De affaire-Oss voor het Ambtenaren-gerecht. KRONIEK van den DAG. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 25 JUNI 1938. Teekenen van economische verbetering. Een ontmoeting aan de Bosporus. De president der Turksche republiek, Kemal Ataturk is deze week aan het spe levaren geweest. Maar niet louter voor zijn genoegen. Zijn jacht -kwam te Istan- boel aan; Istanboel, het onder 't huidige régime ten deele van zijn luister beroofde, maar nog altijd verrukkelijk gelegen en prachtige Constantinopel. Daar werd lig plaats gekozen en gewacht op de komst van een ander schip. Een vaartuig, met niemand minder dan koning Carol van Roemenië aan boord, wien eveneens hjt verlangen naar Bosporus en Gouden Hoorn blijkbaar te machtig was geworden. Nu beide staatshoofden, heel toevallig natuurlijk! zoo dicht in eikaars buurt wa ren, kon het wel niet anders, of een ont moeting, zeer vriendschappelijk en h'arte- .lijk, kwam tot stand. Koning en President hebben de gelegenheid aangegrepen tot een vrij langdurig onderhoud, dat natuur lijk niet alleen over de schoonheid der ■omgeving, over koetjes en kalfjes, heeft geloopen. De hooge politiek is er bij be trokken geweest. Er verluidde dan ook, dat Boekarest aan het onderhoud meer dan gewone beteekenis hechtte. Wélke beteekenis? 't Is niet zoo moei lijk combinaties op te stellen. Zoowel Roe menië als Turkije behooren tot de Bal kanfederatie en de gebeurtenissen der laatste maanden moeten op dien statenbond wel indruk hebben gemaakt. Sinds Duitsch- land met Oostenrijk vergroot is, heeft het zijn „Drang nach Osten" nog wel niet os tentatief, maar toch zeer merkbaar ver hoogd. Roemenië, bekend petroleumprodu- ■cent, staat mee vooraan op het lijstje der onder Duitsche invloedsfeer te brengen staten. Petroleum is een grondstof, waar van het Derde Rjjk, met zijn forsche be wapening en voortgezette industrialisatie, nooit te veel kan hebben en de Roemeen- sche bronnen liggen nu bijna voor 't grij pen. Slechts Hongarije kormt nog een soort versperring, maar wordt zorgvuldig uit en door Berlijn „bewerkt". De petroleum lokt en telkens verneemt men Duitsche klanken, waaruit zeer vast omlijnde pretenties blijken. Zoo heeft de pers van onze Oosterburen al eenige ont stemming getoond over het feit, dat de Roemeensche oud-minister-president Tata- rescoe zich dezer dagen naar Londen heeft begeven, ook alweer niet louter voor zijn genoegen. Hij heeft er o.a. met lord Hali fax gesproken en zou, naar verluidde, een bezoek van den Roemeenschen Koning aan de Britsche hoofdstad (in October a.s.) voorbereiden. Bezoek, dat wegens de tijds omstandigheden dit voorjaar niet is door gegaan. De „National Zeitung", orgaan van Göring, vierjarenplan-dictator, uitte nu de vrees, dat Engeland door middel van een leening voor het aanboren van nieuwe bron nen op het leeuwendeel' van den Roemeen schen petroleum-uitvoer beslag^ zou leggen. Bovendien zou Tatarescpe zijn gaan spre ken over spoorwegaanleg tot het bevor deren van betere mijn-exploitatieMet Turkije zijn de Engelsehen al een heel eind verder opgeschoten. Het Lagerhuis heeft dezer dagen in eerste lezing, een over eenkomst, waarbij den Turken een cre- diet voor hun herbewapening wordt ver leend, aangenomen. Duitsche politieke kringen zien een en ander als een Brit sche „inmenging" in gebieden, waar h.i. toch eigenlijk Duitschland de meeste rech ten dient te hebben. Die totnutoe slechts onofficieel gedemon