KRONIEK van den DAG. Geen Fascisme ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 31 MAART 1938. No. 76. AB1 - v o< iSs iffH p VI P PW^ffvoor |W Mel|r 1 HET OOG VAN ABU DUITSCHLAND. MIDDELBURG. (Ingez. Med.) Eupen-Malmédy in de politieke branding De inlijving van Oostenrijk bij Duitsch- land heeft ook een zekeren weerslag ge had op België dat na den wereldoorlog een klein stukje Duitsch gebied kreeg toe gewezen: Eupen-Malmédy. De bevolking van dit gebied is gesplitst: het district Malmédy heeft een Waalsch karakter; het district Eupen bleef tot op den huidigen dag volkomen Duitsch. Men zou de waar heid geweld aandoen, als men beweerde, dat het Belgische volk overloopt van lief de voor de nieuwe broeders; maar men verdedigt te Brussel de annexatie hiermee, dat de ervaring van 1914 heeft be wezen dat het genaaste gebied voor de Belgische landsverdediging van het groot ste belang is. Verder wordt ook wel be toogd dat de annexatie een vergoeding vormde voor de verwoestingen welke Bel gië tijdens den oorlog onderging. Het verdrag van Locarno garandeerde de nieuwe Duitsch-Belgische grenzen. Toen dit verdrag door Duitschland weid opgezegd, heeft Hitier plechtig verklaard, dat aan België nimmer territoriale eischen gesteld zouden worden. Maar niemand in België maakt zich wijs, dat daarmee nu het laatste woord over Eupen-Malmédy is gesproken. Men herinnert zich misschien, dat een tiental jaren geleden, ernstige geruchten de ronde hebben gedaan, betreffende on derhandelingen tusschen een thans over leden Belgischen groot-financier, zooge naamd gevolmachtigd door de Belgische regeering, en de Duitsche regeering, be treffende den verkoop van de districten. Die geruchten werden tegengesproken, nadat van de zijde der „geallieerden" was geprotesteerd tegen elke handeling, die de verdragen in het gedrang zou brengen. België zocht toen een uitweg in andere richting voor zijn financieele moeilijkhe den; zoodoende bleef de zaak zooals zij was. Doch sedertdien is er heel wat ge beurd; van de vredesverdragen is niet veel meer overgebleven. Men kan de kwestie thans dus heel anders opvatten en het is daaraan dat velen in België moe ten hebben gedacht, toen enkele dagen geleden berichten verschenen, berichten welke voor het buitenland tot onheilspel lend sensatienieuws werd aangedikt: n.l. dat de nationaal-socialisten van Eupen- Malmédy in de straten van Eupen hadden betoogd voor de aansluiting bij Duitsch land en dat de gendarmen hadden moe ten optreden om de orde te handhaven. In werkelijkheid heeft men hier slechts te doen gehad met een betooging van de Hitleriaansche Jeugd. De burgemeester- was gewaarschuwd geworden dat een be tooging zou plaats hebben en er was een betoogingsverbod uitgevaardigd. Niette min kwamen een 60-tal mannen en jonge lieden op straat, in uniform, en marcheer de achter een auto waarop een zeilvlieg- tuig was geplaatst. Zij droegen de pet van de Hitier-Jugend, het zwarte hemd, rij broek en hooge zwarte laarzen en het Hitlerkenteeken voor Eupen-Malmédy, nl. een bliksempijl. De gendarmen traden op en nauwelijks waren de uniformen van de Belgische marechaussee gezien, of er werd bevel aan de betoogers gegeven uiteen te gaan. Slechts enkele jonge lieden bleven in de straten en een vijftal werd tenslotte beet genomen en naar de rijkswachtkazer ne gebracht. Zij verklaarden, dat zij hun onderricht en hun mooie zwarte laarzen uit Aken hadden gekregen. Dat is alles geweest. Maar het is ook leerzaam. Het wijst er op dat men van officieele zijde in Duitschland over Eupen-Malmédy niet spreekt maar dat men toch nog alles doet om invloed uit te oefenen op de gevoelens van de bij België gevoegde Duitsche be volking. In