VOOR DE JEUGD. WAT LEZERS BELEEFDEN. HET DANSENDE PRINSESJE. KRUIS W OORDPUZZLE, EEN FEEST IN MAROKKO EEN HANDIG DOOSJE, EEN BRANDENDE BURCHT, EEN ZAKDOEK MET EEN GAT ER IN, Spanning, door één woord verbroken. Vier dagen kweekschool-eindexamen: vier dagen van steeds stijgende spanning, die haar hoogtepunt bereikt in de oogen- blikken vóór en tijdens den uitslag. In de gang van de kweekschool wacht je met vijf medeslachtoffers op 't resultaat van je gezwoeg. In de leeraarskamer beslissen directeur, leeraren en gecommiteerden over je lot. Duizend-en-één gedachten en gevoelens maken zich om beurten van je meester: je wiskunde verknoeid, je bordsehets leek op niets, bij natuurkunde was je geweldig aan 't „modderen". Kortom, als je er komt, zal op 't kantje af zijn. „Nu mocht ik liever hier vandaan en slapen gaan" (dr. v. Eeden). Dan wordt je echter een oogenblik weer onverschillig: Wat kan 't je eigenlijk schelen Je hebt je best gedaan en nu af wachten. Afwachten Dat kun je immers toch niet." En voor de zooveelste maal ga je je kansen berekenen: je bereikt net de grens van 't aantal onvoldoendes. Als er nog één bijkomt ben je verloren. De spanning stijgt met de minuut. Er wordt geen woord meer gesproken. Wat duurt dat ondragelijk lang. Binnen kunnen ze 't zeker niet eens worden over de een of andere candidaat. Dat ben jij natuurlijk. Zou nu al dat harde werken tevergeefs geweest zijn Nummer vier Machinaal brengén je beenen je naar de „plaats der verschrikkingen." Achter de ta fel met 't groene laken zitten de heeren. Snel vliegen je oogen de rij langs, of je misschien iets kunt lezen op hun gezicht. Strak kijken allen je aan. Eén geeft je een knipoogje. Is 't misschien bedoeld als troost bij voorbaat of Je gaat zitten op de stoel, die de direc teur je aanwijst. Nu is 't groote moment er Een gevoel of ze je straks ter dood zullen, veroordeelen. Je zou willen schreeuwen: „Menschen, schiet op, zeg 't dan ineens Niet langer die onverdraaglijke spanning Dan klinkt kalm de stem van den direc teur: „Tot onze groote vreugde Genoeg Vreugde 't Ging slechts tus- chen de woorden: spijt en vreugde De rest van de woorden van den direc teur dringen niet tot je door. Je zou wel op willen springen, en een ware Indianen- dans ten aanschouwe der heeren uitvoeren, maar je beheerscht je. Als je je handteekening op 't diploma moet zetten, merk je pas eens, hoe zenuw achtig je bent. Wie weet wat zich daar van binnen bij je heeft afgespeeld Dat daar nu een wel dadige rust is gekomen na die maandenlan ge inspanning Nummer B vier. ïSBSS Er was eens een lieve kleine prinses, die zo mooi en knap was, dat ieder, die haar aanzag, blijdschap voelde in zijn hart. Het prinsesje kon nooit stil zitten. En vooral als er een speelman zijn wijsjes voor het koninklijk slot liet klinken, dan wiegde zij eerst het hoofdje zacht op en neer op het rhythme der muziek, dan begonnen de handjes en de voetjes te bewegen en ein delijk danste het hele prinsesje, sierlijk en licht. De witte jurkjes die zij haast altijd droeg, en de groene zijden linten, die haar blonde haren bij elkaar hielden, fladder den om de kleine zwevende gestalte. Het liefst danste zij in het bos. Ze liep soms weg van de strenge hofdames en ging naar een mooie open plek in het bos, waar zacht gras groeide. Vlug vlogen de gouden schoentjes en de zijden kousjes uit en dan danste het prinsesje op de blote voetjes tus sen de bloemen, waarvan ze er niet