KRONIEK van den DAG.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 12 JULI 1938. No. 161.
V.
Het drama in het Verre Oosten
IN GEHEIMEN DIENST.
een *eldLaaM
■onnr UwhuKL
KUNST EN WETENSCHAP.
De ontvangst van het
Aardrijkskundig Congres.
ilDDELBURG.
Wijziging® Gastarieven.
I
jg.
iES
i bibbs
[thang-
|lburg.
Jen er
telend.
PERS.,
eenv.
leren,
Iddeld.
Irvers'
likaan:
Den
Wal-
door
tvenk.
i'burg.
|jd uw
ekbin-
Z.z.
ÏAN
over
M pa
andag
en bij.
rrg.
Japanners en Chineezen hebben aan het
einde der .vorige week den eersten verjaar
dag van hun „conflict" herdacht. Een lu
gubere herdenking was het, waarbij aan
weerszijden de barre realiteit met de, bü
gelegenheden als deze, gebruikelijke rheto-
riek werd verdoezeld. Voor beide partijen
is de toestand na een jaar vechtens aller
droevigst. Maar de woorden, die gesproken
werden vervalschten het werkelijke beeld.
Ach, de schijn in deze wereld, de vergul
de schijn waaraan men zich altijd weer
overgeeft, en waaraan men de gedrochte-
lijkste leuzen ontleent, als rechtvaardiging
om mekaar de hersenen in te slaan
Tokio heeft cijfers gepubliceerd, cijfers,
die Japan's overmacht zegevierend moeten
demonstreeren: er zouden in het afgeloo
pen jaar volgens deze lezing, 450.000 Chi
neezen gesneuveld en 850.000 gewond zijn;
tegen resp. 90.000 en 100.000 Japanners,
Misschien zijn deze cijfers wel juist. Het
aantal dooden in dezen oorlog loopt zeker
reeds in de honderdduizenden. Maar ver
moedeljjk leggen de grootere verliezen aan
menschen voor de Chineezen heel weinig
gewicht in de schaal. Hun „menschenmate-
riaal" is schier onuitputtelijk, hun uithou
dingsvermogen bijna onbegrensd, zij vech
ten in eigen land, achten zich nimmer ver
slagen, duiken achter den rug des vijands
weer op, beletten hem, ten volle profijt van
zijn veroveringen te trekken. In naam heb
ben de soldaten van den Mikado die het
oirbaar heeft geacht, volk, leger en vloot
voor hun praestaties te danken een der
de deel van 's vijands land, der in
dustriecentra bezet, maar in feite steekt
overal, tot bij Peiping en Sjanghai toe, de
guerilla den kop omhoog. Op den conflicts
verjaardag werden de industrieele bedrij
vigheid, het tramverkeer, de verlichting in
China's vroegere hoofdstad onderbroken,
omdat „bandieten" de electrische centrale
onklaar hadden gemaakt; te Sjanghai zijn
aanslagen „en masse" gepleegd op Japan
ners en met hen bevriende Chineezen. De
caricatuur van een regeering, door Tokio
of door 't Japansche legercommando inge
steld, heeft op hoog bevel geprotesteerd,
maar de Japanners dreigden reeds, zelve
opruiming te zullen houden in de buiten-
landsche nederzettingenAlsof hun dat
wat anders zou opleveren dan toespitsing
der tóch al niet rooskleurige betrekkingen
met Engeland, Frankrijk en de Vereenigde
Staten!
Japan blaast zich op. Een derde van
China in zijn macht, 180.000 geweren, meer
dan 9000 machinegeweren, honderden ka
nonnen, tanks en pantserauto's, veel spoor
wegmateriaal, gepantserde treinen enz. ver
overd. Het doet ons alles denken aan de
communiqué's tijdens den wereldoorlog, die
regelmatig, tot in 1918 toe, de terreinwinst
der centralen aangavenNatuurlijk,
omtrent den uitslag van deze Oost-Aziati
sche worsteling valt niets te voorspellen.
