Geen Fascisme! KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 12 APRIL 1938. No. 86. HET SPOOK VAN HET SLOT GOTHEBORGH, Beperking van verlof en van bewegingsvrijheid van militairen MIDDELBURG. WALCHEREN. ZUIDBEVELAND (Wordt vervolgd). De Fransche tweedracht Toen de Duitsche troepen enkele weken geleden Oostenrijk binnenmarcheerden, was Blum bezig een nieuwe Fransche regeering samen te stellen. Toen het Duitsche volk Zondag met een volmondig „ja" den Ansch luss bekrachtigde, timmerde Daladier zijn babinet in mekaar. Fransche journalisten zaten onderwijl hun stukjes te schrijven: dat het nu eindelijk uit moet zjtjn met Hit ler's gewelddaden; dat de wereld dient te weten, dat Frankrijk geestkracht genoeg bezit, om er wat anders dan papieren pro tsten tegenover te stellen. Men kan de Duitsche volksstemming een paskwil noemen. Getoetst aan parlemen tair-democratische beginselen, is ze dat in derdaad. Maar de parlementaire democra tie der Franschen, is die geen paskwil? Men zit als tijdgenoot te dicht op deze dingen, om de strekking er van met eenige objec tieve nauwkeurigheid te kunnen bepalen. Het gevoel zegt ons echter, dat de Fransche paskwil voor Europa minstens zoo gevaar lijk is als de Duitsche. Tot zekere hoogte bestaat de laatste bij de gratie van de eer ste. De Fransche journalisten hebben won derlijk genoeg wellicht gelijk. Het zou nut tig zijn, als Hitier wist, dat Frankrijk de geestkracht voor wat anders dan papieren protesten bezat. Veel gelegenheid voor pas kwillen zou hem dan ontnomen worden. Maar het geheele Fransche staatsbestel heeft iets van een paskwil. Men kan zich afvragen, of Frankrijk er ooit los van zal komen, tenzij door een Franschen Hitier, door een dictatuur met haar onafscheide lijke paskwillen. Daladier is Blum opgevolgd. Men heeft nogal wat feducie in Daladier. Als minister van oorlog in de vorige kabinetten, toonde hij zich een krachtig bewindsman, naar den Franschen maat tenminste. Een regeering met het epitheton nationaal kon hij echter niet vormen. Hij zou dan trouwens het on mogelijke gepresteerd moeten hebben. Er is op 't oogenblik geen een man in Frank rijk in staat, een „nationaal" bewind te ves tigen. Dé verscheurdheid, de tweedracht behoort tot de voornaamste huidige nati onale kenmerken van het Fransche volk. Daladier zal naar alle waarschijnlijkheid moeten schipperen, zooals verleden jaar Chautemps heeft geschipperd. Met dit ver schil alleen, dat hij kans heeft op wat meer steun van de partijen van het midden en een klein deel der rechterzijde. Het volks front kan men nu vrijwel als ter ziele be schouwen, al is het waarschijnlijk, dat voor- loopig ten deze nog een zekere fictie zal worden gehandhaafd. De leiders der burger lijke radicale partij durven het n.l. niet aan, demonstratief het Volksfront voor dood te verklaren. Een dergelijke verklaring zou socialistisch-communistische bewegingen van revolutionnairen aard te voorschijn kunnen roepen. De jongste stakingen in de metaalnijverheid, wederom met bezetting van fabrieken en werkplaatsen, hebben aan getoond, welk een revolutionnair sentiment er nog steeds bij de arbeidersmassa voor handen is. Alleen een zeer sterke regeering zou daar wat tegen kunnen doen. Het is niet te zien, hoe Frankrijk binnen afzienbaren tijd aan zulk een regeering zou moeten komen. Zooals hierboven gezegd geen enkele man kan in staat worden ge acht, een werkelijk nationaal kabinet te vormen. Aan de voorwaarden daartoe man gelt het ten eenenmale. Het eenige, wat er nog aan hoop voor Frankrijk overblijft, is, dat onder den druk der omstandigheden, vooral van buiten af, zich geleidelijk een kern in het Fransche volk gaat vormen, van waaruit een besef van saamhoorigheid en noodzaak van herstel