A ZEELAND. Zeeland en GEKRO KRONIEK van den DAG. IIEEMYF f90.- fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCULE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 29 JUNI 1938. No. 150. ZUIDBEVELAND STOFZUIGER met den beroem den S.K.A. motor één model één prijs M. J. v. d. BERGE, L. J. v. 't WESTENDE, 50 JAAR DVNLOP Goed, beter, nog beter, weer beter. en dan ieder jaar nog weer beter, sterker, sneller, veiligerdat is in 't kort de geschiedenis van de Dunlop Band sinds 1888. Dat verklaart tevens, waarom Dunlop steeds aan de spits is gebleven en daaruit kunt U afleiden, hoe goed de nieuwste Dunlop is, de Fort, met zijn 2000 tanden, die zich zelfs aan het gladste wegdek Vast bijten en Uw veiligheid verzekeren! X De band met 2000 tanden! Van kadaver tot vet en voer, in. ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D. Duitschland's doeleinden. De berichten, die den laatsten tijd over de economische en financieele situatie in het Derde Rijk verschijnen, loopen als steeds ver uiteen: naar gelang van hun herkomst. Slechts in een opzicht vertoonen ze over eenstemming: in regeeringskringen te Ber lijn zou bezorgdheid heerschen over de ge volgen van het nu sinds enkele jaren toege paste autarkische systeem. Onze Berlijnsche correspondent meldde ons hieromtrent zelfs het volgende: „Eén der allerhoogste functionarissen in het Derde Rijk zei dezer dagen in kleinen, intlemen kring en in mijn aanwezigheid, dat de Duitsche regeering er van overtuigd is, dat het heele autarkische gedoe een hope- looze onzin is en dat milliarden worden weg geworpen door het streven van steeds meer staten, zich op het gebied der grondstoffen /an elkaar onafhankelijk te maken, terwijl het toch zooveel juister geweest ware, een internationale overeenkomst tot verdeeling der grondstoffen te sluiten. Deze zeer hooge functionarissen verklapte ons ook, dat de Duitsche regeering heden nog een beper king der onzinnige bewapeningen van harte zou toejuichen en dagelijks bereid is terug te komen op Hitler s herhaalde voorstellen den oorlog uit de lucht met het bommen werpen op de non-combattanten te verbie den en eveneens andere excessen en inbreu ken op het internationale volkenrecht door radicale maatregelen onmogelijk te maken. Het heeft zin in dit verband weer eens de aandacht te vestigen op den beweerden oorlogszucht van het nat.-soc. Duitschland. Men weet, dat wij het Derde Rijk niet be schouwen als een brandpunt van oorlogs gevaar in dien zin, dat het er bewust naar streeft met geweld zijn politieke doeleinden te verwezenlijken. Het Duitsche Rijk is wellicht, naast de traditioneel vrede lievende kleinere staten, de mogendheid, die een oorlog minder dan ooit gebruiken kan. De z.g. annexatie van Oostenrijk en de drei gende houding van Berlijn wat betreft het lot van Duitsche groepen in andere staten zijn geen bewijzen van het tegendeel, ook al hebben deze feiten en verschijnselen den schijn tegen zich. Het is inderdaad voor de hand liggend van een overrompeling van den Oostenrijkschen Staat te blijven spre ken. De Staat Oostenrijk is inderdaad overrompeld, maar met toestemming van de meerderheid der Oostenrijksche staats burgers. Dat wordt bewust of onbewust al te vaak over het hoofd gezien. De regeering in Berlijn heeft op buiten- landsch-politiek gebied 't volgende pro gramma: 1. Volledige liquidatie van de vredesver dragen. 2. Herstel van het Rijk als gelijkgerech tigde groote mogendheid. 3. Herstel van het koloniaal bezit. 