Shelter= r KRONIEK van den DAG. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 2 MEI 1938. No. 102. HET SPOOK VAN HET SLOT GOTHEBORGH. MIDDELBURG. DE VERJAARDAG VAN PRINSES JULIANA. WALCHEREN. ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D. k bescherming; In Tweed of Gabardine 119.75 f 22.75 <26.75 f 32.75 en hooger. POLDER WALCHEREN. iSBISI nette h., 3, 4 3, 4 e huur- 'burg. ureautje 4 eiken i werk, Noord- jr, Mid- Het bondgenootschap tusschen Frankrijk en Engeland. De besprekingen tusschen de twee En- gelsche en de twee Fransche ministers, wel ke in de tweede helft der vorige week te Londen hebben plaats gehad, moet men be schouwen als een uitvloeisel van de jongste BritschItaliaansche overeenkomst. Deze overeenkomst bracht zooveel wijziging in de politieke formule van Europa, dat een ge- dachtenwisseling tusschen de voornaamste vertegenwoordigers der beide groote Wes- tersche democratieën noodzakelijk kon hee- ten. Immers feitelijk was de situatie voor dat het aceoord van Rome tot stand kwam een verdeeling van Europa in twee zgn. ideologische fronten: Duitschland -Italië aan den eenen, Frankrijk en Engeland aan den anderen kant van de politieke scheids lijn. Door de vroegere vriendschappelijke betrekkingen met Italië, althans formeel, te herstellen, doorbrak John Buil deze si tuatie. Zfjn bondgenootschap met Marianne diende hierbij nu te worden aangepast. Voor zoover het nieuws over de Londen- sche besprekingen strekt, heeft men den indrug gekregen, dat zij een tweeledig be langrijk resultaat opleverden: een militaire alliantie tusschen Engeland en Frankrijk en een aantal afspraken inzake den politie- ken toestand in Centraal Europa, in 't bij zonder dan wat Tsjechoslovakije betreft. Practisch bestond er reeds militair overleg tusschen de beide landen. Dit overleg was echter vrijblijvend en steunde niet op een deugdelijk politisch fundament. Dat funda ment moet dan nu gelegd zijn. Chamber lain en Halifax, Daladier en Bonnet schij nen de zaak eindelijk afdoende te hebben willen regelen. Vermoedelijk is de toestand zoo geworden, dat ten aanzien van de kwes tie oorlog of vrede, Frankrijk en Engeland voortaan feitelijk als één groot geheel be schouwd kunnen worden. De weermachten van de beide landen zullen zoo ingericht worden, dat een gezamenlijk optreden in geval van oorlog snel en volkomen doeltref fend kan plaats vinden. Terwijl theoretisch tot dusver nog steeds een gewapend con flict in ons werelddeel denkbaar bleef, waarbij slechts een van beiden betrokken zou zijn, kan men zich thans geen enkele oorlog binnen Europa's grenzen meer voor stellen, waaraan Frankrijk wel, Engeland niet mee zou doen, of omgekeerd. Eèn ge sloten tweeledige militaire macht zullen de beide groote democratieën van nu af aan vormen. De afspraken ten aanzien van Centraal- Europa vormen de logische consequentie van de militaire alliantie. Immers het groot ste gevaar voor den vrede in Europa levert de politieke situatie in Tsjechoslovakije op. Frankrijk wil indien maar even moge lijk voorkomen, dat Duitschland zijn ge bied met stukken van Tsjechoslovakije nog meer uitbreidt. Engeland staat feitelijk op hetzelfde standpunt, doch heeft als puntje bij paaltje komt, geen oorlog voor deze zaak over. Het weet desalniettemin, dat het on ontkoombaar meegesleept zou worden, als er een gewapend .conflict om Tsjechoslova kije zou ontbranden. Immers zijn bondge noot