ROOK TRIUMPH R KRONIEK van den DAG. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSOIE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 26 MAART 1938. No. 72. ÏD. Internationale zorgen. MIDDELBURG. RÖ 545 ort- re n- van ken 4id- Va\- oed No. >nd, oe- ijn- i. io's >rij- im- irg. en, .sef in wt, >36. :k? 4 che UG es: m- ds- 306 ing 'en uw ide er. Bemanteld, dreigement. In de Ver. Staten is „menf' (dat zijn sommige kranten althans) teleurgesteld over de redevoering van Chamberlain. Deze Amerikaansche „men" vindt, dat de Engelsche minister-president lang niet genoeg gezegd heeft. Blijkbaar had hij volgens dezen Amerikaanschen smaak wel besliste toezeggingen aan Tsjecho-Slovakije moeten doen. Van de overzijde van den oceaan zijn de laatste jaren vaker in dezen geest aanmerkingen op de buitenlandsche politiek van Engeland gemaakt. Een be paald soort Amerikanen schijnt van oor deel, dat Engeland er desnoods maar eens op moet slaan. Merkwaardige mentaliteit Als men in de Ver. Staten werkelijk zoo veel heil in een daadwerkelijke anti-fas cistische onderneming ziet, waarom houdt men zich dan nog steeds zoo afzijdig van de Europeesche politieke problemen Er zijn zonder twijfel Amerikanen, die anders zouden willen. Maar zij hebben de over hand niet. En zoolang daarin geen ver andering komt, heeft het weinig zin, dunkt ons, voor Uncle Sam om John Bull met overbodige aanmerkingen lastig te vallen Chamberlain heeft trouwens meer ge zegd, dan verwacht werd. Engeland geeft Tsjecho-Slovakije geen welomschreven waarborgen. Maar Engeland zal, als Tsje cho-Slovakije mocht worden overrompeld naar alle waarschijnlijkheid genood zaakt worden, te gaan vechten, Aldus de duidelijke waarschuwing van den Engelschen minister-president aan Berlijp Kon het Engelscher worden gezegd? Men moet dan toch wel een fijne notie van di plomatiek jargon hebben, om op deze wijs aan eèn zeer ernstig dreigement alle stekeligheid van prestige te ontnemen, Praag verklaarde zich zeer ingenomen met Chamberlain's betoog. Inderdaad, in de gegeven omstandigheden had het onmoge lijk gunstiger voor Tsjecho-Slovakije kun nen luiden. Men moet het op de keper be kijken, om de waarde ervan te bepalen -en zal dan tot de merkwaardige ont dekking komen, dat Chamberlain in wezen bijna net zoo goed een besliste toezegging van militaire hulp had kunnen doen, Praag weet nu vrijwel zeker, dat het, in geval van een overrompeling, op Enge land zal kunnen rekenen; en Berlijn, dat Praag zich niet vergist. „Wij willen liever niet vechten, zoo heeft Chamberlain Berlijn eigenlijk laten weten, maar wat kunnen we er aan doen .als we in een oorlog meegesleept worden door den schuld van anderen? Denkt er om, waarborgen geven we niet aan Tsje cho-Slovakije, maar hoe zouden we afzij dig kunnen blijven, als gij Duit- schers Tsjecho-Slovakije onder den voet zoudt loopen?" Inderdaad, er is dan bijna geen moge lijkheid voor Engeland, neutraal te blij ven. Immers Frankrijk heeft een verdrag van militairen bijstand met Tsjecho-Slc» vakije. Parijs beschouwt een onafhankelijk Tsjecho-Slovakije als een politiek levensbe lang voor de Fransche republiek. Hoe machtig werd Duitschland niet, indien het den staat van Tsjechen en Slovaken (plus de minderheden) ook nog opslokte? Daar om is Frankrijk principieel bereid te gaan vechten, zoodra Tsjecho-Slovakije belaagd wordt. Welnu, buiten een FranschDuit- schen oorlog zou Engeland niet kunnen blijven. Weliswaar voorziet de toezegging van Engelsche hulp alleen in het geval van een aanval van Duitschland op Frankrijk en zou men in de onderhavige aangele genheid met een aanval van Frankrijk op Duitschland te