Oe Boer en Boerin van Morgen UIT DE E;rinn;e'ringen van een POLITIEMAN - dtfcn;nkele meer? eens voüt- de boer door slacht in eigen H XV. Geheimzinnige diefstallen onverwachts opgehelderd. Wanneer men als politieman gestati- onneerd is op een plaats waar vele dief stallen worden gepleegd, kan men zijn pleizier wel op. Het geeft aan de inge zetenen een gevoel van onveiligheid en terecht verwacht men van de politie, dat deze er een eind aan zal maken. Ge hikt het niet om de daders in handen te krijgen, dan wordt het vertrouwen in de politie geschokt. De burgerij begrijpt niet, dat de kan sen om dieven op heeterdaad te betrap pen zoo gering zijn, vooral als het aan tal beschikbare politiemannen niet groot is en de te bewaken streek uitgestrekt. Heeft tóen aanwijzingen in welke rich ting de daders moeten worden gezocht dan kan het zijn, dat men door voort durende surveillance en taai volhouden resultaat bereikt. 'Erger is het als men geen enkel ge geven omtrent dader of daders heeft. Een enkele maal komt het toeval te hulp en krijgt men onverwachts de die ven te pakken. Ik maakte zoo iets mee te S. Een heelen winter kwamen aangiften binnen van gepleegde diefstallen. Voor het meerendeel waren het dingen van weinig waarde, welke werden gestolen Bij den een werden kippen vermist, btf een ander konijnen, bij een derde wasch- goed. Op een keer verdween gedurende den nacht op een raadselachtige wijze een portemonnaie met eenig geld uit een pantalon, welke op een stoel voor het bed was gelegd, 's Morgens lag de pan talon voor den stoel op den vloer. Diefstal door een der huisgenooten was in dit geval buitengesloten. Alle deuren en ramen wareh dicht, dus vreemden konden niet binnen zijn ge weest, redeneerde men. Slechts een bo venraam was voa[r iuchtverversching open gebleven, doch daar langs kor niemand zijn binnen gekomen. Toch was de portemonnaie verdwe nen. Uit andere woningen werden op dezelfde geheimzinnige wijze kleeding- stukken vermist uit de slaapkamers waar de bewoners sliepen. Op een nacht kregen we aanwijzing hoe de dieven het aanlegden, om zich van de goederen meester te maken. Een dochter van een der notabelen uit de plaats werd op een nacht wak ker even na middernacht. Ze was zich niet bewust, dat eenig geluid haar had gewekt, maar toch gevoelde ze, dat er iets bijzonders was. Naar haar mee- ning moest er iemand in de buurt zijn We kennen allen wel dat onverklaar bare gevoel, dat ons zegt, dat er iemand in onze nahijheid is of dat we door iemand worden gadegeslagen. De slaapkamer van het meisje lag ge lijkvloers. Boven twee naar buiten open slaande deuren, waren z.g. tuimelramen, welke beide open stonden. Het meisje was gewoon om gedurende den nacht een klein lampje te branden en, toen ze klaar wakker was, zag ze een lange lat, welke met het eene eind op haar bed stond en met het andere eind steunde op het openstaande tuimelraam. Tege lijkertijd hoorde ze buiten eenig gestom mel en kort daarna verschenen aan den bovenkant van het raam eerst twee handen en toen de bovenste helft van een mannengezicht. Menig meisje zou in een dergelijk ge val onmiddellijk om hulp hebben geroe- door H. D. LOUWES. 5) SLOT. De eerste phase van de ontwikkeling onzer coöperaties heeft onze boeren- en tuindersstand schitterend doorstaan. Zijn boerenleenbanken, zijn veilingen, zuivel- en andere fabrieken en aan- koopwezen ;s grootsch van opzet en kracht; laten wij nu in de tweede pha se niet de nederlaag lijden. Tegenover en particulieren ondernemer hebben wij ons schitterend gehandhaafd en het reeel zaken doen bevorderd, ook voor en, die buiten onze instellingen staan, u allerlei dochtprsinstellimgen van machtige wereldconcerns zich met onze coöperatieve uitrusting komen