Electriciteitswetgeving.
BUITENLAND.
LANDBOUW.
IN6EZ0NBEN STUKKEN.
ZUIDBEVELAND
ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D.
De Fransch-Engelsche
besprekingen.
om alle inlichtingen inzake den bazaar te
verstrekken en de daarvoor beschikbaar te
stellen voorwerpen in ontvangst te ne-
jnen,
ARNESMUIDEN. De heer H. van Beek,
arbeiderstelegrafist bij de Spoorwegen
wordt met ingang van 15 Mei a.s. naar
het station Hofplein te Rotterdam overge
plaatst.
Ter eere van den verjaardag van H.
K. H. Prinses Juliana zal Zaterdagavond
te 8 uur door de muziekvereeniging Ar-
ne's Genoegen een muzikale rondgang door
de gemeente gemaakt worden.
HEINKENSZAND. In de gister gehou
den bestuursvergadering van de Coöpera
tieve weegbruggen-vereeniging „Samenwer
king" is wegens bedanken door den heer
J'. van Hekke in verband met zijn hoogen
leeftijd als voorzitter gekozen de heer M.
B. van Iwaarden.
KAPELLE. Alhier overleed de oudste in
woonster in den ouderdom van ruim 89
jaar, mej. de wed. J. van Maris, geboren
Schouwenaar.
EEN OPLICHTER.
RILLAND. Eenige weken geleden ver
voegde zich in het hotel van den heer P.
van R. een heer, die voorgaf bij alhier
wonende landbouwers, te moeten werken
met landbouwwerktuigen, tractors en on-
derdeelen van landbouwmachines van een
bekenden Groningsche firma op dit gebied.
Hij nam in het hotel zijn intrek, doch na
eenige dagen goede sier te hebben ge
maakt vertrok hij zonder betalen. Door
R. werd toen aangifte gedaan bij den ge
meenteveldwachter alhier. Deze stelde
een onderzoek in, waaruit bleek dat de
oplichter zich onder een valschen naam
had laten inschrijven. Door middel van
het politieblad werd de onbekende opge
spoord. Hij bevond zich bovendien in het
huis van bewaring te 's-Gravenhage.
Woensdag begaf de veldwachter zich
daarheen, om hem te hooren. Hier bleek
dat hij zich onder verschillende valsche
namen aan practijken als alhier door het
geheele land had schuldig gemaakt. Te
gen den persoon J. K. geboren en wonen
de te Groningen werd proces-verbaal op
gemaakt.
WOLFAARTSDIJK. Woensdagavond hield
de vrijzinnige kiesvereeniging een algemee-
ne vergadering; voorzitter M. Kloosterman.
Tegenwoordig bijna alle leden. Tot be
stuursleden werd gekozen A. M. Boot en
herkozen de heer A. Koert. De rekening
van den penningmeester, den heer D. P.
Lindenbergh, sloot met een batig saldo van
ruim 24.
OOSTBURG. Den heer A. Brevet alhier
is, ingevolge eigen verzoek, met ingang van
1 Mei a.s. eervol ontslag verleend als deur
waarder bij het kantongerecht te Oostburg.
ST. KRUIS. De Raad vergaderde onder
voorzitterschap van burgemeester A. J.
Dhont, afwezig de heer C. L. van den Bun
der. Besloten werd niet toe te treden tot
de stichting Zeeuwsch-Vlaamsch Borgstel
lingsfonds, gevestigd te Terneuzen. Met al-
gemeene stemmen werd de heer C. P. Snou-
waert, wethouder, aangewezen om tezamen
met den burgemeester zitting te nemen in
de commissie voor gemeenschappelijke be
hartiging van de belangen der samenwer
kende gemeenten, betrokken bij de oprich
ting en instandhouding eener arbeidsbeurs
te Oostburg.
De verordening tot heffing van leges voor
inlichtingen uit het bevolkingsregister, wel
ke in de vorige raadsvergadering reeds was
vastgesteld, werd opnieuw vastgesteld met
inachtneming van door Ged. Staten van
Zeeland gegeven wenken. Daarna werd een
nieuwe algemeene legesverordening vast
gesteld, zooals door het dagelijksch bestuur
was voorgesteld. De bestaande was zeer ver
ouderd. De nieuwe verordening is veel uit
gebreider, hoewel de' tarieven over 't al
gemeen nogal laag gesteld zijn.
