nmmiMü.
Nationaal-Socialisme en Christendom
zijn onverzoenlijk.
Het oog van Abu
een godenmaal
KRONIEK van den DAG.
£en maIscbe biefstuk
tferscbe aardappeltjes
jonge üeldsla
Dobbelmann
lekkerman!
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE
GQESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 10 MAART 1938. No. 58.
De beteekenis van het proces tegen ds.
Niemöller. Voor eén Belijdende Kerk
schijnt in Duitschland geen plaats meer.
Door ALAN DARE.
Verlichting van vaste lasten
voor den tuinbouw.
Dilemma voor Schuschnigg
Er komt nu al aardig teekening in de
Oostenrijksche aangelegenheid. De na
zi's roeren zich steeds meer en men kan
er nauwelijks nog aan twijfelen, dat bin
nen afzienbaren tijd Oostenrijk zoo niet
bij Duitschland ingelijfd dan toch een
willooze vazal van het Derde Rijk zal
worden. Minister Seiss Inquart, die Von
Schuschnigg op verlangen van Hitler in
zijn kabinet heeft moeten opnemen als
vertegenwoordiger der nat.-socialistische
beweging, heeft Zondag jl. te Linz in Op-
per-Oostenrijk, vrij duidelijk kleur be
kend. Oostenrijk, zoo vertelde hij de
luisterende schare, zal onverbiddelijk
den „Duitschen weg" bewandelen. Mis»
schien streeft de heer Seiss niet recht
streeks naar den onvoorwaardelijken
Anschluss. Hij is ook nog roomsch-ka-
tholiek, en beseft vermoedelijk, dat de
volslagen inlijving voor het Oostenrijk
sche roomsch-katholicisme bedenkelijke
gevolgen zou kunnen hebben. Maar hij is
blijkbaar niet roomsch-katholiek genoeg,
om als Schuschnigg het nationaal-socia-
lisme te kunnen weerstaan.
Seiss Inquart is te Linz als een afgod
vereerd. Evenals te Graz heeft te Linz
het nat.-socialisme een geweldigen aan
hang. Het haakkruis werd er Zondag
door duizenden gedragen. Eigenlijk
mocht dat niet. In het openbare leven is
het dragen van het nazi-embleem niet
toegestaan. Maar in omstandigheden als
Zondag te Linz zien de autoriteiten geen
kans het verbod te handhaven. Zoover
is het reeds gekomen met de tenuitvoer
legging van de overeenkomst van Berch-
tesgaden. De nazi's spreiden in hun ge
drag een eigenaardige zekerheid ten
toon: de zekerheid van te zullen over
winnen. Sommige heethoofden willen die
overwinning zelfs stormenderhand op
korten termijn verwezenlijken. Den ge
matigden, die (nog) de overhand hebben,
lijkt het echter verstandiger den weg
der geleidelijkheid te gaan: Zij willen
zich langzamerhand meester maken van
de leiding van het Vaderlandsche Front
en van daaruit van de regeering.
Het Vaderlandsche Front was de laat
ste jaren de eenige getolereerde politie
ke beweging in Oostenrijk. Ze vormt in
wezen de voortzetting van de vroegere
„Christ.-sociale partij", de groote poli
tieke organisatie der roomsch-katholie-
ken. Zooals men weet worden de natio
naal-socialisten nu toegelaten tot het
Vaderlandsche Front. Niet als zelfstan
dige politieke partij hebben ze hun vrij
heid van actie en propaganda herkre
gen, doch als „beweging" binnen de or
ganisatie van het Vaderlandsche Front.
Misschien heeft Schuschnigg gehoopt
hen op deze wijs onder de knie te kun
nen houden. We kunnen ons niet voor
stellen, dat hij zulks dan nog hoopt. De
nationaal-socialisten vormen zonder twij
fel een minderheid in het Oostenrijksche
volk. Maar ze blaken van ondernemings
lust en hun aanhang breidt zich thans
met den dag uit. Er lijkt geen kruid
meer tegen gewassen, nu Schuschnigg
zich zijn voornaamste wapen: de onder
drukking, door Hitier uit handen heeft
laten nemen. Evenals hun Duitsche par-
tijgenooten verstaan de Oostenrijksche
nazi's de kunst der propaganda bij uit
nemendheid. Vermoedelijk zal het ech
ter niet eens noodig zijn voor hen, om
een meerderheid onder het volk te wer
ven. Heeft ook Hitier het niet klaar ge
speeld de macht te veroveren, toen zijn
aanhang nog op geen stukken na de helft
van het Duitsche volk besloeg?
