KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DÈ PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CR T.) VAN VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1938.
No. 200c
IN GEHEIMEN DIENST.
MIDDELBURG.
DE RINGRIJDERIJ IN DE ABDIJ.
VLISSINGEM.
WALCHEREN.
Nogmaals het incident van
Tsjangkoefeng.
Van onzen Russischen medewerker dr.
Boris Raptschinsky ontvingen wij nog een
uitvoerige beschouwing over het incident
van Tsjangkoefeng, het incident, dat eeni-
ge weken geleden op een oorlog tusschen
Rusland en Japan scheen te zullen uitloo-
pen, doch dat voorloopig in der minne werd
geschikt met wapenstilstand en het besluit
tot benoeming van een Russisch-Japansche
commissie, welke zal moeten probeeren
vast te stellen, tot welk land de heuvel
waar zoo verbitterd is gestreden, toebehoort
Zooals men weet, hebben beide partijen er
zich van teruggetrokken: op 't oogenblik is
het gebied „niemandsland".
Dr. Raptschinsky wiens lezing eenigs-
zzns afwijkt van de beschouwing, welke on
langs op deze plaats aan het incident gewijd
werd is van meening, dat de Japanners
het in het leven hebben geroepen, om weer
eens te kunnen polsen, hoe het op het
oogenblik (na al de „zuiveringen" in het
roode leger) met Rusland's militaire macht
gesteld is. Vooral de Japansche generaals
begeerden vast te stellen, in hoeverre de
geest van het Russische leger ondermijnd
was en of Japan er geen gebruik van kan
maken om nu reeds tot de verwezenlijking
van een volgend gedeelte van zijn weidsche
oorlogszuchtige plannen over te gaan. Een
van de belangrijke onderdeelen van die
plannen voorziet n.l. in het terugdringen
van de Russen naar Siberië, in de bezetting
door de Japanners van het Russische ge
bied aan de zeeën in het Verre Oosten.
De regeering te Tokio was niet van zins
een oorlog met Rusland te laten ontkete
nen (Japan kan zich onder de tegenwoor
dige omstandigheden een dergelijke luxe
niet permitteeren), maar zij hoopte dat Rus
land weer zou toegeven. Op deze wijze zou
Japan met zeer weinig inspanning een twee
ledig doel kunnen bereiken: 1, het zou stra
tegisch belangrijke punten kunnen bezetten,
waardoor het bij de botsing met Rusland
(die in Japan als onvermijdelijk beschouwd
Wordt, zij het wellicht niet direct, maar
over eenige jaren, na de liquidatie van het
Chineesche verzet) een veel voordeeliger
positie zou innemen dan Rusland; 2. het zou
het prestige van Moskou in Azië, dat den
laatsten tijd zoo veel geleden heeft, een
knauw geven, waardoor de Chineezen ont
moedigd zouden worden.
In dit licht bezien, is de aanval op de
heuvels van Tsjangkoefeng volkomen be
grijpelijk. Dat die heuvels Russisch bezit
zijn, staat vast. Rusland hield die heuvels
steeds bezet; vóór den wereldoorlog lagen
er tamelijk veel Russische soldaten. Japan
heeft nooit tegen die bezetting geprotes
teerd. De bolsjewiki hebben de groote stra
tegische beteekenis van die heuvels niet
begrepen en hielden er daarom geen be
zetting. Toen de verhouding tusschen Rus
land en Japan gespannen werd, liet Blü-
cher, door iemand ingelicht over de stra
tegische beteekenis van de heuvels, Tsjang
koefeng bezetten. De Japanners besloten
voor den zooveeisten keer door bluf de Rus
sen te dwingen die heuvels te ontruimen.
Tokio was overtuigd, dat Moskou weer zou
zwichten, daarom gaf het zoo veel rucht
baarheid aan zijn stappen in die richting.
