HEEMAF KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. STOFZUIGERS ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN THNSDA4 APRIL 1938. No. R7. Tsjecho-Slovakije en het buitenland. HET SPOOK VAN HET SLOT GOTHEBORGH. zijn niet alleen stofzuiger, maar ook tapijtreinigei 190 HEKGEL O Verkrijgbaar b j: Electro Techn. Bur. M. J. v.'ad. BERGE, Lange Vorststraatf48, Goes, Telef. 375. L.J.VAN 'tWESTENDE, Gortstraat 21, Middelburg Telef. 387 Veertig jaar Zeeuwsche Dierenbescherming. Heemraadscbap „Het-Vrije-«an-Sluis" De inhoud van het voor stel van Ged. Staten, .y-M.' Er is in de buitenlandsche pers heel wat te doen geraakt over de eischer van Hen- lein. Een deel ervan, sommige Fransche en Engelsche bladen, zijn van meening, dat ze zelfs nog geen grondslag voor onderhande lingen kunnen opleveren. De Duitsche kran ten daarentegen noemen Henlein s eischen minimaal en dan is er een groep, weer FranschEngelsch, welke oordeelt, dat de Tsjechische regeering nu maar zoo spoe dig mogelijk met Henlein moet gaan praten Al dit commentaar geeft de politieke geestesgesteldheden, zooals die thans in hoofdlijnen in ons werelddeel voorhanden zijn, alleraardigst weer. Elk vogeltje zingt naar het gebekt is en men kan van een Fransche communistische krant daarom moeilijk verwachten, dat het de eischen van Henlein grondslag voor onderhandelin gen zou vinden. Wij zouden deze opvatting tenslotte kunnen billijken, als de aanhan gers er van maar eens aangaven, wat er dan wel gebeuren moet. Of zouden ze zoo kortzichtig zijn te meenen, dat Tsjechoslo- vakije kan blijven wat het is? De uiterst linksche geesten nemen in ver band met dingen als deze graag het woord „recht" in den mond, als tegenstelling dan tot het „geweld", dat menschen als Hitier toepassen. Dat is fraseologie. De grondsla gen van de meeste politieke problemen van onzen tijd bestaan nu eenmaal uit onrecht Ook het Tsjechoslovaaksche. De Sudeten- Duitschers, evenals de Hongaren zijn inder tijd tegen hun zin in het Tsjechoslovaaksche keurslijf gesnoerd. Daarna hebben de Tsje chen tamelijk veel gepresteerd, om het den nationalen minderheden nog onbehagelijker te maken. Geweldige complexen van tegen zin en haat zijn er het gevolg van geweest Met een beroep op „het recht" zal men thans die dingen niet meer kunnen bezwe ren. Er voltrekt zich ten aanzien van Tsje choslovakije een soort van politieke tragiek, zooals er zich een ten aanzien van Oosten rijk voltrokken heeft. Waar het op uit zal loopen, weet niemand, doch velen vreezen, dat de Tsjechoslovaaksche staat op den duur wel eens wat ingeperkt zal kunnen worden. Men speculeert te Praag natuurlijk op buitenlandsche hulp voor 't geval Hitier weer eens een van zijn befaamde verrassin' gen zou willen toepassen. Momenteel zou zoo'n onderneming inderdaad heel gevaar lijk voor het Derde Rijk kunnen worden. Maar op een later tijdstip, als Duitschland zijn bewapening voltooid heeft en op eeni- gen afstand van de Fransche grens een even sterke, onneembare verdedigingslinie ingericht als de Fransche Maginot-linie Er gaan nu reeds tamelijk veel stemmen op in Frankrijk, die zich verzetten tegen mili tairen steun aanTsjechoslovakije. Prof. Barthélémey, kenner van het internationale recht, betoogde dezer dagen in de „Temps", dat Frankrijk geen oorlog hoeft te maken, om de Sudeten-Duitschers „leenplich- tig" van Praag te laten blijven. En het (rechtsche) weekblad „Gringoire" is al ge ruimen tijd bezig om den Franschen duide lijk te maken, dat de Tsjechen de vijf an dere „rassen" in Tsjechoslovakije kwellen en dat het weinig zin kan hebben, daaruit een Europeeschen oorlog te laten ontstaan. Het blad is er