Zeeland en GEKRO
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCULE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 30 JUNI 1938. No. 151.
Van kadaver tot vet en voer.
HET VEERTIGJARIG REGEERINGS
JUBILEUM VAN H.M. DE KONINGIN.
MIDDELBURG.
RAAD VAN GOES.
Hongarije en het Derde Rijk
Sinds Oostenrijk bij Duitschland is inge
lijfd, heeft men een eigenaardige, maar
zeer verklaarbare verscherping der poli
tieke activiteiten in Hongarije kunnen waar
nemen. Hongarije is thans een buurstaat
van het groote Duitsche Rijk geworden en
dientengevolge nog veel meer dan voor
heen geïnteresseerd geraakt bij de buiten-
landsche politiek, welke de nat. soc. regee
ring te Berlijn uitoefent.
Tot aan zekere grenzen loopen de poli
tieke belangen van Hongarije en Duitsch
land parallel. De Magyarenstaat heeft zwaar
geleden onder- de verminking, die hij bij het
verdrag van Trianon heeft moeten onder
gaan en dus van den beginne af aan ge
tracht, zich uit zijn vernedering omhoog
te werken. Dit kon echter niet geschieden
zonder hulp van buiten en met graagte
is dan ook de reddende hand aangegrepen,
welke Hongarije uit zijn isolement verloste.
Dat die hand aanvankeüjk bij Italië, een
der vijanden in den wereldoorlog, behoorde,
deed minder ter zake. Daarnaast was er
echter ook een tamelijk sterke Duitsche
strooming, omdat velen bij een weer tot
macht gekomen Duitschland den besten
steun hoopten te vinden in den strijd voor
revisie der verdragsbepalingen, waardoor
groote deelen des lands aan de z.g. erfsta-
ten waren overgegaan. Alvorens de as Ro
meBerlijn tot stand kwam, bevond de
regeering te Boedapest zich dikwijls in een
lastig parket, daar zij geen harer vrienden
voor het hoofd wilde stooten en de belan
gen dezer twee nog wel eens tegen elkaar
indruischten. Nadien scheen de in gemeen
schappelijk overleg vastgestelde staatkun
de der beide groote autoritaire mogendhe
den de zaken wel vereenvoudigd te hebben.
Echterde Anschluss kwam de politieke
aspecten weer totaal veranderen. Vooral het
feit, dat er thans een gemeenschappelijke
grens met Duitschland is, baart den Hon-
gaarschen machthebbers zorgen; misschien
nog méér dan het automatisch vervallen
der economische en politieke consequenties,
uit de protocollen van Rome, indertijd tus-
schen Italië, Hongarije en Oostenrijk geslo
ten, voortvloeiend.
Wat die grensgemeenschap wil zeggen,
beseft de regeering te Boedapest ten volle.
Imredy, die Daranyi als minister-president
is opgevolgd, gaf aanstonds na zijn infunc
tietreding te kennen, dat het kabinet een
feilen strijd zou voeren tegen alle uiterst-
rechtsche en uiterst-linksche elementen;
elke den Staat ondermijnende propaganda
zou verboden zijn. Het leed geen twijfel,
of de premier doelde met deze mededee-
ling vooral op de zeer uitgebreide nationaal-
socialistische propaganda. In April ver
scheen een boodschap van den rijksbestuur
der, admiraal Horthy, waarin hij verklaar
de, dat hij geen toepassing der revolution-
naire methoden zou dulden. Hij gaf zich re
kenschap van de gevaren, verbonden aan de
actie der nationaal-soeialisten, onder lei
ding van den ex-majoor Szalassy, een actie,
welke geheel op Duitschen leest is ge
schoeid en zich de verwezenlijking derzelfde
politieke idealen ten doel stelt als de be
weging in Duitschland zelf. Allereerst wordt
geageerd tegen de Joden, wier bezittingen
men wil verdeelen tusschen de boeren en
de arbeiders, maar voorts ook tegen de
grootgrondbezitters, die te allen tijde zoo'n
voorname rol in Hongarije hebben gespeeld.
