HFFMAFSTOFZUIGERSf OA - KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. FIJN! SANOSTOL met frisschen TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 22 JUNI 1938. No. 144. IN GEHEIMEN DIENST. KERK EN SCHOOL. MIDDELBURG. Sanostol! (Ingez. Med.) VLISSINGEN. WALCHEREN. HENGELO één model, één prijs J[ Verkrijgbaar bijElectro Techn. Bureau M. J. v. d. BERGE, L. J. van 't WESTENDE, Mussolini heeft haast. Graaf Ciano, de Italiaansche minister van buitenlandsehe zaken, heeft de laatste da gen verscheidene malen van gedachten ge wisseld met lord Perth, den Engelschen ambassadeur te Rome. Onderwerp der be sprekingen vormde het Engelsch-Italiaansch accoord, waarvan de inwerkingtreding gelijk men weet afhankelijk is gesteld van een terugtrekking der Italiaansche troepen uit Spanje. Toen de overeenkomst tot stand kwam, zag het er naar uit, dat Franco weldra een beslissende overwinning zou behalen. Maar de linkschen kregen op nieuw hulp uit Frankrijk; Franco's zege bleef uit en daarmee werd de inwerking treding van het accoord als 't ware sine die verdaagd. Uiteraard heeft deze gang van zaken Mussolini zeer mishaagd. Zijn steun aan Franco begint het Italiaansche volk als een drukkenden last te voelen; hp is een druk kende last en vergt meer van Italië's weer macht dan in de huidige omstandigheden men denke aan de politieke spanningen in midden-Europa verantwoord schijnt te mogen heeten. Daar komt bij, dat Italië dringend behoefte heeft aan buitenlandsehe leeningen, o.m. voor de exploitatie van Abessynië en dat het hoopt, deze te Londen te zullen krijgen, zoodra het accoord met Engeland geldigheid heeft gekregen. Niet in de laatste plaats uit dezen hoofde is de overeenkomst voor den Duce van zooveel waarde. Hoe langer het einde van den krijg op zich laat wachten, hoe schadelijker dus voor Italië in allerlei opzicht. De besprekingen tusschen graaf Ciano en lord Perth nu moeten op instignatie van den Duce op touw zijn gezet om de mo gelijkheid onder oogen te zien van een vervroegde inwerkingtreding van het Britsch-Italiaansch accoord. Bijzonderheden er van zijn niet gepubliceerd, doch volgens inlichtingen te Londen verstrekt, zou graaf Ciano verklaard hebben, dat Mussolini wel tot eenige concessies bereid is ten aanzien van de ontwikkeling in Spanje. De Duce zou aanvankelijk van de Engelsche regee ring verlangd hebben, de overeenkomst maar zonder meer in werking te laten tre den, daarbij verklarende, dat het niet aan Italië, maar aan Frankrijk ligt, dat het einde van den Spaanschen burgeroorlog zoo lang op zich laat wachten. Chamber lain kon natuurlijk tegenover dit verlangen niet dan een beslist neen stellen. Hij zou wat beleven met de openbare meening in Engeland als de voorwaarde: terugtrekking van Italiaansche troepen uit Spanje niet werd vervuld, voordat het accoord geldig heid krijgt. Blijkbaar heeft de Duce be grepen, dat Chamberlain deze voorwaarde niet kan verloochenen en zoo moet hij dan hebben laten weten, wel tot eenige con cessies bereid te zijn. De besprekingen tus schen Ciano en lord Perth, die worden voort gezet, hebben dus ten doel op eenigerlei wijze een mouw aan de zaak te passen. Allerlei geruchten hebben hierover de laatste dagen de ronde gedaan. Vooral te Londen, waar een zeker optimisme aan den dag wordt gelegd, gebaseerd op de overweging, dat Mussolini blijkbaar de buit van het Britsch-Itallaansche accoord wel heel hard noodig heeft en daarom misschien verder zal willen gaan, dan men korten tijd geleden had kunnen droomen. Het kan Zijn, dat dit optimisme inderdaad reden van bestaan