Zeeland en GEKRO KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCULE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 30 JUNI 1938. No. 151. Van kadaver tot vet en voer. HET VEERTIGJARIG REGEERINGS JUBILEUM VAN H.M. DE KONINGIN. MIDDELBURG. RAAD VAN GOES. Hongarije en het Derde Rijk Sinds Oostenrijk bij Duitschland is inge lijfd, heeft men een eigenaardige, maar zeer verklaarbare verscherping der poli tieke activiteiten in Hongarije kunnen waar nemen. Hongarije is thans een buurstaat van het groote Duitsche Rijk geworden en dientengevolge nog veel meer dan voor heen geïnteresseerd geraakt bij de buiten- landsche politiek, welke de nat. soc. regee ring te Berlijn uitoefent. Tot aan zekere grenzen loopen de poli tieke belangen van Hongarije en Duitsch land parallel. De Magyarenstaat heeft zwaar geleden onder- de verminking, die hij bij het verdrag van Trianon heeft moeten onder gaan en dus van den beginne af aan ge tracht, zich uit zijn vernedering omhoog te werken. Dit kon echter niet geschieden zonder hulp van buiten en met graagte is dan ook de reddende hand aangegrepen, welke Hongarije uit zijn isolement verloste. Dat die hand aanvankeüjk bij Italië, een der vijanden in den wereldoorlog, behoorde, deed minder ter zake. Daarnaast was er echter ook een tamelijk sterke Duitsche strooming, omdat velen bij een weer tot macht gekomen Duitschland den besten steun hoopten te vinden in den strijd voor revisie der verdragsbepalingen, waardoor groote deelen des lands aan de z.g. erfsta- ten waren overgegaan. Alvorens de as Ro meBerlijn tot stand kwam, bevond de regeering te Boedapest zich dikwijls in een lastig parket, daar zij geen harer vrienden voor het hoofd wilde stooten en de belan gen dezer twee nog wel eens tegen elkaar indruischten. Nadien scheen de in gemeen schappelijk overleg vastgestelde staatkun de der beide groote autoritaire mogendhe den de zaken wel vereenvoudigd te hebben. Echterde Anschluss kwam de politieke aspecten weer totaal veranderen. Vooral het feit, dat er thans een gemeenschappelijke grens met Duitschland is, baart den Hon- gaarschen machthebbers zorgen; misschien nog méér dan het automatisch vervallen der economische en politieke consequenties, uit de protocollen van Rome, indertijd tus- schen Italië, Hongarije en Oostenrijk geslo ten, voortvloeiend. Wat die grensgemeenschap wil zeggen, beseft de regeering te Boedapest ten volle. Imredy, die Daranyi als minister-president is opgevolgd, gaf aanstonds na zijn infunc tietreding te kennen, dat het kabinet een feilen strijd zou voeren tegen alle uiterst- rechtsche en uiterst-linksche elementen; elke den Staat ondermijnende propaganda zou verboden zijn. Het leed geen twijfel, of de premier doelde met deze mededee- ling vooral op de zeer uitgebreide nationaal- socialistische propaganda. In April ver scheen een boodschap van den rijksbestuur der, admiraal Horthy, waarin hij verklaar de, dat hij geen toepassing der revolution- naire methoden zou dulden. Hij gaf zich re kenschap van de gevaren, verbonden aan de actie der nationaal-soeialisten, onder lei ding van den ex-majoor Szalassy, een actie, welke geheel op Duitschen leest is ge schoeid en zich de verwezenlijking derzelfde politieke idealen ten doel stelt als de be weging in Duitschland zelf. Allereerst wordt geageerd tegen de Joden, wier bezittingen men wil verdeelen tusschen de boeren en de arbeiders, maar voorts ook tegen de grootgrondbezitters, die te allen tijde zoo'n voorname rol in Hongarije hebben gespeeld. De nazi-agitatie daar te lande vertoont veel gelijkenis met de actie der IJzeren Garde in Roemenië, waaraan kort geleden voor- loopig de kop werd ingedrukt. Te Boeka rest schijnt men thans den toestand mees ter, doch te Boedapest, met het Duitsche rijk als grooten buurman, verheelt men zich geenszins, dat het niet gemakkelijk zal we