KRONIEK van den DAG.
Geen Fascisme
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 31 MAART 1938. No. 76.
AB1
-
v o<
iSs
iffH
p VI P
PW^ffvoor |W
Mel|r
1
HET OOG VAN ABU
DUITSCHLAND.
MIDDELBURG.
(Ingez. Med.)
Eupen-Malmédy in de
politieke branding
De inlijving van Oostenrijk bij Duitsch-
land heeft ook een zekeren weerslag ge
had op België dat na den wereldoorlog
een klein stukje Duitsch gebied kreeg toe
gewezen: Eupen-Malmédy. De bevolking
van dit gebied is gesplitst: het district
Malmédy heeft een Waalsch karakter; het
district Eupen bleef tot op den huidigen
dag volkomen Duitsch. Men zou de waar
heid geweld aandoen, als men beweerde,
dat het Belgische volk overloopt van lief
de voor de nieuwe broeders; maar men
verdedigt te Brussel de annexatie hiermee,
dat de ervaring van 1914 heeft be
wezen dat het genaaste gebied voor de
Belgische landsverdediging van het groot
ste belang is. Verder wordt ook wel be
toogd dat de annexatie een vergoeding
vormde voor de verwoestingen welke Bel
gië tijdens den oorlog onderging.
Het verdrag van Locarno garandeerde
de nieuwe Duitsch-Belgische grenzen.
Toen dit verdrag door Duitschland weid
opgezegd, heeft Hitier plechtig verklaard,
dat aan België nimmer territoriale eischen
gesteld zouden worden. Maar niemand in
België maakt zich wijs, dat daarmee nu
het laatste woord over Eupen-Malmédy is
gesproken.
Men herinnert zich misschien, dat een
tiental jaren geleden, ernstige geruchten
de ronde hebben gedaan, betreffende on
derhandelingen tusschen een thans over
leden Belgischen groot-financier, zooge
naamd gevolmachtigd door de Belgische
regeering, en de Duitsche regeering, be
treffende den verkoop van de districten.
Die geruchten werden tegengesproken,
nadat van de zijde der „geallieerden" was
geprotesteerd tegen elke handeling, die de
verdragen in het gedrang zou brengen.
België zocht toen een uitweg in andere
richting voor zijn financieele moeilijkhe
den; zoodoende bleef de zaak zooals zij
was. Doch sedertdien is er heel wat ge
beurd; van de vredesverdragen is niet
veel meer overgebleven. Men kan de
kwestie thans dus heel anders opvatten
en het is daaraan dat velen in België moe
ten hebben gedacht, toen enkele dagen
geleden berichten verschenen, berichten
welke voor het buitenland tot onheilspel
lend sensatienieuws werd aangedikt: n.l.
dat de nationaal-socialisten van Eupen-
Malmédy in de straten van Eupen hadden
betoogd voor de aansluiting bij Duitsch
land en dat de gendarmen hadden moe
ten optreden om de orde te handhaven.
In werkelijkheid heeft men hier slechts
te doen gehad met een betooging van de
Hitleriaansche Jeugd. De burgemeester-
was gewaarschuwd geworden dat een be
tooging zou plaats hebben en er was een
betoogingsverbod uitgevaardigd. Niette
min kwamen een 60-tal mannen en jonge
lieden op straat, in uniform, en marcheer
de achter een auto waarop een zeilvlieg-
tuig was geplaatst. Zij droegen de pet van
de Hitier-Jugend, het zwarte hemd, rij
broek en hooge zwarte laarzen en het
Hitlerkenteeken voor Eupen-Malmédy, nl.
een bliksempijl. De gendarmen traden op
en nauwelijks waren de uniformen van de
Belgische marechaussee gezien, of er werd
bevel aan de betoogers gegeven uiteen te
gaan. Slechts enkele jonge lieden bleven
in de straten en een vijftal werd tenslotte
beet genomen en naar de rijkswachtkazer
ne gebracht. Zij verklaarden, dat zij hun
onderricht en hun mooie zwarte laarzen
uit Aken hadden gekregen. Dat is alles
geweest. Maar het is ook leerzaam. Het
wijst er op dat men van officieele zijde in
Duitschland over Eupen-Malmédy niet
spreekt maar dat men toch nog alles doet
om invloed uit te oefenen op de gevoelens
van de bij België gevoegde Duitsche be
volking. In den grond is de basis van de
propaganda zeer eenvoudig. Zij berust op
intimidatie. Aan de bevolking wordt ge
zegd door tal van propagandisten, die on
der leiding staan van een Führer en een
Führerïn die te Berlijn een speciale oplei
ding blijken genoten te hebben, dat het
volstrekt niet zeker is, dat de districten bij
België zullen blijven behooren en dat de
genen, die hun vaderlandschen Duitschen
plicht niet zullen hebben gedaan zich zullen
hebben te verantwoorden wanneer eenmaal
het uur van den terugkeer tot het vader
land zal hebben geslagen.
door
ALAN DARE.