heeft, nademaal de financieele situatie in Italië den Duce eenvoudig dwingt water b(j zijn politieken wijn te doen. Merk waardig moet in elk geval heeten, dat de niet-inmengingscommissie gistermiddag ein delijk tot het definitieve accoord inzake een voorloopige terugtrekking van buiten landsehe „vrijwilligers" uit Spanje, is ge komen. (Bijzonderheden daaromtrent vindt men in de rubriek buitenland). Mussolini kan er veel aan doen, dat dit besluit der niet-inmengingscommissie in de praktijk wordt toegepast. Zou hij inderdaad weten te bewerkstelligen, dat er „vrijwilligers" van het Iberisch schiereiland verdwijnen, dan kreeg Chamberlain de handen vrij. Voor 't overige schijnt men te Londen de hoop nog meer gevestigd te hebben op de mogelijkheid van een geslaagde bemid delingsactie. Sommige Engelsche bladen be weren, dat de Duce er thans werkelijk voor te vinden zou zijn, te trachten den krijg via een bemiddeling te doen eindigen. We moe ten het zien, voor we dat gelooven. Historische Avonturenroman. 13). Door G. P. BAKKER. „Eigenlijk een gemeene moord", mompel de hjj, „maar de vent heeft,het dubbel en dwars verdiend." Maar veel tijd tot overpeinzing had hij niet. Hij sloop de openstaande gang in, die verlicht werd door den helderen mane schijn. Het pistool in de hand. De kamer deur stond half open, maar voor hij die had bereikt, kwam een der beide andere marau- deurs de kamer uit, waarschijnlijk om te zien waar de hoofdman gebleven was. Edske botste tegen hem aan en voor de ander terug kon springen, zette hij hem zijn pistool op het hart en trok af. De boef zonk ineen. Maar de derde liep op den knal van het schot de gang in en wierp zich, een lange dolk in den vuist, op den luitenant. De luitenant liet het pistool vallen, greep den pols, draaide hem met een forschen ruk om, de vingers, die den dolk omklemden, ontspanden zich. Het wapen viel kletterend op den steenen vloer. Nu greep de bandiet den luitenant bij de keel. Deze trapte hem tegen de knie, een lange worsteling volg de. Beide vielen. De broeder van Mérode lag boven en de luitenant begreep dat het een gevecht zonder genade zou worden, waarbij zijn tegenstander van de gemeenste grepen gebruik zou maken. Het begon er mee dat de bandiet trachtte hem met de vingers de oogen uit te steken maar Edzke greep nog juist bij tijds de hand. Toen «reeg de vent zijn snor te pakken trok en Prins Bernhard eerevoorzitter van het koloniaal instituut. Naar wij vernemen, heeft Z.K.H. Prins Bernhard zich bereid verklaard het eere voorzitterschap van de koninklijke vereeni- ging „Koloniaal Instituut" te aanvaarden. EVANGELINE BOOTH TEN PALEIZE SOESTDIJK. Hedenmiddag heeft Evangeline Booth ter gelegenheid van haar bezoek aan den veld- dag van het Leger des Heils welke te Baarn wordt gehouden, het noenmaal ten paleize Soestdijk gebruikt. H.M. de Koningin en het Prinselijk paar hebben vanmiddag een bezoek aan dezen velddag gebracht. Voor dit doel kwam H.M. vanmorgen van Het Loo te Soestdijk aan. RADIO-OMROEP IN HET BELANG VAN DEN VREDE. Wetsontwerp tot ratificatie van internationale overeenkomst in gediend. Bij de Tweede Kamer is ingediend een ontwerp van wet houdende goedkeuring van het verdrag van 23 September 1936 nopens het gebruik van den radio-om roep in het belang van den vrede. Ter toelichting zegt de regeering o.a. het vol gende Naar aanleiding van een initiatief van de Poolsche regeering heeft de ontwape ningsconferentie zich bezig gehouden met het vraagstuk van het gebruik van den radio-omroep in het belang van den vre de. Ongeveer gelijktijdig had de vergade