De nazi-agitatie daar te lande vertoont veel
gelijkenis met de actie der IJzeren Garde
in Roemenië, waaraan kort geleden voor-
loopig de kop werd ingedrukt. Te Boeka
rest schijnt men thans den toestand mees
ter, doch te Boedapest, met het Duitsche
rijk als grooten buurman, verheelt men zich
geenszins, dat het niet gemakkelijk zal we
zen, baas in eigen huis te blijven
Toch wil Imredy dit beproeven. In een
dezer dagen te Debreczin gehouden rede
heeft hij er geen doekjes om gewonden,
dat de nationaal-socialistische factor sto
rend werkt op den regeeringsarbeid en het
beheer der staatszaken. Zijn kwalificaties
waren niet malsch, want de minister-pre
sident sprak van valsche profeten, die zich
IV.
(Slot.)
Het contract.
Aan de model-Overeenkomst met de
N.V. „Gekro" ontleenen wij nog enkele
van algemeen belang zijnde bepalingen.
In art. 1 verbindt de „Gekro" zich te
genover de gemeente tot het opruimen
en onbruikbaar maken voor voedsel voor
mensch en dier op de wettelijk voorge
schreven wjjze van alle kadavers en af-
valdeelen van slachtdieren, zoomede on
deugdelijke vleeschwaren, voorzoover een
en ander door den gemeentelijken keu
ringsdienst is afgekeurd of krachtens de
Vleeschkeuringswet onbruikbaar moet
worden gemaakt.
Art. 3 behelst, dat het vervoer van de
kadavers en afvaldeelen naar de fabriek
door de zorg en op kosten van de „Gekro"
zal geschieden in vervoermiddelen, inge
richt volgens de daaraan door de bevoeg
de Regeeringsautoriiteit gestelde of te
stellen eischen.
Volgens art. 4 worden alle kadavers
zoo spoedig mogelijk, doch uiter-
lijk 48 uren nadat de
„Gekro" bericht zal heb
ben ontvangen, weggehaald.
Afvaldeelen, andere dan de in art. 4, sub
3, der Vleeschkeuringswet bedoelde, wel
ke ter plaatse worden afge
haald, worden bij iedere slager afgehaald
op nader overeen te komen tijden in ver
band met den plaatselijken toestand, be
halve wanneer in de gemeente een cen
trale slachtplaats aanwezig is. Indien af
valdeelen gehaald worden, moeten deze
van mest zijn ontdaan, behalve voor af
valdeelen, afkomstig van dieren, vallen
de onder de Veewet. (Dit is een nieuwig
heid: in andere contracten is centralisatie
voorgeschreven, doch hier haalt de „Ge
kro" voor een minimale vergoeding den
bedienden van een vocabulaire, afkomstig
uit een vreemde taal en waarvan zoo
doende de eigenlijke strekking onduidelijk
bleef. Deze valsche profeten zal de premier
te lijf gaan en hij hoopt daarbij het gros
der natie achter zich te vinden. Maar an
derzijds is Hongarije, reeds tengevolge zijner
geografische ligging, wel genoodzaakt, op
goeden voet met Duitschland te blijven, zoo
dat al dadelijk bij de onlangs voltrokken
reconstructie van de regeering het voort
bestaan der vriendschappelijke betrekkin
gen BoedapestBerlijn met nadruk in het
licht is gesteld. Generaal Keitel, chef van
het oppercommando der Duitsche weer
macht, werd derhalve met veel onderschei
ding in de Magyaarsche hoofdstad ontvan
gen. Dit neemt niet weg, dat de Hongaren
ook thans weer, maar in andere richting,
uitzien naar de mogelijkheid, om eigen po
sitie te verstevigen, opdat zij straks niet in
't gedrang zullen raken. En merkwaardi
gerwijze richten zij nu den blik naar de
landen der Kleine Entente, die zich inder
tijd plechtig hebben verbonden, elkaar het
ten koste van Hongarije verworven bezit
te zullen waarborgenAchter die Kleine
Entente staan, zij 't niet officieel, natuur
lijk de Westersche groote mogendheden. In
dit verband is het niet van belang ontbloot,
dat de vroegere Hongaarsche minister van
financiën, nu directeur van de Hongaar'
sche Credietbank, Fabanyi, binnenkort te
Londen wordt verwacht. Engeland grijpt
blijkbaar andermaal naar het beproefde
middel der credieten, om zijn invloed in
Midden- en Oost-Europa krachtiger te doen
gelden.
