VictoriaiWater ENGELAND KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 29 JULI 1938. No. 176. MIDDELBURG. dat U reeds voor met onze nationale lijn van Vlissingen naar Harwich en terug maken kon? WALCHEREN. Engeland en Japan. (a.i.) In bepaalde Britsche kringen vindt men er soms een genoegen in, uitvoerig over een boek, dat een politieke strekking heeft, van gedachten te wisselen. Slechts zelden is het een niet-Engelsch boek dat de belangstelling wekt. De Engelsehen mee- nen nu eenmaal, dat een niet hun nationa liteit bezittend persoon, onvoldoende in staat is verklaringen te geven of meeningen te uiten over Britsche politieke problemen. Maar een gering deel van de bewoners van Albion heeft voldoende kennis van de Brit sche wereldpolitiek, hoe zou het dan mo gelijk zijn dat een niet-Engelschman deze gebeurtenissen begrijpt Het is zeker als een bijzonderheid te be schouwen dat den laatsten tijd veel gespro ken wordt over een door den Franschman Maurice Lachin geschreven boek. Deze schrijver heeft zich in zijn jongste werk na melijk bezig gehouden met het Chineesche probleem. Hij stelt daarin o.a. de vraag, in welke richting de Britsche politiek inzake het Verre Oosten zal gaan? Lachin behan delt op nuchtere, zakelijke, doch niettemin verrassende, wijze deze quaestie. In de poli tieke krmgen in de Engelsche hoofdstad ton nen sommigen zich wel eenigszins verbaasd, hoe het mogelijk is, dat, gezien de toch niet geringe rivaliteit tusschen Japan en Enge land, welke in het tegenwoordige conflict wel in bijzondere mate naar voren treedt, Groot Brittannië er toch geen belang bij zou hebben, dat Japan een gevoelige neder laag lijdt en door een langdurigen oorlog afdoend verzwakt wordt. En dan antwoordt Lachin: dat zit zoo: het gevaar bestaat n.l. dat het veel grootere en aan grondstoffen zoo rijke China, zich snel zal moderniseeren en met behulp van nieuwe industrieën, de Britsche belangen in het Verre Oosten meer zal gaan schaden, dan Japan thans doet. Deze stelling schijnt vermetel en zelfs pa radoxaal. Zij is het niet. Degenen, die de Britsche politiek in het Verre Oosten, van het begin van het Japansch-Chineesche con flict af, nauwkeurig gevolgd hebben, weten in ieder geval, dat men té Londen al het mogelijke gedaan heeft elke hinderpaal, waaruit een conflict met Tokio zou kunnen voortkomen, tijdig uit den weg te ruimen, en te zorgen dat de atmosfeer niet bedor ven werd. En zulks, terwijl een groot deel van de Britsche openbare meening, alsmede koop lieden en industriëelen, die van het conflict in het Verre Oosten ernstig nadeel onder vinden, beslist vijandig tegenover Japan staat. Zelfs organiseerde men boycotacties tegen Japansche goederen. Bij dit alles ble ven regeeringskringen te Londen opmerke lijk terughoudend. Men roerde zich haast niet toen de Engelsche ambassadeur in Chi na door machinegeweerkogels gekwetst werd, dozijnen Engelsche staatsburgers door Japanneezen werden lastig gevallen, Britsche eigendommen werden gebombardeerd of in beslag genomen en de geheele handel lam werd gelegd. Alleen op kalmen toon gestel de protesten werden te Tokio overhandigd. Men vond het zelfs noodig met Japan een douaneverdrag aan te gaan, waarvan de Ver. Staten en Frankrijk zeker geen voor deel zullen hebben. Uit alles blijkt, dat men de „vriendschap" met Tokio niet wil ver liezen. De Fransche schrijver Lachin verklaart nu in zijn boek, dat zulks alleen geschiedt met het doel het evenwicht in het Verre Oosten te behouden, om dan tegelege- nertijd als bemiddelaar tusschen Japan en China op te treden. Geen