Besloten werd ter verzekering der ge
meentegelden tegen fraude, welke verzeke
ring verplichtend is geworden sedert de
laatste wijziging der gemeentewet, waarbij
Jjet stellen van zekerheid door den gemeen
te-ontvanger verviel, de gemeente aan te
sluiten bij de „Frauderisico-onderlinge van
gemeenten" te 's-Gravenhage.
Bij de rondvraag werd door den heer D e
B a c k e r e aangedrongen op verbetering
van het rijwielpad langs den weg Aarden
burgSt. Kruis. Hij stelde voor B. en W.
te machtigen om het rijwielpad over een
lengte van 100 meter, bij wijze van proef,
te bedekken met tegels, ter breedte van
1.20 m.
„Luctor et Emergo."
4)
Mi-. Dr. R. W. graaf van Lynden schrijft
ons:
Men moet zich maar eens afvragen, wat
er van de electriciteitsvoorziening van Ne
derland terecht zou zijn gekomen, indien
de Provincies niet regelend waren opgetre
den, Het lijdt geen twijfel of dan ware een
soortgelijke toestand ontstaan als voor
korten tijd nog in Engeland heerschte,
waar de electriciteitsvoorziening met de
meest elementaire eischen der economie
spotte.
Gaan wij thans na, in hoeverre de Rijks-
regeering zich aan het belang der electri
citeitsvoorziening van Nederland gelegen
liet liggen.
De belangstelling van de Regeering voor
de electriciteitsvoorziening dagteekent van
1904. In dat jaar werd een Staatscommis
sie (Voorzitter was het lid der Tweede
Kamer mr. M. Tydeman Jr.) ingesteld met
de opdracht om te onderzoeken of er wet
telijke voorschriften gegeven of maatre
gelen genomen moesten worden met be
trekking tot den aanleg en het gebruik
van electrische geleidingen, zoowel in het
belang der openbare veiligheid, als ter re
geling van de rechtsverhoudingen, uit den
aanleg en het gebruik voortspruitende.
In 1911 verscheen het rapport dezer com
missie. Daarbij werd een ontwerp van een
EJectriciteitswet aangeboden, waarbij ech-
Overeenstemming inzake mili
taire samenwerking.
De beide Fransche ministers, die Woens
dagavond te Londen aankwamen, de pre
mier Daladier en de minister van buiten-
landsche zaken Bonnet, hebben gisteren
niet minder dan zeven uren met hun
Engelsche collega's sir Neville Chamberlain
en lord Halifax beraadslaagd. Niet-offici-
eel wordt gemeld, dat de besprekingen
zeer vlot zijn verloopen en op tal van pun
ten reeds tot afspraken hebben geleid.
(Vandaag en morgen zullen ze nog worden
voortgezet).
Het voornaamste punt van bespreking
schijnt gister geweest te zijn: de militaire
samenwerking tusschen de beide landen.
Daaromtrent wordt gemeld, dat o.a. een
volledige overeenstemming is bereikt over
een plan tot coördinatie der luchtstrijd
krachten en van de levensmiddelen-en
grondstoffen-voorziening in oorlogstijd. Van
veel belang te dezen aanzien is vooral het
gebruik van Fransche vliegvelden door de
Engelsche militaire luchtmacht. Bijzonder
heden worden niet meegedeeld, doch men
krijgt den indruk, dat de vier ministers
het militaire bondgenootschap, dat feite
lijk reeds tusschen Frankrijk en Engeland
bestond aanzienlijk versterkt hebben.
De besprekingen van gisteren moeten
verder de betrekkingen met Italië to"t on
derwerp hebben gehad. Vermoedelijk is er
te dezen aanzien afgesproken hoe de bei
de landen straks in de vergadering van
den Volkenbondsraad zullen optreden, als
daar de kwestie van de erkenning der ver
overing van Abessynië aan de orde komt.
