VIM
BINNENLAND.
ZEELAND.
KRONIEK van den DAG.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 20 APRIL 1938. No. 92.
HET SPOOK VAN HET SLOT
GOTHEBORGH.
Verhooging der
defensie-uitgaven.
WALCHEREN.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.D.
reinigt alles!
Engelsche reserve ten aan
zien van de overeenkomst
met Italië.
Men is in Engeland gelijk trouwens te
verwachten viel lang niet unaniem in
de wolken over de totstandkoming van de
Engelsch-Italiaansche overeenkomst. Een
groot deel van de Britsche openbare mee
ning neemt een zekere reserve in acht; leeft
als 't ware in een afwachtende houding. Het
deed eenige ervaringen op met Mussolini
en zijn beloften. De wantrouwigen moeten
eerst zien, dat de Duce zijn woord houdt,
voordat ze in het succes van Chamberlain's
politiek kunnen gelooven.
Bladen als de „Manchester Guardian" en
de Yorkshire Post" geven in hun beschou
wingen deze critische stemming weer, het
accoord daarbij aan een nauwkeurig onder
zoek onderwerpend.Naar de Londensche
correspondent van de N.R.C. meldt, onder
scheiden zjj drie aspecten, waarnaar de be-
teekenis der overeenkomst beoordeeld moet
worden.
Er is ten eerste het nationaal-politieke
aspect, dat is samen te vatten in de vraag:
Wordt Engelands positie in de wereld door
de overeenkomst aanzienlijk verbeterd? Op
korten termijn zeer zeker. De spanning om
de Middellandsche Zee is voorloopig aan
zienlek verminderd en dat kan Engeland
slechts ten goede komen. Maar zal deze ont
spanning duurzaam blijken? Beteekent de
bijlegging van [let Engelsch-Italiaansche ge
schil, (jat <je grondoorzaak van dit geschil
nu ook voor goed is verdwenen? Met an
dere woorden is het te verwachten, dat de
Italiaansche politiek in de toekomst van alle
anti-Engelsche tendenzen, die in het ideaal
van Mare Nostrum, de opperheer
schappij in de Middellandsche Zee,
liggen opgesomd, zal zijn ontbloot?
Ziet Italië -voorgoed af van dit ideaal
of zal het de grootere bewegings
vrijheid tegenover zijn ideologischen partner
Duitschland, die het door de verbeterde be
trekkingen met Engeland heeft verkregen
gebruiken om meer steun voor het nastre
ven van dit ideaal op te eischen? Dat is de
groote kwestie, en daarover zijn de critici
niet gerust. Zij neigen tot de meening, dat
het ideaal van Mare Nostrum nog immer
de grondslag van de Italiaansche politiek
blijft, zooals „Mein Kampf" de grondslag
van de Duitsche politiek is.
Zij erkennen, dat de samenwerking met
Duitschland, waardoor Italië sinds drie jaar
de verwezenlijking van zijn ideaal tracht te
bevorderen, steeds gevaarlijker voor dat
land wordt, maar zij zijn er nog niet van
overtuigd, dat Mussolini het oogenblik reeds
gekomen acht om die samenwerking en de
politiek, welke hij moet trachten te verwe
zenlijken, als te gevaarlijk op te geven.
Zij arreezen, dat hij de sterkere positie,
waarin hij nu tegenover Berlijn is komen
te staan, zal gebruiken om die samenwer
king op een voordeelige leest voor Italië
te schoeien, en het doel van de samenwer
king, dat met de Engelsche belangen niet is
te vereenigen, met de grooter energie na te
streven.
Naast dit internationaal-politiek aspect
van het accoord staat, aldus de correspon
dent van de N.R.C. verder, een wat men
zou kunnen noemen imperialistische kant.