zen, baas in eigen huis te blijven Toch wil Imredy dit beproeven. In een dezer dagen te Debreczin gehouden rede heeft hij er geen doekjes om gewonden, dat de nationaal-socialistische factor sto rend werkt op den regeeringsarbeid en het beheer der staatszaken. Zijn kwalificaties waren niet malsch, want de minister-pre sident sprak van valsche profeten, die zich IV. (Slot.) Het contract. Aan de model-Overeenkomst met de N.V. „Gekro" ontleenen wij nog enkele van algemeen belang zijnde bepalingen. In art. 1 verbindt de „Gekro" zich te genover de gemeente tot het opruimen en onbruikbaar maken voor voedsel voor mensch en dier op de wettelijk voorge schreven wjjze van alle kadavers en af- valdeelen van slachtdieren, zoomede on deugdelijke vleeschwaren, voorzoover een en ander door den gemeentelijken keu ringsdienst is afgekeurd of krachtens de Vleeschkeuringswet onbruikbaar moet worden gemaakt. Art. 3 behelst, dat het vervoer van de kadavers en afvaldeelen naar de fabriek door de zorg en op kosten van de „Gekro" zal geschieden in vervoermiddelen, inge richt volgens de daaraan door de bevoeg de Regeeringsautoriiteit gestelde of te stellen eischen. Volgens art. 4 worden alle kadavers zoo spoedig mogelijk, doch uiter- lijk 48 uren nadat de „Gekro" bericht zal heb ben ontvangen, weggehaald. Afvaldeelen, andere dan de in art. 4, sub 3, der Vleeschkeuringswet bedoelde, wel ke ter plaatse worden afge haald, worden bij iedere slager afgehaald op nader overeen te komen tijden in ver band met den plaatselijken toestand, be halve wanneer in de gemeente een cen trale slachtplaats aanwezig is. Indien af valdeelen gehaald worden, moeten deze van mest zijn ontdaan, behalve voor af valdeelen, afkomstig van dieren, vallen de onder de Veewet. (Dit is een nieuwig heid: in andere contracten is centralisatie voorgeschreven, doch hier haalt de „Ge kro" voor een minimale vergoeding den bedienden van een vocabulaire, afkomstig uit een vreemde taal en waarvan zoo doende de eigenlijke strekking onduidelijk bleef. Deze valsche profeten zal de premier te lijf gaan en hij hoopt daarbij het gros der natie achter zich te vinden. Maar an derzijds is Hongarije, reeds tengevolge zijner geografische ligging, wel genoodzaakt, op goeden voet met Duitschland te blijven, zoo dat al dadelijk bij de onlangs voltrokken reconstructie van de regeering het voort bestaan der vriendschappelijke betrekkin gen BoedapestBerlijn met nadruk in het licht is gesteld. Generaal Keitel, chef van het oppercommando der Duitsche weer macht, werd derhalve met veel onderschei ding in de Magyaarsche hoofdstad ontvan gen. Dit neemt niet weg, dat de Hongaren ook thans weer, maar in andere richting, uitzien naar de mogelijkheid, om eigen po sitie te verstevigen, opdat zij straks niet in 't gedrang zullen raken. En merkwaardi gerwijze richten zij nu den blik naar de landen der Kleine Entente, die zich inder tijd plechtig hebben verbonden, elkaar het ten koste van Hongarije verworven bezit te zullen waarborgenAchter die Kleine Entente staan, zij 't niet officieel, natuur lijk de Westersche groote mogendheden. In dit verband is het niet van belang ontbloot, dat de vroegere Hongaarsche minister van financiën, nu directeur van de Hongaar' sche Credietbank, Fabanyi, binnenkort te Londen wordt verwacht. Engeland grijpt blijkbaar andermaal naar het beproefde middel der credieten, om zijn invloed in Midden- en Oost-Europa krachtiger te doen gelden. De nationale viering in de hoofd stad. Het gaat vlot met de voorbereiding van de nationale viermg van het veertigjarig regeeringsjubileum van H. M. de Koningin in Amsterdam, en uit de mededeelingen, die de secretaris van het uitvoerend comité der huldigingscommissie 1938, de heer Vat- tier Craane, gisteren in een persconferentie heeft gedaan, blijkt, dat men in de eer ste helft van September in de hoofdstad