meten, moe en wij allerminst bij voorbaat op "ff °7erwinning rekenen, knrrfi °eveel boerderijen in ons land van !l 6 auf°.s van Calvé onderdeel rnentsdp Inac'lt ge Unilever hun ge- via den ^1° rs brengen en soms aan rich bindej?11 Credlet de b°Sren door melk wordt reeds Lijemnf Jn en yan Nestlé' Van erkt? °r 'ke bedrijven ver pen, doch zij deed dit niet. Even bedacht ze wat ze te doen had en toen sprong ze onder het geroep van: „Dieven, die ven!" het bed uit, gooide de tuimelden ren open en liep de dieven (er waren er twee) achterna. In het donker waren deze evenwel dadelijk uit het gezicht verdwenen. Uit het optreden van het meisje blijkt wel, dat men hiér niet met een vrees achtige jonge dame te doen had. Begrijpelijkerwijs was door het voor gevallene het gezin in rep en roer ge bracht. Dadelijk werden wij gewaar schuwd. De lat was aan het einde voorzien van krom geslagen spijkers. Klaar blijkelijk waren de dieven voornemens geweest de lat als een soort hengel te gebruiken en de op een stoel voor het bed gelegen kleedingstukken er mee naar zich toe te halen. Uit proeven, welke we namen, bleek dat zulks mogelijk was, hoewel het nu niet bepaald gemakkelijk ging. We waren nu zoo ver, dat we waren ingelicht omtrent de wijze waarop bij vorige diefstallen het gestolen goed was bemachtigd. Omtrent de daders hadden we echter nog geen enkele aanwijzing De lat was van een heel gewone soort en aan de spijkers was niets bijzonders waar te nemen, Intuschen was het voorjaar gewor den. Het was voor ons geen gemakkelijke winter geweest. Voordurend werden of waren nachtdiensten verricht, zoowe' voorgeschreven als vrijwillig. Ook ove rigens was op de standplaats veel werk met het doen van onderzoeken, het be- teekenen van dagvaardingen, het ver verrichten van aanhoudingen enz. On der het personeel heerschte echter eer prettige geest en niemand zag er te gen op extra diensten te doen. Wc dachten al, dat met het verdwijnen var den winter, de diefstallen zouden op houden, doch hierin vergisten wij ons Omstreeks half Maart deed een land bouwer aangifte, dat men van zijn gron den, waar zijn personeel bezig was me* aardappels poten, zakken met poot- aardappelen had ontvreemd. Het was in de streek gewoonte, dal de aardappelen, welke des daags niet op gebruikt waren, op een wagen op hef land bleven staan. Al een paar morgen? bleken er eenige zakken aardappelen te zijn gestolen als het werkvolk er 's mor gens weer bijkwam. We gaven den aangever in overwe ging om net te doen alsof de diefstallen niet waren bemerkt en de wagens zoc- als gewoonlijk op het land te later staan. We besloten er 's nachts bij te waken. Om tien uur 's avonds hadden we ons opgesteld achter het schuurtje van eer eenzaam staande arbeiderswoning. W<" konden vandaar de omtrekken van dr wagens met aardappelen zien. Boven dien was het doodstil zoodat we zee' zeker personen, die aardappelen van de wagens zouden willen stelen, zouden op merken. Tegen den bewoner van hef huisje hadden we geen verdenking. Toot hadden we hem van onze aanwezigheid op zijn erf onwetend gelaten, wat, zoo als straks zal blijken, maar gelukkig was. We hadden een langen nacht voor den boeg. Van aflossen kon geen spra ke zijn. De weg naar het land was een zaam en door aflossing zou men zijr aanwezigheid kunnen verraden. Ieder politieman, die dergelijke dien sten heeft verricht, weet dat ze niet meevallen. Het was een mooie, heldere nacht, doch zooals het in vroege voor jaarsnachten kan zijn erg koud. Ziet verwarmen door beweging te nemer gaat niet, mond houden is noodzakelij'" en „niet rooken" spreekt vanzelf. Door w Hoe lang zal het nog duren dat de vleeschvoorzibning in u, men lT n "anden zal ko- en" ,kt Undeverbedrijf de Unox