Oe Boer en Boerin van Morgen
UIT DE
E;rinn;e'ringen
van een POLITIEMAN
- dtfcn;nkele meer? eens voüt-
de boer door slacht in eigen
H
XV.
Geheimzinnige diefstallen
onverwachts opgehelderd.
Wanneer men als politieman gestati-
onneerd is op een plaats waar vele dief
stallen worden gepleegd, kan men zijn
pleizier wel op. Het geeft aan de inge
zetenen een gevoel van onveiligheid en
terecht verwacht men van de politie,
dat deze er een eind aan zal maken. Ge
hikt het niet om de daders in handen te
krijgen, dan wordt het vertrouwen in de
politie geschokt.
De burgerij begrijpt niet, dat de kan
sen om dieven op heeterdaad te betrap
pen zoo gering zijn, vooral als het aan
tal beschikbare politiemannen niet groot
is en de te bewaken streek uitgestrekt.
Heeft tóen aanwijzingen in welke rich
ting de daders moeten worden gezocht
dan kan het zijn, dat men door voort
durende surveillance en taai volhouden
resultaat bereikt.
'Erger is het als men geen enkel ge
geven omtrent dader of daders heeft.
Een enkele maal komt het toeval te
hulp en krijgt men onverwachts de die
ven te pakken. Ik maakte zoo iets mee
te S.
Een heelen winter kwamen aangiften
binnen van gepleegde diefstallen. Voor
het meerendeel waren het dingen van
weinig waarde, welke werden gestolen
Bij den een werden kippen vermist, btf
een ander konijnen, bij een derde wasch-
goed.
Op een keer verdween gedurende den
nacht op een raadselachtige wijze een
portemonnaie met eenig geld uit een
pantalon, welke op een stoel voor het
bed was gelegd, 's Morgens lag de pan
talon voor den stoel op den vloer.
Diefstal door een der huisgenooten
was in dit geval buitengesloten. Alle
deuren en ramen wareh dicht, dus
vreemden konden niet binnen zijn ge
weest, redeneerde men. Slechts een bo
venraam was voa[r iuchtverversching
open gebleven, doch daar langs kor
niemand zijn binnen gekomen.
Toch was de portemonnaie verdwe
nen. Uit andere woningen werden op
dezelfde geheimzinnige wijze kleeding-
stukken vermist uit de slaapkamers
waar de bewoners sliepen.
Op een nacht kregen we aanwijzing
hoe de dieven het aanlegden, om zich
van de goederen meester te maken.
Een dochter van een der notabelen
uit de plaats werd op een nacht wak
ker even na middernacht. Ze was zich
niet bewust, dat eenig geluid haar had
gewekt, maar toch gevoelde ze, dat
er iets bijzonders was. Naar haar mee-
ning moest er iemand in de buurt zijn
We kennen allen wel dat onverklaar
bare gevoel, dat ons zegt, dat er
iemand in onze nahijheid is of dat we
door iemand worden gadegeslagen.
De slaapkamer van het meisje lag ge
lijkvloers. Boven twee naar buiten open
slaande deuren, waren z.g. tuimelramen,
welke beide open stonden. Het meisje
was gewoon om gedurende den nacht
een klein lampje te branden en, toen ze
klaar wakker was, zag ze een lange lat,
welke met het eene eind op haar bed
stond en met het andere eind steunde
op het openstaande tuimelraam. Tege
lijkertijd hoorde ze buiten eenig gestom
mel en kort daarna verschenen aan den
bovenkant van het raam eerst twee
handen en toen de bovenste helft van
een mannengezicht.
Menig meisje zou in een dergelijk ge
val onmiddellijk om hulp hebben geroe-
door H. D. LOUWES.
5)
SLOT.
De eerste phase van de ontwikkeling
onzer coöperaties heeft onze boeren-
en tuindersstand schitterend doorstaan.
