De Boer en Boerin van Morgen') De Strijd om Hotel „De Abdij", SPORT. Echt en goed STATEN-GENERAAL. VOETBAJL ïtl ZTTtéanê Z0U hand aa* band le klasse C. (Ingez. Med.) HET BELGISCH ELFTAL SAMENGESTELD. Het Belgisch elftal, dat Zondag te Roterdam tegen Nederland zal spelen, is als volgt samengesteld: doel: Braet (C.S. Brugge); achter: Paverick (Antwerp F.C.) en Smel- linckx (Union St. Gilloise); midden: Da lem (Standard Lu k), Maertens (Gan- toise) en Dewinter (Beerschot); voor: Voorhoof (Liersche Sportkring), Ray mond Braine (Beerschot), Capelle (Standard Luitk), Ceuleers (Beerschot) en St. van den Eynde (Beerschot). Op te merken valt nog, dat twee spelers niet beschikbaar waren. In de eerste plaats kon de Beerschotspil Meuldermans niet gekozen worden, om dat zijn blessure nog n et geheel gene zen is. Voorts is Van der Wouwer, de rechtsbuiten v,an Beerschot, verhinderd mee te spelen door militairen dienst. Het Belgische Juniores eütal. Het Belg sche junioreselftal, dat Zon dagmorgen te Rotterdam tegen een Ne- der'andsch jeugdelftal uitkomt, is als volgt samengesteld: doel: Wittehals; achter: Dethier en De Landeleer; midden: Devos, Melin, en Massez; voor: Degeest, Chavez, Cop Berthulens en De Mulder. Zaterdagcomp. Walcheren, Vlissingen en Veere kwamen met groote overwinningen voor den dag, resp. op RCS en RCV II, en zij hand haafden zich op de tweede en derde plaats. RCV I klopte Serooskerke met eigenaardige cijfers, nl. 4—9. Dit ver lies valt ons tegen van Serooskerke SMZ overwon Souburg, dat er niet veel van terecht brengt. De stand :'s nu: Arnemuiden i3 11 1 1 6318 23 Vlissingen 11 10 0 1 65—25 20 Veere 14 10 2 2 71—37 20* RCV I 13 7 3 3 60—33 17 Serooskerke 11 5 3 3 6132 13 SMZ 13 5 1 7 41—53 11 WWV 14 4 3 7 44—62 11 Oostk,apeIIe 11 3 1 7 2150 7 RCS 12 2 3 7 29—51 7 Souburg 12 2 0 10 25—62 4 RCV II 14 1 1 12 37—84 3 2 w.p, i.m. wegens n.o. Ie klasse A. Kruiningen en Ierseke deelden de punten. Eerstgenoemde behield daar door de tweede plaats boven Ierseke Domburg verloor weer, thans van Mid delburg III. De Domburgers zijn aan het afzakken. De groen-witten steger twee plaatsen. Hansweertsche Boys verzamelde twee kostbare punten in Goes tegen Goes III, welke ploeg nu leelijk in gevaar is gekomen. Ook RCS II is nog lang niet veilig. De stand is: De Zeeuwen II 13 11 1 1 4318 23 Kruiningen 14 7 2 5 38—26 16 Ierseke 15 7 2 6 45—35 16 Middelburg III 13 6 1 6 37—44 13 Domburg 14 6 1 7 45—47 13 Vlissingen III 13 6 0 7 30—40 12 Goes III 15 5 1 9 34—40 11 RCS II 12 4 1 7 22—34 9 Hansw. Boys 13 4 1 8 34—44 9 i). door H. D. LOUWES. Tekst van een rede, gehouden door H. D. Louwes, (voorzitter der Gronin ger Mi, van Landbouw te Westpolder, ölrum) te Goes op 22 Febr. 1938, Toen mijn medeleerlingen en' ik in Maart 1913 met onze diploma's in den zak de Rijkslandbouwwinterschool te Groningen verleten, scheen ons boeren leven een ritje te worden met het be kende karretje op den breeden zandweg. De wereld g=ng gestaag vooruit en de wetenschap gaf een veilig geleide bij de uitoefening van het bedrijf. Wij ver- n °P een bestendigen vooruit- rpSi Cn £roote geestelijke en cultu- veel kJ° f T7€n ^ad de wereld noch wij veel besef. Kennis was macht en zêde- gaan met de vermeerdering en aUemee- °LeVeSr i*- Hct 's heel anders gekomen. Wij heb- Op de Alg. Verg. v. d. Bond v. Oud- S: |BVG.)