HFFMAFSTOFZUIGERSf OA -
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
ZEELAND.
FIJN!
SANOSTOL met frisschen
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 22 JUNI 1938. No. 144.
IN GEHEIMEN DIENST.
KERK EN SCHOOL.
MIDDELBURG.
Sanostol!
(Ingez. Med.)
VLISSINGEN.
WALCHEREN.
HENGELO één model, één prijs J[
Verkrijgbaar bijElectro Techn. Bureau M. J. v. d. BERGE,
L. J. van 't WESTENDE,
Mussolini heeft haast.
Graaf Ciano, de Italiaansche minister van
buitenlandsehe zaken, heeft de laatste da
gen verscheidene malen van gedachten ge
wisseld met lord Perth, den Engelschen
ambassadeur te Rome. Onderwerp der be
sprekingen vormde het Engelsch-Italiaansch
accoord, waarvan de inwerkingtreding
gelijk men weet afhankelijk is gesteld
van een terugtrekking der Italiaansche
troepen uit Spanje. Toen de overeenkomst
tot stand kwam, zag het er naar uit, dat
Franco weldra een beslissende overwinning
zou behalen. Maar de linkschen kregen op
nieuw hulp uit Frankrijk; Franco's zege
bleef uit en daarmee werd de inwerking
treding van het accoord als 't ware sine die
verdaagd.
Uiteraard heeft deze gang van zaken
Mussolini zeer mishaagd. Zijn steun aan
Franco begint het Italiaansche volk als een
drukkenden last te voelen; hp is een druk
kende last en vergt meer van Italië's weer
macht dan in de huidige omstandigheden
men denke aan de politieke spanningen in
midden-Europa verantwoord schijnt te
mogen heeten. Daar komt bij, dat Italië
dringend behoefte heeft aan buitenlandsehe
leeningen, o.m. voor de exploitatie van
Abessynië en dat het hoopt, deze te Londen
te zullen krijgen, zoodra het accoord met
Engeland geldigheid heeft gekregen. Niet
in de laatste plaats uit dezen hoofde is de
overeenkomst voor den Duce van zooveel
waarde. Hoe langer het einde van den krijg
op zich laat wachten, hoe schadelijker dus
voor Italië in allerlei opzicht.
De besprekingen tusschen graaf Ciano en
lord Perth nu moeten op instignatie van
den Duce op touw zijn gezet om de mo
gelijkheid onder oogen te zien van een
vervroegde inwerkingtreding van het
Britsch-Italiaansch accoord. Bijzonderheden
er van zijn niet gepubliceerd, doch volgens
inlichtingen te Londen verstrekt, zou graaf
Ciano verklaard hebben, dat Mussolini wel
tot eenige concessies bereid is ten aanzien
van de ontwikkeling in Spanje. De Duce
zou aanvankelijk van de Engelsche regee
ring verlangd hebben, de overeenkomst
maar zonder meer in werking te laten tre
den, daarbij verklarende, dat het niet aan
Italië, maar aan Frankrijk ligt, dat het
einde van den Spaanschen burgeroorlog
zoo lang op zich laat wachten. Chamber
lain kon natuurlijk tegenover dit verlangen
niet dan een beslist neen stellen. Hij zou
wat beleven met de openbare meening in
Engeland als de voorwaarde: terugtrekking
van Italiaansche troepen uit Spanje niet
werd vervuld, voordat het accoord geldig
heid krijgt. Blijkbaar heeft de Duce be
grepen, dat Chamberlain deze voorwaarde
niet kan verloochenen en zoo moet hij dan
hebben laten weten, wel tot eenige con
cessies bereid te zijn. De besprekingen tus
schen Ciano en lord Perth, die worden voort
gezet, hebben dus ten doel op eenigerlei
wijze een mouw aan de zaak te passen.
