KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 28 JULI 1938. No. 175. ZWITSERLAND. IN GEHEIMEN DIENST. WALCHEREN. ZUID-BEVELAND. Het Koninkrijk, Nederland en Java, Het nationaliteitenvraagstuk in Tsjecho-Slovakije. (a.i.) Op het eind der vorige week kwam uit Londen het verrassende bericht, dat de Engelsche 'regeering te Praag het voorstel had gedaan, den Britschen oud-minister van handel, Lord Runciman, naar Tsjechoslo- vakye te zenden, teneinde aldaar op te tre den als „adviseur" van de regeering bij de regeling van het nationaliteitenvraagstuk. Aangenomen kan worden, dat voordien achter de politieke schermen terdege hier over van doen is geweest, en dat, toen En geland het denkbeeld opperde, men van een gunstig onthaal bij voorbaat verzekerd was. Het Tsjechisch-Duitsche geschil vormde de laatste maanden een haard van onrust in Europa. Van het oogenblik dat, juist toen de gemeenteraadsverkiezingen de aandacht vroegen, twee Sudeten-Duitschersdoor een Tsjecnische grenswacht werden doodgescho ten, is de toestand gespannen gebleven. De militaire voorzorgsmaatregelen, welke Tsje- choslovakije tegen een mogelijken Duitschen inval nam, hebben bij onze Oostelijke nabu- ren indruk gewekt. Daarbij kwam dan nog de houding van Engeland, dat een dringen' de waarscnuwing te Berlijn liet hooren te' gen een eventueele militaire onderneming op Tsjechisch gebied. Een navolging van den Anschluss voor het Sudetenduitsche ge bied zou hier hoogstwaarschijnlijk toch wel op een oorlog met Engeland en Frankrijk zijn uitgeloopen. En een strijd met de wa penen is voorioopig nog ietwat riskant voor het Derde Rijk. De groote verwijdering tusschen het Hit- Ierbewind en Praag bleef bestaan en met zorg moest er voor gewaakt worden, dat dit tot een crisis zou leiden. Een gevaarlijk punt vormde het nationaliteitenvraagstuk, dat in een impasse dreigde te geraken, daar de Tsjechische regeering en de Sudeten- Duitschers maar niet tot een accoord kon den komen. De Tsjechen verklaarden, dat zij niet verder konden gaan met handhaving van de integriteit van den staat. De Duit- schers echter wenschten volledig zelfbe stuur. Zij willen het Sudeten-Duitsche ge bied op eigen manier besturen, zonder in menging van een centrale Tsjechische re geering. Voorts verlangen zij in het lands bestuur evenveel zeggenschap als de Tsje chen. Dit komt dus hierop neer, dat zij mee- nen, dat de nationaliteiten waaruit Tsjecho- slovakjje bestaat, allen evenveel recht heb ben op het landsbestuur. De president der republiek, Benesj, verklaarde evenwel nog onlangs, dat hij een souvereinen Tsjechi- schen staat wil, d.w.z. uitsluitende souverei- niteit van de Tsjechen in den staat. Beide partijen bleven op hun standpunt staan en het geschil was nu in een stadium gekomen, dat spijkers met koppen geslagen moesten worden. De Engelsche regeering, welke de ontwikkeling van den toestand, zooais vanzelf spreekt, nauwkeurig gade sloeg, overwoog of zij niet op directe wijze kon bemiddelen. Het denkbeeld van een Britschen adviseur werd te Praag gunstig ontvangen. Tot nu toe had de Tsjechische regeering iedere inmenging van buiten van de hand gewezen, omdat zij meende, dat de Sudeten-Duitschers daardoor als een sou- vereine organisatie behandeld zouden wor den. Dit bezwaar zal nu niet langer meer gelden. De Tsjechen zien in Lord Runciman een onbevooroordeeld en bevoegd adviseur en niemand zal kunnen ontkennen dat het noodig is dat er een bemiddelaar naar Praag komt. Men beschouwt het als een garantie, dat Engeland alles wil doen om te verhin deren, dat de onderhandelingen met de Su deten-Duitschers zuilen mislukken en dat er een gewapend conflict uit voort zou kun nen komen. In elk geval is er thans een zekere ont spanning ingetreden. Men moet nu evenwel niet