Electriciteitswetgeving. BUITENLAND. LANDBOUW. IN6EZ0NBEN STUKKEN. ZUIDBEVELAND ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D. De Fransch-Engelsche besprekingen. om alle inlichtingen inzake den bazaar te verstrekken en de daarvoor beschikbaar te stellen voorwerpen in ontvangst te ne- jnen, ARNESMUIDEN. De heer H. van Beek, arbeiderstelegrafist bij de Spoorwegen wordt met ingang van 15 Mei a.s. naar het station Hofplein te Rotterdam overge plaatst. Ter eere van den verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana zal Zaterdagavond te 8 uur door de muziekvereeniging Ar- ne's Genoegen een muzikale rondgang door de gemeente gemaakt worden. HEINKENSZAND. In de gister gehou den bestuursvergadering van de Coöpera tieve weegbruggen-vereeniging „Samenwer king" is wegens bedanken door den heer J'. van Hekke in verband met zijn hoogen leeftijd als voorzitter gekozen de heer M. B. van Iwaarden. KAPELLE. Alhier overleed de oudste in woonster in den ouderdom van ruim 89 jaar, mej. de wed. J. van Maris, geboren Schouwenaar. EEN OPLICHTER. RILLAND. Eenige weken geleden ver voegde zich in het hotel van den heer P. van R. een heer, die voorgaf bij alhier wonende landbouwers, te moeten werken met landbouwwerktuigen, tractors en on- derdeelen van landbouwmachines van een bekenden Groningsche firma op dit gebied. Hij nam in het hotel zijn intrek, doch na eenige dagen goede sier te hebben ge maakt vertrok hij zonder betalen. Door R. werd toen aangifte gedaan bij den ge meenteveldwachter alhier. Deze stelde een onderzoek in, waaruit bleek dat de oplichter zich onder een valschen naam had laten inschrijven. Door middel van het politieblad werd de onbekende opge spoord. Hij bevond zich bovendien in het huis van bewaring te 's-Gravenhage. Woensdag begaf de veldwachter zich daarheen, om hem te hooren. Hier bleek dat hij zich onder verschillende valsche namen aan practijken als alhier door het geheele land had schuldig gemaakt. Te gen den persoon J. K. geboren en wonen de te Groningen werd proces-verbaal op gemaakt. WOLFAARTSDIJK. Woensdagavond hield de vrijzinnige kiesvereeniging een algemee- ne vergadering; voorzitter M. Kloosterman. Tegenwoordig bijna alle leden. Tot be stuursleden werd gekozen A. M. Boot en herkozen de heer A. Koert. De rekening van den penningmeester, den heer D. P. Lindenbergh, sloot met een batig saldo van ruim 24. OOSTBURG. Den heer A. Brevet alhier is, ingevolge eigen verzoek, met ingang van 1 Mei a.s. eervol ontslag verleend als deur waarder bij het kantongerecht te Oostburg. ST. KRUIS. De Raad vergaderde onder voorzitterschap van burgemeester A. J. Dhont, afwezig de heer C. L. van den Bun der. Besloten werd niet toe te treden tot de stichting Zeeuwsch-Vlaamsch Borgstel lingsfonds, gevestigd te Terneuzen. Met al- gemeene stemmen werd de heer C. P. Snou- waert, wethouder, aangewezen om tezamen met den burgemeester zitting te nemen in de commissie voor gemeenschappelijke be hartiging van de belangen der samenwer kende gemeenten, betrokken bij de oprich ting en instandhouding eener arbeidsbeurs te Oostburg. De verordening tot heffing van leges voor inlichtingen uit het bevolkingsregister, wel ke in de vorige raadsvergadering reeds was vastgesteld, werd opnieuw vastgesteld met inachtneming van door Ged. Staten van Zeeland gegeven wenken. Daarna werd een nieuwe algemeene legesverordening vast gesteld, zooals door het dagelijksch bestuur was voorgesteld. De bestaande was zeer ver