Engeland heeft bij de onderhandelingen de
consequenties van de wording van het Ita
liaansche imperium voor zijn eigen impe
rium onder de oogen gezien, en gepoogd de
aanraking van de twee rijken in de Roode
Zee, het Verre Oosten en Noord Afrika zoo
te regelen, dat er geen gevaar voor het
Britsche Rijk en zijn verbindingswegen uit
kan ontstaan. Een groot deel van het ac
coord houdt zich met problemen van dezen
aard bezig. Als zoodanig is het, wat de
Manchester Guardian noemde, een „typisch
imperialistische overeenkomst, een overeen
komst tusschen twee koloniale rjjken, een
essay in de diplomatie van het eind der ne
gentiende eeuw". Het blad komt na een
nauwkeurig afwegen van de wederzijdsche
arrangementen in Arabië, Roode Zee en
Afrika tot de conclusie, dat het accoord,
van dezen kant bezien, een goed stuk vak-
manswerk is.
Blijft tenslotte nog het moreele en het
principieele aspect. De zwakheden van de
overeenkomst op dit gebied zijn even dui
delijk als onvermijdelijk. Engeland, dat in
1935 de eerste en misschien de laatste po
ging tot doorzetting van een nieuwe inter
nationale rechtsorde leidde, dat het prin
cipe van niet-erkenning van gewelddadige
gebiedsuitbreiding in Mantsjoekwo blijft
handhaven, gaat nu, gedreven door de harde
noodzaak van reëele politiek, dit principe
in Abessynië overboord gooien. Dat blijft
voor het groote publiek nog immer een
moeilijk te slikken pil, en dat zal dan ook
ongetwijfeld het punt zijn, waarop de cri-
tiek van de oppositie in het parlement zich
zal concentreeren. De pil is des te bitterder
omdat het principe van niet-erkenning ook
een prestige kwestie is geworden. Men kan
nu eenmaal niet jaar in jaar uit verkla
ren, dat men gebiedsuitbreiding met ge
weld nooit zal erkennen, en dan van dit
hooge paard afstappen zonder aan prestige
te verliezen. Het blijft een vernedering, on
vermijdelijk wellicht, maar een vernedering
niettemin.
De toejuichingen in een minder critisch
deel der Engelsche pers over de toenadering
en de vriendschap met Italië zullen voor
eerst bij het publiek nog wel niet veel in
gang vinden. Daarvoor zijn de herinnerim
gen aan Spanje bn Abessynië nog te versch,
terwijl ook de impopulariteit van de figuur
van den Italiaanschen dictator een herleven
van de waarachtige vriendschapsgevoelens
vooralsnog zeer zal bemoeilijken. Wat dat
betreft zou een Engelsch-Duitsche toenade
ring een veel spontaner goedkeuring te
beurt vallen.
Oorspronkelijke detective-roman
door John Simson.
8).
„En of! Een halve geleerde. Maar wat
moeten wij hier met een halven geleerde
beginnen?"
„Dat zal ik dadelijk eens even vertellen",
zei Bakker met een dikke tong. „Wachten,
totdat de andere helft komt en dan in zijn
geheel er uit werken".
Van Leeuwen lachte onbedaarlijk, ter
wijl Kloster, die in de verte had staan luis
teren, bijkans stikte in een taartje. Trom
en Geerts waren nog altijd aan het kon
kelen. Angstig keken ze op, kwamen dan
schoorvoetend wat dichterbij.
„Over wie hadden jullie het?"
„Niet over jou, Trom!" zei Kloster, die
er nu ook bjj kwam. „Dan zouden we
heusch niet zoo lachen!"
Trom's oogen schoten vuur, terwijl de
anderen plotseling verstomden. Eén oogen
blik heerschte er doodsche stilte. Dan nam
dikke Trom met een zwierige zwaai zijn
whiskyglas op, klonk met Geerts en ledig
de het in één teug. Daarbij morste hij een
druppeltje, en dat bedierf toen ineens het
cachet van zjjn avondkleeding.
„Hè!" zei Kloster. „Kijk, da? is nu jam
mer!"
„Jawel! Erg jammer van de whisky!"
knikte van Leeuwen.