Zijn boerenleenbanken, zijn veilingen,
zuivel- en andere fabrieken en aan-
koopwezen ;s grootsch van opzet en
kracht; laten wij nu in de tweede pha
se niet de nederlaag lijden. Tegenover
en particulieren ondernemer hebben
wij ons schitterend gehandhaafd en het
reeel zaken doen bevorderd, ook voor
en, die buiten onze instellingen staan,
u allerlei dochtprsinstellimgen van
machtige wereldconcerns zich met onze
coöperatieve uitrusting komen meten,
moe en wij allerminst bij voorbaat op
"ff °7erwinning rekenen,
knrrfi °eveel boerderijen in ons land
van !l 6 auf°.s van Calvé onderdeel
rnentsdp Inac'lt ge Unilever hun ge-
via den ^1° rs brengen en soms
aan rich bindej?11 Credlet de b°Sren
door melk wordt reeds
Lijemnf Jn en yan Nestlé' Van
erkt? °r 'ke bedrijven ver
pen, doch zij deed dit niet. Even bedacht
ze wat ze te doen had en toen sprong
ze onder het geroep van: „Dieven, die
ven!" het bed uit, gooide de tuimelden
ren open en liep de dieven (er waren er
twee) achterna. In het donker waren
deze evenwel dadelijk uit het gezicht
verdwenen.
Uit het optreden van het meisje blijkt
wel, dat men hiér niet met een vrees
achtige jonge dame te doen had.
Begrijpelijkerwijs was door het voor
gevallene het gezin in rep en roer ge
bracht. Dadelijk werden wij gewaar
schuwd.
De lat was aan het einde voorzien
van krom geslagen spijkers. Klaar
blijkelijk waren de dieven voornemens
geweest de lat als een soort hengel
te gebruiken en de op een stoel voor
het bed gelegen kleedingstukken er
mee naar zich toe te halen.
Uit proeven, welke we namen, bleek
dat zulks mogelijk was, hoewel het nu
niet bepaald gemakkelijk ging.
We waren nu zoo ver, dat we waren
ingelicht omtrent de wijze waarop bij
vorige diefstallen het gestolen goed was
bemachtigd. Omtrent de daders hadden
we echter nog geen enkele aanwijzing
De lat was van een heel gewone soort
en aan de spijkers was niets bijzonders
waar te nemen,
Intuschen was het voorjaar gewor
den.
Het was voor ons geen gemakkelijke
winter geweest. Voordurend werden of
waren nachtdiensten verricht, zoowe'
voorgeschreven als vrijwillig. Ook ove
rigens was op de standplaats veel werk
met het doen van onderzoeken, het be-
teekenen van dagvaardingen, het ver
verrichten van aanhoudingen enz. On
der het personeel heerschte echter eer
prettige geest en niemand zag er te
gen op extra diensten te doen. Wc
dachten al, dat met het verdwijnen var
den winter, de diefstallen zouden op
houden, doch hierin vergisten wij ons
Omstreeks half Maart deed een land
bouwer aangifte, dat men van zijn gron
den, waar zijn personeel bezig was me*
aardappels poten, zakken met poot-
aardappelen had ontvreemd.
Het was in de streek gewoonte, dal de
aardappelen, welke des daags niet op
gebruikt waren, op een wagen op hef
land bleven staan. Al een paar morgen?
bleken er eenige zakken aardappelen te
zijn gestolen als het werkvolk er 's mor
gens weer bijkwam.
We gaven den aangever in overwe
ging om net te doen alsof de diefstallen
niet waren bemerkt en de wagens zoc-
als gewoonlijk op het land te later
staan. We besloten er 's nachts bij te
waken.