den grond is de basis van de propaganda zeer eenvoudig. Zij berust op intimidatie. Aan de bevolking wordt ge zegd door tal van propagandisten, die on der leiding staan van een Führer en een Führerïn die te Berlijn een speciale oplei ding blijken genoten te hebben, dat het volstrekt niet zeker is, dat de districten bij België zullen blijven behooren en dat de genen, die hun vaderlandschen Duitschen plicht niet zullen hebben gedaan zich zullen hebben te verantwoorden wanneer eenmaal het uur van den terugkeer tot het vader land zal hebben geslagen. door ALAN DARE. 55). „Er was een bus van in die andere ka mer. Ik gebruikte er een tube van, om je aandacht te trekken". „Dat herinner ik mij". Eenigen tijd bleef hij er naar kijken. „Max, ik heb zin, het er op te wagen". „Wat bedoel je?" „Er zit genoeg in deze tube, om een ge weldige ontploffing te veroorzaken." „Maar zouden wij ook niet in stukken vliegen „Het is een heel waagstuk, maar... We moeten het probeeren, Max. Ik heb ge tracht, optimistisch te zijn, maar ik kan het niet helpen, ik voel, dat Hornblow niet in staat is, ons te helpen. In dat geval is het maar een kwestie van tijd, voor het eind komt. Hier hebben we een kans, te ontkomen, hoewel ik moet toegeven, dat er groot gevaar bij is". „Jij moet beslissen, Bob". Hij legde de tube dynamiet neer en liep de kamer op en neer. De kracht van een ontploffing in die besloten ruimte zou ont zettend zijn, vooral, als zijn doel niet be reikt zou worden. Toch was er geen an dere weg. Nog denkende over het probleem viel zijn oog op de groote steenen sarco phaag. De zijkanten waren meer dan een voet dik en ze was aan den grond vastge- metseld. „Ik heb het, Max!" zei hij „Wat?" „Die sarcophaag is een uitkomst. Die is vrij ver van den steen verwijderd, en ziet er stevig genoeg uit, om bijna eiken schok Politiek is de Duitsche bevolking van Eupen-Malmédy georganiseerd in het zg. „Heimattreue Front". Deze organisatie oefent een grooten invloed uit. In de ge meente Eupen, waar geheel het openbare leven Duitsch is, waar de straatnamen in het Duitsch zijn gesteld en waar de be volking zoo goed als geen Fransch en geen Nederlandsch verstaat, is het ge meentebestuur volledig in de handen van het Heimattreue Front. In 1932, bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in October van dit jaar zullen in België an dermaal verkiezingen voor de samenstel ling van de gemeenteraden plaats hebben heeft het front niet minder dan acht van de 13 zetels veroverd. Er werden daar naast nog twee katholieken gekozen, twee socialisten en een middenstander. Het Hei mattreue Front had eigenlijk geen vol strekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, doch het profiteerde van de verdeeldheid onder de andere partijen en het systeem van verdeeling der zetels leid de er toe, dat het de volstrekte meerder heid veroverde op het Rathaus, zoodat de Belgische regeering slechts een mogelijk heid zag om nog iets van het plaatselijk bestuur in „loyale" handen te houden, na melijk de benoeming van een burgemees ter buiten den gemeenteraad om. Hij moet al zijn krachten gebruiken om de neutraliteit te handhaven. Naast het Heimattreue Front bestaat dan nog de „Heimatbund", een organisa tie, welke zich met cultureele aangelegen heden inlaat. Dit cultureele is uitsluitend ingesteld op Duitschland, dat spreekt van zelf. Er worden uitstappen en reizen naar Duitschland ingericht. Er worden lezin gen en cultuuravonden gehouden. Er wordt gezorgd voor verspreiding van uit Duitschland gezonden nationaal-socialisti- sche lectuur. Er wordt alles gedaan wat mogelijk is om het contact tusschen de Heimat en de Duitsche districten van Bel gië te