Beide partijen verklaren, rotsvast aan de
eindzege te gelooven. China is gehandicapt
door het vertrek der Duitsche militaire ad
viseurs, die wegens de anti-Komintern
kameraadschap hun niet-oi ivoordeelige con
tracten moesten opofferen. Maar de uit
spraak van hun chef, generaal Von Falken-
hausen, bij zijn vertrek: „Als de Chineezen
hun plicht doen, heeft Japan geen kans,
nocli in oorlog, noch in vrede", wil toch
zeker wel iets zeggen.
Ondertusschen gaat het met den econo-
mischen toestand van de Rijzende Zon
steeds meer bergaf, hoewel de gemiddel
de Japanner, die weinig eischen aan 't leven
stelt, dit misschien nauwelijks zal gevoe
len.
„Hankau moet vallen, dan is het uit",
wordt nu te Tokio verklaard en te eeniger
tijd zkl Hankau wellicht ook vallen. Maar
of het dan inderdaad „uit" zal zijn, staat
te bezien. Verrassingen en onverhoedsche
wendingen of onvermoede factoren natuur
lijk voorbehouden, kan de oorlog, die geen
oorlog is, nog lang duren. Wij mogen reeds
blij zijn, als de rest der wereld er buiten
blijft.
Hoe slecht Japan er economisch voor
staat, blijkt o.a. uit den dezer dagen getrof
fen maatregel om den uitvoer van goede
ren, voornamelijk van katoenen stoffen
naar Mantsjoekwo, Centraal- en Noord-
China, welke behooren tot het zg yen-blok,
te beperken wegens de dringende noodzake
lijkheid, het saldo op de Japansche han
delsbalans te verbeteren. Japan heeft in
Mantsjoerije en de bezette Chineesche land
Historische Avonturenroman.
Door G. F. BAKKER.
30).
Achter de vierschaar was de muur met
zwart laken bekleed. Aan weerszijden der
groote tafel stonden op zuilen twee groote
lantarens met rouwfloers omhangen. Hij
keek naar de rechters, maar herinnerde
zich niet ooit een hunner gezien te hebben
trouwens hij zou ze niet hebben kunnen
herkennen in die mantels met kappen. Zoo
moesten de broeders der barmhartigheid
ln Venetië er uitzien, die tijdens de pest de
zieken verplegen, maar niet herkend wen-
schen te worden, zelfs niet door hun mede
broeders.
Een der beide middenste rechters, een
klein mager ventje, maar blijkbaar met een
groot hoofd, keek hem met spot in de
oogen aan en het klonk hoonend, toen hij
vroeg:
„Wie ben jij?"
„Een monnik".
„Een valsche monnik".
„Nogmaals, wie ben je?" En zijn oogen
stonden zoo venijnig, dat Edzke dacht:
„Mfln eerste schot heb ik al beloofd, maar
het tweede is voor jou", doch hij zweeg.
„Ik zou je raden op te biechten en vlug.
Je leven hangt aan een zijden draad. Bo
vendien, er zijn andere middelen om je tot
spreken te dwingen".
„En jou tot zwijgen", dacht de vermomde
luitenant, maar sprak: „Ik wil gaarne we-|
ten in wiens handen ik ben gevallen en
streken de yen tot wettig betaalmiddel ge
forceerd en is nu gedwongen tot wijziging
van zijn uitvoerpolitiek, opdat het door ex
port naar elders genoeg deviezen kan ver
krijgen voor het aanschafffen van wapenen
en grondstoffen Deze maatregel zal
vooral den handel ernstig treffen, die in
verhoogden uitvoer naar het Oost-Aziati
sche continent zekere compensatie hoopte
te vinden voor de in andere landen verlo
ren afzetgebieden. Bovendien heeft de Ja
pansche regeering op advies van het mi
nisterie van financiën en de nationale
„plannencommissie" besloten tot allerlei
bezuinigingen op de verschillende departe
menten. Zij wil daarmee leiding geven aan
den nationalen veldtocht ter inkrimping van
het verbruik, door den oorlogstoestand ge
eischt.