Om tien uur 's avonds hadden we ons
opgesteld achter het schuurtje van eer
eenzaam staande arbeiderswoning. W<"
konden vandaar de omtrekken van dr
wagens met aardappelen zien. Boven
dien was het doodstil zoodat we zee'
zeker personen, die aardappelen van de
wagens zouden willen stelen, zouden op
merken. Tegen den bewoner van hef
huisje hadden we geen verdenking. Toot
hadden we hem van onze aanwezigheid
op zijn erf onwetend gelaten, wat, zoo
als straks zal blijken, maar gelukkig
was.
We hadden een langen nacht voor
den boeg. Van aflossen kon geen spra
ke zijn. De weg naar het land was een
zaam en door aflossing zou men zijr
aanwezigheid kunnen verraden.
Ieder politieman, die dergelijke dien
sten heeft verricht, weet dat ze niet
meevallen. Het was een mooie, heldere
nacht, doch zooals het in vroege voor
jaarsnachten kan zijn erg koud. Ziet
verwarmen door beweging te nemer
gaat niet, mond houden is noodzakelij'"
en „niet rooken" spreekt vanzelf. Door
w
Hoe lang zal het nog duren dat de
vleeschvoorzibning in u,
men lT n "anden zal ko-
en" ,kt Undeverbedrijf de Unox
behoefte; nu doet velerwege de dorps
slager dit, Hoe lang zal het nog duren,
dat ook de dorpsslager depothouder
wordt van de groote, moderne vleesch-
fabrieken en dat de dorpsveehandelaar
de commissionair wordt van enkele de
zer grootste, samenwerkende bedrijven?
Hij zal den boer een in onderlinge al-
spraak vastgestelden prijs bieden voor
zijn vee, waarvoor hij het mag doen en
ook mag laten tot hij, geen anderen
kooper vindende, toch moet toegeven.
Wii hebben onlangs gelezen, dat deze
toestand iri Canada reeds volledig
heerscht.
Wat moeten en kunnen wij nu doen?
Onze boeren het gevaar doen zien, de
.kracht onzer aankoop en zuivelcoöpe-
raties en die op het gebied van den
vleescli ifzet versterken en deze onder
ling tot samenwerking en wederzijdsche
hulp brengen. Sterke boerenconcerns
tegenover die van het moderne parti
culiere grootbedrijf; alleen zoo kun
nen wi; onze onafhankelijkheid verde
digen. Met onze huidige coöperatieve
uilrusting dien strijd te wagen zou ge
lijken op het bestrijden van een tank
met pijl en boog.
Minister Steenberghe heeft onlangs
geschreven, dat het niet op den weg lag
der Regeering de landbouwcoöperaties
te bevorderen ten koste van het par
ticuliere bedrijfsleven. Goed! Maar ik
wil er toch op wijzen, dat de Neder-
landsche boerencoöperaties nooit van
het Nederlandsche boerenbelang* en
van het nationale belang vervreemd
kunnen worden, maar het belang der
moderne wereldconcerns zeer wel.
al deze handelingen zou men de dieven
kunnen waarschuwen.
Het was al twee uur in den nach
en nog hadden we niets vernomen. Toen
vernamen we wat beweging in de wo
ning. Even later ging de buitendeur
open en werd het ons duidelijk wat voor
den betrokkene aanleiding was geweest
om zijn bed te verlaten.
We hielden ons natuurlijk doodstil er
we verwachtten reeds, dat de persoon
weer naar binnen zou gaan, toen hij on
verwachts bij onze schuilplaats voor ons
stond.
We waren in uniform, dus kon hij zien
met wie hij te doen had.
Hij was blijkbaar verrast en zei grijn
zend: „Hi, hi, ik dacht al, dat er wal
was. Ik had %iet zoon gevoel alsof er
menschen op m'n erf waren. Goeder
avond heeren".
Mijn collega, die nog al eens geesti'
wilde zijn, bromde „Menschen, men
schen nou ja, als je ons zoo noemen wil,
ook goed".
Zonder nog eenige verdenking te
hebben, vroeg ik hem wat hij zoo mid
den in den nacht buiten moest doen.