voor 't overige van overtuigd, dat Frankrijk zelfs nog niet op hulp van Rusland zou kunnen rekenen en betoogt tenslotte,dat de gemiddelde Fransche sol daat, er allerverschrikkelijkst weinig voor zal voelen, zijn bloed voor den Tsjechischen staat te vergieten. Meeningen als deze zijn vermoedelijk veel meer verspreid in Frankrijk dan men over 't algemeen wel denkt, terwijl dit als de teekenen niet bedriegen allengs nog er ger zal worden. Immers er voltrekt zich te Parijs een langzame zwenking naar rechts. En hoe rechtscher een Fransche regeering, hoe minder kans, dat ze een oorlog voor Tsjechoslovakije zal beginnen. Neen, Praag heeft niet veel reden, om veel heil van bui tenlandsche hulp te verwachten. „Jopie Slim en Dickie Bigmans" verfilmd. „Neerlandia Smalfilm" te Haarlem zal binnenkort overgaan tot de verfilming van het kinderstuk „Jopie Slim en Dickie Big mans", naar bewerking van Jan van Dom melen, die tevens de regie voert. Aan de camera H. de Lugt. Oorspronkelijke detective-roman door John Simson. 14). .Als dikke Trom dat hoorde, kreeg u be slist een veeg uit de pan!" verzekerde Daddy hem. „Overigens getuigt uw meening niet bepaald van slechten smaak. Mevrouw Messing zou beter gedaan hebben om maar door te blijven loopen achter de kar, totdat de dood er op volgde! Aan die aardappels kon ze weinig kwaad maar daar op Gó- theborg „Ik vertrouw haar voor geen cent!" gaf Landhof als zijn meening te kennen. „Gunst! Hoe is dat nu mogelijk! Je moet ons dadelijk eens uitleggen, waarom je zoo weinig vertrouwen in haar hebt!" .,Ik vind het erg verdacht, dat juist Karl's lieveling vermoord is." „Verdacht is 't zeker!" gaf Daddy toe, „maar zie je: 't bewijs! Daar hangt alles van af. Om bij je eigen uitspraak te blij ven: wat wij denken, doet niet veel ter zake, maar wat wij weten! Bovendien vraag ik mij af, of er eenig verband kan bestaan tusschen de verdwijning van Karl Messing en den moord op Leo. Volgens jouw opvat ting van «ooeven, zou de moord slechts een indirect gevolg zijn van de verdwijning, ter wijl mij een meer directe samenhang waar schijnlijker lijkt, omdat de moord zoo ont zettend vlug op de verdwijning gevolgd is." „Je zou zoo zeggen: de heer des huizes is er precies op tijd tusschen uit geknepen!" vond Feldslag. „Heel juist opgemerkt, commissaris. La POLITIEKE EN ECONOMISCHE ENQUêTE. De heer A. J. Bliek te Middelburg schrijft ons: In de laatste alinea van het bericht no pens de door mr. Wendelaar aangevraagde parlementaire enquête, voorkomende in 't nummer van Uw blad d.d. 25 April, wordt o.m. gezegd, dat in 1886 de Tweede Kamer besloot een parlementaire enquête te doen plaats hebben betreffende arbeidstoestan den op fabrieken en werkplaatsen. Dit is onjuist. Het zal U nl. bekend zijn. dat in ons staatsrecht onderscheid gemaakt wordt tusschen politieke (parlementaire-) en economische (regeerings-) enquêtes. Een parlementaire enquête nu, is nog nooit gehouden, ofschoon hiertoe wel eeni- ge malen een voorstel is gedaan. Zoo bijv, in 1865 naar aanleiding van het zgn. brie venschandaal en in 1910 naar aanleiding van een beweerd misbruik bij het verleenen van ridderorden door minister Kuyper. De in 1886 gehouden enquête was dan ook geen parlementaire; zij betrof nl., zoo als terecht in Uw blad werd vermeld, een onderzoek naar de arbeidstoestanden in de fabrieken en was van zuiver economischen aard. EEN NIEUW SOORT PROPELLER. Te Soesterberg werd voor mili taire autoriteiten gedemonstreerd met een nieuw Duitsch gevechts vliegtuig. (Van onzen «-r e d a c t e u r.) Soesterberg, 25 April, Een slank gebouwd toestel zwiert door de Soesterbergsche lucht. Dalenlanden opstijgen, zoo gaat het