-an'ib'"- cors-Tub,w Groede I verloor tegen B ervliet II waardoor de Groédenaren twee kost bare punten om nog aan de leiding te kunnen komen, verloren. Intusschen een goede prestatie wan Biervliet. Hoofd plaat II wist zich een plaatsje naar bo ven te werken door een zege op Schoondijke II, terwijl IJzendijJce II, zooals te verwachten was, Groede IJ met leege handen naar huis zond. Bres kens II won natuurlijk v,an de hekken sluiters SCD. De stand luidt nu: Schoondijke 13 10 2 1 6924 22 Breskens II 10 9 0 1 42—19 18 Groede I 10 7 1 2 51—16 15 B ervliet II 11 5 3 3 31—21 13 Hoofdplaat II 10 5 1 4 28—24*11 /IJzendijke II 11 4 2 5 20—21 10 Breskens III 4 1 3 2621 9 Schoondijke II 9 2 0 7 1940 4 Groede II 10 1 1 8 18—53 3 Oostburg II 7 1 0 6 9—40 0* SCD 9 0 1 8 11—45 0 2 w.p. i.m. wegens n.o. Overgangsklasse. Walcheren I liep 2 punten uit op De Zeeuwen III door een overwinnin' met dubbele cijfers op Zeelandia I1J Verandering kw,am er verder in der stand niet. 2e klasse A, In deze klasse won Kapelle met 9 van Zeelandia IV, Het was de eenige wedstrijd, d e gespeeld werd. Verande ring bracht hij niet. 3e klasse A. Domburg II liep twee punten op haai concurrente Walcheren II uit door een flinke zege op het één na onder aan staande EMM III. De hekkenslui ter Walcheren III verloor van Vlissin •gen V. Aan den kop gaan nu: Domburg II 10 8 2 0 71—23 18 W,aïcheren II 10 8 0 2 51—25 If Zeelandia V 9 6 1 2 3842 18 DAMMEN. AagtekeTkeVlissingen 88. Maandagavond speelde Aagtekerke 1 tegen Vliss'ngen I een competitiewed strijd voor den Zeeuwschen Dambond De uitslag was: A. WillemseJ, de Vos Burchar! afgebr.; D, TriellerL. Goedbloed 1 1; L, TrielierF. Fleurbaaij 20; P de VisserO. Hellinga afgebr.; F. Krij gerJ. F. Krijger 11; C. JobseA J. v. Blokpoel 14; S. BlaasA. Keij mei 11; C. JongepierG. Luwema 02; D. HugenseJ. Bosselaar 0—2, J. MaljaarsP. Geelhoed 20, Uitslag Aagtekerke I, 8 punten er Vliss'ngen I, 8 punten en twee afgebro ken partijen. KruiningenKrabbendijke 115 Maandagavond werd een damwed- strijd gespeeld voor de eerste klas var- den Zeeuwschen Dambond tusschen Kruiningen I en Krabbendijke I. De uit slag was: M. v. d. ParelL Nieuwenhuize 20; J. PasmanM. Nieuwenhuize 11; M v. NieuwenhuijzeP. Nieuwenhuize 1 1; A. v. d. SandeH. Wolfert afgebr.; J. KrijgerJ. Pieper 02; A. DekJohs. van Oosten 20; Ph. MeyerM Meeuwse afgebr.; M. Bouwman—C Bouwman 20; I. PasmanJac. Pieper 11; E. WestveerrM. Nieuwenhuijze 2—0. Totaal: Kruiningen (eerstgenoemden) 11 punten, Krabbendijke 5 punten en 2 afgebroken partijen. BILJARTEN. Om het kampioenschap van Zeeland. In de voorlaatste partijen om het kampioenschap van Zeeland 3e klasse N.B.B.. Dinsdagavond gespeeld in hei clublokaal van A.B.C. te Vlissingen, wa ren het de Goesche spelers die het beste spel lieten zien. Vooral Viergever liet in zijn partij tegen Korteweg vaak fraai spel genieten, spel dat voor deze klasse op hoog peil stond. In 27 beurten wist hij deze partij te winnen, alzoo met een gemiddelde van 3.70, waarbij Korteweg ben een geweldig bewogen tijd beleefd met hoogconjunctuur in den oorlogstijd' en ongekende laagconjunctuur in de pas vervlogen jaren. Oorlogen en geruchten van oorlogen waren noch zijn van de lucht, bestaansonzekerheid dreigt aller- wege en ons eens zoo zeker en onbe kommerd menschen herte bidt nu in ootmoed: geef ons, o Heer, geloof en zedelijke sterkte om al onze kennis en al onze macht te kunnen dragen in waardigheid; wij kunnen het uit eigen kraclit niet. Zoo staat het geslacht waartoe ik be hoor allerminst in fiere zelfbewustheid op een hoog voetstuk om met trotsch gebaar aan U, jonge menschen, te toonen wat wij er tot nu toe van gemaakt heb ben. En