VOOR DE JEUGD.
POPPEN IN KLEDERDRACHT.
WAT LEZERS BELEEFDEN.
TE LAAT!
GROTE RAMPEN EN
CATASTROPHEN IN DE
GESCHIEDENIS.
POPPETJES OM OP TE PLAKKEN,
Vms de tegenwoordig in Engeland vertoe
vende Walther Brandt, die iiet begrip der
voiiiSgemeenschap detineerde als de een
heid der natie, van den geest, van het
bloed en van de cultuur.
Dat deze Henlein-partij voortreffelijk is
georganiseerd welke Duitsche organi
satie is dat niet?? zal ook zonder dat
ik daar op wijs, duidelijk zijn. Er werd mij
dan ook verteld, dat deze partij „in sich"
een volkomen regeeringssysteem heeft in
gericht, met referenten voor binnen- en
buitenlandsche aangelegenheden, culturee
ls problemen enz. enz. Het derde-rijksche
voorbeeld is hier onmiskenbaar. Deze re
ferenten dragen den naam van Führer, en
men vindt er Bauernführer, Gewerbefüh-
rer. Het geheel is op typisch Duitschen
voet ingericht men heeft de indeeling
in Keise met een KreisführerBezirke
met een Bezirksführeren Orte met
een Ortsführer.
Een zeer belangrijk onderwerp aldus
sprak deze Duitscher, een Duitscher met
wien men kon spreken zonder dat hij zelf
alleert den ganschen tijd aan 't woord was
een zeer belangrijk onderwerp sprak
hij, is het onderwerp der Minderheidsscho-
len. Het zyn de Tsjechische scholen in de
meerendeels door Duitschers, de Duitsche
scholen in de door Tsjechen bewoonde ge
bieden. Deze Tsjechische scholen worden
vaak door zeer weinig kinderen bezocht.
Nu garandeert de Grondwet eiken staats-
ourger „Erziehung und Unterricht" in zjjn
moedertaal, zoodat geen kind kan worden
gedwongen een school te bezoeken waar
een andere taal gesproken wordt. Er is
zoo zei mijn verteller geen twijfel
aan, dat Duitsche kinderen door politie-
ken of economischen druk gedwongen wor
den Tsjechische scholen te bezoeken. Nu
kan men ook van Tsjechische beambten
die in door Duitschers bewoonde gebieden
hun dienst doen, niet verlangen dat zij
hun kinderen naar Duitsche scholen zen
den. Zij, die hier werkzaam zijn, hebben
het toch al niet al te gemakkelijk en zijn
in deze gebieden aangesteld wegens de zoo
genaamde onbetrouwbaarheid der Duit
schers.
En zoo komt het, dat meer dan eens
voor één of twee of drie Tsjechische be
ambten in een dorp een eigen school moet
worden opgericht, omdat de in het naaste
dorp gelegen Tsjechische school voor ae
Tsjechische kinderen te ver af is
En nu ligt het voor de hand, dat de
Sudeten-Duitschers het den Tsjechen kwa
lijk nemen dat deze relatief meer
scholen bezitten dan zij.
Nu zou het beter zijn den eisch te stel
len, dat ook ieder Duitsch kind het recht
werd toegestaan in een Duitsche school
te worden opgevoed. Wat voor den een
geldt luidt de redeneering, die volkomen
begrijpelijk is dient ook voor den ander
te gelden, maar wie de Duitsche toelich
ting hoort, die denkt onwillekeurig aan
het woord van Nederlandschen bloede, dat
de een zonder de gevangenis in te
draaien een koe mag stelen, terwijl de
ander, die zich verstout deze levende
melk- en kaasfabriek over het hek te be
kijken, proces-verbaal krijgt.
En wilde men consequent zijn, dan zou
men kunnen verlangen,dat ook den kin
deren van de in Tsjechische gebieden ge
plaatste Duitsche beambten de mogelijk
heid werd gegeven daar Duitsche scholen
te bezoeken. En dat is naar men mij
vertelde niet het geval.
Zoodat, om kort te gaan, de hoofdzaak
deze is, dat men den Tsjechen niet alleen
lagere want daarom gaat het scho
len afneemt, maar den Duitschers méér
lagere scholen geeft. Het kan niet worden
ontkend, dat in de zuiver Tsjechische ge
bieden de Duitschers te weinig lagere
scholen bezitten.