behoefte; nu doet velerwege de dorps slager dit, Hoe lang zal het nog duren, dat ook de dorpsslager depothouder wordt van de groote, moderne vleesch- fabrieken en dat de dorpsveehandelaar de commissionair wordt van enkele de zer grootste, samenwerkende bedrijven? Hij zal den boer een in onderlinge al- spraak vastgestelden prijs bieden voor zijn vee, waarvoor hij het mag doen en ook mag laten tot hij, geen anderen kooper vindende, toch moet toegeven. Wii hebben onlangs gelezen, dat deze toestand iri Canada reeds volledig heerscht. Wat moeten en kunnen wij nu doen? Onze boeren het gevaar doen zien, de .kracht onzer aankoop en zuivelcoöpe- raties en die op het gebied van den vleescli ifzet versterken en deze onder ling tot samenwerking en wederzijdsche hulp brengen. Sterke boerenconcerns tegenover die van het moderne parti culiere grootbedrijf; alleen zoo kun nen wi; onze onafhankelijkheid verde digen. Met onze huidige coöperatieve uilrusting dien strijd te wagen zou ge lijken op het bestrijden van een tank met pijl en boog. Minister Steenberghe heeft onlangs geschreven, dat het niet op den weg lag der Regeering de landbouwcoöperaties te bevorderen ten koste van het par ticuliere bedrijfsleven. Goed! Maar ik wil er toch op wijzen, dat de Neder- landsche boerencoöperaties nooit van het Nederlandsche boerenbelang* en van het nationale belang vervreemd kunnen worden, maar het belang der moderne wereldconcerns zeer wel. al deze handelingen zou men de dieven kunnen waarschuwen. Het was al twee uur in den nach en nog hadden we niets vernomen. Toen vernamen we wat beweging in de wo ning. Even later ging de buitendeur open en werd het ons duidelijk wat voor den betrokkene aanleiding was geweest om zijn bed te verlaten. We hielden ons natuurlijk doodstil er we verwachtten reeds, dat de persoon weer naar binnen zou gaan, toen hij on verwachts bij onze schuilplaats voor ons stond. We waren in uniform, dus kon hij zien met wie hij te doen had. Hij was blijkbaar verrast en zei grijn zend: „Hi, hi, ik dacht al, dat er wal was. Ik had %iet zoon gevoel alsof er menschen op m'n erf waren. Goeder avond heeren". Mijn collega, die nog al eens geesti' wilde zijn, bromde „Menschen, men schen nou ja, als je ons zoo noemen wil, ook goed". Zonder nog eenige verdenking te hebben, vroeg ik hem wat hij zoo mid den in den nacht buiten moest doen. „De heeren zullen wel vernomen heb ben, wat ik deed", zei hij. „Ik ga dar altijd naar buiten". Zooals ik al vertelde, de nacht was koud en de man stond in zijn onder- kleeren te bibberen van de kou. Toef kreeg ik den indruk, dat het niet de kor alleen was, die hem deed beven. Op goed geluk zei ik tegen hem „Nou vrind, ik vind het toch wel eer beetje verdacht, dat je alleen daarvoor om twee uur 's nachts naar buiten kom* Vertel ons maar eens waar de aardap pelen zijn, welke de laatste dagen var de wagens daar, zijn gestolen". We schrokken geweldig van de uit werking van deze woorden. Alsof hi' door den bliksem was getroffen sloe<f de man, zonder een woord te uiten voorover. Daarbij schuurde hij met zijr gezicht langs den muur van het huis er bekwam verschillende ontvellingen. Aanvankelijk dacht ik met een lijder aan vallende ziekte te doen te hebben doch ik zag al gauw, dat zulks niet he1 geval was. Het bleek alleen de schrik te zijn geweest, welke hem tegen der grond deed slaan. We trokken hem overeind en zeiden' „Biecht nu maar eens op, want je hou ding geeft wel aan, dat je schuldig bent" Hij bekende oogenblikkelijk en nada' we hem in de gelegenheid hadden ge steld een paar' kleedingstukken aan tr trekken, wees hij ons aan waar de aard appelen waren verborgen. Ze warer eenige honderden meters van de woning in een stukje heideveld in den grond