Voor vandaag moet in het bijzonder een
bespreking van het probleem-Tsjechoslova-
kije op de agenda hebben gestaan. Vermoe
delijk is daarover gisteren ook al even
voorloopig beraadslaagd, doch niet indrin
gend. Tot zekere hoogte is dit probleem
het allerbelangrijkste, omdat het nu een
maal het brandendste politieke verschijn
sel dezer dagen vormt. Vooral in Duitsch-
land is men uiteraard zeer benieuwd naar
de besluiten, welke de vier ministers ten
deze zullen nemen. Volgens een bericht van
Havas uit Berlijn zou de Duitsche openba
re meening zelfs met eenige „zenuwachtig
heid" het nieuws uit Londen verbeiden.
Men verbergt nauwelijks, aldus het Fran
sche persagentschap, de ongerustheid, die
gewekt wordt door de mogelijkheid, dat de
Fransche en Engelsche regeeringen ten
aanzien van midden-Europa een gemeen
schappelijke gedragslijn zouden aanvaar
den.
De „NachtauSgabe" geeft uitdrukking
aan de hoop, dat de te Londen bijeen zijnde
ministers zich er van zullen onthouden
„verouderde internationale bepalingen te
verdedigen, maar plannen zullen ontwer
pen, die dienstig zullen zijn aan de organi
satie des vredes zonder een oorlogsgevaar
in te houden".
De Londensche correspondent van het
„Berliner Tageblatt" is verbaasd, dat in
Engeland plotseling de opvatting uitgespro
ken wordt, dat „Engeland meer goederen
moet afnemen van de kleine Balkanstaten
en Centraal Europa om te strijden tegen
den invloed van andere staten".
De Parijsche correspondent van de
„Deutsche Allgemeine Zeitung" schrijft
met ergernis over „de herleefde entente
cordiale" en de „Frankfurter Zeitung"
vraagt: „Waarom dat alles, tegen welk ge
vaar wil men zich beschermen?"
De verovering van Abessynië door Finland
de facto erkend.
Stefani meldt uit Rome: De Italiaan-
sche onderstaatssecretaris van buitenland-
sche zaken heeft den Finschen zaakgelas
tigde ontvangen, die mededeelde, dat de
Finsche regeering haar gezant te Rome
geaccrediteerd acht bij den koning van
Italië en keizer van Abessy
nië. De onderstaatssecretaris verzocht
den zaakgelastigde de Finsche regeering
den dank der fascistische regeering over
te brengen.
ITALIË.
ARRESTATIES IN VERBAND MET HET
BEZOEK VAN ADOLF HITLER.
In een officieel communiqué te Rome
worden berichten in de buitenlandsche pers
over arrestatie van duizenden Joden en
tegenstanders van het nationaal-socialis-
tisch bewind in verband met het bezoek
van Adolf Hitler, „fantastisch" genoemd.
Wel heeft de politie een aantal „verdach
te personen" in bewaring genomen, doch
alleen in de drie steden, welke door den
ter niet de electriciteitsvoorziening als
geheel, doch bijzondere onderdeelen daar
van werden geregeld.
Gold het onderzoek van deze commissie
meer de technische en juridische zijde van
het onderwerp, nog in hetzelfde jaar werd
een Staatscommissie ingesteld, die tot taak
had, regelen te ontwerpen voor een doel
matige electriciteitsvoorziening. Voorzitter
van deze commissie was ir. H. A. IJssel-
steijn.
Het verslag dezer commissie verscheen in
1914; het beval in hoofdzaak een stelsel
van Rijksconcessies aan.
Intusschen had de Regeering in 1913
reeds een wetsontwerp ingediend, dat in
hoofdzaak de strekking had, voor aanleg
en exploitatie van electriciteitswerken een
Rijksconcessie verplicht te stellen. Het ont-'
werp werd in 1915 ingetrokken. De woor
den, waarmede deze intrekking door mi
nister Lely werd gemotiveerd, zijn voor
ons verder betoog van te veel gewicht, dan
dat wij ze hier niet in het kort zouden
willen vermelden. De Regeering dit was
de quintessens was van oordeel, dat
het Rijk den hoogst belangrijken arbeid,
welke de Provincies op het gebied der elec
triciteitsvoorziening hadden verricht, niet
opzij mocht zetten of voorbij mocht gaan,
doch dat het Rijk er naar moest streven,
het bestaande zooveel mogelijk intact te
laten om te zijner tijd, naarmate voorzie
ning van Rijkswege noodig zou blijken,
daaraan aan te sluiten of daarop voort
te bouwen.