„De heeren zullen wel vernomen heb
ben, wat ik deed", zei hij. „Ik ga dar
altijd naar buiten".
Zooals ik al vertelde, de nacht was
koud en de man stond in zijn onder-
kleeren te bibberen van de kou. Toef
kreeg ik den indruk, dat het niet de kor
alleen was, die hem deed beven.
Op goed geluk zei ik tegen hem
„Nou vrind, ik vind het toch wel eer
beetje verdacht, dat je alleen daarvoor
om twee uur 's nachts naar buiten kom*
Vertel ons maar eens waar de aardap
pelen zijn, welke de laatste dagen var
de wagens daar, zijn gestolen".
We schrokken geweldig van de uit
werking van deze woorden. Alsof hi'
door den bliksem was getroffen sloe<f
de man, zonder een woord te uiten
voorover. Daarbij schuurde hij met zijr
gezicht langs den muur van het huis er
bekwam verschillende ontvellingen.
Aanvankelijk dacht ik met een lijder
aan vallende ziekte te doen te hebben
doch ik zag al gauw, dat zulks niet he1
geval was. Het bleek alleen de schrik
te zijn geweest, welke hem tegen der
grond deed slaan.
We trokken hem overeind en zeiden'
„Biecht nu maar eens op, want je hou
ding geeft wel aan, dat je schuldig bent"
Hij bekende oogenblikkelijk en nada'
we hem in de gelegenheid hadden ge
steld een paar' kleedingstukken aan tr
trekken, wees hij ons aan waar de aard
appelen waren verborgen. Ze warer
eenige honderden meters van de woning
in een stukje heideveld in den grond
gegraven en met plaggen toegedekt
Nog hadden we er geen vermoeden var
hoe belangrijk deze aanhouding zot-
worden. Hij verklaarde de aardappe'
diefstallen te hebben gepleegd met z'r
naasten buurman S., welke ongeveer
een kilometer van hem af woonde. Toer
onze vriend goed en wel aan het beken
nen was, zei hij: „Ik zal nu alles maar
zeggen, S. en ik hebben veel meer ge
stolen". Inderdaad bleek zulks het ge
val te zijn. We hadden een van de da
ders der veelvuldige kleine diefstallen
welke gedurende den afgeloopen winte-
werden gepleegd, te pakken.
Nooit zouden we er aan hebben ge
dacht in den bewoner van het huisje er
zijn vriend S. de daders daarvan te zoe
ken. D., zoo heette de aangehoudene
bleef onder bewaking van mijn collega
terwijl ik naar de woning ging van S. om
deze aan te houden.
Alles sliep en op mijn kloppen riep
S.: „Wat moet dat?"
Ik maakte me bekend en gaf te ken
nen binnen gelaten te willen worden
Het bleek dat S. minder angstvallig was.
dan zijn reeds aangehouden vriend. Hij
Wanneer de Un lever of Nestlé elders
betere kansen zien, kunnen, zij zeer
goed Nederland verlaten, onze mark
ten aai: de grootste ontreddering over
gevende en eveneens kunnen zij hier
een prijzen-politiek voeren, die natio
naal ongewenscht is. Minister Steen
berghe in wiens goede gezindheid
bekwaamheid, karakter en regeer
kracht wij alle vertrouwen mogen stel
len kan daarom m.i. zijn standpunt
juister kiezen door te zeggen, dat de
Regeering de coöperatieve en de par
ticuliere bedrijfsvorm aan hun eigen
ontwikkeling overlaat, tenzij het alge
meen belang het ingrijperl der Regee
ring ëischt.
Wij moeten ons ten snelste bezinnen
op wat er gebeurt en ook de Regeering
moet scherp opletten, opdat wij beidef
niet achter de feiten aanloopen. Voor
komen is beter dan genezen en regee-
ren is vooruit zien. En het is m.i. de
harde werkelijkheid, dat het vraagstuk
der verhouding van de moderne groote
concerns en de coöperaties aan de
poort klopt, zoowel van de regeering
als van den boerenstand.