ring van den Volkenbond van 1931 den wensch te kennen gegeven, dat het inter nationaal instituut voor intellectueele sa menwerking te Parijs, hetwelk verschil lende vragen verband houdende met den radio-omroep in studie had genomen, eveneens zijn aandacht zou schenken aan alle vragen, welke zouden kunnen rijzen in verband met het gebruik van den radio- omroep uit een oogpunt van goede betre.k- kingen tusschen de volkeren. Aldus kwam in Februari 1933 op initiatief van boven genoemd instituut te Parijs bijeen een co mité van deskundigen, belast met het be- studeeren van de mogelijkheid een ont werp op te stellen voor een internationale regeling te dezer zake. Nadat de interna tionale commissie voor intellectueele sa menwerking en de Volkenbondsvergadering in 1933 opnieuw van haar belangstelling in deze aangelegenheid hadden getuigd, üèeft op 9 Februari 1934 de secretaris-generaal van den Volkenbond aan de verschillende regeeringen doen toekomen een ontwerp verdrag betreffende deze materie, opge steld door een comité van het instituut voor intellectueele samenwerking onder leiding van den oud-minister van buiten landsehe zaken van Noorwegen, den heer Raestad. Naar aanleiding van de ingeko men antwoorden is het ontwerp-verdrag door bovengenoemd comité herzien en we derom aan de regeeringen toegezonden. Vervolgens is op 3 September 1936 te Ge- nève een conferentie bijeengeroepen om te komen tot het vaststellen van een ver drag ter zake. De Nederlandsche regeering, die van den aanvang af in beginsel haar instem ming had betuigd met het ontwerp van een verdrag als hier bedoeld, heeft de uitnoodiging tot deelneming aan bovenbe doelde conferentie aangenomen. De conferentie is er in geslaagd een ver drag op te stellen, dat door 22 staten is onderteekend. Ook de Nederlandsche ver tegenwoordiger is tot de onderteekening overgegaan. De verdragstaten nemen bepaalde ver plichtingen op zich. In de eerste plaats zullen de regeerin gen moeten zorg dragen, dat geen uitzen dingen zullen plaats hebben, welke de\ be volking van een of ander land kunnen opwekken tot handelingen in strijd met de binnenlandsche orde of met de veiligheid van het betreffende grondgebied van een anderen staat. Vervolgens zal moeten worden voor komen, dat uitzendingen aansporen tot oor log tegen een anderen verdragstaat of tot handelingen, welke tot oorlog zouden kun nen leiden. Ten slotte zullen de staten moeten tegengaan, dat door onjuiste be weringen de goede internationale ver standhouding in gevaar wordt gebracht. Tot dusver is het verdrag bekrachtigd door Brazilië, Britsch-Indië, Denemarken, Frankrijk, Groo;t(-Brittannië, Luxemburg en Nieuw-Zeeland, terwijl zijn toegetreden Australië en Zuid-Afrika. Op 2 April 1938 is het verdrag in werking gtereden. scheurde tot die losliet; gelukkig dat hij er maar aangeplakt zat. Juist wilde Edzke toe slaan toen zijn hoofd tegen de steenen vloer werd gebonsd. Het duizelde hem en hij ver loor bijna zijn bewustzijn. Hij spande zijn uiterste krachten in om niet flauw te val len. Hij wist dat hij dan herroepelijk verlo ren zou z\jn. Hij zag dat de maraudeur met de linkerhand zijn dolk trachtte op te ra pen, kon nog juist den dolk wegtrappen. Deze probeerde nu, terluiks het pistool machtig te worden, maar toen eensklaps sprong iets zwarts op het hoofd van den bandiet. Een klauw greep zijn neus, scherpe nagels drongen in zijn gezicht. D.e man be gon luid te gillen van angst en pijn. Hij greep den aap slingerde hem woest van zich af, sprong overeind, snelde de deur uit, wierp die hard achter zich dicht om zich