Frankrijk zóu het dan te hulp moe ten komen. Met het oog hierop bleken Chamberlain en Halifax bereid, gezamenlijk met de Fransche staatslieden, stappen ten aanzien van Tsjechoslovakije te onderne men. De afspwaak luidt, dat zoowel te Ber lijn als te Praag,een bemiddelingsactie zal worden ondernomen, een poging dus om het Tsjechoslcpvaaksehe probleem in der minne te schik i</en. Blijkbaar hopen Parijs en Lon den te Jbêreiken, dat Hitier er toe te be wegen Jgai zijn, om van verassingen af te zien, fin de Tsjechoslovaaksche regeering, om aajn de eischen der Sudeten-Duitschers, zooven./ als maar eenigszins mogelijk is, te gemoet te komen. Het zal uiteraard niet gemakkelijk zijn, deze oplossing van het ge vaarlijkste vraagstuk in ons werelddeel door te zetten. Maar het moet in elk geval ge probeerd worden, aangezien de kans op on gelukken anders in korten tijd onheilspel lend' groot zal worden. /DE SPELLINGKWESTIE IN DE EERSTE KAMER. Ij)e Eerste Kamer is bijeengeroepen tegen Rusdag 3 Mei ter behandeling van de in- teijpeiiatie van den heer Woltjer omtrent door de regeering gevoerde beleid in- te de schrijfwijze der Nederlandsche taal. Oorspronkelijke detective-roman door John Simson. '18). Vlug liepen ze de ophaalbrug over. De Voordeur ging als vanzelf open: Willem »ad hen blijkbaar al gewacht. Daddy vond, lat de mooie livreiknecht wat bleekjes zag. „De officier is al binnen?" informeerde hij. „Zeker, mijnheer. In de ontvangzaal. Hij zeide, dat hij even met het onderzoek wilde wachten, totdat u kwam". Daddy en Feldslag haastten zich de ont vangzaal in. De begroeting had fluisterend plaats. i „Dat is al vlug!" zei de officier. „Ik ben hier pas. De dokter is juist boven met me vrouw Messing en Max. Daarom ben ik hier maar even gewacht. Het briefje was zeker wel duidelijk?" „Over-duidelijk!" knikte Daddy. „Het schijnt hier flink te bliksemen. Kolossaal! Vanmorgen Leo en nu vanmiddag Guus. Dat zal ook niet veel voorkomen, twee moorden zoo vlak achter elkaar. Vertel eens Landhof: hoe hoorde je dit?" „Willem deelde het telefonisch mede op last van mevrouw Messing". Daar hoorden ze voetstappen in de gang. Daddy keek eens om het hoekje van de deur en zag een heer in gebogen houding derichting van de garderobe uit marchee- ren. Dadelijk haalde hij zijn neus op. „Dokter, dokter!" riep hij dan. „Komt u even hier?" De esculaap kwam en wist spoedig, wie daar zaten in de ontvangzaal. Hij stelde PROVINCIALE ZEEUWSCHE ARCHAEOLOGISCHE COMMISSIE. Aan het jaarverslag van de Prov. Zeeuw- sche Archaeologische Commissie ontleenen wij, dat in de samenstelling der commissie en ook in het personeel der correspondenten geen wijziging kwam, ook nu nog bleef de vacature als correspondent voor Tolen on vervuld. Naar aanleiding van de voorgenomen af braak van het raadhuis te Aksel, dat weinig van zijn oorspronkelijken luister had be waard de zijtrapgevels herinneren nog aan den oorspronkelijken bouw van 1662, het hardsteenen bordes was er in 1786 aan toegevoegd doch in welks torentje een uit 1503 dateerende klok hing, wendde de commissie zich tot het gemeentebestuur met het verzoek er voor te willen zorgen, dat althans dit niet onbelangrijke gedenkteeken van het verleden zou worden bewaard. Het verheugde de commissie te mogen verne men, dat deze klok in den toren van het nieuwe raadhuis zal worden opgehangen. De commissie adviseerde te voldoen aan de aanvrage om subsidie voor de