VictoriaiWater
ENGELAND
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 29 JULI 1938. No. 176.
MIDDELBURG.
dat U reeds voor
met onze nationale lijn van
Vlissingen naar Harwich
en terug maken kon?
WALCHEREN.
Engeland en Japan.
(a.i.) In bepaalde Britsche kringen vindt
men er soms een genoegen in, uitvoerig
over een boek, dat een politieke strekking
heeft, van gedachten te wisselen. Slechts
zelden is het een niet-Engelsch boek dat
de belangstelling wekt. De Engelsehen mee-
nen nu eenmaal, dat een niet hun nationa
liteit bezittend persoon, onvoldoende in
staat is verklaringen te geven of meeningen
te uiten over Britsche politieke problemen.
Maar een gering deel van de bewoners van
Albion heeft voldoende kennis van de Brit
sche wereldpolitiek, hoe zou het dan mo
gelijk zijn dat een niet-Engelschman deze
gebeurtenissen begrijpt
Het is zeker als een bijzonderheid te be
schouwen dat den laatsten tijd veel gespro
ken wordt over een door den Franschman
Maurice Lachin geschreven boek. Deze
schrijver heeft zich in zijn jongste werk na
melijk bezig gehouden met het Chineesche
probleem. Hij stelt daarin o.a. de vraag,
in welke richting de Britsche politiek inzake
het Verre Oosten zal gaan? Lachin behan
delt op nuchtere, zakelijke, doch niettemin
verrassende, wijze deze quaestie. In de poli
tieke krmgen in de Engelsche hoofdstad ton
nen sommigen zich wel eenigszins verbaasd,
hoe het mogelijk is, dat, gezien de toch niet
geringe rivaliteit tusschen Japan en Enge
land, welke in het tegenwoordige conflict
wel in bijzondere mate naar voren treedt,
Groot Brittannië er toch geen belang bij
zou hebben, dat Japan een gevoelige neder
laag lijdt en door een langdurigen oorlog
afdoend verzwakt wordt. En dan antwoordt
Lachin: dat zit zoo: het gevaar bestaat n.l.
dat het veel grootere en aan grondstoffen
zoo rijke China, zich snel zal moderniseeren
en met behulp van nieuwe industrieën, de
Britsche belangen in het Verre Oosten meer
zal gaan schaden, dan Japan thans doet.
Deze stelling schijnt vermetel en zelfs pa
radoxaal. Zij is het niet. Degenen, die de
Britsche politiek in het Verre Oosten, van
het begin van het Japansch-Chineesche con
flict af, nauwkeurig gevolgd hebben, weten
in ieder geval, dat men té Londen al het
mogelijke gedaan heeft elke hinderpaal,
waaruit een conflict met Tokio zou kunnen
voortkomen, tijdig uit den weg te ruimen,
en te zorgen dat de atmosfeer niet bedor
ven werd.
En zulks, terwijl een groot deel van de
Britsche openbare meening, alsmede koop
lieden en industriëelen, die van het conflict
in het Verre Oosten ernstig nadeel onder
vinden, beslist vijandig tegenover Japan
staat. Zelfs organiseerde men boycotacties
tegen Japansche goederen. Bij dit alles ble
ven regeeringskringen te Londen opmerke
lijk terughoudend. Men roerde zich haast
niet toen de Engelsche ambassadeur in Chi
na door machinegeweerkogels gekwetst
werd, dozijnen Engelsche staatsburgers door
Japanneezen werden lastig gevallen, Britsche
eigendommen werden gebombardeerd of in
beslag genomen en de geheele handel lam
werd gelegd. Alleen op kalmen toon gestel
de protesten werden te Tokio overhandigd.
Men vond het zelfs noodig met Japan een
douaneverdrag aan te gaan, waarvan de
Ver. Staten en Frankrijk zeker geen voor
deel zullen hebben. Uit alles blijkt, dat men
de „vriendschap" met Tokio niet wil ver
liezen.
De Fransche schrijver Lachin verklaart
nu in zijn boek, dat zulks alleen geschiedt
met het doel het evenwicht in het
Verre Oosten te behouden, om dan tegelege-
nertijd als bemiddelaar tusschen Japan en
China op te treden. Geen beslissende over
winning aan den eenen en geen catastrofale
nederlaag aan den anderen kant, is het de
vies van de regeering te Londen. Vandaar
de pogingen om met Tokio op goeden voet
te blijven. Eijgeland hoopt de vooraanstaan
de positie in het Verre Oosten op deze wijze
te behouden.