een feestweek zal krijgen, die zoowel alle lagen der bevolking als den vreemdelingen en be zoekers van buiten, die men mag verwach ten, elk wat wils zal bieden. Van den feestelijken intocht der ko ninklijke familie op Maandag 5 September des middags te half drie. aan het Haarlem mermeerstation zijn de meeste bijzonderhe den reeds bekend, evenals van den offici- eelen gedenkdag op Dinsdag 6 September, die zijn hoogtepunt heeft in de in samen werking met de regeering georganiseerde nationale gedachtenisviering in de nieuwe kerk, waar de minister-president dr. H. Co- lijn het woord zal voeren. Aan het pro gramma van deze viering is nog toegevoegd een koraal voor koor uit cantate 192 van Joh. Seb. Bach en een koraal voor sopraan en strijkorkest uit Cantate 51 van Bach: „Jauchzet Gott in allen Landen" terwijl te vens door de Eerste en de Tweede Kamer der Staten Generaal adressen aan H. M. de Koningin zullen worden aangeboden. Het feestprogram zal voorts worden uit gebreid met een tweedaagsch luchtvaart feest op Schiphol, georganiseerd door de K. L.M. met medewerking van de militaire luchtvaartafdeeling te Soesterberg, den ma- rinevliegdienst te Den Helder, e.a. Een stervlucht naar Amsterdam zal een belang rijk onderdeel van dit luchtvaartfeest vor men. Des avonds te negen uur zal de Neder- landsche jeugd de Koningin huldigen op speciale wijze, waaromtrent tegen het ein de dezer week nadere mededeelingen wor den gedaan.. Het programma van Vrijdag 9 Septem ber heeft als belangrijkste gebeurtenis de eere-promotie van H. M. de Koningin tot doctor in de economische wetenschappen aan de gemeente-universiteit te Amster dam. rommel bij de slagers thuis af. Red.) De gemeente is volgens art. 5 verplicht onmiddellijk, in elk geval op den dag van afkeuring, telegrafisch of telefonisch aan de „Gekro" bericht te zenden, dat een kadaver moet worden afgehaald. De „Gekro" verplicht art. 6 het kada ver te doen afhalen van de plaats, waar het zich bevindt. De gemeente neemt zoodanige maatre gelen, dat, indien het kadaver zich be vindt op een plaats, welke met het ver voermiddel, waarmede het vervoer moet plaats hebben, niet te bereiken is, het ka daver naar een plaats vervoerd wordt, waar het vervoermiddel kan komen. De gemeente wordt geacht te hebben voldaan aan de verplichting, in het vo rige lid bedoeld, indien zij bij verordening het vervoer der kadavers naar den har den weg heeft voorgeschreven. De gemeente zal echter zooveel moge lijk bevorderen, dat de kadavers en af vallen worden ingeleverd op de nood- slachtplaats of in het kadaverhuisje. Art. 8 behelst, dat de gemeente maat regelen neemt dat de eigenaar van een afgekeurd slachtdier, die de huid voor zich wenscht te behouden (voorzoover dit wettelijk geoorloofd zal zijn) verplicht is zorg te dragen, dat het kadaver onmiddel lijk van de huid wordt ontdaan. Wordt het kadaver ongevild vervoerd, dan wordt door de „Gekro" voor de hui den, voorzoover deze niet mee vernietigd moeten worden (varkenshuiden, nuchtere geiten- en lamsvellen zijn hierbij uitge zonderd) een vergoeding betaald, o, vereenkomend met 2/3 van de netto-op brengst der huiden, bij de Amsterdamsche Huidenclub. Deze vergoe ding wordt zoo spoedig mogelijk aan be langhebbenden overgemaakt. [Naar wij vernamen zijn de prijzen dezer huiden aan groote schommelingen onderhevig. Een beste paardehuid brengt nu 6.507.50 op; een koehuid 4.505; deze bedra gen zijn veel hooger geweest. Red.] Zaterdagmiddag vindt in het stadion de groote zanguitvoering plaats, die door de koninklijke familie zal worden bijgewoond en die zal worden gevolgd door een groot ballet onder leiding van Yvonne Georgi, dat zal eindigen in een verrassende apothe- se. Met medewerking van de bij het centraal comité van oranje- en nationaleorganisatie wordt onder de auspiciën van de huldi gingscommissie 1938 in het stadion