A
ZEELAND.
Zeeland en GEKRO
KRONIEK van den DAG.
IIEEMYF
f90.-
fWEEDE BLAD VAN DE PROVINCULE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 29 JUNI 1938. No. 150.
ZUIDBEVELAND
STOFZUIGER
met den beroem
den S.K.A. motor
één model
één prijs
M. J. v. d. BERGE,
L. J. v. 't WESTENDE,
50 JAAR DVNLOP
Goed,
beter,
nog beter,
weer beter.
en dan ieder jaar nog weer beter,
sterker, sneller, veiligerdat is in
't kort de geschiedenis van de Dunlop
Band sinds 1888. Dat verklaart tevens,
waarom Dunlop steeds aan de spits is
gebleven en daaruit kunt U afleiden,
hoe goed de nieuwste Dunlop is, de
Fort, met zijn 2000 tanden, die zich
zelfs aan het gladste wegdek Vast
bijten en Uw veiligheid verzekeren!
X
De band met 2000 tanden!
Van kadaver tot vet en voer,
in.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D.
Duitschland's doeleinden.
De berichten, die den laatsten tijd over
de economische en financieele situatie in
het Derde Rijk verschijnen, loopen als steeds
ver uiteen: naar gelang van hun herkomst.
Slechts in een opzicht vertoonen ze over
eenstemming: in regeeringskringen te Ber
lijn zou bezorgdheid heerschen over de ge
volgen van het nu sinds enkele jaren toege
paste autarkische systeem. Onze Berlijnsche
correspondent meldde ons hieromtrent zelfs
het volgende:
„Eén der allerhoogste functionarissen in
het Derde Rijk zei dezer dagen in kleinen,
intlemen kring en in mijn aanwezigheid, dat
de Duitsche regeering er van overtuigd is,
dat het heele autarkische gedoe een hope-
looze onzin is en dat milliarden worden weg
geworpen door het streven van steeds meer
staten, zich op het gebied der grondstoffen
/an elkaar onafhankelijk te maken, terwijl
het toch zooveel juister geweest ware, een
internationale overeenkomst tot verdeeling
der grondstoffen te sluiten. Deze zeer hooge
functionarissen verklapte ons ook, dat de
Duitsche regeering heden nog een beper
king der onzinnige bewapeningen van harte
zou toejuichen en dagelijks bereid is terug
te komen op Hitler s herhaalde voorstellen
den oorlog uit de lucht met het bommen
werpen op de non-combattanten te verbie
den en eveneens andere excessen en inbreu
ken op het internationale volkenrecht
door radicale maatregelen onmogelijk te
maken.
Het heeft zin in dit verband weer eens
de aandacht te vestigen op den beweerden
oorlogszucht van het nat.-soc. Duitschland.
Men weet, dat wij het Derde Rijk niet be
schouwen als een brandpunt van oorlogs
gevaar in dien zin, dat het er bewust naar
streeft met geweld zijn politieke doeleinden
te verwezenlijken. Het Duitsche Rijk
is wellicht, naast de traditioneel vrede
lievende kleinere staten, de mogendheid, die
een oorlog minder dan ooit gebruiken kan.
De z.g. annexatie van Oostenrijk en de drei
gende houding van Berlijn wat betreft het
lot van Duitsche groepen in andere staten
zijn geen bewijzen van het tegendeel, ook al
hebben deze feiten en verschijnselen den
schijn tegen zich. Het is inderdaad voor de
hand liggend van een overrompeling van
den Oostenrijkschen Staat te blijven spre
ken. De Staat Oostenrijk is inderdaad
overrompeld, maar met toestemming van
de meerderheid der Oostenrijksche staats
burgers. Dat wordt bewust of onbewust
al te vaak over het hoofd gezien.
De regeering in Berlijn heeft op buiten-
landsch-politiek gebied 't volgende pro
gramma:
1. Volledige liquidatie van de vredesver
dragen.
2. Herstel van het Rijk als gelijkgerech
tigde groote mogendheid.
3. Herstel van het koloniaal bezit.
4. Samensmelting van alle Duitsche volks
groepen in Europa in één Groot-Duitsch
Rijk.
Zy wenscht deze doeleinden te bereiken
langs vredelievenden weg, ai dadelijk, om
dat een oorlog de groote plannen tot bin
nenlandschen wederopbouw volkomen te
niet zou doen, bovendien de vernietiging
van het nationaal-socialistiseh régime zou
beteekenen en tenslotte een in de kaart
spelen van het zoo fanatiek bestreden Marx
isme zou blijken te zijn.