4. Samensmelting van alle Duitsche volks groepen in Europa in één Groot-Duitsch Rijk. Zy wenscht deze doeleinden te bereiken langs vredelievenden weg, ai dadelijk, om dat een oorlog de groote plannen tot bin nenlandschen wederopbouw volkomen te niet zou doen, bovendien de vernietiging van het nationaal-socialistiseh régime zou beteekenen en tenslotte een in de kaart spelen van het zoo fanatiek bestreden Marx isme zou blijken te zijn. Overweegt men een en ander, dan moet men ook inzien, dat het conflict Berlijn Praag een volkomen andere situatie te zien geeft dan de historische uiteenzetting Hit- ler-Schuschnigg en dat er inderdaad in de Wilhelmstrasse geen seconde aan gedacht is, tegenover Praag verder te gaan dan „bluf", in de hoop, dat Londen en Parijs zich kalm zouden houden en de Tsjechen bereid zouden blijken, op de eischen van den Sudeten-Duitschen leider Henlein in te gaan. Een vaststaand feit is, dat in Berlijn het binnenrukken der Duitsche troepen geen oogenblik is overwogen, omdat men zeer goed wist, dat daardoor verwikkelin gen uitgelokt zouden worden, die men niet wenscht, sterker nog: die men tot eiken prijs wil vermijden, omdat ze zelfvernieti ging zouden beteekenen. Even onjuist zijn de beschouwingen over een Duitsche „expansie-drang" naar het Oosten anders dan met vreedzame midde len. Het lijkt ons niet waar, dat men mo menteel in de Wilhelmstrasse aan gebieds uitbreiding ten koste van vreemde staten in Oost-Europa denkt; waar is slechts, dat de gebleken onmogelijkheid voor Duitsch land, met de groote en kleine West-Euro- peesche staten normalen ruilhandel te drij ven, de Duitschers er toe genoopt heeft, afzetgebieden in den Balkan te zoeken met alle politieke consequenties, die deze han delsverbindingen nu eenmaal met zich bren gen. Intieme commercieele betrekkingen zijn zonder diplomatieke toenadering nauwelijks denkbaar. Mag men het, de dingen objectief waarnemend, Duitschland kwalijk nemen, dat het vrienden zocht naast zakelijke ver bindingen? Neen, het Duitsche Rijk is in mindere mate een bron van gevaar en onrust dan men b.v. in Frankrijk meent. Er is nauwe lijks één andere staat ter wereld, die zoo veel hooi op zijn binnenlandschen vork heeft genomen en daarom rust en vrede zoo zichtbaar noodig heeft, die bovendien voor zooveel interne problemen staat als juist Duitschland. Natuurlijk, dit nieuwe Duitschland heeft ook vraagstukken opgeworpen, die het vaak moeilijk genoeg maken, de ontwikkeling met sympathie te volgen. Maar het is een uiterst gevaarlijke fout, alleen deze onsym pathieke verschijnselen te zien en daardoor kansen te verzuimen, waarover- men na korten of langeren tijd wel eens berouw zou kunnen hebben. RAAD VAN RILLAND. RILLAND. Maandag vergaderde de Raad onder voorzitterschap van burge meester P. J. Dominicus, voltallig. Ingekomen was een verzoek van de Oranjevereeniging „Juliana" alhier, om een subsidie uit de gemeentekas te mogen ontvangen in verband met het 40-jarig jubileum van H. M. de Koningin in Sept. a.s. om bij die gelegenheid de schooIRin- deren te trakteeren, Besloten werd om hiervoor 50 toe te staan. De rekening van den vleeschkeurings- dienst voor 1937 werd vastgesteld. Uitge geven was een bedrag van 650; aan keurloonen was ontvangen 440; het te kort van 210, wordt overeenkomstig de gemeenschappelijke regeling door den keu ringskring bijgepast. Op een verzoek van de heeren A. van Hoek en P. Quist alhier, om een half jaar ont heffing der hondenbelasting, werd gunstig beschikt. De veldwachtersverordening werd over eenkomstig een verzoek van den minister gewijzigd. Een nieuwe verordening op de heffing van schoolgeld werd den Raad ter vaststel ling aangeboden omdat de bestaande slechts tot 1 Mei 1938 was goedgekeurd. De tarieven komen vrijwel overeen met de bestaande, doch de aanslagen kunnen op tweeërlei wijze worden vastgesteld, te weten gebaseerd op de gemengde