„Ik zou graag hebben, dat jullie je niet
met mijn whisky's bemoeiden", zei Trom
en veegde, wat hij kon, aan zijn overhemd,
dat daardoor steeds vuiler werd. Hij had
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot wijziging en verhooging
van het achtste hoofdstuk der rijksbegroo
ting voor het dienstjaar 1937.
Aan de memorie van toelichting is het
volgende ontleend:
In de memorie van antwoord op het
voorloopig versag der Tweede Kamer
betreffende het 1ste hoofdstuk der rijks-
begrooting voor het dienstjaar 1937 werd
door de regeering toegezegd, zoodra over
de noodige gegevens betreffende den in
vloed van de monetaire maatregelen op
de begrooting 1937 beschikt zou worden,
door de indiening van suppletoire begroo
tingen de vereischte correcties te zullen
aanbrengen.
Thans kan ten aanzien van een aantal
artikelen der defensie-begrooting 1937
worden becijferd, welke verhoogingen deze
artikelen door de monetaire maatregelen
zullen ondergaan. Het onderwerpelijke
wetsontwerp strekt tot het aanbrengen van
bovenbedoelde correcties, voor zoover deze
thans bekend zijn tot een totaal bedrag
van rond 700.000.
Voorts is mede aanleiding geweest tot
het indienen van dit wetsontwerp:
a. Het houden van de derde herhalngs-
oefening in October jl.
b. Het aanstellen in vasten dienst op 1
Juli 1937 van een groot aantal arbeids-
contractanten, die blijvende functies inne
men.
c. Eenige dringend noodzakelijke uitga
ven ten behoeve van het materieel en het
personeel, welke in hoofdzaak betreffen:
le. Verbouwing en inrichting van het
voormalig gebouw van den pensioenraad.
2e. Versnelde afbouw van 4 mijnenve
gers en bijwerkrekenig van Hr. Ms. O 16.
3e. Convooidiensten in de Spaansche wa
teren (brandstoffen en herstellingen), ver
blijf van Hr. Ms. Van Galen in de Chi-
neesche wateren, afsleepen van Hr. Ms
Hertog Hendrik in den Griekschen archi
pel.
4e. Aanmaak van torpedo's in eigen be
heer (bouw van een werkplaats en aan
schaffing van werktuigen).
5e. Bouw en inrichting van een vuur-
leidingsherstelwerkplaats.
6e. Voorzieningen aan magazijnen en hu
ren van bergruimte in verband met de
aanschaffing van nieuw materieel (defen
siefonds) voor de landmacht.
7e. Tewerkstelling van tijdelijk perso
neel bij den bouw der kazematten en an
dere genie-werken.
8e. Meer uitgaven voor reis- en verblijf
kosten, ziekenverpleging en kostwinners
vergoeding.
9e. Uitbreiding van het aantal cadetten
bij de Koninklijke militaire academie.
10e. Bijdrage nationaal luchtvaartlabo
ratorium.
11e. Inkoop van dienstijd van capitulan-
ten.
In totaal wordt een bedrag van
handjes als biefstukken en die zijn voor
zulk werk nu eenmaal niet geschikt. Geerts
trachtte hem te helpen, met gevolg, dat de
vlek zich nog uitbreidde.
„Als je getrouwd was, Trom", merkte
Bakker op, „dan zou je vrouw je nooit zoo
willen ontvangen!"
„De vrouw laat mij koud!" bitste Trom.
„Tenminste de jouwe!"
„Maar toch zeker niet die van Karl!"
bracht Van Leeuwen in 't midden en likte
eens aan zijn lip.
„Hoe kom je daar bij? Ik wil je anders
wel zeggen, dat zij in ieder geval een ver
duiveld leuke vrouw is!"
„Wat?" stoof Kloster op. „Meen je dat,
of houd je ons allemaal voor den gek?"
„Ik wil niet ontkennen, dat ik jou voor
een gek houdt!" antwoordde Trom en lach
te even. „Wat niet wegneemt, dat Karl's
vrouw inderdaad bijzonder aardig is!"