streerde belangenstrijd ontgaat natuurlijk noch Boekarest, noch Ankara. Dus is het begrijpelijk, dat Koning Carol én Kemal Ataturk wel eens van man tot man ge dachten wilden uitwisselen over den stand van zaken. Roemenië wil, hoezeer ook op zijn hoede, goede vrienden met Duitsch land blijven en heeft zich derhalve ge leend tot onderhandelingen over economi. sche, door den Anschluste opgeworpen kwesties. Turkije wenscht evenmin zijn Duitsche connecties te verwaarloozen. Bei de landen zien de voordeelen, maar tevens de gevaren, die de „concurrentie" Londen- Berlijn voor hen meebrengt. Het te Istan boel gepleegde overleg zal dus wel de vaststelling van zekere richtsnoeren voor de te volgen gedragslijn hebben betrofferr. IN GEHEIMEN DIENST. Historische Avonturenroman. Door G. P. BAKKER. 16). „Je hebt een aangename stem", zei ze, „je kunt het leeren en het is niet moeilijk. Juist zoo is het goed: Mjjn liefste heeft twee donkere oogen, 't Is een zwart zigeunerkind. Liedjes van liefde en haat en van zwer vers langs den grooten weg. Een zigeuner zwerft door de wereld. Vindt nergens vrede of rust. Verlaat des morgens het meisje Dat hij 's nachts heeft gekust Een zigeuner zwerft". „Jij bent nu een zigeuner en je moet een beroep hebben", legde zij hem uit. „Als je op zwart zaad zit, moet je de menschen het geld uit den zak kunnen kloppen. Je kunt nu met de luit langs de wegen je kost ver dienen, en misschien breng je het nog eens zoo ver dat je zelf je liedjes maakt. Ketel lappen kan ik je niet ze» vlug leeren, noch sieraden smeden. En zakkenrollen is te ge vaarlijk. De opleiding van een goeden zak kenroller duurt ten minste twee jaar. Toch zou ik je raden 's middags les te nemen bij mijn vader, den koning. Hij kan je in een uur meer leeren dan een ander in een maand. En het voornaamste is, hij wil je alles uitleggen, want zijn dankbaarheid te genover jou kent geen grenzen. Jij hebt mij gered, maar ook zijn goud". De jonge luitenant nam les bij den ko ning. Later had hij alle reden om erkente Finantieel economisch weekoverzicht. Een bevredigend dividend van de Shell Union De H.V.A in Atjeh Het jaarverslag van de Deli Batavia Mij, Op een basis van Januari 1937 100 had het indexcijfer der goederenprijzen hier te lande op 1 Juni j.l. den laagsten stand be reikt op 62.9. Thans is het cijfer 68. In Ja nuari 1938 was de stand 74.9. Het is begrij pelijk, dat hiervan een gunstige invloed is uitgegaan op de fondsenmarkt. Verschillen de politieke factoren hebben weliswaar nog een schaduw op den toestand geworpen, doch men heeft hieraan toch minder aan dacht besteed dan waarschijnlijk het geval zou zijn geweest, indien de eerste teekenen van economische verbetering zich niet had den voorgedaan. Deze invloeden deden zich voelen in een markt, die reeds was geprepareerd op een verbetering, doordat het aanbod sinds lan gen tijd reeds van minimalen omvang was geweest. Het publiek heeft dan ook aan vankelijk nog op matige, later op ruimere schaal, gekocht, met het gevolg, dat zoo wel New York als Londen, Parijs en Am sterdam een aanmerkelijke koersstijging te zien hebben gegeven. De berichten uit de petroleumindustrie hadden den laatsten tijd niet bijzonder gun stig geluid. Sinds kort geven echter de voorraden ruwe olie in Amerika een daling te zien, ondanks de stijging, die de produc tie de laatste weken weer heeft aangetoond. Dit zou er dan op wijzen, dat de vraag naar stookolie belangrijk