ouderd. De nieuwe verordening is veel uit gebreider, hoewel de' tarieven over 't al gemeen nogal laag gesteld zijn. Besloten werd ter verzekering der ge meentegelden tegen fraude, welke verzeke ring verplichtend is geworden sedert de laatste wijziging der gemeentewet, waarbij Jjet stellen van zekerheid door den gemeen te-ontvanger verviel, de gemeente aan te sluiten bij de „Frauderisico-onderlinge van gemeenten" te 's-Gravenhage. Bij de rondvraag werd door den heer D e B a c k e r e aangedrongen op verbetering van het rijwielpad langs den weg Aarden burgSt. Kruis. Hij stelde voor B. en W. te machtigen om het rijwielpad over een lengte van 100 meter, bij wijze van proef, te bedekken met tegels, ter breedte van 1.20 m. „Luctor et Emergo." 4) Mi-. Dr. R. W. graaf van Lynden schrijft ons: Men moet zich maar eens afvragen, wat er van de electriciteitsvoorziening van Ne derland terecht zou zijn gekomen, indien de Provincies niet regelend waren opgetre den, Het lijdt geen twijfel of dan ware een soortgelijke toestand ontstaan als voor korten tijd nog in Engeland heerschte, waar de electriciteitsvoorziening met de meest elementaire eischen der economie spotte. Gaan wij thans na, in hoeverre de Rijks- regeering zich aan het belang der electri citeitsvoorziening van Nederland gelegen liet liggen. De belangstelling van de Regeering voor de electriciteitsvoorziening dagteekent van 1904. In dat jaar werd een Staatscommis sie (Voorzitter was het lid der Tweede Kamer mr. M. Tydeman Jr.) ingesteld met de opdracht om te onderzoeken of er wet telijke voorschriften gegeven of maatre gelen genomen moesten worden met be trekking tot den aanleg en het gebruik van electrische geleidingen, zoowel in het belang der openbare veiligheid, als ter re geling van de rechtsverhoudingen, uit den aanleg en het gebruik voortspruitende. In 1911 verscheen het rapport dezer com missie. Daarbij werd een ontwerp van een EJectriciteitswet aangeboden, waarbij ech- Overeenstemming inzake mili taire samenwerking. De beide Fransche ministers, die Woens dagavond te Londen aankwamen, de pre mier Daladier en de minister van buiten- landsche zaken Bonnet, hebben gisteren niet minder dan zeven uren met hun Engelsche collega's sir Neville Chamberlain en lord Halifax beraadslaagd. Niet-offici- eel wordt gemeld, dat de besprekingen zeer vlot zijn verloopen en op tal van pun ten reeds tot afspraken hebben geleid. (Vandaag en morgen zullen ze nog worden voortgezet). Het voornaamste punt van bespreking schijnt gister geweest te zijn: de militaire samenwerking tusschen de beide landen. Daaromtrent wordt gemeld, dat o.a. een volledige overeenstemming is bereikt over een plan tot coördinatie der luchtstrijd krachten en van de levensmiddelen-en grondstoffen-voorziening in oorlogstijd. Van veel belang te dezen aanzien is vooral het gebruik van Fransche vliegvelden door de Engelsche militaire luchtmacht. Bijzonder heden worden niet meegedeeld, doch men krijgt den indruk, dat de vier ministers het militaire bondgenootschap, dat feite lijk reeds tusschen Frankrijk en Engeland bestond aanzienlijk versterkt hebben. De besprekingen van gisteren moeten verder de betrekkingen met Italië to"t on derwerp hebben gehad. Vermoedelijk is er te dezen aanzien afgesproken hoe de bei de landen straks in de vergadering van den Volkenbondsraad zullen optreden, als daar de kwestie van de erkenning der ver overing van Abessynië aan de orde komt. Voor vandaag moet in het bijzonder