VIM BINNENLAND. ZEELAND. KRONIEK van den DAG. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 20 APRIL 1938. No. 92. HET SPOOK VAN HET SLOT GOTHEBORGH. Verhooging der defensie-uitgaven. WALCHEREN. ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D. reinigt alles! Engelsche reserve ten aan zien van de overeenkomst met Italië. Men is in Engeland gelijk trouwens te verwachten viel lang niet unaniem in de wolken over de totstandkoming van de Engelsch-Italiaansche overeenkomst. Een groot deel van de Britsche openbare mee ning neemt een zekere reserve in acht; leeft als 't ware in een afwachtende houding. Het deed eenige ervaringen op met Mussolini en zijn beloften. De wantrouwigen moeten eerst zien, dat de Duce zijn woord houdt, voordat ze in het succes van Chamberlain's politiek kunnen gelooven. Bladen als de „Manchester Guardian" en de Yorkshire Post" geven in hun beschou wingen deze critische stemming weer, het accoord daarbij aan een nauwkeurig onder zoek onderwerpend.Naar de Londensche correspondent van de N.R.C. meldt, onder scheiden zjj drie aspecten, waarnaar de be- teekenis der overeenkomst beoordeeld moet worden. Er is ten eerste het nationaal-politieke aspect, dat is samen te vatten in de vraag: Wordt Engelands positie in de wereld door de overeenkomst aanzienlijk verbeterd? Op korten termijn zeer zeker. De spanning om de Middellandsche Zee is voorloopig aan zienlek verminderd en dat kan Engeland slechts ten goede komen. Maar zal deze ont spanning duurzaam blijken? Beteekent de bijlegging van [let Engelsch-Italiaansche ge schil, (jat <je grondoorzaak van dit geschil nu ook voor goed is verdwenen? Met an dere woorden is het te verwachten, dat de Italiaansche politiek in de toekomst van alle anti-Engelsche tendenzen, die in het ideaal van Mare Nostrum, de opperheer schappij in de Middellandsche Zee, liggen opgesomd, zal zijn ontbloot? Ziet Italië -voorgoed af van dit ideaal of zal het de grootere bewegings vrijheid tegenover zijn ideologischen partner Duitschland, die het door de verbeterde be trekkingen met Engeland heeft verkregen gebruiken om meer steun voor het nastre ven van dit ideaal op te eischen? Dat is de groote kwestie, en daarover zijn de critici niet gerust. Zij neigen tot de meening, dat het ideaal van Mare Nostrum nog immer de grondslag van de Italiaansche politiek blijft, zooals „Mein Kampf" de grondslag van de Duitsche politiek is. Zij erkennen, dat de samenwerking met Duitschland, waardoor Italië sinds drie jaar de verwezenlijking van zijn ideaal tracht te bevorderen, steeds gevaarlijker voor dat land wordt, maar zij zijn er nog niet van overtuigd, dat Mussolini het oogenblik reeds gekomen acht om die samenwerking en de politiek, welke hij moet trachten te verwe zenlijken, als te gevaarlijk op te geven. Zij arreezen, dat hij de sterkere positie, waarin hij nu tegenover Berlijn is komen te staan, zal gebruiken om die samenwer king op een voordeelige leest voor Italië te schoeien, en het doel van de samenwer king, dat met de Engelsche belangen niet is te vereenigen, met de grooter energie na te streven. Naast dit internationaal-politiek aspect van het accoord staat, aldus de correspon dent van de N.R.C. verder, een wat men zou kunnen noemen imperialistische kant. Engeland heeft bij de onderhandelingen de consequenties van de wording van het Ita liaansche imperium voor zijn eigen impe rium onder de oogen gezien, en gepoogd de aanraking van de twee rijken in de Roode Zee, het Verre Oosten en Noord Afrika zoo te regelen, dat er geen gevaar voor het Britsche Rijk en zijn verbindingswegen uit kan ontstaan. Een groot deel van het ac coord houdt zich met problemen van dezen aard bezig. Als zoodanig is het, wat de Manchester Guardian noemde, een „typisch