ABDIJSIROOP
Amsterdams Concertgebouw vijftig jaar.
Het oog van Abu
KRONIEK vn dea DAB.
Hoest Ge Past op
AKKER's verstèrkte
OVERVETTE" rinso speciaal voor de wasmachine
TWEEDE BLAD VAK DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE BUDDELBURGSCHE COURANT .(W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 4 FEBRUARI 1938. No. 29.
Parijs en Londen kunnen
tevreden zijn.
De honderdste zitting van den Volken
bondsraad is Woensdag zonder ongeluk
ken ten einde gebracht. Zooals men weel
bestond er in Frankrijk en Engeland
eenige vrees, dat de aandrang van sonj-
mige landen tot herziening van het Vol-
kenbondshandsvest zich in zeer hevige
mate zou laten gelden. Te Londen en
Parijs is men voorshands niet erg op
zulk een herziening gebrand. Men zou
er troeven door verliezen, welke van
nut worden geacht in het politieke spe
met Duitschland en Italië. De Fransche
en Engelsche afgevaardigden togen daar-
,vm nnar te Genève met als voornaam
ste opgaaf, zelfs al te duidelijke debat
ten over de herzieningskwestie in
dien mogelijk te voorkomen. Dit ge-
Jukte hun niet heelemaal, maar voor het
overige kunnen Parijs en Londen tevre
den zijn. De zgn. commissie van 28, wel
ke tot taak heeft, eventueele wijzigin
gen van het Volkenbondshandsvest voor
te bereiden, heeft zich, nadat enkele din
gen bij hun naam genoemd waren, tame
lijk volgzaam getoond. Het ging in het
bijzonder over het befaamde artikel 16,
het sanctie-artikel, dat in het conflict
met Italië de vuurproef niet wist te
doorstaan. Verschillende afgevaardig
den, onder wie de Nederlandsche en de
Zweedsche, gaven nadrukkelijk te ken
nen, dat dit artikel, zooal niet afgeschaft,
dan toch facultatief gemaakt moet wor
den. Gezien de ervaringen tijdens den
Abessijnschen oorlog, wenschen deze
tanden niet weer in een sanctie-avon
tuur meegesleept te worden. De Fran
sche en Engelsche gedelegeerden verzet
ten zich tegen verzwakking van het ar
tikel. Tenslotte kwam men tot het in
omstandigheden als deze gebruike
lijke uitstel van de zaak. In September
aal ze opnieuw onder oogen wor
den gezien. Parijs en Londen kunnen dus
tot zoolang er weer tamelijk gerust op
ujn, dat de Volkenbond zijn bestaan in
den huidigen lijdenden vorm zal voort-
sleepen.
fr
riet voornaamste onderwerp ven bespre
king in de vergaderingen van den Raad
zelf, vormde het conflict in het Verre
Oosten. Wellington Koo, de Chineesche
uitgevaardigde, heeft gepoogd een reso
lutie in het leven te laten roepen, waar
bij de Raad zich zou uitspreken voor een
zekere hulpverleening aan China. Het
zkg er een oogenblik naar uit, dat hem
dit inderdaad zou lukken. Nadat de
Fransché en Engelsche gedelegeerden
telefonisch overleg met Parijs en Lon
den hadden gepleegd, moest Wellington
Koo echter alle hoop laten varen. Er
is tenslotte een resolutie ontwerpen,
waarvan de armzalige tekst als volgt
luidt:
De Volkenbondsraad, na den toestand
ia het Verre Oosten ia overweging te
hebben genomen:
1. stelt met leedwezen vast, dat de
vijandelijkheden zijn voortgezet en nog
intensiever zijn geworden sedert de laat
ste zitting van den Volkenbondsraad;
2. betreurt deze verscherping van
d®n toestand des te meer met het oog
op de aangewende pogingen en reeds
bereikte resultaten van de nationale re-
éeering van China voor den politieken
en oeconomischen herbouw van het
laad;
3. herinnert er aan, dat de Volken-
bondsvergadering door haar resolutie
van 6 October 1937 aan China de verze
kering van haar zedelijken steun heeft
gegeven en aan de leden van den Vol
kenbond heeft aanbevolen zich van iede
re handelwijze te onthouden, die de
weerstandskracht van het land zou kun
nen verzwakken en de moeilijkheden
van China in dit geschil zou kunnen ver
zwaren, terwijl aan de Volkenbondssta-
ten tevens werd aanbevolen na te gaan
in-welke mate zij individueel hun hulp
IW ALAN DARE.
