KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DÈ PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CR T.) VAN VRIJDAG 26 AUGUSTUS 1938. No. 200c IN GEHEIMEN DIENST. MIDDELBURG. DE RINGRIJDERIJ IN DE ABDIJ. VLISSINGEM. WALCHEREN. Nogmaals het incident van Tsjangkoefeng. Van onzen Russischen medewerker dr. Boris Raptschinsky ontvingen wij nog een uitvoerige beschouwing over het incident van Tsjangkoefeng, het incident, dat eeni- ge weken geleden op een oorlog tusschen Rusland en Japan scheen te zullen uitloo- pen, doch dat voorloopig in der minne werd geschikt met wapenstilstand en het besluit tot benoeming van een Russisch-Japansche commissie, welke zal moeten probeeren vast te stellen, tot welk land de heuvel waar zoo verbitterd is gestreden, toebehoort Zooals men weet, hebben beide partijen er zich van teruggetrokken: op 't oogenblik is het gebied „niemandsland". Dr. Raptschinsky wiens lezing eenigs- zzns afwijkt van de beschouwing, welke on langs op deze plaats aan het incident gewijd werd is van meening, dat de Japanners het in het leven hebben geroepen, om weer eens te kunnen polsen, hoe het op het oogenblik (na al de „zuiveringen" in het roode leger) met Rusland's militaire macht gesteld is. Vooral de Japansche generaals begeerden vast te stellen, in hoeverre de geest van het Russische leger ondermijnd was en of Japan er geen gebruik van kan maken om nu reeds tot de verwezenlijking van een volgend gedeelte van zijn weidsche oorlogszuchtige plannen over te gaan. Een van de belangrijke onderdeelen van die plannen voorziet n.l. in het terugdringen van de Russen naar Siberië, in de bezetting door de Japanners van het Russische ge bied aan de zeeën in het Verre Oosten. De regeering te Tokio was niet van zins een oorlog met Rusland te laten ontkete nen (Japan kan zich onder de tegenwoor dige omstandigheden een dergelijke luxe niet permitteeren), maar zij hoopte dat Rus land weer zou toegeven. Op deze wijze zou Japan met zeer weinig inspanning een twee ledig doel kunnen bereiken: 1, het zou stra tegisch belangrijke punten kunnen bezetten, waardoor het bij de botsing met Rusland (die in Japan als onvermijdelijk beschouwd Wordt, zij het wellicht niet direct, maar over eenige jaren, na de liquidatie van het Chineesche verzet) een veel voordeeliger positie zou innemen dan Rusland; 2. het zou het prestige van Moskou in Azië, dat den laatsten tijd zoo veel geleden heeft, een knauw geven, waardoor de Chineezen ont moedigd zouden worden. In dit licht bezien, is de aanval op de heuvels van Tsjangkoefeng volkomen be grijpelijk. Dat die heuvels Russisch bezit zijn, staat vast. Rusland hield die heuvels steeds bezet; vóór den wereldoorlog lagen er tamelijk veel Russische soldaten. Japan heeft nooit tegen die bezetting geprotes teerd. De bolsjewiki hebben de groote stra tegische beteekenis van die heuvels niet begrepen en hielden er daarom geen be zetting. Toen de verhouding tusschen Rus land en Japan gespannen werd, liet Blü- cher, door iemand ingelicht over de stra tegische beteekenis van de heuvels, Tsjang koefeng bezetten. De Japanners besloten voor den zooveeisten keer door bluf de Rus sen te dwingen die heuvels te ontruimen. Tokio was overtuigd, dat Moskou weer zou zwichten, daarom gaf het zoo veel rucht baarheid aan zijn stappen in die richting. Moskou weigerde echter toe te geven. Nu werd het voor de Japansche militairen, die in Japan de lakens uitdeelen, een kwestie