één vertrapte. De bomen zagen toe en tussen de struiken keken de bruine reeën. Op een keer gebeurde het, dat het priij- sesje helemaal de tijd vergat. Ze danste maar en ze merkte niet, dat de zon lang zamerhand daalde, dat de schemering kwam, dat het steeds donkerder werd. Een sterretje begon te schitteren, daarop een tweede, een derde en de maan kwam aan de hemel als een grote gouden lampion. Toen opeens keek de prinses met grote ogen om zich heen. Wat was het bos ake lig, griezelig geworden. Naar huis Gauw naar huis Maar op het zelfde ogenblik bleef zij staan, als aan de grond genageld: in de verte klonk een zachte, zoete melo die, die sterker werd, nader kwam en heel duidelijk was te horen. En plotseling scheen het alsof er grote witte bloemen op de weide neerdaalden. Maar er waren elf jes, tere kleine elfjes, die elkaar bij de handjes vatten en in een kring begonnen te dansen. Toen kon het prinsesje niet an ders dan de zoom van haar rokje optillen en meedansen. Zo heerlijk was het nog nooit geweest Opeens hield de muziek op, de elfjes we ken 'terug en uit het bos kwam een lange, slanke vrouw met een mooi gezicht naar het prinsesje toe. Ze keek haar ernstig aan en zei: Nooit weer mag jij, o mensenkind, Met elfjes in het bos Bij 't licht der zilverwitte maan, Gaan dansen op het mos. Want wie de elfendans zal zien Nog voor een tweede keer, Die moet steeds blijven in het bos, Die keert naar huis niet weer. Die wordt verandert in een boom, Met blaadjes, groen en zacht, Prinsesje, luister naar mijn raad, Kom hier niet in de nacht. Toen was ze weg, alles was weer stil en de prinses holde doodsbang naar het pa leis. Daar was men al erg ongerust over haar lange uitblijven en zocht overal in de omtrek van het bos. Daarna mocht het prinsesje lange tijd niet meer alleen zijn. Ze mocht ook niet meer dansen, wat haar wel veel verdriet deed, maar ze was toch ook nog wel bang voor de woorden van de fee. Op een keer had de koning een bespre king met zijn ministers en de prinses was ook in de zaal en zat naast haar vader op de troon. Opeens klonk door het open raam de klank van een muziekstukje, dat een muzikant buiten stond te spelen. Het prin sesje luisterde en voor ze nog goed wist wat ze deed, liep ze de trappen van de troon af, lichtte de voetjes op, maakte een paar zwevende pasjes en begon te dansen. De koning keek bezorgd naar zijn dansend dochtertje en de ministers werden er ver legen van en zwegen. Toen opeens bedacht het prinsesje waar ze eigenlijk was. Ze werd zelf ook verlegen en sloop maar gauw de deur uit. Maar daar hoorde ze weer de muziek en in de tuin danste ze als een vlinder tussen de bloemen. Zonder naden ken opende ze het tuinpoortje en liep al dansend en huppelend naar de mooie open plek in het bos, waar ze het liefst van al les was. Ze was zo blij dat ze er weer heen was gegaan, ze lachte tegen de bomen breidde de armpjes uit en danste, danste maar. En weer verdween de zon achter de bo men, de maan en de sterren kwamen. „Ga naar huis, ga naar huis" fluisterde de avondwind tegen het prinsesje, maar ze luisterde niet. Daar klonk weer de wonder zoete melodie uit de verte en kwam nader en nader, daar kwamen weer de elfjes en begonnen hun dans. Nog mooier, nog heer- 1 ijker was het dan de eerste keer. En het prinsesje danste weer mee, zo licht en sier lijk als ze nog nooit had gedanst. Toen hield de muziek op. De prinses zag de fee nader komen tussen de bomen, ze