beslissende over winning aan den eenen en geen catastrofale nederlaag aan den anderen kant, is het de vies van de regeering te Londen. Vandaar de pogingen om met Tokio op goeden voet te blijven. Eijgeland hoopt de vooraanstaan de positie in het Verre Oosten op deze wijze te behouden. Er zijn Engelschen, die, zij het dan in stilte, te kennen geven, dat Lachin een schrandere knaap is, die het "geheim van de Britsche politiek in het Verre Oosten door grond blijkt te hebben. Of deze personen gelijk hebben, is niet te zeggen. Wel is het zeker te achten, dat Engeland geen belang heeft bij een voortduring van het Japansch- Chineesche conflict, daar de Britsche han del er iederen dag groote schade door lijdt. En al schijnt er dan veel voor den gedach- tengang van den Franschman te pleiten, andererzijds wijst de uitbreiding van de marinebasis te Singapore tot de sterkste IN GEHEIMEN DIENST. Historische Avonturenroman. Door G. P. BAKKER. 45). De sterke handen, die gewoon waren ros en zwaard te hanteeren, gleden nu zacht en gevoelig over de snaren en Saxon zong: Het graan staat hoog, de gele rijpe aren Buigen zich fluistrend in den zomerwind, De zichters snijden forsch de slanke halmen Terwijl de bindster rap de schoven bindt. De koeien grazen rustig in de weiden, Herkauwen t voedsel met 'n droomend oog. Een groote vree heerscht over heel het landschap, De zon staat hoog, hoog aan den hemel boog. De hoeven liggen in het groene loover, De bloemen bloeien er vol geur en kleur', De vlugge vingers plukken rijpe vruchten, De kleine kleuters spelen voor de deur. Een horen schalt en reeksch ranke ruiters In blinkend staal, cp 't hoofd de stormkap, De vaantjes volgend, rennen op de velden, Zoeken hun plaats, in draf, galop of stap. De trommen roeren, soldeniers marcheeren, Gesloten het gelid, met vasten tred De akkers over, en de oogsters vluchten, De koeien stormen angstig naar het wed. Fanfares schett'ren, forsche paarden trekken Met moeite de kanonnen door het spoor, 't Bevel klinkt: „Halt". De stukken zakken dieper, EEN NATIONALE HULDE VAN „WANDELEND" NEDERLAND. Te Apeldoorn zal op 24 Sept. a.s. het veertigjarig regeeringsjubileum van H.M. de Koningin gevierd worden, ter gelegen heid waarvan onze landsvrouwe dien dag in de zomerresidentie zal vertoeven. De gezamenlijke Apeldoornsche wandel- sportvereenigingen hebben besloten dien dag een wandel-estafette te organiseeren. De bedoeling is een oorkonde, bestaande uit vier gedeelten, welke tezamen één geheel vormen, te doen overbrengen vanuit het Noorden, het Zuiden, het Oosten en het Westen des lands. Deze oorkonde is bedoeld als een nationale hulde van „wandelend" Nederland. Als- beginpunten van deze esta fette zijn de volgende plaatsen gekozen: Leeuwarden, Den Haag, Enschede en Maastricht. De oorkonden zullen door de diverse plaatselijke' wandelvereenigingen welke in de afgebakende routes liggen, worden overgegeven. Tijdens het défilé, dat op den middag van den feestdag gehouden wordt, zal de oorkonde aan H.M. de Konin gin worden aangeboden. [Had de oorkonde niet uit 5 stukken kun nen bestaan, en dan het vijfde stuk in Vlis- singen laten beginnen? Red.] BESTUIVING VAN BOOMEN EN PLANTEN VAN UIT VLIEGTUIGEN. Nog dikwijls worden onze mooie bos- schen door insecten-plagen geteisterd. Non-vlinders, colorado-kevers en ander ge dierte vreten de boomen kaal en het prachtige loof verdwijnt in enkele dagen in hun hongerige magen. Bespuiting en bestuiving van het gebladerte met insec- ten-doodende stof is het eenige middel hiertegen en tot nu toe geschiedde dit door middel van