Allerlei geruchten hebben hierover
de laatste dagen de ronde gedaan. Vooral
te Londen, waar een zeker optimisme aan
den dag wordt gelegd, gebaseerd op de
overweging, dat Mussolini blijkbaar de buit
van het Britsch-Itallaansche accoord wel
heel hard noodig heeft en daarom misschien
verder zal willen gaan, dan men korten
tijd geleden had kunnen droomen. Het kan
Zijn, dat dit optimisme inderdaad reden
van bestaan heeft, nademaal de financieele
situatie in Italië den Duce eenvoudig dwingt
water b(j zijn politieken wijn te doen. Merk
waardig moet in elk geval heeten, dat de
niet-inmengingscommissie gistermiddag ein
delijk tot het definitieve accoord inzake
een voorloopige terugtrekking van buiten
landsehe „vrijwilligers" uit Spanje, is ge
komen. (Bijzonderheden daaromtrent vindt
men in de rubriek buitenland). Mussolini
kan er veel aan doen, dat dit besluit der
niet-inmengingscommissie in de praktijk
wordt toegepast. Zou hij inderdaad weten
te bewerkstelligen, dat er „vrijwilligers"
van het Iberisch schiereiland verdwijnen,
dan kreeg Chamberlain de handen vrij.
Voor 't overige schijnt men te Londen
de hoop nog meer gevestigd te hebben op
de mogelijkheid van een geslaagde bemid
delingsactie. Sommige Engelsche bladen be
weren, dat de Duce er thans werkelijk voor
te vinden zou zijn, te trachten den krijg via
een bemiddeling te doen eindigen. We moe
ten het zien, voor we dat gelooven.
Historische Avonturenroman.
13).
Door G. P. BAKKER.
„Eigenlijk een gemeene moord", mompel
de hjj, „maar de vent heeft,het dubbel en
dwars verdiend."
Maar veel tijd tot overpeinzing had hij
niet. Hij sloop de openstaande gang in, die
verlicht werd door den helderen mane
schijn. Het pistool in de hand. De kamer
deur stond half open, maar voor hij die had
bereikt, kwam een der beide andere marau-
deurs de kamer uit, waarschijnlijk om te
zien waar de hoofdman gebleven was.
Edske botste tegen hem aan en voor de
ander terug kon springen, zette hij hem
zijn pistool op het hart en trok af. De boef
zonk ineen. Maar de derde liep op den knal
van het schot de gang in en wierp zich, een
lange dolk in den vuist, op den luitenant.
De luitenant liet het pistool vallen, greep
den pols, draaide hem met een forschen ruk
om, de vingers, die den dolk omklemden,
ontspanden zich. Het wapen viel kletterend
op den steenen vloer. Nu greep de bandiet
den luitenant bij de keel. Deze trapte hem
tegen de knie, een lange worsteling volg
de. Beide vielen. De broeder van Mérode
lag boven en de luitenant begreep dat het
een gevecht zonder genade zou worden,
waarbij zijn tegenstander van de gemeenste
grepen gebruik zou maken. Het begon er
mee dat de bandiet trachtte hem met de
vingers de oogen uit te steken maar Edzke
greep nog juist bij tijds de hand. Toen
«reeg de vent zijn snor te pakken trok en
Prins Bernhard eerevoorzitter van het
koloniaal instituut.
Naar wij vernemen, heeft Z.K.H. Prins
Bernhard zich bereid verklaard het eere
voorzitterschap van de koninklijke vereeni-
ging „Koloniaal Instituut" te aanvaarden.
EVANGELINE BOOTH TEN PALEIZE
SOESTDIJK.
Hedenmiddag heeft Evangeline Booth ter
gelegenheid van haar bezoek aan den veld-
dag van het Leger des Heils welke te Baarn
wordt gehouden, het noenmaal ten paleize
Soestdijk gebruikt.
H.M. de Koningin en het Prinselijk paar
hebben vanmiddag een bezoek aan dezen
velddag gebracht. Voor dit doel kwam H.M.
vanmorgen van Het Loo te Soestdijk aan.
RADIO-OMROEP IN HET BELANG VAN
DEN VREDE.
