Cs Spisjik mefdaclte HEEMAF Geen Fascisme Maar.... Wat Dan, en Hoe? KRONIEK van den DAG. ZEELAND. STOFZUIGER TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 13 APRIL 1938. N«. 87. KERK EN SCHOOL. HET SPOOK VAN HET SLOT GOTHEBORGH. p Verkrijgbaar bij: Electro Techn. Bur. M. J. v. d. BERGE, Lange Vorststraat 48, Goes, Telef. 375. LJ.;VAN*tWESTENDE, Gortstraat 21, Middelburg Telef. 387 MIDDELBURC. WALCHEREN. Roomsche onverdraagzaamheid en socialistische onverschilligheid Vele maanden reeds is de regeering van het groothertogdom Luxemburg, in naam een breede basis van sociaal-democraten, liberalen en roomsch-katholieken ten grondslag hebbende, in werkelijkheid een roomsch-roode regeering. De oorzaak hiervan is, dat de liberale minister, die met twee socialisten en drie rechtsch-roomschen het ministerie vormde, Etienne Sehmit, plotseling overleden is. Als zijn opvolger droeg de liberale partij voor mr. George Schommer, rechter in de Luxemburgsche arrondissements-rechtbank. Peter Dupong, de roomsch-katholieke minister-president, zou zelf desnoods geen bezwaar er tegen gehad hebben, dezen can- didaat aan H.K.H. de Groothertogin ter be noeming voor te dragen, maar de rechtsche of roomsch-katholieke partij sprak haar veto bij voorbaat over deze candidatuur uit Redenen werden hiervoor in het openbaar niet opgegeven, maar het verluidde al dra, dat maitre Schommer voorzittend meester van de Luxemburgsche vrijmetselaarsloge zoude zijn, en dat dit naast een zeker rad! calisme in den tijd vlak na den wereldoor log, de reden was dat de clericalen „de ex clusive" zooals men het daar te lande pleegt te noemen, over den voorgestelden liberalen minister uitspraken. Al maanden duurde dit nu. De liberalen gaven geen krimp: elke partij droeg souve- rein haar candidaten voor, de clericalen hadden even hardnekkig aan hun mannen als de socialisten aan de hunne vast gehou den, ook toen daar met onaanvaardbaar heidsverklaringen tegenover gewerkt werd: zij hielden nu aan hun man vast. En de clericalen geven geen haarbreed toe. Toen wendden de liberalen zich om hulp tot hun linkschen partner in de drie-par tijenregeering, met wien zij gezamenlijk toch ook het program der tripartite had den opgesteld. Hier vonden zij: uiterst beleefde academi sche instemming, en meer niets. Zeker, de heeren hadden volkomen gelijk, elke partij moest natuurlijk het volste recht hebben haar eigen candidaat voor te stellen, wie zou daaraan twijfelen? Maar wat konden de sociaal-demoeraten daar nu aan doen? Hun twee ministers terugtrekken, of daar mee dreigen? Tja, dat ging nu toch wel erg moeilijk Zoo liep de zaak dood. Tot mr. Schordmer in arren moede aan het partijbestuur berichtte als volgt: „Uw goede bedoelingen zijn te pletter geloopen tegen de twee thans regeerende partijen, beter gezegd: tegen de elericale hardnekkigheid en de sociaal-democrati sche onverschilligheid. Daarom heb ik be sloten den naam, dien mijn vader mij in eere naliet, niet tot bespotting te laten wor den; ik ben onherroepelijk besloten mij te rug te trekken: ik treed in het gelid terug." In een motie heeft daarop het hoofdbe stuur der liberale partij haren niet tot mi nister geworden candidaat haar warme er kentelijkheid en waardeering betuigd en on der protest tegen de schending van het autonomie-beginsel inzake het voorstellen van candidaten voor minister-plaatsen aan den minister-president besloten géén nieu wen candidaat voor de vakante plaats voor te stellen en haar volle vrijheid van hande len in het parlement te hernemen". Hoogstwaarschijnlijk