KRONIEK van den DAG. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 12 JULI 1938. No. 161. V. Het drama in het Verre Oosten IN GEHEIMEN DIENST. een *eldLaaM ■onnr UwhuKL KUNST EN WETENSCHAP. De ontvangst van het Aardrijkskundig Congres. ilDDELBURG. Wijziging® Gastarieven. I jg. iES i bibbs [thang- |lburg. Jen er telend. PERS., eenv. leren, Iddeld. Irvers' likaan: Den Wal- door tvenk. i'burg. |jd uw ekbin- Z.z. ÏAN over M pa andag en bij. rrg. Japanners en Chineezen hebben aan het einde der .vorige week den eersten verjaar dag van hun „conflict" herdacht. Een lu gubere herdenking was het, waarbij aan weerszijden de barre realiteit met de, bü gelegenheden als deze, gebruikelijke rheto- riek werd verdoezeld. Voor beide partijen is de toestand na een jaar vechtens aller droevigst. Maar de woorden, die gesproken werden vervalschten het werkelijke beeld. Ach, de schijn in deze wereld, de vergul de schijn waaraan men zich altijd weer overgeeft, en waaraan men de gedrochte- lijkste leuzen ontleent, als rechtvaardiging om mekaar de hersenen in te slaan Tokio heeft cijfers gepubliceerd, cijfers, die Japan's overmacht zegevierend moeten demonstreeren: er zouden in het afgeloo pen jaar volgens deze lezing, 450.000 Chi neezen gesneuveld en 850.000 gewond zijn; tegen resp. 90.000 en 100.000 Japanners, Misschien zijn deze cijfers wel juist. Het aantal dooden in dezen oorlog loopt zeker reeds in de honderdduizenden. Maar ver moedeljjk leggen de grootere verliezen aan menschen voor de Chineezen heel weinig gewicht in de schaal. Hun „menschenmate- riaal" is schier onuitputtelijk, hun uithou dingsvermogen bijna onbegrensd, zij vech ten in eigen land, achten zich nimmer ver slagen, duiken achter den rug des vijands weer op, beletten hem, ten volle profijt van zijn veroveringen te trekken. In naam heb ben de soldaten van den Mikado die het oirbaar heeft geacht, volk, leger en vloot voor hun praestaties te danken een der de deel van 's vijands land, der in dustriecentra bezet, maar in feite steekt overal, tot bij Peiping en Sjanghai toe, de guerilla den kop omhoog. Op den conflicts verjaardag werden de industrieele bedrij vigheid, het tramverkeer, de verlichting in China's vroegere hoofdstad onderbroken, omdat „bandieten" de electrische centrale onklaar hadden gemaakt; te Sjanghai zijn aanslagen „en masse" gepleegd op Japan ners en met hen bevriende Chineezen. De caricatuur van een regeering, door Tokio of door 't Japansche legercommando inge steld, heeft op hoog bevel geprotesteerd, maar de Japanners dreigden reeds, zelve opruiming te zullen houden in de buiten- landsche nederzettingenAlsof hun dat wat anders zou opleveren dan toespitsing der tóch al niet rooskleurige betrekkingen met Engeland, Frankrijk en de Vereenigde Staten! Japan blaast zich op. Een derde van China in zijn macht, 180.000 geweren, meer dan 9000 machinegeweren, honderden ka nonnen, tanks en pantserauto's, veel spoor wegmateriaal, gepantserde treinen enz. ver overd. Het doet ons alles denken aan de communiqué's tijdens den wereldoorlog, die regelmatig, tot in 1918 toe, de terreinwinst der centralen aangavenNatuurlijk, omtrent den uitslag van deze Oost-Aziati sche worsteling valt niets te voorspellen. Beide partijen verklaren, rotsvast aan de eindzege te gelooven. China is gehandicapt door het vertrek der Duitsche militaire ad viseurs, die wegens de anti-Komintern kameraadschap hun niet-oi ivoordeelige con tracten moesten opofferen. Maar de uit spraak van hun chef, generaal Von Falken- hausen, bij zijn vertrek: „Als de Chineezen hun plicht doen, heeft Japan geen kans, nocli in oorlog, noch in vrede", wil toch zeker wel iets zeggen. Ondertusschen gaat het met den econo- mischen toestand van de Rijzende Zon steeds meer bergaf, hoewel de gemiddel de Japanner, die weinig eischen aan 't leven stelt, dit misschien