Victoria-Water
IVtótU...
ENGELAND
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 22 JULI 1938.
No. 170.
itjes
DAGELIJKS een fleschje
VERHOOGT UW GEZONDHEID
MIDDELBURG.
dat U reeds voor
met onze nationale lijn van
Vlissingen naar Harwich
en terug maken kon?
VLISSINGEN.
tenten
•V.O.,
de
Llli-
iad. J
(eieren.
5 kilo
Sper-
8 v.
Enz.
lel. 762
WIJf
loeren-
pond.
Ismaak
Istraat,
|naf 75
ïg v.a.
Daling-
Telef.
Het koninklijk bezoek
aan Parijs.
De Franschen verstaan de kunst der
charmante gastvrijheid. Als ze hun beste
beentje maar voorzetten. Koning George
VI van Engeland en zijn gemalin, koningin
Elizabeth, zullen er na deze week van we
ten mee te praten. Parijs heeft hen met al
de beweeglijke beminnelijkheid, waarover
het alle politieke zorgen dezer dagen
ten spijt nou steeds weten te beschikken,
ontvangen. Moeite jpoch kosten zijn ge
spaard om den hoogen Engelschen gasten
een indruk van grootschen luister te kunnen
geven: luister, waarachter een zekere iet
wat barre werkelijkheid werd verborgen.
Want nietwaar, het Frankrijk van vandaag
is niet meer het Frankrijk van den veer
tienden Lodewijk, wiens flonkerenden stijl
men gisteren op het kasteel van Versailles
heeft laten herleven. Het geheele personeel,
dat hier dienst deed bij de ontvangst en het
banket, en waaronder honderd en twintig
iakeien, was gepruikt en gepoederd en in
de oude achttiende eeuwsche kleederdracht
gestoken. Den bijna driehonderd gasten
werd een maaltijd voorgezet, die, op een
enkele uitzondering na, gelijk was aan het
déjeuner, hetwelk koning Eduard in 1903
werd aangeboden. Twee der soorten cham
pagne, welke men schonk, droegen de ééne
soort het geboortejaar van koning George,
1895, en de andere dat van koningin Eli
zabeth, 1900.
Frankrijk is niet rjjk meer, het gaat al
jaren gebukt onder financieele moeilijkhe
den. Maar deze hebben bij dit bezoek niet
geteld. Alleen de inrichting van het gebouw
van het ministerie van buitenlandsche za
ken, aan den Quai d'Orsay, waar de Engel-
sche gasten logeeren, heeft de staat meer
dan 8 millioen franken gekost. Van den bui
tenkant bekeken, is het een weinig inte
ressant in Second-Empire stijl opgetrokken
bouwwerk, dat, door Lacornée in 1853 vol
tooid, zelfs de charme van den ouderdom
mist. Maanden geleden reeds is men be
gonnen met de restauratie; duizend arbei
ders hebben er dag aan dag gewerkt en
in dien tijd meer lawaai gemaakt dan de
buitenlandsche zaken gedurende vele jaren.
In totaal zyn dertigduizend werkdagen
gemaakt; veertig ondernemingen kwamen
aan de inrichting der vertrekken te pas;
er werden vyfnonderd ton groot materiaal
gebruikt zeshonderd meter lijstwerk, vijf en
dertig kilometer eiectrische kabel en draad,
drieduizend meter leiding; de restauratie
der krooniucnters vereiscnte de vervanging
van twintigduizend stukken geslepen kris
tal.