Ook is men ontevreden over hetgeen
men pleegt te heeten de „Sehullpalaste",
dat is de veel te dure bouw der Tsjechische
minderheidsscholen. Maar langzamerhand
vermindert deze campagne daartegen, om
dat, gelijk de Duitscher glimlachend op
merkte, de „fluister-campagne" zegt: Laat
die Tsjechen maar gerust mooie en dure
scholen bouwen in Duitsche gebieden,
wanten wie weet is hier misschien de
wensch wel de vader van de gedachte
op den duur krijgen wij ze toch!!
Wie nu precies gelijk en wie nu precies
net ongelijk heeft, is niet te zeggen. Maar
feiten zijn feiten. Ongerechtvaardigd zijn
vele Duitsche klachten zeer zeker niet;
het komt er alleen maar op aan, op wel
ke wijze men ze uit en op welke wijze men
probeert zijn zin door te drijven.
En dat zal waarschijnlijk aan Duitsche
zijde niet altijd even tactvol geschieden...
het artikel „tact" was nimmer van speci
fiek Duitschen oorsprong
Intusschen is het rustig in Tsjecho-Slowa-
kjje. En men ziet de ontwikkeling der
dingen vastberaden onder de oogen. Voor
alles is zelfbeheersching noodig en men
herinnerde mij aan een woord, kortgeleden
door Benesj gesproken: „Ik heb gelukkig
ijzeren zenuwen
Als Henlein en de zijnen daarover óók
beschikken, is de zaak in orde.
Van Sw.
Angstig geklop op de deur.
Wat ik wil verhalen is al reeds een klei
ne 60 jaar geleden gebeurd. Ik zal ongeveer
6 jaar geweest zijn. We woonden op een
bovenhuis. Doordat het benedenhuis be
woond werd door een gezin dat nog al in
en uit liep was de voordeur nooit voor
's avonds laat op slot, zoodat men van de
straat gemakkelijk in huis kon komen. Dit
was in dien tijd niet zoo erg. Er werd nooit
misbruik van gemaakttot op een ze
keren avond. Mijn vader, die stuurman
was, was weer naar zee, zoodat moeder,
mijn zusje en ik alleen thuis waren. We za
ten. om de ronde tafel waarop een staande
petroleumlamp zijn spaarzaam licht ver
spreidde. Op eens werd er hard op de deur
geklopt. Moeder roept: binnen! Geen ant-.
woord, even stilte opnieuw wordt er ge
klopt, nog harder dan de eerste maal. Wij
kinderen beefden van angst, doken onder
de tafel, daarbij elkaar krampachtig vast
houdend.
Moeder ging naar de deur en deed die
aarzelend open. Ze zag evenwel niets. Het
portaal en de trap waren in diepe duister
nis gehuld. Moeder roept „wie is daar
maar geen antwoord. Nauwelijks is zij weer
in de kamer terug, of er wordt voor de
derde keer hevig geklopt.
Nu pakt Moeder de lamp van de tafel en
gaat hiermee naar de trap. En wat ziet ze 1
Haar broer, de grappenmaker uit de fami
lie, had ons die schrik bezorgd. U kunt wel
begrijpen dat hij niet vriendelijk werd be
groet.
Marfi.
WE MAKEN EEN AARDIG
PRULLEMANDJE.
Dit is een werkje voor onze meisjes,
want er moet bij genaaid worden, maar
jongens kunnen het ook wel, hoor En an
ders doen broer en zus het samen, broer
het plakken en snijden en zus het naaien
Van dik karton, goed stevig hoor, snij je
de bodem en vier zijkanten. De bodem
wordt een vierkantje, met zijden van 20
cm lengte. De zijkanten worden omgekeer
de trapeziums, weten jullie al wat dat
„Sjiep, sjiep, sjiep, wij zijn de eersten,
Jullie bent dit keer te laat
Wij gaan in dit huisje wonen,
Al wordt jullie nog zo kwaad
„Tjoe, tjoe, tjoe, je gaat er uit, hoor
't Is altijd ons huis geweest.
Wil je maken, dat je weg komt,
Jij brutaal onhebb'lijk beest
„Wiet, wiet, wiet, geen denken aan, hè?"