S).
Len angstaanjagend, kakelend lachje
klonk van Phenuits lippen. Hij hief zijn
stok op en tegelijk klonk een kreet van
Maxine. Kennedy, die half en half een
aanval verwachtte, hief de hand op. Het
volgend oogenblik was de stok in hori
zontalen stand. Een heldere lichtstraal
flikkerde en Kennedy strompelde ach
teruit, tot hij tegen het verborgen bed
stootte. Ademloos en pijnlijk getroffen
zakte hij op den grond in elkaar en
kreunde.
Een volle minuut weigerden zijn her
sens te werken. Hij was zich vaag be
wust, dat een of andere vreeselijke
kracht hem in de maagstreek had ge
raakt en alle kracht uit hem had ge
slagen. In een toestand van halve be
wusteloosheid hoorde hij een deernis-
wekkenden kreet en trachtte tevergeefs,
overeind te krabbelen. Daarop sloeg de
deur dicht.
Eindelijk stond hij op en voelde zich
ziek en pijnlijk. De kamer was leeg! Hij
strompelde naar de deur en rukte die
open. Het zwakke geluid van dalende
voetstappen drong in zijn ooren door.
Hij bleef een oogenblik staan en voelde
tot zijn blijdschap zijn krachten terug-
lan China zouden kunnen toestaan;
4. vestigt de meest ernstige aandacht
Ier Volkenbondsstaten op de woorden
ran deze resolutie der Volkenbondsver-
Jadering;
5. spreekt het vertrouwen uit, dat
Jie Volkenbondsstaten, voor wie de toe-
itand in het Verre Oosten van bijzonder
belang is geen gelegenheid zullen laten
ontsnappen om in overleg met de ande
re mogendheden, die eveneens daarbij
belangen hebben, de mogelijkheden te
onderzoeken van alle middelen, die ge
schikt zouden zijn om bij te dragen tot
een rechtvaardige regeling van het ge
schil.
Polen en Peru onthielden zich bij de
stemming over het onschuldig gevalletje,
niet, omdat ze het nog te gevaarlijk von
den, maar omdat ze buiten het overleg
waren gehouden. De resolutie werd n.l.
uitgevonden door de Fransche, Engel
sche en Russische gedelegeerden, zon
der dat ze de anderen raadpleegden.
Vooral voor Polen, dat aanspraak maakt
op de erkenning van „groote mogend
heid", was dit zuur. De Poolsche gedele
geerde verklaarde ronduit, dat hij in zijn
wiek geschoten was, en daarom zijn
steun niet aan de resolutie kon geven.
Maar misschien is het nog moeilijker te
begrijpen, waarom de anderen er wel
hun steun aan gaven.
(Speciale corresponde n t i e.)
(n.s.) Als het slechts de herdenking
van een ge b o u w was, die wij deze
winter in Amsterdam vierden, dan zou
het vrij zinneloos schijnen hieraan zo
veel feestelijkheid te verbinden. Want
laten we het maar eerlijk zeggen: deze
toonkunsttempel van 1888 is een vrij
lelijk muziekmonument en de grote zaal
is monsterachtig ongezellig.' dood van
kleur en licht, hol van ruimte, ongerie
felijk om te zitten en lelijk van verhou
ding. De muziekliefhebber, die er toch
steeds weer heen gedreven wordt, vindt
op den duur misschien een plekje op het
„podium" of op een der balcons, waar
hij zich een beetje thuis voelt steeds
moet hij toch weer iets overwinnen om
zich er geheel aan het uitgevoerde te
kunnen overgeven.
Maar meer dan de herdenking van een
g'ebouw is het de herdenking van een
tijdperk van muziekleven, van een wer
kelijke muziek-c u 11 u u r, die mèt deze
bouw zo ongeveer begonnen is. Een tijd
perk, hetwelk bijna geheel samenvalt
met dat van het leiderschap van Willem
Mengelberg, al moeten we hierbij niet
vergeten dat de pioniersarbeid vóór hem
wel door den later naar Engeland ver
huisden Willem Kes is verricht.
