W föv&trïttciule 0
MIDDELBURGSCHE COURAHT
(&GOESCHE COURANT)
BINNENLAND.
SPORT.
ZEELAND.
STOOMWASSCHERIJ „ZEELAND"
Het Antisemitisme in
Nederland.
De economische positie van
den tuinbouw.
Langevielesingel D 197 - Tel. 637
Tarief per kilo en per stuk.
MIDDELBURG.
GOES.
Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crt.
Bureauxte MIDDELBURGSt. Pieterstr. 28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOES Turfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in'Middelburg en Goesl8 ct.
«99 195. TV JEE BLADEN. .jATE „DAG [~^~W 20 AUG. 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARG. nKvn
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager.
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. .,Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct.
Augs.
Midden-
i.
Van walging vervuld over de in ons vrije
Nederland steeds veelvuldiger, steeds bru
taler en gemeener wordende aanvallen op
een deel onzer Nederlandsche staatsburgers,
welke den Israëlitischen godsdienst belijden,
of althans, al dan niet in zuivere lijn, af
stammen van ouders, grootouders of ver
dere voorvaderen, wier godsdienst de Isra
ëlitische was, zij hier over het onmensche-
ljjke en dus menschonwaardige verschijnsel
van het anti-semitisme in Nederland ook
eens het onze gezegd.
Hoe vernederend dat ook moge zijn, hoe
kenmerkend voor het cultureele peil, waar
toe ook Nederland schijnt te gaan afzakken,
toch moet ditmaal, in verband met de nu
reeds hieromtrent ook in ons vaderland
heerschende geestesgesteldheid, aan onze
beschouwing deze beschamende verklaring
voorafgaan: dat schrijver dezes, voor zoo
ver hem bekend, tot aan koning Radbouds
tijd, geen joodsch bloed in de aderen heeft;
dat geen enkele redacteur van ons blad
jood, of van joodsche komaf is; en dat zelfs
in den raad van commissarissen onzer ven
nootschap geen enkele jood zit. Het zou ons
persoonlijk niet deren, als het anders ware,
maar het feit ligt er nu eenmaal, en dat is,
tegenover degenen, die in hun onwetend
heid of erger, op „de door joden geleide
Nederlandsche pers" schelden, toch wel een
vaststelling die, in verband met wat volgt,
de moeite waard moet zijn. Van het houden
eener oratio pro domo zal men ons op dit
punt althans niet kunnen verdenken.
Maar ter zake.
Wie mocht meenen, dat het antisemitisme
een product van de laatste jaren is, vergist
zich. Het is zoo oud als de wereld. Het is,
zij het niet in z'n tegenwoordige onmensche-
lijke felheid en domheid, toch ook in West'
Europa, in Duitschland, Frankrijk, Oosten
rijk, al van vóór den oorlog-1914 bekend.
Maar tot staatsleerstelling is het bij onze
naburen toch pas enkele jaren geleden ver
heven en in het voetspoor van die sinds
dien daar ontketende anti-joodsche drijf
jachten steekt het voor Nederland volko
men volksvreemde antisemitisme ook
bij ons steeds driester den kop op.
Volksvreemd, want dat is het anti
semitisme den Nederlander. Dit mochten
toch vooral zij bedenken, die er prat op gaan
den Nederlandschen volkseigenen aard vrij
te willen houden van vreemde smetten en
volksvreemde invloeden, maar die desalniet
temin omdat het Duitsch is dit aan
ons Nederlandsche tolerante en humanitaire
karakter zoo volkomen vreemde ele
ment van het anti-semitisme binnenhalen!
Wat is het anti-semitisme, waarop berust
het, en heeft het recht en reden van be
staan?
Men kan van het anti-semitisme wel een
begripsomschrijving trachten te geven, bij
voorbeeld: dat het is de leer, dat de joden
(het „joodsche ras") als „volksvreemd ele
ment" zoo veel en zoo fel mogelijk geweerd
moeten worden uit het geheele economische
en cultureele leven eener niet-joodsche, ari
sche, germaansche natie of iets van dien
aard, maar daarmeê blijft men toch te veel
in de sfeer van het bedacht begripmatige.