een historische optocht geformeerd, welke na een défilé voor H. M. de Koningin door de stad zal trekken. De eerste groep achter de herauten die den stoet openen, zal voorstellen Gijsbrecht van Aemstel en Badeloch, omgeven door ridders, dienaren, bisschoppen, nonen enz. Hierachter volgen Floris V en Beatrix, om geven door een vroolijke jachtstoet met valkeniers, edelvrouwen, honden enz. In kleurige en rijk aangekleede groepen, die bij de hoofdfiguren passen, volgen dan kei zer Karei V met zijn hof, Willem de Zwij ger, Prins Maurits en Willem Lodewijk, Frederik Hendrik en Amalia van Solms, Willem II en Maria Stuart, de vroedschap van Amsterdam, een vendelschutterij, vier praalwagens, den gouden eeuw voorstellen de, Willem III en Willem IV en Anna van .Hannover, Willem V en Wilhelmina, een vendel Amsterdamsche schutterij uit die dagen, en de generale staf van het Neder- landsche leger tijdens den tiendaagschen veldtocht onder leiding van Koning Willem I, den nog troonopvolger zijnden lateren koning Willem II, en koning Willem III als veertienjarigen knaap. Het tweede gedeelte van den optocht geeft een beeld van de ontwikkeling van handel, nijverheid en industrie in Neder land en koloniën. Aan het programma van de feestviering zal tenslotte nog worden toegevoegd een rijtoer, die de Koningin op Zondagmiddag 11 September te 2 uur door de stad zal ma ken. KERSEN VOOR PRINS BERNHARD. Bij den aanvang van de gisteren gehou den vergadering van den gemeenteraad van Maurik werd op voorstel van burgemeester C. Kamp besloten het volgende schrijven te verzenden aan Prins Bernhard: „De Raad der gemeente Maurik, in ver gadering bijeen biedt U zijn hartelijke ge- lukwenschen aan, en voegt daaraan tevens toe een proeve der algemeen bekende Be- iuwsche meikersen". De kersen zijn tijdens de vergadering door twee volontairs ter gemeentesecreta rie ten paleize Soestdijk overhandigd. INVOERING GEZINS- PERSOONSKAARTENSTELSEL. De minister van binnenlandsche zaken iieeft aan de gemeentetoesturen een cir culaire gericht betreffende de invoering van het gezinspersoonskaartenstelsel. De minister deelt in deze circulaire me de, dat de regeering besloten heeft, met het oog op een mogelijke vereenvoudiging van de a.s. twaalfde algemeene tienjaar- ljjksche volkstelling, nog in den loop van dit jaar ever te gaan rot algemeene invoe ring van het gezinspersoonskaartenstelsel. De invoering, welke op een nader te be palen tijdstip in 1938 aal aanvangen, zai in alle gemeenten beëindigd moeten zijn vóór 1 Januari 1940. Het ligt in het voornemen der regeering aan de Staten-Generaal de noodige gelden aan te vragen ter tegemoetkoming in de kosten van algemeene invoering van het g.p.k.-stelsel. Deze tegemoetkoming zal eventueel bestaan in kostelooze verstrek king van de benoodigde persoonskaarten, e.q. vergoeding op den voet van den thans geldenden kostprijs dier kaarten aan de gemeenten welke reeds een persoons register voor rekening dier gemeenten hebben ingevoerd. Voorts is overwogen een tegemoetkoming te verleenen in de kos ten van overschrijving en van berging, waarbij eveneens rekening zal worden ge houden met de belangen van de genieenten welke reeds uitgaven terzake hebben ge daan. Ieder ongevild kadaver, zooals in dit artikel bedoeld, wordt ter plaatse waar het wordt afgehaald, voorzien van een contrölenumer hetwelk door; den dienst der „Gekro" bij afhaling wordt aange bracht op de huid. Indien gewenscht, kan door belanghebbenden overlegging wor den verzocht van de inleveringsbon der huiden, welke betrekking heeft op dit contrölenummer. De „Gekro" verleent in art. 9 aan het Bestuur der afdeeling Zeeland van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeen ten het recht om een vertegenwoordiger aan te wijzen, teneinde toezicht te houden op de richtige naleving van deze over eenkomst. Art. 10 behandelt