TRIUMPH
ROOK
'N TRIOMF
IN SMAAK
KWALITEIT
EN PRIJS!
KRONIEK van den DAG.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1938. No. 201.
IN GEHEIMEN DIENST.
Lichte opleving in den
beurshandel.
Zeeland op 6 September naar
Amsterdam.
Duitschland en Hongarije.
Duitschland heeft deze week den Kon-
gaarschen rijksbestuurder Hortïy offici
eel op bezoek gehad. Er is hem veel eer be
wezen en er werd veel luister voor zijn
plezier ten toon gespreid, vooral militaire
luister. Horthy was admiraal van de ma
rine der vroegere Donau-monarchie. In
verband daarmee bracht men hem naar
Kiel, Duitschland's grootste oorlogshaven,
waar hem van de kracht der' huidige Duit-
sche vloot een beeld werd gegeven. Hor
thy moet het zeer indrukwekkend gevon
den hebben.
Er was natuurlijk ook een banket door
den Führer aangeboden. Daarbij werden
als reeds gemeld, redevoeringen gehou
den, met als hoofdthema de Duitsch-Hon-
gaarsche vriendschap. Hitier herinnerde
aan de eeuwenlange betrekkingen, die
tusschen beide landen hebben bestaan en
verklaarde, dat deze „hechte ,op onwrik
baar vertrouwen berustende" gemeen
schap vooral thans, nadat de twee staten
„als buren hun definitieve grenzen" heb
ben gevonden, van bizondere waarde zal
zijn. Hierdoor worden, naar zijn opvat
ting, niet alleen Duitschland's en Honga-
rije's belangen gediend maar wordt ook,
in nauwe samenwerking met het bevrien
de Italië, een onderpand gevormd voor
een waardigen en rechtvaardigen algemee-
nen vrede. Op welke toespraak Horthy
antwoordde met van zijn kant eveneens
het verleden te memoreeren, speciaal de
trouwe kameraadschap tijdens den we
reldoorlog, terwijl hij voor heden en toe
komst vvees op den gemeenschappelijken
wil tot een billijken vrede en op de bei-
derzijdsehe vriendschap met Italië. In den
gezamenlijken wensch tot vreedzamen op
bouw zag hij den besten waarborg voor
aller streven naar een op rechtvaardigheid
gegrondvesten vrede, ten bate van de drie
genoemde landen, maar tevens van de
rest der wereld.
Ach, als de vrede voor woorden te koop
was. Maar zou Horthy zich niet een
oogenblikje, een seconde, een halve se
conde,, geprikkeld hebben ^gevoeld dooi'
de hierboven vet gedrukte woorden van
den Führer? Deze sloegen zonder twijfel
op het vruchtbare Burgenland, een stuk
je Hongaarsch grondgebied, dat aan Oos
tenrijk werd toegewezen en nu dus tot
het Duitsche Rijk behoort. De uitdrukking
„definitieve grenzen" be-
teekende zooveel als: Hongarije hoeft zich
geen illusies te maken, dat het ooit het
Burgenland terugkrijgt. Vermoedelijk zal
Horthy aan die mogelijkheid al geruimen
tijd geen beteekenis meer hebben gehecht
(heeft de Führer voorloopig althans
Zuid-Tirol niet afgeschreven terwille van
de vriendschap met Italië?), maar dat
neemt niet weg, dat Hitiers nadrukkelij
ke woorden een beetje onaangenaam klon
ken temidden van al de verheerlijking
der Duitsch-Hongaarsche vriendschap.
Die vriendschap bestaat overigens wel
degelijk. Zooals wij een paar dagen gele
den op deze plaats uiteenzetten, hebben
de beide landen teveel gemeenschappelijke
belangen en bedoelingen dan dat zij niet
naar elkaar toegedreven zouden worden.