groote motorspuiten. Het bezwaar daarbij is, dat de spuiten dikwijls niet op voldoende hoogte kunnen komen om ook de toppen van de boomen te bereiken en dat de bovenkant van de bladeren, waar de insecten het meest zit ten, moeilijk te bestuiven zijn. Het is dan ook geen wonder, dat men ook hief het vliegtuig heeft te baat genomen om uit komst te brengen. Het initiatief daartoe nam de vrijwillige organisatie van sport vliegers (V.O.S.), welke, nadat zij eerst met een in een vliegtuig gebouwd bestui- vingstoestel proeven op het vliegveld had genomen, gisterochtend twee deskundigen uitnoodigde deze proeven bij te wonen. Het bestuivingstoestel, dat door de na tionale luchtvaartschool ontworpen en geconstrueerd is, is zóó eenvoudig van constructie, dat het zonder eenige moeite in kort tijdsbestek in elk ander sport- vliegtuig kan worden aangebracht. Het bestaat uit een groote, ronde bus, met spits toeloopenden bodem, welke in een buis eindigt. Deze buis steekt onder het vliegtuig uit en is af te sluiten door mid del van een houten prop. Op het moment dat men wil gaan bestuiven, trekt men den prop naar de hoogte en het fijne poe der valt in een dikken stroom onder het vliegtuig uit. De bus bevat 25 liter bestuivingsmateri- aal, hetgeen voor de bestuiving van een oppervlakte van eenige hectaren bosch kan dienen. „Gisterochtend deed men de proeven slechts boven het vliegveld waar bij het insecten-poeder vervangen was door bestuivingsmiddelen van verschillen de zwaarte (talk, thomas-slakkenmeel, zaagsel) om op deze wijze na te gaan, hoe de verschillende stoffen zich verspreiden Deze stoffen de zg. draagstoffen, zullen dan dienen om het insecten-poeder aan te mengen, opdat dit zich in voldoende mate kan verspreiden. Er stond gisteren even wel te veel wind om in dit opzicht een bepaalde conclusie te trekken. Alle „draagstoffen", zoowel de lichtere als de zwaardere, werden onmiddellijk door den wind weggeblazen en het eenige, wat de deskundigen konden vaststellen, was, dat de bestuiving van vliegtuigen^ uit zeer zeker mogelijk is en in bepaal'de gevallen de eenige wijze. Het bestuiven van boo- mennjen langs lanen bv. brengt dikwijls groote moeilijkheden mee en van uit een vliegtuig,, dat de heele laan overvliegt zal dit nu zeer eenvoudig te doen zijn. van het Britsche rijk in het Verre Oosten er op, dat men in Londen op z'n minst toch op iedere gebeurlijkheid voorbereid wil zijn. De mannen vloeken, de muziek speelt door. En uit het Noorden komen and're troepen, Ze nemen stelling aan de overzij. Het eerste schot, en de kanonnen dreunen, De slag begint te loevert en te lij. En uren later is de strijd gestreden, Verscheurde vaandels vlieden in 't verschiet En velen liggen op het veld te sterven, De helden, die men kreunend achterliet. De hoeven en de schuren zijn verdwenen, Het groen is weg. Het landschap, eens zoo mooi, Is nu een woestenij. De raven krassen, De gieren kringen dichter om hun prooi. De boeren vluchten, have op de karren, De vrouwen sleuren kind'ren aan de hand. Ze kijken om naar de verwoeste erven En zien den dood, die stormt over 't land. De officieren hadden den zanger met diepe aandacht aangehoord. Toen het lied uit was heerschte er een diepe stilte. De woorden en de sobere melodie hadden een diepen indruk gemaakt. „De keerzijde vdn de medaille", zei gene raal Stahlhans. Hierdoor werd de koning tot de werke lijkheid teruggeroepen. „Een lied te maken is misschien een kunst", zei hij, „maar de juiste wijs bij de woorden te eomponeeren is er zeker één en dan ze te hooren zingen met zoo'n wel luidende