Er zijn Engelschen, die, zij het dan in
stilte, te kennen geven, dat Lachin een
schrandere knaap is, die het "geheim van de
Britsche politiek in het Verre Oosten door
grond blijkt te hebben. Of deze personen
gelijk hebben, is niet te zeggen. Wel is het
zeker te achten, dat Engeland geen belang
heeft bij een voortduring van het Japansch-
Chineesche conflict, daar de Britsche han
del er iederen dag groote schade door lijdt.
En al schijnt er dan veel voor den gedach-
tengang van den Franschman te pleiten,
andererzijds wijst de uitbreiding van de
marinebasis te Singapore tot de sterkste
IN GEHEIMEN DIENST.
Historische Avonturenroman.
Door G. P. BAKKER.
45).
De sterke handen, die gewoon waren ros
en zwaard te hanteeren, gleden nu zacht
en gevoelig over de snaren en Saxon zong:
Het graan staat hoog, de gele rijpe aren
Buigen zich fluistrend in den zomerwind,
De zichters snijden forsch de slanke halmen
Terwijl de bindster rap de schoven bindt.
De koeien grazen rustig in de weiden,
Herkauwen t voedsel met 'n droomend oog.
Een groote vree heerscht over heel het
landschap,
De zon staat hoog, hoog aan den hemel
boog.
De hoeven liggen in het groene loover,
De bloemen bloeien er vol geur en kleur',
De vlugge vingers plukken rijpe vruchten,
De kleine kleuters spelen voor de deur.
Een horen schalt en reeksch ranke ruiters
In blinkend staal, cp 't hoofd de stormkap,
De vaantjes volgend, rennen op de velden,
Zoeken hun plaats, in draf, galop of stap.
De trommen roeren, soldeniers marcheeren,
Gesloten het gelid, met vasten tred
De akkers over, en de oogsters vluchten,
De koeien stormen angstig naar het wed.
Fanfares schett'ren, forsche paarden
trekken
Met moeite de kanonnen door het spoor,
't Bevel klinkt: „Halt". De stukken zakken
dieper,
EEN NATIONALE HULDE VAN
„WANDELEND" NEDERLAND.
Te Apeldoorn zal op 24 Sept. a.s. het
veertigjarig regeeringsjubileum van H.M.
de Koningin gevierd worden, ter gelegen
heid waarvan onze landsvrouwe dien dag
in de zomerresidentie zal vertoeven.
De gezamenlijke Apeldoornsche wandel-
sportvereenigingen hebben besloten dien
dag een wandel-estafette te organiseeren.
De bedoeling is een oorkonde, bestaande uit
vier gedeelten, welke tezamen één geheel
vormen, te doen overbrengen vanuit het
Noorden, het Zuiden, het Oosten en het
Westen des lands. Deze oorkonde is bedoeld
als een nationale hulde van „wandelend"
Nederland. Als- beginpunten van deze esta
fette zijn de volgende plaatsen gekozen:
Leeuwarden, Den Haag, Enschede en
Maastricht. De oorkonden zullen door de
diverse plaatselijke' wandelvereenigingen
welke in de afgebakende routes liggen,
worden overgegeven. Tijdens het défilé, dat
op den middag van den feestdag gehouden
wordt, zal de oorkonde aan H.M. de Konin
gin worden aangeboden.
[Had de oorkonde niet uit 5 stukken kun
nen bestaan, en dan het vijfde stuk in Vlis-
singen laten beginnen? Red.]
BESTUIVING VAN BOOMEN EN
PLANTEN VAN UIT VLIEGTUIGEN.
Nog dikwijls worden onze mooie bos-
schen door insecten-plagen geteisterd.
Non-vlinders, colorado-kevers en ander ge
dierte vreten de boomen kaal en het
prachtige loof verdwijnt in enkele dagen
in hun hongerige magen. Bespuiting en
bestuiving van het gebladerte met insec-
ten-doodende stof is het eenige middel
hiertegen en tot nu toe geschiedde dit
door middel van groote motorspuiten.