Moskou weigerde echter toe te geven. Nu
werd het voor de Japansche militairen, die
in Japan de lakens uitdeelen, een kwestie
van „eer". Zij maakten gebruik van de om
standigheid, dat de Russen, door hun zor
geloosheid en door de wrijvingen tusschen
de afzonderlijke departementen, op een
strategisch punt van deze beteekenis en op
zulk een gespannen oogenblik slechts een
klein detachement van grenswachters hiel
den, die bovendien weinig wapens tot hun
beschikking hadden, om de heuvels te ver
overen. Nu was het doel bereikt: Tsjang
koefeng bevond zich in Japansche handen,
het prestige van Rusland heeft een knauw
gekregen, de „eer" was gered. Rusland wei
gerde echter zich bij het fait accompli neer
te leggen. Het zond naar die plek nieuwe
troepen. Het incident groeide uit tot een
veldslag: Het voortduren van de gevechten
maakte een oorlog tusschen Rusland en
Japan onvermijdelijk. Tokio besloot ten kos
te van alles een ramp te voorkomen.
De Japansche gezant te Moskou, Sjige-
mitsoe, een der leiders van de anti-Russi
sche partij in Japan, kreeg opdracht, het
incident bij te leggen. Hij trachtte in het
begin Litwinow door bluf schrik aan te
jagen en dreigde met een oorlog. Litwinow
hield voet bij stuk en Sjigemitsoe zag zich
Historische Avonturenroman,
Door G. P. BAKKER.
69).
'ft'anT,clen rechterkant staan de Kroaten
L sofine en links nog een viertal re-
Duitsche kurassiers. Voor hun
®en twintigtal veldstukken en
s zestien stukken zwaar ge
schut. Een sterke opstelling. Een gevaar
voor het Saksische leger, dat tegenover hen
m l reikte Edzke den kijker en ver-
voglde: „Kun je het goed zien? Dit is voor
jou een practisch lesje in de strategie De
beroemdste veldheeren staan hier tegen
over elkaar. Aan den linkervleugel, schuin
tegenover ons, heeft Pappenheim 'het op
perbevel. Achter hem liggen de dorpen
Breitenfeld, Lindenthal en de beide Wilde-
ritschs. Acht regimenten en Tilly's ruite
rij".
„In het midden voert Tilly zeker zelf het
commando?" vroeg Edzke.
„Juist, zoo is de opstelling. Linker- en
rechtervleugel, de opperbevelhebber in het
midden", zei de adjudant in buitengewonen
dienst, de man van Werben. „En behalve
zijn voetvolk musketiers en piekeniers,
heeft hij ook een aantal regimenten ruite
rij. Een leger op zich zelf, daar in het mid
den".
„Maar ik zie niet, dat hij reservetroepen
heeft", bracht Melchior in het midden.
„Het is een groote fout", antwoordde de
adjudant, „geen spaartroepen te hebben. Te
veel de kansen op één kaart".
„Zie je alles duidelijk?,, vroeg Melchior
genoodzaakt zijn houding te wijzigen; Lit
winow bleef echter weigeren op de voor
stellen van Japan in te gaan, hij eischte
een onvoorwaardelijke ontruiming van
Tsjangkoefeng door de Japanners. Dat zou
een slag voor het Japansche prestige be-
teekenen. Sjigemitsoe wist deze vernedering
te voorkomen en stelde voor, beide legers
te laten terugtrekken. Dat de Japanners
dit met verbittering deden, ligt voor de
hand; even duidelijk is het, dat de Japan
sche generaals besloten hebben zich op de
Russen te wreken, zoodra de gelegenheid
gunstig is. Voorloopig zijn echter de diplo
maten aan het woord.
Waarin ligt de beteekenis van Tsjang
koefeng? Zonder in uitvoerige strategische
besprekingen te treden, kunnen wij op het
volgende wijzen. Wladiwostok is aanzienlijk
versterkt, het is een pistool gericht op het
hart van Japan. De sterke Russische lucht
vloot kan van uit hun basis bij Wladiwostok
de Japansche steden aanvallen. Een Japan
sche diplomaat heeft kort geleden gezegd,
dat Japan het voortbestaan van Wladiwo
stok als een gevaar voor zijn machtspositie
beschouwt en de vesting moet veroveren,
Dat was weinig diplomatiek uitgedrukt,
maar het gaf goed weer, wat de macht
hebbers te Tokio denken. Behalve het ge
vaar van luchtaanvallen, is er nog een ge
vaar van onderzeeërs. Wladiwostok is de
basis van de Russische onderzeeërs in de Ja
pansche Zee. In geval van een oorlog tus
schen Rusland en Japan kunnen de Russi
sche onderzeeërs de Japansche scheepvaart
bedreigen. Het ligt daarom voor de hand,
dat de Japanners de verovering van Wla
diwostok als de eerste taak bij een oorlog
met Rusland zullen beschouwen. De weg
naar Wladiwostok leidt echter door het
gebied van Tsjangkoefeng. De heuvels van
Tsjangkoefeng beheerschen bovendien de
haven van Possiët. Nestelen de Japanners
zich op Tsjangkoefeng en versterken die
heuvels, dan verliest de Possiëtbaai haar
beteekenis voor Rusland en wordt de be
dreiging van een bombardement uit de
lucht voor de Japansche steden minder
groot.
