MIDDELBURGSCHE COURANT
Een Rijksmuseum in het Hartje van de Veluwe.
(&GOESCHE COURANT
BINNENLAND.
ZEELAND,
Mr. H, P, Marchant vertelt van de Kröller
Müller Stichting en hoe het Rijk een koste
lijke kunstverzameling ten geschenke kreeg.
Een bezoek aan de schilderijenverzameling
rondom Van Gogh schilderkunst van vier
eeuwen.
SLUIS
WEERBERICHT.
MIDDELBURG.
De excursie van het
Internationaal Aardrijkskundig
Congres,
Dagblad. Uitg. N.V. De Middelburgsche Crb
Bureaux: te MIDDELBURG: St. Pieterstr.28,
Telefoon Redactie 269, Administratie 139;
te GOES Turfkade Tel. 17. Postgiro 43255.
Abonnementsprijs voor Middelburg en Goes
f 2.30, elders f 2.50 per kwartaal. Week
abonnementen in Middelburg en Goes 18 ct.
JVjSfK NUMMER 162. TWEE BLADEN. WOENSDAG I I 13 JULI 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARG.
Advertentiën 30 ct per regel, ingezonden
mededeelingen 60 ct p. r. Bij contract lager.
Tarief op aanvraag. Familieberichten en
dankbetuigingen minimum f 2.10. „Kleine
Advertenties", max. 6 regels, 75 cent, bij
vooruitbetaling. „Brieven, of adres bureau
v. d. blad" 10 ct extra. Bewijsnummers 5 ct»
Eenige jaren geleden is schrijver
dezes met piloot Rademaker in het aar
dige tweemotorige „Monospar" vliegtuig
je van den Bressiaander Van Melle van
vliegveld Vlissingen naar Twente gevlo
gen. Op den terugweg moesten we Waal
haven aandoen, vandaar dat de koers toen
iets Noordelijker gelegd werd, en zoo
kwamen we midden over dat prachtige
uitgestrekte en ongerepte landschap: het
nationale park „De Hooge Veluwe". Sta
tig aan een grooten vijver lei daarin Ber-
lages schepping, het jachtslot „Sint Hu-
bertus"
Nu zjjn we er, met de Nedeflandsche
pers, andermaal geweest, maar thans op
den beganen grond: vandaag is er een
tweede, voor het Nederlandsche volk zelfs
aanzienlijk belangrijker, gebouw ge
opend: het Rijksmuseum Kröller Müller.
Mr. H. P. Marchant is voorzitter van
het dagelijksch bestuur der stichting „Het
nationale park de Hooge Veluwe'-." Hij
-was er Maandag jongstleden onze opper-
gastheer, met de heeren Voute, directeur
der stichting, Memelink, rentmeester en
Auping, conservator van het Museum.
Van welke politieke richting ook, jong
of cud, nog-geen-minister, eindelijk-minis-
-ter of niet-meer-minister, een oolijke snaak
is mr. Marchant heel z'n leven al geweest,
en er viel geen verandering vast te stellen
in dezen. Maar: een scherpzinnig man
daarbij!
„Kijk eens, zoo zeide hij ons: gijlieden
vraagt mij hoe deze zaak nu eigenlijk in
mekaar zit. Ik zal trachten het u uit te
leggen.
Er zijn twee stichtingen: 1'. Het nationale
park de Hooge Veluwe; 2. de Kröller
Müller stichting.
Den len Mei 1935 heeft de bekende
N.V. Müller Co. het 6500 hectare groo-
te complex heide, zandverstuiving, duin
en bosch, dat thans het nationale park
■vormt, verkocht aan stichting nummer 1,
voor 800.000.
Om dat te betalen, was er geld noo-
dig. Mr. Van Doornick, liquidateur van
nu wijlen de N.U.M. (uit oorlogstijd nog
welbekend, een half-zusje van de N.O.T.)
keek es in z'n brandkast en vond daar
toevallig nog een slordige 800.000 liggen.
Hij verstrekte dat toen als hypothecaire
leening a 2 aan stichting 1. Zoodat
die haar aankoop betalen kon.
Waarom kocht het Rijk de zaak niet?
zult ge vragen. Hierom: het Rijk kan
niet bedelen, en zoo riep de oud-mi
nister onder hilariteit uit, als het Rijk
het toch doet, dan doet het het natuur
lijk verkeerd!
