Na Ruim Drie Eeuwen Curagao
KRONIEK van den DAG.
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD VAK DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MDDELBDRGSCHE COURANT .(W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 3 FEBRUARI 1938. No. 28.
Nieuwe „zeerooverij" in
de Middellandsche Zee-
B. W. m VAN SLOBBE,
CARAÏBISCHE ZEE
Belf
Het heeft er geruimen tijd naar uit
gezien, dat we de internationale geva
ren van den Spaanschen burgeroorlog
te boven waren. Van politieke spannin
gen tusschen de groote mogendheden,
door de gebeurtenissen op het Iberisch
schiereiland veroorzaakt, werd nauwe
lijks meer gerept. De laatste weken zijn
er echter enkele dingen geschied, welke
gemakkelijk het voorspel van nieuwe in
ternationale zorgen kunnen worden; ja,
welke momenteel reeds weer eenige on
rust veroorzaken: de torpedeeringen van
koopvaardijschepen in de Spaansche wa
teren. Niet minder dan vier zijn deze
maand het slachtoffer van de hernieuw
de actie der onbekende onderzeeërs ge
worden: drie Engelsche, de ..Lake of
Geneva", „.Conclara" en „Endymibn",
resp. 5, 15 en 31 Jan. en het Nederland
sche s.s. „Hanna" op 11 Jan.
Men zal zich herinneren, dat verleden
zomer, nadat op soortgelijke wijze een
aantal koopvaarders op weg naar het
Mnksche Spanje in den grond waren ge
hoord, de overeenkomst van Nyon werd
gesloten, dienende om aan de „zeeroo
verij" een einde te maken. Fransche,
£ngelsche, (en later Italiaansche) oor
logsschepen, welke een patrouilledienst
gingen instellen, zouden, zoo besloot
men, eiken onbekenden aanvaller
zonder vorm van proces mogen vernieti
gen. De totstandkoming van dit besluit
bleek reeds voldoende, om de actie den
kop in te drukken: men vernam er met
een niets meer van.
Tot dan nu de geheimzinnige onder
zeeërs, ondanks de overeenkomst van
Nyon, toch weer aan het werk zijn ge
gaan. Niet minder dan vier schepen
boorden ze in minder dan een maand
tijds in den grond. En geen enkele maal
werd een aanvaller betrapt.
Uiteraard heeft de zaak vooral te
Londen veel beroering veroorzaakt.
Daarbij treedt weer op den voorgrond
naar de corr. van de „N. R. Ct." meldt,
de vraag naar de identiteit van de „zee-
roovers". Aangezien de getorpedeerde
soKiepen alle lading voor de Spaansche
regeering aan boord hadden, mag wel
worden aangenomen dat de aanvallers
in opdracht van Franco werkten. Dat de
Spaansche regeering zich zelf moedwil
lig van den zoo hoog noodigen invoer
zou berooven door de transportschepen
is den grond te boren, is een beetje al
te ver gezocht.
Daarmee is echter niet uitgemaakt of
de aanvallende duikbooten aan Franco
zeM dan wel aan een van zijn buitenland-
ache vrienden toebehooren. De Engel
sche bladen weerhouden er zich van,
verdenkingen uit te spreken. Merkwaar
dig is echter, dat de doorgaans zeer goed
ingelichte diplomatieke correspondent
vara de „Manchester Guardian" ver
klaart, dat de identiteit van de duikboot
in het laatste geval bekend zou zijn;
zonder daar verder iets aan toe te voe
gen. Deze stilzwijgendheid geeft te den
ken, Zou de Engelsche regeering 'weten,
dat de aanvaller van Italiaansche na
tionaliteit was, maar daaraan geen rucht
baarheid willen geven in het belang van
den vrede?
Men vermoedt te Londen overigens,
dal de hernieuwde „zeerooverij" tot ze
kere hoogte een gevolg is van de over
winning der regeeringstroepen bij Teru-
eï. Franco zou zich dan dus op deze wijs
schadeloos willen stellen. Als dit waar
is, moet men vreezen, dat de val van
Teruel ook tot nieuwe inmenging zal
leiden; een vrees, welke versterkt schijnt
te worden door dé jongste ontwikkeling
in de niet-inmengingscommissie. Na eeni-
gera tijd van betrekkelijken vooruitgang
in de uitvoering van het plan tot terug
trekking van vrijwilligers, heeft de com-
missiein de jongste vergadering weer
met duidelijke obstructie te kampen ge
had, Men zal zich herinneren, dat
Dtótschland en Italië zich in November
na ïang kibbelen er bij neer hebben ge
legd, dat de terugtrekking der vrijwilli
gers op proportioneele basis zou geschie
den; inplaats van gelijke aantallen zou
den over bepaalde tijdvakken, gelijke
percentages van beide kanten worden
teruggetrokken.