Uiteraard ontstaat er als vijandige
pendant der nat.-soc. activiteit ook toe
neming van politieke werkzaamheid on
der de tegenstanders van den „An
schluss". Uit alle deelen van Oostenrijk
stroomen Schuschnigg voortdurend aan
hankelijkheidsbetuigingen, moties, waar
in Oostenrijk's nationale zelfstandigheid
als een goed, dat desnoods met bloed
verdedigd zal worden, wordt voorge
steld, en wat dies meer zij, toe. Ook is
er eenige beweging ontstaan onder de
arbeidersmassa, welke voor het huidige
bewind in de soc.-democratische partij
was georganiseerd. Zij verlangt dezelfde
politieke rechten als aan de nationaal-
socialisten zijn verleend. Het is niet on
mogelijk, dat de regeering er iets voor
voelt aan dit verlangen onder zekere
voorwaarden tegemoet te komen. Maar
het lijkt ons zeer onwaarschijnlijk, dat
zij daarbij veel baat zal vinden, evenmin
als ze vermoedelijk veel kan hebben aan
de bovengenoemde aanhankelijkheids
betuigingen. De regeering zou misschien
kunnen probeeren, de nog steeds socia-
listisch-voelende arbeidersmassa tegen
het nationaal-socialisme uit te spelen.
Zulk een paardenmiddel is echter ver
schrikkelijk gevaarlijk. Maar al te ge
makkelijk zou een nieuwe burgeroorlog
er het gevolg van kunnen zijn.
Nadat bovenstaande geschreven was,
werd uit Weenen bericht, dat Zondag a.s.
een volksstemming zal worden gehou
den. Uit dit besluit van Schuschnigg
blijkt duidelijk, hoe groot de politieke
spanning reeds geworden is, Maar dat
die volksstemming veel aan den gang
van zaken zal kunnen veranderen, lijkt
voorshands niet erg waarschijnlijk.
37). -
„Onmenschelijke bruut!" riep zij uit.
„Hebt u dan in het geheel geen ziel?"
„Ziel! Jij met je kinderachtige gevoe
ligheid bent zielloos. Een doode is een
doode, en dat is zijn einde.""
„Al wat ik weet, is, dat u ontbloot bent
van elk menschelijk gevoel. Sinds den
dood van mijn vader hebt u mij achter
volgd. U hebt mijn man probeeren te
vermoorden, en u verwacht dat ik alles
zal vergeten. Als ik een man was, zou ik'
zou ik
„Ik moet tot je eer zeggen, dat ik ge-
jont, dat je dan een of andere dwaas-
heid tegen mijn leven zou beproeven, In
de gegeven omstandigheden is het heel
g'oed voor je, dat je een vrouw bent Maar
„enoeg van dit alles. Over tien minuten
gaan wij aan land."
v..een koos gezicht schuifelde hij
weg. Zij zelf ging naar haar hut en pakte
eenige noodzakelijke dingen in. Toen
zij op het dek terugkeerde, zag zij, dat
degenen, die naar land >zouden gaan,
zich in de wachtende boot inscheepten.
Daarbij waren de twee dwergen, Han
de kok, Dave een groote Zweed, Peters
geheeten Katinka en Phenuit. De rest
van de bemanning moest aan boord van
DOOR DRS. C. VAN LIERE.
(N.S.) Wie de enige weken geleden
in dit blad verschenen artikelen over
de ver.houd'ng tussen Nat. Socialisme
en Christelijke Kerk aandachtig gele
zen heeft, zal begrepen hebben, dat het
in het proces Niemöller niet in de eer
ste plaats ging over een conflict van
een of andere willekeurige dom'née
met de politie. D,at is in de laatste jaren
zo vaak voorgekomen, dat de belang
stelling juist voor-dit proces daaruit n et
te verklaren is. Het is ook niet alleen
een min of meer toevallig conflict tus
sen Staat en Kerk: ook dat zou n et de
aandacht v,an de halve wereld trekken.