doen hebben, maar in de barre praktijk van "een oorlog, pleegt men op dergelijke verschilletjes niet te letten. Intusschen kan dit punt heel gemakke lijk een zaak van diplomatiek spiegelge vecht opleveren. Immers, Hitier zal zijn Sudeten-Duitschers niet loslaten. Dat zijn inlijvingslusten de geheele Tsjecho-Slo- vaaksche republiek omvatten, wil er voor- loopig moeilijk bij ons in, maar de Duit- sche gebieden omvatten ze zonder twijfel. Hij zal wellicht probeeren deze gebieden als 't ware van binnen uit los te tornen van den Tsjecho-Slovaakschen staat. De partij van Henlein lijkt het instrument daartoe. En Engeland kan dan wellicht aan de praat gehouden woraen met lastige vragen over de Engelsche toezeggingen aan Frankrijk. Zou het geen „rechtsver krachting" zijn, indien de Engelschen Frankrijk ook gingen helpen in het geval van een Franschen aanval op Duitschland? Deze vraag ligt voor de diplomaten te Berlijn voor het grijpen na Chamberlain's rede. Natuurlijk, bijster reëel is zij in we zen niet. Dat hoeft de heeren diplomaten echter niet te bezwaren. Ze leveren zoo vaak spiegelgevechten, soms zelfs volko men zinloos. Maar dat zou hier het fjeval niet zijn. Hier zou er een realiteit achter schuil gaan, met Hitier op de loer, om op het geschikte oogenblik zijn slag te slaan. We zijn er benieuwd naar, of de Duitsche Führer het werkelijk aandurft, zoo'n spel te spelen. Want dit staat vast hij zal het ontzaglijk goed moeten doen om de groote gevaren van een gewapend conflict te ontloopen. De redevoering van Chamberlain heeft daaromtrent geen twij fel gelaten. HET OOG VAN ABU door ALAN DARE. 51). „Ja, en ik heb jammerlijk gefaald", ant woordde hij bitter. „Het is afschuwelijk!" Hornblow stond op, op de geïmprovi seerde kruk steunend, die hij gedurende de afgeloopen dagen had gemaakt. „Dat gaat beter", mompelde hij. „Ik zal dezen stok over een paar dagen kunnen weggooien. Kennedy, wat ga je nu begin nen?" „Wat schiet er anders over, dan terug te keeren!" „Dat schijnt werkelijk het eenige, wat we kunnen doen. Als Phenuit pas kort weg is, hebben we nog kans, hem in te halen. Wij hebben ten minste de muildieren". „Hij heeft er misschien een paar van de inboorlingen in de vallei!" Hornblow knikte. Hij had alleen gepro beerd, zijn vriend wat op te wekken, maar zelf vreesde hij het ergste. ■.Wat een duivel!" bromde hij. „Dan zit- we nog met Katinka. Wat wil je met haar beginnen?" -rmedy schudde het hoofd. Op dat oogenblik Was Katinka uit. Met ongeloof lijke snelheid was zij genezen van haar wond. Hornblow had haar tegen elke lichamelijke inspanning gewaarschuwd, maar zij had zijn waarschuwing in den wind geslagen. Net als Kennedy had zij naar Phenuit gezocht, om een reden, die niet zooveel van de zijne verschilde. „Zij is niet normaal!" zei Hornblow. „Die wond had haar drie weken rust moe- Finantieel economisch weekoverzicht. De Mexicaansche regeering heeft besloten tot onteigening der bui tenlandsche petroleum-concerns Naar een nieuwe kabinetscrisis in Frankrijk? De beurs heeft in de afgeloopen week weer het noodige te slikken gekregen. Nog nauwelijks bekomen van de opwindende gebeurtenissen in Oostenrijk en omliggende landen, kwam daar al weer het bericht dat de Mexicaansche regeering besloten had tot onteigening over te gaan van de bezittingen der buitenlandsche petroleum concerns. De eerste reactie hierop was een belangrijk aanbod van aandeelen in Olie maatschappijen die in Mexico geïnteres seerd zijn. Toen echter bekend werd, dat de mogelijkheid nog bestaat dat het Mexi caansche Hooggerechtshof deze confiscatie ongrondwettig zal verklaren, keerde de rust voorloopig terug. Het