restauratie van het kerkgebouw te Tolen, de bijzonder belangrijke O. L. Vrouwekerk, welk ver zoek was ingekomen van de Kerkvoogdij der Nederd. Herv. gemeente aldaar. Betreffende Vere deelt het verslag mede, dat de commissie zich hoewel eenigszins noode, vereenigde met het voornemen van het gemeentebestuur een stuk der wallen voor bebouwing te verkoopen, ten einde met de daardoor verkregen middelen te kunnen overgaan tot aankoop van een veel grooter en belangrijker stuk der oude omwalling, dat daardoor behouden zou kunnen worden. De desolate toestand, waarin een aardig gesmeed ijzeren hek van 1766 aan de Markt A 219 verkeerde, gaf een belangstellende van buiten Zeeland aanleiding, hierop de aandacht der commissie te vestigen. Na in formatie bleek, dat de eigenaar het voorne men had, het huis te doen restaureeren, en dat daarbij ook het hek een beurt zou krij gen. Ten aanzien van de Zeeuwsche molens vermeldt het verslag, dat de Standaardmo len te 's-Heerenhoek door brand verloren ging, die te Zandberg in de gemeente Grauw werd afgebroken. Dat geschiedde ook met den laatsten molen van dit type buiten Sluis. Daarentegen werden pogingen tot behoud van den fraaien baliemolen van 1793 in die gemeente door de commissie gesteund en naar het zich laat aanzien niet zonder succes. De molen te Sir Jansland werd door den ambachtsheer aangekocht en voor ver val bewaard. Evenals het vorige jaar hield de secreta ris, dr. W. S. Unger, het handexemplaar bij van de voorloopige lijst der monumenten en van de genealogische en heraldische merkwaardigheden van mr. Prins. Ten be hoeve van het eerstgenoemde werk werden nuttige mededeelingen ontvangen van den Schouwschen correspondent inzake den ge- restaureerden toren van Koudekerke onder Haamstede, en van de oude en nieuwe ka mer, 's lands van Schouwen te Zieriksee. Ook de voltooiing van het uiterst belang rijke Gothische huis te Goes gaf tot herzie ning der beschrijving aanleiding. De maand April, die zoo droevig afstak bij de maand Maart, heeft haar slecht ge drag tot het einde toe volgehouden en we der een jaardag van onze kroonprinses met slecht weder aan de vorige toegevoegd. Reeds van den geboortedag in 1909 her inneren wij ons koud en guur weer en toe vallig sloegen wij Zaterdag den jaargang 1929 open en ontdekten, dat op 30 April toen H. K. H. dus 20 jaar werd, een koude, Noor denwind over het sportterrein woei, waar toen kinderfeesten plaats hadden. Het was dus geen al te groote bijzonder heid, dat het ook Zaterdag verre van mooi weer was, wat alhier van grooten invloed is geweest op de viering van den 29sten jaardag van Prinses Juliana. Ten eerste was dit van 's morgens af te merken aan het zeer beperkt aantal vlag gen, dat buiten die van officieele gebouwen, was uitgestoken. Regen en wind zijn ge vaarlijk voor de vlaggen en het is te begrij pen, dat men de kans op vernieling niet ris- keeren wilde. Het programma was om reeds verleden week vermelde redenen maar bescheiden, maar is toch nog voor een flink deel afgewerkt. zich voor als Dijkmans en schudde droevig het hoofd. „Niets meer aan te doen!" zei hij dan. „Er moet hier een monster aan het steken zijn. Zooiets heb ik nog nooit meegemaakt". „Wij gelukkig ook niet", bekende Daddy. „Vertelt u eens, is Guus ook dood-gesto ken?" „Jawel, daar behoeven we niet aan te twijfelen. Vrijwel hetzelfde geval als van morgen: hij moet van voren recht door het hart gepriemd