Wetsontwerp tot ratificatie van
internationale overeenkomst in
gediend.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
ontwerp van wet houdende goedkeuring
van het verdrag van 23 September 1936
nopens het gebruik van den radio-om
roep in het belang van den vrede. Ter
toelichting zegt de regeering o.a. het vol
gende
Naar aanleiding van een initiatief van
de Poolsche regeering heeft de ontwape
ningsconferentie zich bezig gehouden met
het vraagstuk van het gebruik van den
radio-omroep in het belang van den vre
de. Ongeveer gelijktijdig had de vergade
ring van den Volkenbond van 1931 den
wensch te kennen gegeven, dat het inter
nationaal instituut voor intellectueele sa
menwerking te Parijs, hetwelk verschil
lende vragen verband houdende met den
radio-omroep in studie had genomen,
eveneens zijn aandacht zou schenken aan
alle vragen, welke zouden kunnen rijzen
in verband met het gebruik van den radio-
omroep uit een oogpunt van goede betre.k-
kingen tusschen de volkeren. Aldus kwam
in Februari 1933 op initiatief van boven
genoemd instituut te Parijs bijeen een co
mité van deskundigen, belast met het be-
studeeren van de mogelijkheid een ont
werp op te stellen voor een internationale
regeling te dezer zake. Nadat de interna
tionale commissie voor intellectueele sa
menwerking en de Volkenbondsvergadering
in 1933 opnieuw van haar belangstelling in
deze aangelegenheid hadden getuigd, üèeft
op 9 Februari 1934 de secretaris-generaal
van den Volkenbond aan de verschillende
regeeringen doen toekomen een ontwerp
verdrag betreffende deze materie, opge
steld door een comité van het instituut
voor intellectueele samenwerking onder
leiding van den oud-minister van buiten
landsehe zaken van Noorwegen, den heer
Raestad. Naar aanleiding van de ingeko
men antwoorden is het ontwerp-verdrag
door bovengenoemd comité herzien en we
derom aan de regeeringen toegezonden.
Vervolgens is op 3 September 1936 te Ge-
nève een conferentie bijeengeroepen om
te komen tot het vaststellen van een ver
drag ter zake.
De Nederlandsche regeering, die van
den aanvang af in beginsel haar instem
ming had betuigd met het ontwerp van
een verdrag als hier bedoeld, heeft de
uitnoodiging tot deelneming aan bovenbe
doelde conferentie aangenomen.
De conferentie is er in geslaagd een ver
drag op te stellen, dat door 22 staten is
onderteekend. Ook de Nederlandsche ver
tegenwoordiger is tot de onderteekening
overgegaan.
De verdragstaten nemen bepaalde ver
plichtingen op zich.
In de eerste plaats zullen de regeerin
gen moeten zorg dragen, dat geen uitzen
dingen zullen plaats hebben, welke de\ be
volking van een of ander land kunnen
opwekken tot handelingen in strijd met de
binnenlandsche orde of met de veiligheid
van het betreffende grondgebied van een
anderen staat.
Vervolgens zal moeten worden voor
komen, dat uitzendingen aansporen tot oor
log tegen een anderen verdragstaat of tot
handelingen, welke tot oorlog zouden kun
nen leiden. Ten slotte zullen de staten
moeten tegengaan, dat door onjuiste be
weringen de goede internationale ver
standhouding in gevaar wordt gebracht.
Tot dusver is het verdrag bekrachtigd
door Brazilië, Britsch-Indië, Denemarken,
Frankrijk, Groo;t(-Brittannië, Luxemburg
en Nieuw-Zeeland, terwijl zijn toegetreden
Australië en Zuid-Afrika. Op 2 April 1938
is het verdrag in werking gtereden.
scheurde tot die losliet; gelukkig dat hij er
maar aangeplakt zat. Juist wilde Edzke toe
slaan toen zijn hoofd tegen de steenen vloer
werd gebonsd. Het duizelde hem en hij ver
loor bijna zijn bewustzijn. Hij spande zijn
uiterste krachten in om niet flauw te val
len. Hij wist dat hij dan herroepelijk verlo
ren zou z\jn. Hij zag dat de maraudeur met
de linkerhand zijn dolk trachtte op te ra
pen, kon nog juist den dolk wegtrappen.
Deze probeerde nu, terluiks het pistool
machtig te worden, maar toen eensklaps
sprong iets zwarts op het hoofd van den
bandiet. Een klauw greep zijn neus, scherpe
nagels drongen in zijn gezicht. D.e man be
gon luid te gillen van angst en pijn. Hij
greep den aap slingerde hem woest van
zich af, sprong overeind, snelde de deur
uit, wierp die hard achter zich dicht om
zich te beveiligen tegen dezen nieuwen
vijand, die hem zeker door den duivel op
den nek was gegooid.
HOOFDSTUK IX.
Moeilijk stond de luitenant op, liep wan
kelend naar de kamer, tastend langs den
muur. Hij was bleek, zijn gezicht zat vol
bloed, zijn kleeren waren gescheurd.