De belangrijkheid juist van dit proces
gaat verre boven alle toevalligheden
uit: hier komen twee wereldbeschou
wingen met elkaar in botsing, die on
verzoenlijk zijn, twee wereldbeschou-
w'ngen, die vijf jaar geleden nog meen
den broederlijk naast elkaar te kunnen
voortbestaan en elkaar wederkerig hulp
te kunnen bieden. Het zijn de wereld
beschouwingen van het Nationaal Soci
alisme en van het Christendom, Het
gaat niet om dictatuur of democratie:
deze strijd 's in Duitschland al lang
uitgevochten, het gaat niet om nat.
soc. of socialisme, laat staan communis
me, want er is niemand, die den be
klaagde van deze beide „misdaden" be-
schuld gt, het gaat tussen den nat.-soc.
staat en een n.at.-soc. predikant, die
echter tevens Christen is. De predikant
heeft in woord en geschrift zijn afkeu
ring doen blijken van een regime, dat
Gegrondvest is 'n de mythe van Ras,
Bloed en Bodem, uit deze mythe als
religie leeft en deze religie in praktijk
brengt door het staatsbelang tot norm
aller dingen te maken.
Hij heeft er op gewezen, dat deze
religie een overtred'ng is van het eer
ste gebod en dat de politiek van het
Derde Rijk weliswaar een aards rijk
kan bouwen, maar het Rijk Gods volko
men uitsluit. Hij heeft gesproken van
onoplosbare gewetensconflicten waar
voor de Christen komt te staan, die
een goed Duits staatsburger wil zijn.
„Wanneer in de nat.-soc. wereldbe
schouwing bloed, ras, eer, en „Volks
tuin" de rang van eeuwigheidswaarden
krijgen, d,an wordt de Christen door
het eerste gebod gedwongen deze
waardering af te wijzen. Als de arische
mens verheerlijkt wordt, dan betu gt
Gods Woord de zondigheid van alle
mensen. Als het Christendom binnen
het kader der nat.-soc. wereldbeschou
wing een anti-semitisme wordt opge
drongen, dat tot Jodenhaat verplicht,
d,an staat voor"hem daartegen over het
Christelijk gebod der naastenl'efde.
Wij zien met diepe bezorgdheid, dat
het jacht blijven,
„Maak voort", snauwde Phenuit.
Langs een soort ladder klom zij in de
boot. Phenuit volgde met de vlug'heid
van een aap. In zijn wit drill costuum
leek zijn gezicht nog onheilspellender.
Zij merkte op, dat hij nog' steeds zijn
moordenden zwarten stok bij zich had,
en dat zijn zijzak uitbolderde door iets,
dat op een revolver leek.
In weinige minuten was de boot op
dezelfde plaats geland, waar de uitrus
ting lag. Zoodra het gezelschap aan land
was gestapt, namen de twee roeiers af
scheid van Phenuit en roeiden naar het
jacht terug. Maxine vroeg izich af, op
welke manier zij het binnenland moes
ten bereiken, daar de uitrusting veel te
groot was, om door het kleine aantal
mannen te worden gedragen.
„Peters!"
De vreeselijke Zweed trad op Phenuit
toe, die hem een brief overhandigde.
„Volg dat pad naar het dorp en geef
dezen brief aan een man, dien je in de
eerste hut zult vinden de groote
ronde. Hij zal voor muilezels en drie
gidsen zorgen. Vlug!"
Peters kwam een half uur later terug
met eenige muilezels, die door drie half
naakte Indianen gedreven werden. Phe
nuit sprak hen aan in een taal, die
Maxine gedeeltelijk verstond. Alle man
nen hielpen, de muilezels te beladen, en
toen men hiermee gereed was, wees de
een moraliteit, die aan het wezen van
het Christendom vijandig is, ons volk
binnendringt en het met ondergang be
dreigt." „Heidendom is de Christelijke
kerk binnengedrongen". En wanneet
er in de kerk twee groepen kopien
van „Deutsche Christen", een gematig
de en een radik,ale, die be'de trachten
de kerk te grondvesten op het Evange
lie van Christus èn op de leer van ras,
bloed en bodem, dan stelt hij daarte
genover de theologische verklaring van
de Berner Synode (2931 Mei 1934)
en verwerpt de dwaalleer, ,als kon eft
moest de kerk als bron harer verkon
diging buiten en behalve het éne Woord
Gods, Jezus Christus, ook nog andere
gebeurtenissen en machten gestalten en
waarheden als God's openbaring erken
nen en verwerpt hij de .aanspraak van
de Staat op de totaliteit van het leven.