In zijn diepere wezen is het anti-semitis
me, dunkt ons, meer een volkomen onbere
deneerde, dus instinctmatige afkeer van „de
joden", wijl zij „anders" zouden zijn dan
degene met zijn familie en kennissenkring,
die dit oordeel uitspreekt.
En de anti-semiet is dan in dit opzicht
als de vrouw: men kan haar bezwaren
tegen iets of iemand stuk voor stuk
weerleggen, en dan zal zij zeggen: tóch
mag ik het, of hem, niet 'lijden!
Zoo kan men de stellingen van het an
ti-semitisme stuk voor stuk ontzenuwen,
ja trachten het tegenovergestelde ervan
onomstootelijk te bewijzen, en dan nog zal
de echte anti-seiniet zeggen: het kan al
lemaal wel waar wezen wat ge daar zegt,
maar tóch kan ik de Joden niet uitstaan.
Het anti-semitisme is dus primair een
gevoel..
Een gevoel van afkeer.
Van: het andere.
Ter beantwoording van de laatste en
belangrijkste vraag, namelijk of het anti
semitisme recht en reden van bestaan
heeft, dient nu echter eerst de tweede
vraag beschouwd te worden: waarop be
rust het?
Er zijn lieden, die hier met ras-princi
pes en Blut-und-Boden-mystiek gaan wer
ken. De dwaasheden, die uit naam van de
rassenleer verkondigd worden, gaan we
hier maar stilzwijgend voorbij: zulke tot
politieke doeleinden en bevrediging van
eigen lusten en gevoelens pasklaar gesne
den namaak-wetenschap is niet waard
voor ernst genomen te worden.
Ook de bloed-mystiek van dit soort lijkt
ons wel wat zwevend en dus niet onge
vaarlijk; slechts voor het begrip der in-
heemschheid, het langdurige ingezeten
schap (of: zoo men wil Boden-verbunden-
heit; zou men kunnen gevoelen. Met dien
verstande dan evenwel, dat dit beginsel
ook al-om zal gelden, en 'derhalve een
geïmporteerde, zich „Ariër" noemende en
schrijvende pas genaturaliseerde niet-Ne-
ander, of 'n ex-Pruisisch-officier, en nu
nog maar nauwelijks redelijk Nederlandsch
sprekende Limburgsche graaf zal achter
staan bp een eeuwen lang van geslacht op
geslacht goed Nederlander zijnden Jood!
Schouwen we echter wat dieper, dan
vmden we als echten wortel van het an
ti-semitisme, dunkt ons: een anders-geaard
zijn op geestelijk gebied van den gemid
delden Jood ten opzichte van den gemid
delden niet-Jood.
Het is fout, te dezen opzichte den vogel
struis na te volgen en dit verschil over
iet hoofd te whlen zien of zelfs het te
willen ontkennen, het is echter nog vee.
erger rout, dit versciiil grooter voor te
stellen dan het is, het zelfs te vervormer,
en verdraaien. Men moet het erkennen
en zien, juist zoo als het is. Wie dat eer
lijk wil, kan niet beter doen dan de ma
gistrale studie van (den Jood) F. Bern
stein „Over Joodsche Problematiek" ter
hand te nemen.
Weliswaar gaat deze Joódsche schrijver,
merkwaardigerwijze, ons, als niet-Joodsche
Nederlander, iets te ver in net trekken van
scheidingslijnen tusschen Joden en niet-
Joden, maar dat neemt niet weg dat de-
klaarheid en de scherpzinnigheid, de rus
tige zekerheid, de objectiviteit en de har
de eerlijkheid van deze echt-Nederlandsche
studie eenerzijds een voortreffelijken kijk
op, een diepen blik in het Joodsche pro
bleem geeft, anderzijds en geheel onbe
doeld, door z'n echt Nederland
schen stijl en karakter een schitterende
weerlegging is van de anti-semitische stel
ling der „vreemdheid" van den Jood aan
onze Nederlandsche cultuur!
Het feit van het verschil te ont
kennen, is echter dwaas. Dat doet geen
verstandig mensch. Dat behoeft ook niet.