heeft echter alle schijn dat de wensch in dezen de va der van de gedachte zal blijken te zijn, want het is nauwelijks aan te nemen dat de „roode" Mexicaansche regeering, zelfs indien het gerechtshof een voor haar on gunstige beslissing zou nemen, niet langs anderen weg zou trachten haar plannen toch tot uitvoering te brengen. Teleurstel lend werkte het vooral dat noch de Ame rikaansche, noch de Engelsche regeëring van zins zijn stappen te doen. Nu is aan stonds de vraag gesteld hoe de Mexicaan sche regeering zich het vervoer denkt van de alsdan door haar te winnen petroleum, aangezien het een bekend feit is dat bij de groote petroleum maatschappijen pro ductie en vervoer geïntegreerd zijn, d.w.z, in een hand vereenigd. Ongetwijfeld drei gen haar van die zijde gevaren, maar reeds thans heeft Japan blijk gegeven ook in dezen in troebel water te gaan vissehen Een groot aantal Japensche tankers is nl onderweg naar Tampico om de geconfis- ceerde petroleum te bemachtigen terwijl, naar verluidt, Japansche agenten in Mexico doende zijn, contracten af te sluiten. Niet alleen de in Mexico belangen hebbende oliemaatschappijen zien zich ech ter bedreigd, maar evenzeer die concerns welke in ander opzicht een belang in Mexi co hebben. We denken bv. aan het beken de American Smelting and Refining con cern, dat naast belangrijke fabriekscom plexen eveneens een vijftigtal mijn-conces sies in Mexico bezit, vnl. betrekking heb bende op zilver, goud, kwik, lood en zi£k. En het is dan ook niet te verwonderen dat de aandeelen van dit zeer goed aangeschre ven staande concern op een dag van 45 tot 40 inzakten. En alsof dit nog niet genoeg was kwam daar nog bij het bericht dat de regeering in Frankrijk nog verder het pad der in flatie op wil, door zich de „devaluatie winst te laten uitkeeren, ad circa frs 16 milliard en het voorschot bij de Banque de France te doen verhoogen met frs. 10 milliard. Zooals de zaken thans staan ziet ten kosten, en nu loopt zij al rond. Het verwondert mq, dat zij niet geprobeerd heeft, te ontvluchten". „Ontvluchten! Het kan haar totaal niets schelen, wat wij doen. Haar heele wezen heeft zich op dien duivel Phenuit gecon centreerd. Ik denk, dat ik haar maar zal laten loopen, als wij weer in de beschaafde wereld terug zijn". „Dat zou ik niet doen", zei Hornblow. Zij heeft je heel wat zorg op den hals gehaald. Ik twijfel er niet aan, of je kunt haar een heelen tijd gevangenisstraf be zorgen". ,Dat kan wel zijn, maar ik heb toch met haar te doen. Zij is jaren lang degeen ge weest, die de kastanjes voor dien duivel uit het vuur heeft gehaald. Ik kan niet nalaten, haar volkomen onverschilligheid voor straf te bewonderen". Geloof je, dat zij ons alles verteld heeft, wat zij weet?" „Ja. Zij verlangt er even hard naar. Phenuit te vinden, als wij zelf. Hornblow, ik ga meteen maar inpakken". „Dat lijkt me werkelijk het beste. Het is heel onwaarschijnlijk, dat Phenuit hier nog is. Behalve mijn been, ben ik zoo ge zond als iets. We zullen zoo snel mogelijk terugkeeren, nacht en dag. Hij moet weer naar het jacht terug zijn. Het is ellendig." Kennedy zei niets, maar aan zijn gezicht was duidelijk te zien, dat hij tot in het diepst van zijn ziel geschokt was. Zes dagen waren verloopen, sinds hij Maxine het laatst had gezien zes vreeselijke dagen, die zijn geheele verdere leven in zijn ge heugen zouden blijven. Maar hij telde zijn het er niet naar uit dat de senaat dei-, heer Blum in zijn plannen zal volgen er. voor zoover zij er zich nog éénmaal bij zal neerleggen, mag men aannemen dat de li- mite in dat geval bij frs. 5 milliard zal liggen. Het is onbegrijpelijk hoe de Fran sche