Uit het bovenstaande is dus duidelijk, dat
de strijd om het bezit van die heuvels fel
zal zijn. Beide partijen zullen in de com
missie trachten de bezetting van die heu
vels te verkrijgen. Daarom kunnen wij met
vrij groote zekerheid aannemen dat de on
derhandelingen van de commissie voor de
vaststelling van de grens tusschen Rusland
en Mandsjoekwo tot botsingen zullen leiden
en dat menig dramatisch tafereel te ver
wachten is.
HET REGEERINGSJUBILEUM VAN DE
KONINGIN.
En de arbeid in hotels en koffie
huizen.
De minister van sociale zaken heeft goed
gevonden, in verband met feesten ter vie
ring van het 40-jarig regeeringsjubileum
van H. M. de Koningin, ten aanzien van
mannen en vrouwen, die arbeid verrichten
in een koffiehuis of een hotel, gedurende
het tijdvak van 29 Augustus tot en met 10
September het volgende te vergunnen:
Indien in een gemeente des rijks in ver
band met feesten als bovenbedoeld op een
of meer dagen in bovengenoemd tijdvak
voor koffiehuizen of hotels een later slui
tingsuur is toegestaan, mag de aan dit ver
late sluitingsuur aansluitende dagelijksche
onafgebroken rusttijd zooveel korter zijn
dan 10 uren als de betrokken inrichtingen
langer geopend mogen zijn, echter met dien
verstande, dat die rusttijd niet minder dan
zeven uur mag bedragen.
DE VERHOOGING DER
MONOPOLIEHEFFINGEN.
Audiëntie bij dr. Colijn.
In verband met den toestand, welke is
ontstaan door het verhoogen van de mo
nopolieheffingen op graan, heeft het comité
van graanhandelaren, gevestigd te Rotter
dam, zich dezer dagen tot den minister
president, dr. H. Colijn, gewend, met het
verzoek, enkele afgevaardigden van den
graanhandel in audiëntie te ontvangen, ter
bespreking van den huidigen stand van za
ken.
Naar wij vernemen, heeft dr. Colijn deze
audiëntie toegestaan. A.S. Dinsdagmorgen
om 10.30 zal de ministerpresident de afge
vaardigden van den graanhandel ten de-
partemente ontvangen.
aan Edzke. „Hier, neem den kijker nog
eens".
„Niet noodig", klonk het antwoord. „Ik
heb zeemansoogen".
Saxon kwam aangereden. „Kijk", zei hij.
„De keizerlijken hebben witte linten op hel
men en hoeden, evenals bij de bestorming
van Maagdenburg. Hoor je ze schreeuwen?
„Jezus Maria!" En met zijn stentorstem
brulde hij. „God met ons!" Een strijdkreet
die door duizenden Zweedsche kelen werd
herhaald.
„Daar heb jé Tilly", wees hjj, den kijker
voor het oog. „Ja, op den heuvel. Hij zit
te paard in een wijden rok van groene zij
de. Zijn hoed zakt bijna in elkaar van al
die pluimen".
„Hij heeft zich mooi gemaakt".
„Dat deden de Grieken ook voor een veld
slag" vertelde de man van Werben.
„Daar komt de koning", schreeuwde Mel
chior. „Hoera! Hoera!"