Bereikte dit wetsontwerp dus het Staats
blad niet, hetzelfde lot nl. intrekking
Führer zullen worden bezocht. Deze
maatregel, welke geheel normaal is treft
niet in'het bijzonder de Joden.
GEWONDEN UIT SPANJE.
Gisteren is te Napels het hospitaalschip
„Gradisca" aangekomen met gewonde Ita-
liaansche militairen uit SRanje aan boord,
nl. 16 officieren, 40 onderofficieren en
300 minderen. Zij werden met militaire
eer ontvangen.
RUNDVEEKEURING TE OOSTBURG.
OOSTBURG. Onder groote belangstelling
hield Woensdag de Provinciale Commissie
tot verbetering van het rundvee in Zeeland,
te Oostburg hare jaarlijksche keuring.
De aanvoer bestond uit 22 stieren en 9
koeien; de belangstelling ging voornamelijk
uit naar de nieuw-aangekochte stieren.
Apollo van de stierenvereeniging te
Oostburg werd in beste conditie voorge
bracht en verwierf met 79.4 punten een
eersten prijs.
Prins II van de stierenvereeniging te
Sint-Kruis was veel in zijn voordeel ver
anderd en behaalde met 78.6 punten een
eersten prijs.
Graaf, van de vereen, te Groède stond
aan den kop, een prachtige verschijning
met veel adel; hij verkeeg 82.8 punten.
Alexander van Aug. Buijck te Water
landkerkje was veel in zijn voordeel ver
anderd en verwierf 77.9 punten, terwijl
Piet van Cl. Bonte te Sint-Kruis het bracht
tot een 2en-prijs'met 74 punten.
Van de jaarlingstieren was Dirk Kuils-
burg van de stierenvereen. te Schoondijke
met eere aan den kop; hem werden 81.6
punten toegekend, terwijl Dries Kuilsburg
van de vereen, te Kadzand weinig onder
deed voor no. 1, alleen was hij iets klei
ner, maar van besten bouw en zijn aantal
punten 81.
Rudolf van de vereen, te Aardenburg was
niet zoo evenredig als zijn voorganger in
deze klasse, zijn wat lichte voorhand ont
sierde hem, al was hij overigens een beste
jonge stier, wat met 80.9 punten beloond
werd.
Dagobert van de vereen, te Schoondijke
kon wat meer diepte hebben ,ook het been-
werk kon zwaarder zijn; zijn belooning
was 80.9 punten.
Nico van Eug. de Badts te Oostburg be
haalde 76.3 punten, Gert van Corrahoeve,
eigenaar Aug. Buijck te Waterlandkerkje
kreeg 74.5 p.; Apollo van J. Lako te Aar
denburg 74.3 p.; Pikjes van P. M. van
Iwaarden teKadzand 74.2 p.; Dirk van Iz.
Risseeuw-Haartsen te Zuidzande 74 p.;
Piet van Z. C. Brakman te Oostburg 74
p. Nog een 5-tal stieren mochten een eer
volle vermelding verwerven.
De aangevoerde, koeien waren van bes
te kwaliteit; de heer Aug. Buijck voor
noemd toonde een moeder met drie beste
afstammelingen.
De nieuw aangekochte dieren lieten zich
van een goede zijde zien en maakten een
zeer besten indruk; mogen zij aan de ver
wachtingen voldoen en blijk geven goede
fokdieren te zijn.
Keuring van koeien te Schoondijke.
Donderdag: De aanvoer bestond uit 14
dieren. Er waren koeien bij met prachtig
type. Hierbij kan opgemerkt worden, dat
de Stierenvereeniging, dien hier meer dan
25 jaar bestaat, steeds beste stieren ter
dekking beschikbaar stelde wat van veel
belang is geweest voor de verbetering van
het vee in deze omgeving. Van de koeien
die eenmaal gekalfd hebben, werd no. 1 een
koe van H. van Waes te Schoondijke met
82 p., no. 2 een koe van L. Cammaert te
IJzendijke met 79 p., no. 3 een koe van J.