hoofd som en op de personeele belasting. De verordening werd ongewijzigd vastgesteld. Vervolgens werd besloten het Burgerlijk Armbestuur te betrekken in de Fraude risico Onderlinge voor Gemeenten en het bedrag voor deelname voor de gemeente nader te bepalen op 4500 voor het B. A. op 500. Voorts besloot de Raad om een voor schot aan het rijk te vragen, voor de be schikbaarstelling van een bedrag aan D. Verkrijgbaar bij: Electro Techn. Bureau L. Vorststraat 48, Goes, Telefoon 375. Gortstraat 21, Middelburg. Telefoon 387, ouwMtop DUNLOP fort Hoe Zeeland ingeschakeld werd. Omdat het waarschijnlijk en hoogstwaar schijnlijk, om niet te zeggen heel zeker, niet loonend zoude zijn een eigen destructorbe- drijf ergens in Zeeland in het leven te roe pen, is men gaan onderhandelen met deze en gene. Dat is een moeizaam werk ge weest: veel is hiervoor verzet, zonder dat de buitenwacht dat zoo merkt. Het is evenwel goed, dat men daarvan toch wel iets meer wete. Dat kan niet beter uit de doeken gedaan worden dan door een aanhaling uit de rede, welke de heer M. Fernhout in zijn hoedanigheid van voorzitter van de afd. Zeeland der Neder- landsche vereeniging van Gemeenten over deze zaak gehouden heeft in de laatste af- deelingsvergadering. Want zooals men weet, of, zoo niet, zooals zal blijken, heeft deze afdeeling der N.V.v.G. belangrijk werk in dezen verricht. „Ik meen toch goed te doen, zoo zeide de heer Fernhout dan toen, en te dier plaat se, zijnen toehoorders, U enkele mededeelin- gen te doen omtrent de afwikkeling door het bestuur van de destructie-aangelegen- heid en omtrent den gedachtengang die het daarbij heeft geleid. Want de spr. zou niet gaarne willen, dat erbijdezen of genen mis verstand zou bestaan over het karakter van de taak, die het afdeelingsbestuur der Ned. Ver. v. Gemeenten op zich nam. Het bestuur heeft namelijk niet van de afdeelingsvergadering een opdracht ontvan gen om aan héér rapport uit te brengen ■over de vraag op welke verschillende wij zen de tot de afdeeling behoorende ge meenten zouden kunnen komen tot nale ving der wettelijke bepalingen ten aanzien van de onbruikbaarmaking en vernietiging van gestorven vee, om de afdeeling dan uit de verschillende mogelijkheden een keus te laten doen. Zóó was de constructie niet. Het ging er evenmin om, een contract te sluiten tusschen de afdeeling Zeeland der N.V.v.G. en eenigerlei destructiebedrijf, maar des bestuursbemoeiingen beoogden voor alle Zeeuwsehe gemeenten den weg te ontsluiten, om op aanvaardbare voorwaarden tot de uitvoering van wette lijke opgelegde verplichtingen te kunnen geraken. Elk der Zeeuwsehe gemeenten zal even wel voor zich zelf een beslissing dienen te nemen, en 't bestuur heeft het als zijn taak gezien, zijn bemiddeling te verleenen, om, zoo mogelijk, te bereiken, dat de gemeen ten in onze moeilijk gelegen provincie, met name de plattelandsgemeen t e n ter zake in niet ongunstiger posi tie zouden komen te verkeeren, dan de gemeenten in andere dee- len van het land gelegen, waar de geografische situatie voor de exploitatie van den ophaaldienst toch aanmerkelijk gunstiger is. Tot het bereiken van dit doel zijn aller lei besprekingen gevoerd, aanbiedingen uit gelokt en beoordeeld en ook is een bereke ning opgezet van hetgeen noodig zou zjjn, om een eigen Zeeuwsch destructiebedrijf in het leven te roepen. De bevindingen te dien opzichte waren, gelijk naar de meening van den spreker te verwachten was, verre van aanlok- k e 1 jj k wat de kosten en risico's betreft. Nadat was komen vast te staan, dat voor W. Lobbezoo Jz. voor een plaatsje, inge volge de Landarbeiderswet. Naar aanleiding van een circulaire van Ged. Staten, om met de N.V. „Gekro" te