moet zijn toegenomen. Een ongunstig verschijnsel was nog de stij ging van den voorraad benzine, doch men hoopt, dat deze tijdens de zomermaanden een daling zullen ondergaan. Een gunstigen indruk maakte de divi dendaankondiging van de Shell Union Oil Corporation. Deze maatschappij declareer de nl. op de gewone aandeelen een eerste dividend voor het loopende jaar van 35 dol larcents per aandeel. (Naar men weet is de Shell Union Oil een van de weinige Ame- rikaansche maatschappijen, die geen kwar taaldividend betaalt, gevolgd door een slot- dividend, doch die een interim-dividend uit keert, wanneer de resultaten daartoe aan leiding geven). Verleden jaar heeft zij in totaal 1 op de gewone aandeelen uitge keerd; het interim-dividend had toen 50 dollarcents bedragen, en de slotuitkeering dus eveneens 50 dollarcents. De betaling van thans beteekent dus wel een achteruit gang, doch men had op een dividend van 25 dollarcents gerekend, zoodat de aankon diging per saldo nog meeviel. Niet oninteressant waren de mededeelin- gen, die op de dezer dagen gehouden verga dering van de Shell Transport Trading Company werden gedaan. Over de Ameri- kaansche petroleumindustrie merkte de voorzitter op, dat de winstmarge als te leurstellend moet worden beschouwd. Men dient hierbij natuurlijk in aanmerking te nemen, dat men in een aandeelhoudersver gadering een oordeel over de vooruitzich ten natuurlijk slechts kan baseeren op con crete gegevens en dat men geen verwach tingen van verbetering kan opbouwen op verschijnselen, die zich slechts zeer schuch ter in den allerlaatsten tijd hebben voorge daan. Het is voor het eerst, dat er in de ze vergadering eenige positieve mededee- lingen werden gedaan omtrent de verhou ding van de Koninklijke-Shellgroep tot de Mexican Eagle. Opgemerkt werd, dat de finaneieele belangen van de Shell bij deze maatschappij (welker bezittingen, naar men weet, door .de Mexicaansche regeering geconfiskeerd zijn) betrekkelijk gering zijn. Men heeft echter een ernstige verantwoor delijkheid op zich genomen, omdat de Ko- ninklijke-Shell de zaken dezer maatschappij beheert. Aandeelen Koninklijke werden gunstig beinvloed door de betere berichten uit de Amerikaansche petroleumindustrie en het meevallende interim-dividend der Shell Union Oil. Ook in de verschillende andere afdeelingen van onze markt heeft deze week een vaste stemming bestaan. Wel hebben winstnemingen zoo nu en dan een deel van de koersstijgingen verloren doen gaan, maar toch ziet de toestand er thans heel wat gunstiger uit dan eenige maanden geleden. Van suikeraandeelen was vooral het hoofdfonds, H. V. A„ vast gestemd. Het heeft de aandacht getrokken, dat de H. V. lijk te zijn voor hetgeen hem in die weinige uren onderwezen werd. En Mariska leerde hem den tijd te be palen uit den stand der zon, den weg te vinden in den nacht door het bijkijken der sterrebeelden, het weer voorspellen uit het gedrag der dieren, en het nabootsen van het geroep en gefluit der vogels in het woud. De liefde hield Edzke gevangen en alleen 's morgens bij het eerste grauwe morgen licht, als de ziel der menschen gestemd is op droeve, zwaarmoedige tonen, dacht hij met wroeging aan zijn generaal, zijn plicht en zijn vrienden. Maar als dan weer Kante- kleer klapwiekend met hel en schel gekraai den nieuwen dag inluidde voor zijn harem en deze geluiden tot hem kwamen van vele kanten, als de merels begonnen te fluiten, dan keek hij naar de