En het bezoek van Horthy aan het Der
de Rijk is daarom wel iets meer geweest
dan een onbelangrijke demonstratie. Als
men hierbij maar in het oog houdt, dat
zich in Hongarije ook nog altijd een vrij
levendig wantrouwen jegens Duitschland
laat gelden, een wantrouwen, dat voor
loopig sterk genoeg is, om te beletten, dat
Hongarije volkomen in het Duitsch-Itali-
aansche bondgenootschap opgaat. De hui
dige regeering te Boedapest zet zich schrap
tegen een al te eenzijdige oriëntatie. Het
te Berlijn bestaande streven, om de ban
den met Boedapest nog nauwer aan te
halen, zal bij1 haar een omzichtige behan
deling vinden, op behoud van de noodige
bewegingsvrijheid gericht. Na de althans
grootendeels reeds geslaagde besprekin
gen met de Kleine Entente, beschikt zij
in het politieke spel over een nieuwe ge
wichtige troef.
Toonde de Hongaarsche regeering juist
tijdens Horthy's reis door het Derde Rijk
trouwens niet duidelijk, dat zij baas in
eigen huis wenscht te blijven en geen
Historische Avonturenroman.
Door G. P. BAKKER.
70).
had zijn stelling goed gekozen, want
de Zuid-Westelijke wind dreef den Zweden
het stof van de droge vlakte en den kruit
damp in het gezicht. Plotseling klonk het
bevel van Gustaaf Adolf: „Zwenken". En
het Zweedsche leger voldeed nauwkeurig
aan dit commando, onder het moorddadig
vuur van Tilly, die echter deze frontver
andering door het zware rookgordijn niet
dadelijk bemerkte.
Pappenheim vloog woest op de Zweden
af en trachtte ze aan de rechterzijde te
overvleugelen. Bijna zou het hem gelukt
zijn. Een vreeselijke strijd ontstond, maar
Banner maakte met groote koelbloedigheid
een snelle onverwachtsche beweging en
vormde een nieuw front in een rechten
hoek met het Zweedsche leger. Tilly daal
de van zijn heuvel af', waagde een poging
den linkervleugel der Zweden aan te val
len, maar moest door het felle Zweedsche
artillerievuur naar zijn linies terugkeeren,
daar zijn kanonnen op den heuvel zwegen
om de eigen infanterie niet weg te maaien.
Inmiddels deed Egon van Fürstenberg
aan den anderen kant van. het slagveld
een aanval op de Saksische troepen met
zijn Italianen, keizerlijke Tüterij en de
Kroaten, allen mannen, gehard in vëïè oor
logen.
Na slechts korten tegenstand gelukte 't
hem de Saksers te overvleugelen. Wel
voet zal geven aan stroomingen, die, on
der den invloed van buitenlandsche agi
tatie, het gezag trachten te ondermijnen?
Zoowel de arrestatie van bij stakingsac
ties betrokken nationaal-socialisten, ais de
veroordeeling van den nazi-leider Szalas-
sy tot een langdurige gevangenisstraf be
wijzen den wil der hu'dige overheid tot
handhaving van naar prestige. Dit neemt
niet weg, dat het kabine ;-Imredy wel be
paalde instellingen van de bevriende dic-
tatuur-staten denkt over te nemen of al
thans bij Hongaarsche toestanden aan ie
passen. De onderstaatssecretaris van pro
paganda, Antal, doet thans in Duitschland
en Italië een studiereis alvorens met de
oprichting van een propagandabureau te
beginnen. Op het rc-geeringsprogram prijkt
de invoering van een corporatief stelsel,
de organisatie van een soort Hongaar
sche „Dopolavoro" en zoo al meer. Op die
manier gaat men geleidelijk den autori-
tairen kant uit, maar de regeering be
houdt zich volledige vrijheid voor, om de
daarvoor vereischte maatregelen en het
rhythme van toepassing te bepalen. Als
het haar daarbij nu ook maar gelukt, het
gematigde bewind duurzaam te maken.