regeering zich voorstelt langs dezen weg voort te kunnen gaan. De toestand is toch momenteel zoo, dat vrijwel drie kwart van het circulatiebank-crediet in beslag wordt genomen door den staat, en dat zelfs het meest krachtige regime geen kans zou zien om de thans op gang zijnde inflatie tijdig den kop in te drukken. En dat terwijl het oorlogsgevaar steeds weer dreigt, en de depressie ook in andere lan den steeds duidelijker voelbaar gaat wor den. Dit blijkt o.a. uit de berichten uit België, alwaar de regeering plotseling tot het inzicht is gekomen dat de inkomsten met circa frs. 1800 millioen zullen moeten worden opgevoerd om een deficit op de begrooting te voorkomen, terwijl de uit giften van een frs. 2.000 millioen groote leening wordt overwogen. In dit opzicht kunnen Nederlandsch Indië en Nederland tot op het huidig oogenblik den toets der vergelijking zeer goed door staan. De cijfers voor den uitvoer over de maand Februari waren nog allerminst slecht te noemen, al zal men mogen aan nemen dat bjj de steeds verdere voort schrijding van ons bewapeningsprogram, de invoeren relatief steeds sterker zullen stijgen dan de uitvoeren, hetgeen uit alge meen economisch oogpunt overigens nog heusch niet zoo ongewenscht is te achten. En wat ons Indië betreft, ook daar is de toestand nog allerminst zorgwekkend, al behoeft men er natuurlijk bij lange na niet op te rekenen een zoo gunstig jaar te zul len beleven als over 1937 het geval was. De daaromtrent thans bekend geworden cijfers stellen de abnormaal groote opleving in dat jaar wel buiten twijfel. De export toch blijkt met niet minder dan 400 millioen ten opzichte van 1936 te zijn ge stegen en het hooge cijfer van 938 mil lioen te hebben behaald Kët hoeft wel geen betoog dat bij de gemiddelde prijs daling van meer dan 50 alsmede ten gevolge van de sterke quantitatieve daling der exporten, dit cijfer in 1938 niet zal worden bereikt. Wanneer we ons ten slotte tot onze eigen markt keeren, dan kon opgemerkt worden dat ondanks de verkoopsdrang de markt zich toch betrekkelijk goed hield. En op de beleggingsmarkt bleef de situatie vrijwel ongewijzigd; wel wisten staats- obligatiën ten opzichte van de vorige week niet onbelangrijk in koers te verbeteren zoo kwam de jongste Nederlandsche staatsleening weer een oogenblik boven de 101 maar de ware lust ontbrak toch nog. Onder deze omstandigheden houden emittenten zich, zooals te begrijpen valt schuil. Toch wil het ons voorkomen dat het minste geringste vleugje vertrouwen weer voldoende zal zijn om de markt te doen draaien en ons wederom voor een vloed van conversies te brengen. Thans laten we de gebruikelijke koersen volgen Rott. Lloyd 106—105 H.V. A. 421—412 Deli Bat. Mij. 231—222 Deli Mij. 292—279 Senembah 294281 Kon. Petroleum 339327 Philips 283278 U.S. Steels 37—36 Anaconda's 2221 Amsterdamsche Bank 153155 Een dankbare werklooze. Drie jaren geleden is de werklooze stu- cadoor Kasteleyn, die in Zuid-Afrika werk kon krijgen, door het Burgerlijk Armbe stuur en het Armbestuur van de Geref. Kerk, te Leidschendam geholpen aan een deel van de kosten van overtocht voor hem en zijn gezin. Dezer dagen, meldt het Vad., zijn beide Armbesturen aangenaam verrast toen zij een dankbrief ontvingen van K. waarin deze mededeelde te zijn geslaagd en dank bracht voor de verleende hulp. Hij sloot een chèque in voor het bedrag dat indertijd voor hem was besteed. eigen lijden niet als hij dat vergeleek bij wat zijn vrouw moest uitstaan. „Ik zal de muildieren bij elkaar drijven", zei hij. „Wij hebben heelemaal geen le vensmiddelen meer, maar in een van de dorpen in de vallei zullen we wel wat kun nen koopen". Het