Het meisje lag nog doodstil op den vloer,
onmachtig zich te bewegen, maar haar
donkere oogen waren nu geopend. Ze sche
nen heel groot in het doodsbleeke gezicht
en angstig keken ze naar de deur, naar de
wankelende bebloede gestalte.
Hij strompelde naar binnen, boog zich
over haar heen, zag de verwondering in
haar groote diepzwarte oogen, trok haar
de prop uit den mond. Hij legde zijn rech
terarm onder haar hoofd, wilde haar op
DE LOONEN IN DE WERKVER
SCHAFFING.
Er wordt een onderzoek ingesteld,
of ze verhoogd moeten worden.
Op vragen van den heer Hilgenga (s.d.)
betreffende herziening van de basisuurloon
der in de werkverschaffingen tewerkge
stelde arbeiders heeft de minister van so
ciale zaken geantwoord, dat hij ter zake
een onderzoek laat instellen.
Mede aan de hand van het resultaat van
dit onderzoek zal de minister nagaan, of,
als gevolg van verhoogingen van de loonen
in het vrije bedrijf, herziening van loon-
normen bij de werkverschaffing verant
woord is. Indien zulks het geval blijkt te
zijn, zal tot herziening worden overgegaan.
BESTRIJDING VAN MOREELE
MISSTANDEN.
Een adres aan den minister.
De nationale vereeniging voor vrouwen
arbeid heeft, naar aanleiding van persbe
richten nopens moreele misstanden, ver
oorzaakt door mannelijke chefs van vrou
welijk personeel, zoomede naar aanleiding
van het antwoord door den minister van
justitie gegeven op door het lid van de
Tweede Kamer mevr. mr. B. Bakker-Nort
te dier zake schriftelijk gestelde vragen,
een advies doen toekomen aan den minister
van sociale zaken.
Adressant verklaart, dat voorkoming van
de gesignaleerde euvelen van oneindig groo
ter beteekenis is dan het achterhalen van
strafbare feiten, en zij is van meening, dat
juist voor het vrouwelijk personeel der ar
beidsinspectie hier een gewichtige taak is
weggelegd. Derhalve dringt zij er bij den
minister op aan de totale sterkte van het
korps inspectrices, adjunct-inspectrices en
opzichteressen van den arbeid minstens te
verdubbelen.
R.K. Industrieonderwijs.
Geslaagd te Middelburg aan de R. K.
naaischool der Zr. Dominicanessen voor afd.
lingerie: M. Adriaansens, E. de Moor, M.
Lievense, M. Broodman, G. de Witte, O.
Waesberghe te Middelburg; S. de Kraker,
Soeburg, N. Rovert, Sint-Laurens en M.
Hirdes, Vere.
Voor afd. costumière: M. Lampert, J.
Nijsen, R. Bijl, L. v. Laarschot, L. Janse,
M. Everaard, A. v. d. Hurk, G. Brant te
Middelburg en L. Minderhoud, Soeburg.
Acte examen L. O.
Aan de Rijkskweekschool te Middel
burg slaagden Dinsdag de dames I. E. F.
Doornbos te Vlissingen; C. J. Jansen Ver-
planke te Kruiningen; C. I. van Nieuwen-
huijzen te Middelburg en M. A. van Prooije
te Oostburg en de heer C. C. Akkerman,
te Middelburg. Afgewezen een vrouwelijke
candidaat.
Nuttige handwerken.
Aan de Chr. Kweekschool te Middel
burg zijn geslaagd de dames C. Fontijne,
Middelburg; M. Hannewijk, Heinkenszand
M. J. de Voogd, Vlissingen; P. v. d. Waa,
's Heer Arendskerke en G. J. Winter, Mid
delburg.
De examens aan deze school zijn afge-
loonen.
Ds. S. Hulsbergen te Hoedekenskerke
heeft bedankt voor de toezegging van be
roep naar de Ned. Herv. Gemeente te Bor-
sele.
Zilveren predikantsjubileum.
Ds. E. A. A. Snijdelaar die 11 April 1937
van Schoondijke afscheid nam, zal op
6 Juli a.s. zijn 25-jarig jubileum als Ned.
Herv. predikant herdenken.
Op dien dag van het jaar 1913 werd hij
bevestigd te Peperga, waarna hij achtereen
volgens predikant was te Engelum, Yhorst,
Mantgum, Westerbork, Schoondijke en van
daar te vertrekken naar zijn tegenwoordige
gemeente Termunten en Borgsweer in Oos
telijk Groningen.