moet deze laatste verklaring geduid worden als een eervolle terugtocht; men verwacht thans algemeen, dat minister-president Peter Dupong een liberaal buiten den engeren kring der pro minente partijleden zal kiezen om het drie- partyen-programma mee te helpen verwe zenlijken. De liberale parlementsleden zul len echter uit den aard der zaak vry tegen over dezen man komen te staan. Benoemd tot onderwijzeres in de nut tige handwerken en tevens tot kweekelinge met akte aan de Chr. (Herv.) school te 't Zandt gem. Koudekerke mej. D. Sturm te Vlissingen. Geslaagd voor het eerste gedeelte van het machinistendiploma B. de heer L. van Sluijs, te Zoutelande. Benoemd aan de school uitgaande van de Geref. Gemeente te Barneveld, de kweekeling met acte P. Cijsouw te W e- meldinge. Oorspronkelijke detective-roman door John Simson. •3). „Dit is de blauwe zaal!" legde mevrouw Messing uit en achter elkaar gingen allen binnen, mevrouw Messing het eerst. Hooge stoelen met rechte leuningen stonden daar rondom een lange tafel geschaard. Op die tafel, die gedekt was met een groot blauw, aan beide zyden tot op den grond toe af hangend kleed, prijkten eenige zilveren inktkokers, vloeimappen, penhouders, pot- looden, papier en wat dies meer zij. Zware blauw-pluche gordijnen hingen voor de vensters en op den antieken tegel-vloer lag een geweldige blauwe Pers, terwijl de wan den volgehangen waren met kostbare go belins, waartusschen een enkel schilderij. „Daar!" zei mevrouw Messing opeens. ..Daar hangt-ie, die ik meen. Tien duizend gulden!" en Landhof zocht opnieuw zijn extra-bril. Daddy en de commissaris trok ken zich onderwijl terug naar de hooge schouw aan ,jen ancjeren kant en bekeken van daaruit aandachtig de conferentie-tafel Opeens gaf de detective Feldslag een Stootje, gevolgd door een knipoogje in de richting van den vloer tusschen de tafel en de gordijnen. De commissaris zag het ook: daar op den grond, onder den rand van het afhangende tafelkleed lag een klein knikkertje. „Werk dat langzaam hierheen", fluister de Daddy. „Maar zorg u ervoor, dat de zonen Messing het niet zien". De commissaris trok er dadelijk op uit. Argeloos liep hy langs de tafel naar het (Nabetrachting). Nadat de verdedigers der democratie aan het woord geweest zün, elke vogeltje zin gende zooals het gebekt was, kregen wy nog een uitvoerigen brief van onzen Zeeuw- schen N.S.B.-er. Daaraan zy, teneinde het audiatur et altera pars niet tot schande te maken, het volgende ontleend: „Het is wel grappig, om zoo eens al die verschillende meeningen te hooren, waarom fascisme in ons land niet gewenscht is, en ik twyfel er dan ook niet aan of de lezers van uw blad, voorzoover ze zich voor po litiek interesseeren, zullen er aan gesmuld hebben, en bij zich zelf gedacht hebben: „die N.S.B.-er is toch weer leelijk in zijn hoekje gedrongen". Als men echter al die diverse antwoorden leest, dan is er, als men niet uitsluitend zijn wijsheid hier in zijn pro vincie, dan wel in Nederland, en dan nog uit zün dagblad eenzijdig leest, nog al heel wat op aan te merken. Door relaties in Duitschland, zoowel als door eigen ondervragingen in dat land, zoo mede door lezing van nat. soc. bladen, die op vele kwesties een anderen kyk geven, veronderstel ik er een beetje van op de hoogte te zün hoe het in Duitschland is, en ik vergehjk daar dan by wat o.a. uw blad mij mededeelt, en nu ben ik byv. heusch niet zoo naïef om wel te gelooven wat de een schrijft en het te heeten liegen wat de ander schrijft. Het zou mij daarom wel eens hebben ge ïnteresseerd, hoe