Stichting 1 kan dit wel, en zij doet het
ook. Voor 500 per jaar kan men nog
steeds „guldenboeker" worden, en gewone
donateurs a 2.50 tenminste zijn ook nog
steeds welkom.
Vóór stichting 1 gesticht werd, bestond
stichting 2 al: de Kröller Müller stichting;
•die hield zich onder mevrouw Kröllers
toegewijde en deskundige leiding, bezig
met het aanleggen eener hoogst belang
rijke Nederlandsche kunstverzameling.
Toen deze een verzekerde waarde van
15.000.000, zegge vijftien millioen gul-
-den bereikt had, zeide deze stichting nr. 2
tot den staat der Nederlanden: die ver
zameling krijg je nu van mij cadeau, voor
niets niemendal! (Wij citeeren nog steeds
des oud-ministers woorden en verteltrant).
Het Rijk zei ietwat verlegen-lachend: wèl-
bedanktmaar het dacht: wat moet ik
met zoo'n olifant op mijn bovenhuisje
Ziende deze verlegenheid, zei stichting 2
toen tegen stichting 1: geef mij wat grond
in erfpacht, en daarop tegen het Rijk:
we zullen u er wel een museum voor
bouwen ook nog. Toen klaarde het ge
zicht deS Rijks op.
Maar: het gebouw, dat Woensdag
vandaag) geopend wordt, is maar een se-
mi-permanent gebouw. Er is echter een
museum voor ontworpen, door deszelfs
bouwmeester, prof. Henri van üe Velde,
dat zijn weerga welhaast ter wereld niet
zal hebben, en als je ,de ligging op "de
Veluwe er bij rekent, zeker niet. De be
tonnen fundamenten van dat enorme ge
bouw zijn gelegd; de roode natuursteen
ervoor is grootendeels kant en klaar ge
bakt en dit alles ligt verspreid in een
tuincomplex op de Hooge Veluwe
Ach, mijne heeren, zoo bezwoer mr. Mar
chant ons allen, vertelt gjj de hooge re
geering, waar ik niet meer in zit om ze
net zelf te vertellen, nu toch eens düide-
lijk, dat zij hier een werkobject heeft lig
gen als geen ander! En vertelt U daarbij
dan, dat er weliswaar zoo een en ander
te zien is in ons museum dat we zoo aan
stonds gaan bekijkenmaar dat er nog
bijkans twee maal zooveel opgetast ligt
in de donkere kelders van het jachtslot
Sint-Hubertus
De Staat der Nederlanden zoekt in alle
hoekjes en gaatjes, en hij vraagt iedereen:
heb je nog alevel niet wat uit te voeren:
hier ligt het, zoo maar voor de hand. Laat
men Van de Veldes machtig-mooi en
grootsch museum bouwen!!"
Alzoo sprak de jeugdig-jolige oude oud
minister van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen, mr. H. P. Marchant aan de
Geldersche koffietafel in het jagershuis
Oud-Reemst tot de verzamelde Nederland
sche dagbladpers.
Omdat het menschelijke hart links van
het midden zijns lichaams ligt, zou men de
Veluwe het geografische hart van Neder
land mogen noemen. Het hart van de Ve
luwe is dan weer het Nationale Park; en
midden in het hart van dat park ligt nu het
nieuwe Rijksmuseum Kröller Müller.
En zooals het hart een onzer belang
rijkste organen is, zoo is ook dit museum
een hoogst belangrijk orgaan voor Neder
land en voor de kunst, voor alle Nederlan
ders, die in de Nederlandsche beeldende
kunst, de schilderkunst vooraan, belang
stellen. En: voor wie van Van Gogh houdt,
is het niet anders te noemen dan: een pa
radijs
Zooals tegenwoordig te doen gebruike
lijk, is het museumgebouw van buiten vrij
wel niets dan blinde muur: om tegen te
hangen. Het licht komt van boven in. Er
is een binnenplaats met een enorm groot,
knap-sardonisch grijnzend beeld van Men-
des da Costa.
Het heele gebouw is in werkverschaffing
door Arnhemsche werkloozen opgetrokken
„met een ijver en toewijding boven allen lof
verheven", aldus de heer Marchant
Maar nu de inhoud, het voornaamste
eens museums.