Inderdaad zal de grootste krachtsinspan
ning noodig zijn, daar de nationale Chinee
sche regeering vastbesloten blijft, den Ja
panners eiken voetbreed gronds te betwis
ten. Dr. Wang, de Chineesche minister van
buitenlandsche zaken, heeft in een te Han
kau gehouden rede verklaard, dat het volle
gewicht der Japansche oorlogsmachinerie
't moreel der Chineezen evenmin heeft ge
schokt als hun vertrouwen in de eindover
winning. Hij ontkent nochtans 's lands
groote moeilijkheden in geenen deele en
heeft daarom allen bevrienden volken ver
zocht, die moeilijkheden niet te verzwaren
door Japan's financiën aan te vullen uit hun
eigen hulpbronnen o7 door dien Staat, ten
behoeve van zijn „massamoord op 't Chi
neesche volk", van oorlogsmateriaal te
voorzien. Wat dit laatste betreft, zal Wang
intusschen wel niet optimistisch gezind zijn,
want hij kent de mentaliteit der oorlogs
winstmakers, die niet verder kijken dan het
eigen profijt. Ook zijn waarschuwing, dat
een politiek van onverschilligheid en isola
tie, als thans door de groote mogendheden
betracht, op den duur tot uitbreiding van
het conflict zou leiden, zal voorloopig wel
een kloppen aan doovemansdeur olijven.
Docii20<->
(Ingez. Med.)
Herdenking dr. Mezger.
Het bestuur van het Nederlandsche ge
nootschap voor heilgymnastiek en massage
organiseert een feestelijke herdenking van
den lOOen geboortedag van dr. G. Mezger,
den bekenden Nederlandschen medicus, die
met zijn dissertatie „De behandeling van
distorsie door frictie" in 1868 den grond
slag heeft gelegd voor een wetenschappe
lijke basis der massage.
Mezger heeft, zooals bekend, vele jaren
gewerkt in het Amstelhotel te Amsterdam
en daar vele patiënten, onder wie verschil
lende vorstelijke personen, behandeld,
's Zomers werkte hij te Domburg,
waar ook een borstbeeld van hem staat.
In 1887 liet hij onder Domburg een mo
numentale villa bouwen, „Irma", welke
thans bewoond wordt door zijn zoon, den
heer Th. Mezger.
Ook vele vorstelijke personen kwamen
naar Domburg om in de bekende kamer
met de hooge ramen aan de achterzijde der
villa gelegen, behandeld te worden n.l. in
1889 de Koningin van Roemenië. In het zelf
de jaar de Prins en de Prinses von Wied,
die hun bezoek later herhaalden. In 1908 de
Prinses van SaksenMeiningen, alsmede
de Groothertog en de Hertogin van Meck
lenburgSchwerin. De laatsten werden be
zocht door wijlen Prins Hendrik der Ne
derlanden.
Dr. Mezger overleed op 3 Maart 1909 in
Parijs en werd te Oostkapelle waar de fa
milie een eigen grafkelder heeft, bijgezet.
Het Genootschap heeft de medewerking
verkregen van den burgemeester van
Domburg, mr. F. L. S. F. baron van Tuyll
van Serooskerken. Op 22 Augs. zal een
krans worden gelegd bij het borstbeeld te
Domburg; plannen zijn in voorbereiding
voor het inmetselen van een gedenksteen in
de hal van het Amstelhotel te Amsterdam
in November.
Daar zal ook een wetenschappelijke bij
eenkomst van het Genootschap plaats heb
ben.
met wie ik te doen heb".
De scherpe stem antwoordde: „Gaat je
niet aan".
„Zoo! Man, je weet niet eens, dat je al
met je eene voet in het graf staat", klonk
het brutale antwoord.
„Roep den beul!", luidde het bevel. Een
der wachters verdween.
„Nu is het misschien het goede oogen-
blik om hem voor den kop te schieten",
dacht de gevangene.
Maar hij besloot nog te wachten. Hij
wilde gaarne iets meer gewaar worden.
Bovendien, dat nijdasje zou hem toch niet
ontkomen.