De oprichting van het Concertgebouw
had tevens de Stichting van een nieuw
orkest ten gevolge en dit laatste be
tekende de definitieve afsluiting van een
voorbije periode: die van het gemoede
lijke musicéren-over-praatgezoem, zoals
dat plaats vond in „Het Park" of het
„Paleis" enerzijds, de afsluiting der con
servatieve, dictatoriale periode van
Verhulst aan de andere kant.
Er zijn er, die ook thans nog onze
Concertgebouw-programma's critiséren
en inderdaad: deze zijn wel eens wat te
traditioneel. Maar wij kennen dan toch
de werken van onze Nederlandse en van
buitenlandse jongere componisten; de
muziek van Badings, Pijper en Van Lier,
van Hindemith en Alban Berg, van Stra-
winsky, Janacek en Honegger om
slechts een greep te doen is ons ver
trouwd en zij vindt reeds een ruime
waardering ook. Jaarlijks horen wij de
Matthaeus-Passion en de Beethoven-
cyclus, die een stuk van ons leven zijn
geworden en zonder welke wij ons de
wereld eigenlijk helemaal niet meer kun
nen voorstellen.
Wat dan te denken van een tijd toen
deze Matthaeus-Passion slechts in stof
fige bibliotheken rustte (de eerste op
voering in ons land was in 1870!) en toen
al wat modern was bijna letterlijk als een
gevaar werd gemeden? Want toen er in
de „Parkzaal" ter ere van den jongen
Liszt eens een concert werd gegeven,
vroeg Verhulst korte tijd later, toen hij
op diezelfde plaats moest dirigeren: of
de zaal wel behoorlijk ontsmet was?
keeren en daarna holde hij met halsbre
kende snelheid de trappen af.
Toen hij op straat kwam, zag hij het
achterlicht van een wegrijdende auto.
Hij rende ze achterna, zoo hard als hij
kon, maar ze ontkwam gemakkelijk. Het
laatste, wat zijn oog trof, was het num
mer, dat door de achterlamp verlicht
werd, terwijl de auto om den hoek ver
dween. Hij had de tegenwoordigheid van
geest, het nummer in zijn zakboekje te
noteeren, en daarna rende hij naar den
hoek, in de hoop, dat een of andere hin
dernis het voertuig had opgehouden.
Maar toen hij den hoek bereikte, was er
geen auto meer te zien.
Zij was dus weg! Phenuit had zijn be
dreiging ten uitvoer gebracht, zooals zij
had gevreesd. Het was tergend ver
nederend! Over welke vreemde macht
beschikte dat individu? Hij was getrof
fen door iets, dat op het trappen van
een wild paard leek terzijde geslin
gerd als een kind door een schijnbaar
afgeleefden man, die eigenlijk in een mu
seum thuis hoorde. Zijn geest kwam in
opstand.
En wat gebeurde er met Maxine? Wat
voor verschrikkelijks had die geïncar
neerde duivel op het oog? Waarom had
zij hem niet meer verteld? Zijn hart deed
hem pijn, toen hij zich zijn betrekkelijke
onmacht bewust werd. Het eenige, wat
hem bij zijn onderzoek zou kunnen hel
pen, was het nummer van de auto. Dat
In Den Haag had men zelfs een ander,
den jóngen Richard Hol, .ïodig oni Lwee
maal per jaar ook eens „moderne mu
ziek" te geven wat Verhulst de fraaie
vergelijking deed maken dat men naast
een vaste dienstbode voor de bediening
af en toe een werkster nam voor het
„vuile werk"!
Wij, jongeren, kennen nog de legende
van Matthijs Vermeulen, den dagblad
criticus van twintig jaar geleden, die
toen eens in de seconde tussen het ver
klinken van de laatste noot en het los-
hagelen van het applaus luid uitgeroepen
zou hebben: „leve Sousa!" (waarna hem
de toegang werd ontzegd), maar als wij
dan denken aan het musicéren-over-
praatg'ezoem en aan het starre conserva
tisme van een Verhulst, dan mogen wij
nu, ondanks onze kritiek op de pro
gramma's, toch gerust spreken en niet
alleen bij deze gelegenheid van een
goede muziekcultuur in Amsterdam.