Er zit een zekere lijn in. Het is zoo onge
veer deze: een overzicht te geven van den
groei der schilderkunst van het midden der
vorige eeuw af tot op onzen tjjd. En aan
gezien de cultureele toestand eens volks
zich in zijn schilderkunst min of meer neer
slaat, wordt dusdoende ook een overzicht
van de stuwende krachten achter of onder
het geestesleven van de laatste driekwart
eeuw beoogd te geven.
Zeldzaam fraaie, voortreffelijke gecon
serveerde specimina van oude kunst tot de
zestiende eeuw toe dienen zoo is althans
de opvatting der samenstelster, mevrouw
Kröller, een adepte van H. P. Bremmer
om de uitingen van moderne kunst „te sta
ven". Een verbijsterend schoon en kuisch,
bijster knap levensgroot naakt van H. Bal-
dung (1525) vormt wel het hoogtepunt van
deze laatste soort.
Het begin van wat hier te zien is, is dus
de schilderkunst der oude meesters; het
einde gelukkig uiterst sporadisch, en,
naar ons gevoelen, slechts documentair ver
tegenwoordigd, is de volslagen negatie der
schilderkunst in haar opperste abstractie:
de horizontale en verticale zwarte streepjes
op een witten ondergrond van een Mon
driaan '15; de paar effen vlakjes in het
witte Nirwana van een B. v. d. Leek '23.
Deze lieden lieten betreurenswaardigerwij-
ze na, den allerlaatsten stap te doen, of
eigenlijk twéé stappen: eerst het doek óók
nog wegdenken en alleen de lijst ophangen,
en dan de leege lijst aan den voddenkoop
man meegeven enkippen gaan fokken
of kool gaan planten
Maar, als gezegd: daarvan hangen hier
slechts sporadische voorbeelden met nog
wat Picasso'sche waanzin en zoo er bij. Een
zoeker naar „ontaarde" kunst zou hier ech
ter zijn hart zeker niet kunnen opha-
len: integendeel! Want het is overigens al
les even belangrijk, even kenmerkend voor
zijn periode, eneven indrukwekkend
schoon wat hier hangt.
Het tentoongestelde vangt om zoo te
zeggen aan bij het positieve realisme (Ver
ster, Fantin Latour) gaat dan naaf het
impressionisme, door Breitner een der
fraaiste Renoirs (de circusviolist), de Ma-
rissen en Isaac Israëls, Pissarro e.a. ver
tegenwoordigd. Dan volgt het pointillisme
(Seurat, Signac, Theo van Rijsselberghe)
het cubisme (Herbin, Severini) tot de
uitingen van waanzin, bovengenoemd, in
(bijna) volstrekt abstractisme. Slechts
het surrealisme ontbreektgelukkig.
Volkomen ernstig bedoelde waanzin is
nogernstig te nemen, verlakkerij toch
liever niet
Behalve deze officieele lijn is er nog
veel werk uit dit tijdvak, dat zich min
der makkelijk classificeeren liet: Toorop,
Thorn Prikker, Derkinderen, Ensor. En
dan: Van Gogh.
Als wij de hartvergelijking, eerder aan
gevangen, nu mogen voortzetten, dan is
Van Gogh het hart van dit museum. En
welk een warm, onstuimig kloppend hart!
Veel bekenden, nog veel meer minder en
onbekenden, ziet men hier: heel Van
Goghs ontwikkelingsgang is er ad oculos
te volgen in de 250 werken, die er hier
van hem zijn.
sH
Het belangrijke van deze kunstverzame
ling dunkt ons, als we een subjectieve
meening in dit rijk waar niets dan sub
jectiviteit heerscht, mogen geven, dit: dat
de vertegenwoordigers der verschillende
„geestesrichtingen" in de schilderkunst der
laatste eeuwen, die hier hangen, de aller-
besten, grootmeesters zijn, door hun bes
te werken gerepresenteerd.
Dat is hierom zoo belangrijk, omdat het
't mogelijk maakt den z i n ervan zon
der bijmengsielen van technisch-, aesthe-
tisch onvermogen, te proeven. Dat kan
niet anders dan van invloed -en goeden,
zuiverenden invloed zijn op de waar
deering, het oordeel; wegnemend vooroor
deel, kan dat niet anders dan verhelde
rend van inzicht werken.
Dit nieuwe Rijksmuseum is zoo buiten
gewoon belangrijk, dat men het vergeeft
zóó ver weg te liggen. Met de hetzelve
omringende schoone en ongerepte natuur
Eeren en liefhebben hen, die heen
gingen, de herinnering aan hen te hei
ligen, is groot en schoon.
