich het
gemeentewapen. Het overige deel van de
vlag is vervaardigd in de provinciale kleu
ren, die als volgt zijn aangebracht:
Noord-Brabant: roode en witte blokken;
Friesland: diagonale banen, in wit en
blauw, met roode „plompen" in de witte
banen; overige provinciën als volgt: hori
zontale banen van boven naar beneden ge
nomen, Drente: geel, wit, rood, blauw;
Gelderland: geel, blauw; Groningen: rood,
wit, groen, wit, blauw; Noord-Holland:
rood, geel, blauw; Limburg: rood, wit,
zwart, geel, blauw; Overijssel, rood, geel,
blauw; Utrecht: rood, wit, geel; Zee
land: geel, rood, blauw,
wit; Zuid-Holland: rood, geel.
BEKENDMAKING VAN
REGEERINGSMAATREGELEN.
Het Tweede Kamerlid de heer Weitkamp
heeft aan den minister van economische
zaken de volgende vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat on
langs tal van landbouwers de dupe zijn
geworden van het feit, dat de jongste re-
geeringsmaatregelen tot steun aan de
varkenshouderij, eerder ter kennis van
den handel dan van de boeren kwamen,
wijl het meerendeel der laatsten uiter
aard geen dagblad leest?
2. Zoo ja, is dan de minister bereid te
bevorderen, dat het bericht van dergelijke
besluiten, vóór deze in de groote bladen
worden bekend gemaakt, eerst per radio
door het ANP worden omgeroepen?
Tusschen locomotief en mijnwagen
bekneld geraakt en overleden.
Gistermiddag is in de ondergrondsche
werken van den staatsmijn Maurits te
Lutterade de 46-jarige locomotief-machi
nist A. A. Zonneveld te Horn, tusschen
een locomotief en een mijnwagen be
kneld geraakt. De man bekwam dusdanige
verwondingen, dat hij enkele uren later
overleed. Het slachtoffer was gehuwd en
vader van vier kinderen.
Bij het laden van een stoomtreiler
te water geraakt en verdronken.
Gistermiddag is de 39-jarige losser
Post bij het laden van een stoomtreiler
in de Visschershaven te IJmuiden in het
water gevallen en vedronken. De man
laat een vrouw en twee kinueren achter,
een van zeven jaar en een twee dagen oud
kind, dat hij juist gistermorgen had aan
gegeven.
MILITAIRE PATROUILLE
AANGEREDEN.
Zaterdagnacht omstreeks twe uur werd
op de Alkemadelaan te Den Haag bij den
ingang van de Alexanderkazerne een mili
taire patrouille, welke de wacht ging af
lossen, van achteren aangereden door een
personenauto, welke na de aanrijding door
reed. Twee militairen werden bij deze aan
rijding gewond.
De miliciens A. S. B. en C. B., beiden 20
jaar oud, kregen verwondingen aan het
voorhoofd en kneuzingen aan de beenen.
Beiden werden naar het militair hospitaal
vervoerd. De politie stelt een onderzoek in
naar de auto, welke de aanrijding heeft ver
oorzaakt.
DOODENDAGBOEK VAN HET VERKEER
Delft: 1 doode.
Zaterdagochtend is op den Nieuwen Rijks
weg te Delft een 14-jarige jongen uit Rot
terdam boven op een met raamlijsten gela
den vrachtauto geklommen. Hij werd daar
van afgeslagen, toen de auto onder het
viaduct bij de Brasserskade doorging. De
jongen kwam zoo ongelukkig op het weg
dek terecht, dat hij vrijwel op slag dood
was.
goederen elders schadeloos gesteld door de
Generale Staten met o.a. bezittingen der
Abdij van Duinen en andere goederen,
grootendeels in dit gebied gelegen.
Prins Maurits heeft herhaalde malen in
Zeeuwsch-Vlaanderen blijk gegeven van
zijne veldheerstalenten en de militaire be
hoeften in die jaren hadden voor deze
landstreek groote gevolgen. In aansluiting
aan den bouw van forten en verdedigings
werken werd omliggend land herwonnen
en versterkt, anderzijds werd ook zooals
na de verovering van Aksel in 1586 ter
verdere verdediging, een deel van het om
ringende gebied prijsgegeven.