koste hem een vol uur, want twee der dieren hadden zich, op zoek naar voed sel, een heel eind verwijderd. Toen hij te rugkwam, las Hornblow juist het laatste gedeelte van Phenuits manuscript, dat hij sinds zijn verwonding niet meer ter hand had genomen. „Kennedy, ik heb iets ontdekt", zei hij opgewonden. Kennedy keek hem snel aan. „Neen, niets van haar, oude jongen Maar ik geloof, dat ik ontdekt heb, om welke reden Phenuit hierheen is geko men". „Het kan mij geen zier schelen". „Toch is het interessant fantastisch. Aan het eind van het manuscript is een stamboom van de dynastie van Kamatexl, die volgens Phenuits over dit land regeer de. Het vreemde van Kamatexl en zijn va der, en zijn grootvader, is, dat zij allen meer dan vierhonderd jaar regeerden". „Onzin!" „Dat lijkt in het eerst zoo, maar Phenuit beroept zich op verschillende inscripties, die hij op verscheidene plaatsen gevonden heeft en die zijn bewering schijnen te be vestigen. Wacht eens! Het is Phenuits theorie, dat de Maya's al wat zij wisten, leerden van een veel knapper volk, dat eeuwen en eeuwen voor hen van de aarde HET A.S. REGEERENGSJUBILEUM VAN H.M. DE KONINGIN. Uitgifte van jubileum-postzegels. In verband met het feit, dat het in Sep tember a.s. 40 jaar geleden is, dat H.M. Ko ningin Wilhelmina de regeering heeft aan vaard, zal in dien tijd een serie jubileum postzegels verschijnen. Deze zegels zullen allen een gelijke beel tenis dragen van Hare Majesteit en in Ne der land verschijnen in de waarden 1%, 5 en 12% cent; en in Ned. Indië in de waarden 2, 10, 15 en 20 cent. De zegels zullen zonder toeslag worden verkocht. DE ONDER DE WAPENEN GEHOUDEN DIENSTPLICHTIGEN. De wijze, waarop met hun be langen rekening zal worden ge houden. Bij legerorder van vandaag heeft de mi nister van defensie maatregelen beleend ge maakt, op welke wijze rekening moet wor den gehouden met de belangen van de dienstplichtigen, die 5% maand langer in dienst moeten blijven. Het geval, zoo schrijft de minister, kan zich voordoen, dat de verwanten van een dienstplichtige door het langer verblijven in werkelijken dienst in ernstige ongelegen heid zouden geraken wegens het gemis van de verdiensten van den dienstplichtige in dien deze n.l. in den tijd van het verlengde verblijf als hun kostwinner of ais mede kostwinner had moeten optreden en daar toe inderdaad gelegenheid zou hebben be staan. In zulk een geval zal getracht wor den door toekenning van kostwinnersver goeding, die bij den burgemeester moet worden aangevraagd, aan hun belangen tegemoet te komen. Mocht zich het geval voordoen, dat de persoonlijke aanwezigheid van een dienst plichtige noodzakelijk is voor het in stand houden van het middel van bestaan van zijn verwanten, dan zal worden overwogen de moeilijkheden zooveel mogelijk op te hef fen door het laatste gedeelte van de eerste oefening op een anderen tijd te laten ver vullen of desnoods door gedeeltelijke vrij stelling te verleenen. Het spreekt wel van zelf, dat dergelijke gevallen tot de uitzon deringen dienen te behooren. Dienstplichtigen, die in Nederlandsch-In- dië gaan wonen, zullen zooveel mogelijk in de gelegenheid worden gesteld den werke lijken dienst te verlaten, indien zij aantoo- nen, dat zij reeds spoedig daarheen zullen vertrekken of dat het althans vaststaat, dat zij bestemd zijn om binnen niet te langen tijd daarheen te worden uitgezonden. Zij moeten echter rekening houden met twee bijzonderheden: ten eerste, dat zij geen vrij stelling, doch alleen uitstel kunnen krij gen van het nog niet volbrachte deel van de eerste oefening en ten tweede, dat zij in Nederlandsch-Indië dienstplichtig wor dende zonder