een uur door. De nieuwe D.O. 17 demonstreert voor militaire luchtvaartdeskundigen die speciaal geïnte resseerd zijn voor de propellers welke vol gens een geheel nieuw principe geconstru eerd zijn. Het bezwaar, dat zich vroeger voordeed bij een motordefect, namelijk dat de pro peller door bleef draaien, wat meerdere schade aan den motor tot gevolg had, stelt men voor dat bij deze nieuwe machines op geheven wordt. De schroeven kunnen hier namelijk electrisch versteld worden waar door de schroefbladen loodrecht op de vlieg richting komen te staan. Eenige militaire vliegers hebben heden middag deelgenomen aan de vluchten om bevindingen op te doen. Volgens hun oordeel kan inderdaad deze uitvinding van een zeer groot belang voor het militaire toestel zijn. De pr act ijk evenwel zal dienen uit te ma ken of werkelijk de uitvinding aan de door de Duitschers hooggestelde verwachtingen voldoet. Men vestigde er de aandacht op dat het hier geenszins een test betrof voor het toe stel zelve. Alleen de propellers maakten het onderwerp van studie uit. Wel koesterde men bewondering voor de inderdaad groote snelheid die het toestel wist te behalen. Een kruissnelheid van 400 km werd gemak kelijk behaald. De machine heeft een dub bel richtingsroer en een intrekbaar lan dingsgestel. Een tweemotorig Engelsch toe stel, een Dragon de Havilland bracht even eens een bezoek aan het Soesterbergsche vliegveld en mocht zich eveneens in een groote belangstelling verheugen. HET WORDT ERNST MET DE KAMPEERK AARTEN-EISCH. De meeste kampeergemeenten eischen kaarten. Het kampeeren is weer aangebroken. Elke week trekken er meer op uit naar de bosschen, de hei en naar zee. Het kampee ren is in de laatste jaren dermate toegeno men, dat het noodig bleek een centrale op te richten, welke zich tot taak stelt in de ze ordenend op te treden, excessen tegen te gaan en minder gewenschte elementen te weren uit de rijen der kampeerders. Vol gens een schatting, gebaseerd op officieele gegevens, zijn er momenteel minstens 120.000 kampeerders in ons land. Het kon niet uitblijven, dat bij een dergelijken groei ook het aantal misstanden grooter werd. De Nederlandsche Kampeerkaarten Cen trale (N.K.C.) gevestigd te Amsterdam tracht nu in nauwe samenwerking met zeer vele gemeentebesturen eenige orde te scheppen in den chaos. Zij geeft daartoe na ingewonnen in formaties aan hen, die willen gaan kam peeren, kampeerkaarten uit. Deze kaarten zijn op de wijze van een paspoort ingericht. De gemeentelijke vergunningen kunnen (Ingez. Med.) ten we dat even bekijken. Karl Messing verdwijnt; zijn lieftallige wederhelft wordt alleenheerscheres op Gotheborgh en den eersten nacht van haar alleen-heerschappij wordt Leo doodgestoken, nog voor dat iets met zekerheid omtrent de verdwijning be kend is." „Als ik je even in de rede mag vallen", zei de officier. „Ik heb den indruk gekregen dat Karl Messing thuis nooit veel anders dan zoete broodjes gebakken heeft, en dat zijn vrouw altijd alleenheerscheres geweest is." „Nou goed dan! Laten we dan zeggen, den eersten nacht, nadat het parlement op reces was gegaan!" „Zou het niet mogelijk zijn" opperde Feldslag, „dat mevrouw Messing ook meer van de verdwijning afweet?" „Dat zou best kunnen!" vond de officier. „Ik begrijp dan alleen niet waar ze hem gestopt kan hebben, want op de foto gezien leek hij mij nogal een kolos!" Daddy moest even lachen. „Vergeet niet", zei hij dan, „dat we ook nog zoo iets ontdekt hebben als een rou lette! Rondom een dergelijke tafel kunnen drommels gekke dingen gebeuren, en alle conferentieleden leken nu niet even solie- de. Dikke Trom bijvoorbeeld. „Ja, Daddy, wat denk je van hem?" „Niet