LANDBOUW.
STAÏEN-GENERAAL
Elke dag KING Elke dag FIT!
FIRMA TONNEMA ClE. FABRIKANTEN VAN KING PEPERMUNT SNEEK
(Ingez. Med.)
VAN DE BELGISCHE KUST.
Zyt wellecome.
Latinisme.
Cust Waghter,
JUSTITIEBEGROOTING.
KRUININGEN.
ABONNEMENTEN en AD VERTEN-
TIEN voor dit blad worden aangenomen
door den Agent
H. VAN DE VREDE.
PERSKRONIEK.
Ir. RITMEESTERS AFTREDEN.
met 300 te verhoogen. De heer A. v.
Overbeeke was het eens met den
heer Bruinooge en zeide dat de heer
Immink het vorig jaar toch zelf verklaard
heeft met 300 tevreden te zijn. Hier.
■zoo zeide de voorzitten zou zich dan 1
geval voordoen; dat de man, die zorgt
voor de werkeloozen, minder verdien!
dan een werkelooze, wat de heer J
Bruinooge ontkende. Er is volgens
hem geen enkele werkelooze hier, die
per jaar 300 steun ontvangt. De heer
S. Alm'ekinders ging niet accoord
met het voorstel van B, en W., hij stelde
voor zes tweejaarlijksche verhoogingen
toe te kennen van 50. De ambtenaar
komt dan later aan zijn maximum, maai
de heer Almekinders achtte zich
niet verantwoord, gezien den tegenwoor-
digen toestand der gemeentefinanciën,
nu reeds een uitgave te doen, als B. en
W., voörtse den. Daarop stelde de voor
zitter voor het voorstel Almekinders in
stemming te brengen zeide daarbij, da.
•de heer Immink volgens dit voorstel mei
3 Mei a.s. dus 200 meer aan salaris
zou krijgen dan thans. Dit bleek echter
niet de bedoeling van den voorsteller en
verschillende leden toonden thans niet
begrepen te hebben, dat de bedoeling
van B. en W. was de dienstjaren, 8 in
getal, die de heer Immink als gemeente
secretaris heeft, voor de voorgestelde
verhooging m^e'te doen tellen. De heer
C. Rottier zeide te begrijpen, dat de
heer Almekinders bedoelde, dat het mi
nimum-satans als ambtenaar ter secre
tarie 6 maal met 50 zal verhoogd wor
den, alleen voor de dienstjaren als zoo
danig. De heer S. Almekinders wij
zigde daarop zijn voorstel, zoodat zijn
bedoeling duidelijk uitkwam. Het werd
verworpen met 5 tegen 2 stemmen, voor
de heer en P. Dekker en S. Almekinders.
De voorzitter vroeg eenigszinsc ver-
v.cnderd, waarom de heer Rottier te
gengestemd had. Deze zegt, dat er nog
een ander voorstel is.
De heer P. D e k k f r wees op de
vele diensten, die de heer Immink als
secretaris aan de gemeente heeft bewe
zen en zeide, dat het werk, dat deze
thans doet door z.i. zekere toename van
werkloosheid zich nog zal uitbreiden,
waarom spr. verhooging der wedde bil
lijk achtte, Daarom gaf de voorzitter
een overzicht van wat ambtenaren ter
secretarie in verschillende gemeenten
verdienen, om daarmee te bewijzen, dat
verhooging hier noodzakelijk is. Hij stel
de daarna voor het salaris, ingaande 1
Januari 1938 te bepalen op 400 en
verder '4 tweejaarlijksche verhoogingen
toe te kennen van 50. Dit voortsel
nam men aan met 4 tegen 3 stemmen
Tegen de heeren J. Bruinooge, A. van
Overbeeke en M. Nijsten.
Het salaris van den agent der ar
beidsbemiddeling eveneens de heer F.
W. J. Immink, werd zonder discussie
volgens voorstel B. en W. gebracht van
25 op 50. Hierbij dient er op gelet,
dat het Rijk 40 percent van dit salaris
voor zijn rekeinng neemt, zoodat de ver-
h,t>oging voor de gemeente slechts 15
bedraagt.