in Nederland lang genoeg voor eerste oefening gediend te hebben, daar nog een deel van deze oefening zullen moeten volbrengen. Sommige dienstplichtigen, die langer in werkelijken dienst moeten blijven dan waarop zij hadden gerekend, hadden uit zicht, dat zij bij vertrek met groot verlof in een burgerbetrekking zouden kunnen te rugkeeren of spoedig werkgelegenheid zou den vinden. De langere afwezigheid maakt het onzeker of elke werkgever in staat z,al zijn om tot het einde van den oefeningstijd de voor den dienstplichtige bestemde plaats open te houden. Er -is echter een beroep gedaan op de goede gezindheid van de werkgevers om zooveel in hun vermogen ligt in hun bedrijf de maatregelen te willen treffen, die ertoe kunnen leiden, dat de dienstplichtige landgenooten, als zij eenige maanden later uit den dienst komen, zoo weinig mogelijk nadeelen van de verplich tingen, welke zij in het algemeen belang hebben te volbrengen, ondervinden. verdween de Atlantiërs. Hij beweert, dat Atlantis werkelijk bestaan heeft en dat, na de vreeselijke catastrofe, die dat eiland vernietigde, eenigen van zijn pries ters er in slaagden, verschillende aangren zende landen, Afrika en Amerika, te berei ken. Zooals je je misschien herinnert, zegt men, dat er in Egypte vóór de eerste dy nastie een Atlantische kolonie was". „Ik meen dat ergens gelezen te heb ben". „Phenuit gelooft, dat de Atlantiërs, die hier kwamen, een groot geheim openbaar den aan de Maya priesters niets meer of minder dan het geheim van het Leven en den Dood. Het Levenselixer". Kennedy haalde de schouders op en lachte. „Wacht nog even! Men kan niet al te ongeloovig zijn als men bedenkt, wat voor man Phenuit is. Hij beroept zich op het vreemde feit, dat Kamatexl en zijn voor ouders meer dan vier eeuwen hebben ge leefd. Een ander vreemd feit is, dat de ge heele Kamatexl dynastie, waarvan mel ding wordt gemaakt, zelfmoord pleegde". „Dat snap ik niet". „Het is heel eenvoudig. Zij konden geen natuurlijken dood sterven. Zij moesten zich zelf van het leven berooven, als zij het voortbestaan moede waren. Maar nu komt het vreemdste. Phenuit ontdekte dat de laatste koning, die geen kinderen had be sloot het geheim te openbaren aan den geen, die het wenschte te leeren kennen. Hjj had een gouden oog, dat voor het beeld Abu gemaakt was, en daarop schreef hij in het geheimschrift der priesters een mede- Parkeerverbod. B. en W. deelen den Raad mede, dat zij het parkeerverbod, dat tot nu toe gold voor het deel van de Noordstraat tusschen Markt en Helm, hebben uitgestrekt tot het deel MarktSimpelhuisstraat. De commissie van toezicht op het L.O. Aan het aan den Raad overgelegd ver slag 1937 van de Commissie van toezicht op het l.o. ontleenen wij het volgende: In de commissie namen zitting de hee ren P. Francois en dr. C. Orbaan. Mevr. G. AppelDeibei verliet Middelburg, zij heeft een lange reeks van jaren door haar advies en haar belangstelling in school en kind een belangrijk onderdeel in den ar beid der Commissie gehad. Als bode fun geert P. C. Muller in plaats van J. van Karssen, hij houdt ook het archief der commissie bij. De vier subcommissies, die de scholen bezochten hadden verschillende opmerkin gen, doch geen groote klachten. Wering van schoolverzuim. De commissie tot wering van School verzuim behandelde in 1937 29 gevallen, waarvan 4 betroffen leerlingen van school A, 4 van school C, 8 van de R.K. school, 5 van de school Zuidsingel en 8 van de openbare school te Nieuw-en-Sint-Joosland. ONDERWIJS AAN ZWAKZINNIGE KINDEREN. De Vereeniging tot stichting en instand houding van Chr. scholen voor zwakzinni ge kinderen op Walcheren, zond een adres