nauwelijks zal gevoe len. „Hankau moet vallen, dan is het uit", wordt nu te Tokio verklaard en te eeniger tijd zkl Hankau wellicht ook vallen. Maar of het dan inderdaad „uit" zal zijn, staat te bezien. Verrassingen en onverhoedsche wendingen of onvermoede factoren natuur lijk voorbehouden, kan de oorlog, die geen oorlog is, nog lang duren. Wij mogen reeds blij zijn, als de rest der wereld er buiten blijft. Hoe slecht Japan er economisch voor staat, blijkt o.a. uit den dezer dagen getrof fen maatregel om den uitvoer van goede ren, voornamelijk van katoenen stoffen naar Mantsjoekwo, Centraal- en Noord- China, welke behooren tot het zg yen-blok, te beperken wegens de dringende noodzake lijkheid, het saldo op de Japansche han delsbalans te verbeteren. Japan heeft in Mantsjoerije en de bezette Chineesche land Historische Avonturenroman. Door G. F. BAKKER. 30). Achter de vierschaar was de muur met zwart laken bekleed. Aan weerszijden der groote tafel stonden op zuilen twee groote lantarens met rouwfloers omhangen. Hij keek naar de rechters, maar herinnerde zich niet ooit een hunner gezien te hebben trouwens hij zou ze niet hebben kunnen herkennen in die mantels met kappen. Zoo moesten de broeders der barmhartigheid ln Venetië er uitzien, die tijdens de pest de zieken verplegen, maar niet herkend wen- schen te worden, zelfs niet door hun mede broeders. Een der beide middenste rechters, een klein mager ventje, maar blijkbaar met een groot hoofd, keek hem met spot in de oogen aan en het klonk hoonend, toen hij vroeg: „Wie ben jij?" „Een monnik". „Een valsche monnik". „Nogmaals, wie ben je?" En zijn oogen stonden zoo venijnig, dat Edzke dacht: „Mfln eerste schot heb ik al beloofd, maar het tweede is voor jou", doch hij zweeg. „Ik zou je raden op te biechten en vlug. Je leven hangt aan een zijden draad. Bo vendien, er zijn andere middelen om je tot spreken te dwingen". „En jou tot zwijgen", dacht de vermomde luitenant, maar sprak: „Ik wil gaarne we-| ten in wiens handen ik ben gevallen en streken de yen tot wettig betaalmiddel ge forceerd en is nu gedwongen tot wijziging van zijn uitvoerpolitiek, opdat het door ex port naar elders genoeg deviezen kan ver krijgen voor het aanschafffen van wapenen en grondstoffen Deze maatregel zal vooral den handel ernstig treffen, die in verhoogden uitvoer naar het Oost-Aziati sche continent zekere compensatie hoopte te vinden voor de in andere landen verlo ren afzetgebieden. Bovendien heeft de Ja pansche regeering op advies van het mi nisterie van financiën en de nationale „plannencommissie" besloten tot allerlei bezuinigingen op de verschillende departe menten. Zij wil daarmee leiding geven aan den nationalen veldtocht ter inkrimping van het verbruik, door den oorlogstoestand ge eischt. Inderdaad zal de grootste krachtsinspan ning noodig zijn, daar de nationale Chinee sche regeering vastbesloten blijft, den Ja panners eiken voetbreed gronds te betwis ten. Dr. Wang, de Chineesche minister van buitenlandsche zaken, heeft in een te Han kau gehouden rede verklaard, dat het volle gewicht der Japansche oorlogsmachinerie 't moreel der Chineezen evenmin heeft ge schokt als hun vertrouwen in de eindover winning. Hij ontkent nochtans 's lands groote moeilijkheden in geenen deele en heeft daarom allen bevrienden volken ver zocht, die moeilijkheden niet te verzwaren door Japan's financiën aan te vullen uit hun eigen hulpbronnen o7 door dien Staat, ten behoeve van zijn „massamoord op 't Chi neesche volk", van oorlogsmateriaal te voorzien. Wat dit laatste betreft, zal Wang intusschen wel niet optimistisch gezind zijn, want hij kent de mentaliteit der oorlogs winstmakers, die niet verder kijken dan het eigen profijt. Ook zijn waarschuwing, dat een politiek van onverschilligheid en isola tie, als thans door de groote mogendheden betracht, op den duur