stem. Dat grijpt je in de ziel. Sa xon, je bent een skald. Geef mij de hand, want skald en koning waren dikwijls vrien DE ZEEUWSCHE KLEEDERDRACHTEN. Een onvoldoende gemotiveerde en ondoeltreffénde aanval zegt het bestuur. Het dagelijksch bestuur van de vereeni- ging tot behoud der Zeeuwsche kleeder drachten heeft, n.a.v. het artikel: „Een dreigend gevaar voor Zeeland", van den heer P. J. Meertens te Amsterdam aan de Zeeuwsche en de overige Nederlandsche dagbladen een gedocumenteerd verweer doen toekomen. Het weerlegt daarin de bezwaren van den heer P. J. Meertens betreffend: de wijze van oprichting der vereeniging; de samen stelling van haar bestuur; de diepere grond slagen, waarop hare werkwijze berust, en deze werkwijze zelve. Het artikel besluit: „Onze conclusie is, dat de heer P. J. Meer tens de zaak der Zeeuwsche dracht, waar aan ook hij hecht, grootelijks schaadde met zijn onnoodigen en verkeerd gerichten aan val; dat vrijwel allés, hetwelk hij onze ver eeniging voor de voeten werpt, een misJ worp is; dat de zuivere grondslag onzer beweging buiten kijf is. De vereeniging tot behoud der Zeeuw sche kleederdrachten hoopt op voorzichtige en verstandige wijze het hare te mogen bij dragen tot de schoone doelstelling in haren naam tot uitdrukking gebracht." Wij geven er echter de voorkeur aan, onze eigen opvattingen die overigens vrij wel parallel loopen met die van voornoemd dagelijksch bestuur in onze eigen bewoor dingen tegenover die van den bewusten schrijver te stellen. Het eerste dezer arti kelen vindt men elders in dit blad. Brand aan boord. Gisterenavond werd de brandweer ge alarmeerd voor een brand, die ontstaan was in de Rijnkast, „Martha" geladen met ledige bloemzakken en liggende in het ka naal voor de Meelfabriek. Toen schipper Dijkema, aan de overzijde van het kanaal een boodschap was gaan doen en de vrouw met een harer kinderen in de omgeving van het schip aan het wan delen was, speelde een zoontje met een vriendje in het logies voor in het schip en moet daarbij het vriendje onvoorzichtig met lucifers zijn omgegaan, waarbij een film van een kinder-bioscoop in brand ge raakte. Het vuur deelde zich toen mede aan een stroomatras in het logies. De schipper zag van de overzijde, dat er rook uit de voorzijde van het schip kwam en spoedde zich er heen. Toen de brandweer met de magirusspuit ter plaatse kwam, was het verre van makkelijk om door te dringen tot de brandhaard, want de eerst aanwezige personen hadden hun pogingen om het vuur uit te maken niet met succes bekroond gezien. Gewapend met gasmakers drongen twee brandweerlieden het logies binnen en kon den toen eerst constateeren, dat door het ingespoten water vuur reeds gebluscht was en konden zij toen de smeulende en rook ontwikkelende matras naar buiten aange ven. Behalve de matras waren ook dekens en oliekleedingstukken verbrand. Verzekering dekt de schade. De commissaris van politie heeft, met den betrokken wijkagent, een onderzoek ter plaatse ingesteld. UITREIKING GETUIGSCHRIFTEN. Gisterenavond had in het leslokaal van het Comité voor Vakopleiding en Ontwik keling van Werkloozen aan den Zuidsingel 94 de uitreiking plaats van getuigschriften aan hen, die de cursussen met goed gevolg hebben gevolgd. De voorzitter der Commissie, ir. B. C. Roeters van Lennep heette in het bijzonder welkom den wethouder van onderwijs, de directeuren van de Arbeidsbeurs en de avondschool voor N. O. de commissieleden, de leerares en leeraren en de cursisten. Spr. wees er op, dat in October begonnen werd met 80 deelnemers en het aantal In smaak en kwaliteit