imperialistische overeenkomst, een overeen komst tusschen twee koloniale rjjken, een essay in de diplomatie van het eind der ne gentiende eeuw". Het blad komt na een nauwkeurig afwegen van de wederzijdsche arrangementen in Arabië, Roode Zee en Afrika tot de conclusie, dat het accoord, van dezen kant bezien, een goed stuk vak- manswerk is. Blijft tenslotte nog het moreele en het principieele aspect. De zwakheden van de overeenkomst op dit gebied zijn even dui delijk als onvermijdelijk. Engeland, dat in 1935 de eerste en misschien de laatste po ging tot doorzetting van een nieuwe inter nationale rechtsorde leidde, dat het prin cipe van niet-erkenning van gewelddadige gebiedsuitbreiding in Mantsjoekwo blijft handhaven, gaat nu, gedreven door de harde noodzaak van reëele politiek, dit principe in Abessynië overboord gooien. Dat blijft voor het groote publiek nog immer een moeilijk te slikken pil, en dat zal dan ook ongetwijfeld het punt zijn, waarop de cri- tiek van de oppositie in het parlement zich zal concentreeren. De pil is des te bitterder omdat het principe van niet-erkenning ook een prestige kwestie is geworden. Men kan nu eenmaal niet jaar in jaar uit verkla ren, dat men gebiedsuitbreiding met ge weld nooit zal erkennen, en dan van dit hooge paard afstappen zonder aan prestige te verliezen. Het blijft een vernedering, on vermijdelijk wellicht, maar een vernedering niettemin. De toejuichingen in een minder critisch deel der Engelsche pers over de toenadering en de vriendschap met Italië zullen voor eerst bij het publiek nog wel niet veel in gang vinden. Daarvoor zijn de herinnerim gen aan Spanje bn Abessynië nog te versch, terwijl ook de impopulariteit van de figuur van den Italiaanschen dictator een herleven van de waarachtige vriendschapsgevoelens vooralsnog zeer zal bemoeilijken. Wat dat betreft zou een Engelsch-Duitsche toenade ring een veel spontaner goedkeuring te beurt vallen. Oorspronkelijke detective-roman door John Simson. 8). „En of! Een halve geleerde. Maar wat moeten wij hier met een halven geleerde beginnen?" „Dat zal ik dadelijk eens even vertellen", zei Bakker met een dikke tong. „Wachten, totdat de andere helft komt en dan in zijn geheel er uit werken". Van Leeuwen lachte onbedaarlijk, ter wijl Kloster, die in de verte had staan luis teren, bijkans stikte in een taartje. Trom en Geerts waren nog altijd aan het kon kelen. Angstig keken ze op, kwamen dan schoorvoetend wat dichterbij. „Over wie hadden jullie het?" „Niet over jou, Trom!" zei Kloster, die er nu ook bjj kwam. „Dan zouden we heusch niet zoo lachen!" Trom's oogen schoten vuur, terwijl de anderen plotseling verstomden. Eén oogen blik heerschte er doodsche stilte. Dan nam dikke Trom met een zwierige zwaai zijn whiskyglas op, klonk met Geerts en ledig de het in één teug. Daarbij morste hij een druppeltje, en dat bedierf toen ineens het cachet van zjjn avondkleeding. „Hè!" zei Kloster. „Kijk, da? is nu jam mer!" „Jawel! Erg jammer van de whisky!" knikte van Leeuwen. „Ik zou graag hebben, dat jullie je niet met mijn whisky's bemoeiden", zei Trom en veegde, wat hij kon, aan zijn overhemd, dat daardoor steeds vuiler werd. Hij had Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot wijziging en verhooging van het achtste hoofdstuk der rijksbegroo ting voor het dienstjaar 1937. Aan de memorie van toelichting is het volgende ontleend: In de memorie van antwoord op het voorloopig versag der Tweede Kamer betreffende het 1ste hoofdstuk der rijks- begrooting voor het dienstjaar 1937 werd door de regeering toegezegd, zoodra over de noodige gegevens betreffende den in vloed van de monetaire maatregelen op de begrooting 1937 beschikt zou worden, door de indiening van suppletoire begroo tingen de vereischte