bevorderen, tevens om het contact tusschen de districten en de Waalsche ste den van de provincie Luik uit te schake len. Naar al deze dingen is de kwestie van Eupen-Malmédy op hef oogenblik te be- oordeelen, niet dat onmiddellijke moeilijk heden opdagen, maar er zijn aanwijzingen in te vinden, die duidelijk maken dat het probleem blijft bestaan. IV. De heer J. v. d. Graaff te Goes schrijft ons: De samenleving die aan mijn minimum eischen zou voldoen, zou moeten waar borgen: 1. Vrede tot iederen prijs, nademaal an ders vrede niet mogelijk is. Die niets voor den vrede overheeft, behoudt dien niet. 2. Vrijheid, met als grens daadwerke lijken overlast aan anderen. 3. Welvaart, arbeid voor ieder die wer ken wil en werken kan. 4. Sociale rechtvaardigheid, zonder eenig voorbehoud. 5. Verdraagzaamheid, tegenover ieder een, onverschillig van welk geloof of poli tieke opvatting. 6. Opvoeding van de natie, dus van de jeugd in objectiviteit en niet op de gebrui kelijke subjectieve wijze. 7. Bevordering van de ontwikkeling van het individualisme, in plaats -van de tegen woordig gebruikelijke kuddecultuur. 8. Op economisch en sociaal gebied be strijding van uitwassen, waardoor de moge lijkheid kan worden geschapen tot een pro ductievorm, gedragen door een hooger be wustzijn in den mensch. Dat de democratie niet automatisch leidt tot deze dingen kan als bekend worden ver ondersteld. Maar de democratie biedt daar toe den noodzakelijken voedingsbodem. 1. Voldoet het fascisme aan de voorop stelling onder 1 genoemd? Neen, niet waar. Maar ook de opvatting van de democrati sche politieke leiders voldoen niet aan dien eisch. Het zal nog wel een amerijtje duren, voordat de mensch leert inzien, dat oorlog een der grootste misdaden is, die begaan kunnen worden. Want ook een verdedi gingsoorlog is een oorlog en onderscheidt zich alleen van een aanvals- of veroverings oorlog, doordat de verdediger het recht aan zijn kant heeft. Maar zelfs uit naam te weerstaan. Als de zoldering instort, zal het deksel ons beschermen". „Bedoel je dat we er ons in moeten verbergen?" „Ja. Ik kan een lont maken, die het dy namiet aansteekt. Wat denk je er van?" „Hetzelfde als jij hoe je ook beslist", antwoordde zij glimlachend. „Doe maar, wat je het beste vindt". „Dan is de zaak beslist", antwoordde hij ernstig. „We moeten op een of andere ma nier een lont maken. Het touw kan ons van dienst zijn". Hij ploos een stuk touw uit en nam er een streng ter dikte van een lucifer en ter lengte van twee voet van. Die bedekte hij met kaarsvet en hield er een lucifer bij, om te zien, hoe snel ze brandde. Twee centimeter ervan brandde ongeveer in tien seconden op. „Dat zal wel gaan. We zullen vier mi nuten tijd hebben". „Waar wil je het dynamiet leggen?" „Er is een kleine uitholling in den steen ongeveer een voet van den grond. Ik zal de lont om de bus binden, dan blijft er toch nog een heel eind vrij. Ben je klaar?" „Ja, maar „Het is het beste, er nu maar in te krui pen, voordat ik dat goedje aansteek. Kom!" Zij liep naar de sarcophaag en hij hielp haar er in. Hij merkte op, dat er nog ge noeg ruimte over bleef voor hemzelf. Op het laatste oogenblik bekroop hem eenige angst. Als hij de kracht van de ontploffing eens onderschat had? Als het heele gewelf eens instortte en hen bedolf?" Hjj drong die gedachten echter met kracht terug, legde de tube dynamiet in van het recht is het niet geoorloofd een misdaad te begaan. 