gegraven en met plaggen toegedekt Nog hadden we er geen vermoeden var hoe belangrijk deze aanhouding zot- worden. Hij verklaarde de aardappe' diefstallen te hebben gepleegd met z'r naasten buurman S., welke ongeveer een kilometer van hem af woonde. Toer onze vriend goed en wel aan het beken nen was, zei hij: „Ik zal nu alles maar zeggen, S. en ik hebben veel meer ge stolen". Inderdaad bleek zulks het ge val te zijn. We hadden een van de da ders der veelvuldige kleine diefstallen welke gedurende den afgeloopen winte- werden gepleegd, te pakken. Nooit zouden we er aan hebben ge dacht in den bewoner van het huisje er zijn vriend S. de daders daarvan te zoe ken. D., zoo heette de aangehoudene bleef onder bewaking van mijn collega terwijl ik naar de woning ging van S. om deze aan te houden. Alles sliep en op mijn kloppen riep S.: „Wat moet dat?" Ik maakte me bekend en gaf te ken nen binnen gelaten te willen worden Het bleek dat S. minder angstvallig was. dan zijn reeds aangehouden vriend. Hij Wanneer de Un lever of Nestlé elders betere kansen zien, kunnen, zij zeer goed Nederland verlaten, onze mark ten aai: de grootste ontreddering over gevende en eveneens kunnen zij hier een prijzen-politiek voeren, die natio naal ongewenscht is. Minister Steen berghe in wiens goede gezindheid bekwaamheid, karakter en regeer kracht wij alle vertrouwen mogen stel len kan daarom m.i. zijn standpunt juister kiezen door te zeggen, dat de Regeering de coöperatieve en de par ticuliere bedrijfsvorm aan hun eigen ontwikkeling overlaat, tenzij het alge meen belang het ingrijperl der Regee ring ëischt. Wij moeten ons ten snelste bezinnen op wat er gebeurt en ook de Regeering moet scherp opletten, opdat wij beidef niet achter de feiten aanloopen. Voor komen is beter dan genezen en regee- ren is vooruit zien. En het is m.i. de harde werkelijkheid, dat het vraagstuk der verhouding van de moderne groote concerns en de coöperaties aan de poort klopt, zoowel van de regeering als van den boerenstand. Jonge menschen, toekomstige boe ren en boerinnen, hiermede ben ik aan het einde gekomen van wat ik U te zeggen had. Ik hoop, dat gij allen het besef zult hebben gekregen, dat ons, ouderen en jongeren, een groote taak en een moei lijk werk wacht. Men heeft wel eens gemeend, dat een boer alleen maar sterk naar lichaam, niet naar den geest en het verstand behoefde te zijn. Niets is minder waar. Men is nooit te sterk, raasde en vloekte en zei, dat hij 's nachts niet wilde gestoord worden. Daa hij echter wel begreep, dat ik me nie zoo licht liet afschepen, liet hij mij tei laatste toch in de woning. Ik heb meermalen opgemerkt, dat de politie in dergelijke gevallen dikwijl den steun heeft van de vrouw van der persoon, om wien het te doen is. Zoc ging het ook hier. Buiten kon ik duidelijk hooren, dat dr vrouw van S. tegen hem zei: „Ga er nou maar uit Willem (dit was de voornaam van S.) maak maar geen herrie. H' (daarmee bedoelde ze natuurlijk mij), gaat toch niet weg". Nadat ik door S. was binnen gelaten deelde ik hem mee, dat hij met me mee moest. Om hem duidelijk te maken, dat hij daaraan had te voldoen, viel ook a' niet mee. Ten slotte gingen we op stap Onder al deze bedrijven waren er tee kenen aan de lucht te zien, dat de nachl voorbij was. Het begon licht te worden Van de woning van S. naar die van R moesten we over een smal voetpad, dat langs een vaart liep. Ook moesten we enkele smalle bruggetjes of vonders zon der leuning passeeren. Ik liet S. voor me uitloopen, waar voor ik tweeërlei redenen had. In de eerste plaats was dat een veiligheids maatregel. Ik wilde n.l. niet de kans be- loopen door S. van achteren te worder aangegrepen en in het water te worden gegooid. Het kwam me voor, dat