denken, dat het Tsjechische vraagstuk binnen afzienbaren tijd volledig tot klaar heid zal worden gebracht. Deze kwestie is niet in een oogwenk uit de wereld geholpen. ITALIAAN UITGEWEZEN. Naar het Zwitsersche telegraaf agent schap mededeelt, is de Italiaan Dante Se- verin uitgewezen wegens publicatie van ir- redentistische geschriften. id.z. schrifturen waarin aangedrongen wordt op vereeniging van alle Italiaansch- sprekende gebieden bij het koninkrijk Ita lië; in dit geval het Zwitsersche kanton Tessino Red.] Historische Avonturenroman. Door G. P. BAKKER. 44). „Mon général", antwoordde de markies, „een avonturier is altijd een beetje een ge- voelsmensch." De koning keek den markies vol belang stelling aan. „Als generaal Saxon u als rit meester hebben wil „Majesteit, het zal mij een voorrecht zijn. Hij is dapper als Bayard en u heeft het zelf gehoord hij is vlot ter tale, en dan de mar kies spreekt behalve Fransch en Duitsch, Nederlandsch en Spaansch, groote voor- deelen voor mijn geheimen dienst". De markies ging in de houding staan. „Nederlandsch spreek ik", merkte hij op. „Ik heb twee jaar als ritmeester gediend onder den beroemden veldheer prins Fre- derik Hendrik. En Spaansch. Wel ik ben in Frankrijk aan de Spaansche grens geboren en spreek het als mijn moedertaal". Waarop de beide Fransche edellieden vertrokken. „Maar", vroeg Stahlhans, „welke beloo ning krijgt nu die jonge luitenant?" „Zooals u weet heb ik hem kort geleden tot luitenant bevorderd, toen hij mij uit een netelige positie had gered", antwoordde Saxon. „Dat bevredigt mij toch niet", meende de andere. HET VOORMALIGE INSTRUCTIES AT AL JON TE KAMPEN MARCHEERT Er marcheerde gistermiddag een zeer bijzondere colonne door de smalle straten van de oude IJselvesting Kampen. Als een langgerekte slang kronkelde zij zich tusschen de aaneengesloten, eeuwenoude huizenrijen. Geen Kampenaar was thuis gebleven om het voorbijtrekken van de troep gade te slaan. Voorop: de stafmu- ziek van het eerste regiment infanterie en daarachter: achthonderd oud-volontairs van het voormalige instructiebataljon, dat tot 1924 in Kampen gelegerd is geweest en toen is opgeheven. Zij marcheerden in rijen van vier. In de eerste rij: dr. H. Colijn, minister van staat, minister van algemeene zaken, maar ookvolontair van 1886. Rechts van hem luitenant ge neraal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, commandant van het veldleger, links van den minister-president: de burgemeester van Kampen, de heer H. M. Oldenhof en de garnizoenscommandant te Kampen, luitenant-kolonel J. K. Lammerts. En daarachter, in tweehonderd rijen van vier: opper-ofifcieeren, hoofdofficieren, subalterne officieren, onderofficieren en soldaten, geleerden en ambachtslieden, bankdirecteuren en ambtenaren, hotelpor tiers en treinconducteurs enz. enz., doch allen: oud-volontair te Kampen. Achthonderd oud-volontairs uit alle rangen der maatschappij gaven spontaan gevolg aan de uitnoodiging voor enkele dagen naar hun zoo geliefd Kampen te komen. Even talrijk waren de brieven en telegrammen, welke het comité van oud- volontairs uit Oost- en West-Indië en uit het buitenland ontvingen en waarin zij met de gelukkige gedachte werd gefeli citeerd en uiting werd gegeven aan ge voelens van leedwezen niet aanwezig te kunnen zijn. Nu deed zich de gelegenheid voor oude kameraden na tientallen van jaren te zien en te spreken en herinneringen op te halen uit lang vervlogen maar niet ver geten dagen. En van die gelegenheid is dankbaar en ten volle gebruik gemaakt. Veel tijd tot overpeinzing werd hun gis teren overigens niet gegeven. De reünisten, in het bijzonder natuur lijk dr. Colijn, werden door de saamge- stroomde Kampenaren hartelijk toege juicht. Na de plechtigheid in het kerkgebouw, waar