Maar iemand liefhebben en eeren in
zijn wegschemerend verouderend le
ven, dat is beproefde liefde, van de
echte, goddelijke soort.
MIDDENSTANDSEXAMENS.
Bij beschikking van den minister van
economische zaken van 12 Juli 1938, direc
tie van handel en nijverheid, is op grond
van het vestigingsbesluit broodbedrijven
1938, aangewezen als diploma, hetwelk al-
geheele vrijstelling geeft van het examen
handelskennis, het einddiploma van het sta
tion voor maalderij en bakkerij te Wa-
geningen, voor zoover dit einddiploma de
handteekening draagt van den gecommit
teerde van den minister van economische
zaken.
DE SCHEVENINGSCHE VLOOT VAART
UIT.
Na ruim negen weken staking zijn gister
middag de eerste loggers van Scheveningen
op de haringvisscherij uitgevaren. Tot op
het laatste oogenblik werd er hard gewerkt
om alles aan boord in orde te hebben. Om
een uur of drie kwamen de bemanningen
van de schepen, die het eerst zouden ver
trekken aan boord, vergezeld van een stoet
van familieleden. Zij waren kennelijk blij,
dat zij weer aan het werk konden gaan. Er
was voor deze bizondere gelegenheid in het
algemeen nog meer belangstelling rondom
het vertrek van de vloot dan anders en ook
uit de stad waren er blijkbaar vele nieuws
gierigen opgekomen om de schepen te zien
uitvaren. De politie moest er aan te pas
komen om al te veel opdringende kijkers
op een afstand te houden. (N.R.C.)
BESTRIJDING VAN Z.G. SCHIJNAKTEN
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot bestrijding van het euvel
der z.g. schijnakten. Onder „schijnakte'
wordt in dit verband verstaan een akte
waarbij iemand voorwendt zijn roerende
goederen aan een ander „constituto pos-
sessorio" in eigendom te hebben overge
dragen, ten einde deze goederen aldus te
onttrekken aan het algemeene verhaals
recht, dat zijn schuldéisehers, krachtens ar
tikel 1177 b.w., daarop hebben.
Voorgesteld wordt nu, aan artikel 667
Burgerlijk Wetboek een derde lid toe te
voegen, hetwelk een vormvereischte stelt
hierin bestaande, dat voor de rechtsgeldig
heid van de levering constituto possessorio;
partijen haar wil tot levering en dus tot
eigendoms overdracht bij authentieke
akte verklaren. Van dezen eisch is aldus de
memorie van toelichting een aanzienlijke
preventieve werking te verwachten: wie
een schijnakte wil maken, zal dit niet zoo
licht doen, wanneer hij daartoe de hulp
van een notaris moet inroepen. En de in
strumenteerende notaris zal te dezen veel
kwaad voorkomen en tegenhouden, aange
zien uit een juiste waardeering van hetgeen
hij te dezen aan de eer of waardigheid van
zijn ambt verschuldigd is, de verplichting
voortvloeit tot behoorlijk onderzoek voor
zooveel mogelijk nopens de realiteit der
bij authentieke akte te constateeren han
deling en tot weigering van zijn dienst, in
dien een sehijnhandeling of anderzins onge
oorloofde handeling voldoende aannemelijk
is geworden.
OUDERCOMMISSIES EN OUDERRADEN
Het Tweede Kamerlid Van Sleen (s.d.)
heeft de volgende, vragen gesteld aan den
minister van onderwijs, kunsten en weten
schappen:
1. Is de minister niet van oordeel, dat
ook na de inwerkingtreding van de wet van
22 Mei 1937 welke o.m. tot strekking
heeft een aanvulling te geven van de
„uiterst sobere bepalingen, die in de lager
onderwijswet 1920 nopens de oudercommis
sie worden aangetroffen" dringend be
hoefte bestaat aan een duidelijker omschrij
ving van de taak en de bevoegdheden van
de oudercommissien en ouderraden dan
het k. b. van 31 December 1920 geeft?
2. Kan de minister mededeelen, welke de
oorzaken zijn, dat nog steeds geen uitvoe
ring is gegeven aan het derde lid van het
bij bovengenoemde wet gewijzigde arti
kel 20 van de lager onderwijswet, waarin
is bepaald, dat bij algemeenen maatregel
van bestuur de inrichting, de wijze van ver
kiezing van de leden en de verdere bevoegd
heden van de oudercommissien en van de
ouderraden geregeld worden?