Want zooals een paar dagen geleden
gezegd het groote gevaar ten aanzien
van Hongarije schuilt o.i. hierin, dat de
nazi's er op een gegeven oogenblik baas
zouden kunnen worden en hun land dan
geheel en al aan den Duitschen leiband
zouden binden.
Finantieel economisch
weekoverzicht.
Ned. Indië's beteekenis als grond-
stoffenproducent. Verder
prijsherstel voor rubber. De
H.V.A. blijft paraat.
De vacantie-tijd, die meestal een inkrim
ping van zaken voor den fondsenhandel
met zich meebrengt, heeft zich ditmaal ter
beurze wel bijzonder sterk doen gevoelen.
In de eerste drie weken van Augustus wa
ren de omzetten tot een minimum inge
krompen, en ook in de afgeloopen week
scheen het aanvankelijk in hetzelfde tempo
te zullen voortgaan. Alle belangrijke beurs-
centra maakten melding van gebrek aan
kooplust van het publiek en van voortdu
rende terughouding van den kant van den
beroepshandel, die de toekomst zoowel op
politiek als op economisch gebied te onze
ker achtte, om zijn engagementen uit te
breiden.
Tegen het midden der week begon de
handel echter teekenen van opleving te
vertoonen. Het sein voor de verbetering
werd ook ditmaal door New York gegeven,
dat in de laatste maanden meer dan ooit
den toon aangeeft voqr den gang van zaken
op de internationale beurzen, en welks in
vloed slechts zoo nu en dan tijdelijk wordt
overschaduwd door de politieke ontwikke
ling in Europa. Nu zich op politiek gebied
geen nieuwe storende factoren voordeden
waren de fondsenmarkten aan deze zijde
van den Oceaan gemakkelijker bereid, de
leiding van Wallstreet te volgen, te meer
omdat ook de onrust op de valuta-markt,
die de laatste weken de terughouding ter
beurze in de hand had gewerkt, aanmerke
lijk is geluwd.
De Amsterdamsche beurs heeft zich
slechts in zooverre bij de opleving in Wall
street aangesloten, dat de grondstemming
ook hier gunstiger is geworden, zonder dat
het echter tot belangrijke koerswinsten of
tot een uitbreid) ng van zaken kwam. De
belangstelling richtte zich, behalve tot
Amerikaansche shares, voornamelijk tot de
aandeelen van Indische cultuurondernemin
gen, die in de eerste plaats profiteeren van
de reeds ingetreden en de nog verwachte
verbetering op de productiemarkten.
Men geeft zich niet altijd rekening van
de belangrijke rol, die Ned. Indië als pro
ducent van verschillende grondstoffen op
de wereldmarkt vervult. Het jongste kwar
taalsoverzicht van de Rotterdamsche Bank-
vereeniging gaf hierover de volgende in-
waren ze keurig gekleed en van goede wa
penen voorzien, doch de meerendeels pas
geworven recruten waren niet opgewassen
tegen de oude veteranen. Ze gingen er van
door, kanonnen en alles in den steek la
tende. Tevergeefs trachtte de keurvorst
zijn manschappen tegen te houden. Er
bleef hem niets anders over dan mee te
vluchten. Slechts de regimenten van Van
Arnheim en Bindtauf hielden moedig stand,
maar toen Bindtauf sneuvelde, werd de
vlucht algemeen. Het werd een sauve qui
peut en de keurvorst kwam eerst tot staan
in het stadje Eilenburg, gelegen op een
eilandje in de Mulde, twee uren van Leip
zig verwijderd.
Maar de mannen van Fürstenberg en de
Kroaten gingen achter hen aan. Ze lieten
veldslag veldslag en bleven de Saksers ver
volgen. Ze stieten op de bagage van de Sak
sers en Zweden en begonnen te plunderen.
Ze hadden de zege behaald en dachten nog
slechts aan den buit. Tilly, die 't geheele
Saksische leger in wanorde zag verdwijnen,
slaakte een zucht van verlichting. De over
winning was bevochten en hij zond koeriers
naar Weenen en München met het heuge
lijke bericht.