De meest bekende veldtocht van Prins
Maurits in deze streken is die van 1604,
oorspronkelijk ingezet ter ontzetting van
Oostende, waarbij hij achtereenvolgens
Coxyde, het fort St. Philips, IJzendijke,
Aardenburg en Sluis veroverden.
De indruk, die deze gebeurtenissen op
den tijdgenoot maakten, blijkt o.a. uit de
overlevering, welke nog steeds onder Wa
terlandkerkje, „de plek waar de Prins in
't land kwam" en het huis waar hij heeft
overnacht (bjj ter Hofstede) weet aan te
wijzen. Ook blijkt zulks uit het feit dat
hieraan een nieuw „Victorialied" igewijd
werd, aanvangende met „Verblijdt U nu al
in 't Nederlandt".
Als bijzonderheid kan nog worden ver
meld dat in dit leger wegens het groote be
lang der o derneming, vergezeld door af
gevaardigden der Staten-Generaal en van
den Raad van State, vijf Graven van Nas
sau dienden.
Frederik Hendrik veroverde in het toen
reeds door her dij king aanzienlijk vergroo-
te gebied o.a. Filippine (1633), Sas-van-
Gent (1644) en Hulst (1645). Met deze
De P. T. T.-diensten op Koninginnedag.
Op 31 Augustus a.s. zullen de P. T. T.-
diensten als volgt geregeld zijn:
Telegraaf- en Telefoondienst ongewijzigd.
Postdienst: Het kantoor is geopend tot
's morgens 10 uur. Niet behandèld wor
den: postwissels (behalve telegrafische),
postbewijzen, quitanties, belastingbeta
lingen en pasmunt. Voor den postchèque-
en girodienst is het kantoor geopend alléén
voor alle spoedstukken en uitbetalingen op
reiSpostchèqueboekjes'. Quitantie-invorde-
ring vindt niet plaats. Alleen de eerste
brieven- en pakketten-bestelling wordt uit
gevoerd.
Na 8 h 45 's morgens vindt dien dag geen
verzending of ontvangst meer plaats, de
bij-brievenbussen worden gelicht tusschen
7, 8,17, 18 en 22—22.45.
Op den Nationalen feestdag.
Op 6 September a.s. zal het kantoor voor
den telegraafdienst geopend zijn van 810
en 1314, voor den telefoondienst als op
Zondag. Voor den postdienst geldt dien dag
dezelfde regeling als op 31 Augustus.
DE KOMENDE FEESTEN EN DIE VAN
1898.
Nu men de feestdagen ter eere van
het 40-jarig regeeringsjubileum der Konin
gin met rasse schreden ziet naderen, en
door verschillende zaken er aan wordt her
innerd, waarbij wij denken aan straten, die
reeds geheel of ten deele versierd zijn, en
aan étalages, die wijzen op het komende,
is het zeker ook de tijd eens na te gaan hoe
Middelburg in 1898 de inhuldiging van Ko
ningin Wilhelmina heeft gevierd.
Voor vele lezeressen en lezers zal dit her
inneringen opwekken, maar voor het over-
groote deel zal het toch wel geheel nieuw
zijn. De commissie die op initiatief van
wij zouden haast schrijven natuurlijk de
Vereeniging Uit het VolkVoor het Volk
in een vergadering was samengesteld om
het feest der inhuldiging voor te bereiden,
bestond uit de heeren H. P. den Bouw
meester, voorzitter; L. K. van der Harst,
onder-voorzitter; H.' J. G. Hartman, secre
taris; W. A. de Rijcke, tweede secretaris,
en D. Hildernisse penningmeester. Eere
voorzitters waren de heeren jhr. mr. L.
Schorer en mr. G. N. de Stoppelaar. Van
al deze heeren is nog alleen de heer Hart
man in leven, de anderen zijn reeds gerui-
men tijd geleden voor goed heengegaan.