55).
„Er was een bus van in die andere ka
mer. Ik gebruikte er een tube van, om je
aandacht te trekken".
„Dat herinner ik mij". Eenigen tijd bleef
hij er naar kijken. „Max, ik heb zin, het
er op te wagen".
„Wat bedoel je?"
„Er zit genoeg in deze tube, om een ge
weldige ontploffing te veroorzaken."
„Maar zouden wij ook niet in stukken
vliegen
„Het is een heel waagstuk, maar... We
moeten het probeeren, Max. Ik heb ge
tracht, optimistisch te zijn, maar ik kan
het niet helpen, ik voel, dat Hornblow niet
in staat is, ons te helpen. In dat geval is
het maar een kwestie van tijd, voor het
eind komt. Hier hebben we een kans, te
ontkomen, hoewel ik moet toegeven, dat er
groot gevaar bij is".
„Jij moet beslissen, Bob".
Hij legde de tube dynamiet neer en liep
de kamer op en neer. De kracht van een
ontploffing in die besloten ruimte zou ont
zettend zijn, vooral, als zijn doel niet be
reikt zou worden. Toch was er geen an
dere weg. Nog denkende over het probleem
viel zijn oog op de groote steenen sarco
phaag. De zijkanten waren meer dan een
voet dik en ze was aan den grond vastge-
metseld.
„Ik heb het, Max!" zei hij
„Wat?"
„Die sarcophaag is een uitkomst. Die is
vrij ver van den steen verwijderd, en ziet
er stevig genoeg uit, om bijna eiken schok
Politiek is de Duitsche bevolking van
Eupen-Malmédy georganiseerd in het zg.
„Heimattreue Front". Deze organisatie
oefent een grooten invloed uit. In de ge
meente Eupen, waar geheel het openbare
leven Duitsch is, waar de straatnamen in
het Duitsch zijn gesteld en waar de be
volking zoo goed als geen Fransch en
geen Nederlandsch verstaat, is het ge
meentebestuur volledig in de handen van
het Heimattreue Front. In 1932, bij de
laatste gemeenteraadsverkiezingen in
October van dit jaar zullen in België an
dermaal verkiezingen voor de samenstel
ling van de gemeenteraden plaats hebben
heeft het front niet minder dan acht
van de 13 zetels veroverd. Er werden daar
naast nog twee katholieken gekozen, twee
socialisten en een middenstander. Het Hei
mattreue Front had eigenlijk geen vol
strekte meerderheid van de uitgebrachte
stemmen, doch het profiteerde van de
verdeeldheid onder de andere partijen en
het systeem van verdeeling der zetels leid
de er toe, dat het de volstrekte meerder
heid veroverde op het Rathaus, zoodat de
Belgische regeering slechts een mogelijk
heid zag om nog iets van het plaatselijk
bestuur in „loyale" handen te houden, na
melijk de benoeming van een burgemees
ter buiten den gemeenteraad om. Hij
moet al zijn krachten gebruiken om de
neutraliteit te handhaven.
Naast het Heimattreue Front bestaat
dan nog de „Heimatbund", een organisa
tie, welke zich met cultureele aangelegen
heden inlaat. Dit cultureele is uitsluitend
ingesteld op Duitschland, dat spreekt van
zelf. Er worden uitstappen en reizen naar
Duitschland ingericht. Er worden lezin
gen en cultuuravonden gehouden. Er
wordt gezorgd voor verspreiding van uit
Duitschland gezonden nationaal-socialisti-
sche lectuur. Er wordt alles gedaan wat
mogelijk is om het contact tusschen de
Heimat en de Duitsche districten van Bel
gië te bevorderen, tevens om het contact
tusschen de districten en de Waalsche ste
den van de provincie Luik uit te schake
len.