HOOFDSTUK XXXXI.
Weer deed Pappenheim een aanval op
den Zweedschen rechtervleugel. Weer
stormden zijn kurassiers op de dappere
mannen van generaal Banner in en hetge
lukte den ouden ijzeren veteranen de ge
lederen tot wijken te brengen. De Zweden
streden met den moed der wanhoop, maar
teressante cijfers. Het aandeel, dat de be
langrijkste Nederlandsch-Indisehe produ
centen in den wereldhandel of in de wereld
productie der betreffende artikelen hebben,
bedraagt bij peper 92 bij kinine 90
bij kapok 77 bij rubber 36 bij cocos-
palmproducten 27 bij agava-producten
22 bij thee 18% en bij oliepalmproduc-
ten 17 Al deze cijfers hebben betrekking
op het jaar 1936. Terwijl het aandeel der
meeste producten in den loop der laatste
tien jaren slechts betrekkelijk weinig ver
anderde, steeg dat der oliepalmproducten
van 1% in 1925 tot 17 in 1936.
Nu dient men wel in het oog te houden,
dat al deze producten niet voortgebracht
worden op de plantages der meerendeels
met buitenlandsch kapitaal werkende on
dernemingen, doch dat een zeer groot per
centage, soms zelfs de geheele productie
van het betreffende artikel, door de bevol
kingscultures wordt geleverd. De produ
centen dezer cultures namen in 1936 50%
van de totaal uifgevoerde landbouwproduc
ten voor hun rekening, tegen 27 in 1927;
het aandeel in de waarde van den uitvoer
bedroeg 37 tegen 31 in 1927. In het
jaar 1936 leverde de bevolking 100 van
de uitgevoerde peper, 95 van den uit
voer van cocospalmprodueten, 90 van
den uitvoer van kapok, 78 van den uit
voer van muskaatnoten, 77 van den kof-
fieuitvoer, 66 van den tabaksuitvoer, 66
van den export van etherische oliën, 50
van den rubberuitvoer, 20 van den
cacao-uitvoer en 18 van den theeuitvoer.
Alleen aan de suikerproductie.heeft de be
volking bijna geen deel. Het aandeel van de
Java-suikerproductie in de wereld-suiker
productie is van 11 in 1929 teruggeloo-
pen tot slechts 2 in 1936.
Nederland heeft in Indië ongeveer een
bedrag van 4.1 milliard belegd, waarvan
3 mlllioen in diverse ondernemingen en
1.1 millioen in leeningen van publiek
rechtelijke lichamen. Deze investeering
komt neer op ongeveer twee derden van de
totale buitenlandsche belegging van Neder
land, indien men in dit verband van „bui
tenlandsch" wil spreken. Het economische
belang van Nederland bij den gang van za
ken in Ned.-Indië gaat echter belangrijk uit
boven de beteekenis van het geïnvesteerde
bedrag. Men denke slechts aan den invloed
der ontwikkeling van de bevolkingscultu
res op de koopkracht der inlanders en daar
mede op den afzet van Nederlandsche goe
deren. (Twentsche „katoentjes" enz.!), aan
de bestellingen der groote cultuuronderne
mingen voor fabrieksinstallaties, machine
rieën etc., aan het vrachtvervoer en het
passagiersverkeer voor de scheepvaarton
dernemingen en de scheepbouworders van
deze laatste.
Wanneer men dit alles in het oog houdt,
dan begrijpt men eerst ten volle waarom de
economische ontwikkeling in onzen Oost in
zoo'n sterke mate haar stempel drukt op
de conjunctuur hier te lande. Tengevolge
van de prijsdaling van de voornaamste Ned.