Het resultaat van dit alles was een won
der naar iqke gedaanteverwisseling. Alle
tijdsverschillen moeten zijn weggevallen,
men Komt er nu rechtstreeks uit museum-
acuuige zalen, waar de rust en de stilte van
eeuwen schijnen te heerscnen, in vertrekken
niet net meest moderne comfort. De Engel
scue Konmg siiep m net oed van uen
grooten Napoleon, doch aan het hoofd
einde der legerstede stond een tafeltje met
het nieuwste radiotoestel en er was een tele
foon met directe verbinding, opdat de vorst
ieder willekeurig oogenblik met Londen in
communicatie kon treden. In de slaapkamer
der koningin plaatste men het bed van Ma
rie Antoinette, er hing Berthe Morizot's
schilderij van een moeder, gebogen over de
wieg van haar kind, en er was een speciale
telefoonlijn aangelegd, zoodat de vorstin
ieder uur van den dag haar beide kinderen
kon bereiken.
Aldus was het met schier alles; men vond
in het paleis schilderijen van Holbein, Van
Dijck en den Nederlandschen schilder Jong
kind, uit het Louvre en het museum van
Versailles, maar ook de jongste portret
ten van de beide Engelsche prinsesjes. Toch
moet die dooreenmenging van stijlen en sfe
ren geen afbreuk doen aan het geheel. Het
Fransche genie moet een verwonderlijke
harmonie, een volmaakte eenheid hebben
weten te scheppen in de verschillende ver
trekken van het groote grijze gebouw, dat
ouderwetsch is, zonder nog historische
waarde te bezitten.
Er ligt aan al dezen luister een heel stuk
politiek ten grondslag. Frankrijk zou zich
waarschijnlijk niet zóó hebben ingespannen,
indien het Engeland's bondgenootschap niet
zoo van noode had. Mede als een politieke
demonstratie moet men daarom het ko
ninklijk bezoek aan Parijs met al zijn luis
ter beschouwen. Het wil als 't ware aan
IN GEHEIMEN DIENST.
Historische Avonturenroman.
39).
Door G. P. BAKKER.
„Dom van mij", zei Saxon, „dat ik ook
maar eer^ oogenblik heb kunnen meenen,
dat een Fransch edelman zonder reserve-
paarden zou reizen".
„Maar Excellentie", antwoordde Lon-
guenez. „Als de paarden voor de karos
moe worden, staan ze natuurlijk volkomen
ten uwen dienste".
„Longuenez", oordeelde Saxon. „Je bent
een goede bediende en een edel mensch".
„Die generaal heeft je dwars door", brul
de schele Willem.
De roode dragonder nam zijn plaats weer
in aan het hoofd van de cavalcade.
Edzke reed naast het portier. Greta lag
in de karos te slapen, gewikkeld in een
dikke deken en den kostbaren zwarten met
bont omzoomden tabbaard van den Span
jool» Longuenez had dat kleedingstuk reeds
geschat op vijf honderd daalders. Het was
een erfstuk, dat zeker al door twee ge
slachten gedragen was.
Edzke keek naar het lieve gezicht, zucht
te even en ging naast den rooden dragonder
rijden.
Ze trokken door een mooi landschap.
Hier en daar liep de weg tusschen rotsach
tige berghellingen door, daarna werd het
terrein heuvelachtig en leidde het pad door
dennen- en eikenbosschen.
De maan scheen vrij helder, maar op
sommige plaatsen drong het licht ternau
wernood door het gewelf der bladeren en
Waren de voeten der eiken in diepe scha-
Duitschland en Italië zeggen, dat de vriend
schap tusschen Engeland en Frankrijk zoo
innig is, dat elke twijfel aan haar duur
zaamheid belachelijk moet heeten. En even
eens zoo innig, dat, indien er te onzaliger
ure weer een oorlog in Europa zou drei
gen, Frankrijk en Engeland hun verbon
den gewicht in de politieke weegschaal der
volkeren zullen werpen.