„Nee, wij blijven lekker hier,
Maak jullie maar niet zo'n drukte
Want dat helpt je toch geen zier
Woedend zijn de beide vogels
En ze kwetren boos en luid
Maar die and're twee brutalen
Lachen hen gerust nog uit
zijn Dat leer je op school wel, hè Het
wil zeggen, dat de bovenkant eender is
dan de onderkant: de bovenkant wordt
dus 26 cm, de onderkant 20 cm breed.
De hoogde van de zijkanten is 30 cm. Nu
knip je van een aardig lapje gebloemd cre
tonnen of van een andere nogal stevige
stof vier lappen, die aan alle kanten 2 cm
groter zijn dan de zijstukken en de over
stekende stof sla je naar binnen om en
plak je aan de binnenkant vast. Nu de bin
nenkant, die beplak je met papier, effen
of gekleurd dat kun je kiezen. Die stukken
papier knip je allemaal een halve centi
meter kleiner aan alle kanten dan de kar
tonnen stukken. Ook de bovenkant van dé
bodem wordt met dat papier beplakt. Nu
heb je dus vier kleurige zijstukken en een
bodem. En dan komen de meisjes aan de
beurt, want met dik garen en een grote
dikke naald worden nu alle delen omgefes-
tonneerd, in een kleur liefst, die bij de an
dere kleuren past. En als dat klaar is,
naaien we alle vijf stukken aan elkaar,
met overhandse steken. Je moet wel zor
gen, dat alles goed droog is voor je gaat
festonneren en naaien. Als je mooie kleu
ren hebt gekozen, is het een heel aardig
prullemandje, waar je vast wel iemand
plezier mee kunt doen.
Vele huizen, werden door de grond opge
slokt, stenen en bomen vlogen door de
lucht. Duizenden mensen zijn hierbij ge
dood."
Dat was wat de geschiedenis over Jamai
ca vertelt. Op een Zondag in November
van het jaar 1775 waren de kerken in Lis
sabon geheel gevuld. Plotseling werd een
onderaards gedreun gehoord, dat tien mi
nuten duurde. Ook hier verdwenen in een
geweldig-grote aardspleet hele straten met
huizen en mensen en al. Een derde en een
vierde schok volgden nog, pikzwarte rook
wolken kwamen uit de grond en verduis
terden de hemel. Duizenden gebouwen
prachtige kerken en paleizen stortten in.
duizenden mensen verloren hierbij het le
ven. En alsof dat nog niet genoeg was:
kwam vlak daarop een reusachtige vloed
golf uit de zee, die de stad nog verder ver
woestte. Maar niet alleen Lissabon werd
geteisterd, de hele Atlantische kust leed
onder deze vreselijke natuurverschijnselen
Ook de steden Algeciras, Cadiz en Perez
werden geheel verwoest. In Europa kan
men zich geen ontzettender natuurramp
voorstellen, dan toen in Spanje heeft ge
woed.
In April 1906 was het in Amerika, dat
een hele stad ten offer viel aan een aard
beving. Het prachtige San Francisco werd
gedeeltelijk door aardschokken en verder
voor een groot deel door branden ver
woest.
Nog twee jaar later vond in Europa de
ramp van Messina plaats, waarbij deze stad
en de hele omliggende streek werden ver
woest. Vijftien jaar geleden had een he
vige aardbeving in Japan plaats en een
van de laatste ernstige gevallen van aard
beving, waarbij ook vele mensen om het
leven kwamen, was die van Formosa, vijf
jaar geleden.
Gloeiende wolken bedekken een
stad
Op het kleine Franse eilandje Martinique
moest de stad St. Pierre een verschrikke
lijk lot ondergaan. Vlak achter de stad ligt
de berg Mont Pelée, die 1500 m hoog is.