zijn". „Waarmee?" „Ja, dat kan ik u niet precies zeggen. Een naald of zooiets. Misschien een brei pen of een heel spitse degen. In ieder ge val heeft hij het hart geraakt, en daar kan geen mensch tegen". „Kan Guus mogelijk met hetzelfde wa pen gestoken zijn als Leo?" „Ongetwijfeld! Maar wat ik vragen wil de: Leo, was dat die van vanmorgen?" „Jawel. Kent u ze niet? U bent hier huis dokter?" „Zeer zeker!" „Al lang, als ik u vragen mag?" „Zoolang de familie hier op kasteel Gothe- borgh woont, dat zal ongeveer drie jaar zijn". „Enkende u Leo en Guus dan niet?" „Nooit eerder behandeld. Geen der zoons. En toch kwam ik hier geregeld. Voor me vrouw Messing. Zij is zenuwpatiënte". „Wat? Ernstig?" Toen haalde de dokter een zakdoek te voorschijn en snoot met veel omhaal zijn neus. Vervolgens keek hij om beurten het drietal eens aan. „Kijkt u eens hier", zei hij zacht. „Me vrouw verbeeldt zich nog al ziek te zijn, Het tambours- en pijperskorps „Juliana" trok er om half vier op uit en daarbij had zich aangesloten de Chr. wandelclub A.R. V.E.E., (altijd royaal, vroolijk en eensge zind). Het Chr. muziekgezelschap „Oefening na den Arbeid" was om 4 uur bij het repetitie lokaal in den Buitentuin op 't Zand aanwe zig en heeft met de nieuwe Oranje-vereeni- ging een wandeling gemaakt den Koude- kerkschen weg op tot „Torenvliedt", waar gekeerd werd om door Kerkstraat en langs Breeweg te komen op het plein bij den Sin gel, waar het korps nog even staande een paar nummertjes gaf. Toen men bij den Buitentuin terugkwam, stond daar een deputatie van het bestuur van „Uit het VolkVoor het Volk" en ging het naar de Markt, waar vrij velen de komst van het korps afwachtten. Op de tent zijn een aantal populaire liederen en pot pourri's ten beste gegeven. De leden van (A.R.V.E.E. maakten evenals een andere club, menig rondedansje en bewezen, dat als het weer maar beter was geweest, het aan feeststemming niet zou hebben ontbroken. Tegen den tijd dat het Middelburgsch Mu ziekkorps zijn concert begon om 8 uur werd het steeds drukker op de Markt. Toen het concert ten einde liep ontlastte zich plotse ling een onweersbui en het werd een sauve qui peut onder de nog niet in gebruik ge nomen veranda's der verschillende café's. Te half tien zou de muzikale wandeling beginnen en de signaalafdeeling van „Achil les" deed alle pogingen om ook de Markt te bereiken, maar moest tweemaal schuilen voor den regen. Dit deden de bestuursleden van ,Uit het VolkVoor het Volk" en ande ren in den hal van het Stadhuis, doch de beide politieruiters en hun collega's te voet wachtten in den stroomenden regen, totdat het besluit gevallen was, dat in deze om standigheden niet veel anders te doen stond, dan den tocht af te lasten. Uitstellen tot een der dagen dezer week stuitte ook op bezwaren en zoo zal men moeten wachten tot een volgende maal. Welicht Woensdag 29 Juni als Prins Bernhard jarig is? RITTEM. Uit de ingezetenen was een comité van 8 personen gevormd met het doel aan den burgemeester en zijn echtge- noote na de terugkomst van hun huwe lijksreis een geschenk aan te bieden. Het comité mocht van de ingezetenen veel me dewerking ontvangen. Vrijdagavond werd in de gemeentekamer door het comité aan den burgemeester en zijn vrouw na mens de ingezetenen een electrische lamp aangeboden, na een toespraak van den voorzitter, den heer N. de Pagter. Het ge schenk werd door het jonge echtpaar met dank aanvaard. Het