mooie vrouw. De on rust verdween en er was alleen nog liefde in de harten der twee jonge menschen. „Hou je van mij?" „Voor altijd". „Zal je me nooit vergeten?" En toen vroeg ze eensklaps: „Waarom trouwen we niet?" De luitenant schrok. „Je kunt hier blijven", vervolgde zij. „Mijn vader opvolgen en jij zou koning kun nen worden over alle zigeuners onder de zwartwitte vlag, over alle Oud-Duitsche zi geuners. Je zult den grooten zilveren drink beker krijgen van koning Kovas den Eer sten en hertog worden als hij. Je heilige boom zal de hagedoorn zijn en je wapen dat van mijn voorouders, de egel met een tak van den heiligen boom. Moedig als je A. haar belangen aan de Westkust van Atjeh heeft uitgebreid. De maatschappij heeft n.l. een complex gronden in Atjeh in erfpacht aangevraagd, terwijl de exploratie van eenige anderè terreinen nog onder han den is. Men maakt uit deze aanvraag op, dat de onderneming nog altijd bezig is te zoeken naar nieuwe mogelijkheden op cul tuurgebied. Het schijnt in de bedoeling te liggen dat bedoelde landen zullen worden ingericht voor de cultuur van palmolie en lubber. Men zou hieruit nog mogen aflei den, dat de stijging, die de palmolie-produc tie sedert een aantal jaren heeft te zien ge geven, waardoor men in sommige kringen voor de toekomst een blijvende prijsverla ging voor dit product verwacht, door de H.V.A. niet zoo pessimistisch wordt beoor deeld. Er zullen echter ook aandeelhouders zijn, die deze uitbreiding niet zoo gunstig opne men, omdat daardoor weder de mogelijk heid wordt geopend, dat in de komende ja ren belangrijke kapitalen zullen moeten worden geïnvesteerd en het bestuur er toe zal worden gebracht, om een nog conserva tievere dividendpolitiek te volgen dan tot dusverre het geval was. Men had juist den indruk gekregen, dat de H. V. A. thans in een tijdperk van rust was getreden, waar in zij zou trachten, de vruchten te plukken van kapitaalinvesteeringen uit vroegere perioden. De toekomst zal leeren, in hoe verre deze verwachtingen door de hierbo ven bedoelde uitbreidingen weer zullen worden teniet gedaan. Tabaksaandeelen hebben betrekkelijk weinig geprofiteerd van de algemeen gun stige stemming. De resultaten, die tot nu toe op de Sumatra-tabaksinschrijvingen werden bereikt, hebben dan ook niet ten volle aan de verwachtingen beantwoord. De gemiddelde prijs, die voor de tot nu ioe verkochte tabak werd gemaakt, bedraagt nl. 146 cent per kg. tegen 162 cent voor dezelfde mérken in het vorige jaar. De re sultaten van de Deli Batavia Mij. steken echter vrij gunstig af, vergeleken bij ver leden jaar, omdat de tabak toen zooveel slechter van kwaliteit wds dan thans het geval is. De tot nu toe behaalde prijs van genoemde my. is 141 cent tegen 118 cent voor dezelfde partijen van verleden jaar Vergelijkt men den gemiddelden prijs van den geheelen oogst van verleden jaar, die <-a. 96 cent per h. kg bedroeg, dan is het resultaat nog gunstiger. Intusschen is het jaarverslag over 1937 toch nog meegevallen, daar het reeds aan gekondigde dividend van 4% ten volle ver diend is. In tegenstelling met de verwach ting heeft zelfs de tabaksoogst van dat jaar nog een kleine winst opgeleverd en wel van 244.000, voornamelijk omdat men den kostprijs verder heeft kunnen verlagen tot ongeveer 92 cent per h.kg. De Senembah, die eveneens haar jaarver slag heeft gepubliceerd, maakte verleden jaar een gemiddelden prijs van 114.19 cent, terwijl de winst op dezen