Op Hemelvaartsdag in 1902 kwam er uit
die vulkanische berg een wolk, die bestond
uit een mengsel van waterdamp, gas en
gloeiend stof. Tegelijk kwam er een gewel
dig onweder opzetten met een heftige
storm. De verzengende hitte die de dampen
met zich mee brachten, verkoolden alles en
iedereen, slechts weinig mensen, die in ge-
personen wilden de eerste reis met dat be
roemde schip meemaken, ook de directeur
van de stoomvaartlijn „White Star" (Witte
Ster) was zelf aan boord. Zes dagen had de
reis al geduurd, iedere avond waren fees
ten voor de passagiers, dit zou de laatste
avond zijn, dus moest het een extra-af
scheidsfeest worden. Even voor midder
nacht liep het schip op een ijsberg en...
werd van voren en van achteren verplet
terd. Voor zoveel mensen zijn de reddings
boten niet groot genoeg. Een onbeschrijfe
lijke verwarring heerst op de dekken; zij
die geen plaats in de boten hebben kunnen
bemachtigen, weten dat hun leven verlo
ren is. Door de ondergang van de „Titanic"
is het Engelse lied „Nearer my God to
Thee", „Nader mijn God tot U", zo bekend
geworden, omdat de kapel dat gespeeld
moet hebben en de mensen het meezongen,
toen het schip begon te zinken en zij de
dood tegemoet gingen.
Op een Amerikaans plezierschip, de „Ge
neral Slocum", dat van onder tot boven vol
mensen was, brak in de zomer van 1904
brand uit in volle zee. Hoewel midden in
het water konden de vlammen niet wor
den geblust en moesten bijna duizend
mensen, waaronder veel kinderen, verbran
den.
De geschiedenis van China vertelt nog
van een verschrikkelijke brand in Kanton,
die in een schouwburg uitbrak. Ook daar
waren de plaatsen tot de laatste toe bezet
zodat honderden mensen het leven verlo
ren. Nog vaker is dat voorgekomen in Chi
na, want we weten, dat er bij een theater-
brand in Sjanghai in het jaar 1871 900 men
sen en een jaar later in Tientsin 700 men
sen verbrandden.
Vreselijke verhalen zijn het allemaal,
maar hoe ontzettend dergelijke tonelen in
werkelijkheid zijn, kan alleen iemand, die
het meegemaakt heeft, zich voorstellen.
OPLOSSINGEN RAADSELS.
Oplossing kruiswoordraadsel:
1. vlieger. 4. vlonder.
2. antenne. 5. beneden.
3. geleerd. 6. Bernard."
De oplossingen van de raadsels der vo
rige week waren:
1. Maas, sluis, Maassluis.
2. Room, boom, zoom.
3. Kiel.
4. Specht, uil, eend, pauw.
daar kwh-i v..":. Kier zie io een
hengelaar, een lachend jongmens, dat vro
lijk aan komt lopen en een luie meneer
die z'n krant ligt te lezen in een makke
lijke stoel. Of wij die stoel ook zo makke
lijk vinden, weet ik nog niet Maar hem
bevalt het nogal, geloof ik. Ga maar eens
aan de gang, de gezichten en de harén kun
je er zelf bij tekenen en ook het water,
waar de hengelaar juist een dikke vis uit
ophaalt.
door Iet Hoogers.
RAADSELS. f
1. Oosterse volken gebruiken mij als
hoofddeksel, maar wij, in ons land,
smullen ervan. Wat kan dat zijn
2. Met b ben 'k de eerste op elk
gebied,
Met k lusten sommige mensen mij
niet,
Met M noem ik een grote rivier,
Met h een snel, viervoetig dier.
3. Kun je de cijfers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9
in drie rijen zetten, zo, dat telkens de
rijtjes van drie, horizontaal, verticaal
en diagonaal, samen 15 zijn
Als het voorjaar is geworden,
Komt het zelfde vogelpaar
Altijd weer naar 't zelfde kastje
Nu al zeker twee, drie jaar.
Op een rustig, veilig plekje,
In een kastje, aan een boom
Met een vlieggat en een stokje
Is 't een huisje als een droom.
En daar bouwen ze hun nestje,
Leggen ze hun eitjes neer,
Zorgen later voor de kleintjes,
Ied're lente, keer op keer.
Dit jaar gingen z' op de terugreis
Uit het Zuiden, o, zo moe
Van het lange verre vliegen
Daa'Hjk naar hun plekje toe.
Maar wat viel dat ditmaal tegen
Want wat zagen ze vol schrik
And'ren zaten in het huisje
En die hadden wat een schik
Aardbeving, schipbreuk, brand.
Door R. I.