3. Is de minister bereid te bevorderen,
dat spoedig een koninklijk besluit ter rege
ling van deze materie wordt afgekondigd?
HUMOR IN DE JOURNALISTIEK.
De N.R.C. schrijft:
Niet onvermakelijk is de aankleeding van
het bericht betreffende het a.s. aftreden
van mr. Wendelaar, als voorzitter der Li
berale Staatsparij, in het Nationale Dag
blad der N.S.B.
Dit a.s. aftreden wordt daar gerekend
onderde eerste nuttige gevolgen van
Oss". Men zou het met hetzelfde recht kun
nen rekenen, onder de eerste gevolgen van
de gruwelijke Jodenvervolging in Duitsch
land of van de laatste oorlogszuchtige rede
van Mussolini. Wij willen aan het Nat
Dgbl. verklappen, dat het meer verband
houdt met den stand der zonnevlekken.
Dan heet het voorts, dat de heer Wende
vormt het een twee-eenheid die een sterk
aantrekkende kracht op het Nederland
sche volk moge uitoefenen. Het isde
moeite waard!.
laar „trouw vriend van Goseling" is en zijn
enquête-voorstel inzake Oss (dat n.b. door
de Tweede Kamer is verworpen, nadat hij
geweigerd had het in te trekken!) heeft
ingetrokken. Nogmaals wordt hij dan ge
noemd „trouw bondgenoot van de (R.-K.)
Staatspartij en Goselings welwillende
dienaar."
Meer onzin in enkele regelen heeft men
zelfs in het Nat. Dgbl. nooit aangetroffen.
Het is werkelijk vermakelijk van prutserig-
heid.
DE RIJKSPOSTSPAARBANK IN 1937.
Tegoed der inleggers met bijna
57 millioen toegenomen.
Aan het verslag van de Rijkspostspaar
bank over 1937 zijn de volgende cijfers
ontleend:
In 1937 bedroeg het aantal inleggingen
2.788.038 tegen 2.467.562 in 1936, terwijl
het bedrag inleggingen was 217.987.675,
tegen 168.429.194 in het voorafgaande
jaar. De inleggingen vermeerderden dus
in aantal met 320.476 en in bedrag met
49.558.481.
Terugbetaald werd in 1.881.437 posten
175.715.290, of, na aftrek van de rente
in den loop van het jaar uitbetaald
bij geheele afbetaling van boekjes,
175.455.892, tegen in 1936 in 1.883.774
posten 176.263.269, vermindering dus in
aantal 2337 en in bedrag 807.376.
Het aantal staatsschuldboekjes vermin
derde in 1937 per saldo met 955 en daal
de daardoor tot 16.558.
Het nominaal bedrag, ingeschreven op
deze boekjes', verminderde in 1937 met
1.210.300 en daalde daardoor tot
25.043.400. Berekend naar den op 30
December geldenden beurskoers hadden
de titularissen van staatsschuldboekjes
te vorderen 24.166.881 tegen 24.908.198
op het einde van 1936.
Viel er in de laatste maanden van 1936
reeds eenige kentering te bespeureri in
het verloop der inleg- en terugbetalings-
cijfers, welker saldi te beginnen met 1934
negatief waren, een besliste wijziging zet
te in sterker wordende mate door gedu
rende het verslagjaar. Met een onbetee
kenende uitzondering voor April boog de
gemiddelde richtlijn der inleggingen zich
steeds stijgend af van die der terugbetalin
gen, welke weinig van de norm afweek.
Tusschen de stijging der inlegcijfers en
de voortschrijdende daling van den rente
voet tezamen met het wassen der moei
lijkheden om gelden veilig te beleggen,
mag een oorzakelijk verband worden ge
legd. Naarmate de rente op de beleggings-
markt daalt en daarmede het verschil tus
schen deze en de rente, welke de Rijks
postspaarbank vergoedt, geringer wórdt,
verwaarloost de kleine belegger dit ver
schil steeds meer tegenover de zekerheid
van kapitaalbehoud, welke de instelling
geeft.
Dit verschijnsel wordt met aandacht ge
volgd, wijl het bij voortschrijding zou
kunnen wijzen op een te groote naate van
gebruik der instelling als depositobank.