Generaal Franco is begonnen met de
regeling in principe te aanvaarden. Hij
maakte daarbij echter eenig algemeen
voorbehoud, en heeft deze nu kort ge
specificeerd door in zijn antwoord aan
de commissie te kennen te geven, dat
volgens hem oorlogvoerende rechten
moesten worden toegekend, omdat van
beide kanten drieduizend vrijwilligers
waren teruggetrokken. Daaruit blijkt,
dat het hem bij zijn aanvaarding van het
proprotie-principe allerminst ernst was.
Het bedenkelijke is nu, dat Duitschland
en Italië in de laatste vergadering van
de commissie te kennen hebben gege
ven, dat ook zij hun principieele aanvaar
ding van dit principe niet zonder meer
gestand kunnen doen. Hoewel men hierin
natuurlijk nog niet een hernieuwing van
positieve inmenging kan zien, verraadt
toch het Duitsche en Italiaansche optre
den een houding, die met de theorie dat
deze twee landen genoeg van het Spaan
sche avontuur hebben gekregen, moeilijk
te vereenigen is.
Een liberaal Engelsch blad, de „News
Chronicle", houdt zelfs sinds eenige
dagen met stelligheid vol, dat Mussolini
bezig is een leger van 50.000 man uit te
door
oud-gouverneur van Curasao.
De economische waarde van het Nedeiiandsche gebiedsdeel in de Caraïbische
Zee moet men niet onderschatten Curasao is op het oogenblik
vrij welvarend, maar men moet van de tegenwoordige
welvaart gebruik maken om zich tegen
een mogelijke toekomstige inzin
king te vrijwaren.
Het gebiedsdeel heeft tijden van
groote armoede, doch ook jaren van
voorspoed beleefd.
De jaren onmiddellijk voorafgaande
aan die, waarin de olieindustrie zich
In 1934 is het feit herdacht, dat vóór
driehonderd jaar Cura9ao in Nederland-
sche handen kw,am. In 1634 namelijk
gebeurde het, dat Johannes van Wal-
beeck de Annabaai binnenvoer en,
voor en namens Holland, Curasao in
bez:t n,am. Later werden daaraan nog
vijf andere eilanden toegevoegd.
Hierdoor maken wij deel uit van de
mogendheden, die in Midden-Amerika
koloniën of gebiedsdeelen bezitten. Dat
zijn bu ten ons: Engeland, Frankrijk en
de Vereenigde Staten. De economische
waarde v,an deze Europeesche bezit
tingen in de Caraïbische zee moet men
niet onderschatten. Zij geven den be
zitters een nauw contact met een voor
den handel zeer belangrijk deel van
de wereld. Zij vergemakkelijken het
verkeer met Midden- en Zuid Amerika,
bieden steunpunten voor scheepvaart
lijnen en luchtvaart, en maken een goe
de bescherming mogelijk van de groote
belangen, die deze eilanden ongetwij
feld, o.a. tegenover de olieindustrie,
bezitten.
Ook de Nederlandsche Antillen heb
ben in vele opzichten de beteekenis,
die ik hier uiteen heb gezet.
Tot het Nederlandsche rijk behooren
de Benedenwindsche eilanden: Cura
sao, Ajruba en Bonaire; de Bovenwind-
sche eilanden: Sint Maarten, Sint Eu-
statius en Saba. De laatste hebben te-
samen 5500, de Benedenwindsche
eilanden 79.500 inwoners.
Op Cura<;ao bestaat de bevolking
grootendeels uit negers en kleurlingen,
verder uit oude Hollandsche families,
Nederlanders, die er tijdelijk verblijven,
een 700-tal Portugeesche Israëlieten
en ten slotte uit een mengelmoes van
allerlei vreemde nationaliteiten. Op
Aruba vertoont de oorspronkelijke be
volking meer Indiaansche kenmerken.