J. Moggré te Schoondijke met 78 p., nó. 4
een koe van J. J. Moggré idem met 76 p.
Koeien tweemaal gekalfd:
No. 1 een koe van Iz. Haartsen-Risseeuw
te Schoondijke met 81 punten.
Koeien driemaal gekalfd:
No. 1 een koe van Abr. Verhage te
Schoondijke met 84 p., no. 2 een koe van
W. P. de Zwart idem met 83 p., no. 3 een
koe H. van Waes idem met 82% p., no. 4
een koe van Abr. Risseeuw idem met 81 p.
Oudere koeien:
No. 1 een koe van Abr. Risseeuw te
Schoondijke met 85 p., no. 2 een koe van
Abr. Verhage idem met 83 p., no. 3 een koe
Cyr. de Badts te Breskens met 82% p. no.
4 een koe van I. HaartsenRisseeuw te
Schoondijke met 81 p., no. 5 een koe van
I. HaartsenRisseeuw te Schoondijke met
80 p.
viel een in 1920 ingediend ontwerp ten
deel, dat de strekking had, de opwekking
en de distributie van electriciteit te con-
centreeren in één .N.V. „Het Nederland-
sche Electriciteitsbedi'ijf". Dit wetsontwerp
was grootendeels de vrucht van de studie
eener in 1919 benoemde Staatscommissie
de Commissie-Lely
Kort na de intrekking van dit ontwerp
werd wederom een Staatscommissie inge
steld met de opdracht om van voorlichting
te dienen omtrent de electriciteitsvoorzie
ning van het land. (De commissie Van
Lynden van Sandenburg). De meerderheid
van deze commissie wilde de electriciteits-
productie vrijlaten, de distributie aan de
Provincies en de levering aan de Gemeen
ten toevertrouwen; de minderheid beval
wederom het concessiestelsel aan.
De Regeering koos het door de minder
heid aanbevolen stelsel; zij diende in-1928
andermaal een wetsontwerp in, dat de
Rijksconcessie verplicht stelde voor aan
leg en exploitatie van electriciteitswerken.
Ook dit ontwerp was geen beter lot be
schoren dan de voorafgaande; het werd,
nadat van vele zijden bezwaren waren in
gebracht, ingetrokken.
Na de voorlichting van vier Staatscom
missies en de intrekking van drie wetsont
werpen, bestond de Regeering het, in 1937
een vierde ontwerp in te dienen, dat, in
dien de Regeering den haar door de Twee
de Kamer gegeven goeden raad zal volgen,
wederom zal worden ingetrokken.
Een goede raad, want de electriciteits
voorziening van Nederland zou met dit
ontwerp, werd het wet, weinig gebaat zijn.
Rundveekeuringen te Eede en St. Kruis.
EEDE. Donderdag werd alhier een rund
veekeuring gehouden. Ondanks het feit, dat
de veehouders gratis aan deze keuring kon
den deelnemen, was de aanvoer zeer gering.
Ook het feit dat de Chr. Boerenbond gel-
delijken steun verleent om de keuring aan
te moedigen, heeft blijkbaar niet veel ge
holpen. Acht stuks vee werden ter keuring
gebracht. De kwaliteit der dieren werd door
de commissie echter goed genoemd.
ST. KRUIS. Op de op 28 April j.l. alhier
gehouden rundveekeuring werden slechts 2
stieren ter keuring aangeboden, n.l. van de
wed. A. Rijckborst. De kwaliteit van deze
dieren werd door de commissie zeer goed
genoemd.
STATEN-GENERAAL.
BEGROOTING VAN WATERSTAAT
GOEDGEKEURD.
De begrooting van det departement van
waterstaat werd gistermiddag door de
Eerste Kamer goedgekeurd, te zamen met
de begrootingen van het Zuiderzeefonds,
van het verkeersfonds en van de staatsmij
nen. De voorafgaande uren waren aan de
discussie over de zeer diverse waterstaats-
onderwerpen besteed. De minister van wa
terstaat, de heer van Buuren, beantwoord
de de sprekers uitvoerig.