de kosten. Door de gemeente wordt aan de „Gekro" uitge keerd, ingaande op den dag van den aan vang van den dienst, een bedrag van 0.02 per inwoner en 0.02 per ha per jaar, met dien verstande, dan indien het inwonertal plus het ha-cijfer der gemeente meer bedraagt of zal bedragen dan 2000, een minimum betaling van 100,— per jaar zal worden vastgesteld, terwijl als jaarlijksche bijdrage een bedrag van 400 niet mag worden overschreden. Verder is door de gemeente aan de „Ge kro" voor iedere slagerij, in de gemeen te gevestigd, verschuldigd een bedrag van 5.per jaar, behalve wanneer in de gemeente een centrale slachtplaats aan wezig is. De gemeente stelt in art. 11 de „Gekro" vrij van betaling van tol- en bruggelden en andere retributies in verband met het vervoer, voorzoover haar gebied betreft, dan wel verplicht zich, indien of voor zoover hiertegen practische bezwaren zijn, het door de „Gekro" uit dien hoofde be taalde te restitueeren. De „Gekro" zal uiterlijk drie maanden na 1 Juli 1938 met het afhalen aanvan gen. Deze overeenkomst wordt geacht te zijn ingegaan op 1 Juli 1938 en zal eindigen 30 Juni 1943. CONCERTZAAL EN CONCERTVEREENIGING. Vier concerten in het komende seizoen? Gisteravond hadden in de voorzaal van de Concert- en Gehoorzaal achtereenvol gens de vergaderingen plaats van de Ver eeniging tot in standhouding van de Con cert- en Gehoorzaal en die van de Concert- vereeniging. In de eerste vergadering bleek, dat als zij, die verleden jaar de kas der vereeniging steunden, dit ook nu weer in ongeveer de zelfde mate doen, evenals vorige jaar 350 voor het mooie doel zal kunnen worden uitgekeerd. In de tweede vergadering bleek, dat deze vereeniging haar ledental, 203 behield, dank zij de groote medewerking van een 10-tal dames die wisten te zorgen, dat als er le den afvielen er evenveel anderen voor in de plaats kwamen. Dit, de verhooging van de contributie en een zuinig beheer, met verlaging van zaalhuur en vleugelhuur, maakte, dat het goed slot steeg van 10 tot 118, wat gewenscht is om voor een minder goed jaar een reserve te hebben. Dit resultaat is bereikt, niettegenstaande aan de leden, die in Goes wonen vrij ver voer per autobus wordt verleend. Dit zou ook met Vlissingsche leden gebeuren, als een voldoend aantal daarvoor zich opgeeft. In de nog voortdurende vacaturq van den heer G. Alberts, werd in het bestuur geko zen jhr. mr. T. A. J. W. Schorer en herko zen werd de heer A. Loman. Gemeld kon worden dat als de huidige leden lid blijven en zich nog een aantal nieuwe aanmelden, vier concerten in het seizoen 19381939 zullen worden gegeven, waarvan een door het Lener kwartet. VEREENIGING TOT INSTANDHOUDEN VAN OUDE GEBOUWEN. Woensdagmiddag vergaderde de vereeni ging tot instandhouding van oude gebou wen in de Gouden Zon onder voorzitter schap van den heer W. Berdenis van Berle- kom. De secretaris, dr. W. S. Unger, bracht het jaarverslag over 1937 uit, waaraan het volgende is ontleend: Reeds lang had de verwaarloosde toestand, waarin het aardige trapgeveltje Pottenmarkt 12 zich bevond de aandacht getrokken van het bestuur en ook van andere belangstellenden. In samen werking met Nehalennia, die het herstel van het schilderwerk voor haar rekening heeft genomen, is op kosten der vereeniging het voornaamste voor herstel en behoud van dit uit den aanvang der 17e eeuw da teerend geveltje gedaan, en met voldoening mag het bestuur en ook de zustervereeni- ging hierop terug zien. Ook werd besloten, een niet onbelangrijke subsidie te verleenen aan Vreemdelingenverkeer voor het zeer noodzakelijk herstel van de haar toebe- hoorende belangrijke trapgevel aan de Markt 16. De financiering ervan zal op 1938 worden gebracht; doch nog in 1937 werd met het werk, waarbij Nehalennia ook steunend, optrad, een begin gemaakt. Ten slotte wordt vermeld, dat het Gemeentebe stuur in