De beul, een groote kerel in het Rood,
een roode kap over het hoofd, kwam bin
nen. Hij droeg een groot zwaard. Hij ging
ter zijde van den gevangene, ongeveer tien
voet van hem verwijderd, staan. „Jij
komt in aanmerking voor nommer drie, en
dat zwaard zou mij passen", besloot de
vermomde luitenant. Doch hij keek naar
den beul en het scheen, dat hij trilde van
angst. Hij kon voelen, dat er een gemeen
lachje kwam op het gezicht van den klei
nen rechter.
„Ha, ha!" zei hij. „Ik wist het wel. Die
man zal je geheugen wat opfrisschen. Ja,
hij kent tal van overredende middeltjes".
„Ik zal je de waarheid vertellen", besloot
de gevangene. „Ik heb geen enkele reden
om het niet te doen. Alleen je hatelijk en
onbehoorlijk optreden deed mij zwijgen".
„Wel allemachies", zei de beul.
„Zwijg!" sprak een der andere rechters.
„Ik", vervolgde de gevangene, „ben een
Zooals gemeld brengt een aantal deelne
mers van het Internationaal Aardrijkskun
dig congres deze week een bezoek aan Zee
land en gisterenavond zijn een kleine 50
buitenlandsche deelnemers in Sint Joris te
Middelburg door het landelijk en het pro
vinciaal comité van voorbereiding ontvan
gen.
In de societeitszaal was het secretariaat
gevestigd, waar de aangekomen deelnemers
zich aanmeldden en inlichtingen verkregen.
Een opgewekte marsch van het Jesayes-
ensemble noodigde de aanwezigen uit in de
beneden achterzaal een plaatsje te zoeken.
Daar kreeg de hr. E. J. Voute, secretaris
van het landelijk comité gelegenheid de
buitenlanders een welkom in Nederland toe
te roepen en dit vooral in Zeeland, dat men
goed zal kunnen zien dank zij veler mede
werking maar vooral van de beide heeren
Dieleman, vader en zoon en van jhr. mr.
Schorer, wie spr. onder applaus der aan
wezigen dank bracht voor hun arbeid voov
deze excursie.
Mr. P. Dieleman, de leider in Zeeland
voor het congres, heeft evenals de heer
Voüte in het Fransch de dames en heeren
de verzekering gegeven, dat zij welkom zijn
in Zeeland, in het midden der Zeeuwen, in
de oude stad Middelburg. Het is voor de
kleine provincie een groote eer allen te
mogen en ontvangen, in dit, land zon
der bergen en dalen, bijna overal afhanke
lijk van menschelijken arbeid en wel van
de soliditeit der dijken. De eeuwen door
heeft men hier meermalen groot gevaar
geloopen door de grillen der natuur maar
ook door de slordigheid der met het toe
zicht belaste personen. Een beschadigde
dijk is meestal verloren. Alom in Zeeland
kent men den harden strijd tegen de ele
menten, welke strijd geen oogenbiik op
houdt. De zorg en de arbeid der ingenieurs
en van de polders zijn als de arbeid van
Penelope: altijd maar weer opnieuw.
De groote Fransche reiziger Henri Ha-
vard schreef eens; de groene velden, de
weiden, en akkers, de, steden, de stevige
woningen rusten wellicht op een afgrond
zonder bodem, die zich eiken dag kan ope
nen, om zich opnieuw te sluiten na boomen
huizen, boeren, vee enz. te hebben verslon
den.
Maar men hoeft geen angst te hebben.
Heden is het fundament zeer solide, dank
zij den zorg van de heeren ingenieurs Wal-
land, Van Leeuwen, Boreel en anderen,
Dit alles kunnen de congressisten lezen in
het boekje over Zeeland, hun door het co
mité aangeboden. Het is een wonderlijk
land. Een land aan de eene zijde bedreigd
door de zee, aan de andere zijde zich uit
breidende dank zij den laatsten tijd vooral
de zorgen van ingenieur Verhoeve. Men zal
dit kunnen zien op de schorren van Saeftin-
ge, met een zeer belangwekkende fauna en
flora en Donderdag aan het Sloe, waar men
moderne middelen voor land aanwinning
zal zien. Niettegenstaande de geheimzin
nige golven, opgezweept door storm, is het
leven in Zeeland rustig en dikwijls zelfs
idyllisch. Is dit dan geen symbool van het
menschelijk leven?