tot uitbreiding van het conflict zou leiden, zal voorloopig wel een kloppen aan doovemansdeur olijven. Docii20<-> (Ingez. Med.) Herdenking dr. Mezger. Het bestuur van het Nederlandsche ge nootschap voor heilgymnastiek en massage organiseert een feestelijke herdenking van den lOOen geboortedag van dr. G. Mezger, den bekenden Nederlandschen medicus, die met zijn dissertatie „De behandeling van distorsie door frictie" in 1868 den grond slag heeft gelegd voor een wetenschappe lijke basis der massage. Mezger heeft, zooals bekend, vele jaren gewerkt in het Amstelhotel te Amsterdam en daar vele patiënten, onder wie verschil lende vorstelijke personen, behandeld, 's Zomers werkte hij te Domburg, waar ook een borstbeeld van hem staat. In 1887 liet hij onder Domburg een mo numentale villa bouwen, „Irma", welke thans bewoond wordt door zijn zoon, den heer Th. Mezger. Ook vele vorstelijke personen kwamen naar Domburg om in de bekende kamer met de hooge ramen aan de achterzijde der villa gelegen, behandeld te worden n.l. in 1889 de Koningin van Roemenië. In het zelf de jaar de Prins en de Prinses von Wied, die hun bezoek later herhaalden. In 1908 de Prinses van SaksenMeiningen, alsmede de Groothertog en de Hertogin van Meck lenburgSchwerin. De laatsten werden be zocht door wijlen Prins Hendrik der Ne derlanden. Dr. Mezger overleed op 3 Maart 1909 in Parijs en werd te Oostkapelle waar de fa milie een eigen grafkelder heeft, bijgezet. Het Genootschap heeft de medewerking verkregen van den burgemeester van Domburg, mr. F. L. S. F. baron van Tuyll van Serooskerken. Op 22 Augs. zal een krans worden gelegd bij het borstbeeld te Domburg; plannen zijn in voorbereiding voor het inmetselen van een gedenksteen in de hal van het Amstelhotel te Amsterdam in November. Daar zal ook een wetenschappelijke bij eenkomst van het Genootschap plaats heb ben. met wie ik te doen heb". De scherpe stem antwoordde: „Gaat je niet aan". „Zoo! Man, je weet niet eens, dat je al met je eene voet in het graf staat", klonk het brutale antwoord. „Roep den beul!", luidde het bevel. Een der wachters verdween. „Nu is het misschien het goede oogen- blik om hem voor den kop te schieten", dacht de gevangene. Maar hij besloot nog te wachten. Hij wilde gaarne iets meer gewaar worden. Bovendien, dat nijdasje zou hem toch niet ontkomen. De beul, een groote kerel in het Rood, een roode kap over het hoofd, kwam bin nen. Hij droeg een groot zwaard. Hij ging ter zijde van den gevangene, ongeveer tien voet van hem verwijderd, staan. „Jij komt in aanmerking voor nommer drie, en dat zwaard zou mij passen", besloot de vermomde luitenant. Doch hij keek naar den beul en het scheen, dat hij trilde van angst. Hij kon voelen, dat er een gemeen lachje kwam op het gezicht van den klei nen rechter. „Ha, ha!" zei hij. „Ik wist het wel. Die man zal je geheugen wat opfrisschen. Ja, hij kent tal van overredende middeltjes". „Ik zal je de waarheid vertellen", besloot de gevangene. „Ik heb geen enkele reden om het niet te doen. Alleen je hatelijk en onbehoorlijk optreden deed mij zwijgen". „Wel allemachies", zei de beul. „Zwijg!" sprak een der andere rechters. „Ik", vervolgde de gevangene, „ben een Zooals gemeld brengt een aantal deelne mers van het Internationaal Aardrijkskun dig congres deze week een bezoek aan Zee land en gisterenavond zijn een kleine 50 buitenlandsche deelnemers in Sint Joris te Middelburg door het landelijk en het pro vinciaal comité van voorbereiding ontvan gen. In de societeitszaal was het secretariaat gevestigd, waar de aangekomen deelnemers zich aanmeldden en inlichtingen verkregen. Een opgewekte marsch van het Jesayes- ensemble noodigde de aanwezigen uit in de beneden achterzaal een plaatsje te zoeken. Daar kreeg de hr. E. J. Voute, secretaris van het landelijk comité gelegenheid de buitenlanders een welkom in