van gezag in de breede lagen des volks uitstraalt. Groot mag die hoop helaas echter niet heeten. De tweedracht zit zoo diep, dat men eerder tragische ontwikkelingen voor waarschijn lijk moet houden. Het heeft geen zin, om bij dit alles van „schuld" te spreken. Uiteraard is men ge neigd, bepaalde politieke ideologieën, het marxisme en het communisme, de verant woordelijkheid er voor in de schoenen te schuiven. Zoo eenvoudig zijn dingen als de onderhavige echter niet. Waren ze maar zoo eenvoudig, zou men kunnen zeggen. Immers, ideologieën als de genoemde, kun nen slechts leven op een voedingsbodem, welke daartoe als 't ware bereid moet zijn. De bodem bleek na den oorlog in vele lan den van Europa bereid. Elk volk schijnt de problemen, daardoor geschapen, echter Oorspronkelijke detective-roman door John Simson. 2). II. Dinsdagmorgen 10 uur. Een kwartiertje later was het drietal reeds onderweg. Zij sloegen dadelijk de lichting in van de eeuwenoude bezitting der graven van Gotheborgh. Deze lag even buiten de stad, niet ver van het groote spoor-emplacement, behoorend bij het Cen traal Station, waar de buitenlandsche trei nen plachten aan te komen en te vertrek ken. Een viaduct voerde onder dit empla- ment door en aan den anderen kant ston den ze al gauw voor de poorten van Gothe borgh. De poortwachter maakte ruim baan, door het hek wijd open te duwen, en verder reden ze, de oprijlaan in. Deze werd over welfd door hooge boomen, die wuivend met hun kruinen, hun geel getinte bladeren bij massa's lieten vallen, als voorboden van den naderenden winter. In de verte doemde vaag de omtrek op van het slot. Loodrecht verrezen zijn dikke muren uit de omringende slotgracht, hier en daar wat afgebrokkeld, elders bedekt met schors en schimmel, eindigend, hoog in de lucht, in spitse torens en transen, waarop de bleeke stralen van een herfst zonnetje zich vroolijk weerspiegelden. Toen ze uitgestapt waren, stonden ze voor een ahtieke ophaalbrug. Peinzend lie pen ze deze over, terwijl ze tersluiks een blik in de slotgracht wierpen. Ruw was het water, opgezweept tot kabbelende golfjes, die zich vertoonden als wit-schuimende (Slot). Wij meenen, dat de verschillende stroo mingen welke in ons blad tegen het fas cisme wilden getuigen, thans voldoende aan het woord zijn gekomen. Uit enkele der overgebleven inzendingen doen wij hier en daar nog een aanhaling. De eerste is van den communist W. P. Vergouwe, die zegt geen fascisme te willen in Nederland „omdat wij Nederlan ders willen blijven". Hij meent „dat Mus- sert in Nederland de rol van een Seys-In- quart wil spelen" wijl wij „door de Duit- schors als grens-Duitschers beschouwd wor den". Verder spreekt hij van „het willen handhaven der democratische rechten van ons volk", etc. Hij eindigt: „De communis ten roepen alle democratische groepeerin gen op, zich strijdbaar tegen dit gevaar te maken". Bij dit laatste moeten wij een kanteeke- ning plaatsen. Naar ons gevoelen missen de communisten het politieke recht en het zedelijk gezag tot het doen van dezen groep. Onder de democratische partijen, die zich ook o.i.: aaneen dienen te scharen tegen het fascisme, rekenen wij in elk geval het communisme niet, wijl het communisme in zijn politieke realiteit niet demo cratisch is. Aan een ingezonden stuk van W. Vader jr. ontleenen wij: „Omdat de democratie geen stelsel is doch een innerlijke menschelijke behoefte, een essentieele voorwaarde voor elke hoo- gere samenleving zal de menschheid altijd tot haar terugkeeren. Zij zal bij haar strijd om de groote pro blemen van deze tijd op te lossen kunnen putten uit en steunen op de groote begin selen van vrijheid en menschelijkheid wel ke het liberalisme ons heeft gegeven. En daarop voortbouwend, door