De affaire-Oss voor het Ambtenaren-gerecht.
KRONIEK van den DAG.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 25 JUNI 1938.
Teekenen van economische
verbetering.
Een ontmoeting aan
de Bosporus.
De president der Turksche republiek,
Kemal Ataturk is deze week aan het spe
levaren geweest. Maar niet louter voor
zijn genoegen. Zijn jacht -kwam te Istan-
boel aan; Istanboel, het onder 't huidige
régime ten deele van zijn luister beroofde,
maar nog altijd verrukkelijk gelegen en
prachtige Constantinopel. Daar werd lig
plaats gekozen en gewacht op de komst
van een ander schip. Een vaartuig, met
niemand minder dan koning Carol van
Roemenië aan boord, wien eveneens hjt
verlangen naar Bosporus en Gouden
Hoorn blijkbaar te machtig was geworden.
Nu beide staatshoofden, heel toevallig
natuurlijk! zoo dicht in eikaars buurt wa
ren, kon het wel niet anders, of een ont
moeting, zeer vriendschappelijk en h'arte-
.lijk, kwam tot stand. Koning en President
hebben de gelegenheid aangegrepen tot
een vrij langdurig onderhoud, dat natuur
lijk niet alleen over de schoonheid der
■omgeving, over koetjes en kalfjes, heeft
geloopen. De hooge politiek is er bij be
trokken geweest. Er verluidde dan ook, dat
Boekarest aan het onderhoud meer dan
gewone beteekenis hechtte.
Wélke beteekenis? 't Is niet zoo moei
lijk combinaties op te stellen. Zoowel Roe
menië als Turkije behooren tot de Bal
kanfederatie en de gebeurtenissen der
laatste maanden moeten op dien statenbond
wel indruk hebben gemaakt. Sinds Duitsch-
land met Oostenrijk vergroot is, heeft het
zijn „Drang nach Osten" nog wel niet os
tentatief, maar toch zeer merkbaar ver
hoogd. Roemenië, bekend petroleumprodu-
■cent, staat mee vooraan op het lijstje der
onder Duitsche invloedsfeer te brengen
staten. Petroleum is een grondstof, waar
van het Derde Rjjk, met zijn forsche be
wapening en voortgezette industrialisatie,
nooit te veel kan hebben en de Roemeen-
sche bronnen liggen nu bijna voor 't grij
pen. Slechts Hongarije kormt nog een
soort versperring, maar wordt zorgvuldig
uit en door Berlijn „bewerkt".
De petroleum lokt en telkens verneemt
men Duitsche klanken, waaruit zeer vast
omlijnde pretenties blijken. Zoo heeft de
pers van onze Oosterburen al eenige ont
stemming getoond over het feit, dat de
Roemeensche oud-minister-president Tata-
rescoe zich dezer dagen naar Londen heeft
begeven, ook alweer niet louter voor zijn
genoegen. Hij heeft er o.a. met lord Hali
fax gesproken en zou, naar verluidde, een
bezoek van den Roemeenschen Koning aan
de Britsche hoofdstad (in October a.s.)
voorbereiden. Bezoek, dat wegens de tijds
omstandigheden dit voorjaar niet is door
gegaan. De „National Zeitung", orgaan van
Göring, vierjarenplan-dictator, uitte nu de
vrees, dat Engeland door middel van een
leening voor het aanboren van nieuwe bron
nen op het leeuwendeel' van den Roemeen
schen petroleum-uitvoer beslag^ zou leggen.
Bovendien zou Tatarescpe zijn gaan spre
ken over spoorwegaanleg tot het bevor
deren van betere mijn-exploitatieMet
Turkije zijn de Engelsehen al een heel eind
verder opgeschoten. Het Lagerhuis heeft
dezer dagen in eerste lezing, een over
eenkomst, waarbij den Turken een cre-
diet voor hun herbewapening wordt ver
leend, aangenomen. Duitsche politieke
kringen zien een en ander als een Brit
sche „inmenging" in gebieden, waar h.i.
toch eigenlijk Duitschland de meeste rech
ten dient te hebben.