als wij er soms nog neiging voor mochten gevoelen, dan laat de jongeren- wereld ons wel heel goed weten, dat zij voor onze prestaties al bitter weinig re spect heeft en weinig dankbaar voor de wereld, die wij hielpen bouwen. Ik houd niet van piekeren en jeremi- eeren, wij komen er niet verder mee en doen is een d;ng. Het is nu mijn bedoe ling te Irachten met U, hope van onzen boerenstand, na te gaan, welke fouten wij hebben gemaakt, welke zekerheden wij hebben behouden en welke taak ons samen wacht. op 76 bleef staan. Ook Baarends Sr. uil Goes won zijn partij tegen den Vlissin- ger Bosselaar, hoewel deze partij niet van zoo'n best gehalte was. De laatste partij van dezen avond ging tusschen den Goesenaar Bruël, to op heden nog ongeslagen, en Labruyère. Hoewel Bruël spoedig een voorsprong nam, wist Labruyère in zijn 19e beurt met een fraaie 15 gelijk te komen (56), doch daarna was het weer Bruël die pro fiteerde van eenige slechte beurten van zijn tegenstander, om een voorsprong te nemen. Hoewel Labruyère nog een hee eind wist op te halen, wist Bruël o-ok deze partij te winnen, zoodat Woens dagavond de beslissing moet vallen in de partij Bruëlv. Oorschot, De uitslagen waren: Baarends 100 38 2.63 14 Bosselaar 64 38 1.68 8 Viergever 100 27 3.70 19 Korteweg 76 27 2.81 13 Bruël 100 48 2.04 10 Korteweg 92 48 1.94 10 Bruël 100 36 2.77 11 Labruyère 90 36 2.50 15 ïijn Poeders alleen wanneer zij de hand- teekening dragen JJ van den fabrikant' Maagpoeders, Hoofdpijnpoeders, Kiespijn- poeders, Hoestpoeders, Wormpoeders, enz. Per poeder 8 ct. Per doos van 6 stuks 45 ct. (Ingez. Med.) DE TWEEDE KAMER WEER BIJEEN. De eerste vergadering van de Tweede Kamer na het Kerstreces is^gistermiddag gehouden. Als nieuwigheid kon een luidsprekerinstallatie worden begroet, welke wel een aanzienlijke technische verbetering beteekent. De meeste spre kers van gistermiddag schuwden echter het spreekgestoelte, zoodat het resul taat nog zeer onvolledig was. Een der eerste agendapunten vormde een ontwerpje, dat de geldingsduur van de wet van 1933 op de evenredige vrachtverdeeling voor zes maanden ver lengt. Deze wet bevat namelijk een be paling, dat vóór genoemden datum een nieuw ontwerp moest zijn ingediend, re gelende den overgang naar den „norma len toestand". Dit ontwerp was uitge bleven, en ook het thans aanhangige overbruggingsontwerp was te laat .inge diend om voor Kerstmis door de Kamer behandeld te kunnen worden. Van ver- schi lende zijden er waren heel wat sprekers werd deze gang van zaken in de Kamer gelaakt. De minister van waterstaat, de heer Van Buuren, die het ontwerp verdedigde en vóór Juli de in diening van een nieuwe wet op de even redige vrachtverdeeling aankondigde, zag bet overbruggingsontwerp na uit voerig debat zonder hoofdelijke stem ming aangenomen, Suriname. Met de bespreking van de begrooting van 's lands zorgenkind, Suriname, is een aanvang gemaakt. De heeren IJ z e r m a n (s.d.) en J o e k e s (v.d.) oefenden kritiek uit op de houding van den gouverneur jegens de koloniale sta ten. De heer Van Lidth de Jeu- d e (lib.) zag, behalve de bauxietwin- ning, geen lichtpunten bij zijn be schouwing over den economischen toe stand van dit gewest. Heden gaat de Kamer verder. Zij zal in het begin van haar vergadering be slissen of de interpellatie zal worden toegestaan, welke de heer W ij n k o o p (comm.) heeft aangevraagd over de er kenning de facto van den Italiaanschen koning als keizer van Abessynië en over de buitenlandsche politiek