Het bezwaar daarbij is, dat de spuiten
dikwijls niet op voldoende hoogte kunnen
komen om ook de toppen van de boomen
te bereiken en dat de bovenkant van de
bladeren, waar de insecten het meest zit
ten, moeilijk te bestuiven zijn. Het is dan
ook geen wonder, dat men ook hief het
vliegtuig heeft te baat genomen om uit
komst te brengen. Het initiatief daartoe
nam de vrijwillige organisatie van sport
vliegers (V.O.S.), welke, nadat zij eerst
met een in een vliegtuig gebouwd bestui-
vingstoestel proeven op het vliegveld had
genomen, gisterochtend twee deskundigen
uitnoodigde deze proeven bij te wonen.
Het bestuivingstoestel, dat door de na
tionale luchtvaartschool ontworpen en
geconstrueerd is, is zóó eenvoudig van
constructie, dat het zonder eenige moeite
in kort tijdsbestek in elk ander sport-
vliegtuig kan worden aangebracht. Het
bestaat uit een groote, ronde bus, met
spits toeloopenden bodem, welke in een
buis eindigt. Deze buis steekt onder het
vliegtuig uit en is af te sluiten door mid
del van een houten prop. Op het moment
dat men wil gaan bestuiven, trekt men
den prop naar de hoogte en het fijne poe
der valt in een dikken stroom onder het
vliegtuig uit.
De bus bevat 25 liter bestuivingsmateri-
aal, hetgeen voor de bestuiving van een
oppervlakte van eenige hectaren bosch
kan dienen. „Gisterochtend deed men de
proeven slechts boven het vliegveld waar
bij het insecten-poeder vervangen was
door bestuivingsmiddelen van verschillen
de zwaarte (talk, thomas-slakkenmeel,
zaagsel) om op deze wijze na te gaan, hoe
de verschillende stoffen zich verspreiden
Deze stoffen de zg. draagstoffen, zullen
dan dienen om het insecten-poeder aan te
mengen, opdat dit zich in voldoende mate
kan verspreiden. Er stond gisteren even
wel te veel wind om in dit opzicht een
bepaalde conclusie te trekken. Alle
„draagstoffen", zoowel de lichtere als de
zwaardere, werden onmiddellijk door den
wind weggeblazen en het eenige, wat de
deskundigen konden vaststellen, was, dat
de bestuiving van vliegtuigen^ uit zeer
zeker mogelijk is en in bepaal'de gevallen
de eenige wijze. Het bestuiven van boo-
mennjen langs lanen bv. brengt dikwijls
groote moeilijkheden mee en van uit een
vliegtuig,, dat de heele laan overvliegt zal
dit nu zeer eenvoudig te doen zijn.
van het Britsche rijk in het Verre Oosten er
op, dat men in Londen op z'n minst toch op
iedere gebeurlijkheid voorbereid wil zijn.
De mannen vloeken, de muziek speelt door.
En uit het Noorden komen and're troepen,
Ze nemen stelling aan de overzij.
Het eerste schot, en de kanonnen dreunen,
De slag begint te loevert en te lij.
En uren later is de strijd gestreden,
Verscheurde vaandels vlieden in 't verschiet
En velen liggen op het veld te sterven,
De helden, die men kreunend achterliet.
De hoeven en de schuren zijn verdwenen,
Het groen is weg. Het landschap, eens zoo
mooi,
Is nu een woestenij. De raven krassen,
De gieren kringen dichter om hun prooi.
De boeren vluchten, have op de karren,
De vrouwen sleuren kind'ren aan de hand.
Ze kijken om naar de verwoeste erven
En zien den dood, die stormt over 't land.
De officieren hadden den zanger met
diepe aandacht aangehoord. Toen het lied
uit was heerschte er een diepe stilte. De
woorden en de sobere melodie hadden een
diepen indruk gemaakt.
„De keerzijde vdn de medaille", zei gene
raal Stahlhans.
Hierdoor werd de koning tot de werke
lijkheid teruggeroepen.
„Een lied te maken is misschien een
kunst", zei hij, „maar de juiste wijs bij de
woorden te eomponeeren is er zeker één
en dan ze te hooren zingen met zoo'n wel
luidende stem. Dat grijpt je in de ziel. Sa
xon, je bent een skald. Geef mij de hand,
want skald en koning waren dikwijls vrien
DE ZEEUWSCHE KLEEDERDRACHTEN.
Een onvoldoende gemotiveerde en
ondoeltreffénde aanval zegt het
bestuur.