te beveiligen tegen dezen nieuwen vijand, die hem zeker door den duivel op den nek was gegooid. HOOFDSTUK IX. Moeilijk stond de luitenant op, liep wan kelend naar de kamer, tastend langs den muur. Hij was bleek, zijn gezicht zat vol bloed, zijn kleeren waren gescheurd. Het meisje lag nog doodstil op den vloer, onmachtig zich te bewegen, maar haar donkere oogen waren nu geopend. Ze sche nen heel groot in het doodsbleeke gezicht en angstig keken ze naar de deur, naar de wankelende bebloede gestalte. Hij strompelde naar binnen, boog zich over haar heen, zag de verwondering in haar groote diepzwarte oogen, trok haar de prop uit den mond. Hij legde zijn rech terarm onder haar hoofd, wilde haar op DE LOONEN IN DE WERKVER SCHAFFING. Er wordt een onderzoek ingesteld, of ze verhoogd moeten worden. Op vragen van den heer Hilgenga (s.d.) betreffende herziening van de basisuurloon der in de werkverschaffingen tewerkge stelde arbeiders heeft de minister van so ciale zaken geantwoord, dat hij ter zake een onderzoek laat instellen. Mede aan de hand van het resultaat van dit onderzoek zal de minister nagaan, of, als gevolg van verhoogingen van de loonen in het vrije bedrijf, herziening van loon- normen bij de werkverschaffing verant woord is. Indien zulks het geval blijkt te zijn, zal tot herziening worden overgegaan. BESTRIJDING VAN MOREELE MISSTANDEN. Een adres aan den minister. De nationale vereeniging voor vrouwen arbeid heeft, naar aanleiding van persbe richten nopens moreele misstanden, ver oorzaakt door mannelijke chefs van vrou welijk personeel, zoomede naar aanleiding van het antwoord door den minister van justitie gegeven op door het lid van de Tweede Kamer mevr. mr. B. Bakker-Nort te dier zake schriftelijk gestelde vragen, een advies doen toekomen aan den minister van sociale zaken. Adressant verklaart, dat voorkoming van de gesignaleerde euvelen van oneindig groo ter beteekenis is dan het achterhalen van strafbare feiten, en zij is van meening, dat juist voor het vrouwelijk personeel der ar beidsinspectie hier een gewichtige taak is weggelegd. Derhalve dringt zij er bij den minister op aan de totale sterkte van het korps inspectrices, adjunct-inspectrices en opzichteressen van den arbeid minstens te verdubbelen. R.K. Industrieonderwijs. Geslaagd te Middelburg aan de R. K. naaischool der Zr. Dominicanessen voor afd. lingerie: M. Adriaansens, E. de Moor, M. Lievense, M. Broodman, G. de Witte, O. Waesberghe te Middelburg; S. de Kraker, Soeburg, N. Rovert, Sint-Laurens en M. Hirdes, Vere. Voor afd. costumière: M. Lampert, J. Nijsen, R. Bijl, L. v. Laarschot, L. Janse, M. Everaard, A. v. d. Hurk, G. Brant te Middelburg en L. Minderhoud, Soeburg. Acte examen L. O. Aan de Rijkskweekschool te Middel burg slaagden Dinsdag de dames I. E. F. Doornbos te Vlissingen; C. J. Jansen Ver- planke te Kruiningen; C. I. van Nieuwen- huijzen te Middelburg en M. A. van Prooije te Oostburg en de heer C. C. Akkerman, te Middelburg. Afgewezen een vrouwelijke candidaat. Nuttige handwerken. Aan de Chr. Kweekschool te Middel burg zijn geslaagd de dames C. Fontijne, Middelburg; M. Hannewijk, Heinkenszand M. J. de Voogd, Vlissingen; P. v. d. Waa, 's Heer Arendskerke en G. J. Winter, Mid delburg. De examens aan deze school zijn afge- loonen. Ds. S. Hulsbergen te Hoedekenskerke heeft bedankt voor de toezegging van be roep naar de Ned. Herv. Gemeente te Bor- sele. Zilveren predikantsjubileum. Ds. E. A. A. Snijdelaar die 11 April 1937 van Schoondijke afscheid nam, zal op 6 Juli a.s. zijn 25-jarig jubileum als Ned. Herv. predikant herdenken. Op