keek haar treurig aan en terwijl ze met een stokje tegen haar hoofd tikte zei ze: Wie tweemaal danst met elftjes fijn, Kan nooit weer bij de mensen zijn. Het prinsesje is nooit thuisgekomen. Toen men naar haar zocht, ook in het bos, zagen ze op de plek een mooie jonge boom. Zij was anders dan alle andere bomen, ze hadden er nog nooit zo een gezien. Hij had een witte bast en teer groene blaadjes. Toen begreep de koning dat dat zijn meis je moest zpn, met haar witte jurkje en de groene linten in haar blonde haar. Hij be greep ook, dat ze nooit weer terug zou ko men en zelf zorgde hij voortaan voor de nieuwe boom. Het was de eerste berk. Een klein kruiswoordpuzzeltje, dat niet moeilijk is. Ik wed dat je het in een wip hebt opgelost. De woorden zijn, van bo ven naar beneden en van links naar rechts gelezen, gelijk. Het zijn dus maar vijf woorden, die je hebt te zoeken, want als je horizontaal hebt, heb je verticaal ook. Begin maar te raden: 1. een groot boek werk, waar je op school uit leert 2. een vreemd woord voor gelaatskleur 3. een boom 4. het tegengestelde van dezelfde 5. een ander woord voor krachtig Ramadan door W. HAGEN. Het lijkt een sprookje, maar het is echt; wilde ruiters komen aanrijden, geweren met lange lopen schitteren in de zon. Een muur van mensen en paarden komt aanstuiven over de vlakte en plotse ling midden in de wilde galop vliegen de geweren omhoog, door de lucht en worden weer opgevangen door de bruine handen van de ruiters. Dan knal len de schoten, maar we horen maar één schot, alle geweren worden precies tegelijk afgschoten. Achter deze komt een tweede rij van paarden en ruiters, dan een derde. Dat is parade in Marokko Het is een heel bijzondere parade, want de suitan zelf is gekomen. Hij is gekomen in een rijtuig, dat aan de sprookjes van 1001 nacht doet den ken, een koets van goud en glas, met aan beide zijden soldaten met vuurrode unifor men. Nu staat hij onder een uitgespreid tentdoek, beschut tegen de zon en kijkt naar het prachtige schouwspel, dat de woestijnruiters met hun fladderende kleren voor hem vertonen. Dienaren staan naast hem en wuiven hem koelte toe. Tegenover de tent van den sultan staan de tribunes, waarop de voornaamsten van het land zit ten en rondom het wijde, wijde veld staat het volk en geniet ondanks de gloeiende hitte, uren achtereen van de demonstratie. Het is het feest dat altijd wordt gevierd na de Ramadan, de maand waarin de Mo hammedanen moeten vasten. Die maand is nu afgelopen en dan wordt er feest ge vierd. Niemand werkt er in de hele stad, behalve om de schapen te braden, die ieder jaar voor deze gelegenheid bij ontelbare hoeveelheden worden geslacht. Vooral in de vdile nauwe volksbuurten van Marokko, waar de arme bevolking woont, is men be zig met die schapen. Hier en daar heeft men op straat een vuur gemaakt en daar zitten bruine mannen met baarden en ver branden de schapenkoppen, die uit alle hui zen aan hen worden gebracht. Het is een afschuwelijke lucht, die daarvan uitgaat, ze vervult de hele buurt en een Europeaan weet niet hoe gauw hij daar weg zal ko men. Trouwens, erg zindelijk zien de stra ten er toch niet uit, want alle afval van de scharen wordt voor de huizen op straat ge gooid. Met dit feest mogen alleen de mannen maar op straat komen, de vrouwen moeten de hele dag thuis blijven. Er klinken kanonschoten over de stad; dat is het teken, dat de ruiterfeesten en de parade zijn beëindigd. Nu naderen