Het dagelijksch bestuur van de vereeni-
ging tot behoud der Zeeuwsche kleeder
drachten heeft, n.a.v. het artikel: „Een
dreigend gevaar voor Zeeland", van den
heer P. J. Meertens te Amsterdam aan de
Zeeuwsche en de overige Nederlandsche
dagbladen een gedocumenteerd verweer
doen toekomen.
Het weerlegt daarin de bezwaren van
den heer P. J. Meertens betreffend: de wijze
van oprichting der vereeniging; de samen
stelling van haar bestuur; de diepere grond
slagen, waarop hare werkwijze berust, en
deze werkwijze zelve.
Het artikel besluit:
„Onze conclusie is, dat de heer P. J. Meer
tens de zaak der Zeeuwsche dracht, waar
aan ook hij hecht, grootelijks schaadde met
zijn onnoodigen en verkeerd gerichten aan
val; dat vrijwel allés, hetwelk hij onze ver
eeniging voor de voeten werpt, een misJ
worp is; dat de zuivere grondslag onzer
beweging buiten kijf is.
De vereeniging tot behoud der Zeeuw
sche kleederdrachten hoopt op voorzichtige
en verstandige wijze het hare te mogen bij
dragen tot de schoone doelstelling in haren
naam tot uitdrukking gebracht."
Wij geven er echter de voorkeur aan,
onze eigen opvattingen die overigens vrij
wel parallel loopen met die van voornoemd
dagelijksch bestuur in onze eigen bewoor
dingen tegenover die van den bewusten
schrijver te stellen. Het eerste dezer arti
kelen vindt men elders in dit blad.
Brand aan boord.
Gisterenavond werd de brandweer ge
alarmeerd voor een brand, die ontstaan
was in de Rijnkast, „Martha" geladen met
ledige bloemzakken en liggende in het ka
naal voor de Meelfabriek.
Toen schipper Dijkema, aan de overzijde
van het kanaal een boodschap was gaan
doen en de vrouw met een harer kinderen
in de omgeving van het schip aan het wan
delen was, speelde een zoontje met een
vriendje in het logies voor in het schip en
moet daarbij het vriendje onvoorzichtig
met lucifers zijn omgegaan, waarbij een
film van een kinder-bioscoop in brand ge
raakte. Het vuur deelde zich toen mede
aan een stroomatras in het logies.
De schipper zag van de overzijde, dat er
rook uit de voorzijde van het schip kwam
en spoedde zich er heen.
Toen de brandweer met de magirusspuit ter
plaatse kwam, was het verre van makkelijk
om door te dringen tot de brandhaard,
want de eerst aanwezige personen hadden
hun pogingen om het vuur uit te maken
niet met succes bekroond gezien.
Gewapend met gasmakers drongen twee
brandweerlieden het logies binnen en kon
den toen eerst constateeren, dat door het
ingespoten water vuur reeds gebluscht was
en konden zij toen de smeulende en rook
ontwikkelende matras naar buiten aange
ven.
Behalve de matras waren ook dekens en
oliekleedingstukken verbrand. Verzekering
dekt de schade.
De commissaris van politie heeft, met den
betrokken wijkagent, een onderzoek ter
plaatse ingesteld.
UITREIKING GETUIGSCHRIFTEN.
Gisterenavond had in het leslokaal van
het Comité voor Vakopleiding en Ontwik
keling van Werkloozen aan den Zuidsingel
94 de uitreiking plaats van getuigschriften
aan hen, die de cursussen met goed gevolg
hebben gevolgd.
De voorzitter der Commissie, ir. B. C.
Roeters van Lennep heette in het bijzonder
welkom den wethouder van onderwijs, de
directeuren van de Arbeidsbeurs en de
avondschool voor N. O. de commissieleden,
de leerares en leeraren en de cursisten.
Spr. wees er op, dat in October begonnen
werd met 80 deelnemers en het aantal
In smaak en kwaliteit onovertroffen,
(Ingez. Med.)
den en van een vriend zijn goede woorden
welkom."
„En toch, je weet ik heb mij niets te ver
wijten. De oorlog is verschrikkelijk. Ik heb
lang geaarzeld. Ik ben er toe gedwongen.