dr .Colijn een rede uitsprak, gingen de reünisten wederom in marschformatie terug naar de kazerne. De reünisten ver zamelden zich op het voorplein en voor de tweede maal sprak de minister-president hen toe. Nu was zijn toespraak geheel gewijd aan de nagedachtenis van generaal Van Heutz. Hij deelde mede, dat het le gerbestuur heeft goedgevonden, dat de kazerne voortaan de „Generaal J. B. van Heutsz kazerne" zal heeten. Door hem te eeren zoo sprak dr. Co lijn wordt het geheele voormalige in structiebataljon geëerd. Aan het slot van zijn korte toespraak trok de minister-pre sident het doek, hetwelk de letters had bedekt, van de voorgevel weg. De reünisten kwamen des avonds bijeen in de cantine van de kazerne. Heden wordt de reünie voortgezet. Op Westerveld vond Woensdagmiddag onder enorme belangstelling de crematie plaats van het stoffelijk overschot van dok ter L. Heijermans, oud-directeur van den gemeentelijken geneeskundigen en gezond heidsdienst te Amsterdam. EEN REGELING TUSSCHEN NEDERLAND EN GENERAAL FRANCO. Geen erkenning de jure of de facto. De regeeringspersdienst deelt het volgen de mede: In aanmerking nemende, dat het gezag van generaal Franco zich thans uitstrekt over het grootste gedeelte van Spanje, heeft de Nederlandsche regeering met diens bewind een regeling getroffen inzake we- derzjjdsche vertegenwoordiging, in dier voe ge, dat elk van beiden een agent in het ge bied van den ander zal vestigen teneinde de belangen van zijn landgenooten voor te kunnen staan. Bovendien zullen in een aantal nader overeen te komen plaatsen sub-agenten kunnen worden benoemd, die werkzaamhe den zullen verrichten, vergelijkbaar met die van consulaire ambtenaren. Een erkennning, hetzij de jure, hetzij de facto, houdt deze regeling niet in. [Het verschil tusschen een erkenning de facto en een erkenning in feite als boven vermeld lijkt ons toch wel zéér theoretisch! Red.] „Benoem hem tot ritmeester", raadde Banner. „Hij is nog zoo jong", oordeelde Baudis- sen. „De hertog van Weimar was zeventien toen hij onder den markgraaf van Baden bij Wimpfen moedig vocht als ritmeester tegen Tilly. Tilly verstrooide de protestant- sche legers en Bernhard trad in dienst bij prins Maurits en later bij Frederik Hen drik. Nu is hij een onzer beste krijgsover sten. In het Hollandsche leger werden de helden gekweekt". „Maar hij was een hertog", opperde Bau- dissen. „Mijn meening is bekend. Ik heb die nooit onder stoelen of banken gestoken. De beste officieren komen uit de rijen, 'k Moet niets van adellijke vrijwilligers hebben, meende graaf Banner. „Ik ben het met u eens", zei Stahlhans, die zelf van nederige afkomst was. „Ik verzoek de heeren de kwestie van den jongen luitenant aan hun koning over te laten", oordeelde Gustaaf Adolf. „Kijk", vervolgde hij, „daar komt juist weer een afdeeling van onze nieuwe artillerie. In Zweden maken we toch het beste oorlogs materiaal". HOOFDSTUK XXVII. Na het noenmaal zat de koning met zijn generaals in een afzonderlijke zaal in de Oude Herberg. De ernstige zaken waren WERELDREIS PER VLIEGTUIG EN BOOT. Twee Nederlandsche zakenlieden, de heeren C. H. Dreyer en F. J. Entrop, zijn heden met het K.L.M.-vliegtuig PH-ARB „Buizerd", gezagvoerder de heer J. J. van Balkom, van Amsterdam naar Batavia ver trokken. Zij zullen enkele dagen in Neder landsch Indië verblijven om vandaar met een der K.N.I.L.M.