oogst bedroeg 1.25 millioen. Het dividend bedraagt 12 tegen vorig jaar 10 waarvan reeds 4 ad interim werd betaald. Een flinke koersstijging boekten rubber- aandeelen, op de verdere prijsverbetering van het product tot boven de 6% pence per lb„ die, zelfs wanneer ze voor een geringe daling mocht plaats maken, toch als het begin van een wending ten goede wordt be schouwd. Verwacht wordt, dat de wereld voorraden per eind Juni een nieuwe da ling te zien zullen geven, vooral wat de voorraden in de Ver. Staten betreft. Scheepvaartaandeelen zijn slechts weinig in koers opgeloopen, maar industriëele waarden kregen ten volle hun deel van de verbetering in de beursstemming, al bleven ook hier winstnemingen niet uit. Op de beleggingsmarkt heeft zich deze week weinig nieuws voorgedaan en de koersen bleven nagenoeg onveranderd. Van buitenlandsche waarden waren de Fran- sche soorten krachtig in herstel. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop 3 Nederland Cert. 97%97 3%3 Nederland 101%—101% Kon. Petroleum 324337%332%334% Shell Union Oil 9%10% H. V. A. 443 458450 460 Koloniale Bank 129%135 Deli Batavia 211—214%—213—216% Senembah 244249246254% Amsterdam-Rubber 191%—202%198 205 Hessa Rubber 101—113%—110—116% Holland Amerika Lijn 100103101% Aku 34%—37% Philips 263%—275%—268—275 Unilever 151%—154%—152—153% bent zal je de zigeuners weer maken tot 'n machtig volk". Ze keek hem betooverend aan met haar diepzwarte oogen. „En", zei ze, „je zult altijd bij mij blijven. Nooit zal mijn liefde voor je verflauwen. Ze zal nooit sterven, maar eeuwig duren, duizenden en duizenden jaren na dit leven". „Ja", zuchtte hij. „Ik zou niets liever wil len". Maar toen dacht hij aan den eed, dien hij den koning had gezworen en aan zijn vriend Saxon, die hem zijn volle vertrouwen had geschonken en hem tot luitenant had benoemd. Luitenant! „Neen. Het gaat niet, het gaat niet, lief ste. Je hebt nooit gevraagd wie ik ben". „Wat doet dat er toe? De liefde maakt allen gelijk". „Ja maar", en zijn stem klonk ernstig. „Ik kan mijn eed niet breken. Ons geluk zou rusten op een misdadigen grondslag. Ik ben officier van het Zweedsche leger. Je had volkomen gelijk, ik ben uitgezonden om inlichtingen in te winnen. Je ziet, dat ik je geheel vertrouw. Ik ben een spion, maar niet voor Tilly". „Maar", zei ze. „Dan is je leven in ge vaar. We zijn hier binnen de keizerlijke linies en als ze je komen zoeken, zouden je blauwe oogen en blonde haren je ver raden. Voor een der onzen zou je zoo niet kunnen doorgaan". „Och", antwoordde hij. „Ze zullen mij niet zoo gemakkelijk krijgen. Niemand zal me verraden. Ik ben de gast van den stam en je hebt mij zelf verteld, dat allen mij vrien delijk gezind zijn en dat elke verrader op gehangen zou worden. Bovendien, we be hoeven nog niet te scheiden, nog lang Om half drie gistermiddag werd de be handeling van de zaak der uit Oss geban nen marechausse voor het Ambtenarenge recht te Den Haag voortgezet. Aan mr. Van den Burg subst. off. van justitie te Den Bosch werd gevraagd, of na de stopzetting op last van den procureur- generaal van 't onderzoek in de zaak-Van der Hoven nog een proces-verbaal is inge komen. Mr. Van den Burg: Op 28 Maart heb ik van wachtmeester Van Renes nog een pro ces-Verbaal ontvangen, dat een nog niet verjaarde verduistering bevatte. President: Wat heeft U daarmede ge daan Mr. Van den Burg: Dat heb ik met de andere stukken aan den procureur-gene raal