„Leve de koning". De juichkreten jubel
den door de Zweedsche gelederen. „Hij
komt van het Saksische leger, dat onzen
uitersten linkervleugel vormt tusschen de
dorpen Düben en Lindenhain. Het Saksi
sche leger is van het onze gescheiden door
den straatweg Leipzig-Düben. Of het voor
zichtigheid is van den koning of toeval,
weet ik niet, maar ik ben er blij om. Er
achter staat Van Arnheim met een paar
duizend ruiters", merkte Saxon op.
„In het midden het voetvolk onder den
hertog van Saksen Alten, een neef van den
keurvorst, en de artillerie, 26 veldstukken,
tel ik, en 18 zware kanonnen. Geen gek
heid. Nu, de Saksers zullen ze noodig heb-
Alvorens den uitslag bekend te maken
van de Ringrijderij, die gisteren in de Abdij
plaats had, willen wij melden, dat ongeveer
1250 betalende bezoekers de controle zijn
gepasseerd.
Toen de tocht door de stad geëindigd was,
is de vreedzame strijd hervat en was dit
toen onder groote belangstelling van be^
zoekers, wier aantal in de morgenuren
maar gering was.
Tegen drie uur moest worden begonnen
met het rijden om de drie wisselbekers en
werd een andere regeling getroffen dan tot
nu toe.
De 17 deelnemers met den besten stand
werden aangewezen om voor de bekers te
kampen, maar de dan te maken ringen
zouden bij hun totaal worden gevoegd, ten
wijl op de tweede baan de niet kampenden
ook verder reden en trachten hun totaal te
verhoogen. Vroeger moesten de niet kam
penden wachten en dit werd voor hen ven
velend. De wijziging heeft later een abuis
bij de berekening veroorzaakt, die echter
in het vervolg kan worden voorkomen en
dan is o.i. de nu gevolgde regeling niet
slecht.
De 17 voor de bekers rijdenden maakten
5 ommegangen en konden dus 10 keer den
ring steken.
Het resultaat was, dat P. Dingemanse
van Biggekerke voor dit jaar den beker
van de Koningin bemachtigde na kampen
met J. Reijnierse Pz. te Koudekerke, die
ook 8 ringen behaalde en nu den beker van
de gemeente voor de derde maal verover
de, terwijl J. Reijnierse Cz„ die 7 ringen
had, den beker van den heer Jacq Frank
te aanvaarden kreeg. Ook deze rijder woont
te Koudekerke.
Direct na dezen kamp werden de bekers
uitgereikt.
De voorzitter van Vreemdelingenverkeer,
dr. C. F. Koch, wees er daarbij op, dat de
dag der ringrijderij een hoogtepunt is in het
leven van Vreemdelingenverkeer, Walche
ren is een met rijkdom gezegend eiland. Het
is rijk aan natuurschoon, het heeft een rij
ken bodem en schoone monumenten, die
stammen uit den tijd, dat er groote mate-
rieele welvaart en rijkdom heerscht. Het
zijn alle dingen, die Walcheren heeft mede-
gekregen zonder dat de tegenwoordige be
woners zich overmatig behoeven in te span
nen om het in stand te houden. Maar dit
onroerende goed wordt dubbel zoo mooi
wanneer de boeren er leven aan geven door
zich te vertoonen in hun prachtige dracht.
Die dracht is rijk aan goud en zilver en
prachtige sprekende kleuren. En om dien
dracht in stand te houden, moet men zich
er overmatig voor inspannen, omdat het
verlies er van de schoonheid en het rijke
aanzien van het eiland zou doen verminde
ren op ongeëvenaarde wijze. Het zou zijn
terugslag vinden in het vreemdelingenver
keer en daarom is er ook de Vereeniging
voor Vreemdelingenverkeer alles aan gele
gen, dat dit jaarlijksch feest moge blijven
bestaan, ter bevordering van de instand
houding van dit oude gebruik en van de
Zeeuwsche dracht. En omdat het bestuur
dit van zoo groot belang acht, stelt spr. het
zoozeer op prijs, dat zoowel de Commissaris
der Koningin als de burgemeester van
Middelburg door hun aanwezigheid het feest
willen opluisteren en bereid waren per
soonlijk de bekers, geschonken door H.M.
de Koningin en door de gemeente Middel
burg, te willen uitreiken. Spr. verzocht den
Commissaris der Koningin daartoe over te
gaan.