in het alge meen. (Ingezonden stukken.) In uw blad van 17II verdeelt de heer dr. B. D. H. Tellegen de tegenstanders in drie hoofdgroepen, maar m.i. is er nog een andere groep en naar mijn gevoel de aller belangrijkste: zij, die Middel burg bezoeken uitsluitend, om dat zij in de sfeer van Ho tel De Abdij kunnen logee- ren. Nu mag men daarom lachen, dat er zulke zijn, maar dat er zoodanigen zijn, bewijst een schrijven, hetwelk, waar het mij ongevraagd werd toegezonden, door U geheel of gedeeltelijk kan wor den overgenomen, [Volgt hieronder. Red.] Zouden dezulken, door niet meer in de Abdij te kunnen logeeren, Middelburg den rug toedraaien, dan zoude er een blijvend verlies zijn. Een verlies, niet goed te maken door hotelruimte elders in deze plaats. Als een lokvinkje, laat dr. Teilegen doorschemeren, dat de Abdij toch wel eens hotel zou kunnen blijven, zelfs na de onteigening. Ik ga nu vermoeden, dat de onteigening, zooals zij is ontworpen, dus niet in haar geheel dwingend nood zakende op korten termijn zou kunnen zijn. De onteigeningswet mag echter al leen gebruikt worden, voor die gevallen, waar het dwingend nood zak e 1 ij k is. De argumenten van den heer mr. H. F. Lantsheer geven mij aanleiding tot een andere opmerking. De Polder Walcheren en Middelburg zijn historisch één. In de plaats echter wordt die continuïteit gemist. En ik vraag mij af, of het zoo vreemd is, dat in het adres wordt ver wezen naar de gebouwen van den Pol der Walcheren, indien het juist zoude zijn, dat dcor een ambtsvoorganger van den heer Lantsheer bij de eigenaren van de Abdij reeds eens werd gepolst, o f zij de gebouwen van den Polder niet wenschten te k o o p e n. Indien dit juist mocht wezen, dan ver klaart dit dat men van die zijde zegt: „Wenscht gij archiefruimte, neem dan het aangrenzende perceel!" Wat nu de voorgestelde restauratie betreft, zijn er twee mogelijkheden, of men restaureere, volgens de laatst be kende gegevens, de lezer stelle zich dan het rechtergedeelte van het gebouw van den Polder geheel verlengd voor. Ook het dak geheel verlengd, dus met afbraak van de circa 40 jaren geleden bijgebouw de zolderkamers van de Abdij. Men den- ke zich de resten van den toren opge bouwd. De van Polder en hotel gelijke ramen, alle met kleine ruiten. Tenslotte een aardige achttiende eeuwsche of mis schien iets vroegere deur. Deskundigen hebben mij verzekerd, dat wanneer men iets anders zou gaan doen, zooals ter rechter- en ter linker zijde in de Abdij het zuivere fantasie zou zijn. Zou dit nu zoo'n belangrijke restauratie kunnen worden? Dit alles doet mij meer en meer over hellen tot de meening, dat de verande ring van bestemming van het hotel De Abdij niet mag' doorgaan, Dat in het ge brek aan ruimte op andere wijze moet worden voorzien; ik denk b.v. aan het Kantongerecht of nog eerder aan de ruimten waarin de Provinciale Water staat zetelt, of het gebouw in de Gist- straat waarin de Rijkswaterstaat is on dergebracht en gelegen,' naast het ge bouw over de Gistpoort waarin reeds een gedeelte van het Rijksarchief schijnt te zijn. Anderzijds gaat het adres mij te ver, is te gespecificeerd, en ik kan mij voor steilen dat velen daartegen bezwaar heb ben. Een kort en krachtig verzoek, de ont eigening niet te laten doorgaan, aange zien deze voor Middelburg ongewenscht en niet noodzakelijk is lijkt mij ter zake juister. Albt. Jeronimus, 'Middelburg, 18-II-'38. -o Het gaat ons nu wel in 't bijzonder om onzen boeren- en .tuindersstand, maar deze is deel van