De nationale viering in de hoofd
stad.
Het gaat vlot met de voorbereiding van
de nationale viermg van het veertigjarig
regeeringsjubileum van H. M. de Koningin
in Amsterdam, en uit de mededeelingen,
die de secretaris van het uitvoerend comité
der huldigingscommissie 1938, de heer Vat-
tier Craane, gisteren in een persconferentie
heeft gedaan, blijkt, dat men in de eer
ste helft van September in de hoofdstad een
feestweek zal krijgen, die zoowel alle lagen
der bevolking als den vreemdelingen en be
zoekers van buiten, die men mag verwach
ten, elk wat wils zal bieden.
Van den feestelijken intocht der ko
ninklijke familie op Maandag 5 September
des middags te half drie. aan het Haarlem
mermeerstation zijn de meeste bijzonderhe
den reeds bekend, evenals van den offici-
eelen gedenkdag op Dinsdag 6 September,
die zijn hoogtepunt heeft in de in samen
werking met de regeering georganiseerde
nationale gedachtenisviering in de nieuwe
kerk, waar de minister-president dr. H. Co-
lijn het woord zal voeren. Aan het pro
gramma van deze viering is nog toegevoegd
een koraal voor koor uit cantate 192 van
Joh. Seb. Bach en een koraal voor sopraan
en strijkorkest uit Cantate 51 van Bach:
„Jauchzet Gott in allen Landen" terwijl te
vens door de Eerste en de Tweede Kamer
der Staten Generaal adressen aan H. M. de
Koningin zullen worden aangeboden.
Het feestprogram zal voorts worden uit
gebreid met een tweedaagsch luchtvaart
feest op Schiphol, georganiseerd door de K.
L.M. met medewerking van de militaire
luchtvaartafdeeling te Soesterberg, den ma-
rinevliegdienst te Den Helder, e.a. Een
stervlucht naar Amsterdam zal een belang
rijk onderdeel van dit luchtvaartfeest vor
men.
Des avonds te negen uur zal de Neder-
landsche jeugd de Koningin huldigen op
speciale wijze, waaromtrent tegen het ein
de dezer week nadere mededeelingen wor
den gedaan..
Het programma van Vrijdag 9 Septem
ber heeft als belangrijkste gebeurtenis de
eere-promotie van H. M. de Koningin tot
doctor in de economische wetenschappen
aan de gemeente-universiteit te Amster
dam.
rommel bij de slagers thuis af. Red.)
De gemeente is volgens art. 5 verplicht
onmiddellijk, in elk geval op den dag van
afkeuring, telegrafisch of telefonisch aan
de „Gekro" bericht te zenden, dat een
kadaver moet worden afgehaald.
De „Gekro" verplicht art. 6 het kada
ver te doen afhalen van de plaats, waar
het zich bevindt.
De gemeente neemt zoodanige maatre
gelen, dat, indien het kadaver zich be
vindt op een plaats, welke met het ver
voermiddel, waarmede het vervoer moet
plaats hebben, niet te bereiken is, het ka
daver naar een plaats vervoerd wordt,
waar het vervoermiddel kan komen.
De gemeente wordt geacht te hebben
voldaan aan de verplichting, in het vo
rige lid bedoeld, indien zij bij verordening
het vervoer der kadavers naar den har
den weg heeft voorgeschreven.
De gemeente zal echter zooveel moge
lijk bevorderen, dat de kadavers en af
vallen worden ingeleverd op de nood-
slachtplaats of in het kadaverhuisje.