De Commissaris der Koningin zeide dit
gaarne te willen doen, doch eerst hulde te
willen brengen aan de vereeniging voor
Vreemdelingenverkeer,, die ook dit jaar we
derom goede zorgen aan besteedde en het
initiatief nam. Spr. meende dat de deel
name der Walchersche bevolking zoo groot
mogelijk moest zijn en dat zij, die niet deel
nemen, toch het jaarlijksch festijn moeten
bezoeken. Spr. wenschte Dingemanse har
telijk geluk met het behalen van den beker
en herinnerde er aan, dat deze rijder reeds
eerder een beker heeft gewonnen. Daarna
reikte de Commissaris hem den beker aan.
De heer Dingemanse bracht dank voor
de tot hem gerichte woorden en verzocht
den Commissaris zijn oprechten dank aan
de Koningin te willen overbrengen, waan
op spr. een driewerf hoerah op de Konin
gin inzette. Nog bracht hij een hoerah uit
op de commissie voor de ringrijderij.
De burgemeester zeide, dat het hem aan
genaam was den beker van de gemeente
ben tegen den dapperen veteraan Fürsten
berg met zijn Italiaansch leger".
„Kijk nu eens naar onze slagorde", zei
Saxon. „Wij vormen den rechtervleugel,
dicht bij ligt Delitsch. De koning zelf heeft
het bevel over den geheelen rechtervleugel
en 4000 ruiters, onder zijn persoonlijk com
mando.
Onder hem Banner geheel rechts en links
van Banner de dappere Tott. Wij staan
tusschen hen in.
Zeg Melchior, heb je die nieuwe opstel
ling gezien? Tusschen elk eseadron ruiters
een ruimte met een paar honderd muske
tiers. Daar zal Pappenheim straks van op
schrikken. Ze zijn verdekt opgesteld.
Naast Tott, Teutel met 9000 man voet
volk, zes bataljons, elk met 5 veldstukken.
Op de vaandels staat in goudeh letters:
Koning Gustaaf Adolf, verdediger van het
evangelische geloof".
„Ik begrijp er niets van", zei Melchior.
„Het is Latijn, majoor", legde Edzke's
adjudant, de man van Werben uit.
„Op den linkervleugel van de Zweden,
maar aan deze zijde van den straatweg
LeipzigDüben staat de rechterarm van
den koning, Gustaaf Horn, ook met 4000
ruiters". „Grappig", schertste Saxon, „dat
de koning zijn rechterarm aan zijn linker
zijde heeft. Op de standaarden kun je le
zen: Als God voor ons is, wie zal dan tegen
ons zijn?"
„Ook zeker weer in het Latijn", bromde
Melchior.
„Onder Horn's commando Baudissen, met
aan den linkerkant het voetvolk, weer 6
bataljons elk met 5 stukken geschut en in
uit te reiken. Spr. bracht ook hulde aan
Vreemdelingenverkeer. Hij wees er op, dat
zij, die van elders in Middelburg komen
wonen, zoo licht aan al het mooie der stad
gewennen, maar toch blijft er een groote
bekoring voor de vreemdelingen van uit
gaan en daar is o.a. de ringrijderij van
Vreemdelingenverkeer zoo'n groot belang
voor.
Spr. richtte woorden van troost tot Din
gemanse, dat hij dit maal de beker van
Middelburg niet heeft en wees er Reijnier
se op, dat deze hem nu voor de derde keer
heeft. Het wordt nu maar eens tijd, dat Mid
delburg hem eens voor goed kwijt is en dan
weer een nieuwen kan koopen.
Spr. overhandigde Reijnierse zijn beker.
De heer Reijnierse bracht ook dank en
stelde een hoerah in op Vreemdelingenver
keer en op de gemeente Middelburg.
De heer Koch bood aan C. Reijnierse den
beker van den heer Frank aan, en waar
het de eerste maal is dat deze een beker
won, hoopte spr. dat hij ten deze aan het
begin van zijn loopbaan staat.
De muziek zette het Wilhelmus in, dat
door alle aanwezigen werd medegezongen,
waarop mr. P. C. Adriaanse, secretaris van
vreemdelingenverkeer, een driewerf hoerah
op de Koningin inzette.