2. Voldoet het fascisme aan het onder 2 genoemde? Uit de uitlatingen die men op dat gebied hoort verkondigen, schijnt een fascist onder vrijheid een moderne sla vernij te verstaan, waarmede ieder onder geschikt wordt gemaakt aan de massa, dus aan den Staat. Het spijt me werkelijk een minder gangbare opvatting te hebben, want in werkelijkheid is de democratie be hoorlijk uitgehold; vermoedelijk onder den invloed van het fascisme, alsmede door po litieke partijen die zich slechts van den naam democratisch bedienen, maar zoodra de democratie hun de macht geeft, er kor te metten mee zullen maken. Slechts de manieren verschillen. De doelstelling is vol komen hetzelfde. (Zie Oostenrijk). 3. Voldoet het fascisme aan het ver melde onder 3. Beloften genoeg en men kan niet ont kennen, dat in deze richting iets door het fascisme is tot stand gebracht. Hetzelfde kan men van de democratie zeggen. Maar de koe bij de horens gevat is noch door het fascisme, noch door de democratie iets tot stand gebracht. Zie ons land alsmede andere natie's. 4. Sociale rechtvaardigheid zal afhanke lijk zijn van den productievorm, zoowel on der democratisch als onder fascistisch be wind. Slaagt het fascisme er in de mensch- heid op een hooger geestelijk peil te bren gen dan zal dat idee uiteraard overwin nen. Is het de democratie die den eerepalm wegdraagt, dan staat bij de democratie een vernieuwing voor de deur. Want zonder verhooging van het geestelijk peil dezer dagen zal het nimmer gelukken iets dat op rechtvaardigheid gelijkt tot stand te bren gen. Het beetje dat de menschheid op he den dien naam geeft, is het noemen nauwe lijks waard. 5. Verdraagzaamheid kan men niet vin den bij politieke personen, die een meening verkondigen, die slechts kan bestaan van het verketteren van andere opvattingen. Men luistere om tot die conclusie te komen slechts naar politieke gesprekken en leze partijpolitieke bladen. Maar is iemand van meening dat het fascisme de verdraagzaam heid in zijn vaandel heeft geschreven. Hij zegge het. 6. Objectiviteit in de opvoeding. Maar voor het overgroote deel der Nederlanders een geval van Mania acuta. Kan het fas cisme daarop bogen. Het zal mij werkelijk aangenaam zijn dat te vernemen. 7. Opvoeding tot individualisme, tot vorming van zelfstandig denkende men- schen. Wie, doet daar heden ten dage nog aan. Veel gemakkelijker zijn meening in het partijblad te lezen. De opvoeding van Neerlands bevolking beweegt zich helaas in de richting van den kuddemensch. Dat het fascisme ons Nederlander nu zou wil len vormen tot zelfstandige menschen ver mag ik niet in te zien. Aldus onderscheidt het zich niet van andere politieke opvat tingen. 8. Zou dan werkelijk het fascisme stre ven naar het tegengaan van uitwassen op economisch gebied en aldus een hoogeren productievorm voorbereiden Ontegenzeggelijk eischt een hoogere pro ductievorm een geestelijke hoogte die op heden nog slechts door enkelen wordt be naderd. Maar daar het fascisme de vrije ontwikkeling van het individu naar eigen opvatting tegengaat en daarvoor de kudde opvatting in de plaats zet is het m.i. niet mogelijk het wordende in de samenleving langs starren administratieven weg te be vorderen. Onder de democratie zou zulks mogelijk zijn, al maken toonaangevende machten nu juist niet zoo'n verschrikke- lijken haast. Boycot van Joden. De burgemeester van Garmisch Parten- kirchen heeft aan de autoriteiten der om liggende plaatsjes order gegeven, bij den ingang van de plaats een bord te plaatsen met de vermelding, dat Joden niet ge- wenscht zijn. Er zullen geen overheidsbe stellingen meer geplaatst worden bij koop lieden, die niet aan den strijd tegen de Jo den deelnemen. de holte en liet het eind van de lont over den grond hangen. Daarop stak hij een lu cifer aan en ontstak de lont. Hij zag de vlam een seconde of twee voortkruipen en was toen overtuigd, dat er geen hindernis zou zijn. Hij rende naar de sarcophaag en klom er in. „Alles