Die totnutoe slechts onofficieel gedemon
streerde belangenstrijd ontgaat natuurlijk
noch Boekarest, noch Ankara. Dus is het
begrijpelijk, dat Koning Carol én Kemal
Ataturk wel eens van man tot man ge
dachten wilden uitwisselen over den stand
van zaken. Roemenië wil, hoezeer ook op
zijn hoede, goede vrienden met Duitsch
land blijven en heeft zich derhalve ge
leend tot onderhandelingen over economi.
sche, door den Anschluste opgeworpen
kwesties. Turkije wenscht evenmin zijn
Duitsche connecties te verwaarloozen. Bei
de landen zien de voordeelen, maar tevens
de gevaren, die de „concurrentie" Londen-
Berlijn voor hen meebrengt. Het te Istan
boel gepleegde overleg zal dus wel de
vaststelling van zekere richtsnoeren voor
de te volgen gedragslijn hebben betrofferr.
IN GEHEIMEN DIENST.
Historische Avonturenroman.
Door G. P. BAKKER.
16).
„Je hebt een aangename stem", zei ze,
„je kunt het leeren en het is niet moeilijk.
Juist zoo is het goed:
Mjjn liefste heeft twee donkere oogen,
't Is een zwart zigeunerkind.
Liedjes van liefde en haat en van zwer
vers langs den grooten weg.
Een zigeuner zwerft door de wereld.
Vindt nergens vrede of rust.
Verlaat des morgens het meisje
Dat hij 's nachts heeft gekust
Een zigeuner zwerft".
„Jij bent nu een zigeuner en je moet een
beroep hebben", legde zij hem uit. „Als je
op zwart zaad zit, moet je de menschen het
geld uit den zak kunnen kloppen. Je kunt
nu met de luit langs de wegen je kost ver
dienen, en misschien breng je het nog eens
zoo ver dat je zelf je liedjes maakt. Ketel
lappen kan ik je niet ze» vlug leeren, noch
sieraden smeden. En zakkenrollen is te ge
vaarlijk. De opleiding van een goeden zak
kenroller duurt ten minste twee jaar. Toch
zou ik je raden 's middags les te nemen bij
mijn vader, den koning. Hij kan je in een
uur meer leeren dan een ander in een
maand. En het voornaamste is, hij wil je
alles uitleggen, want zijn dankbaarheid te
genover jou kent geen grenzen. Jij hebt mij
gered, maar ook zijn goud".
De jonge luitenant nam les bij den ko
ning. Later had hij alle reden om erkente
Finantieel economisch
weekoverzicht.
Een bevredigend dividend van de
Shell Union De H.V.A in
Atjeh Het jaarverslag van de
Deli Batavia Mij,
Op een basis van Januari 1937 100 had
het indexcijfer der goederenprijzen hier te
lande op 1 Juni j.l. den laagsten stand be
reikt op 62.9. Thans is het cijfer 68. In Ja
nuari 1938 was de stand 74.9. Het is begrij
pelijk, dat hiervan een gunstige invloed is
uitgegaan op de fondsenmarkt. Verschillen
de politieke factoren hebben weliswaar nog
een schaduw op den toestand geworpen,
doch men heeft hieraan toch minder aan
dacht besteed dan waarschijnlijk het geval
zou zijn geweest, indien de eerste teekenen
van economische verbetering zich niet had
den voorgedaan.
Deze invloeden deden zich voelen in een
markt, die reeds was geprepareerd op een
verbetering, doordat het aanbod sinds lan
gen tijd reeds van minimalen omvang was
geweest. Het publiek heeft dan ook aan
vankelijk nog op matige, later op ruimere
schaal, gekocht, met het gevolg, dat zoo
wel New York als Londen, Parijs en Am
sterdam een aanmerkelijke koersstijging te
zien hebben gegeven.
De berichten uit de petroleumindustrie
hadden den laatsten tijd niet bijzonder gun
stig geluid. Sinds kort geven echter de
voorraden ruwe olie in Amerika een daling
te zien, ondanks de stijging, die de produc
tie de laatste weken weer heeft aangetoond.
