tovmciHle GOiSCHE COURANT^ Toestand van Moeder en Kind bevredigend CITY-THEATER Dtr. Colijn spreekt tot het Nederlandsche volk. „DE MOEDIGE ZEEROB" »NU JUICHT EEN V0LK« WEERBERICHT. NUMMER 26. TWEE BLADEN. DINSDAG 1 FEBRUARI 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARGANG. Hedenmiddag om half één is het volgende officieele commu niqué verstrekt BAARN, 1 Februari. Dr. De Groot deelt mede: Prinses Juliana heeft een betrekkelijk rnstigen nacht gehad. Ook heden geeft de toestand van moeder en kind reden tot tevredenheid. De beide grootmoeders waren bij de bevalling aanwezig. Evenals Prins Bernhard. Engelsche hulde. WELKOM, PRINSESJE. Buitengewone Staatscourant WAAROM GETUIGEN BIJ DE GEBOORTE-AANGIFTE? NEDERLANDS VREUGDEFILM met zang van JO VINCENT. ELBUBGSCHE COUBANT dagblad Voor Middetourg, Goes en agent schap Vlissingen 2.30, elders f 2.50 per kwartaal Week-abonn. in Middelburg en Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r. 3ij contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr. Uitgeefster: Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelbnrg. Telefoon: Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dsinkbetuigingea I—J regels f 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek „Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels, a 75 ct. by vooruitbetaling Adv. mei „Brieven." of „Bevragen bureau dezer cou. rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent. Wij vernemen, dat de beide grootmoe ders van de jonggeboren Prinses, evenals Frins Bernhard, bij de bevalling van Prinses Juliana aanwezig zijn geweest. De moeder van den Prins heeft zelf ac tief deelgenomen aan de verpleging van koninklijke baby. DE VREUGDE IN WEST INDIë. Het heugelijk nieuws werd te Pa ramaribo bij het ochtendgloren ont vangen. Het bulderend kanon wekte iedereen uit den slaap. Het was het mooiste weer. Overal was het enthou siasme geweldig. Spontaan barstte het uit. De stad prijkte in enkele momen ten in vlaggentooi. Op het plein voor de gouverneurs woning drong een enorme menigte sa men om een militaire parade te aan schouwen. Wij laten hier den tekst volgen van de rédevoering, welke minister Colijn he denmiddag om 2 uur voor alle Neder landsche zenders, ook de kortegolfzen- ders, die het gesproken woord naar Oost en West brengen, zou houden: Geachte luisteraars, landgenooten hier en overzee. Heb ik mij in den loop der laatste jaren via de radio enkele malen tot U gericht, de aanleiding daartoe was n'et altijd van vroolijken aard. Meestal be trof het aangelegenheden van regee- ringsbeleid, waaromtrent toelichting en verklaring op breede schaal wenschelijk geoordeeld werd. Ik sprak dan als woordvoerder van de regeering. Thans richt ik mij bij vernieuwing langs dezen modernen weg tot de bewo ners van Nederland en van de Over- zeesche gebiedsdeelen van het Konink rijk, maar ditmaal niet als woordvoer der van de regeering, om tekst en uit leg te geven van bepaalde regeerings- daden, doch enkel en alleen, omdat wij elkaar van hart tot hart iets te zeggen hebben, nu wij allen vervuld zijn met blijdschap over den goeden afloop van de verwachte gebeurtenis in het paleis te Soestdijk. Hei is toch igenlijk een wonderlijk ding, dat een heel volk in angstige spanning het oogenblik verbeid heeft, dat een kind zou geboren worden, een gebeurtenis, die eiken dag in ons land senige honderden malen plaats grijpt, die wij zelfs in eigen familiekring nau welijks met grooter belangstelling te gemoet zien dan thans het geval is ge weest, Een wonderlijk d ng, dat we geneigd zijn onze huizen te verlaten en het elkaar op straat toe te roepen, dat een nieuwe Oranjetelg geboren werd. Er zullen er wel zijn, die