Indische producten heeft de economische
toestand in Ned. Indië het laatste jaar veel
te wenschen overgelaten. De verbetering,
die inmiddels op verschillende producten-
markten is ingetreden, stemt echter hoopvol
ten aanzien van den gang van zaken in den
eerstkomenden tijd, al hebben nog lang niet
alle prijzen een niveau bereikt, waarop de
voortbrenging weder rendeerend is gewor
den.
Het artikel rubber heeft zijn tijdelijk on
derbroken prijsherstel in de afgeloopen
week kunnen voortzetten en is weder boven
de 8 d. per lb. gekomen, op welk peil de
Ned. Indische producenten, zelfs bij het te
genwoordige restrictie-percentage, weer
met winst kunnen werken. In rubberkrin
gen verwacht men niet, dat het Internati
onale Rubbercomité de uitvoer-quota reeds
voor het laatste kwartaal van dit jaar zal
vergrooten. Wel wordt op grond van den
gunstigeren gang van zaken in de auto
mobielindustrie rekening gehouden met
een uitbreiding van het rubberverbruik in
de Ver. Staten, maar men meent, dat bij
handhaving van het huidige restrictie-per
centage van 55 de voorraden aan het
eind van het jaar toch nog aan den hoogen
kant zouden Blijven.
De vaste stemming voor rubber heeft tot
als een wig van staal spleten de Pappen
heimers de gelederen der Zweedsche rui
ters.
„Ze naderen het vaandel", schreeuwde
Edzke tegen Melchior. „Het gaat er span
nen. Ik zou er bij willen zijn".
Saxon kwam aangerend.
„Melchior", riep hij. „Vlieg als de duivel
de Zweedsche ruiters te hulp. Wij kunnen
het hier wel af".
„Voorwaarts", brulde de majoor en met
den man van Werben en Edzke in de voor
hoede, renden ze naar het bedreigde punt.
De Zweedsche vaandrig, door vijanden
omringd, zijn vaandel in de linkerhand
sloeg verwoed om zich heen. „God zij met
ons", brulde hij en met eiken slag stelde
hij een vijand buiten gevecht. Rond om hem
heen bliksemde zijn zwaard. Toen hieuw
een zware sabel hem den linker onderarm
af. „God met ons", klonk het weer. Met
den halven arm, waaruit 't bloed spoot,
drukte hij den standaard tegen zijn lijf en
met zijn zwaard in den rechter weerde hij
zijn belagers af. „God met ons". Een schot
trof hem in den hals. De man van Werben
liet zijn paard steigeren, Edzke volgde zijn
voorbeeld en vloog achter hem aan. Met
reuzenkracht beukte de man van Werben
met zijn tweehander op de kurassiers. Er
kwam een beetje ruimte. Een luitenant van
Pappenheim trachtte het Zweedsche vaan
del te grijpen, maar een forsche slag van
Edzke spleet zijn helm. Edzke scheurde
hem den standaard uit de hand, richtte zich
op in de stijgbeugels en schreeuwde: „Voor
uit mannen. God met ons". René, Melchior,
een koersverheffing van rubberaandeelen
geleid. Ook suikeraandeelen waren hooger,
speciaal voor het hoofdfonds, H.V.A.'s, die
gunstig beinvloéd werden door het bericht,
dat de Mij. aanvraag heeft gedaan voor
erfpacht voor nieuwe uitgestrekte ter
reinen in Atjeh. Men ziet hierin een aan
wijzing, dat de H.V.A. paraat blijft, om bij
een eventueele wijziging in de omstandig
heden de beschikking te hebben over nieu
we gronden, waaruit een zeker optimisme
ten aanzien van de toekomst spreekt.
De overige afdeelingen geven geen aan
leiding tot een afzonderlijke bespreking; de
koersvariaties bleven naar uit het onder
staande koerslijstje blijkt, binnen beperkte
grenzen.