een bespreking van het probleem-Tsjechoslova- kije op de agenda hebben gestaan. Vermoe delijk is daarover gisteren ook al even voorloopig beraadslaagd, doch niet indrin gend. Tot zekere hoogte is dit probleem het allerbelangrijkste, omdat het nu een maal het brandendste politieke verschijn sel dezer dagen vormt. Vooral in Duitsch- land is men uiteraard zeer benieuwd naar de besluiten, welke de vier ministers ten deze zullen nemen. Volgens een bericht van Havas uit Berlijn zou de Duitsche openba re meening zelfs met eenige „zenuwachtig heid" het nieuws uit Londen verbeiden. Men verbergt nauwelijks, aldus het Fran sche persagentschap, de ongerustheid, die gewekt wordt door de mogelijkheid, dat de Fransche en Engelsche regeeringen ten aanzien van midden-Europa een gemeen schappelijke gedragslijn zouden aanvaar den. De „NachtauSgabe" geeft uitdrukking aan de hoop, dat de te Londen bijeen zijnde ministers zich er van zullen onthouden „verouderde internationale bepalingen te verdedigen, maar plannen zullen ontwer pen, die dienstig zullen zijn aan de organi satie des vredes zonder een oorlogsgevaar in te houden". De Londensche correspondent van het „Berliner Tageblatt" is verbaasd, dat in Engeland plotseling de opvatting uitgespro ken wordt, dat „Engeland meer goederen moet afnemen van de kleine Balkanstaten en Centraal Europa om te strijden tegen den invloed van andere staten". De Parijsche correspondent van de „Deutsche Allgemeine Zeitung" schrijft met ergernis over „de herleefde entente cordiale" en de „Frankfurter Zeitung" vraagt: „Waarom dat alles, tegen welk ge vaar wil men zich beschermen?" De verovering van Abessynië door Finland de facto erkend. Stefani meldt uit Rome: De Italiaan- sche onderstaatssecretaris van buitenland- sche zaken heeft den Finschen zaakgelas tigde ontvangen, die mededeelde, dat de Finsche regeering haar gezant te Rome geaccrediteerd acht bij den koning van Italië en keizer van Abessy nië. De onderstaatssecretaris verzocht den zaakgelastigde de Finsche regeering den dank der fascistische regeering over te brengen. ITALIË. ARRESTATIES IN VERBAND MET HET BEZOEK VAN ADOLF HITLER. In een officieel communiqué te Rome worden berichten in de buitenlandsche pers over arrestatie van duizenden Joden en tegenstanders van het nationaal-socialis- tisch bewind in verband met het bezoek van Adolf Hitler, „fantastisch" genoemd. Wel heeft de politie een aantal „verdach te personen" in bewaring genomen, doch alleen in de drie steden, welke door den ter niet de electriciteitsvoorziening als geheel, doch bijzondere onderdeelen daar van werden geregeld. Gold het onderzoek van deze commissie meer de technische en juridische zijde van het onderwerp, nog in hetzelfde jaar werd een Staatscommissie ingesteld, die tot taak had, regelen te ontwerpen voor een doel matige electriciteitsvoorziening. Voorzitter van deze commissie was ir. H. A. IJssel- steijn. Het verslag dezer commissie verscheen in 1914; het beval in hoofdzaak een stelsel van Rijksconcessies aan. Intusschen had de Regeering in 1913 reeds een wetsontwerp ingediend, dat in hoofdzaak de strekking had, voor aanleg en exploitatie van electriciteitswerken een Rijksconcessie verplicht te stellen. Het ont-' werp werd in 1915 ingetrokken. De woor den, waarmede deze intrekking door mi nister Lely werd gemotiveerd, zijn voor ons verder betoog van te veel gewicht, dan dat wij ze hier niet in het kort zouden willen vermelden. De Regeering dit was