Overneming deel Provinciale weg
WalsoordenHulst door het Rijk.
Ged. Staten stellen de Prov. Staten voor
zich te vereenigen met overname in beheer
en onderhoud bij het rijk van het overgroote
deel van den weg WalsoordenHulst en
wel van 1.300 km tot 11.348 km. Wat de dan
niet onder dit besluit vallende deelen van
den weg betreft, meldt het voorstel, dat het
eerste, dat de verbinding zal blijven vor
men met het belangrijke gehucht Walsoor
den en de haven ter plaatse, te zijner tijd
wordt geplaatst op het tertiaire wegenplan.
Het tweede deel is in beheer en onderhoud
bij de gemeente Hulst. De Provincie zal
aan het Rijk 120.340 hebben te betalen.
Bij Ged. Staten noch bij den hoofdingenieur
van den Prov. Waterstaat, bestaat bezwaar
tegen de overneming en de voorwaarden
waaronder deze c.q. zal plaats vinden.
ZIEKENHUISVERPLEGING OP
WALCHEREN.
Dinsdagavond vergaderde in de boven
zaal van het Nederlandsch Koffiehuis de
afdeeling Middelburg van de Vereeniging
Ziekenhuisverpleging op Walcheren onder
voorzitterschap van den heer J. J. van
Aartsen.
Uit de vergadering kwam naar aanlei
ding van het reeds gepubliceerde jaarver
slag van de vereeniging en de daaruit blij
kenden groei van het kapitaal en de ge
maakte flinke winst de vraag naar voren
of het maximum aantal verpleegdagen niet
kan worden verhoogd, maar ook werd op
gemerkt, dat het wel typisch is, dat veel
zieken, juist de 30 dagen, die voor hen be
taald worden, volmaken.
De voorzitter wees er op, dat het gemid
delde aantal ligdagen 17 tot 18 is dus dat
van een langere uitkeering dan 30 dagen
toch maar een? klein aantal menschen zullen
kunnen profiteeren.
De heer Onderdijk secretaris-penning
meester van de afdeeling wees er op, dat
de gemiddelde ligtijd korter zal worden. Er
is tegenwoordig een controleerend genees
heer, die zoowel toeziet dat een patient
niet te lang in het ziekenhuis Blijft, als
ook, dat hjj niet te spoedig ontslagen wordt.
Er is nu zeker een goed saldo, maar men
weet niet of dit zoo blijft. Tot nu noteerde
spr. reeds 450 opnamen, dat zou over dit
jaar 900 kunnen worden. Verleden jaar
was het 700, zoodat een tekort over dit
jaar kon ontstaan. Het is dan ook de vraag
of wel van een te groote reserve mag wor
den gesproken. De verpleegtijd is hier ge
middeld niet langer dan in andere plaat
sen. Naar aanleiding van nog gemaakte
opmerkingen, zette spr. nog eens uiteen,
dat de verzekering niet geldt voor opname
in een krankzinnigengesticht of in een an
dere dergelijke inrichting en daarom wordt
speciaal toegezien, dat men zenuwpatiënten
niet eerst een maand in het gasthuis houdt
om er zoo van de verzekering van te trek
ken. Men laat dit wel eenige dagen toe,
doch dan is reeds te zien, of het einde zal
zijn naar een inrichting of gesticht.
Besloten werd dat de afgevaardigden
terzake vragen zullen stellen in de alge-
meene vergadering, temeer waar de heer
Onderdjjk zeide, dat het bestuur reeds in
zake de verlenging van den ligtijd een on
derzoek instelt. Ook werd hem opgedragen
voor bestuursleden te stemmen op de af
tredende heeren nml. jhr. mr. A. F. C. de
Casembroot, L. Onderdijk en dr. P. de Haas
Tot afgevaardigden naar de algemeene
vergadering werden benoemd de heeren
Van Aartsen, Gillissen, Van Aalst, en Van
Rigteren.
Deze algemeene vergadering wordt a.s.
Zaterdagmiddag voorafgegaan door een
receptie van half drie tot half vier en ge
volgd door een buitengewone feestelijke
vergadering ter eere van het 10-jarig be
staan.