Dit deel van het feest was afgeloopen en
de commissie ging berekenen wie er nog
zou moeten kampen voor de gewone prij
zen, en intusschen werd om den potlepel ge
reden.
Het was Abr. Roose uit Oostkapelle, die
daarvan de gelukkige bezitter werd. De
uitslag van den algemeenen wedstrijd was
als volgt: le J. Reijnierse Pz., Koudekerke
31 ringen; 2de J. A. Lous, Oostkapelle, 3e
P. Dingemanse, Biggekerke; 4e J. Mesu
Jzn„ Vere, allen 29 r.; 5e C. A. Polderdijk,
Nieuw- en Sint-Joosland 26 r.; 6e L. P.
Brasser, Vrouwenpolder; 7e J. Koole Jz„
Vlissingen, beide 25 r.; 8ste J. Reijnierse
Cz„ Koudekerke, 9e Adr. Roose, Oostkapel
le beide 24 r.; 10e J. Riemensc Jz„ Melis-
kerke 23 r.; lie A. Reijnierse Wz„ Koude
kerke, 22 r.; 12e M. Schoe Pz., Vrouwen
polder 21 r.; 13e J. Maljaars Jzn. Oostka
pelle 20 r„ 14e Jan Castel Wz„ West Soeburg
18 r„ 15e P. J. Maljers, Vere, 16e F. de
Bree Czn„ Vrouwenpolder; beide 17 r. 17e
J. C. Cevaal, Middelburg 16 r„ 18e I. J. Ce-
vaal, Grijpskerke, 19e P. Duvekot Wz„ bei
de 14 r.; 20ste J. I. Cevaal, Grijpskerke,
21ste J. Reijnierse Jbz., Koudekerke, 22ste
K. Melis Pzn., Oostkapelle; 23ste G. J. Ce
vaal, Middelburg, allen 12 r.; 24ste Joos
Francke Mz„ Domburg 11 r.; 25ste C. D.
Kodde Jz„ Soeburg; 26ste J. J. Cevaal,
Grijpskerke 27ste A. P. Dingemanse, Sint-
Laurens allen 10 r.; 28ste P. Pleijte, Nieuw
en Sint-Joosland; 29ste L. Jobse, Koude
kerke, ieder 9 r. 30ste J. de Pagter Jzn.,
Rittem, 8 r.; 31ste W. Cevaal Jz„ Rittem
32ste A. de Meulmeester, Koudekerke, ieder
7 r. 33ste Z. v. d. Heijden Wz., Koudekerke
6 r. en 34ste Adriaan Roose, Oostkapelle
4 r.
Nog was er een bestuursprijs voor de 6
jongste rijders en deze werd behaald door
A. Reijnierse Wz. van Koudekerke, die van
die zes jongste het hoogst aantal ringen
nml. 22 had.
De voorzitter, dr. Koch, heeft met enkele
toepasselijke woorden ook deze prijzen uit
gereikt en het was half zeven toen hij de
ze 26ste ringrijderij sloot met een oproep
tot alle deelnemers om ook volgend jaar op
te komen en anderen mede te brengen.
PRESENTIEGELD OF VERGOEDING
AAN IN DE COMMISSIE VAN OVERLEG
ZITTING HEBBENDE RAADSLEDEN.
Bij de behandeling der nieuwe verorde
ning voor het georganiseerd overleg in de
vergadering van 27 Juli zegden B. en W.
toe te zullen nagaan of eene regeling zou
kunnen worden getroffen voor het verlee-
nen van presentiegeld of vergoeding aan
de leden van den Raad, die zitting hebben
in de commissie van Overleg. B. en W.
deelen thans mede, dat de gemeentewet
slechts de mogelijkheid eener vergoeding
(presentiegeld) voor bepaald genoemde
vergaderingen kent, welke uitsluitend door
Raadsleden als zoodanig worden bijge
woond. Dit nog maar sedert 1931 want voor
dien was alleen presentiegeld voor raads
vergaderingen toe gelaten.