de quintessens was van oordeel, dat het Rijk den hoogst belangrijken arbeid, welke de Provincies op het gebied der elec triciteitsvoorziening hadden verricht, niet opzij mocht zetten of voorbij mocht gaan, doch dat het Rijk er naar moest streven, het bestaande zooveel mogelijk intact te laten om te zijner tijd, naarmate voorzie ning van Rijkswege noodig zou blijken, daaraan aan te sluiten of daarop voort te bouwen. Bereikte dit wetsontwerp dus het Staats blad niet, hetzelfde lot nl. intrekking Führer zullen worden bezocht. Deze maatregel, welke geheel normaal is treft niet in'het bijzonder de Joden. GEWONDEN UIT SPANJE. Gisteren is te Napels het hospitaalschip „Gradisca" aangekomen met gewonde Ita- liaansche militairen uit SRanje aan boord, nl. 16 officieren, 40 onderofficieren en 300 minderen. Zij werden met militaire eer ontvangen. RUNDVEEKEURING TE OOSTBURG. OOSTBURG. Onder groote belangstelling hield Woensdag de Provinciale Commissie tot verbetering van het rundvee in Zeeland, te Oostburg hare jaarlijksche keuring. De aanvoer bestond uit 22 stieren en 9 koeien; de belangstelling ging voornamelijk uit naar de nieuw-aangekochte stieren. Apollo van de stierenvereeniging te Oostburg werd in beste conditie voorge bracht en verwierf met 79.4 punten een eersten prijs. Prins II van de stierenvereeniging te Sint-Kruis was veel in zijn voordeel ver anderd en behaalde met 78.6 punten een eersten prijs. Graaf, van de vereen, te Groède stond aan den kop, een prachtige verschijning met veel adel; hij verkeeg 82.8 punten. Alexander van Aug. Buijck te Water landkerkje was veel in zijn voordeel ver anderd en verwierf 77.9 punten, terwijl Piet van Cl. Bonte te Sint-Kruis het bracht tot een 2en-prijs'met 74 punten. Van de jaarlingstieren was Dirk Kuils- burg van de stierenvereen. te Schoondijke met eere aan den kop; hem werden 81.6 punten toegekend, terwijl Dries Kuilsburg van de vereen, te Kadzand weinig onder deed voor no. 1, alleen was hij iets klei ner, maar van besten bouw en zijn aantal punten 81. Rudolf van de vereen, te Aardenburg was niet zoo evenredig als zijn voorganger in deze klasse, zijn wat lichte voorhand ont sierde hem, al was hij overigens een beste jonge stier, wat met 80.9 punten beloond werd. Dagobert van de vereen, te Schoondijke kon wat meer diepte hebben ,ook het been- werk kon zwaarder zijn; zijn belooning was 80.9 punten. Nico van Eug. de Badts te Oostburg be haalde 76.3 punten, Gert van Corrahoeve, eigenaar Aug. Buijck te Waterlandkerkje kreeg 74.5 p.; Apollo van J. Lako te Aar denburg 74.3 p.; Pikjes van P. M. van Iwaarden teKadzand 74.2 p.; Dirk van Iz. Risseeuw-Haartsen te Zuidzande 74 p.; Piet van Z. C. Brakman te Oostburg 74 p. Nog een 5-tal stieren mochten een eer volle vermelding verwerven. De aangevoerde, koeien waren van bes te kwaliteit; de heer Aug. Buijck voor noemd toonde een moeder met drie beste afstammelingen. De nieuw aangekochte dieren lieten zich van een goede zijde zien en maakten een zeer besten indruk; mogen zij aan de ver wachtingen voldoen en blijk geven goede fokdieren te zijn. Keuring van koeien te Schoondijke. Donderdag: De aanvoer bestond uit 14 dieren. Er waren koeien bij met prachtig type. Hierbij kan opgemerkt worden, dat de Stierenvereeniging, dien hier meer dan 25 jaar bestaat, steeds beste stieren ter dekking beschikbaar stelde wat van veel belang is geweest voor de verbetering van het vee in deze omgeving. Van de koeien die eenmaal gekalfd