dien dag van het jaar 1913 werd hij bevestigd te Peperga, waarna hij achtereen volgens predikant was te Engelum, Yhorst, Mantgum, Westerbork, Schoondijke en van daar te vertrekken naar zijn tegenwoordige gemeente Termunten en Borgsweer in Oos telijk Groningen. Overneming deel Provinciale weg WalsoordenHulst door het Rijk. Ged. Staten stellen de Prov. Staten voor zich te vereenigen met overname in beheer en onderhoud bij het rijk van het overgroote deel van den weg WalsoordenHulst en wel van 1.300 km tot 11.348 km. Wat de dan niet onder dit besluit vallende deelen van den weg betreft, meldt het voorstel, dat het eerste, dat de verbinding zal blijven vor men met het belangrijke gehucht Walsoor den en de haven ter plaatse, te zijner tijd wordt geplaatst op het tertiaire wegenplan. Het tweede deel is in beheer en onderhoud bij de gemeente Hulst. De Provincie zal aan het Rijk 120.340 hebben te betalen. Bij Ged. Staten noch bij den hoofdingenieur van den Prov. Waterstaat, bestaat bezwaar tegen de overneming en de voorwaarden waaronder deze c.q. zal plaats vinden. ZIEKENHUISVERPLEGING OP WALCHEREN. Dinsdagavond vergaderde in de boven zaal van het Nederlandsch Koffiehuis de afdeeling Middelburg van de Vereeniging Ziekenhuisverpleging op Walcheren onder voorzitterschap van den heer J. J. van Aartsen. Uit de vergadering kwam naar aanlei ding van het reeds gepubliceerde jaarver slag van de vereeniging en de daaruit blij kenden groei van het kapitaal en de ge maakte flinke winst de vraag naar voren of het maximum aantal verpleegdagen niet kan worden verhoogd, maar ook werd op gemerkt, dat het wel typisch is, dat veel zieken, juist de 30 dagen, die voor hen be taald worden, volmaken. De voorzitter wees er op, dat het gemid delde aantal ligdagen 17 tot 18 is dus dat van een langere uitkeering dan 30 dagen toch maar een? klein aantal menschen zullen kunnen profiteeren. De heer Onderdijk secretaris-penning meester van de afdeeling wees er op, dat de gemiddelde ligtijd korter zal worden. Er is tegenwoordig een controleerend genees heer, die zoowel toeziet dat een patient niet te lang in het ziekenhuis Blijft, als ook, dat hjj niet te spoedig ontslagen wordt. Er is nu zeker een goed saldo, maar men weet niet of dit zoo blijft. Tot nu noteerde spr. reeds 450 opnamen, dat zou over dit jaar 900 kunnen worden. Verleden jaar was het 700, zoodat een tekort over dit jaar kon ontstaan. Het is dan ook de vraag of wel van een te groote reserve mag wor den gesproken. De verpleegtijd is hier ge middeld niet langer dan in andere plaat sen. Naar aanleiding van nog gemaakte opmerkingen, zette spr. nog eens uiteen, dat de verzekering niet geldt voor opname in een krankzinnigengesticht of in een an dere dergelijke inrichting en daarom wordt speciaal toegezien, dat men zenuwpatiënten niet eerst een maand in het gasthuis houdt om er zoo van de verzekering van te trek ken. Men laat dit wel eenige dagen toe, doch dan is reeds te zien, of het einde zal zijn naar een inrichting of gesticht. Besloten werd dat de afgevaardigden terzake vragen zullen stellen in de alge- meene vergadering, temeer waar de heer Onderdjjk zeide, dat het bestuur reeds in zake de verlenging van den ligtijd een on derzoek instelt. Ook werd hem opgedragen voor bestuursleden te stemmen op de af tredende heeren nml. jhr. mr. A. F. C. de Casembroot, L. Onderdijk en dr. P. de Haas Tot afgevaardigden naar de algemeene vergadering werden benoemd de heeren Van Aartsen, Gillissen, Van Aalst, en Van Rigteren. Deze algemeene vergadering wordt a.s. Zaterdagmiddag voorafgegaan