„Dan ben je zoo blind als een pas-gebo
ren konijn", vond Kloster. „Als je wat
minder whisky's gedronken had, zou je dat
misschien inzien".
„Ik verzoek je nogmaals, je niet met
mijn whisky's te bemoeien", verzocht Trom
en sloeg er nog eentje naar binnen.
Op dat moment zwaaide plotseling de
deur open: op den drempel stond mevrouw
Messing. Allen wendden het hoofd om.
Dikke Trom ging dadelijk naar haar toe.
„Anna!" zei hij liefjes. „Kom je eens kij
ken, kind?"
„Ja, dat zie je toch wel?" zei ze hard.
„Wordt er nou gespeeld of niet? Jullie
behoeft je om die twee detectives niet* te
bekommeren!"
2.946.800 meer aangevraagd.
Het is niet mogelijk gebleken het ge-
heele bedrag der verhoogingen te compen-
seeren door vermindering van de op an
dere artikelen toegestane bedragen.
Bij de artikelen wor^t o.a. nog het vol
gende opgemerkt.
Teneinde niet meer geheel van het bui
tenland afhankelijk te zijn, is de wensche-
lijkheid gebleken een gedeelte van de zee
macht benoodigde torpedo's in den vervol
ge hier te lande te vervaardigen. Dit heeft
bovendien het voordeel dat een groot ge
deelte van de te betalen gelden voor do
zeer kostbare torpedo's binnenslands wordt
besteed en derhalve de werkgelegenheid
wordt verruimd.
Daarvoor is echter noodig, dat een werk
plaats wordt gebouwd, welke van de noo
dige outillage dient te worden voorzien.
Met het oog op den gewenschten spoed
is met de uitvoering van een en ander
reeds een aanvang gemaakt. Voor de
scholing van het geschutmakerspersoneel
is het dringend gewenscht, dat de herstel
lingen van vuurleidingsinstallaties in
eigen beheer kunnen geschieden.
Het inrichten van een daarvoor bestem
de werkplaats was met het oog op den
terugkeer naar Nederland van Hr. Ms. Java
in 1937 en Hr. Ms. Johan Maurits van Nas
sau in 1938, urgent geworden.
EEN GUNSTIG JAARVERSLAG VAN DE
K.L.M.
Uit het jaarverslag van de K.L.M. over
1937 blijkt, dat over het geheel het ver
voer op vrijwel alle lijnen eenigen voor
uitgang vertoonde. De bedrijfsresultaten
over het jaar 1937 wijzen een vermeerde
ring aan van 6000 passagiers in vergelijking
met 1936, van ruim 150.000 kg vracht en
bijna 200.000 kg post.
In den zomer van 1937 omvatte de K.L.M.
met haar wijd verspreid net niet minder
dan 11 landen. Het vervoer naar Londen,
dat over acht dagelijksche diensten werd
verdeeld, nam wederom het grootste aan
deel in het geheele verkeer.
Langs de geheele route vertoonde het
passagiersverkeer een opmerkelijke stij
ging, t.w. Londen met 5 pet. meer dan in
1936, Praag 84 pet., Weenen 99 pet. en
Boedapest 39 pet.
Vijf luchtverbindingen zjjn binnen de Ne
derlandsche grenzen in 1937 onderhouden.
De rondvluchten, welke op verschillende
terreinen georganiseerd konden worden
hebben gunstige resultaten afgeworpen, al
daalde het aantal pleziervliegers van 16.842
in 1936 tot 15.133. Van de pleziervliegers
telde Vlissingen er 42 en Haamstede 16.
De vloot der K.L.M. bestond in 1937 uit
33, op 31 December 1937 uit 44 vliegtuigen,
waaronder 13 Douglas DC-2 en 13 Dou
glas DC-3. De zoozeer gewenschte eenheid
in de samenstelling van de K.L.M.-vloot
werd in 1937 grootendeels bereikt door de
verdere standariseering op Douglasmateri-
eel. Het standard type brengt een aanzien
lijke vereenvoudiging van technischen
dienst en vliegdienst mee.