Dat deze vrijwel tegelijk met den
stenen jubilaris van thans is begonnen,
is geen toeval: beide zijn uit een zelfde
behoefte, een zelfde noodzaak omhoog
gerezen.
Brahms was zó ontevreden geweest
over de uitvoering van zijn werken, dat
hij ons land niet meer wilde bezoeken
en toen Hans von Bülow hier in 1880
met de Meininger Hofkapelle concerten
kwam geven, was men dusdanig geïm
poneerd dat muziek zó kon zijn, dat het
vertrouwde en vertrouwelijke gezoem
zelfs verstomde.
Drie jaar later werd toen de N.V. „Het
Concertgebouw" opgericht. Ondanks
grote tegenwerking slaagde die er na vijf
jaren reeds in het nieuwe gebouw voor
het nieuwe muziekleven open te stellen
Op de 11e April 1888 dirigeerde Henri
Viotta het eerste concert, waarbij o.a.
de IXe Symphonie van Beethoven ten
gehore werd gebracht. Het volgende jaar
reeds werd Felix Meritis" (dat thans
als zakenpand nog slechts voor concrete
verdiensten openstaat en dat wij uit zijn
„glorietijd" nog kennen van oude gravu
res met er voor de bevroren Keizers
gracht, waarop veel ijdele arresleden en
zeer onsportief geklede schaatsenrijders)
officieel gesloten.
Het gezoem zou langzamerhand ver
stommen, maar de muziek zou steeds
krachtiger worden, krachtiger en strak
ker en toen Mengelberg in 1895 de lei
ding van het orkest overnam, zou dit
langzamerhand uitgroeien tot dat prach-
tig-functionnerende apparaat, waarmee
de dirigent van nu als het ware kan doen
wat hij wil.
Spoedig deden nu ook moderne com
ponisten hun intrede in het lange tijd
hermetisch en volkomen geluiddempend
voor hen afges'oten Amsterdam: Franse
als Vincent d'Indy en Ernest Chausson,
Duitse als Richard Strausz en in 1902
„zelfs" Richard Wagner en later de lang
miskende Gustav Mahler. Russische als
Tsjaikowsky en vele andere. Amster
dam werd langzamerhand zelfs een veel-
gezocht centrum, waar ook grote com
zou hem misschien niet heel ver bren
gen, maar hij mocht het niet over het
hoofd zien.
Hij dacht aan Scotland Yard, maar ver
wierp die gedachte dadelijk. Op een of
andere manier voelde hij, dat Maxine
de tusschenkomst van de politie niet
goed zou vinden. Als zij van meening
was, dat die haar niet kon helpen, dan
zou zij zich zeker eerder tot haar ge
wend hebben. Hij herinnerde zich plot
seling, dat er op de club een boek was.
waarin de districten genoemd werden,
die door de verschillende letters op de
auto's werden aangeduid. Als hij wist,
waar de auto vandaan kwam, was hi;
misschien weer een stap verder. Hij be
sloot het te probeeren.
Een onderzoek van eenige weinige'
minuten stelde hem in het bezit van de
gewenschte inlichting. De letter had be
trekking op Poplar. Uitstel was nu on
vermijdelijk. Hij kon niets doen voor den
volgenden morgen. In groote vrees voor
wat er in dien tusschentijd gebeuren kon,
ging hij naar huis, maar hij bleef het
grootste deel van den nacht op, om een
oplossing te zoeken van dit verwarren
de mysterie. In zijn koffer had hij een
automatisch pistool en wat kogels. Hij
stak ze in den zak.
Dadèlijk na het ontbijt reed hij naar
Poplar, naar het registratiekantoor. Ge
lukkig was er slechts een jonge man mee
belast, en enkele bezwaren, die deze
ponisten graag zelf hun werken kwamen
uitvoeren. In April 1899 werd de eer
ste van de sindsdien niet meer onder
broken jaarlijkse Paas-uitvoeringen van
de Matthaeus-Passion gegeven en het
jaar 1897 bracht reeds de eerste Beet
hoven-cyclus, waarbij Mengelberg het
vijfde pianoconcert als solist speelde en
het orkest zonder dirigent wist te doen
volgen.