En tengevolge van deze in Christus
gefundeerde ievens- en wereldbeschou
wing weigert hij de gehoorzaamheid
aan een kerkbestuur, dat zich bij de
staatsgoden w'1 aanpassen. Hij over
treedt de voorschriften der Geh. staats
politie, die hem o„a. het collecteren voor
de belijdeniskerk verbiedt, wordt in
hechtenis genomen en staat na 7 maan
den terecht voor een speciale recht
bank.
Wat zal deze rechtbank, die als alle
'nstituten in het Derde Rijk, het staats
belang als hoogste recht te dienen
heeft, met hem doen? Zal ze hem als
misdadiger vonnissen en daardoor het
Christendom als staatsgevaarlijk afwij
zen? Bij deze vraag is de Christenheid
in al haar sch.akeringen betrokken. De
u't.erste rechter- zowel als de uiterste
linkerzijde de meer dogmatisch en de
meer humanistisch georiënteerde Chris
tenen, zij allen kijken met spanning
naar de gesloten deuren van het ge
rechtsgebouw. Het gaat hier om het
Christendom in zijn gehele omvang.
W,as het dan n et reeds lang bekend,
hoe de nat. soc. staat zich verhoudt tot
grondslag en ethiek van het Christen
dom? Zonder twijfel en wie bv. Ro
senberg's „Mythus des 20 Jahrhunderts"
gelezen en de gebeurtenissen in 1933
en 1934 trouw had gevolgd, verkeerde
daaromtrent geen ogenblik in twijfel.
Maar men zat nog altijd met het insti
tuut Kerk", op welks onvoorwaarde
lijke medewerk:ng men bij de opbouw
v,an de nieuwe staat meende te mogen
rekenen. Dit viel tegen. De gelijkscha-
k'elingspogingen van de „Deutsche
Christen" mislukten. De Kerk had zich
bezonnen op zijn grondslag en op zijn
eigenlijke wezen en een deel ervan „de
helijdenisbeweg'ng" had onvoorwaarde
lijk „nen" gezegd tegen de totaliteits-
eisen van de staat. De daarop gevolg
de pogingen van Rijksminister Kerrl
aanvoerder der gidsen naar het Noord-
Westen. Phenuit boog het hoofd en de
stoet zette zich in beweging.
Een uur lang ging het door zanddui
nen, waar het loopen zwaar viel. Toen
betraden zij een woud, en volgden de
dieren een goed zichtbaar pad. Maar na
korten tijd verloor zich dit in de om
geving'. Het gezelschap was door een
dicht begroeid woud omringd, waarin
overal rotsblokken verspreid lagen, die
overblijfselen van oude gebouwen le
ken, zooals ze in werkelijkheid dan ook
waren.
Laat op den middag werd er halt ge
houden en maakten de mannen het
kamp in orde. Er liep een klein stroom
pje dichtbij en daarin werden de ver
moeide muildieren geleid. Han, de Chi
nees, had al spoedig een vuur aange
maakt en hield zich druk bezig met zijn
potten en pannen. Toen de tenten op
gezet waren, ontdekte Maxine tot haar
schrik, dat zij er een moest deelen met
de vrouw, die zij verafschuwde.
„Ik wil niet", zei ze,
„Je doet, wat je gezegd wordt",
snauwde Phenuit. „Het is een eer, die
je eigenlijk niet verdient."
„Ik ga liever dood, dan dat ik
„Laat haar haar gang gaan, Phineas",
teemde Katinka. ,,AIs zij slangen en dui-
zendpooten boven mijn gezelschap ver
kiest, laat ze die dan hebben".
„Dat doe- ik", antwoordde Maxine.
om de beide uitersten in de kerk, be-
Iijden'sbeweging en Deutsche Christen
(geenszins te verwarren met orthodoxe
en vrijzinnig) met elkaar in één orga
nisch kerkverband bijeen te brengen,
bleken op 15 Febr. 1937 door het af
treden der kerkcommissies mislukt te
zijn. Het eenheidsfront der belijdenis-
kerk werd daardoor weer versterkt.