of niets", mompelde hij. „Bereid je op een schok voor!" „Ik ben gereed, oude jongen wat er ook gebeurt". Zij lag in zijn armen met haar hoofd op zijn schouder. Hij kuste haar vurig en wachtte op de ontploffing. Het scheen een eeuwigheid te duren, want de seconden kropen als uren voort. De groote sarco phaag trilde, en dichte rook drong er in. Tegelijkertijd klonken oorverdoovende knallen. „Bob!" Toen het gekraak en gerol van steenen ophield, stak hij zijn hoofd door de opening. De kamer was vol rook en de vloer met steenbrokken bedekt, doch door de ope ning kon hij een groote bres in den muur zien. „Het is gelukt!" riep hij hijgend van op winding. Kom, vlug! Die duivel kan daar ginds zijn". Hij klom uit de sarcophaag en tilde er haar ook uit, trok het pistool en kroop naar het gat. De rook hing in de kamer en het was onmogelijk, verder dan eenige me ters voor zich uit te zien. „Blijf vlak achter mij", beval hij. „Ik kan niets riskeeren met dien ellendeling". Een hoop puin lag aan den anderen kant en twee pilaren waren omgevallen. De plaats werd zwak verlicht door een zonne straal, die door een gat in de zoldering HET KEGEERINGSJUBILEIM VAN H.M. DE KONINGIN. Zooals dezer dagen werd vermeld, heeft zich een comité van afgevaardigden uit alle provincies gevormd voor een nationale hul diging van H.M. de Koningin op 6 Septem ber a.s., den dag, waarop het 40 jaren ge leden zal zijn dat Hare Majesteit den troon besteeg. De huldiging zal bestaan in een défilé voor de Koningin op den Dam te Amster dam door afdeelingen uit de verschillende provincies. Het maximum aantal deelne mers is voor Zeeland voorloopig bepaald op 700. Deze deelnemers zullen op 6 September naar Amsterdam reizen en na de huldiging, die te drie uur zal plaats hebben, terug- keeren. De kosten, die zoo laag mogelijk zullen worden gehouden, zullen door de deelnemers zelf of door de organisaties, die hen afvaardigen, betaald moeten worden. Men spare daartoe van heden af een klein bedrag per week! Het is de bedoeling, de Zeeuwsche afdee- ling zooveel mogelijk samen te stellen uit afgevaardigden van organisaties op allerlei gebied met vaandels en, waar dit mogelijk is, ook met attributen (boogschutters met bogen, arbeiders met gereedschappen enz.). Afvaardigingen in de kleederdracht van de streek zijn dubbel welkom; de stoet moet een zoo kleurig en fleurig mogelijk aanzien krijgen. Ook groepen van personen kunnen aan den stoet deelnemen. Organisaties en groepen van personen, die aan de huldiging zouden willen deel nemen, worden verzocht dit ten spoedigste en in elk geval vóór 15 April a.s., schrifte lijk mede te deelen aan het lid van het na tionale comité voor Zeeland, mr. dr. R. W. graaf van Lynden, Ter Hooge bij Middel burg, onder opgave van: a. vermoedelijk aantal deelnemers, b. aantal dat het costuum van de streek zal dragen, c. vaandels en attributen, die men zich voorstelt mee te voeren. Ook muziekcorpsen en zangvereenigingén, die bereid zijn den stoet door muziek of zang op te luisteren, gelieven zich op te geven. De aandacht wordt er op gevestigd, dat het aantal plaatsen in den stoet beperkt is en dat aanmelding dus nog niet de zeker heid geeft, dat men aan de huldiging zal deelnemen. Laten de Zeeuwen zorgen, dat de afdee- ling Zeeland in den stoet gezien mag wor den! Tot het verstrekken van inlichtingen zijn onderstaande personen bereid: Jhr. mr. A. F. C. de Casembroot, West- kapelle; L. G. Gelderman, Kortgene; mr. A. J. van der Hoeven, Tholen; A. I. Leen- houts, Retranchement; L. Onderdijk, Mid delburg; C. H. M. Plasschaert, Sint-Jans steen; mr. F. L. S. F. baron van Tuyll van Serooskerken, Domburg. Landarbeiders naar Duitschland. Dinsdag vond