Paar er nooit een instructie voor den
havenmeester is geweest, in ieder geval
er geen te vinden was op de secretarie,
is thans zulk een ontwerp-instructie ge
maakt door B. en W. Over art. 5 daar
van vroeg de heer S. A 1 m e k i n -
d e r s het woord. Daarin staat, dat de
havenmeester geen andere betrekkin
gen mag vervullen en geen werk ver
richten in dienst van anderen. De heer
Almekinders vroeg of het de be
doeling is, dat de man, ook als er op de
haven niets voor hem als havenmeester
is te doen, anderen niet behulpzaam
mag zijn. Wethouder D e R e g t merk
te op zich meermalen geërgerd te heb
ben, als hij zag, hoe de havenmeester
een heelen dag bezig was bij 't lossen
of laden, en zoodoende een werkloozc
het werk uit de handen nam. Wethouder
Rottier verklaarde het eens te zijn
met den heer De Regt, doch zou de
mogelijkheid open willen laten dat de
havenmeester soms particulier werk
doet na toestemming verkregen te héb
ben van B. en W. De heer J. B r u i n -
o o g e wees er op, dat, wat nu ge
beurt, zijn oorzaak vindt in het lage
salaris, dat de betrokken persoon bii
zijn aanstelling ontving, waar men bij
de bepaling van dit salaris er zelfs op
wees, dat hij in dienst van anderen er
wat zou kunnen bijverdienen. Nu hij ech
ter een behoorlijk salaris heeft, achtte
ook de heer Br u i n o o g e 't niet ge-
wenscht, dat hij voor anderen nog werk
doét. Ten laatste besloot de Raad, om
dat men weet, dat het een enkele maal
voorkomt, dat iemand verplicht is zijn
hulp in te roepen, alleen toe te staan in
zulk een geval die hulp te verleenen,
maar dat werk mag dan hoogstens een
half uur duren, in geen geval b.v. een
halven dag. De v o o r z. zeide den heer
A. van Overbeeke toe, dat den haven
meester van 't genomen besluit kennis
zal gegeven worden.
De v o o r z. stelde voor het verzoek
der Oranjevereeniging om een dans- en
consumptietent te mogen plaatsen op
het Dorpsplein, tijdens de feestelijkhe
den op 18 Februari a.s. en om vreemde
kooplieden zooveel mogelijk op dien
dag te weren, in te willigen. De heer A.
\an Overbeeke wilde daarover
thans alleen zeggen, dat hij er zijn stem
niet aan kan geven, daar hij het in strijd
acht met Sods Woord. Het voorstel
werd aangenomen met 5 tegen 2 stem
men. (Tegen de heeren A. van Over-
aeeke en M. de Regt). Daar de borg
stelling voor den gemeente-ontvangei
.net meer vereischt wordt, zal de ge
meente een verzekering sluiten bij di
,'ereeniging van Nederlandsche Ge
meenten.
Na een langdurige discussie besloo
de Raad aan Kerkvoogden der Nee
Herv. Kerk, die verzoeken, dat de ge
aeente het voetpad op de Draaiweide
dat bezit dier Kerkvoogdij is, in onder-
noud zal nemen, dreigend anders di
voetpad te zullen onttrekken aan het
verkeer, te antwoorden, dat de gemeen
te de grint voor verbetering zal leveren
en bereid is voortaan jaarlijks aan dt
Kerkvoogdij een bijdrage van 3 te
betalen in het onderhoud van dit pad
Men besloot daartoe, al is men over
tuigd, dat de Kerkvoogdij haar dreige
ment niet zal kunnen uitvoeren, daar
het pad er reeds meer dan 30 jaar ligt
De twee volgende agendapunten: le
aanschaffing nieuw brandweermater-
aal en 2e eventueele verandering van
het gemeentehiiis staan in verband met
de plannen voor luchtbescherming en
zullen veel "studie en veel geld kosten,
o.a. het aanschaffen van een motorspuit,
terwijl ook punt 21 der agenda: verbete
ring 'van wegen onmogelijk in één ver
gadering kan afgehandeld worden, als
men maar alleen bedenkt, dat de verbe
tering van den Molenweg met steun der
Provincie een bedrag van ongeveer
100000 zal eischen. De v o o r z. stel
de daarom voor twee commissiën uit
den Raad te benoemen, om" deze zaken
te bestudeeren en voor te bereiden,
waarna ze met hun voorstellen in den
Raad kunnen komen. In de eerste com
missie, wegencommissie, werden be
noemd de heereij C. Rottier, J. Bruin
ooge, P. Dekker en M. Nijsten, in de
tw.eede, openbare werken de heeren M.
de Regt, A. van Overbeeke, M. Nijsten
en S. Almekinders.
Op een vraag van den "heer J.