Art. 8 behelst, dat de gemeente maat
regelen neemt dat de eigenaar van een
afgekeurd slachtdier, die de huid voor
zich wenscht te behouden (voorzoover dit
wettelijk geoorloofd zal zijn) verplicht is
zorg te dragen, dat het kadaver onmiddel
lijk van de huid wordt ontdaan.
Wordt het kadaver ongevild vervoerd,
dan wordt door de „Gekro" voor de hui
den, voorzoover deze niet mee vernietigd
moeten worden (varkenshuiden, nuchtere
geiten- en lamsvellen zijn hierbij uitge
zonderd) een vergoeding
betaald, o, vereenkomend
met 2/3 van de netto-op
brengst der huiden, bij de
Amsterdamsche Huidenclub. Deze vergoe
ding wordt zoo spoedig mogelijk aan be
langhebbenden overgemaakt. [Naar wij
vernamen zijn de prijzen dezer huiden aan
groote schommelingen onderhevig. Een
beste paardehuid brengt nu 6.507.50
op; een koehuid 4.505; deze bedra
gen zijn veel hooger geweest. Red.]
Zaterdagmiddag vindt in het stadion de
groote zanguitvoering plaats, die door de
koninklijke familie zal worden bijgewoond
en die zal worden gevolgd door een groot
ballet onder leiding van Yvonne Georgi,
dat zal eindigen in een verrassende apothe-
se.
Met medewerking van de bij het centraal
comité van oranje- en nationaleorganisatie
wordt onder de auspiciën van de huldi
gingscommissie 1938 in het stadion een
historische optocht geformeerd, welke na
een défilé voor H. M. de Koningin door de
stad zal trekken.
De eerste groep achter de herauten die
den stoet openen, zal voorstellen Gijsbrecht
van Aemstel en Badeloch, omgeven door
ridders, dienaren, bisschoppen, nonen enz.
Hierachter volgen Floris V en Beatrix, om
geven door een vroolijke jachtstoet met
valkeniers, edelvrouwen, honden enz. In
kleurige en rijk aangekleede groepen, die
bij de hoofdfiguren passen, volgen dan kei
zer Karei V met zijn hof, Willem de Zwij
ger, Prins Maurits en Willem Lodewijk,
Frederik Hendrik en Amalia van Solms,
Willem II en Maria Stuart, de vroedschap
van Amsterdam, een vendelschutterij, vier
praalwagens, den gouden eeuw voorstellen
de, Willem III en Willem IV en Anna van
.Hannover, Willem V en Wilhelmina, een
vendel Amsterdamsche schutterij uit die
dagen, en de generale staf van het Neder-
landsche leger tijdens den tiendaagschen
veldtocht onder leiding van Koning Willem
I, den nog troonopvolger zijnden lateren
koning Willem II, en koning Willem III als
veertienjarigen knaap.
Het tweede gedeelte van den optocht
geeft een beeld van de ontwikkeling van
handel, nijverheid en industrie in Neder
land en koloniën.
Aan het programma van de feestviering
zal tenslotte nog worden toegevoegd een
rijtoer, die de Koningin op Zondagmiddag
11 September te 2 uur door de stad zal ma
ken.
KERSEN VOOR PRINS BERNHARD.
Bij den aanvang van de gisteren gehou
den vergadering van den gemeenteraad van
Maurik werd op voorstel van burgemeester
C. Kamp besloten het volgende schrijven te
verzenden aan Prins Bernhard:
„De Raad der gemeente Maurik, in ver
gadering bijeen biedt U zijn hartelijke ge-
lukwenschen aan, en voegt daaraan tevens
toe een proeve der algemeen bekende Be-
iuwsche meikersen".
De kersen zijn tijdens de vergadering
door twee volontairs ter gemeentesecreta
rie ten paleize Soestdijk overhandigd.
INVOERING GEZINS-
PERSOONSKAARTENSTELSEL.