al die personen die van antwoord op Uw vraag dienden, aan hun wysheid over de toestanden onder het fas cistisch regime kwamen, en hoevelen er in Duitschland zelf ervaring hebben opgedaan? Ik onderstreep expres het woordje Uw, omdat mijn vraag tot op heden niet werd beantwoord, n.l. hoe U (men) zich onder de tegenwoordige partijpolitiek voorstelt, andere menschen te krjjgen. Onze opvoeding bestaat toch voor het grootste gedeelte uit dwang. Hoe voedt een ouder zyn kinderen op tot goede staatsbur gers? Hoe gaat het op school als men niet in het gareel wil loopen dat de onderwijzer voor de goede orde noodig acht? Hoe gaat het bij de soldaten? Hoe verder als men ergens in betrekking is? Men moet zich eenvoudig aanpassen aan de boven ons ge stelde machten, om een geregelden gang van zaken en een vredelievende samenwer king te verkrijgen, zoowel in den huiseiyken kring, in de school, in de kazerne, in de fabriek enz. Als we dan één volk willen worden, moeten we daarvoor dan ook niet worden opgevoed, om goede staatsburgers te worden? Het is toch zoo'n vreeseiyke opoffering, om iets van ons aangeboren egoïsme te laten vallen. Eén der beantwoor- ders verwijst naar Duitsche toestanden. Hoe lang hebben we hier al vrijheid, geiykheid en broederschap, en wanneer komt de een heid en verdwynt de schotjesgeest als byv. in het berichtje dezer dagen (uit Goes meen ik) over dat geref. boekje tot uiting komt? Die schryver wil toch niet na 5 jaar al andere menschen gekweekt hebben! Daar zal wel een menschengeslacht minstens voor noodig wezen, zoo niet meer, maar nu is toch wel duidelijk gebleken, dat men er vol gens de tegenwoordige methode niet komt. Na zooveel afkeurende stukjes, ben ik wel verlangend er eens eentje te lezen, waaruit dan zal blijken op welke wijze men dan wel de menschen wil veranderen, en of dat dan door de ouders, de onderwijzers, de kor poraals of de partymannen zal geschieden langs zachte lijnen. En hoe dan met de menschen die van vrijheid houden en zich dwars tegen die methode verzetten? Nu U gezegd heeft, hoe niet, dient U ook te zeggen hoe dan wel, en als dan uw ant woord mocht zijn langs democratischen weg, dan dient U ook aan te geven hoe U ieder een daartoe wilt brengen, en als dan die party eens 51 stemmen in de Kamer heeft, moeten dan al die anderen zich nederleggen bij wat die helft plus één dan verordineert? of mogen ze dan, dank zy de hun gelaten vrijheid, kankeren en zich gelukwenschen met die hun gelaten vrijheid, vragen stel len aan ministers, redevoeringen houden in de Kamer om aan te toonen dat ze hun honorarium waard zijn enz., maar wat ten slotte toch niet uitwerkt? Tot zoover onze Zeeuwsche N.S.B.-er. schilderü, dat Landhof stond te bewonde ren, als had ook hij daar plotseling bij zondere belangstelling voor gekregen maar onderwijl bewerkte hy dat balletje ongemerkt met zijn voet. Hij had veel aan voetbal gedaan en dat kleine dingetje was voor hem niets. Hy schopte het recht in de richting van den detective. „Goal!" prevelde deze zacht voor zich heen en bekeek het knikkertje met groote aandacht. Toen ging een schokje door hem heen. Vlug bukte hij en raapte het op. Dan stak hij het in zijn zak. „Prachtig mooi!" knikte de officier en zette zijn extra-bril weer af. „Elk museum zal jaloersch zyn op zulk een doek". Mevrouw Messing glunderde, terwijl ze weer dat akelig schelle lachje liet hooren. Daddy zag haar strak aan. „Vertel u eens", vroeg hij dan. „Deze zaal zal er toch wel niet zóó uitgezien hebben, zooals hy er nu uitziet, toen uw man hem verliet?" „Neen, natuurlijk