eensgezindheid in veelheid sterk, zal zij overwinnen. Nationaal-socialisme zoowel als commu nisme zullen verdwijnen, omdat zij slechts in tijden van crisis en onzekerheid hun kans krijgen. Moge de democratie haar taak verstaan en zij zal onoverwinnelijk zijn. Wij hebben onze vrijheid lief. En dat de mocratie niet chaos en verdeeldheid betee- kent is gebleken toen onze grenzen bedreigd werden en het zal in tijd van nood weder om blijken! Wij Nederlanders wenschen geen dwingelandij en daarom geen fas cisme!" Een eenvoudige christen besluit haar brief aldus: „Laten wij Nederlandsche christenen niet ophouden te roepen tot God, opdat Hij ge loofd en gedankt mag worden, op den kan sel voor Zijne gunst ons betoond in Vor stenhuis en regeering Zij zullen het niet hebben, ons oude [Nederland Het bleef in alle ellenden, God en der [Vad'ren pand. Ze mogen het niet hebben, de goden van [deez' tijd Niet om hun erf te wezen heeft God het [ons bevrijd... Tenzij het woord des Zwijgers moedwillig [wordt verzaakt: ,,'k Heb met den Heeren des Heeren een [een vast verbond gemaakt". Ten slotte ontleenen wij aan een stukje van „K.": Jedoch das schrecklichste aller Schrecken Das ist der Mensch in seinem Wahn. (Schiller) Fascisme eischt een „Caesar". Het gaat nu om de vraag: „Is fascisme zoo gevaarlijk, dat het stelsel onder geen beding te aanvaarden is?" Voor het Christelijk Nederland zeer ze ker wel, dit kent geen Caesar, maar tracht Hem te dienen, die gebood zijn naaste lief te hebben als zichzelf. Principiëel gaat de op zijn eigen wijs op te moeten lossen. Het Duitsche deed het door middel van Hitier, het Italiaansehe door middel van Musso lini, het Engelsche door middel van natio nale regeeringen; Spanje is er aan bezig met verspilling van veel bloed. Welke van al deze oplossingen is voor Frankrijk ge schikt? Of zal het een nieuwe methode vinden? lichtplekken. Vlug gingen ze verder naar de hoofd deur, haalden de bel over. Een knecht in kleurige livrei deed open en gaapte hen met open mond aan. Daddy tuurde de gang in en zag in de verte, om het hoekje van de kamerdeur, een hoofd in zijn richting glu ren. Dat hoofd was van mevrouw Messing. De rest liet niet lang op zich wachten, want spoedig vertoonde de vrouw des huizes zich in haar geheel. „U komt zeker van de politie?" vroeg ze ietwat gejaagd. „Precies!" knikte Daddy. „We hebben zoojuist ljet bericht ontvangen, dat de heer Karl Messing vermist wordt". „Komt u binnen". Zwijgend sloot de livrei-knecht de deur achter hen, terwijl mevrouw Messing zelve het drietal de kamer binnen leidde. Daar bleken nog drie personen aanwezig te zijn: de drie zonen Messing: Max, Guus en Leo. Met verschrikte blikken en onmisken- baren angst staarde dit drietal hen aan maar zei geen stom woord, zoodat Daddy niet de minste notitie van hen nam. Hij richtte onmiddellijk het woord tot hun moeder, die hij verreweg de belangrijkste vond. „Wij zouden gaarne vernemen, wat er precies gebeurd is". „Zal ik u dadelijk vertellen! Gisteravond heeft mijn man conferentie gehad, hier op het kasteel. Ik ga dan altijd vroeg naar bed, en hij komt pas, als ik al lang slaap. Ik merk daar nooit iets van. Ziet u, ik slaap altijd bijzonder vast. Vanmorgen werd ik pas om acht uur wakker enoch, ik zal er maar geen doekjes om winden, be grijpt u wel, als eerste bezigheid rammel strijd dus tusschen Fascisme en Christen dom en dat weet de N.S.B.er zelf ook heel goed. Het Fascistisch Buitenland toont ons voldoende, wanneer Caesar alléén de lakens uitdeelt, wat er van de persoonlijke vrij heid overblijft. In de fascistische landen bv. heet „Recht" datgene wat de Staat voordeel geeft, „Onrecht" datgene wat de Staat schaadt. Dit begrip gold tot op heden slechts in oor logstijd, maar dan