Is de Zeeuwsche boer niet verschillend van
den Brabantschen industrie-arbeider; de
Groninger kofschipper niet van den Lim-
burgschen mijnwerker? En zijn dit toch
ook niet allien Nederlandera'
Zoo zijn wjj er van overtuigd, gelijk iedere
rustig en redelijk denkende jood eveneens
zal willen toegeven, dat bv. een breed op
gezet en zich over veel materiaal uitstrek
kend psychotechnisch en karakterologisch
onderzoek naar de geestelijke en zedelijke
eigenschappen van joodsche en niet-jood
sche Nederlanders hoogstwaarschijnlijk
eenige markante verschilpunten zed opleve
ren. Zoowel in gunstig als in ongunstig op
zicht zal daa, vermoeden wij, nu eens weer
de jood, daar weer de niet-jood, dominee-
ren. Maar dat wil allerminst zeggen dat
een consciëntieus man zal kunnen of mogen
verklaren, dat deze of gene „beter" of „min
der-waardig" is; het zal niets anders be-
teekenen, dan dat het eene type van het
andere op bepaalde punten een weinig zal
verschillen. Waarbij dan niet uit het oog
verloren mag worden, dat zulke statistieke
„typen"in de werkelijkheid niet
b e s t a a n, de variaties ver onder en ver
boven de gemiddelde curve plegen te lig
gen!
Maar dit vermoedelijk aantoonbare ver
schil in gemiddeld type is dan ook het uiter
ste waartoe men, generaliseerende, gaan
mag.
Met het wezen van het politieke en
staatkundige anti-semitisme staat dit ech
ter slechts in een zeer verwijderd verband;
het eigenlijke anti-semitisme vloeit uit de
ze erkenning op de volgende misvormende
wijze voort, te weten: dat het eerst de ver
schillen in gunstigen zin schrapt,
vervolgens die in ongunstigen zin
sterk aandikt, daarna een en ander leelijks
waaraan alle grond ontbreekt, er aan toe
voegt, vervolgens het gemiddelde type van
den niet-jood in omgekeerden, vergoelijken
den en verfraaienden, veredelenden zin be
handelt, daarna de gemeen misvormde ka
rikatuur van de joodsche psyche generali-
seerend verklaart te zijn „het" karakter
beeld van „den" jood, om vervolgens en
tenslotte, de ooren sluitende voor elk rede
lijk vertoog, elk zuiver-menschelijk gevoel
ten aanzien van deze joodsche medemen-
schen, hen uit de volksgemeenschap te ban
nen en zich tot hun verdelging aan te gor
den.
Dat is het gevaarlijke en het mensch-
onteerende anti-semitisme, hetwelk dicht
bij ons heerscht en hetwelk thans ook 't
gastvrije Nederland der geestesvrijheid
dreigt te overwoekeren.
Daartegen gaat ons scherpe verzet.
Op grond der redelijkheid en der men-
schelijkheid.
KUNST EN WETENSCHAP.
H. P. van der Haar. f
Op 70-jarigen leeftijd is te Wassenaar
plotseling overleden de figuur- en land
schap- en portretschilder Hermannus Pe
trus van der Haar.
Op 2 December 1867 werd hij te Aven-
horn (N. H.) geboren waar zijn vader arts
was. Hij doorliep de teekenacademie te Dus-
seldorf, kwam daarna in Nederland terug,
waar hij leerling is geweest van Josef Is-
raëls. Hij was twee jaren pensionnair van
PI. M. de Koningin. Veel heeft hij in het
buitenland gewerkt, in Duitschland, Polen,
Italië en Zwitserland. In Nederland werk
te hij te Den Haag en Utrecht, in het Gooi,
in Twente en op Walcheren, waar hij een
aantal jaren te Vere gewoond heeft. Nog
geen jaar geleden vestigde hij zich te Was
senaar, waar hij tot het laatst van zijn
werkzaam leven toe in groote opgewektheid
gewerkt heeft.
De begrafenis is heden Zaterdag geschied
op de Ned. Herv. begraafplaats te Wasse-
RECHTSZAKEN.
EEN SLORDIGE ARTS.
De Almelosche arts W. A. de G. is door
den kantonrechter aldaar veroordeeld, con
form den eisch van het O.M., tot een geld
boete van 150, subs. 150 dagen hechtenis,
omdat hij een verklaring van overlijden
had afgegeven, zonder vooraf tot persoon
lijke lijkschouwing te zijn overgegaan.