aan den Raad waarin er op wordt gewe zen dat van de ongeveer 3500 kinderen die een Chr. school bezoeken, er een 40- tal voor dit buitengewoon onderwijs in aanmerking zouden komen. Het bestuur verzoekt daarvoor lokali teit ter beschikking te stellen bijv. de drie lokalen van het schoolgebouw aan de Nieuwe Haven, waarvoor nog geen be stemming is gevonden. Verder vraagt het bestuur onder overlegging van een be grooting met een eindcijfer van 2700 en een onvoorzien van 110, voor ieder kind uit Middelburg, dat de bedoelde school zal bezoeken, een subsidie van 30 per jaar. Ir. ALBARDA OVER DEN HUIDIGEN TOESTAND IN EUROPA. De afdeeling Middelburg van de S.D.A.P. hield gisterenavond voor een bijna geheel met belangstellenden gevulde beneden ach terzaal van St. Joris een openbare vergade ring, waarin als spreker optrad Ir. J. W. Albarda, voorzitter der soc. dem. Tweede Kamerfractie. De afdeelingsvoorzitter, de heer J. Mon- deel, zeide, dat verleden jaar Ir. Albarda verhinderd was in den verkiezingstijd hier op te treden, en men verheugd was hem nu in dezen zoo spannenden tijd te kunnen verwelkomen. Nadat de gemengde zang- vereeniging „De Volkstem" op haar beken de goede wijze een drietal strijdliederen had doen hooren, verkreeg ir. Albarda het woord. Spr. zeide, dat de kaart van Europa de laatste 14 dagen wel zeer is veranderd, maar het de vraag is of het daarbij zal blijven. Als Hitier zoo doorgaat, zullen de kanonnen wel moeten beslissen. Men leeft in een tijd dat alles op losse schroeven staat, het is geen groote tijd, doch een vree selijke tijd. Er is geen volk meer, dat een ander vertrouwen kan en de bewaping is enorm. Het is wel een groote ontnuchtering voor hen, die meenden dat men na den oor log 19141918 tot bezinning zou zijn geko men. In de landen waar een dictator heerscht, zijn geen groepen meer die de re geering binnen de perken kunnen houden, zooals de soc. democraten dit deden in het vroegere Duitschland. Men heeft de gevol gen reeds gezien bij den massa-moord in Abbessynië. Zoo iets zou tegenwoordig een democratische staat niet kunnen doen. Nu heeft men het gebeurde in Oostenrijk, waarmede Nederlandsche arbeiders in de na-oorlogsche jaren zulke sterke banden hebben gesmeed. Hitier heeft een nieuwe methode uitgevonden om zijn zin door te (Ingez. Med.) deeling. Vijftien jaar geleden kwam Phe nuit hier, om deze zaak te onderzoeken. Hij vond den God Abu, maar het oog zat er niet in." Voor het eerst toonde Kennedy eenige belangstelling. Als hij bedacht, dat hij het oog in het hoofd van Abu had gevonden, had het er veel van, of Phenuit iets had ontdekt, ofschoon hij er zelf niet in ge slaagd was. „Het is zeker een vreemde geschiedenis", gaf hij toe. „Maar natuurlijk is dat idee van een levenselixer nonsens". „Dat zou ik ook zeggen. Het leven is een chemisch proces. Het gaat er mee als met een opgewonden horloge, dat een zekeren tijd loopt. Honderd jaar is ongeveer de grens". „Toch denkt Phenuit er anders over, an ders zou hij niet zooveel moeite hebben ge daan om dat Tablet in handen te krijgen". „Wel, als hij er voordeel bij zou hebben. Als de graftombe van Kamatexl hier dichtbij is, bevat ze zeker een of anderen schat. Misschien zoekt hij dien". Het binnenkomen van Katinka maakte n eind aan hun gesprek. De tegenspoed, dien zq ondervonden had, had aan haar uiterlijk weinig afbreuk gedaan, maar er was een uitdrukking van grooten angst in haaf donkere oogen. ,We vertrekken dadelijk", zei Kennedy. .Vertrekken!" ,Ja". .Neen, toe, nog niet", smeekte zij opge wonden. „Hij is hier ergens, en uw vrouw ook, dat weet ik". (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5