Ik ben gekomen om mijn geloofsgenooten
den vrede te brengen. Ik ben geen fanati
cus. Als ik overwin zal er vrede zijn en een
ieder zal vrijelijk dien godsdienst kunnen
uitoefenen dien hij belijdt. Geen geloofsver
volging meer, van geen van beide zijden.
Dat is het doel geweest, waarom ik naar
de wapens heb gegrepen. Mijn geloofsge
nooten werden onderdrukt. Je hebt gezien,
hoe Tilly huisgehouden heeft. Hoe hij met
zijn legerscharen waar hij komt verwoes
ting en verderf brengt. Ik wil erkennen,
dat hij niet anders kan. De keizerzendt
hem geen geld. Hij kan zelf nergens meer
leenen, zelfs niet meer bij de Joden, die hij
vervolgd heeft. Maar een overwinning van
Tilly zou een vloek zijn voor de Duitsche
landen. Hij zou ze alle uitmergelen.
„Vroeger was er maar één geloof. Bij de
opkomst der hervorming kwam ook de ge
loofsvrijheid in het gedrang. Toen er meer
richtingen ontstonden, wilden de meerder
heden andersdenkenden tot hun geloof
dwingen door alle mogelijke middelen. Niet
alleen de Katholieken. In Engeland alleen
worden misschien meer roomschen ver
moord dan ketters door de inquisitie. Vrij
heid van geloof is een der eerste rechten
van den mensch. Groote geesten van beide
zijden hebben dat ingezien. Uw prins Wil
lem van Oranje heeft dat verkondigd en
daarvoor moeten we hem allen dankbaar
zijn", richtte hij zich tot Saxon, den Hol-
groeide tot bijna 100. Er had ook nu veel
verloop plaats, vooral door het verkrijgen
van werk, en niet minder dan 84 werden in
het seizoen 1937/1938 wederom in kantoor
of werkplaats herplaatst.
Klassikaal onderwijs is niet wel mogelijk
en daarom zijn de taken van het Instituut
voor Individueel Onderwijs te Amsterdam
een uitkomst, want nu kunnen zoowel zij,
die alleen 1. o. hebben genoten als zij, die
een diploma m.u.l.o. hebben geholpen wor
den.
Door de P.B.N.A. cursussen, kunnen per
sonen uit de meest uiteenloopende vakkenj
met elkaar studeeren, ieder werkt zijn
eigen lesbrief uit en samen vormt men een
cursus. Nu heeft men bij tijdelijke tewerk
stelling geen achteraankomen meer, men
vindt bij terugkomst het door den leider in
een map bewaarde werk weer terug, en
men kan het werk voortzetten. In 1937/'38
hebben totaal 68 personen aan deze cursus
deelgenomen, cursusmiddagen met 28 tot
30 deelnemers waren niet zeldzaam. De
presentielijsten geven 5985 manstudieuren
aan, 1826 lesbrieven werden uitgewerkt,
verdeeld over 52 vakken, en het gemiddel
de cijfer door de correstoren te Arnhem
toegekend bedroeg 7.
Aan het einde kan nu aan 40 personen
een getuigschrift of verklaring worden uit
gereikt. Deze moeten daarbij echter niet
denken volmaakt te zijn, de praktijk in
werkplaats of kantoor moet hem meer
snelheid en vaardigheid geven. Het is hier
geweest het leggen van een basis en het
aankweeken van meer vakkenis, het ver-
grooten van de algemeene kennis.
De cursussen staan open voor alle werk
loozen, doch in de eerste plaats wil men
de jongeren en vooral hen die een vakop
leiding op Ambachtschool of Avondschool
voor N. O. hebben genoten bereiken. Helaas
is de toestand zoo, dat het werk nog niet
kan worden beëindigd, en daarom roept
men de werkloozen toe: Blijft niet doelloos
rondloopen, pakt aan, straks wanneer U
weer aan den slag moogt gaan, zult U er
varen hoe nuttig het was de cursussen te
bezoeken.
Spr. brengt dank aan de leerares en
leeraars voor het gegeven onderwijs, aan
den directeur der arbeidsbeurs, die den
secretaris der commissie steeds inlicht en
het mogelijk maakt werkloozen op te spo
ren, aan de heeren Wagenvoorde en Meer
kerk voor het keuren van het prbefwerk.