Naar al deze dingen is de kwestie van
Eupen-Malmédy op hef oogenblik te be-
oordeelen, niet dat onmiddellijke moeilijk
heden opdagen, maar er zijn aanwijzingen
in te vinden, die duidelijk maken dat het
probleem blijft bestaan.
IV.
De heer J. v. d. Graaff te Goes schrijft ons:
De samenleving die aan mijn minimum
eischen zou voldoen, zou moeten waar
borgen:
1. Vrede tot iederen prijs, nademaal an
ders vrede niet mogelijk is. Die niets voor
den vrede overheeft, behoudt dien niet.
2. Vrijheid, met als grens daadwerke
lijken overlast aan anderen.
3. Welvaart, arbeid voor ieder die wer
ken wil en werken kan.
4. Sociale rechtvaardigheid, zonder
eenig voorbehoud.
5. Verdraagzaamheid, tegenover ieder
een, onverschillig van welk geloof of poli
tieke opvatting.
6. Opvoeding van de natie, dus van de
jeugd in objectiviteit en niet op de gebrui
kelijke subjectieve wijze.
7. Bevordering van de ontwikkeling van
het individualisme, in plaats -van de tegen
woordig gebruikelijke kuddecultuur.
8. Op economisch en sociaal gebied be
strijding van uitwassen, waardoor de moge
lijkheid kan worden geschapen tot een pro
ductievorm, gedragen door een hooger be
wustzijn in den mensch.
Dat de democratie niet automatisch leidt
tot deze dingen kan als bekend worden ver
ondersteld. Maar de democratie biedt daar
toe den noodzakelijken voedingsbodem.
1. Voldoet het fascisme aan de voorop
stelling onder 1 genoemd? Neen, niet waar.
Maar ook de opvatting van de democrati
sche politieke leiders voldoen niet aan dien
eisch. Het zal nog wel een amerijtje duren,
voordat de mensch leert inzien, dat oorlog
een der grootste misdaden is, die begaan
kunnen worden. Want ook een verdedi
gingsoorlog is een oorlog en onderscheidt
zich alleen van een aanvals- of veroverings
oorlog, doordat de verdediger het recht
aan zijn kant heeft. Maar zelfs uit naam
te weerstaan. Als de zoldering instort, zal
het deksel ons beschermen".
„Bedoel je dat we er ons in moeten
verbergen?"
„Ja. Ik kan een lont maken, die het dy
namiet aansteekt. Wat denk je er van?"
„Hetzelfde als jij hoe je ook beslist",
antwoordde zij glimlachend. „Doe maar,
wat je het beste vindt".
„Dan is de zaak beslist", antwoordde hij
ernstig. „We moeten op een of andere ma
nier een lont maken. Het touw kan ons
van dienst zijn".
Hij ploos een stuk touw uit en nam er
een streng ter dikte van een lucifer en ter
lengte van twee voet van. Die bedekte hij
met kaarsvet en hield er een lucifer bij,
om te zien, hoe snel ze brandde. Twee
centimeter ervan brandde ongeveer in tien
seconden op.
„Dat zal wel gaan. We zullen vier mi
nuten tijd hebben".
„Waar wil je het dynamiet leggen?"
„Er is een kleine uitholling in den steen
ongeveer een voet van den grond. Ik
zal de lont om de bus binden, dan blijft er
toch nog een heel eind vrij. Ben je klaar?"
„Ja, maar
„Het is het beste, er nu maar in te krui
pen, voordat ik dat goedje aansteek.
Kom!"
Zij liep naar de sarcophaag en hij hielp
haar er in. Hij merkte op, dat er nog ge
noeg ruimte over bleef voor hemzelf. Op
het laatste oogenblik bekroop hem eenige
angst. Als hij de kracht van de ontploffing
eens onderschat had? Als het heele gewelf
eens instortte en hen bedolf?"
Hjj drong die gedachten echter met
kracht terug, legde de tube dynamiet in
van het recht is het niet geoorloofd een
misdaad te begaan.