Ook de beleggingsmarkt blijft in één
doen en de noteeringen veranderen zóó
weinig, dat het einde der week slechts
fractioneele koersverschillen aantoont met
het begin der berichtsperiode. In aanslui
ting op de betere stemming voor den Fran-
schen franc konden Fransche staats- en
spoorwegleeningen een licht herstel boe
ken. Japansche leeningen, die sinds het uit
breken der vijandelijkheden met China
scherp in koers zijn gedaald, waren ook in
de afgeloopen week gedrukt.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop
Bethlehem Steel 41%—45%—44%
Anac. Copp. 2526%26%
A'dam Rubber 228236233%
Hessa Rubber 127%—134—132%
Serbadjadi 108—106%—112%—111
H.V.A. 465—473—471
Deli Bat. Mij. 222%—221.
Deli Mij. 285—298—285%
Ned. Scheepv. Unie 118%—116%—117%
Kon. Petrol. 339%—342%—340%.
Philips' 249%—243—248—246%
Unilever 156%—157%—157%
3%3 Nederland 101 102%
Wij ontvingen het programma van het
Nationale Huldebetoon ter gelegenheid van
het 40-jarig regeeringsjubileum van H. M.
de Koningin op 6 September (Afdeeling Zee
land.)
De Commissisaris der Koningin jhr. mr. J.
W. Quarles van Ufford schreef daarin een
woord vooraf, dat luidt als volgt:
„Op den Dam te Amsterdam zal het Ne
derlandsche Volk 6 September a.s. H. M.
onze Koningin bij gelegenheid van Haar
40-jarig regeeringsjubileum hulde en dank
betuigen voor de wijze, waarop onze gelief
de Vorstin gedurende die lange reeks van
jaren ons vaderland heeft bestuurd en voor
al hetgeen Zij voor ons volk is geweest en
heeft gedaan.
Uit alle provincies zullen talrijke afge
vaardigden zich daartoe naar de hoofdstad
begeven. Ook Zeeland zal op waardige wij
ze bij die huldiging vertegenwoordigd zijn.
Onze provincie wenscht in liefde, aanhan
kelijkheid, trouw en eerbied voor Haar, die
gedurende Hare zegenrijke Regeering zoo
menigmaal blijk heeft gegeven van Hare
sympathie voor de Zeeuwen, niet onder te
doen voor een der zusterprovincies. De op
rechte en innige gevoelens, welke het
Zeeuwsche volk voor zijne Koningin bezie
len, zullen daarom straks door U
tot uiting worden gebracht, in Uw
huldebetoon, in Uwen hartelijken jubel
en Uw vroolijk gejuich, waarbij ongetwij
feld ook de bede bij U zal rijzen, dat het
Gode moge behagen onze zoo dierbare
Vorstin nog vele jaren voor Haar Huis en
voor Haar volk in goede gezondheid te be
waren.
Ik wensch U een goede en aangename
reis toe, waaraan Gij allen, naar ik hoop,
steeds de beste herinneringen zult behou
den."
Na het eerste couplet van het Wilhelmus,
volgt de opgave van de uren van vertrek
van den extratrein en ook van de daarop
aansluitende booten, welke opgaven alleen
van belang zijn van hen die mede gaan
naar Amsterdam, evenals verschillende
maatregelen in verband met het défilé.
Wel zal het ook thuisblijvenden belang in
boezemen, dat Zeeland de zevende provin
cie is die defileert.
Olivier en Sievers sloegen er door en voch
ten naast Edzke, maar de man van Werben
vormde de voorhoede en zijn groot zwaard
viel op de harnassen als een moker op een
aanbeeld.
Er kwam meer ruimte en Banner's en
Saxon's ruiters wonnen veld. Toen klonk
vlak bij een schot en de man van Werben
stortte ruggelings van zijn paard. Een
groote woede maakte zich van Edzke mees
ter. Hij zwaaide het vaandel hoog in de
lucht en schreeuwde. „Voorwaarts. Slaat
ze dood, die moordenaars". Hij vuurde zijn
pistolen af en gevolgd door de anderen
wierpen ze zich op de Pappenheimers, die
begonnen te wijken om hun front te her
stellen. Maar nu kon de kapitein der mus
ketiers ingrijpen. „Eerste rotte vuur",
klonk zijn bevel, daarna dadelijk „tweede
rotte", „derde rotte", „vierde". Tusschen
elke vier rotten bevond zich een opening,
door welke elke rotte, die gevuurd had,
plaats maakte voor de volgende, op de wij
zer der Schotten onder Hepburn. Het snel
le geregelde vuur veroorzaakte groote ver
warring onder de Pappenheimers. Ze deins
den terug, het vuren ging door, steeds door.