Maar vooral ook bracht spr. dank aan den
secretaris en leider der cursussen, den heer
J. Lorier.
Hierna verzocht de voorzitter wethouder
Boasson tot uitreiking van de getuigschrif
ten enz. over te gaan.
De heer Boasson voldeed hieraan gaarne
en kon den volgenden uitslag bekend ma
ken:
Getuigschrift Autogeen lasschen: A. Cop-
pejans, J. Hanegraaf, J. Paulusse, P. J. de
Ruijter, allen Middelburg, A. J. Fransen
Domburg; J. Lammers en L. A. de Smit
Soeburg; C. Bimmel en J. van Beers, Kou-
dekerke.
Eleetrisch lasschen: P. J. de Ruijter, Mid
delburg; J. Lammers en L. A. de Smit,
Soeburg, een herexamen.
Machineschrijven: J. v. d. Bergh, J. Geers,
mej. P. Peene, J. Onderdijk, J. Rouw, L. B.
Vriesman, D. Vreeke en mej. C. Verstraten,
allen Middelburg; A. van Wallenburg en J.
de Wolf, beide Soeburg; L. van Eenen-
naam, Arnemuiden.
Getuigschriften Instituut van Individueel
Onderwijs Amsterdam: Stenografie: J. v. d,
Bergh, J. Rouw en mej. C. Verstraten allen
Middelburg; L. van Wallenburg, Soeburg.
Boekhouden: J. van de Bergh, W. D. Beu-
kert, H. Vermeulen en mej. C. Verstraten
allen Middelburg.
Handelsrekenen: J. van de Bergh en mej.
C. Verstraten, beide Middelburg.
Franseh: Z. Klaasse, Middelburg en J.
Boone, Koudekerke.
Duitsch: Z. Klaasse, Middelburg.
Engelsch: Z. Klaasse, W. Net, J. Paulus
se en W. Zijta, Middelburg en J. Boone,
Koudekerke.
Verklaring uitgereikt door P.B.N.A. te
Arnhem: J. v. d. Bergh, W. G. Blokpoel, L.
Groenenberg, W. Grootjans, J. Laféber, W.
Loomans, J. van Langeraad, J. J. Onder-
dijk, J. Poortvliet, J. Paulusse, E. de Smit,'
A. Spruijt, L. B. Vriesman en J. Wonder-
gem, allen 'Middelburg; A. J. Fransen,
Domburg, L. Verhulst, Westkapelle en J.
A. Boogaard, Grijpskerke.
De heer Boasson bracht vervolgens na
mens het gemeentebestuur hartelijk dank
voor het werk, dat de commissie verricht,
lander.
„Ik hoop hier den vrede te brengen, voor
menschen van elk geloof. En wat Maagden
burg betreft, als God mij de gelegenheid
geeft, zal ik het opbouwen mooier dan het
ooit is geweest".
„Sire", antwoordde Saxon. „Dat zou een
daad een koning waardig zijn".
De veldheeren hadden met groote be
langstelling naar den koning geluisterd.
„Geen wonder" dacht Banner, „dat we allen
voor hem door het vuur gaan en dat hij
aller harten verovert".
Stahlhans verbrak weer de stilte. „Van
morgen hoorde ik het lied van Saxon's rui
ters. Ik had het nooit eerder gehoord. Mis
schien wil generaal Saxon het eens voor
ons zingen. Het was zoo'n vroulijke wijs.
En een kleine opwekking hebben we wel
noodig."
„Het is eigenlijk" antwoordde Saxon, een
l'ed gemaakt door een lansknecht van Wal-
lenstein. Het was zeer geliefd in het leger
en werd veel gezongen. Toen ik met toe
stemming van Wallenstein in zijner Maje-
steit's dienst overging en 'n paar regimen
ten op de been moest brengen, begreep ik
dat dit lied de werving zou vergemakkelij
ken en vele oude vrienden zou helpen over
halen zich onder mijn vaandel te scharen.
De tekst werd eenigszins veranderd om het
op de ruiters toepasselijk te maken. Ik zal
het voor u zingen in zijn oorspronkelijken
vorm".
Eeri kort voorspel en hij begon
Hoera in 't veld te rukken.
De trommels roff'len overal.
een prachtig Zeereisje naar
Overtocht 1e klasse, inclusief
logies„en ontbijt aan boord.
Vraagt inlichtingen bij de S. M1. ZEELAND
te Vlissingen en bij de REISBUREAUX
Blijft niet staan aan den waterkant
Vaart met ons mee naar Engeland!