hij wel in een stemming was om dat te doen als er kans voor was. De andere reden was, dat we de plek moesten passeeren, waar, aan den over kant van de vaart, de aardappelen wa ren ingegraven. Ik wilde zien welke houding S. bij het voorbijgaan van die plek zou aannemen Zooals ik gedacht had, gebeurde, Hij kon niet nalaten naar den aardap pelkuil te kijken, toen we die voorb'"' gingen, wat mij deed zeggen: „Ik zie al S., dat ge begrijpt waar het om gaat". Van dat oogenblik af begon ik S. al vast maar te ondervragen. Hij wist ech ter nergens van en ontkende alles. Bij de woning van R. stelden we de beide verdachten tegenover elkaar en tegen R. zei ik: „Vertel jij nou maar eens wat jullie hebben gedaan". In plaats van zijn bekentenis te herhalen zei R. m het eigenaardig dialect, dat hij sprak- .Zeg 't maar Willem, want ze weten al- 'es al". Uit zijn antwoord bleek du:delijk, da* hij het verwijt van S. wilde ontgaan, dat hij de man was, die het eerst alles had bekend. Het is trouwens bij misdrijven in vereeniging gepleegd, een algemeen verschijnsel, dat de daders niet wilier bekennen uit schaamte tegenover hur mededaders. Intusschen was de houding van R. voor S. aanleiding alles wat eerstgenoemde had verklaard, toe te ge ven. Ook de hengelpartijen met de lat met spijkers, bekenden beide verdachten. Uit de inbeslagnemening van enkele ont vreemde kleedingstukken en andere voorwerpen, werd hun schuld aan dr overige diefstallen, gestaafd. De gesto len kippen en konijnen hadden ze opge geten. Gevonden veeren en beenderen or een afvalverzamelplaats, toonden dit mede aan. Groote misdadigers waren R. en S niet. Toch was hun aanhouding voor de jevoiking een opluchting en voor ons een voldoening. KERK EN SCHOOL. Benoemd tot kweekelingë met acte aan de Christelijke Lagere School voor Schipperskinderen te Wemeldinge, mej. C. A. Dronkers te Hansweert. nooit te vroom en begaafd van gemoed, nooit te scherp van verstand om boer of boerin te zijn. Alleen als wij ook onze bekwaamste zonen en dochteren in ons midden houden, kunnen wij ons werk op ons bedrijf, in onze huishou ding en in onze organisatie en samen leving aan. Laat ik beslaten met U voor te houden het wijze woord van den dichter van het boek der Spreuken. Deze geeft den boeren van zijn tijd den volgen den, ook voor ons allerminst verouder den, raad (Spreuken 24 27): Maak Uw werk buiten in orde, en bereid het op den akker; daarna kunt gij Uw huis jouwen. Welnu, zoo is het op onze bedrijven; als het werk op den akker in orde is en als de boerin haar gezinstaak ver staat, kan het huis worden gebouwd, d.w.z. kan er een gevestigd en welva rend boerengezin ontstaan. Als wij ons werk op den akker der organisatie en der samenleving in orde maken, zullen wii in ons volk ons huis bouwen, zal er een ferme, fiere en welvarende boe renstand in onze natie gevonden wor den, onmisbare voorwaarde voor een sterk en evenwichtig volk. En als wij dat niet doen? Dan komt over ons, wai dezelfde wijze Spreukendichter ons voorhoudt: Een weinig slapens, een wei nig sluimerens, een weinig handenvou- wens, al nederïïggende; zoo overvalt U de armoede als een vagebond, het gebrek als een bandiet. Jonge boeren en boerinnen, wij reke nen op U! KORFBAL. WEDSTRIJDUITSLAGEN Z. K. B. De uitslagen van de Zaterdag gespeel de wedstrijden voor de competitie van den Z. K. B. luiden: Ie klasse: Swift ITogo 150. 2e klasse: EWWSwift II 48; Madjoe II—HBS II 9—1. Ie klasse. Sw-ft I heeft, zooals te verwachten was, van Togo gewonnen. En zelfs met groote cijfers, waardoor het doelgemid- delde aanzienlijk verbeterd werd. Bo vendien wisselde Swift weer eens van plaats met Madjoe, zooals de stand doet zien: Zeelandia 5 4 1 0 328 9 Swift I 5 2 1 2 25—21 5 Madjoe I 3 2 0 1 24—6 4 Togo 5 0 0 5 2—48 0 2e klasse. Swift II heeft een goede overwinning op EWW behaald. De vier tegenpunten duiden er op, dat de tegenstand der E.W.W.