De vloot had op 31 December 1937 een
totale nuttige lading van 112.675 kg tegen
73.559 kg op 1 Januari van dat jaar, zoo
dat de nuttige lading is toegenomen met
39.116 kg of 53 pet. In het jaar 1937 waren
alle K.L.M.-vliegtuigen te zamen 37.249
uren in de lucht, 5.517 uren meer dan in
1936 en 7.073 meer dan in 1935.
Op 31 December 1937 had de K.L.M. 69
vliegtuigbestuurders in vasten dienst, 42
boordwerktuigkundigen, 45 radiotelegrafis
ten, 18 stewards en 15 stewardessen. Het
corps gezagvoerders op de Amsterdam
Batavia route werd op 25 gebracht. De K.
L. M. telt thans onder haar vliegers acht
tien luchtmillionairs, waaronder negen met
meer dan 10.000 vlieguren.
AmsterdamBatavia route.
Met het jaar 1937 wordt een voor0 de
ontwikkeling van de verbinding van Ne
derland met Nederlandsch Indië buitenge
woon belangrijke bedrijfsperiode afgeslo
ten. De afschaffing van het luchtrecht en
daarmede toenemend postvervoer leidde
tot het inleggen van een derden dienst per
week waarmede de K.L.M. in het lucht
verkeer met het Verre Oosten zich een
zeer krachtige positie verzekerde. Ook
deze verhooging van de frequentie had
opnieuw een belangrijke vermeerdering
van het postvervoer ten gevolge.
Het passagiersvervoer had in 1937 een
omvang van bijna 18 rnillioen passagiers/
kilometer tegenover ruim 12% rnillioen in
het vorige jaar, een vermeerdering van
40 pet. ongeveer.
Het postvervoer nam toe van 738.781 ton/
„Laat ik 't dadelijk even uitleggen", zei
Landhof met een woedenden blik in de
richting van het vrouwspersoon op den
drempel. „Ik ben officier van justitie en
mijn vriend is detective. We hadden u die
wetenschap willen besparen, want wat be
treft de conferentie hier doet dat niet ter
zake. Karl Messing wordt vermist en me
vrouw daar heeft ons slechts zijn opsporing
verzocht. Vandaar onze aanwezigheid hier".
Sprakeloos van verbazing zagen de con
ferentie-leden hem aan. Dan staarden ze
met een vijandigen blik naar mevrouw
Messing, die daar als een soort furie in de
deuropening stond, met dikke Trom aan
haar zijde. Voordeelig zag ze zoo niet uit:
kort en dik, ietwat gedrongen, een Xan
tippe gelijk, terwijl ook haar cavalier met
zijn bemorste overhemd niet op zijn voor-
deeligst uitkwam.
Dan opeens keerde de vrouw des huizes
zich om, en trok de deur weer achter zich
dicht. Trom stond alleen.
„Laat je haar nu zoo gaan?" plaagde
Kloster. „Niet eens een enkel kusje?" en
de anderen hielden hun buik vast van het
lachen. Alleen Geerts deed niet mee, ter
wijl Trom opzwol van woede. Hij ant
woordde echter niet.
„Mijnheer Bos van Landhof!" zei hij met
de tanden op elkaar, „u had ons wel eens
wat eerder kunnen vertellen, wie u was!"
„Had mevrouw Messing u dan niet in
gelicht?" vroeg de officier bedaard en de
man met het besmeurde overhemd beet
zich zjjn lippen kapot. Dan, zonder een-
woord meer te zeggen, keerde hij den of
ficier pardoes den rug toe en vertrok, on-
FALING BROOD OF ZOUTERIK.