Nederland toe te roepen en dit vooral in Zeeland, dat men goed zal kunnen zien dank zij veler mede werking maar vooral van de beide heeren Dieleman, vader en zoon en van jhr. mr. Schorer, wie spr. onder applaus der aan wezigen dank bracht voor hun arbeid voov deze excursie. Mr. P. Dieleman, de leider in Zeeland voor het congres, heeft evenals de heer Voüte in het Fransch de dames en heeren de verzekering gegeven, dat zij welkom zijn in Zeeland, in het midden der Zeeuwen, in de oude stad Middelburg. Het is voor de kleine provincie een groote eer allen te mogen en ontvangen, in dit, land zon der bergen en dalen, bijna overal afhanke lijk van menschelijken arbeid en wel van de soliditeit der dijken. De eeuwen door heeft men hier meermalen groot gevaar geloopen door de grillen der natuur maar ook door de slordigheid der met het toe zicht belaste personen. Een beschadigde dijk is meestal verloren. Alom in Zeeland kent men den harden strijd tegen de ele menten, welke strijd geen oogenbiik op houdt. De zorg en de arbeid der ingenieurs en van de polders zijn als de arbeid van Penelope: altijd maar weer opnieuw. De groote Fransche reiziger Henri Ha- vard schreef eens; de groene velden, de weiden, en akkers, de, steden, de stevige woningen rusten wellicht op een afgrond zonder bodem, die zich eiken dag kan ope nen, om zich opnieuw te sluiten na boomen huizen, boeren, vee enz. te hebben verslon den. Maar men hoeft geen angst te hebben. Heden is het fundament zeer solide, dank zij den zorg van de heeren ingenieurs Wal- land, Van Leeuwen, Boreel en anderen, Dit alles kunnen de congressisten lezen in het boekje over Zeeland, hun door het co mité aangeboden. Het is een wonderlijk land. Een land aan de eene zijde bedreigd door de zee, aan de andere zijde zich uit breidende dank zij den laatsten tijd vooral de zorgen van ingenieur Verhoeve. Men zal dit kunnen zien op de schorren van Saeftin- ge, met een zeer belangwekkende fauna en flora en Donderdag aan het Sloe, waar men moderne middelen voor land aanwinning zal zien. Niettegenstaande de geheimzin nige golven, opgezweept door storm, is het leven in Zeeland rustig en dikwijls zelfs idyllisch. Is dit dan geen symbool van het menschelijk leven? Hebben de eeuwige strijd tegen de zee en de natuurkrachten, niet het karakter en de persoon van de boeren gevormd? Hebben zij aan de geheele bevolking niet een ern stig, fier, en koppig, voorzichtig, werkzaam karakter gegeven De Zeeuwen houden hartstochtelijk van hun veranderlijken grond. De hartstocht is een onzichtbare aantrekkingskracht tot den vruchtbaren bodem. Alle de eilanden en ook Zeeuwsch- Vlaanderen, zijn zeer vruchtbaar, Walche ren bijv. wordt de tuin genoemd, Beveland het paradijs. De gasten zullen den landbouw kunnen bewonderen, zich kunnen verheugen in de mooie cultures, in graanvelden. Allen zijn welkom in het land, dat is de wonderbaar lijke archipel in de Scheldemonden. Zeeland dankt zijn ontstaan, zijn belangrijkheid aan de den invloed van de Schelde, de mooie ri vier van Belgische nationaliteit maar niet minder van Zeeland, het land van de Schel de. Men zal in ieder eiland een eigen karak ter, eigen costuum eigen gewoonten aan treffen. Ieder eiland heeft zijn godsdiensti ge en politieke opvattingen. Men is thans niet in de Vereenigde Staten van Amerika, maar in die van het vereenigde Zeeland, niet het minst door het gevoel van vrijheid spion". „Zal ik nu het vuurwerk afsteken?" overlegde hij. „Maar er kan nog een beter oogenbiik komen. Even doorliegen". Eindelijk zei de rechter smalend: „Wat deed je in den raadskelder en wat heb je daar gehoord?" „Niets. Ik ben daar geen sikkepit wijzer geworden. Ik volgde een Saksischen spion die de stad binnengeslopen was. Mij was opgedragen dien man overal na te gaan. Maar laat die schrijver niet vergeten te vermelden, dat ik onder