veel goeds", zei de detective. „We weten, dat Karei Messing het laatst gezien is in gezelschap van dr. van Domburg, en dat deze van plan was met den vroegtrein van half zes naar Parijs te vertrekken. Je zou zoo zeggen: alles wijst erop, dat Karei Messing meegegaan is naar Parijs. En toch, als je er goed óver nadenkt en mevrouw daardoor in de kaart worden gesteld, maar bovendien en dat is het belangrijkste er is ruimte opengelaten voor opmerkingen omtrent het gedrag van den kaarthouder. Als een kampeerder zich misdraagt, wordt daarvan aanteekening gemaakt in zijn kaart door of namens den burgemeester van de gemeente waar hij kampeert. Het spreekt vanzelf, dat het kampeeren met een kaart, waarin een slechte aanteekening voorkomt, moeilijkheden met zich mee brengt en er mag dan ook verwacht wor den, dat de kampeerders er voor zullen wa ken, dat dergelijke aanteekeningen zeld zaam blijven, waardoor het kampeeren in Nederland zeker aan populariteit zal win nen. In de gemeenten, welke reeds verleden jaar de kaarten verplicht stelden, blijkt het systeem in de practijk zeer goed te voldoen. Een gevolg hiervan is, dat steeds gemeen ten en ook terreineigenaren er toe over gaan de kaarten te eischen van hen, die wenschen te gaan kampeeren. Tot de gemeenten, waar een kampeer- kaart gewenscht is behooren o.m. Burg, Haamstede, Renesse en Zoutelande. Toen eind April 1898 jhr. L. J. Quarles van Ufford, thans wonende te Den Haag, het initiatief nam tot de oprichting van een Zeeuwsche afdeeling van de Nederl. Ver. tot Bescherming van Dieren, waar van zich in 1921 Vlissingen afscheidde als zelfstandige afdeeling, ter ontplooiing van grooter werkracht in die gemeente daarin gesteund door de heeren C. L. van Woelderen, E. baron Van Hardenbroek en jhr. mr. J. A. Schorer, toen was het nog noodig, met nadruk de volgende verklaring af te leggen die wij in de notulen van de oprichtingsvergadering vinden „Eén punt wenscht de heer Van Woel deren nog vooral op den voorgrond te stellen, nl. dat het doel is, op te komen voor de bescherming van dieren, Voor zoo ver die bescherming werkelijk noodig is, maar hij, en het voorloopig comité met hem, van oordeel is, dat ten sterkste ge waakt moet worden tegen een ziekelijke overdrijving, die zoo dikwijls den voorstan ders van D. B. verweten wordt." Dit was de mentaliteit van 40 jaar ge leden, toen D. B. nog overdreven, ietwat belachelijk en sentimenteel was. De arbeid van de thans 40-jarige hier op te sommen, ligt niet op onzen weg, daartoe dienen de geschriften van de ver- eenïging zelve. Maar in het kort kan ge zegd worden, dat de gewijzigde inzichter van de bevolking, van hoog tot laag, ten opzichte van D. B., aan haar te danken zijn. Nog onlangs toonde jhr. mr. J. W. Quar les van Ufford, Commissaris der Koningin in Zeeland dit, door haar beschermheer te worden, en de aandacht, die door de over heid, door rijks- en gemeente politie, door pers, onderwijs enz. aan haar arbeid ge schonken wordt, mag genoegzaam bekend zijn. Haar werk is drieledig. Ten eerste: dat deel, waar het dier hoofdzaak is: het te beschermen tegen wreedheid, het te verlossen uit lijden. Ten tweede: waar de jeugd hoofdzaak is: haar opvoeden tot eerbied, bewonde ring, liefde en daardoor tot bescherming van het dier. Ten derde: waar de volksgeest hoofd zaak is: hem een afschuw te doen krijgen van het misbruiken van macht ten op zichte van het zwakke, weerlooze wezen, dat in tegenstelling tot den mensch, niet voor zichzelf kan spreken. Niet dat er geen dierenbeulen meer zijn, niet dat er geen duizende dieren meer worden gefolterd, levend verbrand, levens lang gevangen gezet in de meest onnatuur lijke