groepen in het wit geklede gestalten de vorstelijke tent. Ze vallen voor den sultan op de knieën en bieden hem geschenken aan. Het zijn afgzanten van verre stammen, die vaak reizen van dagen en weken hebben gemaakt om hun vorst te huldigen op deze dag. Als je eens iets wilt versturen in een kartonnen doos, zal je natuurlijk altijd net zien, dat je geen geschikt doosje kunt vin den. Lastig is dat hè Maar als je zelf nu even vlug een doosje kunt maken is het weer niet zo erg. Hier zie je hoe je dit heel gemakkelijk kunt doen. Je zoekt een stuk karton op, de bodem van een oude kapotte doos of zo en dat is al voldoende. Dat stuk karton knip je uit in de vorm, zoals op het plaatje is aangegeven. Langs de stippellijnen ga je even met een scherp voorwerp, een mes of een vouwbeen, zodat ze gemakkelijk omgevouwen kunnen wor den. De vierkante stukjes waar 1 op staat worden aan één kant los gesneden, zoals je op de figuur kunt zien, tot de stippellijn. De punten 2 en 4 krijgen ieder twee in snijdingen, wat bij 4 duidelijk zichtbaar is. Bij 2 zie je hoe die losse puntjes omgevou wen worden. In de punten 3 en 5 maak je een sneetje, dat zo groot moet zijn, dat de ingevouwen punten 2 en 4 erin gestoken kunnen worden. Nu kunnen we het doosje in elkaar passen.^Eerst worden de vier kantjes 1 naar binnen gevouwen. Dan vouw je alle stippellijnen en je steekt puntje 2 door het sneetje van 3 en puntje 4 door het sneetje van 5. Nadat ze daar doorheen zijn gestoken, worden de kleine puntjes weer terug ge slagen, zodat ze niet los kunnen schieten. De grootte hangt af van het pakje dat je wilt maken. Het middelste vierkant is het grondvlak van het doosje, dus daarop moet je het voorwerp passen, dat je in wilt pak ken. (Voor de ouderen). Dit is een aardig kunstje, waar de ande ren verbaasd over zullen staan. Maar we moeten het doen met behulp van een oude re. Voor de grote jongens en meisjes is het wel alleen uitvoerbaar, als ze maar voor zichtig zijn. In een kom met water los je zoveel sal peter op, dat er, nadat je een poos hebt ge roerd, nog een beetje onopgeloste salpeter op de bodem blijft liggen. Dan teken je met een penseel, die in die vloeistof is ge- doopt, een of ander figuur op een stuk pa pier. Als je een burcht na kunt tekenen zal het heel aardig lijken. Nu laat je het geheel en al drogen en daarna kan nie mand meer zien, dat er iets op het papier staat. Je laat het zo aan de anderen zien en die denken dat het een gewoon stuk pa pier is. Nu steek je een lucifer aan, maar blaast hem ook meteen weer uit. De kop blijft dan nog wat nagloeien. Met die gloeiende kop ga je nu over het papier, langs de lijnen, die je met het salpeter-pen seel hebt getekend. De burcht of het ande re figuur zal dan in gloeiende lijnen op het papier verschijnen, tot verbazing van. de toeschouwers. Om met de lucifer langs de juiste plaatsen te gaan, moet je hier en daar even met een potlood een stipje zet ten, dat je weet waar je langs moet gaan. Maar je vertelt natuurlijk niets van je geheim en laat de anderen denken dat je zo maar met een gloeiende lucifer een brandende burcht op papier kunt zetten. We vragen van een van de aanwezigen een zakdoek te leen om een kunstje te doen. Nu, er is wel altijd iemand zo vrien delijk om zijn zakdoek er even voor te ge ven, maar hij zal toch raar kijken, als hij ziet dat je zo maar de schaar erin zet en er een hele punt afknipt, zo, dat er in het midden een rond gat