Dit zou er dan op wijzen, dat de vraag naar
stookolie belangrijk moet zijn toegenomen.
Een ongunstig verschijnsel was nog de stij
ging van den voorraad benzine, doch men
hoopt, dat deze tijdens de zomermaanden
een daling zullen ondergaan.
Een gunstigen indruk maakte de divi
dendaankondiging van de Shell Union Oil
Corporation. Deze maatschappij declareer
de nl. op de gewone aandeelen een eerste
dividend voor het loopende jaar van 35 dol
larcents per aandeel. (Naar men weet is de
Shell Union Oil een van de weinige Ame-
rikaansche maatschappijen, die geen kwar
taaldividend betaalt, gevolgd door een slot-
dividend, doch die een interim-dividend uit
keert, wanneer de resultaten daartoe aan
leiding geven). Verleden jaar heeft zij in
totaal 1 op de gewone aandeelen uitge
keerd; het interim-dividend had toen 50
dollarcents bedragen, en de slotuitkeering
dus eveneens 50 dollarcents. De betaling
van thans beteekent dus wel een achteruit
gang, doch men had op een dividend van
25 dollarcents gerekend, zoodat de aankon
diging per saldo nog meeviel.
Niet oninteressant waren de mededeelin-
gen, die op de dezer dagen gehouden verga
dering van de Shell Transport Trading
Company werden gedaan. Over de Ameri-
kaansche petroleumindustrie merkte de
voorzitter op, dat de winstmarge als te
leurstellend moet worden beschouwd. Men
dient hierbij natuurlijk in aanmerking te
nemen, dat men in een aandeelhoudersver
gadering een oordeel over de vooruitzich
ten natuurlijk slechts kan baseeren op con
crete gegevens en dat men geen verwach
tingen van verbetering kan opbouwen op
verschijnselen, die zich slechts zeer schuch
ter in den allerlaatsten tijd hebben voorge
daan. Het is voor het eerst, dat er in de
ze vergadering eenige positieve mededee-
lingen werden gedaan omtrent de verhou
ding van de Koninklijke-Shellgroep tot de
Mexican Eagle. Opgemerkt werd, dat de
finaneieele belangen van de Shell bij deze
maatschappij (welker bezittingen, naar
men weet, door .de Mexicaansche regeering
geconfiskeerd zijn) betrekkelijk gering zijn.
Men heeft echter een ernstige verantwoor
delijkheid op zich genomen, omdat de Ko-
ninklijke-Shell de zaken dezer maatschappij
beheert.
Aandeelen Koninklijke werden gunstig
beinvloed door de betere berichten uit de
Amerikaansche petroleumindustrie en het
meevallende interim-dividend der Shell
Union Oil. Ook in de verschillende andere
afdeelingen van onze markt heeft deze
week een vaste stemming bestaan. Wel
hebben winstnemingen zoo nu en dan een
deel van de koersstijgingen verloren doen
gaan, maar toch ziet de toestand er thans
heel wat gunstiger uit dan eenige maanden
geleden.
Van suikeraandeelen was vooral het
hoofdfonds, H. V. A„ vast gestemd. Het
heeft de aandacht getrokken, dat de H. V.
lijk te zijn voor hetgeen hem in die weinige
uren onderwezen werd.
En Mariska leerde hem den tijd te be
palen uit den stand der zon, den weg te
vinden in den nacht door het bijkijken der
sterrebeelden, het weer voorspellen uit het
gedrag der dieren, en het nabootsen van
het geroep en gefluit der vogels in het
woud.
De liefde hield Edzke gevangen en alleen
's morgens bij het eerste grauwe morgen
licht, als de ziel der menschen gestemd is
op droeve, zwaarmoedige tonen, dacht hij
met wroeging aan zijn generaal, zijn plicht
en zijn vrienden. Maar als dan weer Kante-
kleer klapwiekend met hel en schel gekraai
den nieuwen dag inluidde voor zijn harem
en deze geluiden tot hem kwamen van vele
kanten, als de merels begonnen te fluiten,
dan keek hij naar de mooie vrouw. De on
rust verdween en er was alleen nog liefde
in de harten der twee jonge menschen.