omstandigheden, maar dat het pu Messing een paar maal ontmoet hebt, is het geen wonder om de gevolgtrekking te maken, dat een dergelijke .onderneming, zonder haar voorkennis, op zijn zachtst ge zegd „domdapper" is." ,Heel juist!" vond de officier. „Karl Mes sing was onder een hoedje te vangen maar zoo iemand kan toch ook wel eens dapper zijn!" „Zeker! Zeker! Dom-dapper Zelfs! En verder kan ik mij ook niet al te best voor stellen, hoe een O.W.er als Karl Messing er lust in gekregen heeft, zich te gaan amuseeren in Parijs, voor zoover hij daar althans geen bezoek wilde brengen aan een aardappel-tentoonstelling „Nou, nou!" zei Landhof. „Dat lijkt me wel wafe sterk!" „Heusch niet! Een O.W.er en Parijs pas sen beslist niét bij elkaar. En dat zou ik je willen vragen: als je aanneemt, dat Karl Messing naar Parijs gegaan is, waar blijf je dan met den moord? Alle verband gaat dan verloren!" „Maar wat denk je dan, Daddy?" „O, er zijn zooveel mogelijkheden! Hij kan verongelukt zijn op den terugweg van het station naar Gotheborgh. Die weg is wel iswaar niet erg lang, maar daarop kan toch een hoop gebeuren. Misschien ook wachtte hem een bijzondere verrassing, toen hij terugkwam op het kasteel zelf. Verder kan hij ook al eerder verongelukt zijn op den heenweg, maar dan alleen met den heer van Domburg, terwijl ook een overval ten kasteele, toen zij daar alleen waren, niet uitgesloten is. Vergeet niet, dat ieder, die Maandagnacht na twaalven op het kasteel heeft aangebeld, met de be bliek zich tegen deze bruutheid gaat kee- ren, is de overwinning van D. B. Plet is merkwaardig dat deze, en andere ideëele vereenigingen, zich vaak bewegen tusschen twee polen, die der overschatting en der onderschatting. Omdat het barmhartige in deze wereld nog zoo vaak overstemd wordt door kanon gebulder en andere uitingen van menschen- haat, zou men in het in 't geheel geen plaats meer willen geven. Omdat de macht van het ideëele wordt „overschat", wordt haar beteekenis „onderschat." Het is niet zóó: eerst de mensch, dan het dier. Het is: eerst de rechtvaardigheid, het mededoogen, en dan is' er geen plaats meer voor machtsmisbruik, voor domme brute kracht tegenover datgene wat leeft, voelt, en lijden kan. Het is niet het dier, dat geholpen moet worden, het is het leed, waarvoor oogen en harten moeten open gaan. En wie be gint, deze mentaliteit toe te passen op het dier, zal geen grenzen stellen, maar juist óók voor menschenleed met steeds meer erbarming bewogen zijn. Daarom is dierenbescherming menschen- beschaving. De afdeeling Zeeland heeft daartoe in het haar toegewezen arbeidsveld het hare bijgedragen, en wij scharen ons gaarne onder hen, die de jubileerende vereeniging ook in de toekomst een gestadige vooruit gang toewenschen. Zaterdag 7 Mei zal de vice-voorzitter van het hoofdbestuur, de heer H. van Poel geest uit Leiderdorp, voor genoodigden een rede houden in de sociteit St. Joris, voorafgegaan door een receptie van het bestuur. Donderdag 12 Mei is er een film avond voor volwassenen in de bioscoop Noordstraat. Tot nu toe had de provincie Zeeland een zeer groot aantal polders en waterschap pen, doch van een Heemraadschap was in dit polderland geen sprake. Thans staat ook dien vorm van publiek rechterlijk lichaam te worden ingevoerd. Dit hangt af van de beslissing, die de Pro vinciale Staten zullen nemen over het door Ged. Staten thans opgemaakte ontwerpbe sluit tot vestiging van het Heemraadschap „Het-Vrije-van Sluis". Dit ontwerp is thans op de secretarieën van alle gemeenten in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen en op die der gemeente Filippine ter inzage neerge legd in het bijzonder