van „eer". Zij maakten gebruik van de om standigheid, dat de Russen, door hun zor geloosheid en door de wrijvingen tusschen de afzonderlijke departementen, op een strategisch punt van deze beteekenis en op zulk een gespannen oogenblik slechts een klein detachement van grenswachters hiel den, die bovendien weinig wapens tot hun beschikking hadden, om de heuvels te ver overen. Nu was het doel bereikt: Tsjang koefeng bevond zich in Japansche handen, het prestige van Rusland heeft een knauw gekregen, de „eer" was gered. Rusland wei gerde echter zich bij het fait accompli neer te leggen. Het zond naar die plek nieuwe troepen. Het incident groeide uit tot een veldslag: Het voortduren van de gevechten maakte een oorlog tusschen Rusland en Japan onvermijdelijk. Tokio besloot ten kos te van alles een ramp te voorkomen. De Japansche gezant te Moskou, Sjige- mitsoe, een der leiders van de anti-Russi sche partij in Japan, kreeg opdracht, het incident bij te leggen. Hij trachtte in het begin Litwinow door bluf schrik aan te jagen en dreigde met een oorlog. Litwinow hield voet bij stuk en Sjigemitsoe zag zich Historische Avonturenroman, Door G. P. BAKKER. 69). 'ft'anT,clen rechterkant staan de Kroaten L sofine en links nog een viertal re- Duitsche kurassiers. Voor hun ®en twintigtal veldstukken en s zestien stukken zwaar ge schut. Een sterke opstelling. Een gevaar voor het Saksische leger, dat tegenover hen m l reikte Edzke den kijker en ver- voglde: „Kun je het goed zien? Dit is voor jou een practisch lesje in de strategie De beroemdste veldheeren staan hier tegen over elkaar. Aan den linkervleugel, schuin tegenover ons, heeft Pappenheim 'het op perbevel. Achter hem liggen de dorpen Breitenfeld, Lindenthal en de beide Wilde- ritschs. Acht regimenten en Tilly's ruite rij". „In het midden voert Tilly zeker zelf het commando?" vroeg Edzke. „Juist, zoo is de opstelling. Linker- en rechtervleugel, de opperbevelhebber in het midden", zei de adjudant in buitengewonen dienst, de man van Werben. „En behalve zijn voetvolk musketiers en piekeniers, heeft hij ook een aantal regimenten ruite rij. Een leger op zich zelf, daar in het mid den". „Maar ik zie niet, dat hij reservetroepen heeft", bracht Melchior in het midden. „Het is een groote fout", antwoordde de adjudant, „geen spaartroepen te hebben. Te veel de kansen op één kaart". „Zie je alles duidelijk?,, vroeg Melchior genoodzaakt zijn houding te wijzigen; Lit winow bleef echter weigeren op de voor stellen van Japan in te gaan, hij eischte een onvoorwaardelijke ontruiming van Tsjangkoefeng door de Japanners. Dat zou een slag voor het Japansche prestige be- teekenen. Sjigemitsoe wist deze vernedering te voorkomen en stelde voor, beide legers te laten terugtrekken. Dat de Japanners dit met verbittering deden, ligt voor de hand; even duidelijk is het, dat de Japan sche generaals besloten hebben zich op de Russen te wreken, zoodra de gelegenheid gunstig is. Voorloopig zijn echter de diplo maten aan het woord. Waarin ligt de beteekenis van Tsjang koefeng? Zonder in uitvoerige strategische besprekingen te treden, kunnen wij op het volgende wijzen. Wladiwostok is aanzienlijk versterkt, het is een pistool gericht op het hart van Japan. De sterke Russische lucht vloot kan van uit hun basis bij Wladiwostok de Japansche steden aanvallen. Een Japan sche diplomaat heeft kort geleden gezegd, dat Japan het voortbestaan van Wladiwo stok als een gevaar voor