Jonge menschen, toekomstige boe
ren en boerinnen, hiermede ben ik
aan het einde gekomen van wat ik U
te zeggen had.
Ik hoop, dat gij allen het besef zult
hebben gekregen, dat ons, ouderen en
jongeren, een groote taak en een moei
lijk werk wacht. Men heeft wel eens
gemeend, dat een boer alleen maar
sterk naar lichaam, niet naar den geest
en het verstand behoefde te zijn. Niets
is minder waar. Men is nooit te sterk,
raasde en vloekte en zei, dat hij 's
nachts niet wilde gestoord worden. Daa
hij echter wel begreep, dat ik me nie
zoo licht liet afschepen, liet hij mij tei
laatste toch in de woning.
Ik heb meermalen opgemerkt, dat de
politie in dergelijke gevallen dikwijl
den steun heeft van de vrouw van der
persoon, om wien het te doen is. Zoc
ging het ook hier.
Buiten kon ik duidelijk hooren, dat dr
vrouw van S. tegen hem zei: „Ga er nou
maar uit Willem (dit was de voornaam
van S.) maak maar geen herrie. H'
(daarmee bedoelde ze natuurlijk mij),
gaat toch niet weg".
Nadat ik door S. was binnen gelaten
deelde ik hem mee, dat hij met me mee
moest. Om hem duidelijk te maken, dat
hij daaraan had te voldoen, viel ook a'
niet mee. Ten slotte gingen we op stap
Onder al deze bedrijven waren er tee
kenen aan de lucht te zien, dat de nachl
voorbij was. Het begon licht te worden
Van de woning van S. naar die van R
moesten we over een smal voetpad, dat
langs een vaart liep. Ook moesten we
enkele smalle bruggetjes of vonders zon
der leuning passeeren.
Ik liet S. voor me uitloopen, waar
voor ik tweeërlei redenen had. In de
eerste plaats was dat een veiligheids
maatregel. Ik wilde n.l. niet de kans be-
loopen door S. van achteren te worder
aangegrepen en in het water te worden
gegooid. Het kwam me voor, dat hij wel
in een stemming was om dat te doen als
er kans voor was.
De andere reden was, dat we de plek
moesten passeeren, waar, aan den over
kant van de vaart, de aardappelen wa
ren ingegraven.
Ik wilde zien welke houding S. bij het
voorbijgaan van die plek zou aannemen
Zooals ik gedacht had, gebeurde,
Hij kon niet nalaten naar den aardap
pelkuil te kijken, toen we die voorb'"'
gingen, wat mij deed zeggen: „Ik zie al
S., dat ge begrijpt waar het om gaat".
Van dat oogenblik af begon ik S. al
vast maar te ondervragen. Hij wist ech
ter nergens van en ontkende alles.
Bij de woning van R. stelden we de
beide verdachten tegenover elkaar en
tegen R. zei ik: „Vertel jij nou maar
eens wat jullie hebben gedaan". In plaats
van zijn bekentenis te herhalen zei R.
m het eigenaardig dialect, dat hij sprak-
.Zeg 't maar Willem, want ze weten al-
'es al".
Uit zijn antwoord bleek du:delijk, da*
hij het verwijt van S. wilde ontgaan, dat
hij de man was, die het eerst alles had
bekend. Het is trouwens bij misdrijven
in vereeniging gepleegd, een algemeen
verschijnsel, dat de daders niet wilier
bekennen uit schaamte tegenover hur
mededaders. Intusschen was de houding
van R. voor S. aanleiding alles wat
eerstgenoemde had verklaard, toe te ge
ven.
Ook de hengelpartijen met de lat met
spijkers, bekenden beide verdachten.
Uit de inbeslagnemening van enkele ont
vreemde kleedingstukken en andere
voorwerpen, werd hun schuld aan dr
overige diefstallen, gestaafd. De gesto
len kippen en konijnen hadden ze opge
geten.