doorgezonden. De procureur-generaal: Het betrof hier een schaderegeling met zekeren Van Ber gen, en na onderzoek achtte ik geen geval van verduistering aanwezig. Mr. James pleit. Hierna was het woord aan mr. James uit Apeldoorn als raadsman van de klagers. Pleiter herinnerde eraan, dat oud-minister Marchant na de arrestatie in de Organon- affaire in „Ons Noorden" schreef, dat de marechaussee de reddende engel is geweest door opheldering in deze zaak te brengen. Het kan echter verkeeren, want nog geen maand later werd die „reddende engel" aangeduid als „terreur en domheidsmacht". Daarmede werd de hun verleende ko ninklijke onderscheiding gediskwalificeerd en tenslotte volgde hun overplaatsing, waardoor de klagers zich in hooge mate ge griefd voelden, omdat zij ieder voor zich er diep van overtuigd zijn, niet anders te heb ben gedaan dan hun plicht. Pleiter wees er vervolgens op, dat de be teekenis van artikel 148, lid 2 wetboek van strafvordering is, dat de procureur-gene raal aan opsporingsambtenaren aanwijzi- gingen kan geven, maar niet de stopzetting van een onderzoek of de opheffing van de opsporingsbevoegdheid kan bevelen. Wan neer de wet zonder voorbehoud zegt, dat de wachtmeesters hulpofficier van justitie zijn, dan is het onbestaanbaar, dat diezelf de wet zou toelaten, dat de minister van justitie of welke autoriteit van het open baar ministerie ook, daarin verandering kan brengen. Minister Goscling ging buiten zijn boekje. Vervolgens ging pleiter de staatsrechte lijke positie na van de wachtmeesters der marechaussee. Er zijn hier drie lijnen te onderkennen: le die van den minister van defensie over den inspecteur van het wa pen naar de divisie-commandanten; 2e die van den minister van justitie via den procu reur-generaal, fungeerend directeur van ■politie naar de divisie-commandanten, en 3e die van den minister van justitie via den procureur-generaal naar den officier van justitie en de hulpofficieren van justitie. De minister van justitie heeft zijn optre den verdedigd met een beroep op het rijks- politiebesluit, doch pleiter wenscht te con- stateeren, dat de minister aan dat besluit niet de bevoegdheid kon ontleenen om een partieele schorsing te bevelen, zooals hier in feite is geschied. De minister van defen sie heeft ten deze te beslissen, doch de mi nister van justitie heeft hier een overhaast besluit genomen, teneinde zijn ambtgenoot van defensie voor een voldongen feit te stellen Pleiter las daarna een uitvoerig advies voor van prof. Van Bemmelen, hoogleeraar te Leiden over de vraag of de minister van justitie bevoegd is bevelen te geven ten aanzien van de opsporingsambtenaren. Vaststaat, dat de minister bevelen kan geven aan de officieren van justitie en ook, dat de officieren bevelen kunnen ge ven ten aanzien van de uitvoering der taak van den opsporingsambtenaar, maar hij kan geen wijziging brengen in de op dracht van den opsporingsambtenaar, aangezien hij bij het laatste zou treden in hetgeen des wetgevers is. De minister is derhalve niet bevoegd de opsporingsbe voegdheid van een bepaalden ambtenaar of van een bepaalde groep van ambtenaren op te heffen, al dan niet tijdelijk. Zoolang de wet aan de wachtmeesters der maréchaussée den titel van hulpoffi cier van justitie geeft, mag de minister daarin geen wijziging brengen. De vraag, dus, of de minister van justitie mocht doen, wat hij heeft gedaan, en over wel ke vraag het ambtenarengerecht thans niet". Hij