den druk van den beul gedwongen word de waarheid te ver tellen. De koeriers van Zijne Excellentie veldmaarschalk graaf Tilly, werden voort durend ontlast van hun brieven. Men ver moedde, dat dit op bevel gebeurde van den koning van Saksen. Zelfs de correspon dentie met Zijne Majesteit keizer Ferdinand II van Duitschland was niet veilig". „Wie droeg u dat op?" „Graaf Tilly zelf natuurlijk". „Zoo. En?" „De koerier Da Costa met belangrijke... De deur werd eensklaps opengeworpen en binnen trad met zijn sierlijk zwaaienden gang de markies Saint Rocque de Haute Colline. Hij groette diep met zijn grooten vilt- hoed en trad naar voren. „Zwijg", zei de voorzitter tot Edzke, en tegen den Franschman: „Wie geeft jou het recht hier binnen te dringen?" „Veroorloof mij mijzelf aan u voor te stel len. Ik ben de markies Saint Rocque de Haute Colline, ritmeester van graaf Tilly's en onafhankelijkheid, vereenigd in de op rechte gastvrijheid tegenover zijn gasten. Spr. zeide, dat de Zeeuwen zeer ernstig zijn, maar men weet hier ook zeer goed, dat men geen vliegen met azijn kan vangen. De glimlach heeft nimmer in eeland ontbroken. Men houdt er van de waarheid „ridendo di- cere verum". Het klimaat in Zeeland is zacht (hilari teit). Men is hier aan de Riviera van Ne derland, door den invloed van den golf stroom door de groote inhammen, die de zomerwarmte bewaren. Pascal, een zeer ernstig man, heeft ge zegd: men ziet bijna niemand, die niet ver andert in een ander klimaat. De gasten zijn uit verschillende landen gekomen. Het klimaat is dus anders. Oordeel daarom met zachtheid over onze gewoonten, over onze kleeding en over ons zelf, aldus spr. en wij zullen elkaar heel goed begrijpen. Daarvan is spr. zeker. Hebben niet alle het zelfde klimaat in een andere beteekenis. Het kli maat van vriendschap, van oprechtheid. En als het niet altijd helder is, dan kan aller bedoeling de horizon verhelderen. De tijden zullen mooi zijn door de vriendschap, de in ternationale vriendschap. De toekomst is van U, de toekomst is van ons, alles door dat eendracht maakt macht. De toekomst is van ons door de liefde, liefde voor ieders vaderland, liefde voor onze naasten, liefde voor alles wat nobel en goed is. Waarde gasten, aldus eindigde spr. herin ner U nog vaak Zeeland en Middelburg dat kleine hoekje van Nederland, onze klei ne en bescheiden provincie. Alles is goed, wat goed eindigt. Spr. hoopt, dat allen Zaterdag uit volle over tuiging zullen zeggen: „Onze excursie in Zeeland, is zeer goed geëindigd. Alles was goed!" De woorden van mr. Dieleman werden met krachtig applaus bezegeld. Intus schen kwamen meisjes in Zeeuwsch cos tuum ververschingen aanbieden en liet het ensemble zich weer liooren. Maar ook van den uitstekenden zang van het Zuid Bevelandsch a capella koor is daarna en ook later nog volop geno ten, al had de directeur, de heer S. J. Tamminga er op gewezen, dat hij gehan dicapt was, omdat enkele goede krachten verstek moesten laten gaan. Aan het geheel heeft dit echter geen schade gedaan en zeker ook niet aan het groote succes, dat eerst met drie couplet ten van het Zeeuwsch volkslied en ook met drie van het Wilhelmus werd en daarna met nog enkele stemmige en een vroolijk lied, is bereikt. Er zijn verder nog een tweetal film vertoont. Een van de enkele jaren gele den te Middelburg gehouden, landbouw tentoonstelling en een van Westkapelie met den zeedijk en een plattelandsch hu welijksfeest. Te half elf heeft mr. Dieleman, die ook nog enkele mededeelingen voor de vol gende dagen had gegeven, de bijeenkomst opgeheven om allen samen naar de Markt te gaan waar ter eere van de congressis-, ten de Stadhuisbelichting was ontstoken. Heden was het vroeg dag want om 9 uur ging men met de Provinciale boot van Vlisaingen naar Terneüzen om in twee deelen verschillende belangrijke plaatsen te bezoeken en