staat alles op zijn kop, en welk weldenkend mensch kan daar nu naar verlangen? „Das ist der Mensch in seinem Wahn" KINDERPOSTZEGELS MET DE BEELTENIS VAN PRINSES BEATRIX? Een verzoek aan H.M. de Koningin. Naar wij vernemen, heeft de commissie voor de kinderpostzegels tot H.M. de Ko ningin het verzoek gericht, om haar toe stemming te willen verleenen tot het uit geven van kinderpostzegels, met de beelte nis van H.K.H. Prinses Beatrix, zoo mo gelijk met die van H.K.H. Prinses Juliana, voor de uitgifte December 1938 tot begin Januari 1939. Omtrent dit verzoek is tot dusver nog geen beslissing genomen. De minister van defensie heeft bepaald, dat het verleenen van verlof en van be wegingsvrijheid aan militairen tot nader order moet worden beperkt, in dier voege, dat van de sterkte volgens het dagelijksch rapport steeds de helft van het aantal offi-' eieren, onder-officieren, korporaals en sol daten (ook van de subsistenten), voor dien sten bij de compagnie of het overeenkom stig onderdeel beschikbaar is. Deze regeling geldt eveneens met betrek king tot te verleenen verlof of bewegings vrijheid ter gelegenheid van het a.s. Paasch- en Pinksterfeest. Den militairen, aan wie, op grond van vorenstaande regeling, ter ge legenheid Van het Paaschfeest of van het Pinksterfeest verlof wordt verleend, kan zulks worden toegestaan: a. voor het Paaschfeest van 15 April tot en met 18 April, met terugkeer per eerste reisgelegenheid op 19 April 1938 of b. voor het Pinksterfeest van 3 Juni tot en met 6 Juni met terugkeer per eerste reisgelegenheid op 7 Juni 1938. Van het verlof, bedoeld sub a en b, komt voor de dienstplichtigen met uitzondering van de onderofficieren-capitulant één dag in mindering van het algemeen verlof. Voorts is ten aanzien van het reizen voor rijksregeling o.m. het volgende bepaald: Vervoer voor rijksrekening bij verlof of bewegingsvrijheid tegen afgifte van ver- voerbewjjzen kan worden verleend: le. Aan dienstplichtigen, aan de militai ren die behooren tot het reservepersoneel en aan de militairen beneden den rang van adjunct-onderofficier (vaandrig, kornet): a. die onafgebroken ten minste vijf tot ten hoogste acht maanden verplicht in werke lijken dienst moeten verblijven: tweemaal (vroeger één maal) b. die onafgebroken ten minste acht tot ten hoogste twaalf maanden verplicht in werkelijken dienst moeten verblijven: vier maal (vroeger tweemaal); c. die onafgebroken langer dan twaalf maanden verplicht in werkelijken dienst moeten verblijven: vijfmaal (vroeger drie maal) d. die ten minste zes maanden onafgebro ken vrijwillig in werkelijken dienst zijn ge weest onder het genot van soldij of zakgeld (geen jaarwedde): eenmaal na afloop van elk tijdvak van zes maanden; 2e. Aan soldijgenietende beroepsmilitai ren: viermaal per kalenderjaar, waarvan tweemaal (vroeger eenmaal) in het tijdvak van 1 Januari tot en met 30 Juni en twee maal (vroeger eenmaal) in het tijdvak van 1 Juli tot en met 31 December, met dien verstande, dat zij, die na 31 Maart doch voor 1 Juni, onderscheidenlijk na 30 Sep tember doch vóór 1 December als beroeps militair in dienst treden, in het eerste, on derscheidenlijk in het tweede halfjaar van het betrokken kalenderjaar eenmaal aan spraak hebben op vervoer voor rijksreke ning; en zij die op of na 1 Juni of op of na 1 December als beroepsmilitair in dienst ik dan altijd mijn man zoo een beetje door elkaar, maar vanmorgen viel er niets te rammelen: hij was er niet!" „En wat hebt u toen gedaan?" „Ik heb al mijn personeel bij elkaar ge trommeld en we hebben hem overal ge zocht. Hij was nergens te vinden". „En vond u dat voldoende reden, om maar dadelijk de politie op te bellen?" Mevrouw Messing liet een schel lachje hooren en zag den detective