nam haar in zijn armen en zij nestelde zich tegen zijn breede borst. „Ik ben hier niet werkloos. Ik volg het keizer lijke leger op den voet en heb al enkele berichten verzonden". Zij zoende hem hartstochtelijk. „O! Dus dat waren de briefjes, die je Hans meegaf. En ik, die dacht, dat er een andere vrouw was". „Eeft andere vrouw", lachte hij. „Jij bent de eerste vrouw, die ik ooit heb liefgehad. Weet je, ik dacht altijd: Een vrouw brengt zelfs den verstandigsten man het hoofd op hol". „En is het waar?" „Ik geloof het wel!" Ze liet het onderwerp trouwen rusten. Ze dacht misschien dat zij te vroeg had ge sproken. Er was geen haast. „Zal je altijd van mij houden? vroeg ze alleen. „Altijd", zei Edzke. En hij meende het. HOOFDSTUK XII. Stephan, verslagen en vernederd, was naar de oudste vrouw van den stam ge gaan. Zij met haar groote wijsheid was het hoogste orakel. Haar gezag ging ver uit boven dat van den raja. Zelfs hij kwam in moeilijke gevallen haar raad vragen. In een rood fluweelen keurslijf, afgezet met goudborduursel, zat ze op haar sche mel. Om haar mageren hals hing een zware keten van vreemde zilverstukken en aan haar ooren hingen lange hangers van der- dérgelfjke munten. Bij haar op de tafel stond een groote kristallen bol, waarih de kleuren van den regenboog weerspiegelden. Zij gaf hem haar beenige hand, zoodat moet beslissen, beantwoordt prof. Van Bemmelen dan ook ontkennend. Alleen de wet kan opsporingsbevoegdheid verleenen en ontnemen. Onjuist is, dat een dergelijke bevoegdheid zou zijn te ontleenen aan het rijkspolitiebesluit. Thans heeft de minis ter aan de wachtmeesters iets ontnomen, waarover hij niets te zeggen had. Nu zegt de minister wel, dat gezorgd moet worden voor een goede samenwer king en dat zulks bij verschil van mee ning niet mogelijk zou zijn, zonder in te grijpen in de opsporingsbevoegdheid, doch dan zou geval voor geval moeten wor den bekeken en beslist moeten worden, wie met het dan onderhavige onderzoek zou moeten doorgaan. De conclusie van het advies van prof. Van Bemmelen is, dat het door den mi nister aan de brigade Oss gegeven bevel om zich van verder opsporingsonderzoek te onthouden en de zaken door te geven aan de gemeente-politie in strijd is met het wetboek van strafvordering en speciaal met artikel 141. Pleiter constateerde voorts dat het mo tief voor den door den minister genomen maatregel uitsluitend is geweest het ge pretendeerd optreden van de Ossche bri gade. Maar waarom krijgen deze men schen dan in hun nieuwe standplaatsen op nieuw de opsporingsbevoegdheid? Daaruit blijkt wel voldoende, dat de maatregel niet tot motief had „onbekwaamheid". Wanneer men beweert, dat de maatre gel moest worden genomen wegens onoor deelkundig en onjuist optreden in Oss, ter wijl de menschen in de nieuwe standplaat sen opnieuw gelegenheid krijgen dezelfde methoden toe te passen, dan had zulk een maatregel niet mogen worden genomen zonder een behoorlijk onderzoek der fei ten. Een dergelijk onderzoek nu heeft: niet plaats gehad. Alleen De Gier is een verhoor afgenomen, doch welk een ver hoor. Pleiter was van oordeel, dat aangeno men moet worden, dat niet meer mocht worden ontdekt en daarom heeft men het erop aangelegd de wachtmeesters der Os sche brigade allen over te plaatsen. Die toeleg is gelukt, maar, vraagt pleiter, waarom heeft men de officieren van de maréchaussée niet op de hoogte gesteld van het beweerde onjuist optreden hunner