De minister van binnenlandsche zaken
iieeft aan de gemeentetoesturen een cir
culaire gericht betreffende de invoering
van het gezinspersoonskaartenstelsel.
De minister deelt in deze circulaire me
de, dat de regeering besloten heeft, met
het oog op een mogelijke vereenvoudiging
van de a.s. twaalfde algemeene tienjaar-
ljjksche volkstelling, nog in den loop van
dit jaar ever te gaan rot algemeene invoe
ring van het gezinspersoonskaartenstelsel.
De invoering, welke op een nader te be
palen tijdstip in 1938 aal aanvangen, zai
in alle gemeenten beëindigd moeten zijn
vóór 1 Januari 1940.
Het ligt in het voornemen der regeering
aan de Staten-Generaal de noodige gelden
aan te vragen ter tegemoetkoming in de
kosten van algemeene invoering van het
g.p.k.-stelsel. Deze tegemoetkoming zal
eventueel bestaan in kostelooze verstrek
king van de benoodigde persoonskaarten,
e.q. vergoeding op den voet van den
thans geldenden kostprijs dier kaarten aan
de gemeenten welke reeds een persoons
register voor rekening dier gemeenten
hebben ingevoerd. Voorts is overwogen een
tegemoetkoming te verleenen in de kos
ten van overschrijving en van berging,
waarbij eveneens rekening zal worden ge
houden met de belangen van de genieenten
welke reeds uitgaven terzake hebben ge
daan.
Ieder ongevild kadaver, zooals in dit
artikel bedoeld, wordt ter plaatse waar
het wordt afgehaald, voorzien van een
contrölenumer hetwelk door; den dienst
der „Gekro" bij afhaling wordt aange
bracht op de huid. Indien gewenscht, kan
door belanghebbenden overlegging wor
den verzocht van de inleveringsbon der
huiden, welke betrekking heeft op dit
contrölenummer.
De „Gekro" verleent in art. 9 aan het
Bestuur der afdeeling Zeeland van de
Vereeniging van Nederlandsche Gemeen
ten het recht om een vertegenwoordiger
aan te wijzen, teneinde toezicht te houden
op de richtige naleving van deze over
eenkomst.
Art. 10 behandelt de kosten. Door de
gemeente wordt aan de „Gekro" uitge
keerd, ingaande op den dag van den aan
vang van den dienst, een bedrag van
0.02 per inwoner en 0.02 per ha per
jaar, met dien verstande, dan indien het
inwonertal plus het ha-cijfer der gemeente
meer bedraagt of zal bedragen dan 2000,
een minimum betaling van 100,— per
jaar zal worden vastgesteld, terwijl als
jaarlijksche bijdrage een bedrag van 400
niet mag worden overschreden.
Verder is door de gemeente aan de „Ge
kro" voor iedere slagerij, in de gemeen
te gevestigd, verschuldigd een bedrag van
5.per jaar, behalve wanneer in de
gemeente een centrale slachtplaats aan
wezig is.
De gemeente stelt in art. 11 de „Gekro"
vrij van betaling van tol- en bruggelden
en andere retributies in verband met het
vervoer, voorzoover haar gebied betreft,
dan wel verplicht zich, indien of voor
zoover hiertegen practische bezwaren zijn,
het door de „Gekro" uit dien hoofde be
taalde te restitueeren.
De „Gekro" zal uiterlijk drie maanden
na 1 Juli 1938 met het afhalen aanvan
gen.
Deze overeenkomst wordt geacht te zijn
ingegaan op 1 Juli 1938 en zal eindigen
30 Juni 1943.
CONCERTZAAL EN
CONCERTVEREENIGING.
Vier concerten in het komende
seizoen?
Gisteravond hadden in de voorzaal van
de Concert- en Gehoorzaal achtereenvol
gens de vergaderingen plaats van de Ver
eeniging tot in standhouding van de Con
cert- en Gehoorzaal en die van de Concert-
vereeniging.