in komt. En als je dan nog eens duidelijk laat zien dat er een gat in zit, door de zakdoek uit te sprei den op je mouw, zal hij het- vast niet leuk meer vinden. Maar troost hem maar gauw, je tovert een beetje ende zakdoek is weer heel. Hoe kun je dat dan doen Wel, in werkelijkheid knip je natuurlijk hele maal niet in de zakdoek, maar in een lapje van hetzelfde goed, dat je net zo vast houdt, of het een stuk van de zakdoek is. De echte zakdoek houd je in je hand, maar dat andere lapje laat je er in een punt bo ven uit steken, begrijp je Dan heb je nog een lapje, dat dezelfde kleur moet hebben als je mouw. Wanneer je nu de zakdoek op je mouw legt, heb je dat donkere lapje in je andere hand en dat leg je gauw op de zakdoek. Dan lijkt het net, of de stof van je mouw door het gat heenschijnt. Na tuurlijk moet je het niet al te dicht by het publiek doen Je frommelt de zakdoek daarna weer in elkaar, haalt er gauw het donkere lapje uit, doet er een beetje ge heimzinnig en toverachtig mee en dan zeg je: „Alstublieft, Uw zakdoek is weer heel, mag ik hem U aanbieden Niemand begrijpt er dan iets van en iedereen wil die toverzakdoek eens goed bekijken en betasten, maar er is niets meer aan te zien. OPLOSSINGEN RAADSELS. De oplossingen van de raadsels der vo rige week zijn: 1. vliegen spinnen. 2. klopjacht. 3. koe, roek, mot, tor, rot, ree, meerl 4. de roest RAADSELS. 1. Verborgen voornamen. Mijn broertje heeft een hen, kom je eens kijken Graag, dat kan, nadat ik gegeten heb. Wie staat daar op de weg Hoe gaat de maan, naar het Oosten Ja, nu je het zegt, zie ik het ook. 2. Met welk spoor kan men niet reizen 3. Welk gebak wordt een dier, als men de laatste letter weglaat 4. Myn eerste deel gebruikt men nog wel eens op school, myn tweede is een boom en mijn geheel is de naam van een stad in Zuid-Holland. 5. Ik besta uit 10 letters; ik rijd op vier wielen, maak veel lawaai en jullie hebben my allemaal wel eens gezien. 1, 2 is een jongensnaam 3, 4 is een jongens- èn een meisjes naam. 5, 6, 7 is een dier, dat moeder uit de kleerkast jaagt. 5, 6, 10 gebruikten vooral vroeger de dames veel in de winter. 1, 8, 9, 10 moesten alle kinderen eigeniyk altyd zyn. Wie kan raden wat ik ben LEGPUZZLE. Een Jaguar-familie. Langs de oevers van de Zuid-Amerikaan se rivieren leven de katachtige roofdieren, de jaguars. De dieren hebben een vry gro te kop en staan laag op de poten, daarom lijken ze niet zo vlug als ze wel zyn. Maar zodra we ze zien bewegen, staan we ver baasd over de leningheid en snelheid, waar mee ze zich bewegen. Onhoorbaar sluipt de jaguar op zijn prooi af, een vlugge sprong en hy zit op de rug van het dier, dat hij doodt met een beet in de nek. Grote noch kleine dieren zyn veilig voor zpn roof zucht. Ook zwemmen kan de jaguar als de beste. In het water valt hij zelfs kaaiman nen, de Amerikaanse krokodillen aan. Eigenaardig is, dat de jaguar ook vissen vangt uit de rivier, wel een bewijs, dat hij verwant is aan onze kat. Voor mensen is de jaguar even gevaar lijk als voor dieren vooral wanneer hy eenmaal mensenvlees heeft geproefd. Klei ne jaguars, die heel jong zijn gevangen, kunnen getemd worden en zijn heel aardi ge huisdieren maarte vertrouwen zqn ze nooit helemaal Het plaatje, dat je krijgt, als je deze puzzle uitknipt, en de stukjes by elkaar zoekt, laat -zo'n familie jaguars zien. Kyk maar eens of je het er van kunt maken

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 10