is een stoffelijk be wijs van de groote genegenheid, welke de gemeente voor den burgemeester koe stert. Van de gelegenheid om het geschenk te bezichtigen werd Zaterdagavond door vele ingezetenen gebruik gemaakt. Oranje vereeniging Breskens. BRESKENS. Onder leiding van den eere voorzitter, burgemeester mr. J. P. Drost werd Vrijdagavond ten gemeentehuize een vergadering! der Breskensche Oranjever- eeniging gehouden. Na voorlezing door den voorzitter werd het reglement der vereeni ging goedgekeurd. De donateurs verplich ten zich tot een minimum bijdrage van 2.50 per jaar terwijl de gewone leden mi nimum 0.25 per jaar betalen. Dit bedrag is zoo laag gehouden opdat iedereen finan cieel in staat zal zijn lid te worden. De vereeniging stelt zich ten doel leiding te geven bij eventueele feestelijkheden of zelf feesten te organiseeren. De voorzitter deelde mee dat het bestuur het plan heeft opgevat ter gelegenheid van het a.s. regeeringsjubileum van H.M. de Koningin een groote tentoonstelling te houden. Het zal een tentoonstelling worden van de geschiedenis van West en Oost- Zeeuwsch Vlaandeern van het jaar 1604, het jaar waarin Prins Maurits Sluis ver overde en Zeeuwsch-Vlaanderen onder het bestuur der Oranje's kwam, tot heden. Medewerking is reeds toegezegd door de gemeenten Sluis, Oostburg, Hulst enz. De oud-rijksarchivaris dr. De H u 11 u uit Kadzand heeft eveneens zijn medewerking toegezegd. Het plan is deze tentoonstelling later ook in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen te houden. De opening der tentoonstelling zal vallen tijdens de officieele feestweek van en daarom moet ik geregeld komen kijken. U bdgrjjpt: daar heb ik natuurlijk geen be zwaar tegen. Maar onder ons gezegd, heeft ze niet veel anders dan kunstjes. Wat te veel geld, dat is alles". „En u noemde haar zoojuist zenuwpa tiënte?" ,,'t Kind moet toch een naam hebben!" zei de dokter lachend. „En verder is ze in derdaad een tikje zenuwachtig. Nou ja, maar wie is dat nou niet!" Daddy schraapte even zijn keel. „Mag ik u op den man af eens iets vra gen?" vroeg hij dan. „Maar 't moet geheel onder ons blijven: acht u mevrouw Mes sing in staat tot een moord?" „Goede genade!" riep de dokter uit en trok weer zijn zakdoek en veegde daarmee aan zijn voorhoofd. Onderwijl dacht hij eens even na en toen hij eindelijk sprak, getuig den zijn woorden van weloverwogen ernst. „Mevrouw Messing is allerminst een hoogstaande figuur", zei hij zacht. „Eenige ontevredenheid en kwaadaardigheid is haar lang niet vreemd. Ze maakt graag ruzie en schopt bij voorkeur de boel in de war. Ver der zit ze vol kuren en kent ze geen enkele schaamte. Maar ze draagt het hart op de tong: ze is beslist geen stille en uit dat oogpunt beschouwd kan ik niet aannemen, dat zij een verraderlijken moord gepleegd zou hebben als hier geschied is." „Maar zou het niet kunnen, dat zij ge handeld heeft in een opwelling van drift of in een oogenblik van totale abstractie?" De dokter krabde eens op zijn hoofd. „Drift is altijd een leelijk ding", zei hij dan, „maar zóó driftig, dat er een moord op zou kunnen volgen, heb ik mevrouw 31 Augs.6 Sept. a.s. Het gebouw waarin de tentoonstelling zal worden gehouden is het brandvrije, gemakkelijk bereikbare mijngebouw aan de haven. De voorzitter deed een beroep op aller medewerking, op dat deze tentoonstelling ten volle moge slagen. Het ligt in de bedoeling om tijdens deze tentoonstelling