Gevonden veeren en beenderen or
een afvalverzamelplaats, toonden dit
mede aan.
Groote misdadigers waren R. en S
niet. Toch was hun aanhouding voor de
jevoiking een opluchting en voor ons een
voldoening.
KERK EN SCHOOL.
Benoemd tot kweekelingë met acte
aan de Christelijke Lagere School voor
Schipperskinderen te Wemeldinge,
mej. C. A. Dronkers te Hansweert.
nooit te vroom en begaafd van gemoed,
nooit te scherp van verstand om boer
of boerin te zijn. Alleen als wij ook
onze bekwaamste zonen en dochteren
in ons midden houden, kunnen wij ons
werk op ons bedrijf, in onze huishou
ding en in onze organisatie en samen
leving aan.
Laat ik beslaten met U voor te
houden het wijze woord van den dichter
van het boek der Spreuken. Deze geeft
den boeren van zijn tijd den volgen
den, ook voor ons allerminst verouder
den, raad (Spreuken 24 27): Maak Uw
werk buiten in orde, en bereid het op
den akker; daarna kunt gij Uw huis
jouwen.
Welnu, zoo is het op onze bedrijven;
als het werk op den akker in orde is
en als de boerin haar gezinstaak ver
staat, kan het huis worden gebouwd,
d.w.z. kan er een gevestigd en welva
rend boerengezin ontstaan. Als wij ons
werk op den akker der organisatie en
der samenleving in orde maken, zullen
wii in ons volk ons huis bouwen, zal
er een ferme, fiere en welvarende boe
renstand in onze natie gevonden wor
den, onmisbare voorwaarde voor een
sterk en evenwichtig volk. En als wij
dat niet doen? Dan komt over ons, wai
dezelfde wijze Spreukendichter ons
voorhoudt: Een weinig slapens, een wei
nig sluimerens, een weinig handenvou-
wens, al nederïïggende; zoo overvalt
U de armoede als een vagebond, het
gebrek als een bandiet.
Jonge boeren en boerinnen, wij reke
nen op U!
KORFBAL.
WEDSTRIJDUITSLAGEN Z. K. B.
De uitslagen van de Zaterdag gespeel
de wedstrijden voor de competitie van
den Z. K. B. luiden:
Ie klasse: Swift ITogo 150.
2e klasse: EWWSwift II 48;
Madjoe II—HBS II 9—1.
Ie klasse.
Sw-ft I heeft, zooals te verwachten
was, van Togo gewonnen. En zelfs met
groote cijfers, waardoor het doelgemid-
delde aanzienlijk verbeterd werd. Bo
vendien wisselde Swift weer eens van
plaats met Madjoe, zooals de stand
doet zien:
Zeelandia 5 4 1 0 328 9
Swift I 5 2 1 2 25—21 5
Madjoe I 3 2 0 1 24—6 4
Togo 5 0 0 5 2—48 0
2e klasse.
Swift II heeft een goede overwinning
op EWW behaald. De vier tegenpunten
duiden er op, dat de tegenstand der
E.W.W.-ers niet gering is geweest.
Swift II heeft nu nog geen enkele wed
strijd verloren en de kans op het kam
pioenschap der 2e klasse is voor hen
zeer groot.
HBS II heeft moedigen tegenstand ge
boden tegen Madjoe II. De cijfers waar
mede de HBS-ers verloren zijn ons
meegevallen. Niettemin bleef het een
flinke zege voor Madjoe II.
De stand is nu:
Swift II 6 6 0 0 485 12
EWW 7 4 0 3 16—16 8
Madjoe* II 5 3 11 178 7
HBS I 5 3 0 2 22—14 6
Swift III 6 0 2 4 5—18 2
HBS II 7 0 1 6 5—52 1
SWIFT I—TOGO 15—0.