Overschie een overeenkomst aan te gaan inzake de destructie van vee, besloot de Raad met algemeene stemmen hieraan niet te voldoen, aangezien de kosten voor deze gemeente in vergelijking met de huidige onkosten veel te hoog worden ge vonden. Gemiddeld bedragen de kosten thans 10 per jaar, terwijl nimmer on regelmatigheden voorkwamen, zoodat van eenigen wantoestand ten deze geen sprake is. De maatstaf, meegedeeld in art. 10 der overeenkomst werd overigens niet juist geacht. In een landbouwgemeente als deze, waar geen veeteelt wordt uitgeoe fend, is het onbillijk het aantal ha als grondslag te nemen, evenmin echter het aantal inwoners. Bij deze berekening dient men een maatstaf te zoeken in de veesta pels. De Raad betreurde het ten zeerste, dat de gemeenten op deze wijze weer voor een hoogere jaarlijksche uitgaaf wor den gesteld terwijl toch een afdoende en belangrijk goedkoopere oplossing bestaat. Tenslotte zij meegedeeld dat men zich ook wenschte te verzetten tegen de wijze waarop de gemeenten in casu op korten termijn worden gedwongen deel te nemen. Bij de rondvraag merkt de wethouder J. v. d. S a n d e op, dat verschillende straten in deze gemeente nog geen naam hebben. Hij gaf in overweging hierover eens na te denken, en dan in de volgende vergadering met voorstellen dienaangaan de te komen. De heer J. v. d. Klooster bracht den dank der bewoners van den Bath- polder aan den Raad over voor het maken van de nieuwe trap aldaar. RAAD VAN OOSTBURG. OOSTBURG. Maandag vergaderde de Raad, onder voorzitterschap van den bur gemeester P. Erasmus, voltallig. Naar aanleiding Van het onder de in gekomen stukken vermelde, door Ged. Sta ten goedgekeurde besluit tot het verhu ren der lokalen van de voormalige Rijks kweekschool voor Rijkskantoren der be lastingen, stelde de heer Philips voor om de daartoe noodige werken, die onder rijkstoezicht moeten geschieden, in 't openbaar aan te besteden, zoodat een ieder kan meedoen, terwijl de gunning aan den Raad moet blijven. Na korte be spreking werd deze zaak aangehouden, totdat van den Rijksgebouwendienst de plannen zullen zijn ingekomen^ Een verzoek van F. de Smet om ter uitbreiding van magazijnruimte gebruik te mogen maken van het gedeelte nog aan de gemeente behoorenden muur, grenzende aan het Kerkplein, ondervond geen tegenstand. Alleen zou de heer Philips het betreuren, wanneer op dien muur ontsierende reclame werd aan gebracht. Spr. zou voorts gaarne zien, dat B. en W. voor 1 October a.s. konden komen met een verordening tegen ontsierende recla me. De V o o r z. wees op de bestaande provinciale verordening ten aanzien van dit punt, maar wilde aan de woorden van den heer Philips de noodige aandacht schenken. Voorts gaf de heer Phi lips in overweging om de brievenbus, thans staande tegen het Beursgebouw, ver plaatst te krijgen naar den hiervoren ge noemden muur, indien het juist mocht zijn, dat de benzinepomp, thans staande vlak voor die brievenbus, nog meer naar vo ren zou worden verplaatst, immers dan zou er geen gelegenheid zijn daar be hoorlijk van het trottoir gebruik te ma ken. De V o o r z. had nog niets van ver plaatsing der benzinepomp vernomen en achtte het daarom wenschelijk om af te wachten, wat met die pomp zou gebeuren, immers deze zou even goed iets achteruit kunnen geplaatst worden en dan zou de brievenbus daar juist naast komen te staan en was verplaatsing onnoodig. Ten aanzien van het verzoek De Smet stelde de heer Philips voor de waarde van den muur te laten schatten en dan van De Smet die geschatte kosten te vra gen. Hiertegen had de V o o r z. be zwaar, omdat de gemeente dan niets meer over dien muur té zeggen heeft, terwijl het wenschelijk is, dat