correcties te zullen aanbrengen. Thans kan ten aanzien van een aantal artikelen der defensie-begrooting 1937 worden becijferd, welke verhoogingen deze artikelen door de monetaire maatregelen zullen ondergaan. Het onderwerpelijke wetsontwerp strekt tot het aanbrengen van bovenbedoelde correcties, voor zoover deze thans bekend zijn tot een totaal bedrag van rond 700.000. Voorts is mede aanleiding geweest tot het indienen van dit wetsontwerp: a. Het houden van de derde herhalngs- oefening in October jl. b. Het aanstellen in vasten dienst op 1 Juli 1937 van een groot aantal arbeids- contractanten, die blijvende functies inne men. c. Eenige dringend noodzakelijke uitga ven ten behoeve van het materieel en het personeel, welke in hoofdzaak betreffen: le. Verbouwing en inrichting van het voormalig gebouw van den pensioenraad. 2e. Versnelde afbouw van 4 mijnenve gers en bijwerkrekenig van Hr. Ms. O 16. 3e. Convooidiensten in de Spaansche wa teren (brandstoffen en herstellingen), ver blijf van Hr. Ms. Van Galen in de Chi- neesche wateren, afsleepen van Hr. Ms Hertog Hendrik in den Griekschen archi pel. 4e. Aanmaak van torpedo's in eigen be heer (bouw van een werkplaats en aan schaffing van werktuigen). 5e. Bouw en inrichting van een vuur- leidingsherstelwerkplaats. 6e. Voorzieningen aan magazijnen en hu ren van bergruimte in verband met de aanschaffing van nieuw materieel (defen siefonds) voor de landmacht. 7e. Tewerkstelling van tijdelijk perso neel bij den bouw der kazematten en an dere genie-werken. 8e. Meer uitgaven voor reis- en verblijf kosten, ziekenverpleging en kostwinners vergoeding. 9e. Uitbreiding van het aantal cadetten bij de Koninklijke militaire academie. 10e. Bijdrage nationaal luchtvaartlabo ratorium. 11e. Inkoop van dienstijd van capitulan- ten. In totaal wordt een bedrag van handjes als biefstukken en die zijn voor zulk werk nu eenmaal niet geschikt. Geerts trachtte hem te helpen, met gevolg, dat de vlek zich nog uitbreidde. „Als je getrouwd was, Trom", merkte Bakker op, „dan zou je vrouw je nooit zoo willen ontvangen!" „De vrouw laat mij koud!" bitste Trom. „Tenminste de jouwe!" „Maar toch zeker niet die van Karl!" bracht Van Leeuwen in 't midden en likte eens aan zijn lip. „Hoe kom je daar bij? Ik wil je anders wel zeggen, dat zij in ieder geval een ver duiveld leuke vrouw is!" „Wat?" stoof Kloster op. „Meen je dat, of houd je ons allemaal voor den gek?" „Ik wil niet ontkennen, dat ik jou voor een gek houdt!" antwoordde Trom en lach te even. „Wat niet wegneemt, dat Karl's vrouw inderdaad bijzonder aardig is!" „Dan ben je zoo blind als een pas-gebo ren konijn", vond Kloster. „Als je wat minder whisky's gedronken had, zou je dat misschien inzien". „Ik verzoek je nogmaals, je niet met mijn whisky's te bemoeien", verzocht Trom en sloeg er nog eentje naar binnen. Op dat moment zwaaide plotseling de deur open: op den drempel stond mevrouw Messing. Allen wendden het hoofd om. Dikke Trom ging dadelijk naar haar toe. „Anna!" zei hij liefjes. „Kom je eens kij ken, kind?" „Ja, dat zie je toch wel?" zei ze hard. „Wordt er nou gespeeld of niet? Jullie behoeft je om die twee detectives niet* te bekommeren!" 2.946.800 meer aangevraagd. Het is niet mogelijk gebleken het ge- heele bedrag der verhoogingen te compen- seeren door vermindering van de op an dere artikelen toegestane bedragen. Bij de artikelen wor^t o.a. nog het vol gende opgemerkt. Teneinde niet meer geheel van het bui tenland afhankelijk te zijn, is de wensche- lijkheid gebleken een gedeelte van de zee macht benoodigde torpedo's in den vervol ge hier te lande te vervaardigen. Dit heeft bovendien het voordeel dat een groot ge deelte van de te betalen gelden voor do zeer kostbare torpedo's binnenslands wordt besteed