Sint Maarten en Saba herbergen, be
halve de negers, vele blanken v.an
Schotschen oorsprong.
De Benedenwindsche eilanden be
hooren geografisch bij Venezuela, welks
bergachtige kust men bij helder weer
van Curasao en Aruba af kan zien lig
gen. Het is zeer begrijpelijk, door deze
geografische nabijhe d, en ook om an
dere redenen, b.v. door het feit, dat
Venuzolaansche olie in Curasao geraf
fineerd wordt, dit onze eilanden voor
Venezuela van beteekenis zijn.
De ligging van Cura9ao is gunstig
met betrekking tot handel en scheep
vaart.
De Benedenwindsche eilanden Eg
gen in de verkeersroute langs de Noord
kust van Zuid-Amerika en bieden daar
feitelijk de eenige havens van belang.
Op de Westelijke helft van die Noord
kust toch staat de N.O. passaat. De
havens aan den Zuidkant onzer Bene
denwindsche eilanden liggen geheel be
schut.
Tot een goed begrip van den econo-
mischen toestand van onze West-Indi-
sqhe bezittingen dient paar voren te
worden gebracht, dat zij zeer hetero
geen in hun wezen zijn, Heerscht op
Curasao en Aruba, voornamelijk door
de daar gevestigde oliemaatschappijen,
groote bedrijvigheid, is er bloeiende
handel, scheepvaart en industrie, Bo
naire ligt op korten afstand, als ver
geten, stil en passief, terwijl de drie
Bovenwindsche eilanden in een toe
stand van hulpbehoevendheid verkee-
ren.
Ook op het kleine eiland Curasao
treft men groote tegenstellingen aan.
Om de haven en olieindustrie heerscht
betrekkelijk veel welvaart, doch m de
uithoeken leven negers onder omstan
digheden, die in den loop der jaren on
veranderd zijn gebleven.
rusten voor Spanje om Franco aan de
overwinning te helpen. Als de troepen
eenmaal zijn overgebracht, zouden Italië
en Duitschland de overeenkomst van
niet-inmenging opzeggen onder het mo
tief, dat zij toch maar een klucht is en
dat aan de Spaansche regeering van bui
ten vrijelijk geleverd wordt.
Duitschland zou Italië steunen; welis
waar zendt het geen troepen, maar het
blijft doorgaan geregeld bombardements-
en jachtvliegtuigen naar Spanje te zen
den. Volgens de „News Chronicle" dan
natuurlijk.
op Curasao en Aruba vestigde, waren,
ook voor deze tegenwoordig welvaren
de eilanden, verre van rooskleurig te
noemen.
De landbouw en de veeteelt brachten
slechts weinig op. Zij hadden en heb
ben ook nu nog met vele moeilijkheden
te kampen; gebrek aan water, gebrek
aan arbeidskrachten, lage prijzen, en2.
Uitgevoerd werden in geringe hoe
veelheden aloëhars, dividivi, oranje
appelschillen, geitevellen, stroohoeden
en huiden.
Het vee, dat zonder goede voeding op
de noodlijdende plantages werd gehou
den, voorzag ontoereikend in de melk-
behoefte van het land.
De zoutwinn'ng had haar vroegere
waarde bijna geheel verloren. Alleen
op Bonaire en Sint Maarten werd nog
met gebrekkige middelen zout gewon
nen.
Aruba's goudindustrie was stilgelegd,
omdat de productie niet meer loonend
was. Een'ge geringe inkomsten bracht
het vervaardigen van stroohoeden aan
de arme bevolking. De phosphaatont-
ginning op Curasao bood nog w,at gele
genheid tot broodwinning.
Het meest belangrijk waren wel de
handel en de scheepvaart; de doorvoer
handel was vroeger zelfs nog van meer
beteekenis dar. tegenwoordig (indien
men tenm'inste de huidige doorvoerhan
del van olieproducten bu ten beschou
wing laat). Ook kwam hét den han
del ten goede, dat in dien tijd vreem
delingen, bv. Venezoianen en Colum-
bianen, in Curasao hun inkoopen kwa
men doen.
Over het algemeen genomen was de
toestand echter zeer' onbevredigend,
doch de vestiging en de uitbre'ding
van de olieindustrie op Curasao en
later op Aruba brachten hierin een
aanzienlijke verbetering.