-vliegtuigen in 2% dag van Java naar Sydney te vliegen. Onze landgenooten maken een wereldreis op commercieele basis. De luchtweg wordt al leen genomen met vliegtuigen, welke de Nederlandsche vlag voeren. Van Sydney zullen de heeren Dreyer en Entrop hun reis vervolgen per boot, n.l. met de Canadian Pacific, naar Vancouver en van daar langs de Amerikaansche Westkust door het Pa namakanaal en de golf van Mexico naar New York. De tocht wordt besloten met een zeereis. EINDJES SIGAAR OF SIGARET EN RIJDENDE AUTO'S. Het aschbakjesvraagstuk in automobielen is altijd niet op even doeltreffende wijze opge lost. Dat behoeft geen reden te zijn schrijft ons de K.N.A.C. om brandende peukjes si gaar of sigaret zonder meer uit een der raampjes van een rijdende auto te gooien. Onlangs is het gebeurd dat zoo'n brandend sigareneindje terecht kwam tusschen de kleeding van een juist voorbijkomenden motorrijder, die niets kwaads vermoedende doorreed om plotseling tot de ontstellende ontdekking te komen dat zijn kleedingstuk- ken brand hadden gevat. Doordat hij zijn tegenwoordigheid van geest niet verloor werd erger voorkomen. Voorts is het ge vaar van boschbranden welke op deze wijze kunnen ontstaan lang niet denkbeeldig. De K.N.A.C. spoort dan ook ieder aan om alvorens sigaren- of sigaretteneindjes weg te werpen deze eerst te dooven. Muziek op het Molenwater. De uitvoering van het Middelburgsch Mu ziekkorps op het Molenwater had gisteren wel geen massa menschen getrokken, maar zij, die er waren, konden daarom rustiger naar de muziek luisteren en gaven ook bij herhaling blijk het gebodene op waarde te kunnen schatten. Een propagandatocht. De propagandatocht van de adspiranten- afdeelingen en de signaalafdeeling van Achilles, mocht zich gisterenavond in veler belangstelling verheugen en de kranige houding der meisjes en jongens, zal ze ker niet-turnsters en niet-turners wel tot de overtuiging gebracht hebben, dat de gym nastiek nuttig werkt. De Stadhuisbelichting. Dat het aantal vreemdelingen gelukkig weer grooter was dan de vorige weken, bleek gisteren o.a. uit de belangstelling voor de belichting van het Stadhuis. DOMBURG. Het komt meermalen voor dat badgasten hun auto voor hun zomerver blijf des nachts buiten laten staan. Zij voe len zich dan veilig indien in de onmiddel lijke nabijheid een straatlantaarn brandt. Echter deze lantaarn gaat des avonds op een bepaalden tijd uit en de politie loopf ook 's nachts op haar ronde. Zuks onder vond een heer uit Overijsel, die een bekeu ring kreeg toen om 3 uur 's nachts zijn auto op den openbaren weg werd aangetroffen, zonder verlichting. DOMBURG. Ook uit deze gemeente zijn naar Wageningen opgezonden eitjes van, naar verondersteld werd, den coloradoke ver. Ze waren aangetroffen in een aardap pelveld van den landbouwer J. De gerust stellende mededeeling is thans ontvangen dat het hier betrof eitjes van een „Onze Lieve Heer's Beestje". Deze schijnen alleen in kleur te verschillen met die van den coloradokever. D.D.D. is een heldere vloei stof, die diep in de poriën doordringt, en de ziekte kiemen doodt. Flacons ?5 ct., f. 1.50 en f. 2.50. (Ingez. Med.) blijkbaar afgehandeld, want Saxon liet Fransche champagne komen en zei met 'n vroolijk lachje: „Heeren, welkom onder mijn dak". „Is dit jouw huis?" vroeg Gustaaf ver wonderd. „Zeker Sire. Een paar jaar geleden voor het eerste beleg van Maagdenburg, dat Wallenstein, zooals u allen weet heeft moe ten opbreken, reed ik eens met hem hier langs. De herberg was verlaten. Ik maakte de opmerking, dat de ligging zoo mooi en uit strategisch oogpunt voor sommige doel einden uitstekend was. Bovendien die oude herberg lag daar als een sprookje uit vroe gere eeuwen te midden der donkere beu kenwouden, diep verscholen in het groen, en toch slechts een klein eindje van den grooten heerweg verwijderd. De hertog antwoordde niet, maar een paar dagen later, ik had hem een kleinen dienst bewezen, gaf hij mij de koopacte op zijn naam en een bewijs van overdracht aan mij. Ziehier Saxon zei hij je idyllisch plekje met wat bosch er bij. Ik heb zoo'n idee, dat die herberg je later in de praktijk wel eens goed te stade kan komen. Of hij het