2. Voldoet het fascisme aan het onder
2 genoemde? Uit de uitlatingen die men
op dat gebied hoort verkondigen, schijnt
een fascist onder vrijheid een moderne sla
vernij te verstaan, waarmede ieder onder
geschikt wordt gemaakt aan de massa, dus
aan den Staat. Het spijt me werkelijk een
minder gangbare opvatting te hebben,
want in werkelijkheid is de democratie be
hoorlijk uitgehold; vermoedelijk onder den
invloed van het fascisme, alsmede door po
litieke partijen die zich slechts van den
naam democratisch bedienen, maar zoodra
de democratie hun de macht geeft, er kor
te metten mee zullen maken. Slechts de
manieren verschillen. De doelstelling is vol
komen hetzelfde. (Zie Oostenrijk).
3. Voldoet het fascisme aan het ver
melde onder 3.
Beloften genoeg en men kan niet ont
kennen, dat in deze richting iets door het
fascisme is tot stand gebracht. Hetzelfde
kan men van de democratie zeggen. Maar
de koe bij de horens gevat is noch door
het fascisme, noch door de democratie iets
tot stand gebracht. Zie ons land alsmede
andere natie's.
4. Sociale rechtvaardigheid zal afhanke
lijk zijn van den productievorm, zoowel on
der democratisch als onder fascistisch be
wind. Slaagt het fascisme er in de mensch-
heid op een hooger geestelijk peil te bren
gen dan zal dat idee uiteraard overwin
nen. Is het de democratie die den eerepalm
wegdraagt, dan staat bij de democratie een
vernieuwing voor de deur. Want zonder
verhooging van het geestelijk peil dezer
dagen zal het nimmer gelukken iets dat op
rechtvaardigheid gelijkt tot stand te bren
gen. Het beetje dat de menschheid op he
den dien naam geeft, is het noemen nauwe
lijks waard.
5. Verdraagzaamheid kan men niet vin
den bij politieke personen, die een meening
verkondigen, die slechts kan bestaan van
het verketteren van andere opvattingen.
Men luistere om tot die conclusie te komen
slechts naar politieke gesprekken en leze
partijpolitieke bladen. Maar is iemand van
meening dat het fascisme de verdraagzaam
heid in zijn vaandel heeft geschreven. Hij
zegge het.
6. Objectiviteit in de opvoeding. Maar
voor het overgroote deel der Nederlanders
een geval van Mania acuta. Kan het fas
cisme daarop bogen. Het zal mij werkelijk
aangenaam zijn dat te vernemen.
7. Opvoeding tot individualisme, tot
vorming van zelfstandig denkende men-
schen. Wie, doet daar heden ten dage nog
aan. Veel gemakkelijker zijn meening in
het partijblad te lezen. De opvoeding van
Neerlands bevolking beweegt zich helaas
in de richting van den kuddemensch. Dat
het fascisme ons Nederlander nu zou wil
len vormen tot zelfstandige menschen ver
mag ik niet in te zien. Aldus onderscheidt
het zich niet van andere politieke opvat
tingen.
8. Zou dan werkelijk het fascisme stre
ven naar het tegengaan van uitwassen op
economisch gebied en aldus een hoogeren
productievorm voorbereiden
Ontegenzeggelijk eischt een hoogere pro
ductievorm een geestelijke hoogte die op
heden nog slechts door enkelen wordt be
naderd. Maar daar het fascisme de vrije
ontwikkeling van het individu naar eigen
opvatting tegengaat en daarvoor de kudde
opvatting in de plaats zet is het m.i. niet
mogelijk het wordende in de samenleving
langs starren administratieven weg te be
vorderen. Onder de democratie zou zulks
mogelijk zijn, al maken toonaangevende
machten nu juist niet zoo'n verschrikke-
lijken haast.
Boycot van Joden.
De burgemeester van Garmisch Parten-
kirchen heeft aan de autoriteiten der om
liggende plaatsjes order gegeven, bij den
ingang van de plaats een bord te plaatsen
met de vermelding, dat Joden niet ge-
wenscht zijn. Er zullen geen overheidsbe
stellingen meer geplaatst worden bij koop
lieden, die niet aan den strijd tegen de Jo
den deelnemen.
de holte en liet het eind van de lont over
den grond hangen. Daarop stak hij een lu
cifer aan en ontstak de lont. Hij zag de
vlam een seconde of twee voortkruipen en
was toen overtuigd, dat er geen hindernis
zou zijn. Hij rende naar de sarcophaag en
klom er in.
„Alles of niets", mompelde hij. „Bereid je
op een schok voor!"
„Ik ben gereed, oude jongen wat er
ook gebeurt".