Dat hiertoe over het verslagjaar reeds
een neiging bestond, vindt ondersteuning
in de sterke toeneming zoowel van het
aantal saldi als van het aantal inlegposten
in de groep 2000, 3000 en daarboven
In de stijging van het saldo tegoed dee-
len alle provinciën. In volstrekten zin
was de stijging verreweg het grootst in
Noord-Holland met 13.9 millioen of 11
pet. en in Zuid-Holland met 13 mil
lioen of 10 pet. in betrekkelijken zin in
Groningen met 3 millioen of 20 pet.
terwijl geen der andere provinciën boven
de 11 pet. uitkomt.
Het hoogste gemiddelde saldo per boek
je van 357.81 wordt gevonden in Zee
land, het kleinste van 230.10 vertoont
Noord-Holland.
Financieele uitkomsten.
In 1937 werd een gezamenlijke rente
verkregen van 23.749.040, vermeerderd
met enkele posten, tezamen 23.970.823
Vermindert men dit bedrag met uitge
keerde en bijgeschreven rente ad
15.328.763, dan resteert een totale ren
tewinst van 8.642.059 of 1.683.615 min
der dan in 1936. Het percentage van de
gemiddeld verkregen rente bedraagt 4.15
(3.83), volgens aankoopprijs 4.22 (3.73).
Hierbij teekent het verslag aan, dat deze
percentages sterk den invloed ondergaan
van de buitengewoon groote winst bij af
lossing tengevolge van de vele conversies
welke in het verslagjaar plaats vonden
Totaal vast belegd was op 31 December
1937 634.031.654, de tijdelijke belegging
bedroeg 83.945.566. Het belegde kapitaal
bedroeg derhalve op 31 December 1937
717.977.221, waarvan aanwezig bij de
Nederlandsche Bank 627.511.159, saldo
der rekening 's Rijks Schatkist, voorloo-
pige stortingen op staatsleeningen
21.425.813, saldo der rekening 's Rijks
Schatkist, rek. courant met het staatsbe
drijf P.T.T. 69.040.247.
DE AARDAPPELPRIJZEN.
Het Tweede Kamerlid Van Sleen heeft
aan den minister van economische zaken
de volgende vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat in ver
band met den ontstellend hoogen prijs van
de aardappelen een groot deel van het min
der koopkrachtig publiek sinds geruimen tijd
niet bij machte is zich van dit Hollandsche
volksvoedsel bij uitnemendheid te voorzien?
2. Wat denkt de minister te doen om aan
dezen onhoudbaren toestand, die niet alleen
ernstig ongerief voor de consumenten
maar daarnaast financieele schade betee
kent voor consumenten, prbducenten en
distribuanten, zoo spoedig mogelijk een
einde te maken?
Abonnementen en Advertentiën voor dit
blad worden aangenomen door den Agent
P. A. SOMERS, Zuiddijkstraat 36.
Verwachting tot morgenavond:
DE BILT: Meest matige Westelijke tot
Zuidwestelijke wind, zwaar bewolkt tot -be
trokken, weinig of geen regen, weinig ver
andering in temperatuur.
UKKEL: Zwakke tot matige wind tus
schen N.W. en Z.W. Bewolkt of betrokken
en nevel. Matige temperatuur met een
nachtelijk minimum van ongeveer 10 gr.
Do. 14 Juli. Zon op: 4 h 56; onder: 21 h
15. Licht op: 21 h 45. Maan op: 21 h 42;
onder: 6 h 59. L.K.: 20 Juli.
Hoog- en Laagwater te Vlissingen:
Juli.
Hoogwater. Laagwater.
Woensdag 13 2.49 15.03 9.09 21.37
Donderdag 14 3.25 15.36 9.43 22.13
Vrijdag 15 S 3.57 16.08 10.13 22.45
Westkapelle is 28 min. en Domburg 23
min. vroeger; Veere 38 min. later. (S
springtp.)
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge:
Juli.
Hoogwater. Laagwater.
Woensdag 13 4.40 17.02 10.14 22.37
Donderdag 14 5.17 17.34 10.49 23.13
Vrjjdag 15 5.49 18.06 11.21 23.45
Hedenmorgen hebben de alhier aanwezige
deelnemers van het Aardrijkskundig congres
onder leiding van verschillende stadgenoo-
ten in groepen een bezoek gebracht aan de
Abdij en andere bezienswaardigheden van
onze stad als de Kuiperspoort, de Steenrotse
enz. om allen tegen half twaalf samen te ko
men op het Stadhuis, waar in de raadzaal
de ontvangst door het gemeentebestuur
plaats vond.