Bruinooge, wanneer er met het
herstel der haven zal begonnen worden,
zegde de v o o r z., dat er nog een punt
van verschil is tusschen de Provincie en
den deskundige of het' materiaal voor
den havendam met koper zal vermengd
worden, ja, dan neen.
ZEEUWSCH-VLAAMDEREN W.D.
BRESKENS. De zaal Wijkman was
tjokvol toen de heer Van de Velde
Maandagavond om half acht de land
stormbijeenkomst opende. Uit alle dee-
len van West-Zeeuwsch Vlaanderen wa
ren de landstormers met hunne dames
opgekomen. De secretaris van het ge
west, luit. J. G. Eckhardt, sprak de land
stormers toe en zei, dat hij zeker wist,
dat, hoewel gescheiden van de overige
deelen des lands, er in Zeeuwsch-Vlaan
deren trouwe Nederlanders, warme
Oranjeklanten en uitstekende landstor
mers wonen, die het devies der Oranjes:
Je maintiendrai, tot het hune hebben ge
maakt.
Hij achtte zich gelukkig thans als voor
zitter der plaatselijke afdeeling van den
B.V.L. te Breskens te kunnen installee
ren mr. J. P. Dorst, burgemeester van
Breskens. Spr. heeft uit zeer goede bron,
vernomen, dat de nieuwe burgemeester
den B.V.L, een warm hart toedraagt, en
hij hoopte, dat deze nieuwe voorz'ttef
zal medehelpen tot grooter bloei der af
deeling Breskens, maar ook tot welzijn
van den gehee'en Zeeuwschen B.V.L.
De burgemeester dankte den secretaris
voor de tot hem gesproken woorden en
zeide alles te zullen doen wat hij kan
voor het instituut van den B.V.L., dat
in zoo groote mate zijn belangstelling en
sympathie heeft.
Daarna kreeg de heer Vienings het
woord om een rede uit te spreken, ge
titeld: Hoog het Gezag. Eerst ontwik
kelde spr. het gezagsbegrip. Er is ver
schillend gezag, wat echter met het wer
kelijk begrip gezag niets te maken heeft.
Dat is het gezag, dat de onderdanen tot
slaven van de dictatuur maakt, zooals
in Duitschland en Italië. Neen, het gezag,
dat wij bedoelen, dat is het gezag dat
de Almachtige in zijn alwijs bestuur ge
nadiglijk aan zijn onderdanen uitdeelt.
Dat is het gezag waar Koningin Wilhel-
mina mee bekleed is. Daarom spreken
we van Koningin der Nederlanden bij de
gratie Gods, Daarom spreken we ook
van Majesteit, omdat op haar ligt iets
van de Majesteits Gods. Daarom erken
nen we haar ook als ons eenig mogelijk
regeeringshoofd. De Oranjes hebben al
tijd een höoge opvatting van dat gezag
gehad, maar daarom hebben ze het ook
nooit misbruikt, maar gebruikt om ons
volk op te voeden tot een eenheid, waar
in vrijheid heerscht.
De landstorm heeft zich paraat ver
klaard om, als 't moet, dat alles te ver
dedigen, desnoods met het geweer in
den aanslag.
Met een zegewensch voor ons Vor
stenhuis besloot .spreker deze meerma
len door applaus onderbroken boeiende
rede.
De secretaris van het gewest dankte
den heer Vienings voor de welwillend
heid deze rede hier uit te komen spre
ken en gaf spr. de verzekering, dat
Zeeuwsch-Vlaanderen paraat is.
Luit. Eckhardt reikte daarna aan ver
schillende landstormers uit West-Z.-
Vlaanderen het brevet van scherpschut
ter uit, terwijl een tweetal landstormers
in het bezit werden gesteld van het bre
vet koningsschutter. Na de pauze draai
den eenige films, o.%. de geboortefilm, de
landdag te Goes en de groote landstorm
film „Je maintiendrai".
Het edeie natuurproduct
verleent KING pepermunt
die kenmerkende, heerlijke
geur en smaak.
Burgemeester Dorst sloot dezen mooi-
en avond, die bij allen nog lang in her
innering zal blijven,
(Van onzen correspondent.)
Den door uwen doorluchtigen Voor
zitter der Eerste Kamer in ietwat door
luchtige taal genoemden „doorluchtigen
dag van Januari 31" is hier niet onop
gemerkt voorbijgegaan, Integendeel.