Overweegt men een en ander, dan moet
men ook inzien, dat het conflict Berlijn
Praag een volkomen andere situatie te zien
geeft dan de historische uiteenzetting Hit-
ler-Schuschnigg en dat er inderdaad in de
Wilhelmstrasse geen seconde aan gedacht
is, tegenover Praag verder te gaan dan
„bluf", in de hoop, dat Londen en Parijs
zich kalm zouden houden en de Tsjechen
bereid zouden blijken, op de eischen van
den Sudeten-Duitschen leider Henlein in te
gaan. Een vaststaand feit is, dat in Berlijn
het binnenrukken der Duitsche troepen
geen oogenblik is overwogen, omdat men
zeer goed wist, dat daardoor verwikkelin
gen uitgelokt zouden worden, die men niet
wenscht, sterker nog: die men tot eiken
prijs wil vermijden, omdat ze zelfvernieti
ging zouden beteekenen.
Even onjuist zijn de beschouwingen over
een Duitsche „expansie-drang" naar het
Oosten anders dan met vreedzame midde
len. Het lijkt ons niet waar, dat men mo
menteel in de Wilhelmstrasse aan gebieds
uitbreiding ten koste van vreemde staten
in Oost-Europa denkt; waar is slechts, dat
de gebleken onmogelijkheid voor Duitsch
land, met de groote en kleine West-Euro-
peesche staten normalen ruilhandel te drij
ven, de Duitschers er toe genoopt heeft,
afzetgebieden in den Balkan te zoeken met
alle politieke consequenties, die deze han
delsverbindingen nu eenmaal met zich bren
gen. Intieme commercieele betrekkingen zijn
zonder diplomatieke toenadering nauwelijks
denkbaar. Mag men het, de dingen objectief
waarnemend, Duitschland kwalijk nemen,
dat het vrienden zocht naast zakelijke ver
bindingen?
Neen, het Duitsche Rijk is in mindere
mate een bron van gevaar en onrust dan
men b.v. in Frankrijk meent. Er is nauwe
lijks één andere staat ter wereld, die zoo
veel hooi op zijn binnenlandschen vork
heeft genomen en daarom rust en vrede zoo
zichtbaar noodig heeft, die bovendien voor
zooveel interne problemen staat als juist
Duitschland.
Natuurlijk, dit nieuwe Duitschland heeft
ook vraagstukken opgeworpen, die het vaak
moeilijk genoeg maken, de ontwikkeling
met sympathie te volgen. Maar het is een
uiterst gevaarlijke fout, alleen deze onsym
pathieke verschijnselen te zien en daardoor
kansen te verzuimen, waarover- men na
korten of langeren tijd wel eens berouw zou
kunnen hebben.
RAAD VAN RILLAND.
RILLAND. Maandag vergaderde de
Raad onder voorzitterschap van burge
meester P. J. Dominicus, voltallig.
Ingekomen was een verzoek van de
Oranjevereeniging „Juliana" alhier, om
een subsidie uit de gemeentekas te mogen
ontvangen in verband met het 40-jarig
jubileum van H. M. de Koningin in Sept.
a.s. om bij die gelegenheid de schooIRin-
deren te trakteeren, Besloten werd om
hiervoor 50 toe te staan.
De rekening van den vleeschkeurings-
dienst voor 1937 werd vastgesteld. Uitge
geven was een bedrag van 650; aan
keurloonen was ontvangen 440; het te
kort van 210, wordt overeenkomstig de
gemeenschappelijke regeling door den keu
ringskring bijgepast.
Op een verzoek van de heeren A. van Hoek
en P. Quist alhier, om een half jaar ont
heffing der hondenbelasting, werd gunstig
beschikt.
De veldwachtersverordening werd over
eenkomstig een verzoek van den minister
gewijzigd.
Een nieuwe verordening op de heffing
van schoolgeld werd den Raad ter vaststel
ling aangeboden omdat de bestaande
slechts tot 1 Mei 1938 was goedgekeurd.
De tarieven komen vrijwel overeen met
de bestaande, doch de aanslagen kunnen
op tweeërlei wijze worden vastgesteld, te
weten gebaseerd op de gemengde hoofd
som en op de personeele belasting. De
verordening werd ongewijzigd vastgesteld.