en derhalve de werkgelegenheid wordt verruimd. Daarvoor is echter noodig, dat een werk plaats wordt gebouwd, welke van de noo dige outillage dient te worden voorzien. Met het oog op den gewenschten spoed is met de uitvoering van een en ander reeds een aanvang gemaakt. Voor de scholing van het geschutmakerspersoneel is het dringend gewenscht, dat de herstel lingen van vuurleidingsinstallaties in eigen beheer kunnen geschieden. Het inrichten van een daarvoor bestem de werkplaats was met het oog op den terugkeer naar Nederland van Hr. Ms. Java in 1937 en Hr. Ms. Johan Maurits van Nas sau in 1938, urgent geworden. EEN GUNSTIG JAARVERSLAG VAN DE K.L.M. Uit het jaarverslag van de K.L.M. over 1937 blijkt, dat over het geheel het ver voer op vrijwel alle lijnen eenigen voor uitgang vertoonde. De bedrijfsresultaten over het jaar 1937 wijzen een vermeerde ring aan van 6000 passagiers in vergelijking met 1936, van ruim 150.000 kg vracht en bijna 200.000 kg post. In den zomer van 1937 omvatte de K.L.M. met haar wijd verspreid net niet minder dan 11 landen. Het vervoer naar Londen, dat over acht dagelijksche diensten werd verdeeld, nam wederom het grootste aan deel in het geheele verkeer. Langs de geheele route vertoonde het passagiersverkeer een opmerkelijke stij ging, t.w. Londen met 5 pet. meer dan in 1936, Praag 84 pet., Weenen 99 pet. en Boedapest 39 pet. Vijf luchtverbindingen zjjn binnen de Ne derlandsche grenzen in 1937 onderhouden. De rondvluchten, welke op verschillende terreinen georganiseerd konden worden hebben gunstige resultaten afgeworpen, al daalde het aantal pleziervliegers van 16.842 in 1936 tot 15.133. Van de pleziervliegers telde Vlissingen er 42 en Haamstede 16. De vloot der K.L.M. bestond in 1937 uit 33, op 31 December 1937 uit 44 vliegtuigen, waaronder 13 Douglas DC-2 en 13 Dou glas DC-3. De zoozeer gewenschte eenheid in de samenstelling van de K.L.M.-vloot werd in 1937 grootendeels bereikt door de verdere standariseering op Douglasmateri- eel. Het standard type brengt een aanzien lijke vereenvoudiging van technischen dienst en vliegdienst mee. De vloot had op 31 December 1937 een totale nuttige lading van 112.675 kg tegen 73.559 kg op 1 Januari van dat jaar, zoo dat de nuttige lading is toegenomen met 39.116 kg of 53 pet. In het jaar 1937 waren alle K.L.M.-vliegtuigen te zamen 37.249 uren in de lucht, 5.517 uren meer dan in 1936 en 7.073 meer dan in 1935. Op 31 December 1937 had de K.L.M. 69 vliegtuigbestuurders in vasten dienst, 42 boordwerktuigkundigen, 45 radiotelegrafis ten, 18 stewards en 15 stewardessen. Het corps gezagvoerders op de Amsterdam Batavia route werd op 25 gebracht. De K. L. M. telt thans onder haar vliegers acht tien luchtmillionairs, waaronder negen met meer dan 10.000 vlieguren. AmsterdamBatavia route. Met het jaar 1937 wordt een voor0 de ontwikkeling van de verbinding van Ne derland met Nederlandsch Indië buitenge woon belangrijke bedrijfsperiode afgeslo ten. De afschaffing van het luchtrecht en daarmede toenemend postvervoer leidde tot het inleggen van een derden dienst per week waarmede de K.L.M. in het lucht verkeer met het Verre Oosten zich een zeer krachtige positie verzekerde. Ook deze verhooging van de frequentie had opnieuw een belangrijke vermeerdering van het postvervoer ten gevolge. Het passagiersvervoer had in 1937 een omvang van bijna 18 rnillioen passagiers/ kilometer tegenover ruim 12% rnillioen in het vorige jaar, een vermeerdering van 40 pet. ongeveer. Het postvervoer nam toe van 738.781 ton/ „Laat ik 't dadelijk even uitleggen", zei Landhof met een woedenden blik in de richting van het vrouwspersoon op den drempel. „Ik ben officier van justitie en mijn vriend is detective. We hadden u die wetenschap willen besparen, want wat