Het bleek hoe langer hoe meer, dat
de illusie van 1933, een bondgenoot
schap v,an Staat en Kerk, moest worden
opgegeven. Beide ontwikkelden zich in
tegenovergestelde richting. De politicus
Kerrl trok zijn conclusies,
In een aantal opzienbarende redevoe
ringen in Nov, 1937 verklaarde hij: De
nat.-soc. staat heeft geen kerk nodig,
het nat. soc. zelf is religie en wereld
beschouwing tegelijk. Ook de „Natio-
n.alkirche" der radicale Thjüringer rich-
t'ng der D. Chr. is overbodig, hoe sym
pathiek in politiek opzicht de aanhan
gers ook zijn. Een document van Ro
senberg, in een der laatste nummers
van dit blad in hoofdzaak opgenomen,
sluit zich daarbij geheel aan. Rosenberg
zegt het nog 'ets duidelijker: ook de
D. Christen zijn eer schadelijk dan nut
tig voor de Staat, Zij wekken nog de
gedachte, dat het nat. soc. enige ver
dediging of aanvulling zou behoeven
van de zijde van het Christendom. De
nat. soc. wereldbeschouwing echter
staat geheel op zich zelf Ze omv,at al
les, wat het leven in het „Diesseits"
(op deze aarde) vereist. De oud-ger-
maansche religies dienen haar niet, de
D. Chr. hinken op twee gedachten, de
belijdeniskerk staat diametraal tégen
over haar. Aan deze of gene enkeling
moge zulk een rel'gié iets te vertellen
hebben over het hiernamaals, voor het
volk in zijn geheel heeft dat geen waai
de. Het nat. soc. daarentegen is abso
luut en algemeen geldig, het kent geen
compromis allerminst met het Chris
tendom. De duizend jaren van het
Christendom zijn voorbij. Het Duitse
volk als geheel volgt van nu af def'ni-
tief een andere koers en daar de nat.
soc. politiek onverbiddelijk slechts één
koers voor het gehele volk kan eisen,
moeten de kerken verdwijnen. In de
eerste plaats de broederraden der be
lijdende kerk, wier militantste strijder
ds. Niemöller is. N'emöller, die zijn land
tijdens de oorlog op de gevaarlijkste
posten met algehele toewijding heeft
gediend, de hoogste oorlogsonderschei
ding heeft gekregen en nu meent aan
Volk en Staat de beste dienst te be
wijzen door het de prediking te bren
gen van Gods wet en Gods genade,
Gods werkelijkheid en' Gods absolute
heerschappij en d e meent dat „wij al
len tesamen zonder dit Woord van
God niet kunnen leven en niet kun
nen sterven."
Met vonnis is ree -ï Lekmd D. recm-
hank heeft hem veroordeeld, zij net
ook op een voor den beklaagde eer
volle wijze: geen gevangenisstraf, maar
vestingstraf, die als geboet wordt be
schouwd door de hechtenis, en t»vee
geldboeten. Maar de beklaagde werd
niet n vrijheid gesteld, hij blijft staats
gevaarlijk, de geheime staatspolitie
heeft hem opnieuw in hechtenis geno
men. De motivering van het vonnis
werd n et in 't openbaar voorgelezen
„omdat de ernstige kwesties, die het
proces opgeworpen Heeft, de veiligheid
van de st-aat in gevaar zou kunnen bren
gen."
Inderdaad wie zoals Niemöller de
vernieuw'ng van zijn volk en zijn land
wil grondvesten „op de onwrikbare
grondslag van het Evangelie" en daar
uit ook voor het openbare leven zijn
conclusies trekt, is een blijft staats
gevaarlijk voor wie als Rosenberg en
Kerrl die vernieuw ng duurzaam wi'
verankeren in de mythe van ras, bloed
en bodem en de nationale eer als het
hoogste goed beschouwt. De toekomst
ziet er voor de belijdende kerk ir
Duitsland buitengewoon somber uit.
„Er bestaat niets ter wereld, dat ik niet
zou verkiezen boven een samenzijn met
u".
Katinka haalde haar schouders op. Zij
scheen er heelemaal geen geweten op
na te houden en begon een kop thee op
te drinken, die Han haar had gebracht.
„Heel goed", zei Phenuit. „Maar ik
waarschuw je, dat het nutteloos is, te
trachten te ontvluchten".