nu met zijn sterrewichelaar gelezen had? Ik durf het bijna niet gelooven, want eerlijk gezegd heb ik noch in Zeno, noch in de sterren ooit veel vertrouwen gesteld, maar toch is zijn voorspelling uitgekomen. Ik stond de herberg in bruikleen af aan Rudolf, een oud wachtmeester van mij, RAAD VAN RITTEM. RITTEM. Woensdagmiddag vergaderde de Raad dezer gemeente onder voorzitter schap van burgemeester P. W. ter Haar. Afwezig de heeren L. Osté en P. J. de Pag- ter. Voor de gemeentebegrooting 1939 werden de volgende subsidies vastgesteld: 25 aan de afd. Soeburg-Rittem van de ver. „Het Groene Kruis"; 82.50 aan de afd. Soeburg- Rittem van de ver. voor Chr. Wijkverple ging; 10 aan de afd. Soeburg-Rittem van de ver. Kinderherstellings- en vacantiekolo- nies; 20 aan de plaatselijke muziekver- eeniging „Oefening na den Arbeid"; 500 aan het Burgerlijk Armbestuur. Op een verzoekschrift van het gewestelijk bestuur van Zeeland van den B.V.L. tot verkrijging van een jaarlijksehe subsidie werd afwjjzend beschikt. Besloten werd, dat, indien van de plaatselijke afdeeling van den B.V.L. een verzoek om een bijdrage mocht worden ontvangen, deze afdeeling dan een nader vast te stellen subsidie te verleenen. In verband met het a.s. regeeringsjubi- leum van H.M. de Koningin stelden B. en W. voor, aan de plaatselijke Oranjevereeni- ging „Oranje Boven" een bijdrage van 60 te verleenen voor het organiseeren van een feestdag. Dit werd goedgekeurd. De rekening van het Burgerlijk Armbe stuur werd aangeboden met een bedrag aan ontvangsten van 1272 en aan uitgaven van 1135; batig saldo dus 137. Goedgekeurd werd de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur over het jaar 1939 met aan ontvangsten en uitgaven 1312 en een post Onvoorzien van 81. De gemeente rekening werd aangeboden met in ontvangst 11339 en in uitgaaf 9239. Een batig sal do derhalve van 2100. Besloten werd een overeenkomst aan te gaan met het Destructiebedrijf N.V. Gekro, te Overschie, inzake de destructie van on deugdelijke vleeschwaren en kadavers. De overeenkomst zal worden geacht te zijn in gegaan op 1 Juli 1938 en zal eindigen op 30 Juni 1943. Op een vraag van den heer Lou- werse deelde de voorzitter mede, dat aan alle inwoners een circulaire zal worden toegezonden, houdende alle bepalingen van het contract met de N.V. Gekro. Bij de rondvraag merkte de heer Lou- werse op, dat de Rittemsche straatweg na bij den Zaaihoekweg verscheidene putten vertoont. De Voorz. antwoordde, dat dit komt doordat de Waterleidingmaatschappij Vlissingen in de aldaar aangebouwde wo ningen waterleiding heeft aangelegd. Deze maatschappij is echter verplicht de desbe treffende straatgedeelten te herbestraten. VERE. Bij een landbouwer in deze ge meente heeft men op de aardappelplanten een groot aantal larven van den colorado kever ontdekt. De Plantenziektenkundige dienst heeft de noodige maatregelen geno- DE NIEUWE SPOORBRBUG GEHEEL GEREED. SCHORE. Daar Woensdag ook het Noor delijk gedeelte van den nieuwen spoorweg officieel in gebruik is genomen, is den hulp- overwegwachters, J. v. Eckelen, A. Mieras, J. Staal, J. v. d. Maas en A. Goossen, allen alhier, eervol ontslag verleend. Een zéér krasse oude heer. OUDELANDE. Dinsdagavond was men bezig met het plaatsen van een zwaren re genbak van beton. Toen het gevaarte opge takeld was aan een bok, viel de heele stel lage omver. De 83-jarige J. M„ die stond te kijken, kreeg den kantelenden bok op zijn schouwer. Hoewel hij zijn schouder niet meer kon bewegen, achtte hij het niet noo dig geneeskundige hulp in te roepen. Zijn familie vond dit echter wel gewenscht. De ontboden geneesheer achtte opname in een ziekenhuis noodig. Toen de Röntgenfoto werd gemaakt, bleek er behalve een ontwrichting, ook nog een breuk te zijn van het