niet! Willem heeft hier opgeruimd". „Ja, dat dacht ik al Conferentie-leden verlaten de conferentie meestal anders. En hoe zag deze zaal er nu uit vóórdat Willem hier opruimde?" „Dat weet ik niet". „Weet u dat ook al niet? Maardie Willem, die kan ons daaromtrent mogelijk wel inlichten?" „Ja, dat denk ik wel. Zal ik hem even voor u roepen? Ziet u, Willem is de knecht van mijn man, die weet van alles". „Roept u hem dan als-'t-u-blieft even". Mevrouw Messing belde. Driemaal. Toen verscheen Willem, dezelfde, die hen ook open gedaan had. Voor wie zyn brief niet met vooringeno menheid leest, maar met de bedoeling zijn zin te verstaan, is het wel duidelijk: onte vredenheid over den huidigen gang van za ken, ongeschokt vertrouwen in de belof ten van het nationaal-socialisme, beheer- schen dezen schrijver. Wy zullen niet op onderdeelen van zijn betoog in gaan. Slechts op de hoofdvraag: wat wy dan willen en hoe wij het willen? Welaan dan: wat wij willen, verschilt niet zoo heel veel van wat de bona-fide N.S.B.-ers willen. Niet veel, maar de smalle klove is diep! Wy willen versterking, liever: bewust making van de reeds diep bestaan de eenheid der volks; wy willen een ster ke, krachtige, oprechte democratie, gedra gen door een frisschen geest van initiatief, van moed, van eerlijkheid en oprechtheid en krachtdadigheid; wij willen een flink Ne- derlandsch volk met een krachtig regee- ringsgezag en een doelbewuste anti-klunge lige regeering. En hoe hoonend de anti-democraten er om zullen lachen desalniettemin weten wy volstrekt zeker, dat de democratie naar haar aard en wezen geen beletsel voor de verwezenlijking van dit verlangen be hoeft te zyn, integendeel: dat zy dit stimu- leeren kan. Hoe? Hier ligt het kardinale punt: dat geven wy toe. Een vingerwijzing in de richting van het hoe, zy dit: in de eerste plaats benoeme men altijd en overal, in plaats van vriendjes en vriendjes-van vriendjes, zonder aanzien des persoons, de beste man die voor een functie te vinden is; vervolgens moeten de in politicis lau- wen en onverschilligen die men onder de besten van ons volk zooveel aantreft, en die in hun hart van de dictatuur niet wil len weten2 hun laksheid overboord zetten en actief vooraan, aan het politieke leven gaan deelnemen, zoodat dit weer een re spectabel bedrijf worde; daarna toone de democratie, door het onverwijld en krach tig uitsnijden van alle waarlijk rotte plek ken in ons maatschappelijk bestel, dat zij zulks zonder het gekrijsch en den tam-tam van Musserts zwarthemden zelve bést al léén af-kan. Aldus kan en zal de strijd uitgestreden moeten worden. Kan de democratie den vorm vinden voor de juiste organisatie van haar krachten van opbouw en verzet, dan krjjgt het fascisme of nationaal-socialis me zyn kans niet. Slaagt de democratie er niet in haar eigen sluimerende krachten te wekken en in slagorde te stellendan hebben wij een zwaar hoofd in de zaak. Maar: zelfs dan nog zeggen wy: in Ne derland liever een niet volkomen bevredi gende democratie, dan veelbelovend fascis me, met zyn vrijheidsbeperking ende onmogelijkheid het langs legalen weg weer kwijt te raken! ZEGAM-GASLUCHT De directie van de N.V. Zeeuwsche Gas Maatschappij schrijft ons uit Rotterdam: „Onder dit of soortgelijk hoofd versche nen er den laatsten tijd, naar ons gebleken is in de Zeeuwsche pers verschillende be richten over de gestie onzer vennootschap en harer rechtsgeleerde raadslieden. Deze berichten groepeeren zich om zekere vra gen van twee N.S.B.