Voor het spoorwegpersoneel wil de mi
nister de pensioenkwestie en de arbeidstijd
nader bezien. Financiering uit het verkeers
fonds van de automatische beveiliging van
onbewaakte overwegen zal eveneens wor
den overwogen. Verlaging van de op het
motorverkeer drukkende lasten kan de mi
nister niet in het uitzicht stellen. Verkor
ting van arbeidstijd voor de mijnen even
min.
De begrooting van onderwijs en
de spellingkwestie.
Toen de begrooting van het departement
van onderwijs, kunsten en wetenschappen
aan de orde kwam, vroeg de heer Woltjer
(a.r.) een interpellatie aan over de spelling
kwestie. H\j was van meening, dat deze zoo
belangrijke zaak, waaromtrent de regee
ring zoo juist nieuwe plannen heeft bekend
gemaakt, niet onder den druk van een ze
kere gejaagdheid kon worden behandeld.
Men deed beter, meende hij, de spelling
kwestie nu te laten rusten en bij de inter
pellatie te bespreken. De voorzitter vond
dit een bedenkelijk precedent, en met hem
de heeren Kranenburg en Van Rappardr
De heer Van Vessem betwistte zelfs, dat
de Kamer zoo'n haast moest hebben om
dat de noodzakelijke uitgaven ook na 1 Mei
zonder begrooting kunnen worden gedaan.
De Kamer besteedde een dik half uur aan
deze vraagstukken en besliste toen met 27
tegen 9 stemmen de interpellatie-Woltjer
toe te staan. Toen kon met de begrooting
van onderwijs worden begonnen. Het merk
waardige is, dat niets den leden belet on
danks de interpellatie toch nu bij de be
grooting over de spellingkwestie te spre
ken.
De heer De Jong (r.k.)~ opende de reeks.
Hij vroeg vooral een verlaging van de leer-
lingenschaal. Zijn partijgenoot prof. Barge
hield zijn maidenspeech, welke o.a. handel
de over de bescherming der historische
kasteelen.
Avondvergadering.
De Kamer ondervond des avonds de eer
ste gevolgen van den tijdnood: zij hield,
voor het eerst sinds langen tijd, een avond
vergadering van langen adem.
In deze avondvergadering zette prof.
Barge allereerst zijn rede voort en zeide de
voorkeur te geven aan de spelling De Vries
en Te Winkel. Spr. drong aan op overleg
met België. De heer De Rijke (n.s.b.) be
toogde dat tal van onderwijzers worden be
loond met een bedrag dat men niet noemen
kan zonder er over te blozen. Spr. wees op
de veel te groote klassen. Spr. wilde dat
men meer onderscheid make tusschen on
derwijs en opvoeding. Hij keurde het af dat
onderwijs wordt gebruikt voor politieke
doeleinden. En wat de spelling betreft zou
spr. willen terugkeeren tot de traditioneele.
De heer Sikkes (s.d.) constateerde te wei
nig energie bij dezen minister. De minister
bukt voor een zeker fatalisme: er is geen
geld en tenslotte toch niets aan te doen. Er
is geen geld heet het. Wel voor defensie.
Men kan echter niet leven zonder onder
wijs. Spr. noemde het een nationale schan
de dat er nog tal van kweekelingen zijn, die
heelemaal niets verdienen. De heer Wiardi
Beekman (s.d.) wees op den bedroevenden
toestand van ons volksonderwijs, ook bij het
voorbereidend hooger en middelbaar onder
wijs. De heer Vijlbrief (s.d.) bepleitte te
rugkeer tot de 3-jarige ambachtsscholen.
De vergadering werd te 11 uur verdaagd
tot hedenmorgen.
De electriciteitsvoorziening van Neder
land berust, zooals wij boven zagen, bij de
overheid, bij provincies en gemeenten. W e)
is hier en daar ter verkrijging van aen
soepele organisatie de vennootschapsvorm
aan het overheidsbedrijf gegeven, dit doet
niets af aan het feit, dat particulieren na
genoeg geen invloed op de stroomvoorzie
ning van ons land kunnen doen geldejj.