De commissie kwam in een in Juni gehou
den vergadering met plannen voor een drie-
daagsch feest en wel Woensdag 31 Augus
tus. Donderdag 1 en Vrijdag 2 September.
Op den eersten feestdag werd reeds om
half acht op de Markt reveille gehouden.
In de morgenuren hadden verder alom kerk
diensten plaats, en des middags te 1 uur
op het Molenwater parade van het gar
nizoen en de toen nog bestaande dienst
doende Schutterij met het muziekkorps,
thans het Middelburgsch muziekkorps.
Het was ook dit korps, dat des avonds
een concert op de Markt gaf. Dit was voor
de bevolking tevens gelegenheid voor het
eerst in oogenschouw nemen van versie
ringen en verlichtingen van straten en plei
nen en het bewonderen van vele speciale
étalages.
Donderdag 1 September was er over dag
drieërlei feest. Ten eerste een festival, waar
aan ook vereenigingen uit België deelna
men en waarbij op de Markt de Festival-
marsch van den heer Jan Morks onder diens
leiding door allen te samen werd uitge
voerd.
Ten tweede een sportfeest op het Molen
water, waaraan ook vele turners en fiet
sers van elders deelnamen.
Ten derde en zeker niet het minste een
bloemencorso, waaraan ook vele met rij
wielen auto's waren nog zoo goed als
onbekend sportkarren, wagens, enz. hun
ne medewerking verleenden.
Hierover meldt een verslag: „De stoet
was bijzonder mooi, zoo mooi, dat wij geen
woorden kunnen vinden om onzen indruk
ervan weer te geven". Het avondfeest be
stond dien dag behalve weer uit verlichting
waarvan toen de electrische op de Markt
iets heel bijzonders was en een speciale
machine in den Helm den stroom opwekte
uit een concert op het Molenwater en
een op de Markt.
Vrijdags was het ontzettend druk in de
stad met het oog op den grooten histori-
schen en allegorischen optocht, die uit vier
laatste verovering was het lot van het
latere Staats-Vlaanderen bezegeld. Door
deze gebeurtenis werd ook de persoonlijke
band van het Huis van Oranje met dit
gebied verstrekt, aangezien de Staten-
Generaal de schenking, eertijds aan Prins
Willem I gedaan, nu effectief konden ma
ken. De goederen van het voormalige
klooster te Zande, waaraan ook eenige
rechtsmacht verbonden was, werden door
den Prins in bezit genomen en zijn tot
op heden eigendommen der Oranjes ge
bleven. Van deze rechtsmacht maakte o.
a. stadhouder Willem III gebruik, toen
zijn oud-leermeester Henricus-Bornicus
door den magistraat van Hulsterambacht
werd gevangen genomen (1675). In het
nieuwgebouwde Hof of Huis ter Zande
was een afzonderlijke „Prinsenkamer"
voor den ontvangst van den Prins inge
richt.
Zoowel Stadhouder Willem III als stad
houder Willem V bezochte Staats-Vlaan
deren ter inspectie van miltaire werken
resp. in 1673 en 1785. Van particulieren
aard waren het bezoek van Prins Maurits
aan den bekenden predikant Petrus Hon-
dius op diens buiten de Moufeschans bij
Hulst en het schenken van glasramen
met zijn wapen door Prins Willem 111
aan de kerken van IJzendijke, Biervliet,
en Schoondijke; het laatse ter gelegenheid
van den opbouw der kerk.
Van de in Zeeuwsch-Vlaanderen aan
wezige polders zijn o.a. de Oranjepolder,
de Prins Willempolder, de Ameliapolder
en de Henriuspolder naar leden van het
Huis van Oranje genoemd.
Ook wijlen Roning Willem III heeft
in 1862 Zeeuwsch-Vlaanderen met een
bezoek vereerd. Uitvoerig is dit bezoek be
schreven in het werkje van mr. J. H. de
(Ingez. Med.)
deelen bestond en wel „Middelburg in de
middeleeuwen"; „De Nederlanden en Mid
delburg in den onafhankelijkheidsstrijd"!