-Statenleden aan Ge deputeerde Staten, aangevuld met „mede- deelingen" van de zijde van de Imperial, voor wie de vroegere gasconcessie Vlissin gen in 1934 verloren ging. In het bijzonder betreffen deze berichten al hetgeen ge schied zoude zijn en nog staat te geschieden in verband met de bekende procedures var. het vroegere personeel der Imperial, welke procedures gevoerd worden onder patrona ge van onze vennootschap. Voor het oogenblik volstaan wij met vo renbedoelde berichtgeving te noemen: a) voor wat den feitelijken inhoud betreft: een complex van schee- ve voorstellingen, onwaarheden en ver dichtselen; b) voor wat haar strekking be treft: een poging tot intimidatie eenerzijds en een onzuivere poging tot politieke re- lamemakerij anderzijds. Voor het laatste gaan wij niet op zij. zoo lang wij te goeder trouw, naar eer en ge weten de aan ons toevertrouwde belangen behartigen; de onwaarheden, scheeve voor stellingen en verdichtselen zullen wij als en U gebruikt een Heemaf telefoon! Reis per electrische trein, en U ondervindt hoe betrouwbaar Heemaf moto ren. zijn. Bezoek de Staatsmijn Hendrik en U ziet den grootsten mijnventilator ter wereld, met een onverslijt- baren Heemaf S.K.A. motor, die werkt als een ontzag lijke stofzuiger! Dezelfde motor in het klein zit in een Heemaf stofzuiger! Daarmee moet U een demonstratie laten geven! (Ingez. Med.) „De heeren wilden je wat vragen", zei de vrouw des huizes. „Je kunt ze volledig inlichtenmaar wacht even, tot ik weg ben". Toen waggelde ze naar de deur en ver dween in de gang. De zonen Messing volg den haar, eerst Max, toen Guus en toen Leo, in volgorde van jaren. „Net een eend met jongen", fluisterde Daddy de anderen in het oor. m. Dinsdagmorgen half elf. Alléén met Willem verademde het drie tal. Het was vreemd, maar mevrouw Mes sing had hen hoogelijk vermoeid. Landhof zocht nu dadelijk een gemakkelijken stoel uit, achter de tafel, en vanzelfsprekend na men de andere twee direct naast hem plaats. Toen begon de titulaire hoofd-in- specteur Willem te ondervragen. „Jy bent dus de knecht van mijnheer Messing?" „Jawel, edelachtbare". „En jy hebt hier vanmorgen opgeruimd? Hoe laat ongeveer?" „Om zes uur, edelachtbare". „Drommels, dat is vroeg. Was toen de conferentie misschien pas afgeloopen?" „Ik weet het niet, edelachtbare: ik mocht gisteravond om twaalf uur al naar bed gaanen toen zei mijnheer Messing, dat ik uiterlijk om zes uur kon opruimen". „Dan heb jij ook niet veel geslapen! Ging dat altijd zoo, als mijnheer Messing hier confereerde?" „Neen, edelachtbare. Gewoonlijk moest ik opblijven, tot de conferentie was afge loopenen dan direct opruimen. Mijn heer Messing wilde de zaal altijd dadelijk zoodanig onweersprekelijk aan de kaak stellen. Wij hebben aan het College van Gedepu teerde Staten voorgesteld te 'bevorderen dat na de a.s. Algemeene Vergadering van Aandeelhouders alle leden van de Provin ciale Staten, in tegenwoordigheid van de pers, aanwezig zullen zijn, opdat ook wij eindelijk eens publiekelijk aan het woord zullen komen tegenover diegenen, die het terrein nu zoo vrijelijk voor zich meenen te hebben. Ook hopen wy daar te ontmoeten de vragen stellende N.S.B.