(Op 31 December 1935 trad in slechts 17
van de 1064 gemeenten een particulier be
drijf of een coöperatie als concessionaris
°P>- j
Men wrijft zich dan ook wel even de
oogen uit. als men in de Memorie van Toe
lichting tot het bij Kon. Boodschap van
10 Febr. 1937 bij de Staten-Generaal inge
diende ontwerp leest: „Een normale ont
wikkeling van de stroomvoorziening moet
geacht worden een der eerste voorwaarden
te zijn voor handhaving en verhooging
van de volkswelvaart en op dien grond is
de overheid geroepen, toezicht daarop te
oefenen en zooveel noodig leiding daaraan
tG geven."
Hoe nu?! Weet de Regeering dan niet,
dat de electriciteitsvoorziening van Neder
land nagenoeg geheel door de overheid ver
zorgd wordt?
Of moet men voor „overheid" lezen „Re
geering?," Inderdaad poogt het ontwerp
de provinciale regelingen om hals te
brengen en te vervangen door een ver
gaande inmenging vanhet Rijk. Rijkscon
cessie en opheffing van het verordenings
recht der Provincies op dit gebied, ziedaar
de hoeksteenen van het wetsontwerp.
De Regeering heeft begrepen, dat zij
ANTWOORD OP EEN: „ANTWOORD OP
EEN CIRCULAIRE MET EEN
ACHTERGROND".
Over het opheffen van de polders en wa
terschappen in Zeeuwsch Vlaanderen Wes
telijk Deel, waarover in de laatste maan
den reeds zooveel geschreven is, lees ik in
het tweede blad van de Provinciale Zeeuw-
sche en Middelburgsche Courant van Dins
dag 19 April jl. een ingezonden stuk onder
bovenstaand motto.
Wegens de vele daarin voorkomende
onjuistheden is het wenschelijk daarop een
wederhoor toe te passen.
Vast staat dat elke polder in ons District
het recht en de plicht heeft zijne belangen
te verdedigen en zijn bedenkingen tegen 't
voorgenomen samenvoegingsplan te laten
gelden, ook al is dit niet naar den zin van
enkele personen.
Niemand zal ontkennen dat, waar dé
Voorzitter van den Zeeuwschen polder*
bond een der ijverigste voorstanders is van
het samenvoegingsplan, de betrokken pol
ders en waterschappen zich niet tot dien
bond kunnen wenden voor advies of steun
in hun verzet maar het systeem „Help
yourself" in praktijk moeten brengen.
Dat deze meent met zijn samenvoeging
het streekbelang te behartigen mag ver
ondersteld worden al is men in de streek
algemeen een andere meening toegedaan.
Dat zijn gemeende behartiging van onze
streekbelangen als zoodanig respect ver
dient zal ook niemand ontkennen.
Maar dat zijne meening niet zou mogen
worden bestreden en bestrijding niet netjes
is zal wel niemand aannemelijk achten,
waar bij ons te lande het Dictatorschap ge
lukkig' nog niet bestaat en een ieder zijn
meening nog vrij mag verkondigen.
Wanneer de streek met bijna algeheele
instemming te kennen geeft dat zij met
dergelijke behartiging van haar belangen
niet gediend is en absoluut tegen de op
richting van „één waterschap voor
Zeeuwsch Vlaanderen Westelijk Deel" ge
kant is en blijft dan moet verondersteld
worden dat de streek, wier bevolking be
kend staat als te zijn in het bezit van een
gezond oordeel en niet achterlijk te zijn,
daartoe gegronde motieven moet hebben
en is het onze streekbewoners onbegrijpe
lijk dat enkele personen hun plan toch
maar willen doordrijven. De argumenten
tegen de oprichting zijn in alle in de streek
door de commissie belegde vergaderingen
duidelijk naar voren gebracht en waren
verre van gevoels of persoonlijke argu
menten.