(Ingez, Med.)
want de jeugdige werkloozen zijn haar zor
genkind vooral omdat deze van financieelen
steun zijn uitgesloten. Aanvankelijk waren
de cursussen een middel om de werkloozen
bezig te houden, maar thans geven zij hen
kennis mede, waarmede zij iets kunnen be
reiken. Het is een lichtzijde in de moeilijke
tijden, dat de betrokkenen tijd en gelegen
heid hebben om zich te ontwikkelen.
Spr. brengt ook aan de leerkrachten bij-
zonderen dank voor de wijze, waarop zij
hun taak vervullen.
Dat van de tegenwoordige leerlingen tr
al weer veertien werk hebben is zeer ver
heugend en spr. wenscht allen van harte
geluk met dit resultaat. Het moet zeker
een aansporing zijn voor anderen om hun
voorbeeld te volgen en spreker hoopt ook
voor' die anderen, dat zij spoedig mogen
slagen in het vinden van een betrekking.
(Applaus).
Bij de nu volgende overhandiging van ge
tuigschriften deelde een der geslaagde me
de, dat hij de 15e was, die geplaatst is.
Ir. Roeters van Lennep bracht den heer
Boasson dank voor de wijze, waarop hij de
getuigschriften uitreikte en voor de woor
den van waardeering voor het werk.
De heer C. Doets, lid der commissie, wees
in de eerste plaats op de symphatïeke hou
ding van „De Schelde" bij het aannemen
var. cursisten, dit stemt spr optimistisch.
Maar vreeselijk vindt spr. het dat er nog
een 700 tal ouderen zonder werk zijn, dat
wijst op een fout in de maatschappij en spr.
v. ekt ieder op mede te helpen dit te trach
ten te verbeteren, want gewoon werk ver
hoogt de moraal. Spr. bracht hu'-de aan de
leiding van de cursussen.
De heer Lorier bracht dank voor de
woorden tot hem gericht en ook dank aan
de leerkrachten voor de prettige wijze van
samenwerking.
De cursist J. Poortvliet dankte namens
allen de leerkrachten voor de kennis, die
men heeft opgedaan en den heer Lorier
voor de wijze van leiding en voor zijn be
moedigingen, waardoor hij veelal een hart
onder den riem bond.
DOMBURG. Naar wij vernemen zal ook
een drietal jongelui uit deze gemeente deel
nemen aan de nationale jeugdhulde op 6
September a.s. De hiervoor benoodigde ge-
meentevlag zal worden aangeschaft.
Het voornemen bestaat dat, de deputatie's
der verschillende gemeenten op Walcheren
de reis naar Amsterdam gezamenlijk per
autobus te maken.
KOUDEKERKE. In de laatst gehouden
ledenvergadering van de Oranjevereeniging
op 't Zand is besloten het 40-jarig regee
ringsjubileum van H.M. de Koningin op fees
telijke wijze te vieren.
Het programma is voorloopig als volgt
samengesteld:
Vrijdagavond 9 Sept. Wijdingsavond met
Om met kartouw en stukken,
Manmoedig voort te rukken,
Bij luid trompetgeschal.
In dichte, dichte hoopen
Op 't Wallensteinsche krijgsgeschreeuw,
Komen wij aangeloopen,
Om geld en buit te koopen,
Te vechten als een leeuw.
Hij is de held der helden.
Er leeft geen ander hem gelijk,
Verwint op alle velden,
Gunt ons veel goed en gelden,
Veel van het aardsche slijk.
Er is geen beter leven
Dan van een lansknecht, welgemoed.
Zich in 't gevecht begeven,
Tot hoogen rang verheven,
Krijgt eer en roem en goed.
Een leven zonder zorgen.
Wat vraagt de mond, dat baart te stond,
Van heden tot op morgen
Niets koopen en niets borgen:
Men neemt ziedaar de grond.
Het voorjaar is voorhanden,
En men rent buiten in het veld,
De hellebaard in handen,
Men hoort in alle landen
De leuze: krijg en geld.
Wie heeft dit lied gezongen?
Een frissche lansknecht buiten kijf:
Hij was den boer ontsprongen,
Heeft toen dit lied gezongen.
Het hart lacht hem in 't lijf.
(Wordt vervolgd)