„Hou je van mij?"
„Voor altijd".
„Zal je me nooit vergeten?"
En toen vroeg ze eensklaps:
„Waarom trouwen we niet?"
De luitenant schrok.
„Je kunt hier blijven", vervolgde zij.
„Mijn vader opvolgen en jij zou koning kun
nen worden over alle zigeuners onder de
zwartwitte vlag, over alle Oud-Duitsche zi
geuners. Je zult den grooten zilveren drink
beker krijgen van koning Kovas den Eer
sten en hertog worden als hij. Je heilige
boom zal de hagedoorn zijn en je wapen
dat van mijn voorouders, de egel met een
tak van den heiligen boom. Moedig als je
A. haar belangen aan de Westkust van
Atjeh heeft uitgebreid. De maatschappij
heeft n.l. een complex gronden in Atjeh in
erfpacht aangevraagd, terwijl de exploratie
van eenige anderè terreinen nog onder han
den is. Men maakt uit deze aanvraag op,
dat de onderneming nog altijd bezig is te
zoeken naar nieuwe mogelijkheden op cul
tuurgebied. Het schijnt in de bedoeling te
liggen dat bedoelde landen zullen worden
ingericht voor de cultuur van palmolie en
lubber. Men zou hieruit nog mogen aflei
den, dat de stijging, die de palmolie-produc
tie sedert een aantal jaren heeft te zien ge
geven, waardoor men in sommige kringen
voor de toekomst een blijvende prijsverla
ging voor dit product verwacht, door de
H.V.A. niet zoo pessimistisch wordt beoor
deeld.
Er zullen echter ook aandeelhouders zijn,
die deze uitbreiding niet zoo gunstig opne
men, omdat daardoor weder de mogelijk
heid wordt geopend, dat in de komende ja
ren belangrijke kapitalen zullen moeten
worden geïnvesteerd en het bestuur er toe
zal worden gebracht, om een nog conserva
tievere dividendpolitiek te volgen dan tot
dusverre het geval was. Men had juist den
indruk gekregen, dat de H. V. A. thans in
een tijdperk van rust was getreden, waar
in zij zou trachten, de vruchten te plukken
van kapitaalinvesteeringen uit vroegere
perioden. De toekomst zal leeren, in hoe
verre deze verwachtingen door de hierbo
ven bedoelde uitbreidingen weer zullen
worden teniet gedaan.
Tabaksaandeelen hebben betrekkelijk
weinig geprofiteerd van de algemeen gun
stige stemming. De resultaten, die tot nu
toe op de Sumatra-tabaksinschrijvingen
werden bereikt, hebben dan ook niet ten
volle aan de verwachtingen beantwoord. De
gemiddelde prijs, die voor de tot nu ioe
verkochte tabak werd gemaakt, bedraagt
nl. 146 cent per kg. tegen 162 cent voor
dezelfde mérken in het vorige jaar. De re
sultaten van de Deli Batavia Mij. steken
echter vrij gunstig af, vergeleken bij ver
leden jaar, omdat de tabak toen zooveel
slechter van kwaliteit wds dan thans het
geval is. De tot nu toe behaalde prijs van
genoemde my. is 141 cent tegen 118 cent
voor dezelfde partijen van verleden jaar
Vergelijkt men den gemiddelden prijs van
den geheelen oogst van verleden jaar, die
<-a. 96 cent per h. kg bedroeg, dan is het
resultaat nog gunstiger.
Intusschen is het jaarverslag over 1937
toch nog meegevallen, daar het reeds aan
gekondigde dividend van 4% ten volle ver
diend is. In tegenstelling met de verwach
ting heeft zelfs de tabaksoogst van dat
jaar nog een kleine winst opgeleverd en
wel van 244.000, voornamelijk omdat men
den kostprijs verder heeft kunnen verlagen
tot ongeveer 92 cent per h.kg.
De Senembah, die eveneens haar jaarver
slag heeft gepubliceerd, maakte verleden
jaar een gemiddelden prijs van 114.19 cent,
terwijl de winst op dezen oogst bedroeg
1.25 millioen. Het dividend bedraagt 12
tegen vorig jaar 10 waarvan reeds
4 ad interim werd betaald.