zijn machtspositie beschouwt en de vesting moet veroveren, Dat was weinig diplomatiek uitgedrukt, maar het gaf goed weer, wat de macht hebbers te Tokio denken. Behalve het ge vaar van luchtaanvallen, is er nog een ge vaar van onderzeeërs. Wladiwostok is de basis van de Russische onderzeeërs in de Ja pansche Zee. In geval van een oorlog tus schen Rusland en Japan kunnen de Russi sche onderzeeërs de Japansche scheepvaart bedreigen. Het ligt daarom voor de hand, dat de Japanners de verovering van Wla diwostok als de eerste taak bij een oorlog met Rusland zullen beschouwen. De weg naar Wladiwostok leidt echter door het gebied van Tsjangkoefeng. De heuvels van Tsjangkoefeng beheerschen bovendien de haven van Possiët. Nestelen de Japanners zich op Tsjangkoefeng en versterken die heuvels, dan verliest de Possiëtbaai haar beteekenis voor Rusland en wordt de be dreiging van een bombardement uit de lucht voor de Japansche steden minder groot. Uit het bovenstaande is dus duidelijk, dat de strijd om het bezit van die heuvels fel zal zijn. Beide partijen zullen in de com missie trachten de bezetting van die heu vels te verkrijgen. Daarom kunnen wij met vrij groote zekerheid aannemen dat de on derhandelingen van de commissie voor de vaststelling van de grens tusschen Rusland en Mandsjoekwo tot botsingen zullen leiden en dat menig dramatisch tafereel te ver wachten is. HET REGEERINGSJUBILEUM VAN DE KONINGIN. En de arbeid in hotels en koffie huizen. De minister van sociale zaken heeft goed gevonden, in verband met feesten ter vie ring van het 40-jarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin, ten aanzien van mannen en vrouwen, die arbeid verrichten in een koffiehuis of een hotel, gedurende het tijdvak van 29 Augustus tot en met 10 September het volgende te vergunnen: Indien in een gemeente des rijks in ver band met feesten als bovenbedoeld op een of meer dagen in bovengenoemd tijdvak voor koffiehuizen of hotels een later slui tingsuur is toegestaan, mag de aan dit ver late sluitingsuur aansluitende dagelijksche onafgebroken rusttijd zooveel korter zijn dan 10 uren als de betrokken inrichtingen langer geopend mogen zijn, echter met dien verstande, dat die rusttijd niet minder dan zeven uur mag bedragen. DE VERHOOGING DER MONOPOLIEHEFFINGEN. Audiëntie bij dr. Colijn. In verband met den toestand, welke is ontstaan door het verhoogen van de mo nopolieheffingen op graan, heeft het comité van graanhandelaren, gevestigd te Rotter dam, zich dezer dagen tot den minister president, dr. H. Colijn, gewend, met het verzoek, enkele afgevaardigden van den graanhandel in audiëntie te ontvangen, ter bespreking van den huidigen stand van za ken. Naar wij vernemen, heeft dr. Colijn deze audiëntie toegestaan. A.S. Dinsdagmorgen om 10.30 zal de ministerpresident de afge vaardigden van den graanhandel ten de- partemente ontvangen. aan Edzke. „Hier, neem den kijker nog eens". „Niet noodig", klonk het antwoord. „Ik heb zeemansoogen". Saxon kwam aangereden. „Kijk", zei hij. „De keizerlijken hebben witte linten op hel men en hoeden, evenals bij de bestorming van Maagdenburg. Hoor je ze schreeuwen? „Jezus Maria!" En met zijn stentorstem brulde hij. „God met ons!" Een strijdkreet die door duizenden Zweedsche kelen werd herhaald. „Daar heb jé Tilly", wees hjj, den kijker voor het oog. „Ja, op den heuvel. Hij zit te paard in een wijden rok van groene zij de. Zijn hoed zakt bijna in elkaar van al die pluimen". „Hij