Het was de burgemeester, de heer M.
Fernhout, die de van heinde en ver komen
de bezoekers in het Fransch toesprak. Spr.
zeide dat het een bijzonder voorrecht was
een gezelschap te mogen begroeten van zóó
gevarieerde samenstelling en van zóó ver
schillende herkomst, welks leden, van jaar
tot jaar congresseerend, een zoo groot deel
van de wereld uit eigen aanschouwing heb
ben leeren kennen en die derhalve met zoo
veelzijdig gevormden smaak en met zoo ge
oefend oog toetreden op het nieuwe, waar
mede ze in deze weken in het kleine Ne
derland kennis maken. Spr. is er van over
tuigd, dat de gasten, in hun levenswerk ge
leid door warme liefde tot het eigen volk,
het eigen vaderland, de eigen historie, be
reid zijn met waardeering kennis te nemen
van het kenmerkend andere dat zij in de
historische wording, de geaardheid en het
wezen in de levensuitingen van telkens an
dere volkeren ontmoeten en dit maal ont
moeten zullen in óns Volk, óns land, ónze
provincie Zeeland, onze stad Middelburg.
Spr. zeide dan dat Middelburg is een
stad die eeuwen lang in het economisch
bestel van Europa een zeer internationale
beteekenis heeft gehad. In de 14e en 15e
eeuw was Brugge en daarna Antwerpen
het internationale handelscentrum van dit
deel van Europa en van beide steden is
Middelburg in zekeren zin de voorhaven,
geweest en het heeft daardoor mede in die
eeuwen handelsrelaties gehad met schier
alle landen. "f
De belangrijkste „natie" der vreemde
kooplieden was die der Engelschen, terwijl
de Schotten voornamelijk te Vere hun sta
pel hielden, maar ook de kooplieden van
DuitscKIand, vereenigd in de Duitsche
Hanze, kwamen in die periode in groote ge
tale te Middelburg. In dit verband zijn ook
de Skandinaviërs te noemen. Van Frankrijk
waren het voornamelijk de schippers van
Bretagne, en ook de Spanjaarden en Portu-
geezen waren destijds geregelde bezoekers
van Middelburg's haven, evenals de Vene-
tianen, de Florentijnen en GenueeZen.
Na den val van Antwerpen in 1585 werd
de Middelburgsche handel in plaats van
passief, actief, en zoo was o.a. de Oost-Indi
sche Compagnie in de 17e en 18e eeuw een
belangrijk onderdeel van het economisch
leven der stad. Ook de West-Indische Com
pagnie had er een kamer.
Dit alles ging ten onder in de stormen
van den Franschen Tijd en de herleving op
handelsgebied van na 1813 ging helaas de
stad voorbij.
Toch onderhouden de N.V. Houthandel
v.h. G. Alberts Lzn. en Co. en de N.V. „The
Vitrite Works" als voornaamste betrekkin
gen met het buitenland. Spr. wees dan op
de waardevolle monumenten van bouw
kunst, dateerend uit de dagen van welvaart
en handelsbloei, en stond stil bij het Stad
huis. Het veelvuldig contact met vreemde.-
lingen in anderen vorm is herleefd en spr.
wees op het cosmopolitsch aanzien der stad
gedurende eenige uren pp Donderdag,
waarover men zich verheugt. Spr. ver
trouwde dat allen de charme zullen onder
gaan van de schoonheid waarin het oog
zich verlustigt, bij het doorkruisen van het
Zeeuwsche land en het bevaren van het
Zeeuwsche water. Men zal genieten van
oude steden en schilderachtige dorpen, van
zee en bosch en duin. Ook van een karakte
ristieke bevolking. En het zal natuurlijk de
dames onder de gasten interesseeren te ver
nemen, dat vele Zeeuwsche vrouwen en
meisjes van bijzondere schoonheid zijn. De
heeren hebben andere zaken aan het hoofd.
Spr. schetste hoe Zeeland in sterke ver
bondenheid aan het huis van Oranje een
belangrijke rol gespeeld heeft in de Vader-
landsche geschiedenis, de oude stad Mid
delburg behield veel van den stijl en van 't
karakter die zij van een vrij en fier voor
geslacht heeft geërfd. Zij draagt daarop