werkverschaffing het oude IJk- kantoor aan den Zuidsingel deed herstellen voor welk monument de vereeniging bij dit bestuur een goed woord had gedaan. Tot voldoening merkte het bestuur, dat de arbeid der vereeniging in het belang van het behoud van oud-Middelburg waardee ring ontmoet en het bericht, ontvangen in de eerste week van het nieuwe jaar, dat B. en W. op de begrooting voor 1939 een sub sidie voor de vereeniging zullen uittrekken geeft het bestuur een aansporing te meer om naar de mate zijner krachten voort te gaan op dezen weg. Het jaarverslag werd met dank aan dr. Unger goedgekeurd evenals zijn rekening, welke hij uitbracht als penningmeester. De aftredende bestuursleden, de heeren J. C. Blaupot ten Cate, mr. A. Meerkamp van Embden en dr. W. S. Unger werden herkozen. Art. 15 behelst tenslotte dat de „Ge kro" gerechtigd is om na de totstandko ming van een zelfstandig bedrijf in Zee land alle rechten en verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst over te dragen aan het aldaar te vestigen bedrijf. Tenslotte Een half jaar geleden verscheen in ons blad een bericht, waarvan we hier het slot nog eens herhalen; de naam van de be trokken Zeeuwsche gemeente laten we daarbij nu maar, vriendelijkheidshalve, achterwege: ,De marechaussee strekte haar on derzoek echter nog verder uit; nl. naar een paard, dat in Januari was afgekeurd en onder toezicht had moeten worden begra ven. Op aanwijzing van G. ging ze graven in een kleine weide even buiten het dorp. Daar werd inderdaad een kadaver gevon den. Maar alleen beenderen en wat vellen. Vleesch zat er niet meer op. Daar het de marechaussee zeer onwaarschijnlijk voor kwam, dat het afgekeurde dier reeds in 'n maand tijds op de beenderen na verteerd zou zijn, werd de justitie te Middelburg gewaarschuwd. Zoo kwamen gistermiddag voor een nader onderzoek o.a. de ambte naar van het O.M. bij het kantongerecht te Middelburg, de inspecteur van de volksge zondheid, de heer Stehouwer en het hoofd van den keuringskring Walcheren naar Omtrent het resultaat daarvan konden ons geen bijzonderheden worden verstrekt. Wel vernamen wij van den ambtenaar van het O.M., dat er zeer groo te aanleiding bestaat, om te veronderstel len, dat ondeugdelijk of althans afgekeurd vleesch in omloop i s gebracht. M.a.w. vermoedt dus de ju stitie, dat G. het vleesch van het in Januari afgekeurde paard in strijd met de wet is gaan verkoopen en dat hij inplaats van het geheele dier alleen het geraamte heeft be graven. Hoe hij dat heeft klaar gespeeld, wordt nader onderzocht. Vermoedelijk is de man heel gewiekst tewerk gegaan. De ambte- Uitvoerige discussies over de plan nen voor de nieuwe brug over de haven Conclusie: het besluit van 1936 was een wijs besluit. De Raad van Goes kwam Woensdag middag in vergadering bijeen, onder voor zitterschap vail burgemeester Van Dus- seldorp. De VOORZITTER opende de vergade ring met eenige dankbare woorden gewijd aan den jaardag van Z.K.H. Prins Bern hard. Bij de ingekomen stukken, is o.a. een schenking van den heer C. E. P. Lens hoek te Kloetinge, waarbij de VOORZIT TER zijn dank betuigt voor deze voor de geschiedenis van Goes waardevolle stuk ken. Moge ieder, die in zijn archief iets dergelijks vindt, dit voorbeeld volgen. Heti voorstel tot verlaging van den rentevoet enz., der voorschotten aan de bouwvereenigingen wordt z.h.s. aangeno men. Bij de goedkeuring van een begrootings- wijziging 1937 zegt de hr KLOOSTER MAN, dat hij tot zijn genoegen zag, dat de uitgetrokken 7000 voor het Gasthuis niet noodig was. Eenige andere begrootingswijzigingen worden zonder h.s. of discussie goedge keurd, evenals het voorstel tot het op nieuw vaststellen van de verordening pre cariorechten. Vervolgens is het voorstel aan de orde om de verordening op de straatpolitie aan te vullen met een bepaling waardoor het verboden zal zijn te verblijven