-statenleden. Overigens is de zaak onder den Rechter; en dan praat men er niet over! De belan gen van het personeel, die der ZEGAM, dat zijn die der Provincie Zeeland, der gemeen te Vlissingen en der Ned. Indische Gas maatschappij die, men vergete dit niet 2/5 gedeelte van het kapitaal houdt. zyn reeds in deze ten voordeele van de belang hebbenden by de Imperial genoeg geschaad. Men steke den neus eens in andere richting in de lucht en beproeve die op hare zuiver heid!" (Reeds geplaatst in een deel der oplaag van ons vorig nummer). Onderwijsfihns. Het instituut voor onderwijsfilms te Am sterdam beschikt over 75 films, speciaal be stemd voor het aanschouwelijk onderwijs en het stelt die tegen matigen prijs be schikbaar. Gisteren hebben de leerlingen der Rijks leerschool en later die van de Rijkskweek school in het gymnastieklokaal er van ge noten en gisterenavond waren wij onder de genoódigden, zoowel uit het bijzonder als uit het openbaar onderwijs van ouder commissies, en schoolbesturen, die zes films mochten zien. Er was maar één roep over hetgeen gebracht werd met het werker, in een kolenmijn, een tocht door Indië, een bezoek aan den Haagschen dierentuin; van boom tot courant, een tocht door Ca nada en in het bijzonder bij de kleuren film van natuur- en stedenschoon. Mooie beelden, goed verzorgd, leerzaam van be gin tot het einde. RAAD VAN SINT LAURENS. SINT LAURENS. Dinsdagmiddag verga derde de Raad, onder voorzitterschap van burgemeester J. W. van 't Hoff, voltallig. Ingekomen waren mededeelingen, dat over 1937 voor een leerling, die de typo grafische school te Amsterdam volgt, 3.14 moet worden bijgedragen, dat de bijdrage der gemeente in de kosten van de districts arbeidsbeurs te Middelburg over 1937 6.09 bedraagt; dat voorshands voor de bestel ling van telegrammen en telefoonoproep berichten buiten den kosteloozen bestellings kring geen kosten in rekening zullen wor den gebracht en dat de bydrage aan de ge weer in orde hebben". „Ah zoo! Speciale wensch dus van hem. En waarom stuurde hij je nu juist gister avond om twaalf uur naar bed?" „Ja, dat weet ik niet, edelachtbare maar ik was er erg blij mee, want, begrijpt u wel, ik had juist een kolossalen slaap". „Dat trof dan buitengewoon! Kwam het anders wel meer voor, dat de heer Messing je om twaalf uur naar bed stuurde?" „Laat eens zien! Neen, edelachtbare, dat was nog nooit gebeurd!" Toen keek de hoofdinspecteur de anderen eens aan. Hier was inderdaad iets bijzon ders gebeurd, dat aanbeveling verdiende om opgeteekend te worden. Willem stond onderwijl te plukken aan de knoopen van zyn keurige livrei. „Moet je niet doen!" vermaande Daddy hem. „Dan rafelen de knoopsgaten zoo licht uit, en dat staat altijd leelijk. Vertel ons liever maar eens, hoe die conferentie gisteravond begonnen is. Wie waren er al- zoo?" „Ikikik weet het heusch niet. edelachtbare". „Wat? Weet jij het ook al niet! Kun je ons ook niet zeggen, wat hier gisteravond gebeurd is?" „Neenneeneenee edel achtbare, heusch niet!" „Maarmevrouw Messing gaf je toch juist toestemming om ons volledig in te lichten „Jawel, edelachtbare", prevelde Willem, en in zijn oogen schitterde iets van ver nuft. „Maar mijnheer niet!" „Je bent een beste, hoor!" zei Daddy. „Ik zal je wel op weg helpen". Toen... stond hij op en nam alle inktko meente Middelburg ingevolge artikel 205 der Lager Onderwijswet over 1936 voor het lager onderwijs 89.30 en voor het U.L.O. 6.36 bedraagt. Van het bestuur van de Vereeniging tot stichting en instandhouding van Christe lijke scholen voor Zwakzinnige kinderen op Walcheren, gevestigd te Middelburg, was een verzoek ingekomen om een bydrage uit de gemeentekas van 30 per leerling uit de gemeente benevens een nader te bepalen aandeel in de vervoerkosten der kinderen. De v o o r z. lichtte het groote belang en de noodzakelijkheid van dit buitengewoon onderwijs nader toe, er ook op wijzende, dat het volgen van dit onderwys ten gevolge kan hebben, dat voorkomen kan worden dat op