Zij lag in zijn armen met haar hoofd op
zijn schouder. Hij kuste haar vurig en
wachtte op de ontploffing. Het scheen een
eeuwigheid te duren, want de seconden
kropen als uren voort. De groote sarco
phaag trilde, en dichte rook drong er in.
Tegelijkertijd klonken oorverdoovende
knallen.
„Bob!"
Toen het gekraak en gerol van steenen
ophield, stak hij zijn hoofd door de opening.
De kamer was vol rook en de vloer met
steenbrokken bedekt, doch door de ope
ning kon hij een groote bres in den muur
zien.
„Het is gelukt!" riep hij hijgend van op
winding. Kom, vlug! Die duivel kan daar
ginds zijn".
Hij klom uit de sarcophaag en tilde er
haar ook uit, trok het pistool en kroop
naar het gat. De rook hing in de kamer en
het was onmogelijk, verder dan eenige me
ters voor zich uit te zien.
„Blijf vlak achter mij", beval hij. „Ik kan
niets riskeeren met dien ellendeling".
Een hoop puin lag aan den anderen kant
en twee pilaren waren omgevallen. De
plaats werd zwak verlicht door een zonne
straal, die door een gat in de zoldering
HET KEGEERINGSJUBILEIM VAN
H.M. DE KONINGIN.
Zooals dezer dagen werd vermeld, heeft
zich een comité van afgevaardigden uit alle
provincies gevormd voor een nationale hul
diging van H.M. de Koningin op 6 Septem
ber a.s., den dag, waarop het 40 jaren ge
leden zal zijn dat Hare Majesteit den troon
besteeg.
De huldiging zal bestaan in een défilé
voor de Koningin op den Dam te Amster
dam door afdeelingen uit de verschillende
provincies. Het maximum aantal deelne
mers is voor Zeeland voorloopig bepaald op
700.
Deze deelnemers zullen op 6 September
naar Amsterdam reizen en na de huldiging,
die te drie uur zal plaats hebben, terug-
keeren. De kosten, die zoo laag mogelijk
zullen worden gehouden, zullen door de
deelnemers zelf of door de organisaties, die
hen afvaardigen, betaald moeten worden.
Men spare daartoe van heden af een klein
bedrag per week!
Het is de bedoeling, de Zeeuwsche afdee-
ling zooveel mogelijk samen te stellen uit
afgevaardigden van organisaties op allerlei
gebied met vaandels en, waar dit mogelijk
is, ook met attributen (boogschutters met
bogen, arbeiders met gereedschappen enz.).
Afvaardigingen in de kleederdracht van de
streek zijn dubbel welkom; de stoet moet
een zoo kleurig en fleurig mogelijk aanzien
krijgen. Ook groepen van personen kunnen
aan den stoet deelnemen.
Organisaties en groepen van personen,
die aan de huldiging zouden willen deel
nemen, worden verzocht dit ten spoedigste
en in elk geval vóór 15 April a.s., schrifte
lijk mede te deelen aan het lid van het na
tionale comité voor Zeeland, mr. dr. R. W.
graaf van Lynden, Ter Hooge bij Middel
burg, onder opgave van:
a. vermoedelijk aantal deelnemers,
b. aantal dat het costuum van de streek
zal dragen,
c. vaandels en attributen, die men zich
voorstelt mee te voeren.
Ook muziekcorpsen en zangvereenigingén,
die bereid zijn den stoet door muziek of
zang op te luisteren, gelieven zich op te
geven.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
het aantal plaatsen in den stoet beperkt is
en dat aanmelding dus nog niet de zeker
heid geeft, dat men aan de huldiging zal
deelnemen.
Laten de Zeeuwen zorgen, dat de afdee-
ling Zeeland in den stoet gezien mag wor
den!
Tot het verstrekken van inlichtingen zijn
onderstaande personen bereid:
Jhr. mr. A. F. C. de Casembroot, West-
kapelle; L. G. Gelderman, Kortgene; mr.
A. J. van der Hoeven, Tholen; A. I. Leen-
houts, Retranchement; L. Onderdijk, Mid
delburg; C. H. M. Plasschaert, Sint-Jans
steen; mr. F. L. S. F. baron van Tuyll van
Serooskerken, Domburg.
Landarbeiders naar Duitschland.