be treft de conferentie hier doet dat niet ter zake. Karl Messing wordt vermist en me vrouw daar heeft ons slechts zijn opsporing verzocht. Vandaar onze aanwezigheid hier". Sprakeloos van verbazing zagen de con ferentie-leden hem aan. Dan staarden ze met een vijandigen blik naar mevrouw Messing, die daar als een soort furie in de deuropening stond, met dikke Trom aan haar zijde. Voordeelig zag ze zoo niet uit: kort en dik, ietwat gedrongen, een Xan tippe gelijk, terwijl ook haar cavalier met zijn bemorste overhemd niet op zijn voor- deeligst uitkwam. Dan opeens keerde de vrouw des huizes zich om, en trok de deur weer achter zich dicht. Trom stond alleen. „Laat je haar nu zoo gaan?" plaagde Kloster. „Niet eens een enkel kusje?" en de anderen hielden hun buik vast van het lachen. Alleen Geerts deed niet mee, ter wijl Trom opzwol van woede. Hij ant woordde echter niet. „Mijnheer Bos van Landhof!" zei hij met de tanden op elkaar, „u had ons wel eens wat eerder kunnen vertellen, wie u was!" „Had mevrouw Messing u dan niet in gelicht?" vroeg de officier bedaard en de man met het besmeurde overhemd beet zich zjjn lippen kapot. Dan, zonder een- woord meer te zeggen, keerde hij den of ficier pardoes den rug toe en vertrok, on- FALING BROOD OF ZOUTERIK. In een notadeelt de ingenieur van den Polder Walcheren, ir. jhr. J. L. Boreel mede, dat in het Oostelijk deel van den Polder veel palingbrood of zouterik voor komt. Dit is een afzetting onder water, in buizen, tegen landhoofden van bruggen, maar ook in watergangen, waarin zich plaatselijk heele banken vormen. Tenge volge van deze afzettingen kan de water afvoer soms ernstig belemmerd worden. Deze afzettingen worden gevormd vooi bryozoën, die kalkachtige korsten vormen, welke aan teere koraalbrokken herinneren. Bryozoën of mosdiertjes zijn zeer klei ne wezentjes, die in de door hen gevorm de kalkachtige cellen, die zij opbouwen, huizen. Deze cellen vormen, onderling aan elkaar verbonden, de banken van paling brood. Door waaieren met hun tentakel- krans weten deze' diertjes kleine partikel tjes levend materiaal uit het planktonrijke water op te nemen, waarmede zij zich voeden. De bryozoën-variëteit op Walcheren komt voor op de grens van zoet- en brakwater. Dit is vermoedelijk dezelfde variëteit als waarvan de rots van Rockanje is opge bouwd. De variëteit is Membranipora mem branacea (L) var. erecta Loppens. Praktische middelen ter voorkoming van de afzettingen of groei van bryozoën bestaan feitelijk niet. Waar die afzettin gen plaats hebben, worden zij met de baggermolen of baggerbeugels opgeruimd. Daar de aangfoeiïngen onder water plaats hebben zijn zij moeilijk te onderkennen en kunnen zjj eerst bij zeer lagen poïderwater stand, wanneer de banken palingbrood droog vallen, waargenomen worden. De vorming van palingbrood gaat vrij snel en is soms van zulk een omvang, dat er een ploeg werklieden op uitgestuurd wordt om de banken in de watergangen en de afzettingen aan de kunstwerken op te ruimen, teneinde eene behoorlijke af voer van het overtollige polderwater te verkrijgen. ARNEMUIDEN. Dat de poes wreed zelfs heel wreed kan zijn is ons niet onbekend. Doch wjj kennen haar ook als zeer zacht en lief en zoodoende de vriendin der huis vrouw. Dat ook tot andere dieren haar liefde gaat is weer eens bij een inwoner dezer gemeente bewezen. Deze inwoner be zit een konijn die zich in het bezit mag verheugen van een achttal jongen. Moeder konijn werd echter ziek, waardoor zij haar kleinen niet allemaal kon verzorgen. Geluk kig was er juist een poes, die ook jongen gehad had. Men probeerde nu, of zij geen jonge konijnen wilde zoogen, en dat ge lukte. Thans verzorgt zij als een goede moeder een vijftal jonge konijntjes terwijl de konijnenmoeder de