Deze verklaring betrof het kindje van
een woonwagenbewoner, die in gezelschap
van een kameraad, den dokter kennis had
gegeven van het overlijden, waarop de arts,
zonder zich persoonlijk te overtuigen, de
verklaring afgaf. De kennis had dit zoo
grievend geacht, dat hij van het voorval
aangifte bij de marechaussee deed.
Zoodra wij persoonlijke ervaringen
als algemeene waarheden gaan be
schouwen, beginnen wij verbitterd te
worden.
VOOR ONZE DEFENSIE.
Aan vrijwillige bijdragen voor de ver
sterking van de defensie is tot op heden in
totaal ontvangen 132.237.
DEPUTATIE VAN DEN SOESOEHOENAN
VAN SOERAKARTA AANGEKOMEN.
Met den Etoile du Nord is de deputatie
van den Soesoehoenan van Soerakarta gis
termiddag te Den Haag aangekomen. Zïj
bestaat uit den oudsten zoon van zijne vor
stelijke hoogheid Pakoe Boewono X, Pan-
geran Hangabehi, vergezeld van zijn echt-
genoote, Raden Ajoe Hangabehi en twee
kinderen. Pangeran Hangabehi is luitenant
kolonel bij den generalen staf a la suite en
officier in de orde van Oranje-Nassau.
Pangeran Hangabehi en de zijnen hebben
in hotel Wittebrug hun intrek genomen.
VERKEERSDAGEN.
Het Verbond van Vereenigingen voor
Veilig Verkeer zal op Dinsdag 27 Septem
ber, Woensdag 28 September en Donderdag
29 September a.s. in ons land Verkeersda-
gen nouden, teneinde de weggebruikers nog
eens nadrukkelijk te herinneren aan de
plicht om in eigen en anderer belang de
verKeersregelen nauwlettend in acht te ne
men.
DE OPLEIDING DER ONDERWIJZERS
Minister Slotemaker verdedigt
zijn wetsontwerp.
Aan de memorie van antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het wetsontwerp tot
wijziging van de lager-onderwjjswet 1920
(vier- inplaats van driejarige opleiding van
onderwijzers op de kweekscholen) ontlee-
nen wij:
In het pleidooi van vele leden voor het
invoeren van de vijfjarige kweekschool
wordt er terecht aan herinnert, dat reeds
de daaraan verbonden kosten voor den mi
nister van onderwijs een onoverkomelijk
bezwaar zijn geweest om het desbetreffen
de ontwerp van zijn ambtsvoorganger over
te nemen. Daargelaten nog de overige be
zwaren, moet dan ook de minister zijn in
de memorie van toelichting uiteengezet
standpunt blijven innemen.
Het stelsel, waaraan verscheidene leden
de voorkeur zouden geven, nl. een vakop
leiding voor den toekomstigen onderwijzer
na het doorloopen hebben van een hoogere
burgerschool of gymnasium, acht de minis
ter niet aanbevelenswaard.
Wat het zakelijke betreft, dat aange
voerd is tegen de uitbreiding van de drie
jarige opleiding met een vierde leerjaar:
als de minister de uitvoerige beschouwin
gen, die het voorloopig verslag aan de zaak
wijdt, goed leest, worden daarin drie gron
den vermeld. De eerste is, dat de driejarige
kweekschool goed bruikbare onderwijzers
aflevert; de tweede, dat een vierde leerjaar
tot niets anders zal leiden dan opvoering
van nuttelooze intellectueele kennis; en de
derde, dat verlenging van de opleiding een
zeer zwaren last op de ouders der kweeke-
lingen zal leggen.
De stelligheid, waarmede in het voorloo
pig verslag is beweerd, dat men de vraag
of de driejarige kweekschool goed bruik
bare onderwijzers aflevert, niet ontkennend
kan beantwoorden, zou aan overtuigings
kracht gewonnen hebben, indien men daar
bij de bewijzen had kunnen voegen van eeni
ge jaren ondervinding. Het feit is echter,
dat de driejarige kweekschool eerst in 1935
leerlingen voor de aanvangsklasse aannam
en als zoodanig dus in 1938 voor het eerst
onderwijzers afleverde. De klasse immers
die in 1937 eindexamen, aflegde, is in 1933
begonnen als eerste klasse van de vierjari
ge kweekschool. Een beroep op de enkele
rijkskweekscholen met driejarigen cursus,
die reeds eenige jaren hadden bestaar-
faalt, omdat wat hier en daar onder bepaal
de omstandigheden mogelijk is, daarom nog
niet zonder bezwaar toegepast kan worden
als algemeen geldend stelsel.