En Pappenheim liet de chamade blazen
„Dat jonge ritmeestertje van ons mag er
wezen", zei de nieuwe luitenant Sievers te
gen zijn wachtmeester Olivier.
„Och", antwoordde deze. „Wij kerels van
den geheimen dienst staan nergens voor",
Edzke sprong van zijn paard en knielde
neer bij den man van Werben. Zijn vrien
den hielpen hem van helm en harnas te
bevrijden. De kogel had hem in het hoofd
De leden van het Zeeuwsche comité tre
den op als algemeene en afdeelingsleiders;
zij zullen herkenbaar zijn aan een oranje
band om den linker arm. Zoo noodig wende
men zich tot hen om inlichtingen.
De orde-commissarissen te Amsterdam
zullen herkenbaar zijn aan een rood-zwar-
ten armband.
De Zeeuwsche stoet is verdeeld in zes af
deelingen; in elke afdeeling zijn één of
mek groepen; elke groep bestaat uit één
of meer personen.
Elke groep draagt een nummer, dat de
volgorde in den stoet aangeeft.
De indeeling van den stoet is als volgt:
Vlag van Zeeland met vaandelwacht. Be
stuur der Muziekvereeniging „Volharding"
te Zaamslag met vlag en muziekcorps „Vol
harding" aldaar.
Afdeeling Landbouw, Tuinbouw, Veeteelt
enz., algemeen leider: mr. W. K. H. Diele-
man.
Groep 1. Pachters Kroondomein
Zeeuwsch-Vlaanderen2. Zeeuwsche Land-
bouwmaatschappij; 3. Noordbrabantsche
Chr. Boerenbond afd. Zeeland; 4. Afd. Zee
land van den Chr. Boeren- en Tuinders-
bond in Nederland; 5. Chr. Boerenbond; 6.
N.V. Landbouwmij. De Bathpolders; 7. De
Wilhelminapolder; 8. Particulieren uit
Domburg; 9. Leden v. d. Eerste Ned. Coöp.
Beetwortelsuikerfabriek te Sas van Gent;
10. Vereeniging „In het belang der land
bouwers" te Zaamslag; 11. Geitenfokver-
eeniging „Ons Belang" te Zaamslag; 12.
Paardenstamboek afd. Zeeland; 13. Ver
eeniging van oud leerlingen van landbouw-
cursussen.
Afdeeling Polders en Waterschappen. Al
gemeen leider; H. A. A. Baron Collot d'Es-
cury.
(Ingez. Med.)
14. Waterschap Hulster- en Axeler Am
bacht; 15. Waterschap Walsoorden; 16.
Water keering Cal. Waterschap Walsoorden;
17. Waterschap van de Uitwatering van de
Polders te Biervliet; 78. Calamiteuse Hoofd
plaatpolder; 19. Waterschap van de Uitwa
tering door de Sluizen bij no. één in den
Hoofdplaatpolder; 20. Waterschap der Sluis
aan de Wielingen; 21. Waterschap der Sluis
tegen den Magdalenapolder; 22. Water
schap „de Watering Cadzand"; 23. Polder
Walcheren; 24. Waterschap Baarland.
Afdeeling Visscherij. Algemeen leider:
mr. F. L. S. F. Baron van Tuyll van Seroos-
kerken.
25. Arnemuidsche Visschersvereeniging.
Afdeeling Folklore. Algemeen leider: J.