door een receptie van half drie tot half vier en ge volgd door een buitengewone feestelijke vergadering ter eere van het 10-jarig be staan. Geef mij nog een lepeltje Volwaardig sinaasappelsmaak F L. 1.40 PER FLACON* IN APOTHEKEN EN DROGISTERIJEN Op de onlangs gehouden Alg. Leden vergadering van de Ver. Het Kunstmuseum werd aangekocht het schilderij „Landschap in Indië" (baai met visschershutten) van den Veerschen schilder Ten Klooster. Medische examens V.R.B. Van de 16 candidaten, die zich Dinsdag avond onderwierpen aan de vanwege de V. R.B. afgenomen medische examens voor diploma A en B van den Ned. Bond tot het Redden van Drenkelingen, werd er slechts 1 afgewezen. Voor medisch A slaagden de dames: D. Brans, H. Blok, N. van der Kooy, S. van den Driest, P. Vriends, R. Vriends en de heer J. Andriessen, die allen het volledig diploma behaalden, daar zij reeds practisch voldaan hebben. De dames N. Sinke, F. Auer, C. Caljouw en J. Karelse slaagden eveneens voor medisch A, doch moeten nog practisch examen doen in den loop van den zomer. Voor medisch B slaagden de dames J. van der Peijl en M. TavenierBrosens, zoo mede de heeren H. Duns en M. J. Huiszoon. De beide dames hebben hiermede het di ploma verworven, de beide heeren moeten nog het practische deel doen. AAGTEKERKE. Gevonden: een zwart fluweelen zakje, waarin een avonddoekje. Te bevragen gem. veldwachter. SOEBURG, De Raad dezer gemeente komt Vrijdagmiddag in openbare verga dering bijeen. Op de agenda komt o.m. voor een voorstel van B. en W. tot ver koop van grond aan den staat voor den bouw van een telefoongebouwtje hetwelk binnen afzienbaren tijd zal moeten wor den gebouwd in verband met de automati seering van de telefoon. B. en W. stellen voor een perceel tuingrond aan de Bu- teuxstraat onderhands te verkoopen voor 2 per m2. De Raad heeft verleden jaar besloten tot aankoop van alle zijkanten van we gen, welke aan den Polder behooren. Voor 74 a en 55 ca zou toen 745.50 moeten worden betaald. B. en W. die tegen deze uitgaaf bezwaar hadden deelen thans me de dit bezwaar te handhaven, nu ook% nog gebleken is, dat er een perceel van onge veer 12 a bij moet komen. Hierdoor wordt de koopsom 865.50. B. en W. stellen voor alsnog te besluiten niet tot aankoop van de zijkanten der wegen van den Pol der over te gaan. De oude schoolbanken, welke de laat ste jaren door nieuwe vervangen werden, zijn tot nu toe bewaard gebleven. Een 40- tal bevindt zich nog in voorraad. Tenein de de bergruimte te ontlasten stellen B. en W. voor de nog aanwezige banken pu bliek te verkoopen. B. en W. vragen den Raad hen te mach tigen tot uitvoering van de steunregeling aan kleine tuinders, zooals deze in een betreffende circulaire van de ministers van sociale zaken en economische zaken is aangegeven. In de kosten wordt aan de gemeente een rijksbijdrage verleend. Voor L. Vorststr. 48, Goes, Telef. 375. Gortstraat 21, Middelburg, Telefoon 387 (Ingez. Med.) heffen, maar een duizeling overviel hem en viel naast haar neer. Zij draaide het hoofd even om, zag zijn bebloed gezicht, zag den aap, trillend naast hem zitten: „Jij", zei ze. „Jij", en haar hoofd zonk weer terug. Zoo lagen ze een tijdje, haar hoofd in zijn arm. Toen zei ze zacht: „Ik kan het niet langer uithouden". Ze stiet met haar knie tegen zijn dij. „Wordt wakker", riep ze. „Wordt wak ker. Ik heb zoo'n pijn. Ik kan niet opstaan. Mijn handen zijn gebonden en ik lig er op. Oh, mijn polsen". Langzaam opende hij de oogen, keek ver baasd rond, zag haar naast zich liggen. „Wat dom van mij", sprak hij. „Wat dom. Vergeef mij." Hij