Dat men te Berlijn aan het koninklijk
bezoek te Parijs veel beteekenis toekent, is
gebleken uit de visite, die Hitler's adju
dant Wiedemann, Maandag onverwachts
aan lord Halifax, den Britschen minister
van buitenl. zaken, bracht. De Führer had
het noodig gevonden vlak voordat Halifax
met het Engelsche vorstelijk paar naar Pa
rijs ging, hem nog een persoonlijke bood
schap te doen toekomen. Volgens de „Times"
hield die boodschap de mededeeling in, dat
Hitier zeer gaarne de Duitsch-Engelsche
betrekkingen zou zien verbeteren en alle
mogelijke politieke kwesties, de Tsjecho-
slovaaksche incluis, voor een minnelijke
schikking rijp zou achten. Blijkbaar móest
deze boodschap dienen als tegenwicht tegen
de Fransche voorstellingen van politieke
zaken, welke Halifax te Parijs voorgezet
zou krijgen. In hoeverre dit van groot poli'
tiek belang kan worden voor de naaste toe
komst, moet men afwachten. Op zichzelf
beteekent het in elk geval echter geen
slecht verschijnsel: Hitler is blijkbaar nog
steeds allesbehalve gebrand op een ernstig
conflict met Engeland.
VERLAGING TARWEPRIJZEN.
Wederom met 10 cent.
De Nederlandsche Tarwe Centrale heeft
de prijzen voor de tarwesoorten wederom
met 10 cent verlaagd.
NEDERLANDSCHE DOUANE IN
UNIFORM.
Naar de N.R.C. verneemt, ligt het in de
bedoeling, dat de Nederlandsche douane
beambten, werkzaam aan de verschillende
grenskantoren, voortaan in uniformen ge
stoken hun werkzaamheden zullen verrich
ten.
BORGSTELLINGSFONDSEN.
In no. 2 van de „verslagen en me-
dedeelingen" van de directie van handel en
nijverheid van het departement van econo
mische zaken, verschenen bij de algemeene
landsdrukkerij te 's-Gravenhage, worden de
onderstaande bijzonderheden over de resul
taten der borgstellingsfondsen voor kleine
middenstanders in 1936 en 1937 medege
deeld.
Op het einde van 1937 waren 32 van de
35 opgerichte fondsen door den minister
van economische zaken erkend en met de
uitvoering van hun taak begonnen. Be
doelde 32 instellingen beschikten per 31 De
cember 1937 tezamen over een kapitaal van
450.161 en een inkomen van 124.481, het
nominaal uitgezette bedrag aan borgstel
lingen bedroeg op het einde van het jaar
267.326. In totaal werden 36 credieten ge
heel afgelost, en wel tot een bedrag van
10.650, terwijl op de resteerende posten
45.684 aan aflossing werd ontvangen. Het
werkelijk loopende risico bedroeg op ge-
melden datum derhalve 210.991. De ach
terstand in aflossingen en rente beliep
6.581 of plsm. 2% van het nominaal
bedrag der borgstellingen terwijl de verlie
zen ten laste van 1937 een bedrag van
2.177 uitmaakten of plm. 0.8 van het
nominaal bedrag. De onkosten, waaronder
de kosten van oprichting, salarissen, vergoe
dingen enz. bedroegen in totaal 28.774.
Het batig exploitatie-saldo der 32 fondsen
over 1937 beliep in totaal 93.530.
Het aantal bij de 32 fondsen binnengeko
men aanvragen bedroeg op ultimo 1937
4307, aan 883 aanvragers werd een crediet
verleend, 20% der aanvragen. Het ge
middelde credietbedrag was 311 en de ge
middelde looptijd 2 jaar en 4 maanden.
Van de voornaamste groepen der aan
vragers werd toegewezen:
Slagers (331 aanvragen) 36% krui
deniers (331 aanvragen) 24 aard. gr.
fruit (233 aanvragen) 25 bakkers (230
aanvragen) 25% manufacturers (141
aanvragen) 20 schilders (132 aanvragen)
31 kappers (110 aanvragen) 25%
sigarenwinkeliers (104 aanvragen) 29
In het verslag wordt gewag gemaakt van
het goede resultaat, dat door den arbeid
der fondsen voor den kleinen middenstand,
duw gehuld. Dan wierpen alleen de lan
tarens van de karos hun schijnsel vooruit
en wees het licht, dat Saxon voor de borst
van zijn paard had gehangen, de richting
aan.