schouderblad en van de bovenste 6 (zegge zes) ribben! Wie sprak daar van kleinzeerigheid WEMELDINGE. Gistermiddag had op den oprit van den Westel. kanaaldijk alhier een aanrijding plaats tusschen een door dr. G. bestuurd motorrijwiel en den trailer van G. W. De botsing werd veroorzaakt door dat een hond naar den motorrijder toe schoot, met het gevolg dat dr. G. de macht over zijn stuur kwijtraakte en tegen ge noemden trailer, die reeds stilstond, botste. Met een gekneusd been en eenige ontvellin gen werd dr. G. vanonder de vrachtauto gehaald en vervolgens per auto thuisge bracht. Het ongeval is wonder boven won der voor dr. G. goed afgeloopen. Het mo torrijwiel is evenwel ernstig beschadigd. met wien de heeren trouwens kennis ge maakt hebben, evenals met zijn vrouw An nette, een bekoorlijke zoetelaar. Die beiden wilden trouwen. Ze hebben een aantal flin ke knechts, ook kurassiers, en maken het hier heel goed. Mijn kamers zijn altijd ge reed. Meermalen heb ik hier een toevlucht gezocht en van vermomming verwisseld". „Dus dit is de herberg, waarheen je met prinses Marion gevlucht bent?" vroeg de koning. „Ja, sire. Hier bracht ik haar in veilig heid tijdens de verwoesting van Maagden burg. Hier speelde ze voor werkvrouw om aan Pappenheim te ontkomen". „Het spreekt vanzelf", vervolgde Saxon, „dat de heeren hier mijn gasten zijn en als een uwer soms in de buurt komt en wat uitrusten wil om de een of andere reden, dan is hij hier welkom en volkomen veilig. Zelfs Tilly zou hier de roode haan niet dur ven laten kraaien. De acte op naam van Wallenstein, hertog van Friedland, ligt in de kast van Rudolf en de macht van den hertog, die zijn opvolger Tilly, onder ons, niet veel goeds gunt, gaat heel ver. Wal lenstein heeft nog altijd lange armen". „Mijn waarde graaf", zei de koning. „Je schijnt overal schuilplaatsen te hebben en hulp te kunnen krijgen". „Sire", antwoordde generaal Saxon. „Uwe Majesteit heeft mij indertijd opgedragen den geheimen dienst in handen te nemen; zonder den steun van vele zijden zou het (Van een bijzonderen Indischen medewerker). Het Koninkrijk der Nederlanden omvat het grondgebied van Nederland, Neder- landsch-Indië, Suriname en Curasao: aldus heeft artikel 1 der grondwet van 1922 de eenheid van het Koninkrijk vastgelegd; geen koloniën en bezittingen in andere we- relddeelen onder een Europeesch moeder land, doch vier evenwaardige en gelijkge- ordende Rjjksdeelen. Acht miljoen zielen in Nederland, 60 mil joen in Azië; rond 250.000 in Amerika. Een rijk ter uitgestrektheid, in Europa dimensies, van Ierland tot Ankara, in Azië; kleine verloren eilandjes met oudhistorische namen in de Cariabische Zee; een beperkt vlakte-, bosch-, en laaggebergtegebied op Amerika's vasten wal. Van de overzeesche deelen des Koninkrijks steekt Nederlandsch- Indië zonder meer ver uit. Is zich het Europeesche Rijksdeel, voor zoover het in bestuur en wetgeving de functies van het overkappende instituut van het Koninkrijk uitoefent, de positie en de politiek ten opzichte van die Rijksdeelen bewust? Oogenschijnlijk ja. Constitutioneele zelfstandigheid van be stuur en wetgeving voor de betrokken ge- biedsdeelen, Gouverneur-Generaal en Gou verneurs het algemeen bestuur uitoefenend in naam der Koningin. Een parlement dat de algemeene richtlijnen van dit beleid be paalt door hanteering van het begrootings- recht en de regeling der algemeene zaken in verband van het Koninkrijk; een minis- ster van Koloniën, die aan deze volksverte genwoordiging parlementair verantwoorde lijk is voor het geheele openbare beleid en bestuur in naam der Koningin. Niet alleen bewustheid van verantwoor delijkheid in politiek en bestuurlijk opzicht. Onder de Europeesche Mogendheden met overzeesche rijksdeelen, bezittingen, kolo niën, neemt