te Breskens een feest week te organiseeren. RAAD VAN ZUIDZANDE. ZUIDZANDE. Vrijdag kwam de Raad in voltallige vergadering bijeen. Bij de mede deelingen geeft de burgemeester een uiteenzetting inzake den post van gemeen te-ontvanger. De tijdelijke ontvanger Woit- tiez is inmiddels benoemd te Breskens. Het ligt in de bedoeling, dat Zuidzande metter tijd een districtsgemeente zal worden. Ech ter is nog goedgevonden, dat voor den tijd van een jaar een tijdelijk ambtenaar ter secretarie tevens tijdelijk ontvanger en ambtenaar van den burgerlijken stand zal worden benoemd. De pogingen van den bur gemeester om nu reeds gegadigden voor deze tijdelijke functie te vinden zijn mislukt, zoodat het nog wel enkele weken zal duren alvorens naar aanleiding van de nu ge plaatste oproeping iemand zal kunnen wor- ren benoemd. Spr. stelde voor, voor die en kele weken tijdelijk als gemeente-ontvanger te benoemen den hr. Jac. Leenhouts, sec retaris-gemeente-ontvanger te Kadzand. Met alg. st.'werd hij benoemd. Voorgesteld werd de gemeentegelden bij de Fraude-Onderlinge van de Ver. van Ned. gemeenten te verzekeren. De V o o r z. deel de mede, dat hieraan nog steeds geen uit voering is gegeven. Het bedrag der verzeke ring werd na eenige discussie vastgesteld met algemeene stemmen op 3000. Bij de rondvraag vroeg de heer Per- d u y n naar de sollicitanten voor sehoon- houdster van het gemeentehuis. De Voorz. deelde mede, dat B. en W. besloten hebben de benoeming uit te stellen tot er een veld wachter is. Zijn vrouw zal dan in de gele genheid gesteld worden eveneens te sollici- teeren. De hr. P e r d u y n vroeg verder of er een pad zou kunnen gelegd worden van het lijkenhuis af naar het nieuwe kerkhof. Hier zal als proef een sintelpad worden gelegd. De hr. L u t e y n-L eenhouts vroeg of 'n veldwachter van een polder gelden mag aannemen voor het toezichthouden op de eigendommen daarvan. De Voorz. zeide, dat dit geen gemeente-aangelegenheden zijn. Daar echter de opheffing der polders ver wacht wordt, zal ook aan dezen toestand een einde komen. De hr. L e Roy vroeg of de Raad vrij blijft in de keuze van schoonhoudster voor het gemeentehuis. De Voorz. antwoordde bevestigend. Daarna vroeg de hr. L e R o y of de arm lastigen in den zomer weer petroleum en in den winter kolen krijgen. De Voorz. zeide dat hij hiervoor reeds zorgt. De hr. V e r b u y t wilde het „slachtveld" laten bestraten met oude keien in werkver schaffing. Na vrij lange bespreking werd be sloten hieraan geen gevolg te geven, daar de gemeente binnen afzienbaren tijd voor onkosten zal komen te staan voor de ge meente-gebouwen. De Voorz. gaf een uit voerige uiteenzetting, waaruit bleek dat de school dringend moet worden hersteld. Zoo dra de gemeente deze kosten zich kan ver oorloven zal hiermee een begin moeten wor den gemaakt. De hr. V e r b u y t vroeg verder naar de afrastering rond het park van de kerk. Wethouder R i s s e e u w, die met de uitvoe ring hiervan nog is belast, zeide dat aan de zijde van den hr. J. van Peenen een hoo- gere afbakening zal worden gezet. Echter zijn nog onderhandelingen loopende met Van Peenen om de afbakening recht door te trekken, waardoor dan tevens de zinkput op gemeentegrond zal komen te liggen. Aan de andere zijde komt een lage afbakening. Daarna vroeg de hr. V e r b u y t naar de werkloozenkwestie; of de gemeente geen werk heeft voor de werkloozen. De V o o r z. zeide