„Halt", klonk eensklaps het bevel, en op
een open plek in het bosch versperde een
twintigtal keizerlijke huzaren onder aan
voering van een ritmeester den weg.
Edzke liet de teugels los, stak zijn han
den in de zakken aan den kolf van zijn pis
tolen.
„Finkie", zei de man van Werben. „Het
gaat er spannen. Hou je gereed. Als ik
schreeuw, leg ik de zweep er over en jij
opent het vuur. Hier zijn mijn pistolen ook,
dan heb je acht schoten. Denk er aan,
alleen treffers. Geen kogel verspillen".
De markies trok zijn zwaard en wenkte
Longuenez.
„Ben je klaar? Als ik attaqueer, volg je
me op den voet. Met ons drieën vallen we
ze op 't lijf".
„In orde, kapitein. Willem heb je 't ge
hoord?"
„Ja. Een zware kurassier is drie van die
windhonden waard", bromde deze. „Ik
wacht al".
De roode dragonder hief de hand op. De
stoet hield stil, maar de gezichten der man
nen stonden strak en grimmig. Hij reed
langzaam vooruit, haalde een perkament
uit zijn zak, sloeg aan en zei rustig op
zaehten toon:
„Vrijgeleide voor don Felipe del Torez,
gezant van den koning van Spanje. Zijne
Excellentie wenscht niet gestoord te wor
den. Begrepen? Ik ben de koerier".
„In orde" sprak de ritmeester. „U kunt
niet het minst op het terrein der saneering,
is bereikt en waardeering uitgesproken
voor het vele werk dat belangloos door
commissie- en bestuursleden wordt ver
richt.
PROVINCIALE BONDSDAG GEREF.
MEISJESVEREENIGINGEN.
Woensdag werd in de „Prins van Oranje"
te Goes de jaarlijksche Prov. Bondsdag der
Geref. Meisjesvereenigingen gehouden.
De presidente, mej. M. v. Luijk uit Aksel,
opende de huishoudelijke morgenvergade
ring op de gebruikelijke wijze. Na de notu
len hield mej. G. Harinck uit Vlissingen
een geestig referaat getiteld „Opruiming
wegens reorganisatie". Mej. L. Joosse uit
Goes leverde eveneens een vroolijke bijdra
ge. Na het zingen van het „Wilhelmus"
werd de flink bezochte morgenvergadering
gesloten.
Voor de middagvergadering bestond nog
grooter belangstelling. Deze werd geopend
met het zingen van Gez. 23 1. De presi
dente verwelkomde verschillende gasten
zooals ds. en mevr. v. d. Vegt van Goes, ds.
v. Heiningen van Wolfaartsdijk, de prov.
propagandiste en mej. M. Parmentier, de
bondspresidente, die daarna sprak over „De
M.V. en haar bewapening". Dit ernstig en
aangrijpend woord werd onder groote stilte
aangehoord.
Toen mej. Parmentier eens op bezoek was
bij den minister-president dr. Colijn, vroeg
deze zeer belangstellend naar den Geref.
Meisjesbond en zeide o.m.: „Ik ben zoo blij
met onze Jeugdbonden. Door ernstig on
derzoek en degelijke studie leert de Jeugd
zich meer verdiepen in Gods Woord en onze
rijke historie;" Spreekster zeide: .„Laten
wij God danken, want in andere landen
wordt voor het geloof zooveel geleden." Zij
mocht verschillende conferenties bijwonen,
waar ook Russische vluchtelingen waren.
Hun gezichten waren door smart geteekend,
omdat zij door ontbering hun familie en
have en goed moesten verliezen, maar zij
zongen vol overgave: „Heere Jezus, maak
onze zielen stil". „Sommigen verwachten
alles van de rede, anderen van sport en spel,
maar wij willen als 't hoogste in ons leven
de kruisbanier dragen tot eer van onzen
Koning Jezus Christus."