te Middelburg een verga dering plaats ter bespreking van de werk gelegenheid in naburige landen. De vergadering stond onder leiding van den heer Van Lier, referendaris-adviseur bij het departement van sociale zaken en werd onder meer bijgewoond door wethou der Onderdijk en den heer Staal, direc teur der districts-arbeidsbeurs te Middel burg en vertegenwoordigers van gemeen tebesturen en agenten der arbeidsbemidde ling op Walcheren, Noord- en Zuid Beve land. Er waren plm. 60 personen aanwe zig. De heer Van Lier heeft achtereenvolgens een uiteenzetting gegeven van de werk gelegenheid voor Nederlanders in Frank rijk, België en Duitschland. De inhoud hiervan liep geheel parallel met het betoog onlangs op een soortgelijke conferentie te Roosendaal gehouden, en waarover wij in ons nummer van 17 Maart uitvoerig ver slag gaven. Vragen werden gesteld door de heeren Flipse, wethouder van 's-Heer-Arendsker- kwam, dat blijkbaar door de ontploffing veroorzaakt was. Plotseling stiet hij op Hornblow. Deze lag lang uit, met zijn armen aan een p.iaar ge- honden. Bloed bedekte zijn gelaat en hals. Kennedy knielde bij hem neer en bemerkte tot zijn onuitsprekelijke droefheid, dat Hornblow gestorven was gedood door een kogel van Phenuit. Kennedy haalde een mes te voorschijn en sneed de touwen aoor. Een groote verslagenheid maakte zich van hun meester. Maxine barstte in tranen uit. Kennedy echter begreep, dat,, ze zich in elk geval moest vermannen. Iedere mi nuut van dralen kon hen het leven kosten. Met moeite tilden zij Hornblow's lichaam op en droegen het de trap op, door den tempel. Daar zij geen werktuigen hadden om een graf te graven, gebruikten zij hun messen en bouwden een grooten grafheu vel over Hornblow's lichaam. Maxine had tranen in de oogen en ook Kennedy was diep ontroerd. „Rust zacht,**9ude jongen", mompelde hij. „Je bent een goed kameraad geweest!" Ze zochten daarna naar de muildieren. „Wat ellendig", zei Kennedy, „alles is verdwenen behalve de ransels en wat over gebleven dingen". Hij liep naar buiten en tuurde in de vallei, maar er was geen le vende ziel te bekennen. „Ze zijn goed en wel weg. We hebben een kans, in het dorp een paar muildieren op te pikken en misschien wat levensmid delen! Ga je mee, Max? Ze keken nog éénmaal om naar den tem pel, die hun na zooveel ellende weer bij elkaar had gebracht. Daarna vertrokken zij, vol hoop op een toekomst zonder al ke, Huinink, burgemeester van Vere, De Kam, agent der arbeidsbemiddeling te Krabbendijke en Tange, agent der arbeids bemiddeling te Rilland. De vragen werden voor een deel beant woord door den heer Van Lier en wat de meer practische dingen betrof door den heer J. K. Melse te Middelburg. Gewezen werd op het feit, dat de be zwaren voor de gehuwden deels te onder vangen zijn, doordat zij hun vrouw en me dewerkenden kinderen en desnoods ook één of twee kleine kinderen kunnen mede- nemen. Zeer kleine ploegen moeten er mede rekenen, dat kinderen die nog niet medewerken, thuis dienen te blijven. Verder wordt ook in Nederland vaak werk aanvaard buiten de woonplaats en soms zelfs op groote afstanden, zoodat het ook dan niet mogelijk is geregeld naar huis te komen. Voorts mag aan gesteunde gezinnen, tot twee weken na plaatsing van den kostwin ner, steun worden verleend, terwijl verder, indien noodig, met voorschotten kan wor den geholpen. Er is overal gelegenheid voor kerkbe zoek. De afstanden van de boerderijen naar de verschillende kerken, staan in de con tracten aangegeven. Bij de indeeling der ploegen wordt hiermede rekening gehou den. De werktijden zijn normaal en onge veer gelijk aan de in deze omgeving ge bruikelijke. Natuurlijk maken de arbeiders bij accoordwerk, wel