voor hen, die tot heden niet in een waterschapsverband leefden en door de oprichting van het Heemraadschap daar in zullen worden opgenomen (bedoeld zijn de eigenaars van het gebouwd). Aan de polders, die bij de oprichting van het Heem raadschap betrokken zijn is een afschrift van het ontwerp toegezonden. Zoowel be langhebbenden,' die op de secretarieën in zage nemen, als de polders kunnen tot 14 Mei bezwaren indienen. Het ontwerp noemt allereerst alle polders en waterschappen, die in het Heemraad schap zullen vallen. Het zijn er 76. Van de polders en waterschappen in W.-Zeeuwsch- Vlaanderen vallen er buiten Adornis, Tien honderd en Zwarte, Oud en Jong Breskens en Hoofdplaat en Thomaes, omdat hun fi- nancieele positie opname in het Heemraad schap ongewenscht maakt. Ook zijn uitge zonderd de zgn. Internationale polders te weten de Godefroipolder, het waterschap Greveningen, de Kleine-Boompolder, de Middelburgsche-polder en het waterschap Robbemoreel- Gouverneur- en Craeyens, voor zoover zij binnen de Nederlandsche grenzen gelegen zijn. Deze polders en wa terschappen zijn trouwens in staatsrechte lijken zin geen polders, zoodat dit laatste woord alleen in zijn aardrijkskundige be teekenis daarop kan worden toegepast of als aanduiding dat hiervan een belangen gemeenschap sprake is, soortgelijk aan die, doeling daar toegang te verkrijgen, door Karl Messing persoonlijk moet zijn open gedaan. Het feit, dat deze Willem om twaalf uur naar bed stuurde, wijst er bo vendien op, dat hij zélf al iets bijzonders van plan was. Niet onmogelijk, dat hij ge weten, of althans vermoed heeft, wat hem boven het hoofd hing. Tenslotte zij hierbij aangestipt, dat gistermorgen om 6 uur 't licht nog brandde in de blauwe zaal". „Dat kan Karl Messing vergeten hebben uit te doen!" stoof Landhof op. „Dat kan!" gaf Daddy toe. „In ieder ge val brandde het!" „Dien Willem vind ik ook 'n raren snui ter!" zei Feldslag opeens. „Hoezoo, commissaris?" „Wel: hij heult zoo'n beetje met den baas, durfde geen enkel conferentie-lid bij name noemen, maar schaamde zich heele- maal niet voor dat spelletje. Verder liet hij zich bepaald ongunstig uit over mevrouw Messing, terwijl hij zich in de keuken ont popte als een soort komiek, die met opval lende hardnekkigheid niet aan spoken wil de gelooven!" „Ja, Daddy", zei de officier plotseling. „Dat spook!" herhaalde Daddy peinzend. „Dat spook! Een hoogst belangrijke ver schijning! Voor het spook van Gotheborgh heb ik het grootste ontzag!" „Maar Daddy, geloof je dan aan dat spook?" „Hoor eens, beste", zei de detective, „Le na en Mina kunnen in verband met de ver dwijning van Karl Messing wat van streek zijn geraakt heel goed mogelijk, dat dit op hun zenuwen heeft gewerkt maar blind zijn ze er beslist niet van geworden: welke een polder vormt. Het kan waar schijnlijk aanbeveling verdienen, mettertijd over deze gebieden een waterschap op te richten, zooals nog onlangs met den in ge lijke omstandigheden verkeerenden, in O.- Zeeuwsch-Vlaanderen gelegen, Prosperpol- der geschiedde. Daarna zou er alles voor te zeggen zijn, om ook dezen polder in het op te richten Heemraadschap „Het-Vrije-van- Sluis" op te nemen. Het is raadzaam geble ken, om ook gebieden, welke tot nu toe feitelijk op grond van den loop der historie, buiten waterschapsverband waren gebleven, meest stedelijke gebieden en oude forten en schansen, die men kan beschouwen als oude nederzettingen, gelegen boven de polder landen en minder behoefte hebbende aan dijksbescherming, in het Waterschap op te nemen. Daargelaten dat de gemeenschappelijk heid en de wederkeerigheid van belangen thans vele malen inniger is dan weleer, toen de