Het meest eigene wat Mengelberg
sindsdien wel gebracht heeft, wordt
waarschijnlijk toch wel gevormd door
zijn uiterst-geraffineerde Mahler-uitvoe
ringen, zodat zijn 25 jarig jubileum in
1920 dan ook als vanzelf aanleiding werd
tot een groots „Mahler-feest",
Edoch, er zijn ook andere grote diri
genten, die wij voor deze laatste periode
moeten herdenken: Pierre Monteux, de
verfijnde, heeft ons veel Franse muziek
gebracht, van Karl Muck kan men zich
volmaakt-beheerste en uiterst-strakke
Brandenburgse concerten van Bach her
inneren, er zijn Wagner-, Brahms-,
Haydn-, Mahler-, Weber-, Reger-herden-
kingen te herdenken in deze jubileum-
tijd; wij werden langzaam vertrouwd ge
maakt met de ingewikkelde, maar onge
looflijk-schone labyrinthen van Anton
Bruckner maar als men zo aan het
herdenken slaat klinkt er op een gege
ven moment al te veel muziek om u heen.
Waarom Bruno Walter niet genoemd,
met zijn soms iets te Weense, maar toch
altijd verrukkelijke Mozart-vertolkin-
gen? En de vele gastdirigenten als Otto
Klemperer, Ansermet en vele anderen?
Er liggen stapels oude programma's
om mij heen, waarvan de muziek reeds
lang verklonken is, maar waaraan vele
rijke herinneringen blijven.
Het lijkt me niet juist en ook niet no
dig dat een herdenkingsartikel uitslui
tend als een dithyrambe wordt gezon
gen. Want een herdenking is nooit een
afsluiting', maar blijff bij een levend iets
op de toekomst gericht, zodat een min
of meer kritische nabetrachting beter is
dan een lofzang.
Het Concertgebouw heeft een muziek
leven en een ware muziékcultuur ge
schapen, die in hoofdzaak door Mengel
berg werd beheerst. Hij gaf ons dat
prachtige, beheerste apparaat, dat als
éen instrument kan werken. Hij bracht
ons vele nieuwe en grote componisten
er. hij schiep enkele schone tradities.
Maar er moeten toch ook enige veran
deringen /komen. Zijn Bach is soms te
Dat aanhoudend hoesten prikkelt de weef
sels van Uw borst en keel, welke daardoor
als 't ware worden ondermijnd. Dit is het
tijdstip, waarop de ziektekiemen welke men
inademt zich vastzetten en ontwikkelen en
Uw „gewone" verkoudheid doen verergeren,
Stuit dat dreigend gevaar. Onderbreek de voort-
gang van die verkoudheid, stop dien hoest en
zorg dat de z ektokiem-bevaiteride slijm verdwijnt.
Jjaarvoor bevat de nieuwe verstèrkte Abdijsiroop
alle noodige bestanddeelenkruiden-extracten
en codeïneDe kruiden-extracten verzachten
de kriebelingen en ontstekingen der slijmvliezen
en werken slum-oplossend, heelend en genezend.
De codeïne bedwingt de hoest snel en grondig,
o-, L Is. e va'" en begint te hoesten, als
CrU last hebt van bronchitis of borst-benauwdheid,
grupt dan dadelijk naar dit wondervolle middel,
want Abdijsiroop noemt men door de snelle re
sultaten terecht ,,'s Werelds béste Hoest-siroop",
tegen Hoest, Griep, Bronchitis, Asthma.
Flac. 90 cl., f 1.50. f 2.40, f 4.20. Overal verkrijgbaar.
Hoe grooter flacon, hoe voordeeliger het gebruik.
(Ingez. Med.)
zwaar-geladen en te weinig-dienend
(hoe verstaat de grote Toscanini dit
laatste!) de „begeleiding" van een
concert voor vier piano's overstemde
nog alle vleugels; zijn voordracht, hoe
magistraal en prachtig van klank-een
heid is soms te veel op effect berekend
kortom de tijd van zijn leiding is er
een van grootse, verheven, maar ook iets
te ijdele romantiek.