ons volk en ons volk deel der menschheid; ik moet daarom wel eenige algemeene opmerkingen vooraf laten gaan. De groote fout, die wij hebben ge- maakt, wij menschen van nu en degenen, die ons in de laatste 150 jaren zijn voor-j gegaan, is het te veel vertrouwen op de macht der kennis en van het verstand, te weinig op de waarheid van Tiet oude Spreukwoord: bewaak Uw hart boven al wat te bewaken is, want daaruit zijn de uitgangen des levens. De mensch heid meende, dat veel weten en veel kunnen ook van zelf menschen zou vor men, die zoodanig goed en zedelijk sterk zouden zijn, dat zij al het nieuwe aan zouden kunnen. Het nooit te omvatten probleem uit Genesis 3 dat der zonde werd op den achtergrond van het denken gedrongen en in ongefundeerde optimisme bouwde men aan wereld en menschheid. Ik zou niet gaarne zeggen, dat er in de laatste eeuw niet ook heel veel goeds is geschapen; maar de revolutie bouw stort nu ineen; daardoor lijkt het of alles valt. Maar als de oordeelsstorm, die nu door de wereld vaart, zal zijn uit gewoed, zal blijken, dat het goede 'S blijven staan. Ons platteland is nu in het goede en in het kwade kind van zijn tijd geweest. Ook in ons boerenleven was de geest gevaren, die de overlevering, de gebrui ken en de kennis der vaderen als afge daan conservatisme ziet en meent als waardig apostel der vooruitgang en ver lichting alles zoo spoedig mogelijk nieuw te moeten maken. En omdat een ge slacht, dat zich overmoedig en onbera den los maakt van de traditie der vade ren, aan groote zelfoverschatting lijdt, kwam er weinig van het nieuw maken terecht, Groote dingen worden slechts geschapen uit ootmoed en eerbied, en daar ontbrak het juist aan. Zeker, de bedrijfsvoering ging onder voorlichting der wetenschap geweldig vooruit, liet alcoholgebruik daalde ook op het plat teland z'eer sterk, veel zwaren arbeid in bedrijf en huishouding kon worden ver licht en de sociale wetgeving tracht ook in men li plattelandsgezin een zegenrijke bestaanszekerheid. Dit alles nu vormde even zoovele goede mogelijkheden voor een waafdig, dankbaar bestaan, in har monie met het eigene van het boeren leven. En hier komen wij aan de dishar monie ,aan de wanklank: dit alles is niet bereikt! Stijlloosheid, leelijke huizen, onpersoonlijk prullig huisraad, verlies van oude en zinvolle spelen en gebrui- [Brief van mr. H. V. Hogerzeil, Arnhem.) Den Heer Jeronimus, Lid van den Raad, Middelburg. Edelachtbare Heer, Met instemming las ik het bericht in de courant, dat door U een poging in het werk wordt gesteld de dreigende onteigening van het Hotel De Abdij te voorkomen. Hoewel ik mij zeer bewust ben, dat in tallooze gevallen van onteigening het be wustzijn te kort schiet, dat het persoon lijk belang voor het publieke behoort te wijken, zoo meen ik toch dat in casu deze aangelegenheid uit breeder oogpunt bezien, niet anders dan betreurd kan worden. Vele jaren ben ik regelmatig gast van het genoemde hotel; ik verheug er mij ieder jaar weer op daar eenigen tijd door te brengen; de sfeer is voor mij persoon lijk zooveel waard, dat ik, hoewel ik overdag meestal in Domburg of elders op Walcheren verkeer, toch steeds weer mijn tenten te Middelburg opsla. Ik ge loof mij niet te vergissen, wanneer ik uit spreek, dat het velen als mij gaat. Het rustig vertoeven aan het Abdijplein, waartoe het Hotel De Abdij de gelegen heid geeft, is een genot, dat men elders in Nederland niet kent en dat stellig in hooge mate gemist zou worden wanneer de onteigening voortgang