Er kwam gele'delijk zooveel werk,
dat arbeidskrachten uit andere landen
moesten worden aangevoerd. Van
heinde en ver kwamen zoekers nam
een bestaan het gebiedsdeel binnen.
Later, toen door de wereldmalaise ook
de oliemaatschappij h.aar arbeidskrach
ten moest beperken, zijn voornamelijk
vreemdelingen ontslagen.
Natuurlijk leefde de handel op. Klei
ne industrieën werden opgericht en de
bouwbedrijven ontwikkelden zich. Ook
de scheepvaart Sam aanzienlijk toe.
Eiken dag v.aart een vloot van zooge
naamde meertankers de havens van Cu
rasao en Aruba binnen om de olie van
Venezuela naar de raffinaderijen te
voeren en brengt een vloot van zee
tankers de bewerkte producten voor
namelijk naar Europ.a en Noord Ame
rika. Bovendien doen vele handels- en
passagiersschepen de havens aan, voor
aanvoer van materialen en benoodigd-
heden voor industrieën en handel en
voor het personenvervoer.
Door de aanwezigheid van de olie
industrie en de gunstige ligg'ng is fu-
ra<;ao -zeer geschikt voor bunkerstati
on, waardoor ook schepen, die niet in
geregelden dienst varen, het e land
aandoen om hun olievoorraad ,aan te
vullen,
Wanneer men de verschillende cij
fers beschouwt over de jaren, waarin
de oliemaatschappijen zich vestigden
en uitbreidden, ziet men den grooten
vooru'tgang van industrie, scheepvaart
en handel. Maar ook toonen deze cij
fers duidelijk het onrustbarende feit
aan, dat met dien vooruitgang een
achteruitgang gepaard gaat van de nor
male bestaansmiddelen. (Onder de nor
male verstaan wij die bestaansmiddelen
die afhankelijk zijn van den bodem of
de zee, en dus onder alle omstandighe
den blijvend, zooals landbouw, veeteelt,
vischvangst, winning van zout en mijn-
producten).
Dit verschijnsel is begrijpelijk, daai
men, nu men in de nijverheid en bij
het havenbedrijf goed betaald werk
kan vinden, zich bij voorkeur niet zal
toeleggen op deze de moeite zoo wei
nig loonende bestaansm'ddplen.
Maar het is tevens zeer verontrus
tend, daar men er lang niet zeker op
rekenen kan, dat de omstandigheden,
waarin het gebiedsdeel thans verkeert,
van blijvenden aard zal zijn.
De olieraffinaderijen zetten uit en
krimpen 'n n,aar de behoefte van deze
brandstof en ook naar de verdeeling
der markten.
Van vele wisselende factoren is hun
bedrijvigheid afhankelijk. Bovendien is
het om verschillende redenen zeer
goed mogelijk te achten, dat de raffi
naderijen binnen afzienbaren tijd van
onze eilanden zullen verdwijnen,
Met de buitengewone inzinking, die
dit tengevolge zou hebben, moet hel
gebiedsdeel nu reeds terdege rekening
houden. Curasao en Aruba op de eer
ste plaats, doch ook de overige e'lan-
den, die werkkrachten leveren en op
deze en nog andere wijze bescheiden
voordeelen van de welvaart genieten,
zullen dan weer moeten opnemen, het
geen thans wordt neergeworpen. Dit
probleem heeft de volle belangstelling
van het bestuur.
De kleine landbouw, voornamelijk
ook ooft- en groenteteelt, en de vee
teelt worden echter zeer belemmerd
door de vele factoren, waarvan er hier
boven reeds eenige werden genoemd.
De visscherij kan van meer heteeke-
n s worden d.an zij nu is.
De zoutwinning verkeert in zeer on-
gunstigen toestand; herhaaldelijk wor
den pogingen aangewend deze op meer
moderne basis te schoeien en haar
daardoor bestaansmogelijkheden te
verzekeren.
Ook de mogelijkheid de aanwezige
mijjnproducten te winnen, heeft de
aandacht v.an het Bestuur.
Men r cht vooral het oog op het be
houd van een beteekenende scheep
vaart en daarom op de eerste plaats
van het bestaande bunkerstation.