ondergeschikten De president: Ik moet U verzoeken niet op deze wijze voort te gaan. Wanneer U meent kwade trouw in het geding te mo gen brengen, dan zal ik de behandeling schorsen en daarna beslissen, hoe de ver dere behandeling der zaak zal geschieden. Ik kan die uitlatingen niet toelaten in het algemeen belang en ik maak U daarop uitdrukkelijk opmerkzaam. Mr. James keurde het vervolgens af, dat de maatregel, waarbij op 15 November 1937 aan de brigade het opsporingsonder zoek in gemeentelijke zaken werd ontno men, niet ter kennis is gebracht van den betrokken districtscommandant. De president: Ik kom nog even op mijn straks gesproken woorden terug. Wanneer U meent den minister of andere autori teiten te moeten beschuldigen van hande lingen te kwader trouw te hebben ver richt, dan kan ik U dat niet verhinderen, want U heeft dat recht. Alleen wilde ik zeggen, dat ik dan de zaak in het alge meen belang verder met gesloten deuren zal doen behandelen. Mr. James ging vervolgens de verschil lende gevallen na. Wat betreft de zaak der werkverschaf fing, bestond het vermoeden, dat de lei ders zich ten koste van de jeugdige te- werkgestelden zouden hebben bevoordeeld. Wat is er gemeener dan zoo'n daad? vraagt pleiter, en is het dan niet voor de hand liggend, dat de maréchaussée een onder zoek naar de ter zake te harer kennis ge komen klachten gaat instellen? En hoe is het te verklaren, dat de officier na ken nisneming van de stukken een bevel tot arrestatie geeft en voorts verlenging van de gevangenhouding vordert? Eu waarom heeft de officier, toen de verdachten wer den vrijgelaten, het noodig geoordeeld, om nog tegen hen te zeggen: „Jullie hebt je schandelijk gedragen Pleiter achtte het begrijpelijk, dat de maréchaussée, toen zij van de geruchten in zake fraude bij de werkverschaffing hoor de, op onderzoek is uitgegaan, en alles heeft gedaan, om hier klaarheid te bren gen. Nu is wel gezegd, dat het aantal aardap pelen, dat verduisterd zou zijn, niet zoo hg el groot was en dat dit niet een optreden haar gezicht vol vouwen en rimpels onder de dunne grijze haren vlak bij het zijne was. Zij keek hem zoo scherp in de oogen, dat de angst zich van hem meester maakte. Toen staarde ze in den glazen bol, lang, heel lang, en hij voelde nu de vrees zoo sterk, dat hij gaarne gevlucht zou zijn. „Mariska", klaagde hij met sidderende stem. „Zou toch mijn verloofde worden. En nu is ze altijd bij dien goja". Zij liet zijn hand los, haar handen vielen op haar schoot, haar oogleden sloten zich. „Mariska", kwam zacht over haar lippen. „Mariska". Ze dacht aan haar eigen jeugd, die ook niet heelemaal zonder avonturen was verloopen, en nu, oud en afgeleefd, mocht ze zich nog zoo graag verdiepen in die herinneringen. Toen sprak ze: „Eigen schuld. Je hebt haar in den steek gelaten, toen je de ge legenheid had voor haar te sterven. Nu zul je zonder haar moeten leven. Een vrouw vergeet nooit, dat ze niet op een man kan vertrouwen. Jij hebt den vuurproef niet kunnen doorstaan. Geef je hand nog eens",- zei ze, greep die en keek naar de lijnen. „Pas op, jongetje, pas op. Haal geen ge- meene streken meer uit. Dan hangen ze je aan een boom en je zult meeslingeren met den wind". Haastig was hij weggegaan. Meeslingeren met den wind. Vele zigeuners hadden in den wind geslingerd. Voor paardendiefstal, moord en kinderroof. Daarom waren ze bang voor den wind. (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5