Maar het is of dëze periode tot een
afsluiting gaat komen. Het Amsterdamse
Orkest heeft zo juist den jongen en
reeds zeer geliefden dirigent Eduard van
Beinum aan zich weten te verbinden en
deze zet voorlopig op een waardige wij
ze de traditie voort. Er wordt meer en
meer plaats ingeruimd voor de jongere
componisten en na deze herdenking gaan
wij naar alle waarschijnlijkheid4 een pe
riode van fris en opgewekt muziekleven
tegemoet,
H. J. Smeding.
HET SPIJT MIJ,MEVR.BRAND^)/' NEENjIK GEBRUIK)
MAAR IK HEB GEEN SS ALLEEN RINSO IN
I RINSOMEER.KUNTUJ( "UN WASMACHINE;
GEEN ZEEPPOEDER rr °0ET U GEEN MOEITE,
gebruikJJ 'K krijg RINSO WEL
ERGENS ANDERS.
Een Rinso was is geen gewone was. Want de nieuwe, overvette
Rinso is heel wat anders dan zeeppoeder. Rinso wordt speciaal
gefabriceerd om te voldoen aan al de bijzondere eisen, die de
wasmachine stelt. Onmiddellijk lost Rinso in lauw water op en
geeft een werkzaam, blijvend sop, dat met zeeppoeder nooit
te krijgen is. En snel, dat het wassen met Rinso gaat! Binnen
anderhalf uur heeft U de hele gezinswas van 5 personen prachtig
schoon gewassen, en niet alleen in de wasmachine, maar
ook in elke tobbe! Met één pakje Rinso van 121/2cent!
R25-0309»
(Ingez. Med.)
opperde, werden gemakkelijk overwon
nen. De jonge man zocht in zijn boeken
en deelde hem mede, dat de bedoelde
auto een huurauto was, en aan een ga
ragehouder in de stad toebehoorde.
Hij stak den jongeman over de toon
bank een halven kroon toe en begaf zich
naar de garage. Tot zijn groote voldoe
ning' zag hij de auto staan. Hij stelde
vluchtig eenige vragen over den huur
prijs en nam den klerk toen ronduit on
derhanden,
„Wanneer is deze auto het laatst ver
huurd?"
„Gisternacht, geloof ik. Wacht u een
oogenblik, daar ginds staat de chauffeur.
Hé Bill...."
Bill, wiens gezicht met olie besmeurd
was, kwam langzamerhand naderbij.
Kennedy nam hem apart.
„Luister eens, om zekere redenen wil
ik v/eten, of een vriend van mij van
nacht deze auto gehuurd heeft. Hij ziet
er uit als een vrij oude man en draagt
een jacquet en een zijden hoed".
„Dat is zoo. Ik reed hem naar Davis
Street, bij Victoria Station. Hij kwam
terug met zijn dochter tenminste, ik
dacht, dat het zijn dochter was."
„Juist. Waar heb je hem heen gere
den?"
Bill keek wat wantrouwend, maar het
g'ezicht van een bankbiljet van een pond
in Kennedy's hand bracht zijn trouw aan
het beroepsgeheim aan het wankelen.
„Dicht bij Wapping Stairs", deelde hij
mee. „Daar is een smal straatje, dat op
de rivier uitkomt en Watling Street heet
Hij zei, dat ik op den hoek moest stop
pen, maar voordat ik weer wegreed, zag
ik hem en de jonge dame bij Quang
binnengaan."
„Quang?"
„Een soort eethuis, waar de matrozen
komen voor een goedkoop maal. Niet
vee] bijzonders! Ik was blij, toen ik er
vandaan was".
Het bankbiljet verwisselde van eige
naar en Kennedy ging heen. Eindelijk
had hij iets vernomen, dat hem van dienst
zou kunnen zijn, maar er waren helaas
reeds meer dan twaalf uur verloopen,
sinds Maxine was ontvoerd. Wat kon er
in twaalf uren niet gebeurd zijn!
Hij vond den weg naar Wapping en
vervolgens naar Quangs eethuis. Het
was een diepe, vuile winkel met groene
luiken, en zag er van buiten onsmake
lijk uit. Terwijl hij daar stond, slopen
verscheidene Lascaren het smalle steeg
je binnen, keken naar hem, terwijl zij
hem voorbij liepen, en gingen het huis
binnen. Hij kwam tot het besef, dat er.
geen sorake van kon zijn. in het cos-
tuum, dat hij nu droeg, naar binnen to
gaan. Hoe kostbaar de ti;a ook was, het
was volstrekt noodzakelijk zich te ver
mommen.
(Wordt vervolgd).