0..a. door het trekken van vreemde
lingen tracht men den handel te be
vorderen.
Is Curasao op het oogenblik in eco-
nomischen zin een vrij welvarend ge
biedsdeel te noemen, men moet voor de
toekomst op zijn hoede zijn en van de
tegenwoordige welvaart gebruik maken
om zich tegen eene mogelijke toekom
st ge inzinking te beveiligen.
(Nadruk verboden).
DR. COLLJN MET VERLOF.
De minister-president, dr. H. Colijn,
vertrekt hedenavond voor den duur van
ongeveer twee weken met verlof naaf
het buitenland.
HET EERSTE MOTORSCHIP
„PRINSES BEATRIX".
Naar wij vernemen is met toestem
ming van Z. K. H. Prins Bernhard de mo
torboot van het onderwijsfonds voor de
scheepvaart, die in de haven van Ruh-
rort de Nederlandsche schipperskinde
ren, die aldaar de Oranje Nassau-school
„Prins Bernhard" van het onderwijs
fonds bezoeken, van boord der Neder
landsche schepen haalt en hen weer aan
boord terugbrengt, omgedoopt in „Prin
ses Beatrix".
DE „REIGER" HEEFT
MOTORSTORING.
Het vliegtuig „Reiger", gezagvoerder
Blaak, is, op weg naar Batavia, door
motorstoring te Allahabad opgehouden.
De „Oehoe", die onderweg is naar Ne
derland, met als gezagvoerder Tepas,
zou heden te Allahabad post en passa
giers van den „Reiger" overnemen en
hiermede naar Batavia terugkeeren,
waardoor slechts geringe vertraging ont
staat.
De „Ibis" gezagvoerder Sillevis, die
Donderdag uit Batavia vertrekt, zal dan
tevens de post van den „Oehoe" naar
Amsterdam brengen.
De storing van den „Reiger" zal bin
nen enkele dagen hersteld zijn, waarna
het vliegtuig naar Nederland terugkeert,
PAMFLETTEN IN BESLAGGENOMEN.
Naar wij vernemen was het ter ken
nis van de Haarlemsche politie gekomen,
dat vanwege heï orgaan „De Vrije So
cialist" onmiddellijk na de blijde ge
beurtenis pamfletten zouden worden
verspreid, waiarvan de inhoud ontoe
laatbaar geacht moest worden.
Daarom werd Maandagmorgen 'een in
val gedaan in de drukkerij „Renova" in
de Burgemeester Rampstraat, waar „De
vrije Socialist" wordt gedrukt en inder
daad trof men daar een partij van onge
veer vierduizend pamfletten aan, welke
voor verzending gereed lagen. Een on
geveer gelijk aantal was echter reeds
verzonden en kon niet meer worden
achterhaald. De nog aanwezige partijen
alsmede het zetsel zijn in beslag geno
men.
Van een en ander is proces-verbaal
opgemaakt.
GARNIZOEN TE SOESTERBERG.
Naar wij vernemen zijn er plannen in
overweging om te Soesterberg een
blijvend garnizoen van 700 man genie
troepen te legeren.
Tot dit doel zal het gemeentebestuur
v,an Soest, onder welke gemeente Soes
terberg ressorteert, het rijk een complex
terre'nen, gelegen aan den rijksweg
AmersfoortSoesterberg aanbieden,
welke een waarde moeten vertegen
woordigen van f 50.000.
UIT DE N.SB. GETREDEN.
De heer E, Moolhuysen te 's-Gra-
venhage deelt ons mede, dat hij, na zijn
indertijd genomen ontslag als groeps-
secretaris en organisator der N. S. B.,
thans ook bedankt heeft voor de func
tie van vertegenwoordiger van den
Raad voor katholieken en voor het lid
maatschap dier partij.
KERK EN SCHOOL.
Ned. Herv. Kerk.
Ds. O. J. Staal te Apenbroek is beroe-'
pen te Retranchement.
NEDERLANDSCHE ANTILLEN
CURASAO
SINT. MAARTEN
BONAIRE
STEUSTA TIUS
ARUBA
SABA
.V WlejMi ANTILLEN
ARUBA
ORANJESTAD. CUi?xA<sA9;. BONAIRE
%KRALENQUK.
WILLEMSTAD -
HAARLC
"v ~~y •w^ s zi.