Hierna werden twee coupletten van het
Bondslied gezongen. Als afwisseling volgde
er een declamatorium, bestaande uit een
zangkoor met pianobegeleiding, spreekkoor,
slotzang en declamatie, getiteld „De Jaarge
tijden", samengesteld door mej. R. v. Riet
te Goes en geleid door mej. A. Jongepier
te Goes. De aanwezigen genoten er van en
beloonden de uitvoering met dankbaar ap
plaus.
Na het zingen van het „Zeeuwsche Volks
lied" en „Gelukkig is het land", sprak ds.
v. Heiningen van Wolfaartsdijk het slot
woord. Wij mogen met genoegen terugzien
op onzen Prov. Bondsdag. Spr. wilde de
meisjes ook nog iets meegeven in twee
woorden, n.l. „Eén ding". Wij lezen deze
woorden dikwijls in de H. Schrift. Ie. Jezus
zeide tot Martha: „Eén ding is noodig". Ook
wij hebben veel levensvragen, maar één
ding is noodig: Godsdienst hebbe de eerste
plaats.
2e. „Eén ding ontbreekt U", zeide Jezus
tot den rijken jongeling, die Jezus alleen
zag als goeden meester, maar niet als za
ligmaker.
3e. „Eén ding heb ik van den Heere be
geerd", zegt David in het O.T. Hij bedoel
de daarmee den Heere te dienen in Zijn
tempel. Ook voor de meisjevereen. is de
kerk de centrale plaats in het leven waar
het woord wordt gepredikt en de Sacra
menten bediend.
4e. In het N.T. zegt Paulus: „Eén ding
doe ik", dat is Gods gemeenschap zoeken,
iets wat ook de meisjesvereenigingen wil
len doen.
Na dit slotwoord dankte de pres. de Goe-
sche vereeniging voor de ontvangst en ver
der spreeksters en spreker.
(Ingez. Med.)
passeeren. Ik zou uw meester voor geen
goud willen tegenhouden".
„Zou ook zeer onvoorzichtig zijn", oor
deelde de roode dragonder. „A propos, waar
vinden we veldmaarschalk Tilly?"
„Dan ben je op het verkeerde pad. Hij is
reeds in Halberstadt, misschien al op weg
naar Halle".
„Maar graaf Mansfeldt is toch nog in
Maagdenburg?"
„Zeker amice".
„Als u in Halberstadt aankomt, wilt u
dan den veldmaarschalk doen berichten,
dat don Felipe naar graaf Mansfeldt is ge
reden? Het is van het grootste belang".
„Ik zal er voor zorgen. Goede reis". Maar
binnensmond mompelde hij: „Valga me
Dios". Hij had blijkbaar in de Spaansche
Nederlanden gediend.
„Avante", beval Saxon.
Edzke bleef naast Saxon rijden.
„Don Felipe schijnt een machtig man ge
weest te zijn", merkte hij op.
„Gevreesd als de duivel. Zijn papieren
kunnen ons van veel nut zijn. Als de rit
meester werkelijk de boodschap overbrengt
zal Tilly hem de eerste dagen niet ver
wachten".
„Misschien weet hij iets van de plannen
betreffende den aanslag op den koning."
„De koningsmoord? Neen", luidde het
antwoord van Saxon. „Graaf Tilly mag een
fanaticus zijn, maar hij is een eerlijk sol
daat. Met zooiets zou hij zijn geweten niet
willen bezwaren. Hij kan wreed zijn, doch
noch Tilly, noch Pappenheim zouden iets
te maken willen hebben met die Spaansche
methodes. Het soldatenwerk is nu eenmaal
geen zachtaardig vak. Het is zooals je weet,
DE DRUKTE VAN GISTEREN.