Het is in strijd met de feiten, wanneer
men stelt, dat op de kweekschool groote
geleerdheid wordt aangebracht, haar doei
is slechts de leerlingen zoover te brengen,
dat zij over voldoende leerstof voor de la
gere school gemakkelijker kunnen beschik
ken en dat zij die wat nog iets geheel
anders is in geschikten vorm voor de
schoolkinderen weten te gebruiken.
De leden, die de tegenwoordige kweek
school verdedigen, hebben, naar het voor
komt, geen oog voor het groote bezwaar,
dat de driejarige opleiding maar een jaar
van rustig werken bevat: het eerste jaar
komt in de verdrukking doordat de kennis
en ontwikkeling der toegetreden leerlin
gen in velerlei opzicht uiteen loopen, en
het derde jaar staat onder den druk van
net komende examen. Uitbreiding van den
leertijd tot vier jaren zal daarom vooral
van beteekenis zijn, omdat zij het mogelijk
maakt de middelmoot, waarin in rustige
sfeer de eigenlijke, ontwikkelde studie valt,
van een tot twee jaren te verlengen.
Wat ten slotte betreft het bezwaar, dat
verlenging van de kweekschoolopleiding
met een jaar een zwaren last legt op de
ouders der kweekelingen, meent de minis
ter zich geheel te kunnen aansluiten bij
hetgeen dienaangaande door vele andere le
den in het voorloopig- verslag is opgemerkt.
Met verschillende argumenten licht de
minister verder toe, dat de meening van
verscheidene leden, dat het wetsontwerp
tot een verhooging der onderwijsuitgaven
van meer dan een half millioen gulden zal
leiden, van allen grond ontbloot is. De
wetswijziging zal ten gevolge hebben, dat
een besparing op de posten voor de rijks
vergoeding van de onderwijzerssalarissen,
welke in den loop der jaren tot nog geen
20.000 zou kunnen oploopen, achterwege
zal blijven, en dat de afdeeling c tot een
zeer matige verhooging van kosten zal lei
den, wanneer namelijk de daarvoor noodige
gelden worden beschikbaar gesteld. Een en
ander is naar het oordeel van den minister
van zoo geringe beteekenis, dat het argu
ment van de verzwaring der defensielasten
en de stortingen in sommige rijksfondsen
buiten beschouwing kan blijven..
De datum van in werking treden is thans
vastgesteld op 1 September 1939 in plaats
van op 1 September 1938.
Bij de memorie zijn een nota van wijzi
gingen en een gewijzigd ontwerp van wet
gevoegd.
WIJZIGING VAN POSTTARIEVEN.
Verlaging van het expressierecht
voor bestellingen buiten bebouw
de kommen.
Met ingang van 1 September treden de
volgende wijzigingen van het Postbesluit
het Pakketpostbesluit en het internationa
le postbesluit in werking.
Terwijl tot dusver het expressierecht
van 10 cent (postpaketten 15 cent) in den
regel voldoende was voor bestellingen bin
nen de bebouwde kom, zal dit, indien deze
kom zich niet tot een half ur afstands van
de postinrichting uitstrekt, in elk geval
tot dien afstand voldoende zijn. Buiten
dien kring was tot een maximum van 60
cent extra verschuldigd, hetgeen de be
stelling overeenkomstig de loonregeling
vorderde. Thans wordt dit een vast extra
recht van 15 cent (postpakketten 25 cent)
voor elke bestelling van één of meer
stukken bij denzelfden geadresseerde. De
betaling van dit extra recht kan door den
afzender geschieden, doch door dezen ook
aan den geadresseerde worden overgela
ten. Veer- en overvaartsgelden, vallende
op een expresse-bestelling, komen voor
rekening van het staatsbedrijf. De afzen
der moet in elk geval het vast-expresse-
recht ad 10 cent voldoen. Laat' hij de ge
wone frankeering achterwege, dan be
taalt de geadresseerde het dubbele daar
van.