heeft zich mooi gemaakt". „Dat deden de Grieken ook voor een veld slag" vertelde de man van Werben. „Daar komt de koning", schreeuwde Mel chior. „Hoera! Hoera!" „Leve de koning". De juichkreten jubel den door de Zweedsche gelederen. „Hij komt van het Saksische leger, dat onzen uitersten linkervleugel vormt tusschen de dorpen Düben en Lindenhain. Het Saksi sche leger is van het onze gescheiden door den straatweg Leipzig-Düben. Of het voor zichtigheid is van den koning of toeval, weet ik niet, maar ik ben er blij om. Er achter staat Van Arnheim met een paar duizend ruiters", merkte Saxon op. „In het midden het voetvolk onder den hertog van Saksen Alten, een neef van den keurvorst, en de artillerie, 26 veldstukken, tel ik, en 18 zware kanonnen. Geen gek heid. Nu, de Saksers zullen ze noodig heb- Alvorens den uitslag bekend te maken van de Ringrijderij, die gisteren in de Abdij plaats had, willen wij melden, dat ongeveer 1250 betalende bezoekers de controle zijn gepasseerd. Toen de tocht door de stad geëindigd was, is de vreedzame strijd hervat en was dit toen onder groote belangstelling van be^ zoekers, wier aantal in de morgenuren maar gering was. Tegen drie uur moest worden begonnen met het rijden om de drie wisselbekers en werd een andere regeling getroffen dan tot nu toe. De 17 deelnemers met den besten stand werden aangewezen om voor de bekers te kampen, maar de dan te maken ringen zouden bij hun totaal worden gevoegd, ten wijl op de tweede baan de niet kampenden ook verder reden en trachten hun totaal te verhoogen. Vroeger moesten de niet kam penden wachten en dit werd voor hen ven velend. De wijziging heeft later een abuis bij de berekening veroorzaakt, die echter in het vervolg kan worden voorkomen en dan is o.i. de nu gevolgde regeling niet slecht. De 17 voor de bekers rijdenden maakten 5 ommegangen en konden dus 10 keer den ring steken. Het resultaat was, dat P. Dingemanse van Biggekerke voor dit jaar den beker van de Koningin bemachtigde na kampen met J. Reijnierse Pz. te Koudekerke, die ook 8 ringen behaalde en nu den beker van de gemeente voor de derde maal verover de, terwijl J. Reijnierse Cz„ die 7 ringen had, den beker van den heer Jacq Frank te aanvaarden kreeg. Ook deze rijder woont te Koudekerke. Direct na dezen kamp werden de bekers uitgereikt. De voorzitter van Vreemdelingenverkeer, dr. C. F. Koch, wees er daarbij op, dat de dag der ringrijderij een hoogtepunt is in het leven van Vreemdelingenverkeer, Walche ren is een met rijkdom gezegend eiland. Het is rijk aan natuurschoon, het heeft een rij ken bodem en schoone monumenten, die stammen uit den tijd, dat er groote mate- rieele welvaart en rijkdom heerscht. Het zijn alle dingen, die Walcheren heeft mede- gekregen zonder dat de tegenwoordige be woners zich overmatig behoeven in te span nen om het in stand te houden. Maar dit onroerende goed wordt dubbel zoo mooi wanneer de boeren er leven aan geven door zich te vertoonen in hun prachtige dracht. Die dracht is rijk aan goud en zilver en prachtige sprekende kleuren. En om dien dracht in stand te houden, moet men zich er overmatig voor inspannen, omdat het verlies er van de schoonheid en het rijke aanzien van het eiland zou doen verminde ren op ongeëvenaarde wijze. Het zou zijn terugslag vinden in het vreemdelingenver keer en daarom is er ook de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer alles aan gele gen, dat dit jaarlijksch feest moge