I. van Ballegoyen de Jong.
26. Boogschutters Zeelandiagilde en St.
Sebastiaan Ovezande-Driewegen en de
Handboog sociëteiten 27. Concordia, Groe
nendijk; 28. Willem Teil, Kloosterzande;
29. Hubertus, Kloosterzande; 3.0. St. Se
bastiaan, Kloosterzande; 31. Vriendenschut-
tefs, Kloosterzande; 32. Handboog, Ossenis-
se; 33. Ons Vermaak, Aksel; 34. Willem
Teil, Zuiddorpe; 35. St. Sebastiaan, Zuiddor-
pe; 36. De Kring, Sas van Gent.
Afdeeling Verkeer en Industrie. Alge
meen leider: jhr. mr. A. F. C. de Casem-
broot.
37. Stoomvaartmaatschappij Zeeland, 3S.
N.V. Zeeuwsche Gasmaatschappij; 39. N.V.
Kon. Mij. De Schelde; 40. N.V. Van Melle's
Conf. Works; 41. N.V. Vitrite Works; 42.
Eerste Ned. Coöp. Beetwortelsuikerfabriek;
43. N.V. Prov. Zeeuwsche Electriciteits Mij.;
44. Coöp. Roomboterfabriek Kloosterzan
de.
Afdeeling div. organisaties en personen.
Algemeen leider: F. G. Lemmers.
45. Inwoners van Middelburg; 46. Bond
van Buurtvereenigingen Vlissingen; 47.
Oranjevereeniging en Buurtvereeniging
Goes; 48. Burgerwacht Goes; 49. Oranje
vereeniging Domburg; 50. Oranjevereeni
ging Biggekerke; 51. Muziekvereeniging
Advendo, Wolfaartsdijk; 52. Gymnastiek
vereniging U.D.I., Wolfaartsdijk; 53. Oran
jevereeniging, Zaamslag; 54. Chr. Geref.
Knapenvereeniging, Zaamslag; 55. Alg.
Ned. Politiebond; 56. Duivensocieteit „Her
leving", Hulst; 57. Duivensociteit „Herle
ving", Kloosterzande; 58. Gymnastiekver-
eeniging „Olympia", Tolen.
Reeds eerder in het programma komen
op rijm wenken voor; de volgende komen
na de opgave der deelnemende groepen:
getroffen. Het bloed vloeide uit een groote
wonde. IJzeren splinters van den helm wa
ren er in gedrongen. Melchior zond dade
lijk een ruiter weg om dokter Praxiteles
te halen. Maar toen hij met zijn verplegers
kwam, zag hij onmiddellijk dat hier geen
hulp meer mogelijk was. De man van Wer
ben greep aan de hand van Praxiteles en
naar die van Edzke, drukte ze op zijn borst.
Ze hoorden hem heel zacht iets zeggen.
„Voorgevoelin mijn wambuis
goed". Een diepe zucht. Dood. Praxiteles
sloot hem de oogen en op een baar trachten
ze den man met de vele namen naar de
witte tenten.
Edzke sprong weer te paard, nam zijn
standaard weer over en wilde hem aan het
Zweedsche regiment terug brengen. Maar
weer klonk hoorngeschal. Pappenheim liet
weer den aanval blazen. En wier vielen zijn
kurassiers en die van den hertog Van Hol-
stein op de troepen van Gustaaf Adolf, van
Banner en den dapperen Franschman de
Gassian aan met een beslistheid en een moe
dige tegenwoordigheid van geest, die on
weerstaanbaar scheen.
Weer gelukte het hem de rijen te door
breken, maar weer streden Banner's ku
rassiers, de Fransche réfugié's en Saxon's
ruiters met den moed van den leeuw en de
wildheid van den tijger. De kansen sche
nen gelijk. Over de geheele linie werd ver
woed gevochten. De rijen dunden, de ge
wonden trachtten weg te kruipen om niet
door de paarden vertrapt te worden.
(Wordt vervolgd