In een notadeelt de ingenieur van den
Polder Walcheren, ir. jhr. J. L. Boreel
mede, dat in het Oostelijk deel van den
Polder veel palingbrood of zouterik voor
komt. Dit is een afzetting onder water,
in buizen, tegen landhoofden van bruggen,
maar ook in watergangen, waarin zich
plaatselijk heele banken vormen. Tenge
volge van deze afzettingen kan de water
afvoer soms ernstig belemmerd worden.
Deze afzettingen worden gevormd vooi
bryozoën, die kalkachtige korsten vormen,
welke aan teere koraalbrokken herinneren.
Bryozoën of mosdiertjes zijn zeer klei
ne wezentjes, die in de door hen gevorm
de kalkachtige cellen, die zij opbouwen,
huizen. Deze cellen vormen, onderling aan
elkaar verbonden, de banken van paling
brood. Door waaieren met hun tentakel-
krans weten deze' diertjes kleine partikel
tjes levend materiaal uit het planktonrijke
water op te nemen, waarmede zij zich
voeden.
De bryozoën-variëteit op Walcheren komt
voor op de grens van zoet- en brakwater.
Dit is vermoedelijk dezelfde variëteit als
waarvan de rots van Rockanje is opge
bouwd. De variëteit is Membranipora mem
branacea (L) var. erecta Loppens.
Praktische middelen ter voorkoming
van de afzettingen of groei van bryozoën
bestaan feitelijk niet. Waar die afzettin
gen plaats hebben, worden zij met de
baggermolen of baggerbeugels opgeruimd.
Daar de aangfoeiïngen onder water plaats
hebben zijn zij moeilijk te onderkennen en
kunnen zjj eerst bij zeer lagen poïderwater
stand, wanneer de banken palingbrood
droog vallen, waargenomen worden.
De vorming van palingbrood gaat vrij
snel en is soms van zulk een omvang, dat
er een ploeg werklieden op uitgestuurd
wordt om de banken in de watergangen
en de afzettingen aan de kunstwerken op
te ruimen, teneinde eene behoorlijke af
voer van het overtollige polderwater te
verkrijgen.
ARNEMUIDEN. Dat de poes wreed zelfs
heel wreed kan zijn is ons niet onbekend.
Doch wjj kennen haar ook als zeer zacht
en lief en zoodoende de vriendin der huis
vrouw. Dat ook tot andere dieren haar
liefde gaat is weer eens bij een inwoner
dezer gemeente bewezen. Deze inwoner be
zit een konijn die zich in het bezit mag
verheugen van een achttal jongen. Moeder
konijn werd echter ziek, waardoor zij haar
kleinen niet allemaal kon verzorgen. Geluk
kig was er juist een poes, die ook jongen
gehad had. Men probeerde nu, of zij geen
jonge konijnen wilde zoogen, en dat ge
lukte. Thans verzorgt zij als een goede
moeder een vijftal jonge konijntjes terwijl
de konijnenmoeder de andere drie voedt.
TEGEN DE LAMP GEVLOGEN.
RITTEM. De landbouwer W. V. wonende
onder Welzinge achtte zijn varken zwaar
genoeg om geslacht te worden. Hij meen
de echter niet de moeite te hoeven nemen
hiervoor een slachtbewijs op het gemeente
huis aan te vragen.
Niettegenstaande hij de helft van het
varken aan een ander verkocht had, dacht
hij ook het keurloon te kunnen uitsparen
kilometer tot 1.248.128 ton/km in 1937,
een groei dus van bijna 70 pet.
West-Indië afdeeling.
In de drie jaren, welke sedert de op
richting der West Indische afdeeling zijn
verstreken, heeft zich hier een gezond
luchtverkeer ontwikkeld. Er werden reeds
meer dan 12.000 passagiers vervoerd en
door de beide Fokker F 18 vliegtuigen,
waaruit de vloot nog bestaat, bijna een
kwart rnillioen kilometers afgelegd.
De bedrijfsresultaten over het geheele
verkeer geven reden tot tevredenheid. Het
passagiersvervoer in de West is in 1937
bijna verdubbeld. Het steeg van rond 3.500
luchtreizigers in 1937 tot 6.300. Het vracht
vervoer vermeerderde met 22.000 kg tot
43.168 kg, terwijl het postvervoer 3.239 kg
bedroeg (v.j. 735).