blijven bestaan, ter bevordering van de instand houding van dit oude gebruik en van de Zeeuwsche dracht. En omdat het bestuur dit van zoo groot belang acht, stelt spr. het zoozeer op prijs, dat zoowel de Commissaris der Koningin als de burgemeester van Middelburg door hun aanwezigheid het feest willen opluisteren en bereid waren per soonlijk de bekers, geschonken door H.M. de Koningin en door de gemeente Middel burg, te willen uitreiken. Spr. verzocht den Commissaris der Koningin daartoe over te gaan. De Commissaris der Koningin zeide dit gaarne te willen doen, doch eerst hulde te willen brengen aan de vereeniging voor Vreemdelingenverkeer,, die ook dit jaar we derom goede zorgen aan besteedde en het initiatief nam. Spr. meende dat de deel name der Walchersche bevolking zoo groot mogelijk moest zijn en dat zij, die niet deel nemen, toch het jaarlijksch festijn moeten bezoeken. Spr. wenschte Dingemanse har telijk geluk met het behalen van den beker en herinnerde er aan, dat deze rijder reeds eerder een beker heeft gewonnen. Daarna reikte de Commissaris hem den beker aan. De heer Dingemanse bracht dank voor de tot hem gerichte woorden en verzocht den Commissaris zijn oprechten dank aan de Koningin te willen overbrengen, waan op spr. een driewerf hoerah op de Konin gin inzette. Nog bracht hij een hoerah uit op de commissie voor de ringrijderij. De burgemeester zeide, dat het hem aan genaam was den beker van de gemeente ben tegen den dapperen veteraan Fürsten berg met zijn Italiaansch leger". „Kijk nu eens naar onze slagorde", zei Saxon. „Wij vormen den rechtervleugel, dicht bij ligt Delitsch. De koning zelf heeft het bevel over den geheelen rechtervleugel en 4000 ruiters, onder zijn persoonlijk com mando. Onder hem Banner geheel rechts en links van Banner de dappere Tott. Wij staan tusschen hen in. Zeg Melchior, heb je die nieuwe opstel ling gezien? Tusschen elk eseadron ruiters een ruimte met een paar honderd muske tiers. Daar zal Pappenheim straks van op schrikken. Ze zijn verdekt opgesteld. Naast Tott, Teutel met 9000 man voet volk, zes bataljons, elk met 5 veldstukken. Op de vaandels staat in goudeh letters: Koning Gustaaf Adolf, verdediger van het evangelische geloof". „Ik begrijp er niets van", zei Melchior. „Het is Latijn, majoor", legde Edzke's adjudant, de man van Werben uit. „Op den linkervleugel van de Zweden, maar aan deze zijde van den straatweg LeipzigDüben staat de rechterarm van den koning, Gustaaf Horn, ook met 4000 ruiters". „Grappig", schertste Saxon, „dat de koning zijn rechterarm aan zijn linker zijde heeft. Op de standaarden kun je le zen: Als God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?" „Ook zeker weer in het Latijn", bromde Melchior. „Onder Horn's commando Baudissen, met aan den linkerkant het voetvolk, weer 6 bataljons elk met 5 stukken geschut en in uit te reiken. Spr. bracht ook hulde aan Vreemdelingenverkeer. Hij wees er op, dat zij, die van elders in Middelburg komen wonen, zoo licht aan al het mooie der stad gewennen, maar toch blijft er een groote bekoring voor de vreemdelingen van uit gaan en daar is o.a. de ringrijderij van Vreemdelingenverkeer zoo'n groot belang voor. Spr. richtte woorden van troost tot Din gemanse, dat hij dit maal de beker van Middelburg niet heeft en wees er Reijnier se op, dat deze hem nu voor de derde keer heeft. Het wordt nu maar eens tijd, dat Mid delburg hem eens voor goed kwijt is en dan weer een nieuwen