dit warm gevoel van nagenoeg de geheele natie zullen bestempelen als een soort van byzantinisme, als ongemotiveerde vor- stenverheerlijking, als bewierooking van wie in hoogh1 gezeten zijn. Wie z<fj In een hoofdartikel schrijft de „Daily Telegraph" het volgende over de ge boorte van het Nederlandsche prinsesje: De geheele wereld heeft op de geboor te van deze baby gewacht. De Neder landers zouden gaarne gezien hebben, dat het een jongen was, maar zij weten, „dat de geschiedenis weinig koninginnen kent, die in haar taak tekort schoten. Koningin Wilhelmina zelf heeft den titel verdiend van „een groot vorstin". Het hoofdartikel van de „Times" be vat de volgende zinsnede: Het Engelsche volk, dat zijn eigen mo narchie zoozeer waardeert, kan dezen zelfden geest in Nederland goed begrij pen en brengt hulde aan het jonge prin selijk paar, dat op zoo in het oog vallen de wijze zich gemaakt heeft tot de na tuurlijke vertegenwoordigers van de Ne derlandsche jeugd. Over het vooruitzicht eener vrouwelij ke opvolging op den troon behoeven de Nederlanders geen valsche voorstellin gen te hebben, evenmin als hun Britsche vrienden en onderdanen eener andere dynastie, welker toekomst bij haar doch ters schijnt gelegen te zijn eerder dan bij haar zonen, er aan twijfelen, dat de 51 schoten voldoende zijn om een alge- meenen feestdag te vieren. Is niet de jongste van drie prinsessen de speciale gunsteling van de feeën? oordeelen hebben het isntusjchen glad mis. Daarvoor zijn de gevoelsuitingen te warm en te inn'g, daarvoor zijn zij ook te algemeen. In de dagloonershut op het platteland wordt niet minder hartelijk meegeleefd met onze Kroon prinses, met haar gemaal en de jong geboren spruit, dan in* de huizen uit kringen van hof, regeering en deft'g'e burgerij. In alle kringen v,an ons volk werd gejuicht tot uitbundigheid toe, toen de verloving van de Prinses be kend werd. Bij de voltrekking van het huwelijk deelde heiel het volk 'n de huwelijksvreugde. Toen de eerste ge ruchten begonnen te loopen omtrent de moederverwachting van de Prinses, was het of een golf van teerheid over het land ging. En als Prins Bernhard op den Muiderstraatweg een ernstig ongeval overkomt, hoe gaan de gedach ten dan ook uit naar de aanstaande moeder van een nieuwe Oranjespruit. En w:e zal de gebeden tellen, die in zoo menigen huiselijken kring zijn op gezonden tot Hem in Wiens handen ons leven en bij Wien al onze paden zijn Dit alles is niet gewoon. Er schuilt iets bijzonders achter, iets, dat niet al- ledaagsch is, iets, dat men elders niet zoo, dat wil zeggen: niet in die mate waarneemt. Ook in andere landen zijn eerbiedwaardige en gerespecteerde vorsten, ook elders hebben vorstenkin deren de geboorte van hun eersteling tegemoetgezien. Ook daar was vaak belangstellende verwachting. Maar wat men er miste, was de spanning, die zich bij ons om deze geboorte ontwikkeld heeft. Voor die tot spanning gestegen belangstelling moet een bijzondere oor zaak bestaan, een oorzaak, die niet uitsluitend ligt in gehechtheid aan per sonen, doch ook rust op andere over wegingen. En dan tast ik niet m:s, als ik die bijzondere oorzaak zoek in den zeer bijzonderen band, die Nederland en Oranje met elkaar verbindt. Soms is een vorstenhui van buiten af door een sterker macht aan een volk opgedrongen. Soms heeft de erf opvolging aan het land volmaakt vreem de personen op den troon gebracht. EI- Er is een Prinsesje geboren, Een popje nog, rozig en klein. Dat ligt er zoo rustig te slapen In 'n wiegje van dons en satijn. Heel Neerland viert feest om dat [kleintje, De klokken verkondigen 't luid. Er schallen fanfares en marschen, 't Is feest nu, in Noord en in Zuid. 