ten slotte voor de officieele ontvangst en de lunch in Hulst samen te komen. Hedenmiddag werd naar Sluis, het Zwin en de duinen van Kadzand gereden. De heer Voüte heeft het gister avond in zijn Fransche openingstoespraakje van de Zeeuwsche excursie óók al gezegd: een bijzonder woord van hulde komt toe aan het driemanschap dat deze zaak zoo deugdelijk voorbereidde: mrs. Dieleman, vader en zoon, en jhr. mr. Schorer. De laatste twee hebben den omvangrij ken en moeizamen feitelijken organisatori- schen arbeid naar wel zal blijken: tot te vredenheid aller - verricht; de eerstge noemde heeft vroegtijdig het initiatief ge nomen tot de voorbereidende besprekingen, en ook verder heeft hij de opperleiding in handen gehouden. Met een schoone rede, eveneens in de Fransche taal, heeft mr. P. Dieleman gis teravond zijnen en ons aller internationalen gasten het welkom toegeroepen. Door voor dracht en charmante woordkeus was hot geen dor formeel en officieel redevoerinkje, maar een van gallisch vernuft en geest sprankelende, met bijkans zuidelijke warm te voor den eigen Zeeuwschen geboorte grond doorstraalde, oratie, die niet naliet het zeer gemengde gehoor afwisselend te boeien of tot lachen te brengen. Kranig werk dragonders. Ik zoek dezen monnik". Hij wees op Edzke, „dien ik heden in den raadskelder ontmoette". Hij bekeek Edzke van het hoofd tot de voeten. „Geen twijfel mogelijk. Hier is mijn aanstelling" en hij stak een stuk perkament in de hoogte. „Trouwens, mijn escorte staat buiten". „Ken je dien monnik?" „Nom d'un chien. Ik verzoek u beleefd mijn titel te gebruiken. Ik ben geen poor ter van lage geboorte. In Frankrijk en hij greep naar het gevest van zijn zwaard. „Mijnheer de markies; wie is die man?" „Dit wil graaf Tilly juist onderzoeken. Zijne Excellentie twijfelt of deze man nog het in hem gestelde vertrouwen waardig is. Geen wonder, spionnen en contra-spionnen, een mooi zoodje. Altijd trouw aan den meest biedende. Goud is hun doel". „Laat een paar van mijn mannen bin nen komen!" beval hij een der wachters. „Ze staan voor de deur. Haal ze!", toen de wachter even scheen te aarzelen. Deze keek naar den voorzitter, die knikte. Edzke dacht vlug na. Hij kwam van den drop in den regen. De drop scheen hem be ter. „Ik heb niets met u te maken, mijnheer de markies", sprak hij. „Ik kan deze heeren volkomen duidelijk maken wie ik ben en wat ik gedaan heb. U begaat een grove ver gissing". „Je hebt deze heeren geen duivel, ver geef mij, heeren, duidelijk te maken. Je gaat met mij mee en de provoost-geweldige zal wel uitzoeken of je liegt. Je bent mijn JöPpt men groot gevaar ^koiï te vatten. Maar TABLETTEN helpen dadelijk. Bet »f)ayei<i-kruis waarborgt f BN 'de uitstekende werking (BAYER] en onschadelijkheid. J «Let op Oranjeband en Bayerkruis- (Ingez, Med.) Twee andere zaken dienen nog afzonder lijk vermeld te worden. De film Westkapel ie en het Zuidbevelandsch a capella koor. De film was voor een amateurswerk wer kelijk zéér te waardeeren; er zat menig uit stekend moment in en in haar geheel liet zij zien, ten eerste wat een ernstig werker liefhebber er van maken kanen ten tweede in welke richting een groot regis seur met aller medewerking en alle techni sche hulp die noodig is, daar een monumen taal nationaal filmwerk tot stand zou kun nen brengen: een door het volk voor het volk gespeelde film van hooge kunstwaar de. Maar dat is toekomstmuziek. Muziek, schoone muziek van het heden was „Tam- minga's koor" uit Goes. De prachtige zang van deze Zuidbevelanders, met die mooie sopranen en dien machtigen als de groote orgelpijp klinkenden bas, heeft een na venanten diepen indruk gemaakt. Zou het teveel gezegd zijn, dat juist daardoor op de uit Amerika en Japan en uit heel Europa gekomen congressisten zulk een goeden eersten indruk is gemaakt? Aankoop woning Kuiperspoort. Verleden