kan koopen. Spr. overhandigde Reijnierse zijn beker. De heer Reijnierse bracht ook dank en stelde een hoerah in op Vreemdelingenver keer en op de gemeente Middelburg. De heer Koch bood aan C. Reijnierse den beker van den heer Frank aan, en waar het de eerste maal is dat deze een beker won, hoopte spr. dat hij ten deze aan het begin van zijn loopbaan staat. De muziek zette het Wilhelmus in, dat door alle aanwezigen werd medegezongen, waarop mr. P. C. Adriaanse, secretaris van vreemdelingenverkeer, een driewerf hoerah op de Koningin inzette. Dit deel van het feest was afgeloopen en de commissie ging berekenen wie er nog zou moeten kampen voor de gewone prij zen, en intusschen werd om den potlepel ge reden. Het was Abr. Roose uit Oostkapelle, die daarvan de gelukkige bezitter werd. De uitslag van den algemeenen wedstrijd was als volgt: le J. Reijnierse Pz., Koudekerke 31 ringen; 2de J. A. Lous, Oostkapelle, 3e P. Dingemanse, Biggekerke; 4e J. Mesu Jzn„ Vere, allen 29 r.; 5e C. A. Polderdijk, Nieuw- en Sint-Joosland 26 r.; 6e L. P. Brasser, Vrouwenpolder; 7e J. Koole Jz„ Vlissingen, beide 25 r.; 8ste J. Reijnierse Cz„ Koudekerke, 9e Adr. Roose, Oostkapel le beide 24 r.; 10e J. Riemensc Jz„ Melis- kerke 23 r.; lie A. Reijnierse Wz„ Koude kerke, 22 r.; 12e M. Schoe Pz., Vrouwen polder 21 r.; 13e J. Maljaars Jzn. Oostka pelle 20 r„ 14e Jan Castel Wz„ West Soeburg 18 r„ 15e P. J. Maljers, Vere, 16e F. de Bree Czn„ Vrouwenpolder; beide 17 r. 17e J. C. Cevaal, Middelburg 16 r„ 18e I. J. Ce- vaal, Grijpskerke, 19e P. Duvekot Wz„ bei de 14 r.; 20ste J. I. Cevaal, Grijpskerke, 21ste J. Reijnierse Jbz., Koudekerke, 22ste K. Melis Pzn., Oostkapelle; 23ste G. J. Ce vaal, Middelburg, allen 12 r.; 24ste Joos Francke Mz„ Domburg 11 r.; 25ste C. D. Kodde Jz„ Soeburg; 26ste J. J. Cevaal, Grijpskerke 27ste A. P. Dingemanse, Sint- Laurens allen 10 r.; 28ste P. Pleijte, Nieuw en Sint-Joosland; 29ste L. Jobse, Koude kerke, ieder 9 r. 30ste J. de Pagter Jzn., Rittem, 8 r.; 31ste W. Cevaal Jz„ Rittem 32ste A. de Meulmeester, Koudekerke, ieder 7 r. 33ste Z. v. d. Heijden Wz., Koudekerke 6 r. en 34ste Adriaan Roose, Oostkapelle 4 r. Nog was er een bestuursprijs voor de 6 jongste rijders en deze werd behaald door A. Reijnierse Wz. van Koudekerke, die van die zes jongste het hoogst aantal ringen nml. 22 had. De voorzitter, dr. Koch, heeft met enkele toepasselijke woorden ook deze prijzen uit gereikt en het was half zeven toen hij de ze 26ste ringrijderij sloot met een oproep tot alle deelnemers om ook volgend jaar op te komen en anderen mede te brengen. PRESENTIEGELD OF VERGOEDING AAN IN DE COMMISSIE VAN OVERLEG ZITTING HEBBENDE RAADSLEDEN. Bij de behandeling der nieuwe verorde ning voor het georganiseerd overleg in de vergadering van 27 Juli zegden B. en W. toe te zullen nagaan of eene regeling zou kunnen worden getroffen voor het verlee- nen van presentiegeld of vergoeding aan de leden van den Raad, die zitting hebben in de commissie van Overleg. B. en W. deelen thans mede, dat de gemeentewet slechts de mogelijkheid eener vergoeding (presentiegeld) voor bepaald genoemde vergaderingen kent, welke uitsluitend door Raadsleden als zoodanig worden bijge woond. Dit nog maar sedert 1931 want voor dien was alleen presentiegeld voor raads vergaderingen toe gelaten. De conclusie van B. en W. kan geen an dere zijn, dan dat het toekennen van pre sentiegeld aan leden van den Raad, die zit ting hebben in de