Donderdagmorgen negen uur. In
Middelburg heerscht de betrekkelijke stilte
van iederen morgen, op de Markt hier en
daar een koopman of koopvrouw bezig de
eerste tentjes te etaleeren, op de Burg de
winkeliers of anderen, die op hun stoepen
toonen drukte te verwachten. Overigens
slechts enkele menschen op straat, melk
venters e.d.
Half tien. Het aanzien van de straten
neemt reeds een anderen vorm aan. Het
aantal auto's, dat gaat parkeeren neemt
reeds toe en waar ze van daan komen, uit
de hotels, of van elders aangevoerd met
trein of bus, het is niet te overzien, maar
reeds loopen er groepjes vreemdelingen.
Elf uur. In de omgeving van de Markt
loopen nu geen kleine groepjes dagjesbe
zoekers, neen hun aantal breidt zich met
eiken minuut uit en het is of de menschen
bij honderden uit den grond opkomen en dit
duurt een paar uur aan een stuk. De hon
derden worden duizenden. Want als alleen
de booten Breskens-Vlissingen reeds 4000
personen overzetten, waarvan toch wel 90
pet. ook Middelburg korter of langer be
zoeken zal en men denkt dan aan wat met
de treinen, maar niet minder met bussen en
auto's uit de richting Goes de stad in is ge
komen en de viei booten geheel gevuld
met Belgische gasten die aan de Loskado
gemeerd lagen, dan durven wij schatten,
dat er een 8000 menschen van buiten de
stad tusschen 9 en 6 uur binnen de Bolwer
ken hebben vertoefd.
Als wij nu schrijven dat 21 Juli een goe
de dag voor Middelburg was, dan zal men
ens zeker o.a. toevoegen. Ja maar er loopen
er zooveel, die hun eten mede brengen. Dat
weten wij heel goed. Maar dat is dan toch
maar een deel, en zelfs ook die personen
verlaten de stad niet zonder iets te hebben
verteerd of gekocht. En dat dit laatste juist
is, kan men zien invde winkels in het oen
trum der stad en ook aan de pakjes, die in
de bussen of op de booten worden mede ge
nomen.
Een belangrijk deel van het bezoek is gis
teren wel te danken geweest aan het sa
menvallen van den nationalen feestdag in
België met den Marktdag. Dit is voor hon
derden Belgen aanleiding geweest per boot
of touringcar naar Walcheren te komen en
zich aan te sluiten bij degenen, die van el
ders, veelal uit de Belgische kustplaatsen,
Middelburg kwamen opzoeken.
Eenige malen hebben wij gisteren eens
poolshoogte genomen en bij de clubjes Arne-
muidsche vrouwen en meisjes. Over het al
gemeen begrijpen zij wel, dat zij tevreden
moeten zijn met wat zij krijgen, doch de
brutalere overtreden de nieuwe bepalingen
totdat zij eens tegen de lamp loopen. Men'
mag toch zeker niet vooruit zeggen vijf
franken te moeten hebben. En na het ne
men van een kiekje, als een van twee ge-
kiekten iets krijgt, mag de tweede op haar
beurt niets vragen. Beide gevallen maak
ten wij mede, en sïgnaleeren wij voorname
lijk om de vrouwen en meisjes zelf er nog
eens op te wijzen, wat niet mag.
Op het wel zeer drukke punt Markt
LangedelftBurg, maar ook bij de Sta-
tionsbrug hadden urenlang de verkeers
agenten hun handen vol en af en toe moest
ook op andere punten terzake handelend
worden opgetreden.
WIJZIGING GASTAREEVEN.
Naar aanleiding van het voorstel tot wij
ziging van de gastarieven heeft de commis
sie van financien enkele vragen gesteld.
Vooreerst wordt bij de vastrecht-tarieven
niet gesproken van een aansluitingsrecht,
de commissie neemt aan, dat dit in het
vastrechtbedrag begrepen is. Is deze opvat
ting juist?