andere drie voedt. TEGEN DE LAMP GEVLOGEN. RITTEM. De landbouwer W. V. wonende onder Welzinge achtte zijn varken zwaar genoeg om geslacht te worden. Hij meen de echter niet de moeite te hoeven nemen hiervoor een slachtbewijs op het gemeente huis aan te vragen. Niettegenstaande hij de helft van het varken aan een ander verkocht had, dacht hij ook het keurloon te kunnen uitsparen kilometer tot 1.248.128 ton/km in 1937, een groei dus van bijna 70 pet. West-Indië afdeeling. In de drie jaren, welke sedert de op richting der West Indische afdeeling zijn verstreken, heeft zich hier een gezond luchtverkeer ontwikkeld. Er werden reeds meer dan 12.000 passagiers vervoerd en door de beide Fokker F 18 vliegtuigen, waaruit de vloot nog bestaat, bijna een kwart rnillioen kilometers afgelegd. De bedrijfsresultaten over het geheele verkeer geven reden tot tevredenheid. Het passagiersvervoer in de West is in 1937 bijna verdubbeld. Het steeg van rond 3.500 luchtreizigers in 1937 tot 6.300. Het vracht vervoer vermeerderde met 22.000 kg tot 43.168 kg, terwijl het postvervoer 3.239 kg bedroeg (v.j. 735). Financiën. De ontvangsten in het verslagjaar 1937 bedroegen rond 8.900.000, hetgeen ruim 2'-.000>.000 meer beteekent dan in het jaar 1936, terwijl het verlies, gedekt door subsidie, ongeveer even groot bleef als in het jaar 1936, nl. 1.550.000, zoodat het jaar 1937 een belangrijke vooruitgang be- teekende op den weg naar de rentabilteit. middellijk gevolgd door Geerts, die een soort geestverwand van hem bleek te zijn. De anderen staarden hen na, tot de deur weer gesloten was. Toen ademden allen ietwat ruimer. Van Leeuwen en Bakker maakten ook aanstalten om te gaan. „Mijnheer de officier", zeiden ze beleefd. „Uit den aard der zaak konden wij niet weten, wie u waart. Als we daarom mo gelijk iets te veel mochten hebben gezegd, vertrouwen wij er op, dat u dat in aan merking zult willen nemen". „Maar natuurlijk!" zei Landhof en gaf hun beiden een hand. Daddy deed insge- lijk. Toen gaven Bakker en Van Leeuwen aan Kloster een vriendelijk knikje, terwijl de laatste bedaard wachtte, tot ze weg waren. „Mijnheer de officier!" sprak deze dan, „wat er ook gebeurd moge zijn, houdt u die verschijning van zooeven goed in de gaten. Ik verzeker u, zoowaar ik leef, dat u daarvan alles kunt verwachten!" Toen vertrok ook hij. Daddy en Land hof slaakten een zucht van verlichting. Zwijgend staarden ze in de electrische kroon, tot de terugkomst van Willem, die de heeren even had uitgelaten. Haast ge luidloos sloot de livreiknecht de deur achter zich en trok zich dan bescheiden terug naar het buffet. Landhof liet het zoover echter niet ko men: hij riep hem dadelijk. „Vertel eens", vroeg hij, „toen jij giste ren om twaalf uur naar bed ging, welke heeren waren hier toen nog aanwezig,'be halve de heer Van Domburg en mijnheer door het dier aan de keuring te onttrek ken. Ver van de bebouwde kom wonende, zou alles onopgemerkt blijven. Hij had echter buiten den waard, beter buiten de politie gerekend. Toevallig kwam deze op de hofstede en vroeg naar 't slacht bewijs, enz. Toen dit niet getoond kon wor den, volgde natuurlijk proces-verbaal. Later kwam van hooger hand het bevel, dat het geslachte varken in beslag moest worden genomen om het in de gemeente lijke noodslachtplaats beneden den markt prijs publiek onder toezicht van de politie te verkoopen. GECOMPLICEERD VERKEERSONGEVAL. EEDE. Zondagavond is een huurauto van den heer Risseeuw uit Groede, komende uit Maldegem (B.) bij de vaart te Stroobrugge dwars door de leuning van de brug aan den buitenkant daarvan op de brug gere den en tegen de andere leuning tot stil stand gekomen. De inzittenden bekwamen allen wonden aan hoofd en ledematen. De chauffeur, de heer J. D. uit Groede