stond moeilijk op en steunend tegen den muur, ging hij naar de gang. Hij strui kelde over het lijk, viel weer en zocht met zijn handen den vloer af. Hij vond zijn pis tool, stak hem in den broekzak en toen, eindelijk na lang tasten, den dolk van zijn vijand. Hij wankelde terug, ging op de knieën bij haar liggen, draaide haar half om en sneed de touwen door waarmede haar handen gebonden waren. Hij zag de bloedige strepen om haar polsen en vloekte. „Doet het nog erg pijn?" vroeg hij zacht, terwijl zij de vingers uitstrekte die bloed loos waren en bleek. „Die kerels hadden u kunnen vermoorden". „De dood zou het ergste niet geweest zijn", antwoordde ze met tranen in de stem, terwijl ze opstond en tersluiks trachtte haar kleeren een beetje in orde te brengen. Ze reikte hem de hand en hielp hem op de been. „Ik moet u wel heel dankbaar zijn en dat ben ik ook, maar wat ik maar steeds niet begrijpen kan, is hoe u alleen drie woeste kerels baas werd". „Niet alleen", antwoordde hij, zijn ge zicht met zijn mouw afvegend. „Juist op 't goed oogenblik kwam onze vriend Mar- tijn hier mij te hulp. Anders zou ik mis schien ook vermoord zijn. Ja", vervolgde hij. „Martijn je bent een dappere jongen en nooit zullen ze weer van je zeggen dat je bang bent". De aap keek hem met zijn verstandige oogen aan. Hij begreep de woorden van zijn meester volkomen. Zij aaide Martijn even over den kop. De schuwe aap liet het gewillig toe. „Het zou verstandig zijn", meende Edzke, „dat we nu dit onheilspellende huis gingen verlaten. Een der maraudeurs heeft het lijf gered en misschien zal hij met hulp troepen terugkomen. Het was geen toeval, dat ze u hebben opgelicht." „Hoe weet je dat?" vroeg ze. „Ik voel me nog zoo moe." „Ik ook", antwoordde hij. „Maar daar heb ik geloof ik wel een middeltje tegen. Hij haalde een kristallen fleschje uit zijn zak. „Drink", zei hij. Ze deed het en toen nam hij zelf een slok. „He", riep hij uit. „Het middel van den professor werkt prachtig en snel; ofschoon ik geloof, jdat de hoofdzaak een sterke likeur is". „Die boeven meenden", zei hij, „dat u wist waar het geld van uw vader verbor gen was. Ik heb het gehoord, toen ik in den boom voor het huis zat". „Dus je bent me gevolgd", zei ze. „Je wilde me redden uit de handen van die schurken". Haar oogeri begonnen te glinsteren. Er kwam weer kleur op haar wangen en haar lippen werden weer rood. „De moeheid ver dwijnt en ik word er zoo vroolijk van", zei ze lachend. „Alle ellende is als bij toover- slag vergeten en de pijn is weg. Je hebt m\j toch geen liefdesdrank en? Ik ben je zoo dankbaar en je hebt mij gered van iets verschrikelijks. En. ik wilde vanavond jou gaan redden, je zeggen dat de stad verrast werd door vreemde ruiters, dat ze je misschien gevangen zouden nemen. Ik zag je als kunstenmaker. Sterk ben je!" En ze kneep hem in den arm. „Spieren als staal. En die doodensprong. En toen zag ik je als burger. Ha, toch een spion, dacht ik. Ik herkende je gestalte en je helderblauwe oogen. Die vrienden van je, die professor en zijn knecht, namen el- ken twjjfel bij mij weg. Ik wilde je redden, want je bent een man, een sterke man. Kijk in mijn oogen, zie je niets of ben je zoo dom? Waarom gaf je mij dien Hef des drank? 't Was heusch niet noodig geweest. Ik hou van je. Kom hier", en ze sloeg de armen om zijn hals en hij voelde haar war me lippen op zijn mond, voelde haar warm meisjeslichaam tegen zich aan. „Ik ben verliefd op je", vervolgde zij, „verliefd voor het eerst van mijn leven en ik ben al zestien jaar". (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5