hebben, werd no. 1 een koe van H. van Waes te Schoondijke met 82 p., no. 2 een koe van L. Cammaert te IJzendijke met 79 p., no. 3 een koe van J. J. Moggré te Schoondijke met 78 p., nó. 4 een koe van J. J. Moggré idem met 76 p. Koeien tweemaal gekalfd: No. 1 een koe van Iz. Haartsen-Risseeuw te Schoondijke met 81 punten. Koeien driemaal gekalfd: No. 1 een koe van Abr. Verhage te Schoondijke met 84 p., no. 2 een koe van W. P. de Zwart idem met 83 p., no. 3 een koe H. van Waes idem met 82% p., no. 4 een koe van Abr. Risseeuw idem met 81 p. Oudere koeien: No. 1 een koe van Abr. Risseeuw te Schoondijke met 85 p., no. 2 een koe van Abr. Verhage idem met 83 p., no. 3 een koe Cyr. de Badts te Breskens met 82% p. no. 4 een koe van I. HaartsenRisseeuw te Schoondijke met 81 p., no. 5 een koe van I. HaartsenRisseeuw te Schoondijke met 80 p. viel een in 1920 ingediend ontwerp ten deel, dat de strekking had, de opwekking en de distributie van electriciteit te con- centreeren in één .N.V. „Het Nederland- sche Electriciteitsbedi'ijf". Dit wetsontwerp was grootendeels de vrucht van de studie eener in 1919 benoemde Staatscommissie de Commissie-Lely Kort na de intrekking van dit ontwerp werd wederom een Staatscommissie inge steld met de opdracht om van voorlichting te dienen omtrent de electriciteitsvoorzie ning van het land. (De commissie Van Lynden van Sandenburg). De meerderheid van deze commissie wilde de electriciteits- productie vrijlaten, de distributie aan de Provincies en de levering aan de Gemeen ten toevertrouwen; de minderheid beval wederom het concessiestelsel aan. De Regeering koos het door de minder heid aanbevolen stelsel; zij diende in-1928 andermaal een wetsontwerp in, dat de Rijksconcessie verplicht stelde voor aan leg en exploitatie van electriciteitswerken. Ook dit ontwerp was geen beter lot be schoren dan de voorafgaande; het werd, nadat van vele zijden bezwaren waren in gebracht, ingetrokken. Na de voorlichting van vier Staatscom missies en de intrekking van drie wetsont werpen, bestond de Regeering het, in 1937 een vierde ontwerp in te dienen, dat, in dien de Regeering den haar door de Twee de Kamer gegeven goeden raad zal volgen, wederom zal worden ingetrokken. Een goede raad, want de electriciteits voorziening van Nederland zou met dit ontwerp, werd het wet, weinig gebaat zijn. Rundveekeuringen te Eede en St. Kruis. EEDE. Donderdag werd alhier een rund veekeuring gehouden. Ondanks het feit, dat de veehouders gratis aan deze keuring kon den deelnemen, was de aanvoer zeer gering. Ook het feit dat de Chr. Boerenbond gel- delijken steun verleent om de keuring aan te moedigen, heeft blijkbaar niet veel ge holpen. Acht stuks vee werden ter keuring gebracht. De kwaliteit der dieren werd door de commissie echter goed genoemd. ST. KRUIS. Op de op 28 April j.l. alhier gehouden rundveekeuring werden slechts 2 stieren ter keuring aangeboden, n.l. van de wed. A. Rijckborst. De kwaliteit van deze dieren werd door de commissie zeer goed genoemd. STATEN-GENERAAL. BEGROOTING VAN WATERSTAAT GOEDGEKEURD. De begrooting van det departement van waterstaat werd gistermiddag door de Eerste Kamer goedgekeurd, te zamen met de begrootingen van het Zuiderzeefonds, van het verkeersfonds en van de staatsmij nen. De voorafgaande uren waren aan de discussie over de zeer diverse waterstaats- onderwerpen besteed. De minister van wa terstaat, de heer van Buuren, beantwoord de de sprekers uitvoerig. Voor het spoorwegpersoneel wil