neiging om ieder maar voor zichzelf te laten zorgen, hoogtij vierde en waaruit im mers die vele kleine, autonome staatjes zijn voortgekomen, eischt ook de billijkheid, dat zooveel mogelijk allen voor allen zorgen. Voor de stadjes in WestZeeuwsch-Vlaande ren is geen bestaan denkbaar zonder het omringende platteland. De bestuursorganisatie is in verschillende artikelen van het ontwerp-reglement gere geld en zal bestaan bij een oppervlakte van ongeveer 25000 ha uit één dijkgraaf, 8 Heemraden en 40 hoofdingelanden; Schou wen met 356 ha heeft een voorzitter, 4 Heemraden en 21 hoofdingelanden; Wal cheren met 17990 ha 4 raden en 24 commis sarissen. Een novum is de instelling van Hoofd ingelanden-plaatsvervangers, zulks om tus- schentijdsche verkiezingen te voorkomen. Hoofdingelanden en plaatsvervangers moe ten in het Heemraadschap wonen, de Dijk graaf en Heemraden worden, aldus het ont werp-reglement steeds door den Koning benoemd, de hoofdingelanden door de stem gerechtigde ingelanden, voor de verkiezing waarvan het waterschap verdeeld is in vier kieskringen, namelijk Oostburg met 22 der op te nemen polders; Groede met 13; IJzen- dijke met 26 en Aardenburg met 15, die resp. 11, 9, 11 en 9 hoofdingelanden kiezen. Er zullen drie overgangsperioden in het besturen van het Heemraadschap zijn. De eerste periode is die van de totstandkoming af tot het optreden van het eerste door de Kroon benoemde Dag. bestuur; het tweede omvat den tijd van die benoeming af tot drie jaar na het eerste nieuwjaar na die benoeming en de derde periode loopt vanaf het einde der tweede tot 25-jaar later. Van den aard en omvang der werkzaamheden zal mede afhangen of de betrekkingen van griffier en ontvanger kunnen worden ver- eenigd. In de eerste jaren zal er wel geen sprake van kunnen zijn. Verder werden nog als hoofdambtenaren genoemd de ingenieur en de archivaris. Stemgerechtigd voor het ongebouwd zul len zijn, zij die minstens 1 ha grond in eigen dom hebben. Met 10 tot 25 ha heeft men 2, van 25 tot 50 ha 3, van 50 tot 75 ha 4 en daarboven 5 stemmen. Voor de gebouwde eigendom krijgt men 1 stem bij minstens 200 belastbare opbrengst, van 1000 tot OP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN v/64-0311a (Ingez. Med.) ik neem aan, dat ze vanmorgen een heusch spook gezien hebben, een spook van vleesch en bloed. Herinner je je verder, dat Lena vertelde, dat de ratten haar verlost hadden van een tarwebrood, en een stuk worst? Jan maakte toen nog de opmerking dat ze zich nu te goed konden doen aan een be legde boterham. Heel goed gezien. Alleen: ratten apprecieeren zooiets niet, maar spo ken van vleesch en bloed wel! Ik neem daarom óók aan, dat niet de ratten, maar veeleer dat spook debet is aan dien dief stal, speciaal wat betreft dat tarwe-brood!" „Zoo zoo!" bromde Feldslag, en aan zijn gezicht was duidelijk te zien, dat hij het niet heelemaal met deze opvatting eens was, „en waarom zou dat spook van vleesch en bloed niet van dat tarwe-broodje hebben kunnen afblijven?" „Ik denk!" zei Daddy wijs en krabde zich eens achter het oor „om dat vleesch en bloed een beetje bij elkaar te houden!" „Heêl mooi gezegd, mijnheer Denkers Diepland, maar hebt u ook bewijzen voor uw vermoedens?" Toenhaalde Daddy een keurig pa piertje uit zijn zak, vouwde het voorzichtig open en liet den verbaasden commissaris den inhoud ervan zien. „Al deze tawebrood-kruimels verzamelde ik rond het bed van den vermoorden Leo Messing!" zei hij ernstig. In een zich sierlijk kringelend kolomme tje blies de detective den laatsten rook van zijn cigaret de lucht in. Dan wierp hij het eindje in het vuur. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5