„Middelburg in den tijd van Willem III"
en „De allegorische voorstelling van de aan
vaarding der regeering door H.M. Konin
gin Wilhelmina".
Het verslag er over meldt: „Het was een
schouwspel dat, meer dan eenige der an
dere feestelijkheden, na jaren nog de her
innering levendig zal houden aan de wijze,
waarop de hoofdplaats van Zeeland de in
huldiging van Koningin Wilhelmina heeft
gevierd."
Wij, die toen zelf aan den optocht moch
ten deelnemen, onderschrijven dit thans
nog geheel en hoorden dit dezer dagen ook
van anderen, die zich die dagen herinne
ren.
Het was wel een groote tegenvaller, dat
het vuurwerk, dat ook toen aan de Los-
kade werd afgestoken, zoo veel minder was
dan men dit vroeger gewoon was. Men had
een anderen leverancier, een Rotterdam
mer, die juist in zijn eigen stad ook een
vuurwerk had doen mislukken.
Zaterdagsavonds had nog een concert op
de Markt plaats.
Concert „Euphonia".
Het mooie Bellamypark, dat op Zaterdag
avond gewoonlijk veel publiek trekt, zag
Zaterdagavond j.l. „zwart" van de men-
schen. Deze buitengewone drukte gold het
Goesche harmoniekorps „Euphonia", dat
onder de bekwame leiding van zijn Vlis-
singschen directeur, den heer P. de Rooy,
een concert gaf op de tent. Het bracht een
aantrekkelijk programma op bijzonder ver
dienstelijke wijze ten gehoore. Reeds met
den openingsmarsch „Le chef du corps"
van V. Bury, vestigde het flinke korps uit
stekende indrukken, waarna populaire num
mers als de tango „Violetta" van O. Klose,
arr. P. de Rooy, een potpourri van bekende
walsen, arr. A. Winter, en een verzameling
van bekende wijsjes „Een vroolijke boel"
van W. Ciere, het zeer goed deden. Doch
ook de zware nummers, de ouverture „Zam-
pa" van F. Hérold en de ouverture „Piqué
Dame" van F. von Suppé, bleken de muzi
kanten goed te beheerschen. Het hoogte
punt van het programma was de uitvoe
ring van de militaire episode „Herinnering
aan den slag bij Waterloo" van M. J. H.
Stoppelaar „Koning Willem III in Zee
land" gedenkboek 1863.
Vele malen is Zeeuwsch-Vlaanderen door
H. M. de Koningin bezocht. De geestdrif
tige, hartelijke ontvangst, welke Hare
Majesteit daarbij steeds is bereid, is een
sprekend bewijs voor de oprechte en in
nige gevoelens, welke de bevolking van
dit landsdeel voor onze vorsten bezielen.
En thans bereidt het Nederlandsche volk
in zijn breede lagen zich voor tot een
luisterrijke viering van het 40-jarig regee
ringsjubileum. Ik ben er van overtuigd,
dat ook deze landstreek niet achter zal
blijven in het betoonen van medeleven in
deze nationale gebeurtenis en dat in de
volgende weken ook in Zeeuwsch-Vlaan
deren op treffende wijze tot uiting zullen
komen, de liefde en toegenegenheid, wel
ke men alhier voor onze Landsvrouw
koestert, onze Landsvrouwe, die met Haar
volk in voor- en tegenspoed zoo medeleeft
en Haar persoon, Haar denken, en Haar
handelen zoo heeft toegewijd aan het wel
zijn Harer onderdanen. Op passende wijze
zal men ongetwijfeld ook aan zijne ge
voelens uitdrukking kunnen geven door
een bezoek aan deze tentoonstelilng, al
waar men zijn kennis omtrent de histo
rie van deze landstreek en mitsdien ook
die van ons vorstenhuis zal kunnen ver
rijken.
Spr. hoopte ten slotte, dat de tentoon
stelling ten volle aan haar doel zal mo
gen beantwoorden en dat zij zich in een
druk bezoek zal mogen verheugen. Met
dezen wensch verklaarde spr. de tentoon
stelling voor geopend.