Voor meer voor denzelfden geadresseer
de bestemde zendingen (geen postpakket
ten) zal deze slechts éénmaal het inkla-
ringsrecht ad 25 cent behoeven te voldoen,
indien de belastingdienst deze voor de
heffing van het invoerrecht als één zen
ding beschouwt, hetgeen het geval is in
dien elke zending op zichzelf niet aan het
invoerrecht onderworpen zou zijn.
Belichte platen en films als mon
ster.
Belichte, doch niet ontwikkelde films
en platen, toegezonden aan beroepsfoto
grafen e.d. zijn tegen het tarief van mon
sters toegelaten.. Deze voorwerpen kun
nen dichtgeplakt worden ter bescherming
tegen licht. De verzending geschiede ech
ter in open omslag. Vermelding naam en
adres afzender ook op de verpakking der
films en platen is gewenscht voor het ge
val deze uit den omslag geraken.
Verdere voorschotuitkeeringen op
den steuntoeslag.
Op de vragen van het Tweede Kamer
lid, den heer Wijnkoop betreffende de
economische positie van den tuinbouw
heeft de minister van economische zaken
geantwoord, dat het hem bekend is, dat
de economische positie van den tuinbouw,
voornamelijk als gevolg van de nog steeds
voortdurende moeilijkheden bij1 den uit
voer van tuinbouwproducten, moeilijk is
en dat dientengevolge de toestand in de
tuinbouwbedrijven, alsmede in de gezin
nen der tuinders veelal zorgelijk moet
worden geacht. De bedrijfsuitkomsten van
den tuinbouw, die in de eerste helft van
1937 eenige verbetering vertoonden, zijn
sindsdien weer ongunstiger geworden, ter
wijl de bedrijfsonkosten een stijging ver
toonden. In verband hiermede werden
reeds in den loop van het jaar 1937 de
richtprijzen voor tuinbouwproducten ver
hoogd, waardoor de steuntoeslag voor de
daarvoor in aanmerking komende produc
ten kon worden verruimd.
De op 7 Juli jl. plaats gehad hebbende
uitkeering van tuinbouwsteun de eer
ste van dit jaar was slechts een voor-
schotuitkeering op den steuntoeslag, wel
ke eerst definitief kan worden vastge
steld, als de volledige gegevens ter be
schikking staan.
Evenals in de afgeloopen jaren het ge
val was, ligt het in het voornemen der
regeering ook in 1938 den steuntoeslag op
tuinbouwproducten vast te stellen met in
achtneming van de gemiddelde opbrengst
van het product ter veiling en den richt
prijs. Ten einde aan de behoefte van de
tuinders te gemoet te komen, zal, in af
wachting van de definitieve vaststelling
van dien toeslag zoodra de vereischte ge
gevens zijn verzameld met bekwamen
spoed tot het doen van verdere voor
schotuitkeeringen worden overgegaan.
WIELRENNEN.
Battesini verbetert het wereldrecord 5 km,
De Italiaansche renner Fabio Battesini
verbeterde op de Vigorellibaan te Milaan
het wereldrecord over 5 km door dezen af
stand af te leggen in den tijd van 6 min
202/s sec. Het oude wereldrecord stond op
naam van onzen landgenoot Frans Slaats,
die op 29 September 1937 op' dezelfde baan
de 5 km in 6 min. 21 sec. aflegde.
WEERBERICHT,
Verwachting tot morgenavond:
DE BELT: Krachtige tot matige Z.W. tot
W. wind, zwaar bewolkt met tijdelijke op
klaringen, weinig of'geen regen, iets kou
der des nachts, overdag weinig verandering
in temperatuur.
UKKEL: Sterke wind uit Z.W. tot W.
richtingen, afwisselend bewolkte en heldere
hemel, regenbuien, matige temperatuur.
Zo. 21 Aug. Zon op: 5 h 53; onder: 20 h
13. Licht op: 20 h 43. Maan onder: 17 h 14.
Ma. 22 Aug. Zon op: 5 h 54; onder: 20 h
10. Licht op: 20 h 40. Maan op: 2 h 00;
onder: 17 h 59. N.M. 25 Aug.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen:
Augustus.