dat hij hiervoor geen oplossing weet. Wel kunnen er werkloozen naar Duitsch land. Verder deelde spr. mede, dat door Le Roy een bedrag van 30.terug is betaald voor te veel betaalden gemeentesteun aan werkloozen. Spr. waardeerde dit ten zeer ste. Ook deelde spr. mede, dat B. en W. met tertijd in behandeling zullen nemen een plan om in den tuin van het schoolhuis een speel plaats aan te leggen, wat dan in werkver schaffing zou kunnen worden uitgevoerd. Tenslotte werd nog besloten den tuin van het schoolhuis te laten spitten in werkver schaffing. Hiermee zou heden, Maandag, worden begonnen met 4 man. Messing nooit gezien. En wat die totale ab stractie betreft: Epileptica is ze niet, lypo- mane evenmin. Een ernstige psychose heb ik nooit bij haar waargenomen, daarom ge loof ik ook niet aan een delirium. Maar ja, je kunt nooit weten: tijdelijke verstands verbijstering is wel eens meer voorgeko men bij personen, waarvan je het niet ver wacht. Onmogelijk acht ik het niet!" Daddy zuchtte weer even en de commis saris teekende alles nauwkeurig op. Dan vroeg Landhof opeens: „Dokter, kent u haar man ook?" „Zeker! Een totaal ander iemand. Zoo een, die niet veel zegt maar duvekaters vlug handelt. Als een ander nog eens over iets nadenkt, zal hij 't al lang gedaan heb ben. Zoo moet hij vroeger ook in zaken ge weest zijn: een soort Razende Roland". „Daar heeft hij 't in ieder geval ver mee gebracht", merkte Daddy laconiek op. „Zeker!" zei dokter Dijkmans. „Dat zal niemand u tegenspreken. Hij is bepaald een voortvarend man. En als u 't mij nu vraagt dan acht ik zoo iemand veel eerder in staat tot een moord dan mevrouw Messing, die tenslotte alleen maar vol kunsten zit. Maar dat moet natuurlijk onder ons blijven!" „Sta ik u voor in!" beloofde de officier. „Wij danken u in ieder geval zeer voor uw openhartige mededeelingen." Toen liet Daddy hem uit. Bij zijn terug keer in de ontvangzaal hielden ze even krijgsraad. „Geen ongeschikte baas, die dokter", vond de dectective. „Zeker niet!" beaamde Landhof. „Wat hij zeide leek mij hoogst betrouwbaar. Daar (Ingez. Med.) In de Zaterdagmorgen gehouden verga dering van het bestuur van den Polder Walcheren, waren afwezig de heeren jhr. Van Doorn en Hoegen van Hoogelande. De voorzitter, mr. H. F. LANTSHEER, herdacht met woorden van groote waar deering den kort geleden overleden op zichter van de Oostwatering en opzichter in algemeenen dienst, den heer A. Jobse. Spr. schetste den overledene als een be trouwbare werker, wiens nagedachtenis in dankbare herinnering zal voortleven. Bij de behandeling van het jaarverslag 1937, deelde de VOORZITTER op een vraag van den heer Franse mede, dat de onderhandelingen met Ged. Staten over de nieuw te bedijken gronden onder Ar- nemuiden, die aanvankelijk zeer moeilijk verliepen, thans goed verloopen. Aan de wenschen van het polderbestuur is vrij wel voldaan, doch de regeling inzake de bestemming van de gronden is nog niet bekend. Bij het voorstel inzake de capitulanten- regeling, maakte de heer KOSTER de op merking, dat alle hout geen timmerhout is, en dat men nu maar zal moeten aannemen, wat men van hoogerhand aanwijst. Spr. vroeg of het niet mogelijk is, dat men uit meer dan een capitulant mag kiezen, waar hier de betrouwbaarheid toch ook van zulkeen groote beteekenis is. De heer v. d. HARST voelde ook veel voor het bezwaar dat men zelf geen zeg genschap zal hebben De VOORZITTER zeide, dat men