scherp aan. „Al zijn koffers zijn er nog!" knikte ze. „Ziezoo! Ik mag daaruit afleiden, dat u van meening bent, dat uw man niet op reis gegaan is? Als ik u vragen mag, me vrouw Messing, welke meening bent u dan wél toegedaan?" „Toen, even, viel de bewoonster van kas teel Gotheborgh, die een harde, onverzette lijke vrouw bleek te zijn, uit haar rol. „Als het kasteel hem maar niet te pak ken heeft!" verzuchtte ze. „Wat?" riep Landhof uit en de commis saris maakte haastig enkele aanteekenin- gen. De ex-aardappelvrouw herstelde zich onmiddellijk. „Ik ben bang, dat hij een ongeluk ge kregen heeft", verbeterde ze. „Zoozoo!" zei Daddy weer. „En hoe staat het nu met die conferentie?" „Die is afgeloopen!" „Dat dacht ik al! Ja, ik twijfel geen oogenblik of momenteel wordt er niet meer geconfereerd. Alle conferentie-leden zijn natuurlijk al lang naar huis en gaat u u nu eens na, mevrouw Messing, kan uw man niet met één van hen meegegaan zijn?" „Dan had hij mij toestemming moeten vragen!" „Ja, natuurlijk had hij u toestemming treden in die maanden géén aanspraak heb ben op vervoer voor rijksrekening; 3e. aan dienstplichtigen die als onderoffi- cier-capitulant vrijwillig in werkelijken dienst zijn: viermaal (vroeger tweemaal) per jaar, waarvan tweemaal in het tijdvak van 1 April tot en met 30 September en twee maal in het tijdvak van 1 October tot en met 31 Maart, met dien verstande, dat zij, die na 30 Juni doch vóór 1 September, on derscheidenlijk na 31 December doch vóór 1 Maart, als onderofficier-capitulant in dienst treden, in het betrokken halfjaar- lijksche tijdvak éénmaal aanspraak hebben op vervoer voor rijksrekening en zij, die op of na 1 September of op of na 1 Maart als onderofficier-capitulant. in dienst tre den, in die maanden géén aanspraak hebben op vervoer voor rijksrekening. HET REGEERINGSJUBILEUM VAN H.M. DE KONINGIN. We vestigen er nog eens de aandacht op, dat organisaties of groepen van personen, die willen deelnemen aan het op 6 Septem ber te Amsterdam plaats vindende défilé voor H.M. de Koningin, in verband met Haar 40-jarig regeeringsjubileum, uitgenoo- digd worden daarvan aangifte te doen ten stadhuize te Middelburg, op Donderdag 14 April a.s. Ook muziekcorpsen en zangver- eenigingen; die bereid zijn den stoet door muziek of zang op te luisteren, zijn welkom. Een uitstapje. De leerlingen der hoogste klasse van dc Middelbare Handelsdagschool hebben :n uit stapje gemaakt onder leiding van den leeraar, den heer P. Vas Visser. Het doel was Vlaardingen en Rotterdam. In eerst genoemde plaats werden de fa brieken van de Lever's Zeepmaatschappij N.V. bezocht, waar het gezelschap namens de directie hartelijk welkom werd geheeten en onthaald; waarna het uitgestrekte fa brieksterrein en de verschillende gebouwen werden door gewandeld en met groote be langstelling het zeepbereidingsproces werd gevolgd en ook de pakafdeeling kreeg een bezoek. Te Rotterdam waren de uitgebreide ter reinen van de Waterleiding het doel van de reis. Ook hier was voor de jongelui heel wat te zien, en te leeren. Dankbaar en vol daan keerde men huiswaarts. DE EMMABLOEMCOLLECTE. Bloemen bij het monument voor Koningin Emma. Het Comité voor de Emmabloemcollecte zal Donderdag zijn jaarlijksche inzameling houden voor het mooie werk, dat zoo ge heel den steun had van wijlen Koningin Emma, aan wie ook de collecte haar naam ontleende. Nu Middelburg het fraaie monument voor deze hooge weldoenster rijk is, mag het een symphatieke gedachte van het co mité worden genoemd, om morgen, Woens dagmiddag te half vier een kleine bloemen hulde bij heb monument op den Dam te brengen. Moge dit tevens een aansporing zijn voor een ieder om Donderdag het vorstelijk voorbeeld in den strijd tegen de zoo droeve