onovertroffen, (Ingez. Med.) den en van een vriend zijn goede woorden welkom." „En toch, je weet ik heb mij niets te ver wijten. De oorlog is verschrikkelijk. Ik heb lang geaarzeld. Ik ben er toe gedwongen. Ik ben gekomen om mijn geloofsgenooten den vrede te brengen. Ik ben geen fanati cus. Als ik overwin zal er vrede zijn en een ieder zal vrijelijk dien godsdienst kunnen uitoefenen dien hij belijdt. Geen geloofsver volging meer, van geen van beide zijden. Dat is het doel geweest, waarom ik naar de wapens heb gegrepen. Mijn geloofsge nooten werden onderdrukt. Je hebt gezien, hoe Tilly huisgehouden heeft. Hoe hij met zijn legerscharen waar hij komt verwoes ting en verderf brengt. Ik wil erkennen, dat hij niet anders kan. De keizerzendt hem geen geld. Hij kan zelf nergens meer leenen, zelfs niet meer bij de Joden, die hij vervolgd heeft. Maar een overwinning van Tilly zou een vloek zijn voor de Duitsche landen. Hij zou ze alle uitmergelen. „Vroeger was er maar één geloof. Bij de opkomst der hervorming kwam ook de ge loofsvrijheid in het gedrang. Toen er meer richtingen ontstonden, wilden de meerder heden andersdenkenden tot hun geloof dwingen door alle mogelijke middelen. Niet alleen de Katholieken. In Engeland alleen worden misschien meer roomschen ver moord dan ketters door de inquisitie. Vrij heid van geloof is een der eerste rechten van den mensch. Groote geesten van beide zijden hebben dat ingezien. Uw prins Wil lem van Oranje heeft dat verkondigd en daarvoor moeten we hem allen dankbaar zijn", richtte hij zich tot Saxon, den Hol- groeide tot bijna 100. Er had ook nu veel verloop plaats, vooral door het verkrijgen van werk, en niet minder dan 84 werden in het seizoen 1937/1938 wederom in kantoor of werkplaats herplaatst. Klassikaal onderwijs is niet wel mogelijk en daarom zijn de taken van het Instituut voor Individueel Onderwijs te Amsterdam een uitkomst, want nu kunnen zoowel zij, die alleen 1. o. hebben genoten als zij, die een diploma m.u.l.o. hebben geholpen wor den. Door de P.B.N.A. cursussen, kunnen per sonen uit de meest uiteenloopende vakkenj met elkaar studeeren, ieder werkt zijn eigen lesbrief uit en samen vormt men een cursus. Nu heeft men bij tijdelijke tewerk stelling geen achteraankomen meer, men vindt bij terugkomst het door den leider in een map bewaarde werk weer terug, en men kan het werk voortzetten. In 1937/'38 hebben totaal 68 personen aan deze cursus deelgenomen, cursusmiddagen met 28 tot 30 deelnemers waren niet zeldzaam. De presentielijsten geven 5985 manstudieuren aan, 1826 lesbrieven werden uitgewerkt, verdeeld over 52 vakken, en het gemiddel de cijfer door de correstoren te Arnhem toegekend bedroeg 7. Aan het einde kan nu aan 40 personen een getuigschrift of verklaring worden uit gereikt. Deze moeten daarbij echter niet denken volmaakt te zijn, de praktijk in werkplaats of kantoor moet hem meer snelheid en vaardigheid geven. Het is hier geweest het leggen van een basis en het aankweeken van meer vakkenis, het ver- grooten van de algemeene kennis. De cursussen staan open voor alle werk loozen, doch in de eerste plaats wil men de jongeren en vooral hen die een vakop leiding op Ambachtschool of Avondschool voor N. O. hebben genoten bereiken. Helaas is de toestand zoo, dat het werk nog niet kan worden beëindigd, en daarom roept men de werkloozen toe: Blijft niet doelloos rondloopen, pakt aan, straks wanneer U weer aan den slag moogt gaan, zult U er varen hoe nuttig het was de cursussen te bezoeken. Spr. brengt dank aan de leerares en leeraars voor het gegeven onderwijs, aan