In de eerste vergadering bleek, dat als
zij, die verleden jaar de kas der vereeniging
steunden, dit ook nu weer in ongeveer de
zelfde mate doen, evenals vorige jaar 350
voor het mooie doel zal kunnen worden
uitgekeerd.
In de tweede vergadering bleek, dat deze
vereeniging haar ledental, 203 behield, dank
zij de groote medewerking van een 10-tal
dames die wisten te zorgen, dat als er le
den afvielen er evenveel anderen voor in
de plaats kwamen. Dit, de verhooging van
de contributie en een zuinig beheer, met
verlaging van zaalhuur en vleugelhuur,
maakte, dat het goed slot steeg van 10
tot 118, wat gewenscht is om voor een
minder goed jaar een reserve te hebben.
Dit resultaat is bereikt, niettegenstaande
aan de leden, die in Goes wonen vrij ver
voer per autobus wordt verleend. Dit zou
ook met Vlissingsche leden gebeuren, als
een voldoend aantal daarvoor zich opgeeft.
In de nog voortdurende vacaturq van den
heer G. Alberts, werd in het bestuur geko
zen jhr. mr. T. A. J. W. Schorer en herko
zen werd de heer A. Loman.
Gemeld kon worden dat als de huidige
leden lid blijven en zich nog een aantal
nieuwe aanmelden, vier concerten in het
seizoen 19381939 zullen worden gegeven,
waarvan een door het Lener kwartet.
VEREENIGING TOT INSTANDHOUDEN
VAN OUDE GEBOUWEN.
Woensdagmiddag vergaderde de vereeni
ging tot instandhouding van oude gebou
wen in de Gouden Zon onder voorzitter
schap van den heer W. Berdenis van Berle-
kom. De secretaris, dr. W. S. Unger, bracht
het jaarverslag over 1937 uit, waaraan het
volgende is ontleend: Reeds lang had de
verwaarloosde toestand, waarin het aardige
trapgeveltje Pottenmarkt 12 zich bevond
de aandacht getrokken van het bestuur en
ook van andere belangstellenden. In samen
werking met Nehalennia, die het herstel
van het schilderwerk voor haar rekening
heeft genomen, is op kosten der vereeniging
het voornaamste voor herstel en behoud
van dit uit den aanvang der 17e eeuw da
teerend geveltje gedaan, en met voldoening
mag het bestuur en ook de zustervereeni-
ging hierop terug zien. Ook werd besloten,
een niet onbelangrijke subsidie te verleenen
aan Vreemdelingenverkeer voor het zeer
noodzakelijk herstel van de haar toebe-
hoorende belangrijke trapgevel aan de
Markt 16. De financiering ervan zal op 1938
worden gebracht; doch nog in 1937 werd
met het werk, waarbij Nehalennia ook
steunend, optrad, een begin gemaakt. Ten
slotte wordt vermeld, dat het Gemeentebe
stuur in werkverschaffing het oude IJk-
kantoor aan den Zuidsingel deed herstellen
voor welk monument de vereeniging bij dit
bestuur een goed woord had gedaan.
Tot voldoening merkte het bestuur, dat de
arbeid der vereeniging in het belang van
het behoud van oud-Middelburg waardee
ring ontmoet en het bericht, ontvangen in
de eerste week van het nieuwe jaar, dat B.
en W. op de begrooting voor 1939 een sub
sidie voor de vereeniging zullen uittrekken
geeft het bestuur een aansporing te meer
om naar de mate zijner krachten voort te
gaan op dezen weg.
Het jaarverslag werd met dank aan dr.
Unger goedgekeurd evenals zijn rekening,
welke hij uitbracht als penningmeester.
De aftredende bestuursleden, de heeren
J. C. Blaupot ten Cate, mr. A. Meerkamp
van Embden en dr. W. S. Unger werden
herkozen.
Art. 15 behelst tenslotte dat de „Ge
kro" gerechtigd is om na de totstandko
ming van een zelfstandig bedrijf in Zee
land alle rechten en verplichtingen uit
hoofde van deze overeenkomst over te
dragen aan het aldaar te vestigen bedrijf.