Financiën.
De ontvangsten in het verslagjaar 1937
bedroegen rond 8.900.000, hetgeen ruim
2'-.000>.000 meer beteekent dan in het
jaar 1936, terwijl het verlies, gedekt door
subsidie, ongeveer even groot bleef als in
het jaar 1936, nl. 1.550.000, zoodat het
jaar 1937 een belangrijke vooruitgang be-
teekende op den weg naar de rentabilteit.
middellijk gevolgd door Geerts, die een
soort geestverwand van hem bleek te zijn.
De anderen staarden hen na, tot de deur
weer gesloten was. Toen ademden allen
ietwat ruimer.
Van Leeuwen en Bakker maakten ook
aanstalten om te gaan.
„Mijnheer de officier", zeiden ze beleefd.
„Uit den aard der zaak konden wij niet
weten, wie u waart. Als we daarom mo
gelijk iets te veel mochten hebben gezegd,
vertrouwen wij er op, dat u dat in aan
merking zult willen nemen".
„Maar natuurlijk!" zei Landhof en gaf
hun beiden een hand. Daddy deed insge-
lijk. Toen gaven Bakker en Van Leeuwen
aan Kloster een vriendelijk knikje, terwijl
de laatste bedaard wachtte, tot ze weg
waren.
„Mijnheer de officier!" sprak deze dan,
„wat er ook gebeurd moge zijn, houdt u
die verschijning van zooeven goed in de
gaten. Ik verzeker u, zoowaar ik leef, dat
u daarvan alles kunt verwachten!"
Toen vertrok ook hij. Daddy en Land
hof slaakten een zucht van verlichting.
Zwijgend staarden ze in de electrische
kroon, tot de terugkomst van Willem, die
de heeren even had uitgelaten. Haast ge
luidloos sloot de livreiknecht de deur achter
zich en trok zich dan bescheiden terug
naar het buffet.
Landhof liet het zoover echter niet ko
men: hij riep hem dadelijk.
„Vertel eens", vroeg hij, „toen jij giste
ren om twaalf uur naar bed ging, welke
heeren waren hier toen nog aanwezig,'be
halve de heer Van Domburg en mijnheer
door het dier aan de keuring te onttrek
ken. Ver van de bebouwde kom wonende,
zou alles onopgemerkt blijven.
Hij had echter buiten den waard, beter
buiten de politie gerekend. Toevallig kwam
deze op de hofstede en vroeg naar 't slacht
bewijs, enz. Toen dit niet getoond kon wor
den, volgde natuurlijk proces-verbaal.
Later kwam van hooger hand het bevel,
dat het geslachte varken in beslag moest
worden genomen om het in de gemeente
lijke noodslachtplaats beneden den markt
prijs publiek onder toezicht van de politie
te verkoopen.
GECOMPLICEERD
VERKEERSONGEVAL.
EEDE. Zondagavond is een huurauto van
den heer Risseeuw uit Groede, komende uit
Maldegem (B.) bij de vaart te Stroobrugge
dwars door de leuning van de brug aan
den buitenkant daarvan op de brug gere
den en tegen de andere leuning tot stil
stand gekomen. De inzittenden bekwamen
allen wonden aan hoofd en ledematen. De
chauffeur, de heer J. D. uit Groede moest
met een gebroken dijbeen naar het St. An-
thoniusgesticht te Oostburg vervoerd wor
den. De overige inzittenden konden na ver
bonden te zijn door dokter Temmerman uit
Maldegem naar huis gebracht worden.
Waarschijnlijk is het ongeluk te wijten aan
de onbekendheid van den chauffeur met
den toestand ter plaatse. De auto is geheel
vernield. Zware stukken balk van de brug
lagen meters ver weg terwijl een dikke
steenen paal was afgeknapt. Het mag een
wonder genoemd worden dat de auto niet
in de vaart is terecht gekomen en dat de
inzittenden het er levend afgebracht heb
ben.