gevolgen van de t.b.c. te steunen, ieder naar zijn krachten. PRO REGE. Maandagavondkwam de afdeeling Mid delburg van de nationale vereeniging „Pro Rege"in jaarvergadering bijeen onder lei ding van den heer P. van Slujjs. Uit het jaarverslag van den secretaris, den heer K. Schout, bleek dat militair „Pro Rege" 28 en burgerlijk „Pro Rege" 145 leden telt. De penningmeesteres, mej. W. A. Vertregt, drong aan op versterking der geldmiddelen. In verband met de legeruit- breiding op vele plaatsen komt er nieuwen ,,Pro-Rege"-arbeid. Propaganda-, zieken- en recrutencom- missie vertelden van den velen arbeid ver richt, zoowel voor de in dienstgaande jon gelui van Middelburg als onder de leerlin gen van de S.D.O.A. Het bestuur van „Pro Rege" verzamelde als „Vlagjescomité Middelburg" ook dit jaar weer een belangrijk bedrag voor den CLr. arbeid in de Weermacht. De hoofdschotel werd gevormd door de rede van ds. A. de Bruyn, Hervormd pre dikant te Wemeldinge, lid van het hoofd- moeten vragen", gaf Daddy goedmoedig toe en slikte even. „Maar ziet u eens: u hebt ons zelve juist verteld, dat u bijzonder vast slaapt. Is het daarom niet mogelijk, dat uw man een mislukte poging gedaan heeft om u wakker te krijgen? Of mis schien heeft hij u ook wel niet wakker willen maken?" Verstoord zag de vrouw des huizes rond, terwijl in den anderen hoek der kamer de zonen Messing zacht stonden te grinniken. Landhof was intusschen een en al bewon dering voor een groot schilderij, dat daar aan den wond hing. Hij had een extra- bril opgezet en bekeek het met groote aan dacht. Daddy schudde droevig zijn hoofd, toen hij het zag: het hinderde hem altijd, als zijn vriend, die een groot liefhebber van antiek was, wat al te veel notitie van het interieur nam. Hij trok hem stiekum eens aan de pand van zijn jas. Toen schrok de officier open zag mevrouw Messing aan. „Het is een échte", zei deze trotsch. „Heeft vijf duizend gulden gekost. Bekijkt u hem gerust maar goed. Een échte... éch teéchte Allemaal staarden ze in haar richting. „Israels!" zei ze dan opeens. „Jaja!" gaf Landhof toe. „Dat komt uit. Inderdaad een prachtig doek!" en Daddy trok hem nogmaals aan de pand van zijn jas. „Mevrouw Messing", vroeg hij dan. „Met wie confereerde uw man gisteravond?" „Dat weet ik niet". „Weet u dat niet?" Daddy stond even te kijken. Dit had hij niet verwacht. De anderen trouwens ook niet. bestuur. Deze sprak op gloedvolle wijze over: „Nu nog? Juist nu!" Al 't bovenstaandewerd afgewisseld door muziek en voordracht. ARNEMUIDEN. Onder leiding van den heer C. Schroevers vergaderde de plaatse lijke afdeeling van den V.B.L. Besloten werd de bestuursverkiezingen uit te stellen tot een volgende vergadering. Aan de schietoefeningen te St. Maartens dijk zal wegens de te hooge kosten niet deel genomen worden. Besloten werd op 16 April a.s. met de schietoefeningen een aan vang te nemen. ARNEMUIDEN. De Vereeniging voor la ger onderwijs op Geref. grondslag verga derde onder leiding van den heer P. van Belzen Maandagavond. Wegens het niet aannemen als bestuurs lid door ds. H. Scholing zulks in de vaca ture ontstaan wegens het overlijden van Iz. Cornelisse, werd thans benoemd den hr. C. Dekker die deze benoeming aanvaardde. DOMBURG. Het bestuur der Oranjever- eeniging besloot om, in tegenstelling met andere jaren, ditmaal den verjaardag van Prinses Juliana alleen te vieren door des avonds een muzikalen rondgang te organi- seeren. Het gebruikelijke kinderfeest blijft alzoo achterwege; de gelden worden ge spaard voor de viering van het 40-jarig re geeringsjubileum van H. M. de Koningin. Thans reeds beraamt het bestuur de noo- dige stappen daartoe: op 6 Mei a.s. hoopt het te vergaderen met de besturen van de in aanmerking komende corporaties