Hoe is men overigens bij het gewone
tarief tot het bedrag van 2.40 als aan
sluitingsrecht gekomen en hoe tot de bere
kening van 5500 als mindere opbrengst?
In het oude artikel werd in 1932 gespro
ken van een meterhuur van 4.20, in 1934
blijkt de meterhuur te zijn vervallen. De
commissie begrijpt toch goed, dat ook nu
voor de vastrechtgebruikers noch meter
huur noch aansluitingsrecht verplicht is.
B. en W. antwoorden, dat het aanslui
tingsrecht in het vastrechttarief is begre
pen. Bij het gewone tarief is het bedrag van
2.40 voor aansluitingsrecht gebasseerd op
de gedachte dat het nieuwe tarief voordeel
zou moeten gaan opleveren bij een verbruik
van 120 m3 per jaar.
De lagere opbrengst van 5500 is gebas
seerd op de cijfers der begrooting 1938. De
een anders leven of het jouwe. Maar sluip
moord wordt aan de hoven uitgebroed, niet
door de generale staven".
„Generaal", zei Edzke. „De inlichtingen
dienst van de keizerlijken schijnt niet veel
waard te zijn. Anders zou ons niet zooveel
gelukken".
„Luitenant", antwoordde Saxon. „Dat is
volkomen juist. Daardoor loopen we het
groote gevaar, dat we te overmoedig wor
den. Je bent nog jong en ik wil niet ont
kennen, dat je goed werk hebt geleverd. De
brief dien je machtig bent geworden, de
aanslag op het leven van Zijne Majesteit,
dien de markies en jij hebben verijdeld. Al
les mooi werk. Maar wees nu dubbel voor
zichtig. Het succes maakt roekeloos. Een
maal heb ik den strop om den hals gehad.
Het bevel klonk: Halen. Een toeval heeft
me gered. Maar op het toeval kun je nooit
rekenen. Als je een onderneming begint,
dien je eerst alle slechte kansen onder de
oogen te zien, deze te ondervangen, om
daarna maatregelen te nemen tegen onver
wachte mogelijkheden. Dan pas heb je
eenige zekerheid van slagen. Denk er eens
aan hoe voorzichtig Zijne Majesteit, de ko
ning van Zweden is. Langzaam maar ze
ker trekt hij vooruit, langs de groote rivie
ren en steeds zoo, dat hij voldoende in den
rug gedekt is en de verbinding niet ver
broken kan worden. Hij is dapper, maar hij
is ook een groot strateeg. Ook daarin over
treft hij Tilly".
Ze reden een eind zonder te spreken door
een statig beukenlaan in de bosschen.
„We zullen wel rustig door Maagdenburg
komen", oordeelde Saxon. „Misschien is het
echter het beste er om heen te rijden, en
een prachtig Zeereisje naar
Overtocht 1 e klasse, inclusief
logies en ontbijt aan boord.
Vraagt inlichtingen bij de S. ZEELAND
te Vlissingen en bij de REISBUREAUX
Blijft niet staan aan den waterkant
Vaart met ons mee naar Enge/and!
(Ingez. Med.)
opvatting der Commissie ter zake van het
vrij zijn van meterhuur en aansluitings
recht voor vastrecht-verbruikers is juist.
Zangschool „Tot Oefening en Uitspanning".
Woensdagavond had in de Concertzaal de
jaarlijksche uitvoering plaats van de zang
school der Kon. Zangvereeniging „Tot
Oefening en Uitspanning" alhier. Achter
eenvolgens gaven de verschillende klassen
door het uitvoeren van solonummertjes en
koorliedjes blijk van de vorderingen in de
zangkunst. Tot slot werden door alle leer
lingen gezamenlijk vijf oud-Nederlandsche
liederen uit „Valerius' Gedenckclank" ten
gehoore gebracht, gevolgd door het „Wil
helmus". Het vrij talrijk opgekomen pu
bliek gaf door applaus zijn ingenomenheid
te kennen met de wijze, waarop de kinde
ren hun liederen hadden uitgevoerd.