Hebben de eeuwige strijd tegen de zee en
de natuurkrachten, niet het karakter en de
persoon van de boeren gevormd? Hebben
zij aan de geheele bevolking niet een ern
stig, fier, en koppig, voorzichtig, werkzaam
karakter gegeven De Zeeuwen houden
hartstochtelijk van hun veranderlijken
grond. De hartstocht is een onzichtbare
aantrekkingskracht tot den vruchtbaren
bodem. Alle de eilanden en ook Zeeuwsch-
Vlaanderen, zijn zeer vruchtbaar, Walche
ren bijv. wordt de tuin genoemd, Beveland
het paradijs.
De gasten zullen den landbouw kunnen
bewonderen, zich kunnen verheugen in de
mooie cultures, in graanvelden. Allen zijn
welkom in het land, dat is de wonderbaar
lijke archipel in de Scheldemonden. Zeeland
dankt zijn ontstaan, zijn belangrijkheid aan
de den invloed van de Schelde, de mooie ri
vier van Belgische nationaliteit maar niet
minder van Zeeland, het land van de Schel
de. Men zal in ieder eiland een eigen karak
ter, eigen costuum eigen gewoonten aan
treffen. Ieder eiland heeft zijn godsdiensti
ge en politieke opvattingen. Men is thans
niet in de Vereenigde Staten van Amerika,
maar in die van het vereenigde Zeeland,
niet het minst door het gevoel van vrijheid
spion". „Zal ik nu het vuurwerk afsteken?"
overlegde hij. „Maar er kan nog een beter
oogenbiik komen. Even doorliegen".
Eindelijk zei de rechter smalend: „Wat
deed je in den raadskelder en wat heb je
daar gehoord?"
„Niets. Ik ben daar geen sikkepit wijzer
geworden. Ik volgde een Saksischen spion
die de stad binnengeslopen was. Mij was
opgedragen dien man overal na te gaan.
Maar laat die schrijver niet vergeten te
vermelden, dat ik onder den druk van den
beul gedwongen word de waarheid te ver
tellen. De koeriers van Zijne Excellentie
veldmaarschalk graaf Tilly, werden voort
durend ontlast van hun brieven. Men ver
moedde, dat dit op bevel gebeurde van den
koning van Saksen. Zelfs de correspon
dentie met Zijne Majesteit keizer Ferdinand
II van Duitschland was niet veilig".
„Wie droeg u dat op?"
„Graaf Tilly zelf natuurlijk".
„Zoo. En?"
„De koerier Da Costa met belangrijke...
De deur werd eensklaps opengeworpen
en binnen trad met zijn sierlijk zwaaienden
gang de markies Saint Rocque de Haute
Colline.
Hij groette diep met zijn grooten vilt-
hoed en trad naar voren.
„Zwijg", zei de voorzitter tot Edzke, en
tegen den Franschman:
„Wie geeft jou het recht hier binnen te
dringen?"
„Veroorloof mij mijzelf aan u voor te stel
len. Ik ben de markies Saint Rocque de
Haute Colline, ritmeester van graaf Tilly's
en onafhankelijkheid, vereenigd in de op
rechte gastvrijheid tegenover zijn gasten.
Spr. zeide, dat de Zeeuwen zeer ernstig
zijn, maar men weet hier ook zeer goed, dat
men geen vliegen met azijn kan vangen. De
glimlach heeft nimmer in eeland ontbroken.
Men houdt er van de waarheid „ridendo di-
cere verum".
Het klimaat in Zeeland is zacht (hilari
teit). Men is hier aan de Riviera van Ne
derland, door den invloed van den golf
stroom door de groote inhammen, die de
zomerwarmte bewaren.