ZUIDZANDE. Zaterdag werd alhier de
bazaar geopend ten bate van de muziekver-
eeniging „Veronica". Om half twee maakte
„Veronica" een muzikalen rondgang door
de gemeente, waarna om 2 uur de officieele
opening plaats vond. Onder de genoodigden
bemerkten we den burgemeester, raadsle
den, directeuren en bestuursleden van zus
terverenigingen, het dagelijksch bestuur
van den Bond van Muziekvereenigingen in
W.Z. Vlaanderen, benevens verschillende
eereléden met hun dames.
De voorzitter van „Veronica" wees er als
eerste spreker o.m. op, dat „Veronica" even
als andere vereenigingen zijn toevlucht
heeft moeten nemen tot het houden van een
bazaar om financieel op peil te blijven. De
heer S. Lako sprak als voorzitter van het
bazaarcomité zijn dank uit aan den Raad
en het college van B. en W. voor de vele
faciliteiten aan het comité verleend en voor
de gelegenheid hun geboden 'om den bazaar
in de o. 1. school te houden. Verder dankte
hij de P.Z.E.M. voor haar loyale medewer
king en verder allen die gedurende de voor
bereiding hun medewerkinng hebben ver
leend. Als laatste spreker trad op de bur
gemeester, die er op wees hoe belangrijk
het vereenigingsleven voor een gemeente
is. Hij haalde verschillende feiten uit de
geschiedenis van „Veronica" aan, waaruit
bleek hoe steeds de bevolking met de mu
ziek heeft meegeleefd. Hij hoopte tenslotte
dat de vereeniging op het a.s. concours te
Retranchement een goed figuur zal mogen
slaan, daar dit niet alleen de naam der
vereeniging, doch ook die van de geheele
gemeente hoog houdt. Nadat het corps het
Wilhelmus en de marsch „Doe het elec-
trisch" had gespeeld, kregen de aanwezigen
gelegenheid den bazaar te bezichtigen.
Gedurende den geheelen dag was er een
goede belangstelling, wat wel blijkt uit de
bruto openbrengst, die Zaterdag ruim 400
heeft bedragen. Op het totale resultaat ho
pen wij nader terug te komen.
OP ELKE BUS EEN BON
VOOR GESCHENKEN
V63-0311a
(Ingez. Med.)
Messing zelf?"
„Dat waren de heeren Kloster en Van
Leeuwen!"
„Zoozoo! En waarom heb je ons dat van
morgen niet direct gezegd? Je schijnt de
heeren dan toch drommels goed bij name
te kennen!"
Willem peuterde verlegen aan zijn jasje.
„Neemt u mij niet kwalijk", zei hij dan.
„Ziet u: mijnheer Messing heeft gezegd, hij
zou mij m'n hersens inslaan als ik ooit een
naam noemde, tegen wie dan ook!"
„Odat was beslist niet vriendelijk
van hem! En zijn er nu voor vanavond nog
meer conferentieleden te verwachten?"
„Laat eens zien, mijnheer. Al over eenen.
Neen! Practisch zijn voor vandaag geen
anderen meer te verwachten."
„Dan gaan wij ook!"
Willem ging hen voor naar de garderobe,
hielp hen in de jas en liet hen uit. Achter
hen grendelde hij de zware voordeur, ter-
wijl de officier en de detective zwijgend de
brug over liepen. Toen, buiten, onder den
blooten sterrenhemel, namen beiden diep
hun hoed af, wischten met hun zakdoek
aan hun voorhoofd.
„Oef!" zei de officier en stond even stil.
„Heb jij het ook zoo warm gekregen, Dad
dy?"
„Kolossaal warm!' gaf de detective bla
zend toe. „Toch was het de moeite waard:
we weten nu in ieder geval precies, met
wie we te doen hebben."
(Wordt vervolgd).