Tenslotte
Een half jaar geleden verscheen in ons
blad een bericht, waarvan we hier het slot
nog eens herhalen; de naam van de be
trokken Zeeuwsche gemeente laten we
daarbij nu maar, vriendelijkheidshalve,
achterwege:
,De marechaussee strekte haar on
derzoek echter nog verder uit; nl. naar een
paard, dat in Januari was afgekeurd en
onder toezicht had moeten worden begra
ven. Op aanwijzing van G. ging ze graven
in een kleine weide even buiten het dorp.
Daar werd inderdaad een kadaver gevon
den. Maar alleen beenderen en wat vellen.
Vleesch zat er niet meer op. Daar het de
marechaussee zeer onwaarschijnlijk voor
kwam, dat het afgekeurde dier reeds in 'n
maand tijds op de beenderen na verteerd
zou zijn, werd de justitie te Middelburg
gewaarschuwd. Zoo kwamen gistermiddag
voor een nader onderzoek o.a. de ambte
naar van het O.M. bij het kantongerecht te
Middelburg, de inspecteur van de volksge
zondheid, de heer Stehouwer en het hoofd
van den keuringskring Walcheren naar
Omtrent het resultaat daarvan
konden ons geen bijzonderheden worden
verstrekt. Wel vernamen wij van den
ambtenaar van het O.M., dat er zeer groo
te aanleiding bestaat, om te veronderstel
len, dat ondeugdelijk of althans
afgekeurd vleesch in omloop i s
gebracht. M.a.w. vermoedt dus de ju
stitie, dat G. het vleesch van het in Januari
afgekeurde paard in strijd met de wet is
gaan verkoopen en dat hij inplaats van het
geheele dier alleen het geraamte heeft be
graven.
Hoe hij dat heeft klaar gespeeld, wordt
nader onderzocht. Vermoedelijk is de man
heel gewiekst tewerk gegaan. De ambte-
Uitvoerige discussies over de plan
nen voor de nieuwe brug over
de haven Conclusie: het besluit
van 1936 was een wijs besluit.
De Raad van Goes kwam Woensdag
middag in vergadering bijeen, onder voor
zitterschap vail burgemeester Van Dus-
seldorp.
De VOORZITTER opende de vergade
ring met eenige dankbare woorden gewijd
aan den jaardag van Z.K.H. Prins Bern
hard.
Bij de ingekomen stukken, is o.a. een
schenking van den heer C. E. P. Lens
hoek te Kloetinge, waarbij de VOORZIT
TER zijn dank betuigt voor deze voor de
geschiedenis van Goes waardevolle stuk
ken. Moge ieder, die in zijn archief iets
dergelijks vindt, dit voorbeeld volgen.
Heti voorstel tot verlaging van den
rentevoet enz., der voorschotten aan de
bouwvereenigingen wordt z.h.s. aangeno
men.
Bij de goedkeuring van een begrootings-
wijziging 1937 zegt de hr KLOOSTER
MAN, dat hij tot zijn genoegen zag, dat
de uitgetrokken 7000 voor het Gasthuis
niet noodig was.
Eenige andere begrootingswijzigingen
worden zonder h.s. of discussie goedge
keurd, evenals het voorstel tot het op
nieuw vaststellen van de verordening pre
cariorechten.
Vervolgens is het voorstel aan de orde
om de verordening op de straatpolitie aan
te vullen met een bepaling waardoor het
verboden zal zijn te verblijven in portie
ken, op stoepen, enz.
De hr REEDIJK vindt, dat het artikel
eenige gevaren inhoudt. Als men bv. een
oogenblik schuilt in een portiek of er
verblijft, heeft de politie het recht den
betreffende te verbaliseeren.
De VOORZ. wijst er op, dat de politie-
daarbij voldoende met de omstandigheden
rekening zal houden. Het is heel iets an
ders, of men even schuilt voor den re
gen, of in een portiek olienootjes staat
te pellen.
De hr REEDIJK is door dit antwoord
gerustgesteld.