De uitslag zou een spel van kat en
muis doen vermoeden, doch dit 's toch
niet het geval geweest. Aan beide
kanten werd een betrekkelijk snel spel
te zien gegeven, waarbij Swift over
het geheel telkens een tempo vlugger
was. Het groote verschil zat echter in
het doelen, Sw ft doelde veel en met
succes, terwijl juist dit onderdeel
en toch wel het belangrijkste - bij de
Goesenaren al heel slecht verzorgd
was. Ook wist men zich geen kansen
te scheppen. Dat deze onderdeelen in
het spel wel allereerst verbetering die
nen blijkt wel uit het feit dat in vijf
wedstrijden slechts 2 doelpunten zijn
gemaakt
Een groote hand'cap was het dat
Togo met 5 dames speelde. Na rust
heeft Swift een dame laten uitvallen,
zoodat de partijen weer een gelijk aan
tal speelsters hadden.
Na ruim 5 min. spelen had Swift een
40 voorsprong verworven waarvan
het derde punt van twijfelachtige waar
de was. Deze vlugge voorsprong heeft
den Swiftianen veel vertrouwen ge
schonken, waardoor rustig kon worden
verder gespeeld. Bij de rust had Swift
de score tot 90 opgevoerd.
Na de rust was Togo meer aanval
lend dan in de eerste helft, doch zij
slaagde er toch niet in een tegenpunt
dat zij zeker verdiend had, te maken.
Men wist zich maar geen doelkansen
te scheppen. Swift daarentegen, ver
grootte geleidelijk de score tot 150..
Togo heeft zeer sportief tot het ein
de toe moedig tegenstand geboden.
EWW—Swift II 4—8.
Ook EWW is het niet gelukt Swift's
zegetocht te stuiten. Swift wetende
dat EWW in eigen huis heel lastig te
slaan is trachtte de thuisclub te
overrompelen en met succes. Reeds vrij
spoedig had Swift een 40 voorsprong
door goede doelpunten vande dames
T. Joziasse, M, de Ru en den heer G.
Reijers (2). Hierna maakte de Beer een
o.i. gedekt tegenpunt (14) waarna
Reekers even voor de rust den voor
sprong vergrootte (15).
De tweede helft was pas eenige mi
nuten oud toen v. Kasteelen voor no.
6 zorgde. Swift speelde verder een ge
wonnen wedstrijd en deed het kalmp
jes aan. EWW kwam echter verwoed
opzetten, met het gevolg dat Koen-
ders den achterstand verkleinde (26).
Ook dit doelpunt leek ons niet geheel
zuiver. Kort daarna had de thuisclub
weer succes nu door Vader (36). Dit
maal met een goed doelpunt. Reijers
zorgde nu voor Swift's zevende doel
punt en Reekers voor no. 8 (38), ter
wijl de Beer voor het laatst scoorde
en daarmede den stand op (48) bracht.
Ook dit doelpunt was weer een zui
ver gedekt punt. Het was jammer dat
EWW drie gedekte doelpunten maak
te.
HOCKEY.
Zuid. Ie kl.CadettenE.M.H.C.
0—4.
2e klasse: BredallMiddelburg 21.
WIELRENNEN.
De zesdaagsche te Antwerpen.
Bij de neutralisatie luidde de stand
v,an de Antwerpsche zesdaagsche he-
henmorgen:
1 SlaatsBellenaars 91 punten; 2
Buysse—Billilet 54 p.; 3 Pijnenburg
Wals 50 p.; 4 KaersHuys 26 p.;
op één ronde: 5 De RijckNaeye 49
p.; 6 StielerChristensen 17 p.; 7 Sa-
velbergMuller 12 p.; 8 RonsseDe
pauw 4 p.;
op twee ronden: 9 DeneefDekuys-
scher 106 p.; 10 VerhaeghenMeer-
schaert 38 p.; 11 Van SchijndelV.an
I den Broek 38 p.