Geef mij
nog
een lepeltje
Volwaardig
sinaasappelsmaak
F L. 1.40 PER FLACON* IN APOTHEKEN EN DROGISTERIJEN
Op de onlangs gehouden Alg. Leden
vergadering van de Ver. Het Kunstmuseum
werd aangekocht het schilderij „Landschap
in Indië" (baai met visschershutten) van
den Veerschen schilder Ten Klooster.
Medische examens V.R.B.
Van de 16 candidaten, die zich Dinsdag
avond onderwierpen aan de vanwege de V.
R.B. afgenomen medische examens voor
diploma A en B van den Ned. Bond tot het
Redden van Drenkelingen, werd er slechts
1 afgewezen.
Voor medisch A slaagden de dames: D.
Brans, H. Blok, N. van der Kooy, S. van
den Driest, P. Vriends, R. Vriends en de
heer J. Andriessen, die allen het volledig
diploma behaalden, daar zij reeds practisch
voldaan hebben. De dames N. Sinke, F.
Auer, C. Caljouw en J. Karelse slaagden
eveneens voor medisch A, doch moeten nog
practisch examen doen in den loop van den
zomer.
Voor medisch B slaagden de dames J.
van der Peijl en M. TavenierBrosens, zoo
mede de heeren H. Duns en M. J. Huiszoon.
De beide dames hebben hiermede het di
ploma verworven, de beide heeren moeten
nog het practische deel doen.
AAGTEKERKE. Gevonden: een zwart
fluweelen zakje, waarin een avonddoekje.
Te bevragen gem. veldwachter.
SOEBURG, De Raad dezer gemeente
komt Vrijdagmiddag in openbare verga
dering bijeen. Op de agenda komt o.m.
voor een voorstel van B. en W. tot ver
koop van grond aan den staat voor den
bouw van een telefoongebouwtje hetwelk
binnen afzienbaren tijd zal moeten wor
den gebouwd in verband met de automati
seering van de telefoon. B. en W. stellen
voor een perceel tuingrond aan de Bu-
teuxstraat onderhands te verkoopen voor
2 per m2.
De Raad heeft verleden jaar besloten
tot aankoop van alle zijkanten van we
gen, welke aan den Polder behooren. Voor
74 a en 55 ca zou toen 745.50 moeten
worden betaald. B. en W. die tegen deze
uitgaaf bezwaar hadden deelen thans me
de dit bezwaar te handhaven, nu ook% nog
gebleken is, dat er een perceel van onge
veer 12 a bij moet komen. Hierdoor wordt
de koopsom 865.50. B. en W. stellen
voor alsnog te besluiten niet tot aankoop
van de zijkanten der wegen van den Pol
der over te gaan.
De oude schoolbanken, welke de laat
ste jaren door nieuwe vervangen werden,
zijn tot nu toe bewaard gebleven. Een 40-
tal bevindt zich nog in voorraad. Tenein
de de bergruimte te ontlasten stellen B.
en W. voor de nog aanwezige banken pu
bliek te verkoopen.
B. en W. vragen den Raad hen te mach
tigen tot uitvoering van de steunregeling
aan kleine tuinders, zooals deze in een
betreffende circulaire van de ministers van
sociale zaken en economische zaken is
aangegeven. In de kosten wordt aan de
gemeente een rijksbijdrage verleend. Voor
L. Vorststr. 48, Goes, Telef. 375.
Gortstraat 21, Middelburg, Telefoon 387
(Ingez. Med.)
heffen, maar een duizeling overviel hem en
viel naast haar neer.
Zij draaide het hoofd even om, zag zijn
bebloed gezicht, zag den aap, trillend naast
hem zitten: „Jij", zei ze. „Jij", en haar
hoofd zonk weer terug.
Zoo lagen ze een tijdje, haar hoofd in
zijn arm.
Toen zei ze zacht: „Ik kan het niet langer
uithouden". Ze stiet met haar knie tegen
zijn dij.
„Wordt wakker", riep ze. „Wordt wak
ker. Ik heb zoo'n pijn. Ik kan niet opstaan.
Mijn handen zijn gebonden en ik lig er op.
Oh, mijn polsen".
Langzaam opende hij de oogen, keek ver
baasd rond, zag haar naast zich liggen.
„Wat dom van mij", sprak hij. „Wat dom.
Vergeef mij."