de mi nister de pensioenkwestie en de arbeidstijd nader bezien. Financiering uit het verkeers fonds van de automatische beveiliging van onbewaakte overwegen zal eveneens wor den overwogen. Verlaging van de op het motorverkeer drukkende lasten kan de mi nister niet in het uitzicht stellen. Verkor ting van arbeidstijd voor de mijnen even min. De begrooting van onderwijs en de spellingkwestie. Toen de begrooting van het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen aan de orde kwam, vroeg de heer Woltjer (a.r.) een interpellatie aan over de spelling kwestie. H\j was van meening, dat deze zoo belangrijke zaak, waaromtrent de regee ring zoo juist nieuwe plannen heeft bekend gemaakt, niet onder den druk van een ze kere gejaagdheid kon worden behandeld. Men deed beter, meende hij, de spelling kwestie nu te laten rusten en bij de inter pellatie te bespreken. De voorzitter vond dit een bedenkelijk precedent, en met hem de heeren Kranenburg en Van Rappardr De heer Van Vessem betwistte zelfs, dat de Kamer zoo'n haast moest hebben om dat de noodzakelijke uitgaven ook na 1 Mei zonder begrooting kunnen worden gedaan. De Kamer besteedde een dik half uur aan deze vraagstukken en besliste toen met 27 tegen 9 stemmen de interpellatie-Woltjer toe te staan. Toen kon met de begrooting van onderwijs worden begonnen. Het merk waardige is, dat niets den leden belet on danks de interpellatie toch nu bij de be grooting over de spellingkwestie te spre ken. De heer De Jong (r.k.)~ opende de reeks. Hij vroeg vooral een verlaging van de leer- lingenschaal. Zijn partijgenoot prof. Barge hield zijn maidenspeech, welke o.a. handel de over de bescherming der historische kasteelen. Avondvergadering. De Kamer ondervond des avonds de eer ste gevolgen van den tijdnood: zij hield, voor het eerst sinds langen tijd, een avond vergadering van langen adem. In deze avondvergadering zette prof. Barge allereerst zijn rede voort en zeide de voorkeur te geven aan de spelling De Vries en Te Winkel. Spr. drong aan op overleg met België. De heer De Rijke (n.s.b.) be toogde dat tal van onderwijzers worden be loond met een bedrag dat men niet noemen kan zonder er over te blozen. Spr. wees op de veel te groote klassen. Spr. wilde dat men meer onderscheid make tusschen on derwijs en opvoeding. Hij keurde het af dat onderwijs wordt gebruikt voor politieke doeleinden. En wat de spelling betreft zou spr. willen terugkeeren tot de traditioneele. De heer Sikkes (s.d.) constateerde te wei nig energie bij dezen minister. De minister bukt voor een zeker fatalisme: er is geen geld en tenslotte toch niets aan te doen. Er is geen geld heet het. Wel voor defensie. Men kan echter niet leven zonder onder wijs. Spr. noemde het een nationale schan de dat er nog tal van kweekelingen zijn, die heelemaal niets verdienen. De heer Wiardi Beekman (s.d.) wees op den bedroevenden toestand van ons volksonderwijs, ook bij het voorbereidend hooger en middelbaar onder wijs. De heer Vijlbrief (s.d.) bepleitte te rugkeer tot de 3-jarige ambachtsscholen. De vergadering werd te 11 uur verdaagd tot hedenmorgen. De electriciteitsvoorziening van Neder land berust, zooals wij boven zagen, bij de overheid, bij provincies en gemeenten. W e) is hier en daar ter verkrijging van aen soepele organisatie de vennootschapsvorm aan het overheidsbedrijf gegeven, dit doet niets af aan het feit, dat particulieren na genoeg geen invloed op de stroomvoorzie ning van ons land kunnen doen