in portie ken, op stoepen, enz. De hr REEDIJK vindt, dat het artikel eenige gevaren inhoudt. Als men bv. een oogenblik schuilt in een portiek of er verblijft, heeft de politie het recht den betreffende te verbaliseeren. De VOORZ. wijst er op, dat de politie- daarbij voldoende met de omstandigheden rekening zal houden. Het is heel iets an ders, of men even schuilt voor den re gen, of in een portiek olienootjes staat te pellen. De hr REEDIJK is door dit antwoord gerustgesteld. B. en W. stellen voor de verordening op de tapperijen aan te vullen met een be paling waardoor logementhouders ver plicht worden, eiken morgen een lijst met logeergasten in te leveren bij de po litie. Weth. DE ROO meent, dat de opgeleg de verplichtingen te omvangrijk zijn. Als hotelhouders e.d. alleen verplicht werden de „vreemdelingen" op te geven, dan zou het doel bereikt en aan de ministrieele aanschrijving voldaan zijn. Men schuift nu, omdat de „politie het werk niet aan kan, een beduidenden arbeid op de ho telhouders. Waarom moeten de bekende regelmatige gasten eiken dag opgegeven worden De VOORZ. zet uiteen, dat de inschrij ving in de nachtregisters niet al te se rieus wordt genomen. In verband met de vele vreemdelingen, die meer en meer door ons land trekken, is beter toezicht gewenscht. Vandaar het ministrieele schrijver en Ivt voorsta van P. en W. Het geeft den hotelhouders wat meer ar beid, eiken morgen een lijst der gasten in te leveren, maar spr. meent, dat ze daar des morgens wel evea tijc' voor kunnen vinden. De hr. VERMAIRE deelt mede, dat vele „logeergasten", die hier verblijven, toch onder een valschen naam inschrijven. Dit omdat ze vaak nog iets met de politie te vereffenen hebben. De hr. DE ROO handhaaft zijn stand punt. Weth. VAN MELLE merkt op, dat alle neringdoenden met veel administratief werk belast worden. De hr. VAN DER DOES vraagt of, wat B. en W. willen, ook elders verordend is. De VOORZ. antwoordt toestemmend. In de meeste plaatsen is het zoo. De hr. VISSCHER wijst er op, dat het toezicht in deze aan de politie opge- naar van het O.M., verzekerde ons echter, dat de betrokken vee- en vleesehkeurings- dienst nauwkeurig en juist moet zijn opge treden" Tot zoover dit bericht, dat slechts als voorbeeld, en dan als slecht voorbeeld, wordt aangehaald. Als de daartoe bekwame deskundigen vee afkeuren voor menschelijke etenswaar, en een eigenaar of slager van zoo'n stuk vee gaat dat afgekeurde vleesch uit laag hartig winstbejag toch zijnen medemen- schen verkoopen, dan bedrijft hij daarmede een misdaad tegen de menschelijke samen leving, die aanzienlijk zwaarder is dan de man zelf zal bevroeden. Het kén, het zal een enkele maal goed gaan maar dat is dan blind geluk. Gaat het niet goed, dan draagt de man die dit slechte vleesch ver kocht op z'n minst de schuld aan den dood van zijn medemenschen. Dit is wel het ergste. Maar zelfs wanneer men zich braaf aan de wettelijke voor schriften houdt, dan nóg is de toestand maar zoo-zoo. Of het drenken van het te begraven kadaver met petroleum of car- bolineum wel altijd deugdelijk geschiedt? En, zoo ja, hoe diep werkt dit door? Hoe veel moeite geeft men zich om zoo'n kada ver behoorlijk diep te begraven? En wat dan nogzoo'n privé koeien-kerkhofje vlak bij je erf is toch nooit erg frisch, met ratten en katten en honden en kinderen en wat niet al Neen: gestorven en afgekeurd vee en vleesch is geen „zuiver spul"; het behoort deugdelijk en afdoende uit onze samenle ving verwijderd te worden. Dat kan, en dat moet volgens de wet, geschieden. Het is daarom een volksbelang, dat de overeenkomst met de „Gekro" zoo spoedig mogelijk tot stand komt, en dat dit bedrijf een vlotte medewerking van alle kanten moge ondervinden om zijn goeden arbeid tot voordeel van beide partijen te kunnen verrichten.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5