De conclusie van B. en W. kan geen an
dere zijn, dan dat het toekennen van pre
sentiegeld aan leden van den Raad, die zit
ting hebben in de Commissie van Overleg,
niet geoorloofd is. De beantwoording van
de vraag of een andere vergoeding aan de
Raadsleden op haar plaats zou zijn zal naar
de meening van B. en W. aan de practijk
de open ruimten cavalerie met karabijnen
gewapend. Op de vaandels der infanterie
een gouden zon achter een wolk verborgen
en de spreuk; Laat maar zeker. Geheel
links, maar nog aan deze zijde van den
straatweg, heeft de koning nog een paar
regimenten met karabijnen geplaatst om
het Zweedsche en het Saksische leger aan
den anderen kant van den straatweg vol
komen te scheiden. Een zeer voorzichtige
maatregel. Gustaaf Adolf laat zoo weinig
mogelijk aan het toeval over en plaatst zijn
vijanden telkens weer voor nieuwe uitvin
dingen en manoeuvres. Onze reserve, drag
onders, wordt aangevoerd door Schaffman
en Cochitzky. Daar, die witte tenten achter
Schaffman's dragonders, zijn voor den nieuw
ingerichten geneeskundigen dienst van dok
ter Praxiteles. Hij fiëeft in dien korten tijd
veel tot stand gebracht. Een knap stuk
werk".
„Ik heb gehoord, dat onze en de Saksi
sche bagage dicht bij Düben achtergeble
ven is", merkte Edzke op.
„Hier, waar wij staan, zal het warm toe
gaan, Edzke", vervolgde hij. „Tusschen
Banner en Tott, een eereplaats voor Sa
xon's ruiters. Daar schuin voor je, die
groote geharnaste ridder, een witte pluim
op den helm, is ons aller vriend Godefroy
Henricus graaf van Pappenheim, opperbe
velhebber van het leger der katholieke li
ga. Hij wacht met ongeduld het sein voor
den aanval".
Gustaaf Adolf reed langs de troepen.
„Leve de koning", donderde het over de
vlakte van Leipzig. De koning groette met
de hand. Hij was gekleed in een grijzen rok'
moeten worden overgelaten.
Vooralsnog komt het B. en W. voor, dat
zich alleen bij hooge uitzondering voor de
betrokken leden een geval van derving van
inkomsten zal voordoen. Uiteraard zal van
de zijde van B. en W. zooveel mogelijk wor
den voorkomen, dat vergaderingen der
Commissie van Overleg, worden uitgeschre
ven tegen zoodanig tijdstip, dat leden van
den Raad verlet voor werkuren zouden
hebben.
DE VERBETERING VAN DE
KANAALDRUG.
Op korten afstand van de Kanaalbrug.
aan de zijde van de Loskade is men begon
nen met de werkzaamheden op de plaats,
waar na de feestdagen de tijdelijke brug,
nml. de Schipbrug uit Vlissingen ligplaats
zal krijgen om voor de overgang over het
kanaal te zorgen tijdens het verbeteren en
electrificeeren van de Kanaal- of Stations-
brug, waarmede een drietal maanden ge
moeid zal zijn.
INZAKE EEN VREDESCONFERENTIE.
Naar aanleiding van het schrijven van 't
Nederl. Comité der Internationale Vredes
campagne, houdende verzoek instemming
te willen betuigen met het adres aan H.M.
de Koningin, bij hetwelk haar wordt ver
zocht de regeeringen van alle volkeren uit
te noodigen tot deelneming aan een op
korten termijn uit te schrijven derde Vre
desconferentie, deelden B. en W. het vol
gende mede. De nobele bedoelingen van 't
Comité worden door B. en W. ten volle
gewaardeerd en zij zullen ook den Raad in
haar volle gewicht toespreken. En vrijwel
alle Nederlanders, niet minder individueele
leden van Colleges van B. en W. en van
Gemeenteraden zijn er, naar de vaste over
tuiging van B. en W. als persoon diep van
doordrongen, dat al wat binnen mensche-
lijk bereik ligt moeten worden aangewend
om een nieuwen internationalen verdel-
gingskfijg te voorkomen. Daartegenover
mag men niet de oogen er voor sluiten,
dat de internationale politieke verhoudin
gen dermate verward en ingewikkeld zijn,
dat het voor niet-ingewijden, zooals de Ra
den toch zonder twijfel zijn, onmogelijk
valt te beoordeelen of op dit oogenblik be
paalde «tappen, zooals verzoeker beoogt,
practisch en doeltreffend resultaat zullen
kunnen opleveren. In het sterke en onwrik
bare geloof, dat èn Hare Majesteit de Ko
ningin èn, naast haar, de Nederlandsche
regeering geen gelegenheid, welke ook,
zullen laten voorbijgaan om werkzaam te
zijn voor al hetgeen den vrede in de we
reld kan bewaren en bevorderen, meenen
B. en W. te moeten voorstellen zich van het
uitoefenen van invloed te dezer zake te ont
houden.