Een flinke koersstijging boekten rubber-
aandeelen, op de verdere prijsverbetering
van het product tot boven de 6% pence per
lb„ die, zelfs wanneer ze voor een geringe
daling mocht plaats maken, toch als het
begin van een wending ten goede wordt be
schouwd. Verwacht wordt, dat de wereld
voorraden per eind Juni een nieuwe da
ling te zien zullen geven, vooral wat de
voorraden in de Ver. Staten betreft.
Scheepvaartaandeelen zijn slechts weinig
in koers opgeloopen, maar industriëele
waarden kregen ten volle hun deel van de
verbetering in de beursstemming, al bleven
ook hier winstnemingen niet uit.
Op de beleggingsmarkt heeft zich deze
week weinig nieuws voorgedaan en de
koersen bleven nagenoeg onveranderd. Van
buitenlandsche waarden waren de Fran-
sche soorten krachtig in herstel.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop
3 Nederland Cert. 97%97
3%3 Nederland 101%—101%
Kon. Petroleum 324337%332%334%
Shell Union Oil 9%10%
H. V. A. 443 458450 460
Koloniale Bank 129%135
Deli Batavia 211—214%—213—216%
Senembah 244249246254%
Amsterdam-Rubber 191%—202%198
205
Hessa Rubber 101—113%—110—116%
Holland Amerika Lijn 100103101%
Aku 34%—37%
Philips 263%—275%—268—275
Unilever 151%—154%—152—153%
bent zal je de zigeuners weer maken tot 'n
machtig volk". Ze keek hem betooverend
aan met haar diepzwarte oogen. „En", zei
ze, „je zult altijd bij mij blijven. Nooit zal
mijn liefde voor je verflauwen. Ze zal nooit
sterven, maar eeuwig duren, duizenden en
duizenden jaren na dit leven".
„Ja", zuchtte hij. „Ik zou niets liever wil
len". Maar toen dacht hij aan den eed, dien
hij den koning had gezworen en aan zijn
vriend Saxon, die hem zijn volle vertrouwen
had geschonken en hem tot luitenant had
benoemd. Luitenant!
„Neen. Het gaat niet, het gaat niet, lief
ste. Je hebt nooit gevraagd wie ik ben".
„Wat doet dat er toe? De liefde maakt
allen gelijk".
„Ja maar", en zijn stem klonk ernstig.
„Ik kan mijn eed niet breken. Ons geluk
zou rusten op een misdadigen grondslag. Ik
ben officier van het Zweedsche leger. Je
had volkomen gelijk, ik ben uitgezonden om
inlichtingen in te winnen. Je ziet, dat ik je
geheel vertrouw. Ik ben een spion, maar
niet voor Tilly".
„Maar", zei ze. „Dan is je leven in ge
vaar. We zijn hier binnen de keizerlijke
linies en als ze je komen zoeken, zouden
je blauwe oogen en blonde haren je ver
raden. Voor een der onzen zou je zoo niet
kunnen doorgaan".
„Och", antwoordde hij. „Ze zullen mij niet
zoo gemakkelijk krijgen. Niemand zal me
verraden. Ik ben de gast van den stam en
je hebt mij zelf verteld, dat allen mij vrien
delijk gezind zijn en dat elke verrader op
gehangen zou worden. Bovendien, we be
hoeven nog niet te scheiden, nog lang
Om half drie gistermiddag werd de be
handeling van de zaak der uit Oss geban
nen marechausse voor het Ambtenarenge
recht te Den Haag voortgezet.
Aan mr. Van den Burg subst. off. van
justitie te Den Bosch werd gevraagd, of na
de stopzetting op last van den procureur-
generaal van 't onderzoek in de zaak-Van
der Hoven nog een proces-verbaal is inge
komen.
Mr. Van den Burg: Op 28 Maart heb ik
van wachtmeester Van Renes nog een pro
ces-Verbaal ontvangen, dat een nog niet
verjaarde verduistering bevatte.