Commissie van Overleg, niet geoorloofd is. De beantwoording van de vraag of een andere vergoeding aan de Raadsleden op haar plaats zou zijn zal naar de meening van B. en W. aan de practijk de open ruimten cavalerie met karabijnen gewapend. Op de vaandels der infanterie een gouden zon achter een wolk verborgen en de spreuk; Laat maar zeker. Geheel links, maar nog aan deze zijde van den straatweg, heeft de koning nog een paar regimenten met karabijnen geplaatst om het Zweedsche en het Saksische leger aan den anderen kant van den straatweg vol komen te scheiden. Een zeer voorzichtige maatregel. Gustaaf Adolf laat zoo weinig mogelijk aan het toeval over en plaatst zijn vijanden telkens weer voor nieuwe uitvin dingen en manoeuvres. Onze reserve, drag onders, wordt aangevoerd door Schaffman en Cochitzky. Daar, die witte tenten achter Schaffman's dragonders, zijn voor den nieuw ingerichten geneeskundigen dienst van dok ter Praxiteles. Hij fiëeft in dien korten tijd veel tot stand gebracht. Een knap stuk werk". „Ik heb gehoord, dat onze en de Saksi sche bagage dicht bij Düben achtergeble ven is", merkte Edzke op. „Hier, waar wij staan, zal het warm toe gaan, Edzke", vervolgde hij. „Tusschen Banner en Tott, een eereplaats voor Sa xon's ruiters. Daar schuin voor je, die groote geharnaste ridder, een witte pluim op den helm, is ons aller vriend Godefroy Henricus graaf van Pappenheim, opperbe velhebber van het leger der katholieke li ga. Hij wacht met ongeduld het sein voor den aanval". Gustaaf Adolf reed langs de troepen. „Leve de koning", donderde het over de vlakte van Leipzig. De koning groette met de hand. Hij was gekleed in een grijzen rok' moeten worden overgelaten. Vooralsnog komt het B. en W. voor, dat zich alleen bij hooge uitzondering voor de betrokken leden een geval van derving van inkomsten zal voordoen. Uiteraard zal van de zijde van B. en W. zooveel mogelijk wor den voorkomen, dat vergaderingen der Commissie van Overleg, worden uitgeschre ven tegen zoodanig tijdstip, dat leden van den Raad verlet voor werkuren zouden hebben. DE VERBETERING VAN DE KANAALDRUG. Op korten afstand van de Kanaalbrug. aan de zijde van de Loskade is men begon nen met de werkzaamheden op de plaats, waar na de feestdagen de tijdelijke brug, nml. de Schipbrug uit Vlissingen ligplaats zal krijgen om voor de overgang over het kanaal te zorgen tijdens het verbeteren en electrificeeren van de Kanaal- of Stations- brug, waarmede een drietal maanden ge moeid zal zijn. INZAKE EEN VREDESCONFERENTIE. Naar aanleiding van het schrijven van 't Nederl. Comité der Internationale Vredes campagne, houdende verzoek instemming te willen betuigen met het adres aan H.M. de Koningin, bij hetwelk haar wordt ver zocht de regeeringen van alle volkeren uit te noodigen tot deelneming aan een op korten termijn uit te schrijven derde Vre desconferentie, deelden B. en W. het vol gende mede. De nobele bedoelingen van 't Comité worden door B. en W. ten volle gewaardeerd en zij zullen ook den Raad in haar volle gewicht toespreken. En vrijwel alle Nederlanders, niet minder individueele leden van Colleges van B. en W. en van Gemeenteraden zijn er, naar de vaste over tuiging van B. en W. als persoon diep van doordrongen, dat al wat binnen mensche- lijk bereik ligt moeten worden aangewend om een nieuwen internationalen verdel- gingskfijg te voorkomen. Daartegenover mag men niet de oogen er voor sluiten, dat de internationale politieke