B. en W. stellen voor de verordening op
de tapperijen aan te vullen met een be
paling waardoor logementhouders ver
plicht worden, eiken morgen een lijst
met logeergasten in te leveren bij de po
litie.
Weth. DE ROO meent, dat de opgeleg
de verplichtingen te omvangrijk zijn. Als
hotelhouders e.d. alleen verplicht werden
de „vreemdelingen" op te geven, dan zou
het doel bereikt en aan de ministrieele
aanschrijving voldaan zijn. Men schuift
nu, omdat de „politie het werk niet aan
kan, een beduidenden arbeid op de ho
telhouders. Waarom moeten de bekende
regelmatige gasten eiken dag opgegeven
worden
De VOORZ. zet uiteen, dat de inschrij
ving in de nachtregisters niet al te se
rieus wordt genomen. In verband met de
vele vreemdelingen, die meer en meer
door ons land trekken, is beter toezicht
gewenscht. Vandaar het ministrieele
schrijver en Ivt voorsta van P. en W.
Het geeft den hotelhouders wat meer ar
beid, eiken morgen een lijst der gasten
in te leveren, maar spr. meent, dat ze
daar des morgens wel evea tijc' voor
kunnen vinden.
De hr. VERMAIRE deelt mede, dat
vele „logeergasten", die hier verblijven,
toch onder een valschen naam inschrijven.
Dit omdat ze vaak nog iets met de politie
te vereffenen hebben.
De hr. DE ROO handhaaft zijn stand
punt.
Weth. VAN MELLE merkt op, dat
alle neringdoenden met veel administratief
werk belast worden.
De hr. VAN DER DOES vraagt of,
wat B. en W. willen, ook elders verordend
is.
De VOORZ. antwoordt toestemmend.
In de meeste plaatsen is het zoo.
De hr. VISSCHER wijst er op, dat
het toezicht in deze aan de politie opge-
naar van het O.M., verzekerde ons echter,
dat de betrokken vee- en vleesehkeurings-
dienst nauwkeurig en juist moet zijn opge
treden"
Tot zoover dit bericht, dat slechts als
voorbeeld, en dan als slecht voorbeeld,
wordt aangehaald.
Als de daartoe bekwame deskundigen
vee afkeuren voor menschelijke etenswaar,
en een eigenaar of slager van zoo'n stuk
vee gaat dat afgekeurde vleesch uit laag
hartig winstbejag toch zijnen medemen-
schen verkoopen, dan bedrijft hij daarmede
een misdaad tegen de menschelijke samen
leving, die aanzienlijk zwaarder is dan de
man zelf zal bevroeden. Het kén, het zal
een enkele maal goed gaan maar dat is
dan blind geluk. Gaat het niet goed, dan
draagt de man die dit slechte vleesch ver
kocht op z'n minst de schuld aan den dood
van zijn medemenschen.
Dit is wel het ergste. Maar zelfs wanneer
men zich braaf aan de wettelijke voor
schriften houdt, dan nóg is de toestand
maar zoo-zoo. Of het drenken van het te
begraven kadaver met petroleum of car-
bolineum wel altijd deugdelijk geschiedt?
En, zoo ja, hoe diep werkt dit door? Hoe
veel moeite geeft men zich om zoo'n kada
ver behoorlijk diep te begraven? En wat
dan nogzoo'n privé koeien-kerkhofje
vlak bij je erf is toch nooit erg frisch, met
ratten en katten en honden en kinderen en
wat niet al
Neen: gestorven en afgekeurd vee en
vleesch is geen „zuiver spul"; het behoort
deugdelijk en afdoende uit onze samenle
ving verwijderd te worden.
Dat kan, en dat moet volgens de wet,
geschieden.
Het is daarom een volksbelang, dat de
overeenkomst met de „Gekro" zoo spoedig
mogelijk tot stand komt, en dat dit bedrijf
een vlotte medewerking van alle kanten
moge ondervinden om zijn goeden arbeid
tot voordeel van beide partijen te kunnen
verrichten.