Nederland een eervolle plaats in met aan de wetenschap van overzee ge wijde instellingen: het Koloniaal Instituut te Amsterdam, het Koninklijk Instituut voor de Taal- Land- en Volkenkunde van Nederlandsch-Indië te 's Gravenhage, de Universiteiten, de werkzaamheden van li chamen als het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap; zendings- en missie-instellingen; gebruik van de radio omroep voor uitzending naar Azië; steun van de machtigste handelslichamen tot het kleine geld in de Zondagcollecte van de dorpskerk en het blok in de kleinste pa rochiekapel In Indië ruim 60000 geimmigreerde Ne derlanders onder de ruim 200.000 Euro peanen; dat beteekent zeker 40 of 50000 Nederlandsche gezinnen - die bloedverwant schap overzee bezitten. De mail per vliegtuig en per motorschip, het Indische nieuws van de couranten, de Indische paragraaf der politieke partijen, de actie van lichamen als „Oost en West", ,Indië-Nederland"de aandacht van het Algemeen Nederlandsch Verbond aan de Nederlanders buitengaats gewijd, de figuur van de „roeping" van Nederland in poli- ticis ten opzichte van Indië, het Neder landsch kapitaalbelang bij de cultuuronder nemingen, de agrarische industrieën, de mijnbouw, de scheepvaart, de tramwegen, het bankwezen; het paleis van de N.H.M. aan de Vijzelstraat, de Indische entrepöts, de werven van de „De Schelde", de koperen bordenrijen op banken en administratiekan toren, met de reeksen uitheemsche namen van plantages en fabrieken, Indië en Ne derland ljjken sterk verweven. De werkelijkheid echter is anders. On danks al deze zaken leven de beide rijks deelen een eigen leven. De divergentie der staatkundige belangen is evident; de levens- eischen der staatkundige en sociale licha men schijnen uiteen te loopen. De sfeer van openbaar leven, van de samenstellende deelen der politieke en maatschappelijke bewegingen lijkt te verschillend dan dat ge lijkgerichtheid van belangen, zelfs van be langstelling, verzekerd zou kunnen bestaan. Van uit Nederland schijnt Indië ver weg, ondanks driemaal wekelijksche luchtmail en dagelijksche Aneta berichtgeving. In Indië lijkt Nederland klein en niet van overwicht voor het Aziatisch rijksdeel, on danks milliarden geinvesteerd kapitaal, on danks Nederlandsche scheepvaart en Ne derlandsche overzeesche handel en ondanks de macht van het Nederlandsche parlement. De tegenstelling weg te cijferen zou onmo gelijk zijn. Haar te trachten te verklaren is noodig; maar belangrijker is, onder vooropstelling van deze feiten, weer te geven wat in mij onmogelijk zijn van de bewegingen van den vijand op de hoogte te blijven". „Maar je trekt er altijd zelf op uit", meende Banner. „Dat moet. Het zou een beetje lang du ren u geheel op de hoogte te brengen van mijn systeem van werken en van alle mid delen, waarover ik beschik, maar dit staat vast, als men van zijn menschen veel, ja soms zelfs het schijnbaar onmogelijke vergt dan moet men zelf voorgaan. Uwe Maje steit geeft ons immers altijd het voorbeeld". „Ik weet, dat je in verschillende ver mommingen optreedt. We hebben dat van morgen trouwens zelf gezien, maar 'n goe de vriend heeft me verteld, dat je als zan ger altijd zooveel succes hebt. De rol van bard schijnt je bijzonder te liggen", zei de koning. „Zou je iets voor ons willen zin gen?" „Zoo'n voornaam gehoor heb ik nog nooit gehad, sire. Een geheele generale staf. Ik wil natuurlijk graag iets zingen, maar ik ben een beetje droevig gestemd. Vanmor gen zijn we door het verwoeste Maagden burg gereden. Ik geloof, dat de markies gelijk heeft: een avonturier is altijd een beetje een gevoelsmensch, en de komende slag houdt mij bezig. Het zal dus geen vroo lijk lied zijn". Hij liet zich een luit brengen. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5