Waar ter wereld er ook nog zoo dik
wijls en nog zoo veel vorstelijke kinde
ren mogen geboren worden, het zal, ten
zij zulks geschiedt in het eigen koninklijk
gezin, nauwelijks de aandacht trekken
en de kranten zuljen er drie regels aan
geven.
Wat een onderscheid met déze blijde
gebeurtenis! Dagen, om niet te zeggen
weken tevoren, werd er al over gespro
ken en geschreven, leefden de menschen
in spanning, alsof het een eigen nationale
verheugenis tegemoet ging en toen dan
eindelijk in den ochtend van den laat-
sten Januari de radio even het program
ma onderbrak om den volke kond te
doen (ge ziet, het voorbeeld van uw
Eerste Kamer-voorzitter werkt aanste
kelijk) dat in Nederland een prinsesje
geboren was, zag men dat het volk in de
vreugde deelde, de een vertelde het den
ander, en mede door middag van de ra
dio, die bij velen den geheelen Maandag
en ook Dinsdag op „Hilversum" bleef
staan, voelde men dat er zelfs hier een
feestelijke stemming in de lucht was.
Vele officieele gebouwen, zooals het
stadhuis te Brugge en het provinciale
gouvernementshuis en de woning van
den Gouverneur (in Nederland de Com
missaris der Koningin) werden getooid
met de Nederlandsche driekleur. Ook
aan de kust zelf werd op verschillende
gemeentehuizen, o.a. die van Knokke,
Blankenberge en Oostende, de vlag van
het feestvierende buurland geheschén.
,Heel Holland is iff feest, zoo schreef
een Oostendsche gazet, en ook ons land,
zou nauw verbonden met onze stambroe
ders" en ik denk dat dit laatste: het feit
der stambroederschap, wel de voor
naamste reden is dat het Vlaamsche
volk op zoo buitengewone wijze en zóó
echt méé-leefde. Het' bloed kruipt ten
slotte toch, als het niet gaan kan; en dit
is op zichzelf al een hoera waard. Hoe
ra!
Het gemeentebestuur van Oostende
zond^ het volgende telegram aan de ge
lukkige Ouders:
Aan Hunne Koninklijke Hoogheden,
Prinses Juliana en Prins Bernhard te
Soestdijk.
Uwe Koninklijke Hoogheden.
De gelukkige geboorte van een Neder-
landsch Prinsesje, gesproten uit Uw
Doorluchtigen echt, heeft de Oostend
sche bevolking en het Stadsbestuur in
oprechte verrukking gebracht.
Deze blijde gebeurtenis, die voor Uwe
Koninklijke Hoogheden ongetwijfeld de
verwezenlijking is van Uw dierbaarste
wenschen, verschaft ons het innig genoe
gen onze hoogste waardeering aan de
Nederlandsche Dynastie te betuigen.
Uit naam van de Oostendsche bevol
king en van het Stadsbestuur nemen wij
eerbiedig de vrijheid aan Uwe Koninklij
ke Hoogheden onze oprechte en warme
heilwenschen aan te bieden voor U en
voor de Koninklijke Afstammelinge.
Wij zijn van Uw Koninklijke Hooghe
den de gehoorzame en onderdanige die
naars.
Voor het College:
De Secretaris: M. Surmont; De Burge
meester: Dr. Moreaux.
Ongetwijfeld hebben ook andere kust-
gemeenten .soortgelijke gelukwenschen
verzonden en dit alles bewijst nog eens
temeer, dat er voor ons maar niet „er
gens een prinses geboren is".
In Oostende gaat men, met subsidie
van Rijk en Provincie, een nieuw Paleis
van Justitie bouwen.
Dat is zoo'n belangrijk feit niet en het
vermelden in deze krant dan ook niet
waard.
Het is eigenlijk ook niet over dat ko
mende gebouw, dat ik wilde schrijven,
doch over het opschrift, dat er op zou,
maar niet zal komen.
Toen het Oostendsche gemeentebe
stuur de teekeningen en plannen inzond
ter goedkeuring bij het College van Ge
deputeerde Staten (wij noemen dat an
ders, n.l. Bestendige Deputatie) kreeg
het tot antwoord: wij zullen de toege
zegde subsidie niet uitkeeren, als het
ontworpen Latijnsche opschrift er op
aangebracht wordt.
Of het provinciaal bestuur dan zoo te
gen het Latijn is?
•Ik maak mij sterk, dat er nergens zoo
veel officieele gebouwen, standbeelden
en dergelijke met Latijnsche opschriften
zijn, als in België.