Vervolgens werd besloten het Burgerlijk
Armbestuur te betrekken in de Fraude
risico Onderlinge voor Gemeenten en het
bedrag voor deelname voor de gemeente
nader te bepalen op 4500 voor het B.
A. op 500.
Voorts besloot de Raad om een voor
schot aan het rijk te vragen, voor de be
schikbaarstelling van een bedrag aan D.
Verkrijgbaar bij:
Electro Techn. Bureau
L. Vorststraat 48, Goes, Telefoon 375.
Gortstraat 21, Middelburg. Telefoon 387,
ouwMtop
DUNLOP
fort
Hoe Zeeland ingeschakeld werd.
Omdat het waarschijnlijk en hoogstwaar
schijnlijk, om niet te zeggen heel zeker, niet
loonend zoude zijn een eigen destructorbe-
drijf ergens in Zeeland in het leven te roe
pen, is men gaan onderhandelen met deze
en gene. Dat is een moeizaam werk ge
weest: veel is hiervoor verzet, zonder dat
de buitenwacht dat zoo merkt.
Het is evenwel goed, dat men daarvan
toch wel iets meer wete. Dat kan niet
beter uit de doeken gedaan worden dan
door een aanhaling uit de rede, welke de
heer M. Fernhout in zijn hoedanigheid van
voorzitter van de afd. Zeeland der Neder-
landsche vereeniging van Gemeenten over
deze zaak gehouden heeft in de laatste af-
deelingsvergadering. Want zooals men
weet, of, zoo niet, zooals zal blijken, heeft
deze afdeeling der N.V.v.G. belangrijk werk
in dezen verricht.
„Ik meen toch goed te doen, zoo zeide de
heer Fernhout dan toen, en te dier plaat
se, zijnen toehoorders, U enkele mededeelin-
gen te doen omtrent de afwikkeling door
het bestuur van de destructie-aangelegen-
heid en omtrent den gedachtengang die het
daarbij heeft geleid. Want de spr. zou niet
gaarne willen, dat erbijdezen of genen mis
verstand zou bestaan over het karakter
van de taak, die het afdeelingsbestuur der
Ned. Ver. v. Gemeenten op zich nam.
Het bestuur heeft namelijk niet van de
afdeelingsvergadering een opdracht ontvan
gen om aan héér rapport uit te brengen
■over de vraag op welke verschillende wij
zen de tot de afdeeling behoorende ge
meenten zouden kunnen komen tot nale
ving der wettelijke bepalingen ten aanzien
van de onbruikbaarmaking en vernietiging
van gestorven vee, om de afdeeling dan
uit de verschillende mogelijkheden een
keus te laten doen. Zóó was de constructie
niet.
Het ging er evenmin om, een contract te
sluiten tusschen de afdeeling Zeeland der
N.V.v.G. en eenigerlei destructiebedrijf,
maar des bestuursbemoeiingen beoogden
voor alle Zeeuwsehe gemeenten den weg
te ontsluiten, om op aanvaardbare
voorwaarden tot de uitvoering van wette
lijke opgelegde verplichtingen te kunnen
geraken.
Elk der Zeeuwsehe gemeenten zal even
wel voor zich zelf een beslissing dienen te
nemen, en 't bestuur heeft het als zijn taak
gezien, zijn bemiddeling te verleenen, om,
zoo mogelijk, te bereiken, dat de gemeen
ten in onze moeilijk gelegen provincie, met
name de plattelandsgemeen t e n
ter zake in niet ongunstiger posi
tie zouden komen te verkeeren,
dan de gemeenten in andere dee-
len van het land gelegen, waar de
geografische situatie voor de exploitatie
van den ophaaldienst toch aanmerkelijk
gunstiger is.
Tot het bereiken van dit doel zijn aller
lei besprekingen gevoerd, aanbiedingen uit
gelokt en beoordeeld en ook is een bereke
ning opgezet van hetgeen noodig zou zjjn,
om een eigen Zeeuwsch destructiebedrijf in
het leven te roepen.
De bevindingen te dien opzichte waren,
gelijk naar de meening van den spreker te
verwachten was, verre van aanlok-
k e 1 jj k wat de kosten en risico's betreft.
Nadat was komen vast te staan, dat voor
W. Lobbezoo Jz. voor een plaatsje, inge
volge de Landarbeiderswet.