Dinsdag vond te Middelburg een verga
dering plaats ter bespreking van de werk
gelegenheid in naburige landen.
De vergadering stond onder leiding van
den heer Van Lier, referendaris-adviseur
bij het departement van sociale zaken en
werd onder meer bijgewoond door wethou
der Onderdijk en den heer Staal, direc
teur der districts-arbeidsbeurs te Middel
burg en vertegenwoordigers van gemeen
tebesturen en agenten der arbeidsbemidde
ling op Walcheren, Noord- en Zuid Beve
land. Er waren plm. 60 personen aanwe
zig.
De heer Van Lier heeft achtereenvolgens
een uiteenzetting gegeven van de werk
gelegenheid voor Nederlanders in Frank
rijk, België en Duitschland. De inhoud
hiervan liep geheel parallel met het betoog
onlangs op een soortgelijke conferentie te
Roosendaal gehouden, en waarover wij in
ons nummer van 17 Maart uitvoerig ver
slag gaven.
Vragen werden gesteld door de heeren
Flipse, wethouder van 's-Heer-Arendsker-
kwam, dat blijkbaar door de ontploffing
veroorzaakt was.
Plotseling stiet hij op Hornblow. Deze lag
lang uit, met zijn armen aan een p.iaar ge-
honden. Bloed bedekte zijn gelaat en hals.
Kennedy knielde bij hem neer en bemerkte
tot zijn onuitsprekelijke droefheid, dat
Hornblow gestorven was gedood door een
kogel van Phenuit.
Kennedy haalde een mes te voorschijn
en sneed de touwen aoor.
Een groote verslagenheid maakte zich
van hun meester. Maxine barstte in tranen
uit. Kennedy echter begreep, dat,, ze zich
in elk geval moest vermannen. Iedere mi
nuut van dralen kon hen het leven kosten.
Met moeite tilden zij Hornblow's lichaam
op en droegen het de trap op, door den
tempel. Daar zij geen werktuigen hadden
om een graf te graven, gebruikten zij hun
messen en bouwden een grooten grafheu
vel over Hornblow's lichaam. Maxine had
tranen in de oogen en ook Kennedy was
diep ontroerd.
„Rust zacht,**9ude jongen", mompelde hij.
„Je bent een goed kameraad geweest!"
Ze zochten daarna naar de muildieren.
„Wat ellendig", zei Kennedy, „alles is
verdwenen behalve de ransels en wat over
gebleven dingen". Hij liep naar buiten en
tuurde in de vallei, maar er was geen le
vende ziel te bekennen.
„Ze zijn goed en wel weg. We hebben
een kans, in het dorp een paar muildieren
op te pikken en misschien wat levensmid
delen! Ga je mee, Max?
Ze keken nog éénmaal om naar den tem
pel, die hun na zooveel ellende weer bij
elkaar had gebracht. Daarna vertrokken
zij, vol hoop op een toekomst zonder al
ke, Huinink, burgemeester van Vere, De
Kam, agent der arbeidsbemiddeling te
Krabbendijke en Tange, agent der arbeids
bemiddeling te Rilland.
De vragen werden voor een deel beant
woord door den heer Van Lier en wat de
meer practische dingen betrof door den
heer J. K. Melse te Middelburg.
Gewezen werd op het feit, dat de be
zwaren voor de gehuwden deels te onder
vangen zijn, doordat zij hun vrouw en me
dewerkenden kinderen en desnoods ook
één of twee kleine kinderen kunnen mede-
nemen. Zeer kleine ploegen moeten er
mede rekenen, dat kinderen die nog niet
medewerken, thuis dienen te blijven.
Verder wordt ook in Nederland vaak
werk aanvaard buiten de woonplaats en
soms zelfs op groote afstanden, zoodat het
ook dan niet mogelijk is geregeld naar huis
te komen.
Voorts mag aan gesteunde gezinnen, tot
twee weken na plaatsing van den kostwin
ner, steun worden verleend, terwijl verder,
indien noodig, met voorschotten kan wor
den geholpen.
Er is overal gelegenheid voor kerkbe
zoek. De afstanden van de boerderijen naar
de verschillende kerken, staan in de con
tracten aangegeven. Bij de indeeling der
ploegen wordt hiermede rekening gehou
den. De werktijden zijn normaal en onge
veer gelijk aan de in deze omgeving ge
bruikelijke. Natuurlijk maken de arbeiders
bij accoordwerk, wel eens langere dagen.