lateren leeftijd door de gemeenschap kosten voor ondersteuning enz. moeten wor den gemaakt. B. en W. stelden dan ook voor in beginsel te besluiten, dat voor iede re leerling uit de gemeente, die eventueel deze school zal bezoeken, 30 zal worden betaald en indien deze moeten worden ge maakt, voorts een nader te bepalen bedrag voor vervoerkosten. De heer H a m e 1 i n k verklaarde tegen dit voorstel te zijn. Hier wil men gelden uit openbare kassen gebrui ken om een school voor christelijk onder wijs te steunen. Het onderwijs voor zwak zinnige kinderen moet openbaar zijn; men heeft van die zijde daartoe de hand gereikt, doch deze afgewezen. De Raad alhier was op den goeden weg; by verschillende zaken wordt een breed standpunt ingenomen, doch thans handelt men verkeerd. Spr. zou tegen het voorstel stemmen. De v o o r z. antwoordde, dat het verzoek enkel getoetst is aan de belangen welke de desbetreffende kinderen en derhalve de ge meente by deze aangelegenheid heeft. B. en W. staan buiten deze kwestie van het mislukken van pogingen om te komen tot samenwerking van openbaar en christelijk onderwijs. Zij hebben de zaak objectief be keken en zich niet afgevraagd van welke zijde het verzoek komt; zy hebben nage gaan of het belang der ingezetenen hier mede gediend zal kunnen zijn en deze vraag bevestigend beantwoord, daarom komen zij met hun voorstel. Het mooie van dit geval is, dat hier niet alles van hoogerhand wordt opgelegd, doch dat het particulier initiatief voorop gaat en eerst als veel arbeid is ver richt, gevraagd wordt om in voorkomende gevallen hulp te willen bieden, omdat men wil weten, waar men aan toe is. Weth. Wondergem zeide, dat het hier niet is een steunen van een school, welke er nog niet is; zoolang er geen kinderen uit de gemeente op een eventueel op te richten school gaan, wordt niets vergoed. Er is geen verplichting om er de kinderen naar toe te sturen; de ouders zijn daarin geheel vrij. De heer Hamelink zeide, dat het een verschil is of men een bestaande dan wel een nog op te richten school steunt; hij achtte het beter hem het nemen van een besluit te wachten totdat de school is op gericht. Wethouder Boon begreep het be toog van den heer Hamelink niet, die zich kers van tafel. Vloeimappen, papier en de rest volgde. En toen alles er af was, sloeg hij voorzichtig het tafelkleed om. Vervol gens nam hy enkele tusschen-liggende bla den wegen toen zagen zij: in het open tafelruim stond een roulette, bijbehoorende lijsten, croupier-harkjes enz. Een volledige uitrusting. „Aardig, hè?" „Daddy, hoe wist je dat?" vroeg de of ficier verbaasd. „Och, kijk eens aan: nacht-conferenties in een particulier kasteel zijn uiterst zeld zaam. En bovendien vond ik zoojuist dit hij liet een klein knikkertje zien om zoo te zeggen visitekaartje van dat draaispel daar. Zullen we het eens op tafel zetten? Willem, jij wilt mij nu misschien wel even helpen?" „Zeker, edelachtbare, jaU bent niet van gisteren!" „Dank je!" Onderwijl werkte de detective, bijgestaan door den keurigen livreiknecht van den heer Messing, de roulette uit het ruim en op tafel. Dan bracht hij het ding op gang en liet het gevonden balletje los. Met grie zelige sprongen wipte dit over de nummers van den eenen kant naar den anderen. Het danste een wilden rondedans, terwijl allen hun aandacht er op gevestigd hielden. „Vlug, heeren, vlug!" gebood Daddy. „Faites vos jeux messieurs faites vos jeux, faites vos jeux „Acht!" riep Landhof. „Twintig!" knorde de dikke commissa ris. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5