Naar aanleiding van een circulaire van
Ged. Staten, om met de N.V. „Gekro" te
Overschie een overeenkomst aan te gaan
inzake de destructie van vee, besloot de
Raad met algemeene stemmen hieraan
niet te voldoen, aangezien de kosten voor
deze gemeente in vergelijking met de
huidige onkosten veel te hoog worden ge
vonden. Gemiddeld bedragen de kosten
thans 10 per jaar, terwijl nimmer on
regelmatigheden voorkwamen, zoodat van
eenigen wantoestand ten deze geen sprake
is. De maatstaf, meegedeeld in art. 10 der
overeenkomst werd overigens niet juist
geacht. In een landbouwgemeente als
deze, waar geen veeteelt wordt uitgeoe
fend, is het onbillijk het aantal ha als
grondslag te nemen, evenmin echter het
aantal inwoners. Bij deze berekening dient
men een maatstaf te zoeken in de veesta
pels. De Raad betreurde het ten zeerste,
dat de gemeenten op deze wijze weer
voor een hoogere jaarlijksche uitgaaf wor
den gesteld terwijl toch een afdoende en
belangrijk goedkoopere oplossing bestaat.
Tenslotte zij meegedeeld dat men zich
ook wenschte te verzetten tegen de wijze
waarop de gemeenten in casu op korten
termijn worden gedwongen deel te nemen.
Bij de rondvraag merkt de wethouder
J. v. d. S a n d e op, dat verschillende
straten in deze gemeente nog geen naam
hebben. Hij gaf in overweging hierover
eens na te denken, en dan in de volgende
vergadering met voorstellen dienaangaan
de te komen.
De heer J. v. d. Klooster bracht
den dank der bewoners van den Bath-
polder aan den Raad over voor het maken
van de nieuwe trap aldaar.
RAAD VAN OOSTBURG.
OOSTBURG. Maandag vergaderde de
Raad, onder voorzitterschap van den bur
gemeester P. Erasmus, voltallig.
Naar aanleiding Van het onder de in
gekomen stukken vermelde, door Ged. Sta
ten goedgekeurde besluit tot het verhu
ren der lokalen van de voormalige Rijks
kweekschool voor Rijkskantoren der be
lastingen, stelde de heer Philips
voor om de daartoe noodige werken, die
onder rijkstoezicht moeten geschieden, in
't openbaar aan te besteden, zoodat een
ieder kan meedoen, terwijl de gunning
aan den Raad moet blijven. Na korte be
spreking werd deze zaak aangehouden,
totdat van den Rijksgebouwendienst de
plannen zullen zijn ingekomen^
Een verzoek van F. de Smet om ter
uitbreiding van magazijnruimte gebruik
te mogen maken van het gedeelte nog
aan de gemeente behoorenden muur,
grenzende aan het Kerkplein, ondervond
geen tegenstand. Alleen zou de heer
Philips het betreuren, wanneer op
dien muur ontsierende reclame werd aan
gebracht.
Spr. zou voorts gaarne zien, dat B. en
W. voor 1 October a.s. konden komen met
een verordening tegen ontsierende recla
me.
De V o o r z. wees op de bestaande
provinciale verordening ten aanzien van
dit punt, maar wilde aan de woorden van
den heer Philips de noodige aandacht
schenken. Voorts gaf de heer Phi
lips in overweging om de brievenbus,
thans staande tegen het Beursgebouw, ver
plaatst te krijgen naar den hiervoren ge
noemden muur, indien het juist mocht zijn,
dat de benzinepomp, thans staande vlak
voor die brievenbus, nog meer naar vo
ren zou worden verplaatst, immers dan
zou er geen gelegenheid zijn daar be
hoorlijk van het trottoir gebruik te ma
ken.
De V o o r z. had nog niets van ver
plaatsing der benzinepomp vernomen en
achtte het daarom wenschelijk om af te
wachten, wat met die pomp zou gebeuren,
immers deze zou even goed iets achteruit
kunnen geplaatst worden en dan zou de
brievenbus daar juist naast komen te
staan en was verplaatsing onnoodig. Ten
aanzien van het verzoek De Smet stelde
de heer Philips voor de waarde
van den muur te laten schatten en dan
van De Smet die geschatte kosten te vra
gen. Hiertegen had de V o o r z. be
zwaar, omdat de gemeente dan niets meer
over dien muur té zeggen heeft, terwijl
het wenschelijk is, dat de muur ter be
schikking van de gemeente blijft.
elke oplossing, wélke dan ook, de hoogte
van de veertarieven een kwade post vormde,
is de actie geleid in de richting van verla
ging dier tarieven voor dit doel, daartoe
was de medewerking van den minister van
waterstaat en die van het Provinciaal be
stuur noodig.