den directeur der arbeidsbeurs, die den secretaris der commissie steeds inlicht en het mogelijk maakt werkloozen op te spo ren, aan de heeren Wagenvoorde en Meer kerk voor het keuren van het prbefwerk. Maar vooral ook bracht spr. dank aan den secretaris en leider der cursussen, den heer J. Lorier. Hierna verzocht de voorzitter wethouder Boasson tot uitreiking van de getuigschrif ten enz. over te gaan. De heer Boasson voldeed hieraan gaarne en kon den volgenden uitslag bekend ma ken: Getuigschrift Autogeen lasschen: A. Cop- pejans, J. Hanegraaf, J. Paulusse, P. J. de Ruijter, allen Middelburg, A. J. Fransen Domburg; J. Lammers en L. A. de Smit Soeburg; C. Bimmel en J. van Beers, Kou- dekerke. Eleetrisch lasschen: P. J. de Ruijter, Mid delburg; J. Lammers en L. A. de Smit, Soeburg, een herexamen. Machineschrijven: J. v. d. Bergh, J. Geers, mej. P. Peene, J. Onderdijk, J. Rouw, L. B. Vriesman, D. Vreeke en mej. C. Verstraten, allen Middelburg; A. van Wallenburg en J. de Wolf, beide Soeburg; L. van Eenen- naam, Arnemuiden. Getuigschriften Instituut van Individueel Onderwijs Amsterdam: Stenografie: J. v. d, Bergh, J. Rouw en mej. C. Verstraten allen Middelburg; L. van Wallenburg, Soeburg. Boekhouden: J. van de Bergh, W. D. Beu- kert, H. Vermeulen en mej. C. Verstraten allen Middelburg. Handelsrekenen: J. van de Bergh en mej. C. Verstraten, beide Middelburg. Franseh: Z. Klaasse, Middelburg en J. Boone, Koudekerke. Duitsch: Z. Klaasse, Middelburg. Engelsch: Z. Klaasse, W. Net, J. Paulus se en W. Zijta, Middelburg en J. Boone, Koudekerke. Verklaring uitgereikt door P.B.N.A. te Arnhem: J. v. d. Bergh, W. G. Blokpoel, L. Groenenberg, W. Grootjans, J. Laféber, W. Loomans, J. van Langeraad, J. J. Onder- dijk, J. Poortvliet, J. Paulusse, E. de Smit,' A. Spruijt, L. B. Vriesman en J. Wonder- gem, allen 'Middelburg; A. J. Fransen, Domburg, L. Verhulst, Westkapelle en J. A. Boogaard, Grijpskerke. De heer Boasson bracht vervolgens na mens het gemeentebestuur hartelijk dank voor het werk, dat de commissie verricht, lander. „Ik hoop hier den vrede te brengen, voor menschen van elk geloof. En wat Maagden burg betreft, als God mij de gelegenheid geeft, zal ik het opbouwen mooier dan het ooit is geweest". „Sire", antwoordde Saxon. „Dat zou een daad een koning waardig zijn". De veldheeren hadden met groote be langstelling naar den koning geluisterd. „Geen wonder" dacht Banner, „dat we allen voor hem door het vuur gaan en dat hij aller harten verovert". Stahlhans verbrak weer de stilte. „Van morgen hoorde ik het lied van Saxon's rui ters. Ik had het nooit eerder gehoord. Mis schien wil generaal Saxon het eens voor ons zingen. Het was zoo'n vroulijke wijs. En een kleine opwekking hebben we wel noodig." „Het is eigenlijk" antwoordde Saxon, een l'ed gemaakt door een lansknecht van Wal- lenstein. Het was zeer geliefd in het leger en werd veel gezongen. Toen ik met toe stemming van Wallenstein in zijner Maje- steit's dienst overging en 'n paar regimen ten op de been moest brengen, begreep ik dat dit lied de werving zou vergemakkelij ken en vele oude vrienden zou helpen over halen zich onder mijn vaandel te scharen. De tekst werd eenigszins veranderd om het op de ruiters toepasselijk te maken. Ik zal het voor u zingen in zijn oorspronkelijken vorm". Eeri kort voorspel en hij begon Hoera in 't veld te rukken. De trommels roff'len overal. een prachtig Zeereisje naar Overtocht 1e klasse, inclusief logies„en ontbijt aan boord. Vraagt inlichtingen bij de S. M1. ZEELAND te Vlissingen en bij de REISBUREAUX Blijft niet staan aan