om zoo mogelijk een programma te ontwerpen. Ten slotte wil het bestuur bemiddelend optreden voor zijn leden, die aan de huldi ging in Amsterdam op 6 September willen deelnemen. SOEBURG. De Emmabloemcollecte heef! alhier opgebracht 77. WESTKAPELLE. Woensdag a.s. des na middags half zeven uur komt de Raad al hier in openbare vergadering. Als voor naamste punt ter behandeling komt o.a.: bespreking verharding van den Groeneweg no. 10. HANSWEERD. Bij Kon. besluit is bevor derd tot schipper bij de visscherijpolitie de heer M. C. Hoogesteger aan boord van het rijksvaartuig Sperwer alhier. IERSEKE. Tegen denschipper A. Hol- lestelle van de motorboot YE 159 is door de gemeentepolitie proces-verbaal opge maakt wegens overtreding van de Haven verordening: de motor niet buiten werking stellen op de ligplaats. Daar dit euvel veel voor schijnt te komen zal er in 't vervolg streng op worden gelet. Het 10-jarig dochtertje van den heer Jan v. d. Endt had Maandagmiddag het ongeluk de hand tusschen het ijzeren schoolhek te klemmen en een harer vin gers dusdanig te wonden dat een stuk op het schoolplein bleef liggen. Het hoofd der school bracht de verwonde naar dok ter Ampt die heelkundige hulp verleende. KAPELLE. Op 29 April zal het 25 jaar geleden zijn dat de vereeniging van oud leerlingen van tuinbouweursussen werd op gericht. Deze vereeniging hoopt op 7 Mei dit feit te herdenken en heeft hiervoor het volgende program opgesteld, 's Morgens wordt een vergadering gehouden van de Provinciale commissie van de vereeniging van oud-leerlingen in Zeeland. Van 12 uur zal het bestuur een receptie houden; allen die de vereeniging willen feliciteeren, zjjn welkom. Daarna volgt een rijtoer door Westelijk Zuid-Beveland en worden de navolgende plaats bezocht: 's-Gravenpolder, Hoedekens- kerke, Baarland, Oudelande, Driewegen, Ovezand, Goes, Kattendijke en Wemeldinge. In het najaar, in September, zal weer een tentoonstelling gehouden worden van groenten, fruit en bloemen. We hopen dat deze tentoonstelling zal toonen dat Zeeland er op fruitteeltgebied mag zijn. In de plaats van wijlen den heer H. Blok, die sinds de oprichting voorzitter was van het fanfarecorps „Ons Genoegen", is tot voorzitter gekozen de heer C. A. Blok Hz. alhier. „Ik bemoei me nooit met die conferen ties", vulde mevrouw Messing aan. „Ze interesseeren me niet". „Dat was vreemd! Hoogst eigenaardig zoo'n geringe attentie. De commissaris maakte dadelijk weer een aanteekening. „En waar confereerde uw man gister avond op het kasteel. In welk vertrek? Of is u dat ook niet bekend?" „In de blauwe zaal", klonk het kort. Toen zag de vrouw des huizes opeens weer den officier van justitie aan. „Daar hangt een echteechte echte Bechstein!" Landhof knipperde even met zijn oogen, als zocht hij zijn geheugen af, waar deze schilder wel thuis hoorde. „Och neen!" zei mevrouw Messing dan. „Bechstein, dat is het merk van mijn vleu gel. In de blauwe zaal hangt eennou, hij is in ieder geval echt. Heeft tien dui zend gulden gekost. Wit u hem eens zien?" „Graag!" zei Landhof. „Als u zoo vrien delijk wilt zijn ons voor te gaan?" Mevrouw Messing waggelde al naar de deur. Haar tred was niet elegant. Haar figuur trouwens ook niet, maar dat kon ze niet helpen. Het drietal volgde gewil lig en de drie zonen Messing sloten de rij. Zij hadden geen mond open gedaan, maar oordeelden hun aanwezigheid in de blauwe zaal blijkbaar onontbeerlijk. Zoodat een heele optocht de gang doortrok naar de conferentiezaal, die gelegen was aan den achterkant van het kasteel. Mevrouw Mes sing deed de deur open en toen prikkelde al dadelijk een muffige stoflucht hun neu zen, vermengd met de geuren van ver molmd, rottend hout.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5