geldejj. (Op 31 December 1935 trad in slechts 17 van de 1064 gemeenten een particulier be drijf of een coöperatie als concessionaris °P>- j Men wrijft zich dan ook wel even de oogen uit. als men in de Memorie van Toe lichting tot het bij Kon. Boodschap van 10 Febr. 1937 bij de Staten-Generaal inge diende ontwerp leest: „Een normale ont wikkeling van de stroomvoorziening moet geacht worden een der eerste voorwaarden te zijn voor handhaving en verhooging van de volkswelvaart en op dien grond is de overheid geroepen, toezicht daarop te oefenen en zooveel noodig leiding daaraan tG geven." Hoe nu?! Weet de Regeering dan niet, dat de electriciteitsvoorziening van Neder land nagenoeg geheel door de overheid ver zorgd wordt? Of moet men voor „overheid" lezen „Re geering?," Inderdaad poogt het ontwerp de provinciale regelingen om hals te brengen en te vervangen door een ver gaande inmenging vanhet Rijk. Rijkscon cessie en opheffing van het verordenings recht der Provincies op dit gebied, ziedaar de hoeksteenen van het wetsontwerp. De Regeering heeft begrepen, dat zij ANTWOORD OP EEN: „ANTWOORD OP EEN CIRCULAIRE MET EEN ACHTERGROND". Over het opheffen van de polders en wa terschappen in Zeeuwsch Vlaanderen Wes telijk Deel, waarover in de laatste maan den reeds zooveel geschreven is, lees ik in het tweede blad van de Provinciale Zeeuw- sche en Middelburgsche Courant van Dins dag 19 April jl. een ingezonden stuk onder bovenstaand motto. Wegens de vele daarin voorkomende onjuistheden is het wenschelijk daarop een wederhoor toe te passen. Vast staat dat elke polder in ons District het recht en de plicht heeft zijne belangen te verdedigen en zijn bedenkingen tegen 't voorgenomen samenvoegingsplan te laten gelden, ook al is dit niet naar den zin van enkele personen. Niemand zal ontkennen dat, waar dé Voorzitter van den Zeeuwschen polder* bond een der ijverigste voorstanders is van het samenvoegingsplan, de betrokken pol ders en waterschappen zich niet tot dien bond kunnen wenden voor advies of steun in hun verzet maar het systeem „Help yourself" in praktijk moeten brengen. Dat deze meent met zijn samenvoeging het streekbelang te behartigen mag ver ondersteld worden al is men in de streek algemeen een andere meening toegedaan. Dat zijn gemeende behartiging van onze streekbelangen als zoodanig respect ver dient zal ook niemand ontkennen. Maar dat zijne meening niet zou mogen worden bestreden en bestrijding niet netjes is zal wel niemand aannemelijk achten, waar bij ons te lande het Dictatorschap ge lukkig' nog niet bestaat en een ieder zijn meening nog vrij mag verkondigen. Wanneer de streek met bijna algeheele instemming te kennen geeft dat zij met dergelijke behartiging van haar belangen niet gediend is en absoluut tegen de op richting van „één waterschap voor Zeeuwsch Vlaanderen Westelijk Deel" ge kant is en blijft dan moet verondersteld worden dat de streek, wier bevolking be kend staat als te zijn in het bezit van een gezond oordeel en niet achterlijk te zijn, daartoe gegronde motieven moet hebben en is het onze streekbewoners onbegrijpe lijk dat enkele personen hun plan toch maar willen doordrijven. De argumenten tegen de oprichting zijn in alle in de streek door de commissie belegde vergaderingen duidelijk naar voren gebracht en waren verre van gevoels of persoonlijke argu menten. Dat door de Commissie verklaard is dat de schulden voor de bestaande polders blij ven doch hun eigendommen aan het ééne Waterschap