den waterkant Vaart met ons mee naar Engeland! (Ingez, Med.) want de jeugdige werkloozen zijn haar zor genkind vooral omdat deze van financieelen steun zijn uitgesloten. Aanvankelijk waren de cursussen een middel om de werkloozen bezig te houden, maar thans geven zij hen kennis mede, waarmede zij iets kunnen be reiken. Het is een lichtzijde in de moeilijke tijden, dat de betrokkenen tijd en gelegen heid hebben om zich te ontwikkelen. Spr. brengt ook aan de leerkrachten bij- zonderen dank voor de wijze, waarop zij hun taak vervullen. Dat van de tegenwoordige leerlingen tr al weer veertien werk hebben is zeer ver heugend en spr. wenscht allen van harte geluk met dit resultaat. Het moet zeker een aansporing zijn voor anderen om hun voorbeeld te volgen en spreker hoopt ook voor' die anderen, dat zij spoedig mogen slagen in het vinden van een betrekking. (Applaus). Bij de nu volgende overhandiging van ge tuigschriften deelde een der geslaagde me de, dat hij de 15e was, die geplaatst is. Ir. Roeters van Lennep bracht den heer Boasson dank voor de wijze, waarop hij de getuigschriften uitreikte en voor de woor den van waardeering voor het werk. De heer C. Doets, lid der commissie, wees in de eerste plaats op de symphatïeke hou ding van „De Schelde" bij het aannemen var. cursisten, dit stemt spr optimistisch. Maar vreeselijk vindt spr. het dat er nog een 700 tal ouderen zonder werk zijn, dat wijst op een fout in de maatschappij en spr. v. ekt ieder op mede te helpen dit te trach ten te verbeteren, want gewoon werk ver hoogt de moraal. Spr. bracht hu'-de aan de leiding van de cursussen. De heer Lorier bracht dank voor de woorden tot hem gericht en ook dank aan de leerkrachten voor de prettige wijze van samenwerking. De cursist J. Poortvliet dankte namens allen de leerkrachten voor de kennis, die men heeft opgedaan en den heer Lorier voor de wijze van leiding en voor zijn be moedigingen, waardoor hij veelal een hart onder den riem bond. DOMBURG. Naar wij vernemen zal ook een drietal jongelui uit deze gemeente deel nemen aan de nationale jeugdhulde op 6 September a.s. De hiervoor benoodigde ge- meentevlag zal worden aangeschaft. Het voornemen bestaat dat, de deputatie's der verschillende gemeenten op Walcheren de reis naar Amsterdam gezamenlijk per autobus te maken. KOUDEKERKE. In de laatst gehouden ledenvergadering van de Oranjevereeniging op 't Zand is besloten het 40-jarig regee ringsjubileum van H.M. de Koningin op fees telijke wijze te vieren. Het programma is voorloopig als volgt samengesteld: Vrijdagavond 9 Sept. Wijdingsavond met Om met kartouw en stukken, Manmoedig voort te rukken, Bij luid trompetgeschal. In dichte, dichte hoopen Op 't Wallensteinsche krijgsgeschreeuw, Komen wij aangeloopen, Om geld en buit te koopen, Te vechten als een leeuw. Hij is de held der helden. Er leeft geen ander hem gelijk, Verwint op alle velden, Gunt ons veel goed en gelden, Veel van het aardsche slijk. Er is geen beter leven Dan van een lansknecht, welgemoed. Zich in 't gevecht begeven, Tot hoogen rang verheven, Krijgt eer en roem en goed. Een leven zonder zorgen. Wat vraagt de mond, dat baart te stond, Van heden tot op morgen Niets koopen en niets borgen: Men neemt ziedaar de grond. Het voorjaar is voorhanden, En men rent buiten in het veld, De hellebaard in handen, Men hoort in alle landen De leuze: krijg en geld. Wie heeft dit lied gezongen? Een frissche lansknecht buiten kijf: Hij was den boer ontsprongen, Heeft toen dit lied gezongen. Het hart lacht hem in 't lijf. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5