-ers niet gering is geweest. Swift II heeft nu nog geen enkele wed strijd verloren en de kans op het kam pioenschap der 2e klasse is voor hen zeer groot. HBS II heeft moedigen tegenstand ge boden tegen Madjoe II. De cijfers waar mede de HBS-ers verloren zijn ons meegevallen. Niettemin bleef het een flinke zege voor Madjoe II. De stand is nu: Swift II 6 6 0 0 485 12 EWW 7 4 0 3 16—16 8 Madjoe* II 5 3 11 178 7 HBS I 5 3 0 2 22—14 6 Swift III 6 0 2 4 5—18 2 HBS II 7 0 1 6 5—52 1 SWIFT I—TOGO 15—0. De uitslag zou een spel van kat en muis doen vermoeden, doch dit 's toch niet het geval geweest. Aan beide kanten werd een betrekkelijk snel spel te zien gegeven, waarbij Swift over het geheel telkens een tempo vlugger was. Het groote verschil zat echter in het doelen, Sw ft doelde veel en met succes, terwijl juist dit onderdeel en toch wel het belangrijkste - bij de Goesenaren al heel slecht verzorgd was. Ook wist men zich geen kansen te scheppen. Dat deze onderdeelen in het spel wel allereerst verbetering die nen blijkt wel uit het feit dat in vijf wedstrijden slechts 2 doelpunten zijn gemaakt Een groote hand'cap was het dat Togo met 5 dames speelde. Na rust heeft Swift een dame laten uitvallen, zoodat de partijen weer een gelijk aan tal speelsters hadden. Na ruim 5 min. spelen had Swift een 40 voorsprong verworven waarvan het derde punt van twijfelachtige waar de was. Deze vlugge voorsprong heeft den Swiftianen veel vertrouwen ge schonken, waardoor rustig kon worden verder gespeeld. Bij de rust had Swift de score tot 90 opgevoerd. Na de rust was Togo meer aanval lend dan in de eerste helft, doch zij slaagde er toch niet in een tegenpunt dat zij zeker verdiend had, te maken. Men wist zich maar geen doelkansen te scheppen. Swift daarentegen, ver grootte geleidelijk de score tot 150.. Togo heeft zeer sportief tot het ein de toe moedig tegenstand geboden. EWW—Swift II 4—8. Ook EWW is het niet gelukt Swift's zegetocht te stuiten. Swift wetende dat EWW in eigen huis heel lastig te slaan is trachtte de thuisclub te overrompelen en met succes. Reeds vrij spoedig had Swift een 40 voorsprong door goede doelpunten vande dames T. Joziasse, M, de Ru en den heer G. Reijers (2). Hierna maakte de Beer een o.i. gedekt tegenpunt (14) waarna Reekers even voor de rust den voor sprong vergrootte (15). De tweede helft was pas eenige mi nuten oud toen v. Kasteelen voor no. 6 zorgde. Swift speelde verder een ge wonnen wedstrijd en deed het kalmp jes aan. EWW kwam echter verwoed opzetten, met het gevolg dat Koen- ders den achterstand verkleinde (26). Ook dit doelpunt leek ons niet geheel zuiver. Kort daarna had de thuisclub weer succes nu door Vader (36). Dit maal met een goed doelpunt. Reijers zorgde nu voor Swift's zevende doel punt en Reekers voor no. 8 (38), ter wijl de Beer voor het laatst scoorde en daarmede den stand op (48) bracht. Ook dit doelpunt was weer een zui ver gedekt punt. Het was jammer dat EWW drie gedekte doelpunten maak te. HOCKEY. Zuid. Ie kl.CadettenE.M.H.C. 0—4. 2e klasse: BredallMiddelburg 21. WIELRENNEN. De zesdaagsche te Antwerpen. Bij de neutralisatie luidde de stand v,an de Antwerpsche zesdaagsche he- henmorgen: 1 SlaatsBellenaars 91 punten; 2 Buysse—Billilet 54 p.; 3 Pijnenburg Wals 50 p.; 4 KaersHuys 26 p.; op één ronde: 5 De RijckNaeye 49 p.; 6 StielerChristensen 17 p.; 7 Sa- velbergMuller 12 p.; 8 RonsseDe pauw 4 p.; op twee ronden: 9 DeneefDekuys- scher 106 p.; 10 VerhaeghenMeer- schaert 38 p.; 11 Van SchijndelV.an I den Broek 38 p.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 7