Of men in België dan zoo voor het La
tijn is?
Op gebouwen, die voor het geheele
volk moeten dienen, op standbeelden,
die de gevoelens van Vlamingen zoowel
als Walen moeten vertolken, kan men
bezwaarlijk, dat gevoelt men wel, alléén
Fransche opschriften zetten. Op zijn
minst zouden dat tweetalige moeten zijn,
Fransch èn Vlaamsch. (Ik spreek nu nog
niet eens van de sinds een paar jaren in
voege zijnde wet, die uitsluitend éénta-
lige, Vlaamsche, Opschriften gebiedt. Ik
spreek daarom hier niét van, omdat
een wet nog geen redèn is in België zich
daarnaar te gedragen, zelfs niet voor
openbare besturen. Dat heb ik hier al
eens meer gezegd).
Doch zoomaar openlijk met het ge
hate Vlaamsch voor den dag te komen,
dat ging toch ook niet, vonden de hee
ren. Franskiljons, Veelal stopte men
dan dat Vlaamsch aan de achterzijde
van het standbeeld, waar toch geen
mensch kwam, en geen enkele vreem
deling dus zou kunnen bemerken dat
België niet zuiver Fransch enuitsluitend
Fransch was. Dat was één truc van de
honderden trucs, die men hier heeft om
de tweede taal, en in feite de taal van
de meerderheid des volks, een trap te
geven.
Maar voor sommigen was dat zelfs nog
te veel.
Liever geen Francsh als men daardoor
genoodzaakt wordt ook het Vlaamsch
te bezigen en zoo ontstónden de Latijn
sche opschriften.
De wet verbiedt het niet; die zegt
slechts, dat er in het Vlaamsche land
geen tweetalige publicaties meer mogen
zijn en de Vlamingen hebben niets te
k'agen, want er staat toch ook geen
Fransch.
Dat was een tweede truc van de hon
derd trucs, die men hier uitvond.
En begrijpt mijn lezer nif, wat de
vlaamschgezinde Gedeputeerde Sta
ten van West-Vlaanderen te Brugge de
den, toen zij het Oostendsche gemeente
bestuur voor het alternatief plaatsten,
je latijnsch opschrift weg of géén subsi
die?
Ze doorzagen niet slechts de truc-
edereen doorziet die-doch voor het
eerst in de geschiedenis der Vlaamsche
ontvoogding lieten ze zich niet lange
in de luren leggen.
Geen Vlaamsch, geen centen is de
jarenlange leus der echte Vlamingen,
en nu voor hei eerst uitgesproken door
een regeerings-college.
En de keus was spoedig gemaakt,
door de heeren gemeentebestuurders
van Oostende, want de weg tot het Bart
van den man moge door de rriaag gaan-
behalve natuurlijk bij u, gerichte lezer,
de weg tot de liefde voor het Fransch
loont via de portemonnaie.
Het zal in Nederland niet onopge
merkt gebleven zijn, dat er sinds eeni-
gen tijd nog al van zich laat spreken
een vereeniging „De Raad der Daad",
wier leden er op u t trekken om ver
geetachtige openbare lichamen er op
merkzaam op te maken, dat ziji in
strijd met de wet handelen ,als ze nog
steeds maar doorgaan tweetalige straat
naamborden en bekendmakingen te ge
bruiken.
Hier in Brugge heeft het provinc aal
bestuur zich nu ook eens „Mannen van
De D,aad" getoond.
GAPINGE, Maandagavond hield de
fok- en controle-verèeniging in de con
sistoriekamer der Ned. Herv. Kerk, on
der voorzitterschap van den heer M.
Arendse Pzn,, haar jaarvergadering. In
zijn openingswoord deed de voorzitter
o.m. uitkomen, dat 1937 in het algemeen
een gunstig jaar voor de vereeniging is
geweest. Uit het jaarverslag van den
secretaris bleek, dat de vereeniging thans
21 leden telt en dat in 1937 125 koeien
zijn gecontroleerd, de gemiddelde pro
ductie van de gecontroleerde koeien Be
droeg 5084 kg melk, vetgehalte 3,51
en 178,4 kg botervet in 318 melkdagen.
Uit het jaarverslag van den boekhouder
bleek, dat gedurende 1937 25 koeien
werden ingeschreven, 77 kalveren wer
den geschetst, waarvan 41 geregistreer
de stierkalveren extra waren toegewe
zen. Het aftredende bestuurslid J. Bou-
werse Jzn,, werd als zoodanig herko
zen. Na bespreking werd besloten in het
voorjaar van 1938 wederom een vee
keuring te houden.