President: Wat heeft U daarmede ge
daan
Mr. Van den Burg: Dat heb ik met de
andere stukken aan den procureur-gene
raal doorgezonden.
De procureur-generaal: Het betrof hier
een schaderegeling met zekeren Van Ber
gen, en na onderzoek achtte ik geen geval
van verduistering aanwezig.
Mr. James pleit.
Hierna was het woord aan mr. James uit
Apeldoorn als raadsman van de klagers.
Pleiter herinnerde eraan, dat oud-minister
Marchant na de arrestatie in de Organon-
affaire in „Ons Noorden" schreef, dat de
marechaussee de reddende engel is geweest
door opheldering in deze zaak te brengen.
Het kan echter verkeeren, want nog geen
maand later werd die „reddende engel"
aangeduid als „terreur en domheidsmacht".
Daarmede werd de hun verleende ko
ninklijke onderscheiding gediskwalificeerd
en tenslotte volgde hun overplaatsing,
waardoor de klagers zich in hooge mate ge
griefd voelden, omdat zij ieder voor zich er
diep van overtuigd zijn, niet anders te heb
ben gedaan dan hun plicht.
Pleiter wees er vervolgens op, dat de be
teekenis van artikel 148, lid 2 wetboek van
strafvordering is, dat de procureur-gene
raal aan opsporingsambtenaren aanwijzi-
gingen kan geven, maar niet de stopzetting
van een onderzoek of de opheffing van de
opsporingsbevoegdheid kan bevelen. Wan
neer de wet zonder voorbehoud zegt, dat
de wachtmeesters hulpofficier van justitie
zijn, dan is het onbestaanbaar, dat diezelf
de wet zou toelaten, dat de minister van
justitie of welke autoriteit van het open
baar ministerie ook, daarin verandering
kan brengen.
Minister Goscling ging buiten
zijn boekje.
Vervolgens ging pleiter de staatsrechte
lijke positie na van de wachtmeesters der
marechaussee. Er zijn hier drie lijnen te
onderkennen: le die van den minister van
defensie over den inspecteur van het wa
pen naar de divisie-commandanten; 2e die
van den minister van justitie via den procu
reur-generaal, fungeerend directeur van
■politie naar de divisie-commandanten, en
3e die van den minister van justitie via den
procureur-generaal naar den officier van
justitie en de hulpofficieren van justitie.
De minister van justitie heeft zijn optre
den verdedigd met een beroep op het rijks-
politiebesluit, doch pleiter wenscht te con-
stateeren, dat de minister aan dat besluit
niet de bevoegdheid kon ontleenen om een
partieele schorsing te bevelen, zooals hier
in feite is geschied. De minister van defen
sie heeft ten deze te beslissen, doch de mi
nister van justitie heeft hier een overhaast
besluit genomen, teneinde zijn ambtgenoot
van defensie voor een voldongen feit te
stellen
Pleiter las daarna een uitvoerig advies
voor van prof. Van Bemmelen, hoogleeraar
te Leiden over de vraag of de minister van
justitie bevoegd is bevelen te geven ten
aanzien van de opsporingsambtenaren.
Vaststaat, dat de minister bevelen kan
geven aan de officieren van justitie en
ook, dat de officieren bevelen kunnen ge
ven ten aanzien van de uitvoering der
taak van den opsporingsambtenaar, maar
hij kan geen wijziging brengen in de op
dracht van den opsporingsambtenaar,
aangezien hij bij het laatste zou treden in
hetgeen des wetgevers is. De minister is
derhalve niet bevoegd de opsporingsbe
voegdheid van een bepaalden ambtenaar
of van een bepaalde groep van ambtenaren
op te heffen, al dan niet tijdelijk.
Zoolang de wet aan de wachtmeesters
der maréchaussée den titel van hulpoffi
cier van justitie geeft, mag de minister
daarin geen wijziging brengen. De vraag,
dus, of de minister van justitie mocht
doen, wat hij heeft gedaan, en over wel
ke vraag het ambtenarengerecht thans
niet". Hij nam haar in zijn armen en zij
nestelde zich tegen zijn breede borst. „Ik
ben hier niet werkloos. Ik volg het keizer
lijke leger op den voet en heb al enkele
berichten verzonden".