Hoogwater. Laagwatar.
Zaterdag 20 8.32 21.02 2.35 15.00
Zondag 21 9.54 22.31 3.50 16.28
Maandag 22 11.12 23.50 5.10 17.52
Westkapelle is 28 min. en Domburg 23
min. vroeger; Veere 38 min. later. (S
springtjj.)
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge:
Augustus.
Hoogwater. Laagwater.
Zaterdag 20 10.03 22.31 3.31 16.02
Zondag 21 11.28 24.04 4.47 17.27
Maandag 22 13.00 6.13 18.51
Middelburg
(Ingez. Med.)
TOT BEHOUD VAN DEN SCHOUWBURG.
Een comité van Middelburgers on
der voorzitterschap van mr. Th.
Portheine neemt de zaak ter hand.
Er heeft zich thans hier ter stede een
comité gevormd, hetwelk zich ten doel stelt
het behoud, de algeheele restauratie en de
wederingebruikstelling van den Schouw
burg aan het Molenwater.
Voorzitter van dit comité is mr. Th.
Portheine; de leden ervan zijn de HH.: mr.
F. W. Adriaanse, voorzitter van het Mid-
delburgsch Tooneeleomité; Piet Blaauw;
dr. S. S. Smeding en B. A. van Verre.
Dit comité heeft thans een optie op den
Schouwburg tot 1 October aanstaande; vóór
dien datum zal dus definitief beslist moeten
zijn of het comité in staat is den Schouw
burg aan te koopen en de algeheele restau
ratie te financieren.
Het comité heeft thans den architect
Van Wuyckhuyse opdracht gegeven be
stek en teekeningen voor den verbouw ge
reed te maken. Op grond daarvan zal dan
getracht worden, een sluitende exploitatie
rekening te ontwerpen. In aanmerking ne
mende den verwaarloosden toestand van
het gebouw en de weinig intensieve exploi
tatie, die daarvan weer een bijna onvermij
delijk gevolg was; de zeer hooge onkosten,
welke, naar verwacht mag worden, zeer
wel te verminderen zijn, met, daartegen
over, velerlei nieuwe exploitatiemogelijk
heden welke een vernieuwd en aanzienlijk
verbeterd Schouwburggebouw met aange
namer koffiekamers, voor vergaderingen
verhuurbare bovenzalen, enzoovoorts, zal
bieden, meent het comité dat bij een strikt
zakelijken opzet een sluitende bêgrooting
zeer wel te ontwerpen zal zijn.
Twee lichtpunten zijn wel, dat nu reeds
is gebleken in hoe breeden kring er belang
stelling bestaat voor het streven naar be
houd van den Schouwburg en dat ook het
dagelijksch bestuur onzer gemeente het
doen en laten van het reddingscomité nauw
keurig en met bijzondere belangstelling
gadeslaat. Het comité heeft reeds op goe
de gronden de overtuiging verkregen, dat
het, binnen de grenzen van het mogelijke
natuurlijk, op den steun van B. en W. van
Middelburg staat zal kunnen maken.
Deze verheugende verschijnselen geven
het den moed, op den ingeslagen moeilijken
weg voort te gaan, teneinde te trachten
mèt den schouwburg het tooneelleven in
Middelburg te redden. Want het is er van
overtuigd, dat deze twee onverbrekelijk aan
elkaar verbonden zijn.
Goed uitkijken.
Gisteren werd een voetgangster op den
hoek van de Markt en de Pottenmarkt aan
gereden door een wielrijder, waardoor zij
kwam te vallen en zich bezeerde. Het on
derzoek wees uit, dat de voetgangster blijk
baar niet voldoende op het verkeer heeft
gelet.
De politie heeft proces-verbaal opge
maakt tegen drie jongens tusschen 15 en
19 jaar, die zich schuldig maakten aan het
uittrekken van klaver op het land van een
boer.
Van een ladder gevallen.
Hedenmorgen viel de timmerman J. L.
Slager, van een ladder in de St. Adriaan-
straat. Dr. Snoek verleende de eerste hulp.
S. had een wonde boven het linkeroog en
een rechterarm-fractuur bekomen. Ter
verdere behandeling werd hij naar het Gast
huis Oostwal vervoerd.