de muur ter be schikking van de gemeente blijft. elke oplossing, wélke dan ook, de hoogte van de veertarieven een kwade post vormde, is de actie geleid in de richting van verla ging dier tarieven voor dit doel, daartoe was de medewerking van den minister van waterstaat en die van het Provinciaal be stuur noodig. Inmiddels werd ten vorigen jare medege deeld, dat op verlenging van de eenige ma len aan gemeenten in Zeeland gelegen, verleende tijdelijke ontheffing niet meer kon worden gerekend. Begrijpelijkerwijs zullen wij in Zeeland ten opzichte van wettelijke voorschriften niet in een uitzonderingspositie kunnen blij ven leven.*) Toen de mogelijkheid van het bereiken van een behoorlijke verlaging der veertarie ven vaster vorm begon aan te nemen is een aanbieding ontvangen van de „Gekro" te Overschie. Elke gemeente in Zeeland zou kunnen worden geholpen op voorwaar den, waarop ook gemeenten in andere deelen van het land werden bediend. Voordééliger voorwaarden dan die elders gelden voor gemeenten die ten opzichte van den destructor het meest gunstig gelegen zijn, zal men zich toch niet hebben voorge steld te zullen kunnen bedingen. Nu was het bestuur, tot zoover geslaagd, aanvankelijk voornemens af te wachten, tot de quaestie van de op veergelden te verleenen reductie in kannen en kruiken zou zijn, om alsdan élle gemeenten tegelij kertijd met de bereikte resultaten in ken nis te stellen. In overleg evenwel met, en op aandrang van, de in Den Haag zetelende destruetie- Geldt dit wellicht niet voor de Mid- delburgsche abattoirquaestie? Red. Het verzoek De Smet werd ingewilligd, onder door B. en W. te stellen voorwaar den. Aan de A. P. C. werd vergunning vre- leend tot plaatsing van een benzinepomp bij het pand van D. Luteijn aan de Lan- gestraat tegen een retributie van 50 per jaar. Gunstig werd beschikt op een verzoek der schoolvereeniging „Immanuel" om toepassing van art. 72 der L.O.-wet ten aanzien van 72 schoolbanken, waarbij de heer Philips aandrong op aanbe steding. Thans volgde een zeer belangrijk punt, nl. tot aankoop van 45.33 are grond, lig gende midden in de gemeente voor een bedrag van 10.000, vrij op naam en be stemd voor parkeerterrein van auto's, welk terrein kan bezocht worden van de Nieuwstraat en de Koepelstraat uit. Dit voorstel was in een besloten zitting van 26 April besproken en werd thans met algemeene stemmen aangenomen. De heer Philips wees er op, dat maatregelen noodig zouden zijn in het belang der veiligheid, daar de uitweg naar de Nieuwstraat leidt naar een voor- rangsweg. In verband met de besprekin gen over dit punt informeerde de heer Philips hoever het al stond met het uitbreidingsplan der gemeente, waar voor het bureau Rodenburg en De Ranitz opdracht ontving; spr. wees op een paar commissie, bestaande uit de heeren dr. v. d. Berg, directeur-generaal van de volksge zondheid, prof. dr. Berger, vétérinair hoofd inspecteur en de inspecteurs dr. Swart en Stehouwer, heeft de „Gekro" zich, nadat het door haar aangeboden contract door het bestuur der afd. Zeeland van de N.V. v. G. was beoordeeld, gewend tot de gemeen tebesturen van Vlissingen, Goes en Middel burg, met het verzoek, de overeenkomst dadelijk te willen aangaan en daarmede het aanvangen van den dienst mogelijk te ma ken en tegelijkertijd de aansluiting van ge meenten op Zuidbeveland, en Walcheren mogelijk te maken. Al spoedig bleek, dat de meergenoemde destructie-commissie dezen, eenigszins ver snelden gang van zaken niet schadelijk, veeleer bevorderlijk achtte aan het bereiken van de gewenschte facilitei ten ten opzichte van het veertransport, waarin voor de andere deelen van de pro vincie nog een obstakel gelegen was. Om