Inmiddels werd ten vorigen jare medege
deeld, dat op verlenging van de eenige ma
len aan gemeenten in Zeeland gelegen,
verleende tijdelijke ontheffing niet meer
kon worden gerekend.
Begrijpelijkerwijs zullen wij in Zeeland
ten opzichte van wettelijke voorschriften
niet in een uitzonderingspositie kunnen blij
ven leven.*)
Toen de mogelijkheid van het bereiken
van een behoorlijke verlaging der veertarie
ven vaster vorm begon aan te nemen is een
aanbieding ontvangen van de „Gekro" te
Overschie. Elke gemeente in Zeeland zou
kunnen worden geholpen op voorwaar
den, waarop ook gemeenten in andere
deelen van het land werden bediend.
Voordééliger voorwaarden dan die elders
gelden voor gemeenten die ten opzichte van
den destructor het meest gunstig gelegen
zijn, zal men zich toch niet hebben voorge
steld te zullen kunnen bedingen.
Nu was het bestuur, tot zoover geslaagd,
aanvankelijk voornemens af te wachten,
tot de quaestie van de op veergelden te
verleenen reductie in kannen en kruiken
zou zijn, om alsdan élle gemeenten tegelij
kertijd met de bereikte resultaten in ken
nis te stellen.
In overleg evenwel met, en op aandrang
van, de in Den Haag zetelende destruetie-
Geldt dit wellicht niet voor de Mid-
delburgsche abattoirquaestie? Red.
Het verzoek De Smet werd ingewilligd,
onder door B. en W. te stellen voorwaar
den.
Aan de A. P. C. werd vergunning vre-
leend tot plaatsing van een benzinepomp
bij het pand van D. Luteijn aan de Lan-
gestraat tegen een retributie van 50
per jaar.
Gunstig werd beschikt op een verzoek
der schoolvereeniging „Immanuel" om
toepassing van art. 72 der L.O.-wet ten
aanzien van 72 schoolbanken, waarbij de
heer Philips aandrong op aanbe
steding.
Thans volgde een zeer belangrijk punt,
nl. tot aankoop van 45.33 are grond, lig
gende midden in de gemeente voor een
bedrag van 10.000, vrij op naam en be
stemd voor parkeerterrein van auto's,
welk terrein kan bezocht worden van de
Nieuwstraat en de Koepelstraat uit.
Dit voorstel was in een besloten zitting
van 26 April besproken en werd thans
met algemeene stemmen aangenomen.
De heer Philips wees er op, dat
maatregelen noodig zouden zijn in het
belang der veiligheid, daar de uitweg
naar de Nieuwstraat leidt naar een voor-
rangsweg. In verband met de besprekin
gen over dit punt informeerde de heer
Philips hoever het al stond met
het uitbreidingsplan der gemeente, waar
voor het bureau Rodenburg en De Ranitz
opdracht ontving; spr. wees op een paar
commissie, bestaande uit de heeren dr. v. d.
Berg, directeur-generaal van de volksge
zondheid, prof. dr. Berger, vétérinair hoofd
inspecteur en de inspecteurs dr. Swart en
Stehouwer, heeft de „Gekro" zich, nadat
het door haar aangeboden contract door
het bestuur der afd. Zeeland van de N.V. v.
G. was beoordeeld, gewend tot de gemeen
tebesturen van Vlissingen, Goes en Middel
burg, met het verzoek, de overeenkomst
dadelijk te willen aangaan en daarmede het
aanvangen van den dienst mogelijk te ma
ken en tegelijkertijd de aansluiting van ge
meenten op Zuidbeveland, en Walcheren
mogelijk te maken.
Al spoedig bleek, dat de meergenoemde
destructie-commissie dezen, eenigszins ver
snelden gang van zaken niet schadelijk,
veeleer bevorderlijk achtte aan
het bereiken van de gewenschte facilitei
ten ten opzichte van het veertransport,
waarin voor de andere deelen van de pro
vincie nog een obstakel gelegen was.