Zij zoende hem hartstochtelijk.
„O! Dus dat waren de briefjes, die je
Hans meegaf. En ik, die dacht, dat er een
andere vrouw was".
„Eeft andere vrouw", lachte hij. „Jij bent
de eerste vrouw, die ik ooit heb liefgehad.
Weet je, ik dacht altijd: Een vrouw brengt
zelfs den verstandigsten man het hoofd op
hol".
„En is het waar?"
„Ik geloof het wel!"
Ze liet het onderwerp trouwen rusten. Ze
dacht misschien dat zij te vroeg had ge
sproken. Er was geen haast.
„Zal je altijd van mij houden? vroeg ze
alleen.
„Altijd", zei Edzke. En hij meende het.
HOOFDSTUK XII.
Stephan, verslagen en vernederd, was
naar de oudste vrouw van den stam ge
gaan. Zij met haar groote wijsheid was het
hoogste orakel. Haar gezag ging ver uit
boven dat van den raja. Zelfs hij kwam in
moeilijke gevallen haar raad vragen.
In een rood fluweelen keurslijf, afgezet
met goudborduursel, zat ze op haar sche
mel. Om haar mageren hals hing een zware
keten van vreemde zilverstukken en aan
haar ooren hingen lange hangers van der-
dérgelfjke munten. Bij haar op de tafel
stond een groote kristallen bol, waarih de
kleuren van den regenboog weerspiegelden.
Zij gaf hem haar beenige hand, zoodat
moet beslissen, beantwoordt prof. Van
Bemmelen dan ook ontkennend. Alleen de
wet kan opsporingsbevoegdheid verleenen
en ontnemen. Onjuist is, dat een dergelijke
bevoegdheid zou zijn te ontleenen aan het
rijkspolitiebesluit. Thans heeft de minis
ter aan de wachtmeesters iets ontnomen,
waarover hij niets te zeggen had.
Nu zegt de minister wel, dat gezorgd
moet worden voor een goede samenwer
king en dat zulks bij verschil van mee
ning niet mogelijk zou zijn, zonder in te
grijpen in de opsporingsbevoegdheid, doch
dan zou geval voor geval moeten wor
den bekeken en beslist moeten worden,
wie met het dan onderhavige onderzoek
zou moeten doorgaan.
De conclusie van het advies van prof.
Van Bemmelen is, dat het door den mi
nister aan de brigade Oss gegeven bevel
om zich van verder opsporingsonderzoek te
onthouden en de zaken door te geven aan
de gemeente-politie in strijd is met het
wetboek van strafvordering en speciaal
met artikel 141.
Pleiter constateerde voorts dat het mo
tief voor den door den minister genomen
maatregel uitsluitend is geweest het ge
pretendeerd optreden van de Ossche bri
gade. Maar waarom krijgen deze men
schen dan in hun nieuwe standplaatsen op
nieuw de opsporingsbevoegdheid? Daaruit
blijkt wel voldoende, dat de maatregel niet
tot motief had „onbekwaamheid".
Wanneer men beweert, dat de maatre
gel moest worden genomen wegens onoor
deelkundig en onjuist optreden in Oss, ter
wijl de menschen in de nieuwe standplaat
sen opnieuw gelegenheid krijgen dezelfde
methoden toe te passen, dan had zulk een
maatregel niet mogen worden genomen
zonder een behoorlijk onderzoek der fei
ten. Een dergelijk onderzoek nu heeft:
niet plaats gehad. Alleen De Gier is een
verhoor afgenomen, doch welk een ver
hoor.
Pleiter was van oordeel, dat aangeno
men moet worden, dat niet meer mocht
worden ontdekt en daarom heeft men het
erop aangelegd de wachtmeesters der Os
sche brigade allen over te plaatsen. Die
toeleg is gelukt, maar, vraagt pleiter,
waarom heeft men de officieren van de
maréchaussée niet op de hoogte gesteld
van het beweerde onjuist optreden hunner
ondergeschikten
De president: Ik moet U verzoeken niet
op deze wijze voort te gaan. Wanneer U
meent kwade trouw in het geding te mo
gen brengen, dan zal ik de behandeling
schorsen en daarna beslissen, hoe de ver
dere behandeling der zaak zal geschieden.