de zaak, ook die der plattelandsge meenten, te dienen, heeft het bestuur, waar de Commissie in Den Haag wier hulp men ook voorts behoeven zoude de za ken zóó stelde, m.i. terecht zijn tusschen- komst verleend, tot het brengen van con tact tusschen de N.V. „Gekro" en de be sturen der drie genoemde gemeenten, die zich in gezamenlijke bespreking beraden hebben op de voordeeligst te bedingen voor waarden en bepalingen. Verheugd over hetgeen aldus bereikt, werd heeft het bestuur gemeend geen stagnatie meer te mogen riskeeren, maar te moeten medewerken tot het eindelijk bereiken van praktische resultaten, temeer wijl uitstel niet meer zal worden verleend en men op goedkoopere en op betere, d.w.z. meer soe pele voorwaarden, voorzoover het bestuur (Ingez. Med.) naburige gemeenten, waar dit in veel korter tijd gereed was. Spr. zou geen bouw- concessies meer verleenen voordat dat uitbreidingsplan gereed is. Na eenige be spreking stelde spr. voor dat geen bouw vergunningen meer verleend worden voor bouw buiten de bestaande rooilijnen, zoo lang het plan Rodenburg en De Ranitz niet is vastgesteld. Aldus besloten. Vervolgens werd benoemd tot schoon- houder der lagere school de heer J. A. Gossije, vroeger concierge en schoonhou- der der Rijkskweek- en der gemeente school. Deze aanstelling geschiedde op ar^ beidsovereenkomst tegen eene belooning van 500 per jaar. Tegen het parkeerverbod in de Brouwe rijstraat waren een tweetal bezwaarschrif ten ingekomen, en wel van 10 neringdoen den, die verzochten een deel der Brouwe rijstraat van parkeerverbod vrij te stel len en voorts van 20 anderen, die zich niet tegen een parkeerverbod verzetten, doch een geoorloofd oponthoud van bv. een half uur noodig vonden. B. en W. stelden voor afwijzend te beschikken, daar straks een ruime en goede parkeergelegen heid zal beschikbaar zijn, terwijl h.i. deze verzoekschriften kunnen beschouwd wór den als gewone symptonen, die zich voor doen bij nieuwe dingen, waaraan het pu bliek zich niet direct gemakkelijk aan past. De heer Philips was voor een parkeerverbod, maar achtte het on- weet, niet zou hebben kunnen slagen. In de maand November 1937 kwam het bericht af, dat de minister van waterstaat heeft goedgekeurd, dat voor auto's waar mede de naar een destructie-bedrijf te ver voeren kadavers worden getransporteerd, slechts 25 van de gewone vrachtprijzen in rekening zal worden gebracht. Dat geldt krachtens besluit van de Pro vincie, ook op de lijnen van de Provinciale diensten aan welke geen subsidie wordt verleend door het Rijk. Tegen sommige bepalingen van het con tract hebben Ged. Staten enkele bedenkin gen geopperd. Onlangs jl. heeft daarover een bespreking plaats gehad tusschen Ged. Staten, de destructie-commissie, de directie van de „Gekro" en het bestuur der afdee ling. De belangrijkste wijziging waarop Ged. Staten aandrongen was deze, dat de contractduur inplaats van 10 jaar, 5 jaar zou bedragen, met handhaving van een vast tarief voor de door de gemeenten te beta len jaarlijksche bijdrage. De heer Fern hout merkte daarbij op, dat die 10 jaar niet geeischt werden door de „Gekro", die aan vankelijk in overleg met het bestuur óók 5 jaren had voorgesteld. Op verzoek van een der drie genoemde gemeentebesturen werd in het contract die 5 veranderd in 10. Ged. Staten zullen zich terzake van de aanslui ting nader wenden tot alle gemeenten in de provincie. Met name mr. Mes, die zich van den aanvang af, met de voorbereiding van deze zaak heeft belast, komt, zoo besloot spr., een woord van hulde en dank toe, voor het vele werk, dat hij, eindelijk met goed suc ces, voor de gemeenten heeft verricht". (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5