Pascal, een zeer ernstig man, heeft ge
zegd: men ziet bijna niemand, die niet ver
andert in een ander klimaat. De gasten
zijn uit verschillende landen gekomen. Het
klimaat is dus anders. Oordeel daarom met
zachtheid over onze gewoonten, over onze
kleeding en over ons zelf, aldus spr. en wij
zullen elkaar heel goed begrijpen. Daarvan
is spr. zeker. Hebben niet alle het zelfde
klimaat in een andere beteekenis. Het kli
maat van vriendschap, van oprechtheid. En
als het niet altijd helder is, dan kan aller
bedoeling de horizon verhelderen. De tijden
zullen mooi zijn door de vriendschap, de in
ternationale vriendschap. De toekomst is
van U, de toekomst is van ons, alles door
dat eendracht maakt macht. De toekomst
is van ons door de liefde, liefde voor ieders
vaderland, liefde voor onze naasten, liefde
voor alles wat nobel en goed is.
Waarde gasten, aldus eindigde spr. herin
ner U nog vaak Zeeland en Middelburg
dat kleine hoekje van Nederland, onze klei
ne en bescheiden provincie.
Alles is goed, wat goed eindigt. Spr.
hoopt, dat allen Zaterdag uit volle over
tuiging zullen zeggen: „Onze excursie in
Zeeland, is zeer goed geëindigd. Alles was
goed!"
De woorden van mr. Dieleman werden
met krachtig applaus bezegeld. Intus
schen kwamen meisjes in Zeeuwsch cos
tuum ververschingen aanbieden en liet
het ensemble zich weer liooren.
Maar ook van den uitstekenden zang
van het Zuid Bevelandsch a capella koor
is daarna en ook later nog volop geno
ten, al had de directeur, de heer S. J.
Tamminga er op gewezen, dat hij gehan
dicapt was, omdat enkele goede krachten
verstek moesten laten gaan.
Aan het geheel heeft dit echter geen
schade gedaan en zeker ook niet aan het
groote succes, dat eerst met drie couplet
ten van het Zeeuwsch volkslied en ook
met drie van het Wilhelmus werd en
daarna met nog enkele stemmige en een
vroolijk lied, is bereikt.
Er zijn verder nog een tweetal film
vertoont. Een van de enkele jaren gele
den te Middelburg gehouden, landbouw
tentoonstelling en een van Westkapelie
met den zeedijk en een plattelandsch hu
welijksfeest.
Te half elf heeft mr. Dieleman, die ook
nog enkele mededeelingen voor de vol
gende dagen had gegeven, de bijeenkomst
opgeheven om allen samen naar de Markt
te gaan waar ter eere van de congressis-,
ten de Stadhuisbelichting was ontstoken.
Heden was het vroeg dag want om 9
uur ging men met de Provinciale boot
van Vlisaingen naar Terneüzen om in
twee deelen verschillende belangrijke
plaatsen te bezoeken en ten slotte voor
de officieele ontvangst en de lunch in
Hulst samen te komen.
Hedenmiddag werd naar Sluis, het
Zwin en de duinen van Kadzand gereden.
De heer Voüte heeft het gister
avond in zijn Fransche openingstoespraakje
van de Zeeuwsche excursie óók al gezegd:
een bijzonder woord van hulde komt toe
aan het driemanschap dat deze zaak zoo
deugdelijk voorbereidde: mrs. Dieleman,
vader en zoon, en jhr. mr. Schorer.
De laatste twee hebben den omvangrij
ken en moeizamen feitelijken organisatori-
schen arbeid naar wel zal blijken: tot te
vredenheid aller - verricht; de eerstge
noemde heeft vroegtijdig het initiatief ge
nomen tot de voorbereidende besprekingen,
en ook verder heeft hij de opperleiding in
handen gehouden.