Ik kan die uitlatingen niet toelaten in het
algemeen belang en ik maak U daarop
uitdrukkelijk opmerkzaam.
Mr. James keurde het vervolgens af, dat
de maatregel, waarbij op 15 November
1937 aan de brigade het opsporingsonder
zoek in gemeentelijke zaken werd ontno
men, niet ter kennis is gebracht van den
betrokken districtscommandant.
De president: Ik kom nog even op mijn
straks gesproken woorden terug. Wanneer
U meent den minister of andere autori
teiten te moeten beschuldigen van hande
lingen te kwader trouw te hebben ver
richt, dan kan ik U dat niet verhinderen,
want U heeft dat recht. Alleen wilde ik
zeggen, dat ik dan de zaak in het alge
meen belang verder met gesloten deuren
zal doen behandelen.
Mr. James ging vervolgens de verschil
lende gevallen na.
Wat betreft de zaak der werkverschaf
fing, bestond het vermoeden, dat de lei
ders zich ten koste van de jeugdige te-
werkgestelden zouden hebben bevoordeeld.
Wat is er gemeener dan zoo'n daad? vraagt
pleiter, en is het dan niet voor de hand
liggend, dat de maréchaussée een onder
zoek naar de ter zake te harer kennis ge
komen klachten gaat instellen? En hoe
is het te verklaren, dat de officier na ken
nisneming van de stukken een bevel tot
arrestatie geeft en voorts verlenging van
de gevangenhouding vordert? Eu waarom
heeft de officier, toen de verdachten wer
den vrijgelaten, het noodig geoordeeld, om
nog tegen hen te zeggen: „Jullie hebt je
schandelijk gedragen
Pleiter achtte het begrijpelijk, dat de
maréchaussée, toen zij van de geruchten in
zake fraude bij de werkverschaffing hoor
de, op onderzoek is uitgegaan, en alles
heeft gedaan, om hier klaarheid te bren
gen.
Nu is wel gezegd, dat het aantal aardap
pelen, dat verduisterd zou zijn, niet zoo
hg el groot was en dat dit niet een optreden
haar gezicht vol vouwen en rimpels onder
de dunne grijze haren vlak bij het zijne was.
Zij keek hem zoo scherp in de oogen, dat
de angst zich van hem meester maakte.
Toen staarde ze in den glazen bol, lang,
heel lang, en hij voelde nu de vrees zoo
sterk, dat hij gaarne gevlucht zou zijn.
„Mariska", klaagde hij met sidderende
stem. „Zou toch mijn verloofde worden. En
nu is ze altijd bij dien goja".
Zij liet zijn hand los, haar handen vielen
op haar schoot, haar oogleden sloten zich.
„Mariska", kwam zacht over haar lippen.
„Mariska". Ze dacht aan haar eigen jeugd,
die ook niet heelemaal zonder avonturen
was verloopen, en nu, oud en afgeleefd,
mocht ze zich nog zoo graag verdiepen in
die herinneringen.
Toen sprak ze: „Eigen schuld. Je hebt
haar in den steek gelaten, toen je de ge
legenheid had voor haar te sterven. Nu zul
je zonder haar moeten leven. Een vrouw
vergeet nooit, dat ze niet op een man kan
vertrouwen. Jij hebt den vuurproef niet
kunnen doorstaan. Geef je hand nog eens",-
zei ze, greep die en keek naar de lijnen.
„Pas op, jongetje, pas op. Haal geen ge-
meene streken meer uit. Dan hangen ze je
aan een boom en je zult meeslingeren met
den wind".
Haastig was hij weggegaan. Meeslingeren
met den wind. Vele zigeuners hadden in
den wind geslingerd. Voor paardendiefstal,
moord en kinderroof. Daarom waren ze
bang voor den wind.
(Wordt vervolgd.