zou hebben. Ik ben overtuigd, dat Middelburg dan een van haar charmes zou verliezen. Ideëel gaat dan iets verloren, om van het mate- rieele maar te zwijgen. Het was mij een behoefte u het boven staande te schrijven, waaraan ik toevoeg', dat ik hoop, dat uw actie resultaat mag opleveren. Ik behoef u niet te zeggen, dat ik uit eigen beweging schrijf en de familie Schlüter van dit alles volkomen onkundig is. Hoogachtend, H. V. Hogerzeil. Ondergeteekende heeft, evenals door de anderen van buiten Middelburg wo nende personen, met belangstelling de quaestie van het Hotel De Abdij gevolgd. En zijn verschillende bezwaren ter sprake gebracht die onteigening voor Middelburg om niet te spreken van de eigenaren schadelijk zou wezen. Wat of die bezwaren betreft, wil on dergeteekende, als niet-deskundig, geen oordeel vellen, behalve wat betreft het argument, dat bij onteigening de m o- g e 1 ij k h e i d zou kunnen bestaan om dat hotel in zijn uiterlijk althans zóó te veranderen, dat er aanpassing zou ko men bij de andere bestaande gebouwen van. de Abdij. Want, ik vraag mij afj o f dan de tegenwoordige woning van den Commissaris der K o- n in gin ook niet zou moe ten worden verbouwd, daar het toch niet aan te nemen is, dat dat ge bouw in vervlogen tijden in denzelfden toestand zou hebben bestaan als het te genwoordige Is mijn veronderstelling juist, dan zou door die onteigening en eventueele res tauratie van het „Hotel de Abdij" toch niet de Abdij zelve in zijn middeleeuw- schen toestand worden herschapen. Het heeft mij verwonderd, dat nie mand dat punt eens heeft opgeworpen. Oostkapelle. M. 3- F. Sprenger, o Als telkens wederlceerend bewonderaar van de Abdij te Middelburg voig ik met beiangste.ling de voor- en tegenstanders van de voorgenomen onteigeniging van het hotel Abdij in nun irgumenten nro en contra, waarvoor Uw courant, het belang van deze quaestie voor Middel burg juist inziende, zijn kolommen zoo ruim opent. Na lezing van het artikel van den hr. Tellegen zou ik graag eenige ruimte willen verzoeken voor de ontboezeming van één „Abdijbezoeker" niet alleen, maar ik meen wel zeker er van te zijn, van alle tienduizenden gasten, voor wie de deuren van de Abdij voor een of meer dagen gastvrij opengingen, ken met dancing en jazz als armzalige rempla^anten, ziedaar wel eenige symp- toonen van den innerlijken nood. Doordat ook het platteland kind was van zijn tijd, heeft het meegedaan aan het vervlakken van alle mogelijke gren zen, aan het opgaan in de aanbidding van verstand en stijlloosheid. Het liet zich daardoor ook indeelen in zijn maat schappelijk en politiek leven naar na tionaal fatsoen. De afstanden tusschen de verschillende groepen op het platte land boeren, arbeiders en midden stand is gaandeweg grooter geworden en de idee der dorpsgemeenschap is door de splitsingen en tegenstellingen van ons nationale leven sterk aange tast, Staande tegenover het verleden oordeel en veroordeel ik hier niet. Ik vraag alleen, moet het nog verder gaan? En als ik den geest, die zich nu in onzen boerenstand gaat roeren, als ik het ontwakend verlangen van onze jonge menschen aanvoel naar een rijker, godsdienstig erf cultureel gegrondvest leven, dan antwoord ik zonder aarzeling: neen! Het is nu, naar het woord van den Prediker, de tijd om het gescheurde kleed van ons volksleven toe te naaien en niet om dit verder te scheuren. Ik wil dez'e gedachte nu toepassen op ons landbouworganisatie'^ ven. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 7