Om de zaak, ook die der plattelandsge
meenten, te dienen, heeft het bestuur, waar
de Commissie in Den Haag wier hulp
men ook voorts behoeven zoude de za
ken zóó stelde, m.i. terecht zijn tusschen-
komst verleend, tot het brengen van con
tact tusschen de N.V. „Gekro" en de be
sturen der drie genoemde gemeenten, die
zich in gezamenlijke bespreking beraden
hebben op de voordeeligst te bedingen voor
waarden en bepalingen.
Verheugd over hetgeen aldus bereikt, werd
heeft het bestuur gemeend geen stagnatie
meer te mogen riskeeren, maar te moeten
medewerken tot het eindelijk bereiken van
praktische resultaten, temeer wijl uitstel
niet meer zal worden verleend en men op
goedkoopere en op betere, d.w.z. meer soe
pele voorwaarden, voorzoover het bestuur
(Ingez. Med.)
naburige gemeenten, waar dit in veel
korter tijd gereed was. Spr. zou geen bouw-
concessies meer verleenen voordat dat
uitbreidingsplan gereed is. Na eenige be
spreking stelde spr. voor dat geen bouw
vergunningen meer verleend worden voor
bouw buiten de bestaande rooilijnen, zoo
lang het plan Rodenburg en De Ranitz
niet is vastgesteld. Aldus besloten.
Vervolgens werd benoemd tot schoon-
houder der lagere school de heer J. A.
Gossije, vroeger concierge en schoonhou-
der der Rijkskweek- en der gemeente
school. Deze aanstelling geschiedde op ar^
beidsovereenkomst tegen eene belooning
van 500 per jaar.
Tegen het parkeerverbod in de Brouwe
rijstraat waren een tweetal bezwaarschrif
ten ingekomen, en wel van 10 neringdoen
den, die verzochten een deel der Brouwe
rijstraat van parkeerverbod vrij te stel
len en voorts van 20 anderen, die zich
niet tegen een parkeerverbod verzetten,
doch een geoorloofd oponthoud van bv.
een half uur noodig vonden. B. en W.
stelden voor afwijzend te beschikken, daar
straks een ruime en goede parkeergelegen
heid zal beschikbaar zijn, terwijl h.i. deze
verzoekschriften kunnen beschouwd wór
den als gewone symptonen, die zich voor
doen bij nieuwe dingen, waaraan het pu
bliek zich niet direct gemakkelijk aan
past. De heer Philips was voor
een parkeerverbod, maar achtte het on-
weet, niet zou hebben kunnen slagen.
In de maand November 1937 kwam het
bericht af, dat de minister van waterstaat
heeft goedgekeurd, dat voor auto's waar
mede de naar een destructie-bedrijf te ver
voeren kadavers worden getransporteerd,
slechts 25 van de gewone vrachtprijzen
in rekening zal worden gebracht.
Dat geldt krachtens besluit van de Pro
vincie, ook op de lijnen van de Provinciale
diensten aan welke geen subsidie wordt
verleend door het Rijk.
Tegen sommige bepalingen van het con
tract hebben Ged. Staten enkele bedenkin
gen geopperd. Onlangs jl. heeft daarover
een bespreking plaats gehad tusschen Ged.
Staten, de destructie-commissie, de directie
van de „Gekro" en het bestuur der afdee
ling. De belangrijkste wijziging waarop
Ged. Staten aandrongen was deze, dat de
contractduur inplaats van 10 jaar, 5 jaar
zou bedragen, met handhaving van een vast
tarief voor de door de gemeenten te beta
len jaarlijksche bijdrage. De heer Fern
hout merkte daarbij op, dat die 10 jaar niet
geeischt werden door de „Gekro", die aan
vankelijk in overleg met het bestuur óók 5
jaren had voorgesteld. Op verzoek van een
der drie genoemde gemeentebesturen werd
in het contract die 5 veranderd in 10. Ged.
Staten zullen zich terzake van de aanslui
ting nader wenden tot alle gemeenten in de
provincie.
Met name mr. Mes, die zich van den
aanvang af, met de voorbereiding van deze
zaak heeft belast, komt, zoo besloot spr.,
een woord van hulde en dank toe, voor het
vele werk, dat hij, eindelijk met goed suc
ces, voor de gemeenten heeft verricht".
(Slot volgt.)