Met een schoone rede, eveneens in de
Fransche taal, heeft mr. P. Dieleman gis
teravond zijnen en ons aller internationalen
gasten het welkom toegeroepen. Door voor
dracht en charmante woordkeus was hot
geen dor formeel en officieel redevoerinkje,
maar een van gallisch vernuft en geest
sprankelende, met bijkans zuidelijke warm
te voor den eigen Zeeuwschen geboorte
grond doorstraalde, oratie, die niet naliet
het zeer gemengde gehoor afwisselend te
boeien of tot lachen te brengen. Kranig
werk
dragonders. Ik zoek dezen monnik". Hij
wees op Edzke, „dien ik heden in den
raadskelder ontmoette". Hij bekeek Edzke
van het hoofd tot de voeten. „Geen twijfel
mogelijk. Hier is mijn aanstelling" en hij
stak een stuk perkament in de hoogte.
„Trouwens, mijn escorte staat buiten".
„Ken je dien monnik?"
„Nom d'un chien. Ik verzoek u beleefd
mijn titel te gebruiken. Ik ben geen poor
ter van lage geboorte. In Frankrijk
en hij greep naar het gevest van zijn
zwaard.
„Mijnheer de markies; wie is die man?"
„Dit wil graaf Tilly juist onderzoeken.
Zijne Excellentie twijfelt of deze man nog
het in hem gestelde vertrouwen waardig is.
Geen wonder, spionnen en contra-spionnen,
een mooi zoodje. Altijd trouw aan den
meest biedende. Goud is hun doel".
„Laat een paar van mijn mannen bin
nen komen!" beval hij een der wachters.
„Ze staan voor de deur. Haal ze!", toen de
wachter even scheen te aarzelen. Deze
keek naar den voorzitter, die knikte.
Edzke dacht vlug na. Hij kwam van den
drop in den regen. De drop scheen hem be
ter.
„Ik heb niets met u te maken, mijnheer
de markies", sprak hij. „Ik kan deze heeren
volkomen duidelijk maken wie ik ben en
wat ik gedaan heb. U begaat een grove ver
gissing".
„Je hebt deze heeren geen duivel, ver
geef mij, heeren, duidelijk te maken. Je
gaat met mij mee en de provoost-geweldige
zal wel uitzoeken of je liegt. Je bent mijn
JöPpt men groot gevaar
^koiï te vatten. Maar
TABLETTEN helpen dadelijk.
Bet »f)ayei<i-kruis waarborgt f BN
'de uitstekende werking (BAYER]
en onschadelijkheid. J
«Let op Oranjeband en Bayerkruis-
(Ingez, Med.)
Twee andere zaken dienen nog afzonder
lijk vermeld te worden. De film Westkapel
ie en het Zuidbevelandsch a capella koor.
De film was voor een amateurswerk wer
kelijk zéér te waardeeren; er zat menig uit
stekend moment in en in haar geheel liet
zij zien, ten eerste wat een ernstig werker
liefhebber er van maken kanen ten
tweede in welke richting een groot regis
seur met aller medewerking en alle techni
sche hulp die noodig is, daar een monumen
taal nationaal filmwerk tot stand zou kun
nen brengen: een door het volk voor het
volk gespeelde film van hooge kunstwaar
de. Maar dat is toekomstmuziek. Muziek,
schoone muziek van het heden was „Tam-
minga's koor" uit Goes. De prachtige zang
van deze Zuidbevelanders, met die mooie
sopranen en dien machtigen als de groote
orgelpijp klinkenden bas, heeft een na
venanten diepen indruk gemaakt. Zou het
teveel gezegd zijn, dat juist daardoor op de
uit Amerika en Japan en uit heel Europa
gekomen congressisten zulk een goeden
eersten indruk is gemaakt?
Aankoop woning Kuiperspoort.
Verleden jaar werd de sindsdien ontruim
de woning Kuiperspoort no. 10 onbewoon
baar verklaard, zulks op grond van het niet
aanbrengen van de voorgeschreven verbe
teringen, waardoor die woning weder in
bewoonbaren staat zou kunnen zijn ge
bracht. Thans is de eigenaar A. Geensen
bereid gebleken de woning c.a. voor 75
te verkoopen, terwijl B. en W. vanwege
het Departement van Sociale Zaken toe
zegging mochten ontvangen van de gebrui
kelijke Rijksbijdrage in de kosten welke
noodig zullen zijn om, bij wijze van werk
verschaffing, de woning weder in bewoon
baren staat te brengen. B. en W. meenen,
dat tot aankoop behoort te worden over
gegaan, al ware het alleen reeds, ten einde
het schilderachtig aanzicht te behouden. Zij
stellen voor daartoe te besluiten.