Zij kreeg eenige kleeden en nadat zij
haar maal had opgegeten, vond zjj een
plek, waar zij wilde slapen. Het krioel
de er reeds van gonzende insecten, en
later kwam de zorgzame Dave met een
muskietennet aandragen.
U doet beter dit te gebruiken", fluis
terde hij. „Die akelige dieren zullen u
anders opeten",
„Dank je, Dave".
„En neem een raad van mij aan, juf
fie, jaag' die vrouw niet te veel tegen u
op stang. Zij is zoo giftig als een adder
en kan steken, als zij wil".
„Ik haat haar."
„Haat haar dan in stilte. Zij is ge
vaarlijk".
„Ik zal probeeren, er aan te denken".
Zij keek hem na, terwijl hij zich bij de
andere mannen voegde en ging toen lig
gen en liet haar gedachten den vrijen
teugel.
Alleen het voortdurende gonzen der
insecten verbrak de doodsche stilte.
Met den nacht kwamen vrees en pijn
Maar: alle dagen malsche
biefstuk, versche aard
appeltjes, jonge veldsla....
U zoudt geen biefstuk
met aardappeltjes en sla
meer kunnen zien.
Maar altijd, 'n mannen
leven lang, een pijp IBIS.
verveelt niet.
Ziehier het verschil tus-
schen biefstuk en IBIS.
(Ingez. Med.)
De regeering is van meening,
r'aï regelingen uit het bedrijf
zelf moeten .opkomen. Zij is
echter bereid daarbij ie hel
pende hand te bieden.
Men meldt ons uit Den Kaag:
Bij de behandeling' van de begrooting
van het landbouw-crisisfonds voor 1938
in de Tweede Kamer heeft de minister
van economische zaken ten aanzien van
de vaste lasten in den tuinbouw mede
gedeeld, dat het in zijn voornemen lag
de totstandkoming te bevorderen van
plaatselijke organisaties in den tuin
bouw, die naar zijn meening in staat
zouden zijn, crediteuren en debiteuren
bij elkaar te brengen. Op die wijze zou
langs den weg der bemiddeling getracht
kunnen worden te bereiken, dat de cre
diteuren zich de verliezen realiseeren,
welke zij in feite reeds hebben geleden.
Bij herhaling is de aandacht gevestigd
op de moeilijke omstandigheden, waarin
talrijke tuinders in den loop der jaren
zijn gekomen, doordat de op hun be
drijf rustende financieele verplichtingen
niet of niet noemenswaard werden aan
gepast aan het lagere peil der bedrijfs-
inkomsten. Bij de regeering werd meer
malen aangedrongen op het nemen van
maatregelen, waardoor de verlichting
dezer vaste lasten langs wettelijken weg
tot stand gebracht zou kunnen worden.
De regeering is evenwel van oordeel,
dat het niet op den weg der overheid
ligt, met dwingende voorschriften in de
ze materie in te grijpen. Evenmin wil zij
rijksgelden beschikbaar stellen om even-
lijke herinneringen, maar ook deze ver
dwenen eindelijk, toen de slaap verge
telheid bracht.
HOOFDSTUK XVII.
De spoorzoekers.
De boot, waarmee Kennedy en Horn-
blow reisden, bleek zoowel zeewaardig'
als snel te zijn. De eerste aanlegplaats
was Progreso, waar de twee reizigers
aan land dachten te gaan. De lange reis
deed wonderen 'aan Hornblow. Zijïi
ziekte verdween eenige dagen, nadat zij
de haven verlaten hadden, en tegen den
tijd, dat het vaartuig in de Caraïbische
Zee was, was hij zoo gezond als een
visch.
Maar Kennedy werd door ongeduld
en angst verteerd. De gedachte, die hem
het meest verontrustte, was, dat hij op
een verkeerd spoor kon zijn. Er was
geen enkel teeken, dat er op wees, dat
Maxine naar Yucatan was gebracht.
Het eenige, wat hem leidde, was haar
verklaring', dat haar vader ergens op het
schiereiland begraven was. Zijn ver
stand zei hem, dat Phenuit naar het
graf zou gaan, maar verstand is niet al
tijd onfeilbaar. Hij kon een dozijn rede
nen bedenken, waarom die tocht niet
gemaakt zou worden.
(\X; ordt vervolgd).