moest met een gebroken dijbeen naar het St. An- thoniusgesticht te Oostburg vervoerd wor den. De overige inzittenden konden na ver bonden te zijn door dokter Temmerman uit Maldegem naar huis gebracht worden. Waarschijnlijk is het ongeluk te wijten aan de onbekendheid van den chauffeur met den toestand ter plaatse. De auto is geheel vernield. Zware stukken balk van de brug lagen meters ver weg terwijl een dikke steenen paal was afgeknapt. Het mag een wonder genoemd worden dat de auto niet in de vaart is terecht gekomen en dat de inzittenden het er levend afgebracht heb ben. ZUIDZANDE. Zaterdag werd alhier de bazaar geopend ten bate van de muziekver- eeniging „Veronica". Om half twee maakte „Veronica" een muzikalen rondgang door de gemeente, waarna om 2 uur de officieele opening plaats vond. Onder de genoodigden bemerkten we den burgemeester, raadsle den, directeuren en bestuursleden van zus terverenigingen, het dagelijksch bestuur van den Bond van Muziekvereenigingen in W.Z. Vlaanderen, benevens verschillende eereléden met hun dames. De voorzitter van „Veronica" wees er als eerste spreker o.m. op, dat „Veronica" even als andere vereenigingen zijn toevlucht heeft moeten nemen tot het houden van een bazaar om financieel op peil te blijven. De heer S. Lako sprak als voorzitter van het bazaarcomité zijn dank uit aan den Raad en het college van B. en W. voor de vele faciliteiten aan het comité verleend en voor de gelegenheid hun geboden 'om den bazaar in de o. 1. school te houden. Verder dankte hij de P.Z.E.M. voor haar loyale medewer king en verder allen die gedurende de voor bereiding hun medewerkinng hebben ver leend. Als laatste spreker trad op de bur gemeester, die er op wees hoe belangrijk het vereenigingsleven voor een gemeente is. Hij haalde verschillende feiten uit de geschiedenis van „Veronica" aan, waaruit bleek hoe steeds de bevolking met de mu ziek heeft meegeleefd. Hij hoopte tenslotte dat de vereeniging op het a.s. concours te Retranchement een goed figuur zal mogen slaan, daar dit niet alleen de naam der vereeniging, doch ook die van de geheele gemeente hoog houdt. Nadat het corps het Wilhelmus en de marsch „Doe het elec- trisch" had gespeeld, kregen de aanwezigen gelegenheid den bazaar te bezichtigen. Gedurende den geheelen dag was er een goede belangstelling, wat wel blijkt uit de bruto openbrengst, die Zaterdag ruim 400 heeft bedragen. Op het totale resultaat ho pen wij nader terug te komen. OP ELKE BUS EEN BON VOOR GESCHENKEN V63-0311a (Ingez. Med.) Messing zelf?" „Dat waren de heeren Kloster en Van Leeuwen!" „Zoozoo! En waarom heb je ons dat van morgen niet direct gezegd? Je schijnt de heeren dan toch drommels goed bij name te kennen!" Willem peuterde verlegen aan zijn jasje. „Neemt u mij niet kwalijk", zei hij dan. „Ziet u: mijnheer Messing heeft gezegd, hij zou mij m'n hersens inslaan als ik ooit een naam noemde, tegen wie dan ook!" „Odat was beslist niet vriendelijk van hem! En zijn er nu voor vanavond nog meer conferentieleden te verwachten?" „Laat eens zien, mijnheer. Al over eenen. Neen! Practisch zijn voor vandaag geen anderen meer te verwachten." „Dan gaan wij ook!" Willem ging hen voor naar de garderobe, hielp hen in de jas en liet hen uit. Achter hen grendelde hij de zware voordeur, ter- wijl de officier en de detective zwijgend de brug over liepen. Toen, buiten, onder den blooten sterrenhemel, namen beiden diep hun hoed af, wischten met hun zakdoek aan hun voorhoofd. „Oef!" zei de officier en stond even stil. „Heb jij het ook zoo warm gekregen, Dad dy?" „Kolossaal warm!' gaf de detective bla zend toe. „Toch was het de moeite waard: we weten nu in ieder geval precies, met wie we te doen hebben." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5