niet vergeten mag, dat het hier een rijkswet geldt, waaraan de Provincies en de ge- meentebestuuren en ook de polder zich hebben te houden. Er zijn waarborgen, dat men niet iedereen krijgt, die men kwijt wilt zijn. Ook het dag. bestuur zal weli degelijk bezwaren hebben. Men moet ook niet vergeten, dat bij de a.s. vacature van bode-congierge wellicht nog niemand beschikbaar is. Er zijn ook ethische bezwa ren tegen het zich verzetten tegen een rijksmaatregel. Alles wat mogelijk was heeft het dag. bestuur in deze zaak reeds gedaan. De heer VAN WOELDEREN zeide lid te zijn van den capitulantenraad als ver tegenwoordiger van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten. Men komt als regel een maal per maand bijeen en de bezwaren tegen het stelsel zijn algemeen. Dit is te begrijpen omdat de openbare lichamen een deel van hun beschikkings recht prijs moeten geven. Het gaat hier echter om defensie belangen. Bepaalde bezwaren zijn wel te ondervangen. Thans zijn er nog heel weinig capitulanten en zal er wel geen beschikbaar zijn bij de a.s. vacature. Er wordt een goede selectie toe gepast en goed nagegaan wie geschikt zijn. De heer JERONIMUS is het principieel eens met de heeren Koster en v. d. Harst, en u'il van geen zeggenschap afstand doen; het geldt voor nu niet alleen maar ook voor de toekomst. Dat er nu geen capitu lanten zullen zijn' is geen reden om het voorstel aan te nemen. De heer KOSTER zeide het toe te juichen, dat het nu maar een principieele kwestie is. Hij voelt natuurlijk ook voor het zorgen voor gewezen militairen en voor de bezwaren tegen het ageeren tegen besluiten van de regeering. Na 10 jaar kan men weer zien. De heer BOSSELAAR meende, dat be sprekingen met den capitulantenraad toch wel mogelijk zal zijn. De VOORZITTER meende van wel en zeide, dat op lijst 31 alleen militairen met den rang van sergeant of wachtmeester mogen voorkomen. Het voorstel werd z.h.s. aangenomen. Bij het voorstel inzake het verleenen van 50 subsidie voor het streekplan Walcheren, zeide de heer VAN LOO, dat zullen we terdege rekening mee moeten houden." „Of we daar rekening mee moeten hou den!" bromde Feldslag. „Hij heeft ons een heel nieuw gezichtspunt geopend en dat is juist drommels lastig!" „Hoezoo, commissaris?" „Omdat Karl Messing nog altijd schit tert door afwezigheid!" „Dat doet het wapen, waarmee de moor den geschied moeten zijn, ook", merkte Daddy droog op. „Ja, Daddy, waar zou dat gebleven zijn?" vroeg de officier. „Kom nou!" zei de detective en haalde even zijn schouder op. „Je kunt mij net zoo goed vragen, wie het gedaan heeft: want dezelfde heeft het waarschijnlijk in zijn zak, zoo hij het al niet ergens ver verstopt heeft, waar wij het toch nooit zullen vin den!" Daar hoorden ze opnieuw voetstappen in de gang. Daddy ging dadelijk kijken: me vrouw Messing en haar eenig overgebleven zoon Max waren juist beneden gekomen „Neemt u mü niet kwalijk", zei de detec tive beleefd. „We hebben ons even op den achtergrond gehouden zoolang u met den dokter boven was, maar hopen u nu het een en ander te mogen vragen." De kasteelvrouwe zei niets, maar hab- belde naar de ontvangzaal, onmiddellijk ge volgd door haar zoon Max en den detecti ve, en toen zij beiden binnen waren sloot zij de deur. „Wat wit u weten?" vroeg ze koud en hard. Alle drie begrepen, dat ze over den eersten schrik alweer heen was. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5