Hij stond moeilijk op en steunend tegen
den muur, ging hij naar de gang. Hij strui
kelde over het lijk, viel weer en zocht met
zijn handen den vloer af. Hij vond zijn pis
tool, stak hem in den broekzak en toen,
eindelijk na lang tasten, den dolk van zijn
vijand. Hij wankelde terug, ging op de
knieën bij haar liggen, draaide haar half
om en sneed de touwen door waarmede
haar handen gebonden waren. Hij zag de
bloedige strepen om haar polsen en vloekte.
„Doet het nog erg pijn?" vroeg hij zacht,
terwijl zij de vingers uitstrekte die bloed
loos waren en bleek. „Die kerels hadden u
kunnen vermoorden".
„De dood zou het ergste niet geweest
zijn", antwoordde ze met tranen in de stem,
terwijl ze opstond en tersluiks trachtte
haar kleeren een beetje in orde te brengen.
Ze reikte hem de hand en hielp hem op de
been. „Ik moet u wel heel dankbaar zijn en
dat ben ik ook, maar wat ik maar steeds
niet begrijpen kan, is hoe u alleen drie
woeste kerels baas werd".
„Niet alleen", antwoordde hij, zijn ge
zicht met zijn mouw afvegend. „Juist op 't
goed oogenblik kwam onze vriend Mar-
tijn hier mij te hulp. Anders zou ik mis
schien ook vermoord zijn. Ja", vervolgde
hij. „Martijn je bent een dappere jongen en
nooit zullen ze weer van je zeggen dat je
bang bent".
De aap keek hem met zijn verstandige
oogen aan. Hij begreep de woorden van zijn
meester volkomen.
Zij aaide Martijn even over den kop. De
schuwe aap liet het gewillig toe.
„Het zou verstandig zijn", meende Edzke,
„dat we nu dit onheilspellende huis gingen
verlaten. Een der maraudeurs heeft het
lijf gered en misschien zal hij met hulp
troepen terugkomen. Het was geen toeval,
dat ze u hebben opgelicht."
„Hoe weet je dat?" vroeg ze. „Ik voel me
nog zoo moe."
„Ik ook", antwoordde hij. „Maar daar heb
ik geloof ik wel een middeltje tegen. Hij
haalde een kristallen fleschje uit zijn zak.
„Drink", zei hij. Ze deed het en toen nam
hij zelf een slok.
„He", riep hij uit. „Het middel van den
professor werkt prachtig en snel; ofschoon
ik geloof, jdat de hoofdzaak een sterke
likeur is".
„Die boeven meenden", zei hij, „dat u
wist waar het geld van uw vader verbor
gen was. Ik heb het gehoord, toen ik in den
boom voor het huis zat".
„Dus je bent me gevolgd", zei ze. „Je
wilde me redden uit de handen van die
schurken".
Haar oogeri begonnen te glinsteren. Er
kwam weer kleur op haar wangen en haar
lippen werden weer rood. „De moeheid ver
dwijnt en ik word er zoo vroolijk van", zei
ze lachend. „Alle ellende is als bij toover-
slag vergeten en de pijn is weg. Je hebt m\j
toch geen liefdesdrank en? Ik ben
je zoo dankbaar en je hebt mij gered van
iets verschrikelijks. En. ik wilde vanavond
jou gaan redden, je zeggen dat de stad
verrast werd door vreemde ruiters, dat ze
je misschien gevangen zouden nemen. Ik
zag je als kunstenmaker. Sterk ben je!"
En ze kneep hem in den arm.
„Spieren als staal. En die doodensprong.
En toen zag ik je als burger. Ha, toch een
spion, dacht ik. Ik herkende je gestalte en
je helderblauwe oogen. Die vrienden van
je, die professor en zijn knecht, namen el-
ken twjjfel bij mij weg. Ik wilde je redden,
want je bent een man, een sterke man.
Kijk in mijn oogen, zie je niets of ben je
zoo dom? Waarom gaf je mij dien Hef des
drank? 't Was heusch niet noodig geweest.
Ik hou van je. Kom hier", en ze sloeg de
armen om zijn hals en hij voelde haar war
me lippen op zijn mond, voelde haar warm
meisjeslichaam tegen zich aan.
„Ik ben verliefd op je", vervolgde zij,
„verliefd voor het eerst van mijn leven en
ik ben al zestien jaar".
(Wordt vervolgd.)