Dat doet men trouwens overal.
Ook kunnen plattelandsche jongens, die
nog niet in den landbouwarbeid bedreven
zijn, in de Duitsche grensstreek geplaatst
worden als leerling-landbouwersknecht te
gen een loon van 25 a 35 mark per maand
met kost en inwoning.
De arbeiders moeten geen gereedschap
medenemen. Sommigen nemen echter wel
een bietenspade mee. Een fiets moet be
slist niet medegenomen worden. De arbei
ders zijn verzekerd tegen ziekte en onge
vallen.
Een kelder onder de Markt.
In verband met de luchtbeschermings
plannen in deze gemeente hebben B. en
W., er op uit zijnde zoo zuinig mogelijk de
gemeentefinanciën te beheeren, naar wij
thans vernemen een dezer dagen in het ge
heim de bekende wichelroedeloopster me
vrouw Mierebet uit Surhuisterveen laten
komen. Teneinde geen opzien te baren heeft
de wichelroedeloopster des nachts in de om
geving van de Markt haar proeven geno
men, die tot het verbijsterende resultaat
hebben gevoerd, dat onder de Markt een
enorme ondergrondsche kelder, men mag
wel spreken van een zaal, ontdekt is.
De ruimte bleek nog geheel intact te zijn:
groote gemetselde gewelven, steunende op
enorme pilaren, vormen 3 a 4 meter onder
het Marktplein een zaal die zeker aan 1000
a 1200 menschen plaats zal bieden.
De wichelroedeloopster heeft aangewezen,
dat er toegangen naar deze zaal loopen uit
verschillende richtingen: één komt uit on
der in den toren van het Raadhuis, één ver
loopt in de richting van de Langedelft en
een andere komt uit in de kelders van de
tegenwoordige sociëteit „De Vergenoeging",
op welker plaats in vroeger eeuwen de bier
brouwerij van de Middelburgsche trappisten
gestaan heeft.
B. en W. hebben thans, zoo vernamen wij,
de leden van den gemeenteraad gezamen
lijk met de burgerij uitgenoodigd om mor
genochtend om half negen een kijkje in
deze historische ruimte te komen nemen,
welke zjj voornemens zijn tot vluchtkelder
in verband met de luchtbescherming in te
richten.
In de geheime Raadsvergadering zijn
hierover gistermiddag uitvoerige mededee-
lingen gedaan.
In memoriam mr. Erasmus.
Ter openbare terecntzitting der recht
bank alhier kamer voor burgerlijke en han
delszaken, zijn gisteren woorden van nage
dachtenis gewijd aan wijlen mr. J. Erasmus,
advocaat en procureur te Oostburg.
Namens de rechtbank werd het woord
O
deze verschrikkingen, en met weemoed
denkend aan den trouwen kameraad, dien
zij verloren hadden.
HOOFDSTUK XXIX.
Door het woud.
Kennedy's hoop, in het dorp muildieren
te kunnen koopen, werd niet verwezenlijkt.
De inboorlingen waren achterdochtig en
zelfs vijandig, en zij konden zelfs geen stuk
je voedsel van hen krijgen. Gelukkig had
Phenuit de dekens achtergelaten, anders
was hun toestand nog erger geweest, want
het was kouder geworden.
„Wij moeten maar leven van wat het
bosch ons kan geven", zei Maxine. „Ben
je van plan, denzelfden weg terug te ne
men, dien wij gekomen zijn?"
„Alleen maar een dag of twee. Ik zie op
de kaart, dat er zoowat vijftig mijl verder
op een weg loopt naar Progreso. We be
hoeven natuurlijk niet naar dezelfde plaats
te gaan, waar we aan land kwamen. In
Progreso kunnen we waarschijnlijk wel een
boot krijgen".
„Wat jammer, dat we allebei de geweren
verloren hebben. Anders hadden we vogels
kunnen schieten, en misschien viervoetig
wild. Gelukkig is er overvloed van water".
Zij pakten hun ransels vol met vruch
ten en bessen, en vulden de veldflesschen
met water uit een der onderaardsche bron
nen, voordat zij het verbrande gedeelte
van het bosch" betraden, 's Nachts verble
ven zij in een hol en voedden zich met
vruchten. Nu en dan stieten zij op versche
muildiersporen.
(Wordt vervolgd).