overgaan blijkt uit het ver handelde in de te Schoondijke belegde bij eenkomst; een of ander Statenland en het bestuur van den Generalen Prins Willem polders zullen dat wel kunnen bevestigen. De schrijver van „Antwoord" wordt aange raden zich later op de hoogte te stellen van het geen in de diverse vergaderingen besproken is. Hij dient ook beter te lezen wat in de door hem genoemde circulaire omtrent een samenvoegingskwestie in Overijssel is ge zegd dan zal hij constateeren dat Ged. Sta ten dier Provincie de samenvoeging hebben voorgesteld maar dat Prov. Staten dit niet hebben aangenomen. Wat zijn aanhaling van „zes en twintig polders en poldertjes en waterschappen" betreft zal hij goed doen de Provinciale Almanak voor Zeeland eens te raadplegen om te constatéren dat het getal ruim 70 is, misschien komt hij dan tevens wel tot de conclusie dat het groot streekbelang meebrengt dat de oprichting van „een „Waterschap voor Zeeuwsch Vlaanderen Westelijk „Deel" niet tot stand komt. Gezien de uitspraak van de belanghebben de streek zelf is dit ook de meening en de wensch van Een tegenstander en ingelande in West Zeeuwsch Vlaanderen. [Teneinde niet den schijn van partijdig heid te wekken, hebben wij het boven staande stuk nog anoniem geplaatst; de schrijver ervan is ons als bona fide bekend. Voortaan echter nemen wij ingezonden stukken, op deze zaak betrekking hebben de, slechts op wanneer zij met den vollen naam, adres en qualiteit van den werke- lijken schrijver onderteekend zijn. Wat de kwestie van het aantal polders betreft, dit is in ons nummer van 21 April reeds gewij zigd in 74 op verzoek van den betrokken schrijver. Red.]. voor deze omkeering van een bestaanden en geordenden toestand niet kon volstaan met de frase: „De behoefte aan algemeene regelen doet zich steeds meer gevoelen." Maar zij maakte het zich gemakkelijk en verwees voor verdere motiveering van de noodzakelijkheid der invoering van het concessiestelsel naar de Memorie van Toe lichting tot het wetsontwerp van 1928. De drie motieven, die men daar vmdtr zijn de volgende: le. het concessiestelsel ligt m de histo rische lijn; 2e. de jaren, dat de concessies gewerkt hebben, zijn een tijdvak van grooten voor uitgang op het gebied der electriciteits voorziening geweest; 3e. de provinciale besturen hebben zich in het algemeen vóór het concessiestelsel "'opgemerkt zij, dat hier met geen enkel woord de noodzakelijkheid van het con cessiestelsel wordt aangetoond. Ontleedt men nu de „motiveering" dan blijft er bovendien niet veel van over! Het concessiestelsel ligt in de histori sche lijn? Voorzoover ons bekend is hebben 7 (zegge en schrijve zeven) van de elek triciteitsbedrijven in Nederland (op Dec. 1935 390 in aantal) een Rijksconces sie. Zeker, daartoe behooren groote be drijven: in 1935 leverden zij samen 23,8 'fo van de totale in Nederland gedistribueerde energie; maar 76,2 werd dan toch ge leverd door bedrijven zonder Rijksconcessie. (Wordt vervolgd.) w Eindelj wedstrijd den. Te Goes de sterker niets me Te Vli sten pri spelen. II kansje vl het gro<| betwijfel sterker t wie wee verrassii naar G Vlissingi klassers, weer de 2ij ook optimist zou het len. MiddeJ beker to vierde r Wageni Het zal zich zu Middelb deed m Middelb de gr overwir delburg de heei te worj clubs gen. Het Kam Oord- Pro: Hero, 2e Proi Eiland Beki Op wordt Niet n zullen speelt een i de 3e twee hit, t| zal sj. geleg

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 6