Zo nu en dan horen wij van vreselijke
rampen, natuurverschijnselen of grote on
gelukken, waar de kranten vol van staan.
We denken met ontzetting aan de arme
ménsen, die daar onder lijden, die de dood
hebben gevonden of die het verlies van
ouders en kindêïêii, van familieleden, man
nen en vrouwen te betreuren hebben. Maar
meestal is het ver weg en het duurt niet
lang, dan denken wij er niet meer aan. Er
gebeurt zo veel, later horen wij er weer
eens over en zeggen: O, ja, dat herinner
ik me nog, dat moet vreselijk zijn geweest.
Ook uit de geschiedenis zijn verschillen
de grote rampen bekend, waar we zo nu
en dan nog eens over lezen of van horen
vertellen.
Een van de verschrikkelijkste verhalen,
die ons over aardbevingen bekend zijn, is
al heel oud en gaat over de aardbeving op
Jamaica in het jaar 1692.
In dat oude geschrift staat: „Honderden
spleten kwamen plotseling in de aarde en
sloten zich dadelijk daarop weer. Even la
ter gingen er weer nieuwe spleten open.
Overal waar men om zich heen keek zag
men mensen in de aarde verdwijnen. Maar
sommige spleten openden zich daarna weer
opnieuw en dezelfde mensen werden vrese
lijk gewond, weer naar buiten geslingerd.
heel afgesloten kelders konden kruipen,
behielden het leven. Uit de berg kwamen
stromen gloeiende lava, die alles meesleep
ten in hun angst om te stikken of te ver
branden sprongen honderden mensen in de
zee, waar zjj verdronken of toch nog door
de lavastroom achterhaald werden.
Met 1500 mensen naar de diepte.
Iedereen heeft wel haast gehoord van de
ondergang van de „Titanic", Het was in
1912, óp dé aéhtste April, dat het vreselij
ke bericht verspreid werd, dat het Engelse
stoomschip de „Titanic", op zijn eerste reis
naar Amerika, met 2300 mensen aan boord,
was vergaan. Voordat het schip klaar was,
stonden de kranten er al vol over. Zo'n
prachtige, luxueuze en goed-gebouwde boot
was er nog nooit geweest. Vele bekende
Hier heb je weer van die aardige grap
pige poppetjes, die je kunt plakken van
een paar rechthoekjes en rondjes. Je knipt
de figuurtjes uit gekleurd papier, zoals je
ze hier ziet, een paar rechthoekjes, vier
kantjes, driehoekjes en wat ronde figuur
tjes, een trapvormig figuurtje en dan plak
je ze op papier. Als je donkere figuurtjes
hebt, staan ze het aardigst op wit papier,
heb je licht gekleurde figuurtjes geknipt,
dan moet je ze op donker papier plakken,
ITALIAANSE JONGEN.
In Italië werden de kleder
drachten ook nog wel eens gedra
gen, maar toch alleen op het land
onder de boerenbevolking en dan
nog niet eens veel. Je kunt een
heel eind reizen, voordat je een
van deze costuums ziet dragen.
Het jongetje, dat je hier ziet,
draagt de klederdracht van de
streken rondom Napels. Je ziet het
is heel eenvoudig en meest in don
kere kleuren, wat je niet zoudt
verwachten in zo'n warm zonnig
land.
Het pak, bestaande uit broek,
jas, is bruin, niet te donker. De
ceintuur, die hij erbij om heeft,
steekt daar aardig bij af met zijn
helder rode en blauwe strepen.
Ook de hoed, die hierbij hoort, is
van lichtbruin stroo, met een rood
lint. De kousen zijn wit met rode
banden kruiselings erover heen;
onder het jasje heeft hij een wit
hemd met een wit boordje, dat met
een paar zilveren of gouden
knoopjes wordt gesloten.
Het andere costuum wordt ge
dragen op het eiland Sardinië. De
jas de eigenaardige muts en het
voorschootje, dat over de broek
wordt gedragen, zijn allemaal ge
lijk, donkorgroen. Maar hierbij
wordt een rood vest gedragen, wat
heel mooi bij elkaar staat. De
broek is wit, de kousen weer don
kergroen en het hemd ook wit
met metalen knoopjes. Op het
vest is ook een hele rij koperen of
zilveren knoopjes, waar een zwart
koord omheen wordt gedragen.