jaar werd de sindsdien ontruim de woning Kuiperspoort no. 10 onbewoon baar verklaard, zulks op grond van het niet aanbrengen van de voorgeschreven verbe teringen, waardoor die woning weder in bewoonbaren staat zou kunnen zijn ge bracht. Thans is de eigenaar A. Geensen bereid gebleken de woning c.a. voor 75 te verkoopen, terwijl B. en W. vanwege het Departement van Sociale Zaken toe zegging mochten ontvangen van de gebrui kelijke Rijksbijdrage in de kosten welke noodig zullen zijn om, bij wijze van werk verschaffing, de woning weder in bewoon baren staat te brengen. B. en W. meenen, dat tot aankoop behoort te worden over gegaan, al ware het alleen reeds, ten einde het schilderachtig aanzicht te behouden. Zij stellen voor daartoe te besluiten. 7^ Reeds geruimen tijd achten B. en W. in verband met den achteruitgang van het gasdebiet h.i. voor een groot deel toe te schrijven aan den economischen toestand een herziening der gastarieven wensche- lijk. Deze herziening dient zoodanig te zijn, dat speciaal voor de gemiddelde gasverbrui- kers een aantrekkelijker tarief wordt ver kregen, liefst zóó, dat vrij spoedig een me- terprijs van 8 resp. 6 cent kan worden be reikt en zoo mogelijk de gewone me ter prijs van 12 tot 10 cent kan dalen. Bij de voor bereiding der herziening echter stuitten B. en W. op verschillende moeilijkheden, o.a. verband houdende met het groote aantal afnemers met een abnormaal laag verbruik. Op grond van de verbruikscijfers over 1936 toch bleken 378 van de 2003 gewoon-gas- verbruikers op 31 December 1936 een jaar verbruik te hebben beneden 120 m». Bij de muntgasverbruikers waren het er 336 van het totale aantal van 1604. Het zal duidelijk zijn, dat deze verbruikers de rentabiliteit van het gasbedrijf in uiterst ongunstige mate beïnvloeden en een gewenschte verla ging van den gasprijs voor verbruikers bo ven 120 m3 ernstig in den weg staan. Deze redenen noopten er dan ook toe over te gaan tot het ontwerpen van verhaal van een deel der vaste kosten op de verbruikers, waartoe de beste vorm wordt geacht t in voeren van een aansluitrecht. Sociale mo tieven t.o.v. de verbruikers met een laag verbruik zouden hiertegen kunnen worden aangevoerd, indien deze voor het grootste deel behoorden tot de financieel minst draagkrachtigen. Uit een ingesteld onder zoek is echter gebleken, dat vele van deze gevangene. Ik pikte je op in den raadskel der en liet je tot hier volgen. Ik heb ge wacht tot het donker was. Niet noodig dat het volk ziet dat er weer een monnik ge vangen wordt genomen. Werk zeker, maar in het duister. Dat is mijn stelregel". De le den van de vierschaar knikten bevestigend. „Ik kan het geval verklaren", wierp Edzke hem tegen. „Deze heeren zijn mijn rechters en ik kan hun alles uitleggen". „Maak het je maar niet druk", antwoord de de markies. „Je gaat met mjj mee. Ik heb je gevonden. Sta nu met mijn hoofd voor je in. Al zal ik het heele garnizoen moeten te hulp roepen, al zal ik heel Hal- berstadt laten platbranden, mijn kop blijft op mijn romp. Begrepen". Twee dragonders in stalen kuras en helm het zwaard aan den schouder kwamen met den wachter binnen. De kapitein haalde 'n zijden koord uit zijn zak, gooide het een der soldeniers toe en beval scherp: „Kerels bindt hem en bindt hem goed. Je staat met je hoofd voor hem in. Begrepen. Dom, zoo'n vent niet eerder te boeien. Hij is glad als een aal". Hij voelde hem langs het lijf, haalde uit eiken broekzak een dubbelloops pistool en toen een dolk te voorschijn. „Wees maar blij "dat ik gekomen ben", zei hij tegen de rechters. „Het schijnt mij, dat ik jullie het leven gered heb. Ha ha. Hij kon je gemakkelijk overtuigen. Dooden spreken nooit tegen. Je zou er geweest zijn, zoo zeker als twee maal twee vier is". „En nu gaan we". (Wordt vervolgd.) 'burg.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5