7^
Reeds geruimen tijd achten B. en W. in
verband met den achteruitgang van het
gasdebiet h.i. voor een groot deel toe
te schrijven aan den economischen toestand
een herziening der gastarieven wensche-
lijk. Deze herziening dient zoodanig te zijn,
dat speciaal voor de gemiddelde gasverbrui-
kers een aantrekkelijker tarief wordt ver
kregen, liefst zóó, dat vrij spoedig een me-
terprijs van 8 resp. 6 cent kan worden be
reikt en zoo mogelijk de gewone me ter prijs
van 12 tot 10 cent kan dalen. Bij de voor
bereiding der herziening echter stuitten B.
en W. op verschillende moeilijkheden, o.a.
verband houdende met het groote aantal
afnemers met een abnormaal laag verbruik.
Op grond van de verbruikscijfers over 1936
toch bleken 378 van de 2003 gewoon-gas-
verbruikers op 31 December 1936 een jaar
verbruik te hebben beneden 120 m». Bij de
muntgasverbruikers waren het er 336 van
het totale aantal van 1604. Het zal duidelijk
zijn, dat deze verbruikers de rentabiliteit
van het gasbedrijf in uiterst ongunstige
mate beïnvloeden en een gewenschte verla
ging van den gasprijs voor verbruikers bo
ven 120 m3 ernstig in den weg staan. Deze
redenen noopten er dan ook toe over te
gaan tot het ontwerpen van verhaal van
een deel der vaste kosten op de verbruikers,
waartoe de beste vorm wordt geacht t in
voeren van een aansluitrecht. Sociale mo
tieven t.o.v. de verbruikers met een laag
verbruik zouden hiertegen kunnen worden
aangevoerd, indien deze voor het grootste
deel behoorden tot de financieel minst
draagkrachtigen. Uit een ingesteld onder
zoek is echter gebleken, dat vele van deze
gevangene. Ik pikte je op in den raadskel
der en liet je tot hier volgen. Ik heb ge
wacht tot het donker was. Niet noodig dat
het volk ziet dat er weer een monnik ge
vangen wordt genomen. Werk zeker, maar
in het duister. Dat is mijn stelregel". De le
den van de vierschaar knikten bevestigend.
„Ik kan het geval verklaren", wierp
Edzke hem tegen. „Deze heeren zijn mijn
rechters en ik kan hun alles uitleggen".
„Maak het je maar niet druk", antwoord
de de markies. „Je gaat met mjj mee. Ik
heb je gevonden. Sta nu met mijn hoofd
voor je in. Al zal ik het heele garnizoen
moeten te hulp roepen, al zal ik heel Hal-
berstadt laten platbranden, mijn kop blijft
op mijn romp. Begrepen".
Twee dragonders in stalen kuras en helm
het zwaard aan den schouder kwamen met
den wachter binnen. De kapitein haalde 'n
zijden koord uit zijn zak, gooide het een der
soldeniers toe en beval scherp: „Kerels
bindt hem en bindt hem goed. Je staat met
je hoofd voor hem in. Begrepen. Dom,
zoo'n vent niet eerder te boeien. Hij is glad
als een aal". Hij voelde hem langs het lijf,
haalde uit eiken broekzak een dubbelloops
pistool en toen een dolk te voorschijn.
„Wees maar blij "dat ik gekomen ben", zei
hij tegen de rechters. „Het schijnt mij, dat
ik jullie het leven gered heb. Ha ha. Hij
kon je gemakkelijk overtuigen. Dooden
spreken nooit tegen. Je zou er geweest zijn,
zoo zeker als twee maal twee vier is".
„En nu gaan we".
(Wordt vervolgd.)
'burg.