HET CONCERT VAN „EUPHONIA".
De Goesche Harmonie „Euphonia" direc
teur de heer P. de Rooij zal Zaterdag op
haar concert 8.15 in den tent op 't Bellamy-
park het volgende programma uitvoeren:
„Le Chef de Corps" marche militaire, V.
Bury. „Ouverture „Zampa" F. Herold arr.
G. Allier. Charm of the Valse" (potpourri
van bekende walsen) arr. A. Winter; „Vi«
oletta" tango, O. Klose arr. P. de Rooij.
„Ouverture „Pique Dame" F. von Suppé.
„Een vroolijke boel" (potpourri van beken
de succesnummers), W. Ciere arr. Pierolff.
„Episode Militaire" (herinnering aan den
slag van Waterloo), H. J. H. Kessels. Fi
nale.
Overplaatsingen loodsbedrijf.
Met ingang van 1 September a.s. zullen
de binnenloodsen J. W. Hendrikse en Ph. J.
Guttig worden overgeplaatst van Terneuzen
naar Antwerpen en met ingang van 15 Sep
tember a.s. de hulpbinnenloods P. van Es
van Vlissingen naar Terneuzen.
ZEEBADEN.
Gedurende de week van Vrijdag 19 tot en
met Donderdag 25 Augustus werden in het
gewone bad 2481 en in het volksbad 1469,
of totaal 3950 zeebaden genomen.
De gemiddelde temperatuur van de lucht
was 76 en die van het water 66 graden.
OOSTKAPELLE. Donderdag reed een
vrachtauto, geladen met vlas, komende van
de hofstede „Duino", een der vier meter
hooge prachtige arduinsteenen palen van
den ingang der buitenplaats „Zeeduin" van
zijn voetstuk. Ook het ijzeren hekwerk, het
welk aan den paal bevestigd was, kwam
mede naar beneden. De sierlijke bloempot?
en dioeg een witten hoed met lange veer.
De officieren van Saxon's ruiters kwamen
nu dichter bij hun koning, die sprak:
„Gij gaat strijden tegen een vijand, die
telkens door u overwonnen is. God, die
onze rechtvaardige zaak beschermt, zal ons
de overwinning schenken. Schuwt geen ge
varen. Blijft moedig bij uw vaandels en
strijdt onverschrokken onder de oogen van
uw koning, die u bemint, als zijn kinderen
en alle gevaren met u deelt.*)
Een luid gejuich steeg op uit de gelede
ren. De muziek speelde en met ongeduld
wachtten de Zweden op het sein voor den
aanval.
„Het schijnt wel een groote feestelijke
parade van een honderd duizend man", zei
Saxon. „Vele Zweden hebben naar oud ge
bruik mee een groenen tak op den helm".
Maar toen juist gaf Tilly het teeken tot
een aanval met drie schoten.
„De slag is begonnen", schreeuwde gene
raal Saxon en hij nam zijn plaats weer in
aan het hoofd van zjjn dapperen.
Gustaaf Adolf antwoordde oogenblikke-
ljjk. „Het eerste schot is een treffer", riep
Melchior. „Kolonel Baumgartner is ver
pletterd. Een goed begin is een daalder
waard".
„Nu opgepast, jongelui", waarschuwde
majoor Melchior. „Pas op, dat hooren en
zien je niet vergaat". En inderdaad begon-
een hevig artillerievuur, dat twee volle
uren duurde.
(Wordt vervolgd)-
Mr. C. F. Hang. De 30-jarige oorlog-