verhoudin gen dermate verward en ingewikkeld zijn, dat het voor niet-ingewijden, zooals de Ra den toch zonder twijfel zijn, onmogelijk valt te beoordeelen of op dit oogenblik be paalde «tappen, zooals verzoeker beoogt, practisch en doeltreffend resultaat zullen kunnen opleveren. In het sterke en onwrik bare geloof, dat èn Hare Majesteit de Ko ningin èn, naast haar, de Nederlandsche regeering geen gelegenheid, welke ook, zullen laten voorbijgaan om werkzaam te zijn voor al hetgeen den vrede in de we reld kan bewaren en bevorderen, meenen B. en W. te moeten voorstellen zich van het uitoefenen van invloed te dezer zake te ont houden. HET CONCERT VAN „EUPHONIA". De Goesche Harmonie „Euphonia" direc teur de heer P. de Rooij zal Zaterdag op haar concert 8.15 in den tent op 't Bellamy- park het volgende programma uitvoeren: „Le Chef de Corps" marche militaire, V. Bury. „Ouverture „Zampa" F. Herold arr. G. Allier. Charm of the Valse" (potpourri van bekende walsen) arr. A. Winter; „Vi« oletta" tango, O. Klose arr. P. de Rooij. „Ouverture „Pique Dame" F. von Suppé. „Een vroolijke boel" (potpourri van beken de succesnummers), W. Ciere arr. Pierolff. „Episode Militaire" (herinnering aan den slag van Waterloo), H. J. H. Kessels. Fi nale. Overplaatsingen loodsbedrijf. Met ingang van 1 September a.s. zullen de binnenloodsen J. W. Hendrikse en Ph. J. Guttig worden overgeplaatst van Terneuzen naar Antwerpen en met ingang van 15 Sep tember a.s. de hulpbinnenloods P. van Es van Vlissingen naar Terneuzen. ZEEBADEN. Gedurende de week van Vrijdag 19 tot en met Donderdag 25 Augustus werden in het gewone bad 2481 en in het volksbad 1469, of totaal 3950 zeebaden genomen. De gemiddelde temperatuur van de lucht was 76 en die van het water 66 graden. OOSTKAPELLE. Donderdag reed een vrachtauto, geladen met vlas, komende van de hofstede „Duino", een der vier meter hooge prachtige arduinsteenen palen van den ingang der buitenplaats „Zeeduin" van zijn voetstuk. Ook het ijzeren hekwerk, het welk aan den paal bevestigd was, kwam mede naar beneden. De sierlijke bloempot? en dioeg een witten hoed met lange veer. De officieren van Saxon's ruiters kwamen nu dichter bij hun koning, die sprak: „Gij gaat strijden tegen een vijand, die telkens door u overwonnen is. God, die onze rechtvaardige zaak beschermt, zal ons de overwinning schenken. Schuwt geen ge varen. Blijft moedig bij uw vaandels en strijdt onverschrokken onder de oogen van uw koning, die u bemint, als zijn kinderen en alle gevaren met u deelt.*) Een luid gejuich steeg op uit de gelede ren. De muziek speelde en met ongeduld wachtten de Zweden op het sein voor den aanval. „Het schijnt wel een groote feestelijke parade van een honderd duizend man", zei Saxon. „Vele Zweden hebben naar oud ge bruik mee een groenen tak op den helm". Maar toen juist gaf Tilly het teeken tot een aanval met drie schoten. „De slag is begonnen", schreeuwde gene raal Saxon en hij nam zijn plaats weer in aan het hoofd van zjjn dapperen. Gustaaf Adolf antwoordde oogenblikke- ljjk. „Het eerste schot is een treffer", riep Melchior. „Kolonel Baumgartner is ver pletterd. Een goed begin is een daalder waard". „Nu opgepast, jongelui", waarschuwde majoor Melchior. „Pas op, dat hooren en zien je niet vergaat". En inderdaad begon- een hevig artillerievuur, dat twee volle uren duurde. (Wordt vervolgd)- Mr. C. F. Hang. De 30-jarige oorlog-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5