Een der bestuursleden deed vervolgens
mededeeling van de namen der tot een
hoogere klasse bevorderde leerlingen en
bracht den directeur, den heer Caro, den
dank van het bestuur over voor zijn uitste
kende leiding.
KON. MAATSCH. „DE SCHELDE."
Algemeene vergadering van aan
deelhouders.
Donderdagmiddag werd ten kantore van
de maatschappij de algemeene vergadering
van aandeelhouders der N.V. Kon. Maat
schappij „De Schelde" gehouden. Aanwe
zig waren 9 aandeelhouders. De balans
winst- en verliesrekening werden onver
anderd goedgekeurd. In de vacature, ont
staan door het overlijden van ir. Van
Dijk, werd tot commissaris benoemd oud
minister jhr. ir. Van Lith de Jeude.
Bij de rondvraag werd de vraag gesteld
of het bestuur de kwestie van een reor
ganisatie onder het oog ziet en of er kans
bestaat, dat deze er binnen afzienbaren
tijd zal komen. De voorzitter beantwoordde
deze vraag bevestigend, waarbij werd op
gemerkt dat de toekomst met meer ver
trouwen wordt tegemoet gezien. Ook voor
de maatschappij „De Schelde''' wordt, zij
het nog flauw, een lichtpuntje zichtbaar.
In de daaropvolgende vergadering van
aandeelhouders van N.V. Nationaal Bezit
van Aandeelen Kon. Maatsch. „De Schel
de", waren eveneens 9 aandeelhouders
aanwezig. Ook hier werden de balans,
winst- en verliesrekening onveranderd
goedgekeurd.
Tot lid van den Raad van Beheer werd
herbenoemd ir. H. C. Wesseling, directeur
van „De Schelde."
ZEEBADEN.
Gedurende de week van Vrijdag 15 tot
en met Donderdag 21 Juli werden in het
gewone bad 1849 en in het volksbad 979
of totaal 2828 zeebaden genomen.
De gemiddelde temperatuur van de lucht
was 72 en van het water 65% graden!
dan de Elbe te passeeren in de vroege mor
genuren over de Sunderburgerbrug, de
eenige die tijdens de verwoesting gespaard
is gebleven".
„De brug zal zeker bewaakt worden".
„De pas zal ons wel weer helpen".
„De poorten zijn geslecht. Het garnizoen
is gering. Tilly trekt zijn troepen terug".
„Als hij dezen toestand voorzien had, zou
hij nooit de vesting gesloopt, nooit Maag
denburg verwoest hebben. Zijn beste steun
punt aan de Eibe heeft hijzelf vernietigd.
Ik heb dat nooit kunnen begrijpen. Dertig
duizend menschen vermoord, omgekomen
of in de kelders gestikt. Talrijke vrouwen
buitgemaakt en versjaggerd. Zelfs een bur
gemeestersdochter zag men met een bun
del op den rug, met een lansknecht ver
trekken. Als je er alles van wilt weten,
lees dan de verslagen in de courant met
postberichten uit Nederland en andere
plaatsen of de correspondentie van de Ne
derlandsche diplomaten Foppius, zijn neef
Leo van Aitzema en Peter van Brederode.
De eerste is reeds sedert het begin van den
oorlog agent bij de Hanzesteden, steeds een
heftig bestrijder van de Habsburgsche al
leenheerschappij en de bitterste vijand van
Tilly. De komst van den koning van Zwe
den was hem een vreugde. Brederode is de
gezant der Republiek bij de protestantsche
vorsten. Hij was de partijganger van den
winterkoning en een heftig vijand van den
keizer. Hij moest naar Zwitserland vluch
ten, woont in Bazel.
(Wordt vervolgd)
Hl