Dat door de Commissie verklaard is dat
de schulden voor de bestaande polders blij
ven doch hun eigendommen aan het ééne
Waterschap overgaan blijkt uit het ver
handelde in de te Schoondijke belegde bij
eenkomst; een of ander Statenland en het
bestuur van den Generalen Prins Willem
polders zullen dat wel kunnen bevestigen.
De schrijver van „Antwoord" wordt aange
raden zich later op de hoogte te stellen
van het geen in de diverse vergaderingen
besproken is.
Hij dient ook beter te lezen wat in de
door hem genoemde circulaire omtrent een
samenvoegingskwestie in Overijssel is ge
zegd dan zal hij constateeren dat Ged. Sta
ten dier Provincie de samenvoeging hebben
voorgesteld maar dat Prov. Staten dit niet
hebben aangenomen.
Wat zijn aanhaling van „zes en twintig
polders en poldertjes en waterschappen"
betreft zal hij goed doen de Provinciale
Almanak voor Zeeland eens te raadplegen
om te constatéren dat het getal ruim 70
is, misschien komt hij dan tevens wel tot
de conclusie dat het groot streekbelang
meebrengt dat de oprichting van „een
„Waterschap voor Zeeuwsch Vlaanderen
Westelijk „Deel" niet tot stand komt.
Gezien de uitspraak van de belanghebben
de streek zelf is dit ook de meening en de
wensch van
Een tegenstander en ingelande
in West Zeeuwsch Vlaanderen.
[Teneinde niet den schijn van partijdig
heid te wekken, hebben wij het boven
staande stuk nog anoniem geplaatst; de
schrijver ervan is ons als bona fide bekend.
Voortaan echter nemen wij ingezonden
stukken, op deze zaak betrekking hebben
de, slechts op wanneer zij met den vollen
naam, adres en qualiteit van den werke-
lijken schrijver onderteekend zijn. Wat de
kwestie van het aantal polders betreft, dit
is in ons nummer van 21 April reeds gewij
zigd in 74 op verzoek van den betrokken
schrijver. Red.].
voor deze omkeering van een bestaanden
en geordenden toestand niet kon volstaan
met de frase:
„De behoefte aan algemeene regelen
doet zich steeds meer gevoelen."
Maar zij maakte het zich gemakkelijk
en verwees voor verdere motiveering van
de noodzakelijkheid der invoering van het
concessiestelsel naar de Memorie van Toe
lichting tot het wetsontwerp van 1928.
De drie motieven, die men daar vmdtr
zijn de volgende:
le. het concessiestelsel ligt m de histo
rische lijn;
2e. de jaren, dat de concessies gewerkt
hebben, zijn een tijdvak van grooten voor
uitgang op het gebied der electriciteits
voorziening geweest;
3e. de provinciale besturen hebben zich
in het algemeen vóór het concessiestelsel
"'opgemerkt zij, dat hier met geen enkel
woord de noodzakelijkheid van het con
cessiestelsel wordt aangetoond.
Ontleedt men nu de „motiveering" dan
blijft er bovendien niet veel van over!
Het concessiestelsel ligt in de histori
sche lijn? Voorzoover ons bekend is hebben
7 (zegge en schrijve zeven) van de elek
triciteitsbedrijven in Nederland (op
Dec. 1935 390 in aantal) een Rijksconces
sie. Zeker, daartoe behooren groote be
drijven: in 1935 leverden zij samen 23,8 'fo
van de totale in Nederland gedistribueerde
energie; maar 76,2 werd dan toch ge
leverd door bedrijven zonder Rijksconcessie.
(Wordt vervolgd.)
w
Eindelj
wedstrijd
den. Te
Goes de
sterker
niets me
Te Vli
sten pri
spelen. II
kansje vl
het gro<|
betwijfel
sterker t
wie wee
verrassii
naar G
Vlissingi
klassers,
weer de
2ij ook
optimist
zou het
len.
MiddeJ
beker to
vierde r
Wageni
Het zal
zich zu
Middelb
deed m
Middelb
de gr
overwir
delburg
de heei
te worj
clubs
gen.
Het
Kam
Oord-
Pro:
Hero,
2e
Proi
Eiland
Beki
Op
wordt
Niet n
zullen
speelt
een i
de 3e
twee
hit, t|
zal sj.
geleg