eens langere dagen. Dat doet men trouwens overal. Ook kunnen plattelandsche jongens, die nog niet in den landbouwarbeid bedreven zijn, in de Duitsche grensstreek geplaatst worden als leerling-landbouwersknecht te gen een loon van 25 a 35 mark per maand met kost en inwoning. De arbeiders moeten geen gereedschap medenemen. Sommigen nemen echter wel een bietenspade mee. Een fiets moet be slist niet medegenomen worden. De arbei ders zijn verzekerd tegen ziekte en onge vallen. Een kelder onder de Markt. In verband met de luchtbeschermings plannen in deze gemeente hebben B. en W., er op uit zijnde zoo zuinig mogelijk de gemeentefinanciën te beheeren, naar wij thans vernemen een dezer dagen in het ge heim de bekende wichelroedeloopster me vrouw Mierebet uit Surhuisterveen laten komen. Teneinde geen opzien te baren heeft de wichelroedeloopster des nachts in de om geving van de Markt haar proeven geno men, die tot het verbijsterende resultaat hebben gevoerd, dat onder de Markt een enorme ondergrondsche kelder, men mag wel spreken van een zaal, ontdekt is. De ruimte bleek nog geheel intact te zijn: groote gemetselde gewelven, steunende op enorme pilaren, vormen 3 a 4 meter onder het Marktplein een zaal die zeker aan 1000 a 1200 menschen plaats zal bieden. De wichelroedeloopster heeft aangewezen, dat er toegangen naar deze zaal loopen uit verschillende richtingen: één komt uit on der in den toren van het Raadhuis, één ver loopt in de richting van de Langedelft en een andere komt uit in de kelders van de tegenwoordige sociëteit „De Vergenoeging", op welker plaats in vroeger eeuwen de bier brouwerij van de Middelburgsche trappisten gestaan heeft. B. en W. hebben thans, zoo vernamen wij, de leden van den gemeenteraad gezamen lijk met de burgerij uitgenoodigd om mor genochtend om half negen een kijkje in deze historische ruimte te komen nemen, welke zjj voornemens zijn tot vluchtkelder in verband met de luchtbescherming in te richten. In de geheime Raadsvergadering zijn hierover gistermiddag uitvoerige mededee- lingen gedaan. In memoriam mr. Erasmus. Ter openbare terecntzitting der recht bank alhier kamer voor burgerlijke en han delszaken, zijn gisteren woorden van nage dachtenis gewijd aan wijlen mr. J. Erasmus, advocaat en procureur te Oostburg. Namens de rechtbank werd het woord O deze verschrikkingen, en met weemoed denkend aan den trouwen kameraad, dien zij verloren hadden. HOOFDSTUK XXIX. Door het woud. Kennedy's hoop, in het dorp muildieren te kunnen koopen, werd niet verwezenlijkt. De inboorlingen waren achterdochtig en zelfs vijandig, en zij konden zelfs geen stuk je voedsel van hen krijgen. Gelukkig had Phenuit de dekens achtergelaten, anders was hun toestand nog erger geweest, want het was kouder geworden. „Wij moeten maar leven van wat het bosch ons kan geven", zei Maxine. „Ben je van plan, denzelfden weg terug te ne men, dien wij gekomen zijn?" „Alleen maar een dag of twee. Ik zie op de kaart, dat er zoowat vijftig mijl verder op een weg loopt naar Progreso. We be hoeven natuurlijk niet naar dezelfde plaats te gaan, waar we aan land kwamen. In Progreso kunnen we waarschijnlijk wel een boot krijgen". „Wat jammer, dat we allebei de geweren verloren hebben. Anders hadden we vogels kunnen schieten, en misschien viervoetig wild. Gelukkig is er overvloed van water". Zij pakten hun ransels vol met vruch ten en bessen, en vulden de veldflesschen met water uit een der onderaardsche bron nen, voordat zij het verbrande gedeelte van het bosch" betraden, 's Nachts verble ven zij in een hol en voedden zich met vruchten. Nu en dan stieten zij op versche muildiersporen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5