In bonte verscheidenheid zijn gisteren
bij de behandeling van de justitiebe-
groot ng in de Eerste Kamer tal van
onderwerpen ter sprake gekomen.
De heer K o 1 f f (c.h.) liet er als
eerste spreker al dadelijk verscheidene
de revue passeeren, waarbij hij aan
drong op maatregelen tot beteugeling
der zaakwaarnemterij en tot strenger
optreden tegen aanranding van het wet
telijk gezag.
De heer Van Rappard (lib.)
bepleitte een meer soepele regeling
v,ln den borgtocht in pachtzaken o.a.
door subsidieer ng van de pachtbureaux.
Verder wees hij op het nut van werk
kampen als middel tegen jeugdcrimina
liteit en op de wenschelijkh^id van po-
litioneele l chte kastijding van balda
dige straatjongens.
Mej. Ribbi.us Peletier
(s.d.) kwam op voor de mogelijkheid
van benoeming van vrouwen tot kin
derrechter en tegen het leggen van
wettelijken dwang op het in stand hou
den van m'slukte huwelijken, d,aarbij
een verruiming van echtscheidingsgron
den bepleitende.
De heer In t Veld (s.d.)
wenschte een meer tegemoetkomende
behandel'ng van vreemdelingen, die om
politieke redenen naar ons land zijn ge
komen.
De heer Van Vessem (n.s.b.)
waarschuwde tegen al te groote gast
vrijheid voor buitenlandsche politieke
propagandisten en betoogde o.a. dat ten
aanzien van de huwelijksmoraal veel
verkeerds wordt "~geleerd door film en
tooneel.
De heer Wiardi Beekman
(s.d.) drong aan op een wettelijke re-
gel'ng van het zwijgrecht van den jour
nalist overeenkomstig de in perskringen
algemeen gehuldigde rechtsopvatting.
De heer Janssen de Lim-
p e n s (r.k.) zou meer eenvormigheid
in de rechtspraak bij schade wegens
auto-ongelukken verlangen.
Prof. Kranenburg (v.d.)
drong aan op instelling van een college
ter beoordeeling en mogelijke verzoe
ning bij huwelijksconflicten. Het debat
gaat heden verder.
In verband met het feit, dat ir. W.
Ritmeester zijn functie als secretaris
van het hoofdbestuur van de Neder
landsche Beweging voor Eenheid door
Democrat'e heeft neergelegd en zich
uit het hoofdbestuur van deze organi
satie heeft teruggetrokken, had het
„Utr. Dbl." een onderhoud met den
betrokkene, Ir, Ritmeester begon het
gesprek met een verwijzing naar een
cit,aat uit het boek „Democratie. Einde
of opgang?" van dr. A. J. M. Cornelis-
sen, waar deze schrijft:
,,Als men vertrouwensvol gelooft in
'n democratische toekomst, welke plich
ten hebben de aanhangers der demo
cratie dan in deze, tegen de democra
tie gekeerde, periode? Geen hunner zal
wel zoo naïef zijn te meenen, dat uit
de huidige kentering 'n de geschiedenis
der menschheid de democratie zonder
uiterlijke en innerlijke wijziging te
voorschijn zal treden".
Aan deze wijzig ng dient, naar de
meening van ir. Ritmeester, E. d. D.
krachtig mede te werken.
Hij ziet de veranderingen daarbij
niet noodzakelijk in hetstelsel
doch wel in de mentaliteit
der democraten.
Er is een gebrek aan discipline.
Een democraat werkt mede, zoowel
in het politieke als in het soc'ale le
ven, aan het tot stand komen van re-
géien die de samenleving beheerschen
Het is dan ziin plicht zich uiterst nauw
gezet te houden aan de wetten, veror
deningen en regelen, behoudens zijn
recht tot het aanwenden van pogingen,
wijziging in die regelen te krijgen.
Hieraan ontbreekt, aldus ir. Ritmees
ter, bij zeer vele democraten alles.
Het is de meening van den heer R't-
meester, dat de Ned. Bew. voor Een
heid door Democratie een taak heeft
te vervullen door hare leden en ook
alle overige landgenooten bij voortdu
ring te wüzen op het belang van orde
en lucht. Het is noodzakelijk dat hoofd-