't Kanon buldert over de vlakten, Zijn schoten van welkom-in-t-land. We laten de feestvuren branden En zetten het werk aan den kant. Men juicht: Een Prinses is geborent Een Kindje van Koninklijk bloed. We tooien de borst met Oranje En hijschen de vlaggen ten groet. We sieren en illumineeren En roeren luidruchtig de trom. Het is een gejoel en een drukte En 'n feest'lijk gewemel alom. Maar ginds, in een heel stille kamer, Voor 't wiegje van dons en satijn, Daar kijken twee lachende ouders Heel stilletjes door het gordijn. Dat rozig Prinsesje-van-Holland, Van 't juichende land bij de zee, Dat is toch vóór al hun Prinsesje, Het zoete bezit van hun twee LANGE JAN. GELUKWENSCHEN VAN DEN FüHRER. Ter gelegenheid van de geboorte van de Prinses der Nederlanden heeft de Führer en rijkskanselier, Adolf Hitler, zoowel H. M. Koningin Wilhelmina als H.K.H. Prinses Juliana en haar Ge maal telegrafisch geluk gewenscht. PRINS BERNHARD STELDE DEN EX-KEIZER IN KENNIS VAN HET HEUGELIJKE NIEUWS. Z.K.H. Prins Bernhard heeft gister morgen telegrafisch in innige bewoor dingen den ex-keizer en d ens familie kennis gegeven van de geboorte van zijn dochter en medegedeeld, dat de Prinses het uitstekend maakte. ders zien wij landen op zoek naar een vorst. Niets van dat alles bij ons. Ne derland en Oranje zijn samen ge worden, saamgegroeid tot wat zij nu zijn. Zij wortelen in de zelfde aarde en hun wortelen hebben zich in die aarde onder den grond n eengestrengeld, zoodat zij tot één wor tel geworden zijn. Dat verklaart het zeer bijzondere ka rakter van de twee-eenheid Nederland- Oranje. Zij zijn onafscheidelijk van elkaar geworden. Maar juist om deze reden valt het ons zoo moeilijk, ons in te denken in een toestand, waarbij die enge band niet meer bestaan zou. De vrees daarvoor al spraken wij het liever niet uit is ons niet vreemd geweest, heeft ons van tijd tot tijd zelfs wel be klemd. Van 1890 tot 1909 was onze huidige Koningin de eenige telg uit het Oranjehuis, waarin die aloude band met Nederland tot uitdrukking kwam. En wel schonk de geboorte van Prinses Juliana in 1909 verlenging van hoop en verwach ting, de band bleef toch bijna 50 jaren lang erg broos, want het hing tusschen 1890 en 1938 alles aan een tweetal ster felijke menschen. Die vage beklemming is nu wegge vallen, nu het huwelijk van Prinses Ju liana den kinderzegen mocht ervaren en daarin schuilt de nationale zin van de algemeene volksvreugde. Zeker, wij zijn ook blij om de blijdschap van het jonge ouderpaar, wij verheugen ons met de koninklijke grootmoeder, nu zij de derde generatie in haar geslacht aan schouwen mocht, maar de vreugde van het volk als geheel draagt nog een ander stempel. Die vreugde is sterk ge mengd met historisch besef. God heeft als het ware een venster geopend, waar door wij weer over wijde vlakten naar buiten blikken, weer in de toekomst durven staren. Oud en jong, rijk en arm, hooggeplaatsten en zij, die in nederiger sferen verkeeren, die allen voelen zich in deze dagen als het ware leden van één gezin, die tezamen vreugde be drijven en die hun blijdaschap in ver schillende vormen uitjubelen. Als wij konden, zouden wij elkaar alle- Gisteravond is een buitengewone Ne derlandsche Staatscourant verschenen, waarin de geboorte van een vorstelijke telg is afgekondigd. Deze, voor ons vorstenhuis en het Ne derlandsche volk zoo heuglijke gebeur tenis, is voor de directie van de Neder landsche Staatscourant aanleiding ge weest, dit nummer een feestelijk aan zien te geven. De versiering is ontwor pen door den Haagschen teekenaar Jac. H. Molier, die de Nederlandsche staats courant symboliseerde in een figuur van een de blijde gebeurtenis afkondigende heraut. Achter dezen heraut verrijst een oranjeboom, welks vruchten ook als mo tief voor de randversiering zijn gebezigd. De uitvoering geschiedde in zwart en oranje. De inhoudt luidt: Soestdijk den 31sten Januari 1938. Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana der Nederlanden is hedenmor gen door Gods goedheid bevallen van j eene dochter. De heer J. de Bliek te Nieuwvliet schrijft ons: Kort geleden maakten de kranten mel ding van het feit, dat bij de geboorte aangifte van het Prinsenkind twee ge tuigen tegenwoordig zouden zijn. Het is niet onwaarschijnlijk, dat dit bericht bij sommigen de vra^g heeft doen rijzen: waarvoor die getuigen? De ze zijn immers sedert 1935 bij geboorte aangifte niet meer vereischt! Inderdaad, door de wijziging van de artikels 29 en 31 van het Burgerlijk Wet boek, bij de wet van 31 Mei 1934, S. 276, zijn de bepalingen omtrent getuigen bij geboorte-aangifte geschjrapt, waardoor het optreden van die getuigen, in ver band met het bepaalde in art. 17 B. W., feitelijk onmogelijk is gemaakt. Een akte van den burgerlijken stand, in ons geval die van het Prinsenkind waarin iets omtrent getuigen is opge nomen, is dus strikt genomen niet con form de wet. De ambtenaar van den burgerlijken stand, die zoodanig akte verleden heeft, is zelfs strafbaar wegens overtreding van art. 17 B. W. ingevolge art. 27 B. W. maal de hand willen drukken, elkaar deelgenoot willen maken van onze inner lijke gevoelens. Dat kan nu eenmaal niet en ik weet, dat een poging om door de radio uitdrukking te geven aan wat in ons hart leeft en in ons hoofd omgaat, slechts een mager surrogaat is van wat wij zouden doen, als wij allen eens bijeen konden zijn. Wij kunnen niet eens samen ons Wilhelmus zingen, althans niet, zoo dat wij elkaar kunnen hooren. Toch is het wel iets, als deze schare van luister aars van Noord tot Zuid en van Oost tot West een schare, die als de concen tratie van de natie gezien mag worden zich er enkele minuten toe heeft willen zetten om gelijktijdig de gedachten te richten op dezelfde nationale gebeur tenis. Ongetwijfeld heb ik uw gedachten slecht vertolkt, waar ik er niet eens in geslaagd ben mijn eigen diepste ge voelens tot uitdrukking te brengen. Maar dat doet er eigenlijk niet toe. Het gaat niet hierom, of ik vandaag goed of. min der goed gesproken heb, maar het gaat hierom, dat wij allen enkele oogenblik- ken ons vereenigd hebben om gezamen lijk onze gedachten te bepalen op een nationale gebeurtenis van groote be- teekenis. In veel is ons volk verdeeld. Laat ons daarom te sterker waardeeren die mo menten in ons volksleven, waarin wij zijn, waarin alle verschillen, weg- een vallen, althans overkoepeld kunnen worden door wat wij gemeenschappelijk in hooge waardeering houden. Zulke oogenblikken hebben wij thans, nu wij ons samen verheugen over het geluk in het koninklijk gezin, nu wij ons allen verblijden over de verstevi ging van den band, die Oranje met Ne derland verbindt, nu wij ervoeren, dat er toch ook nog wel wat is, waarin wij eensgezind kunnen zijn. Ik sprak tot U als een dergenen, die met U in de volle feestvreugde deelen. Ik eindig met een woord uit naam der regeering. Geve de almachtige God, dat zijn zegen ook verder ruste op ons ko ninklijk huis en op het aan dat huis zoo zeer verknochte volk van Nederland. Middelburg. WOENSDAGMIDDAG speciaal Matinée met PAUL KEMP in In het Voorprogramma Verdere medewerkenden EÜUARD VERKADE, F1ENTJE DE LA MAR, KOMMER KLEYN. Toegang alle leeftijden. Gewone Matiaéeprijzen. (Ingez. Med.j Verwachting tot morgenavond: DE BILT: Stormachtige tot krachtige Z.W. tot N.W. wind, zwaar bewolkt met tijdelijke opklaringen, kans op rege of hagelbuien, iets kouder. u B Wo 2 Febr. Zon op: 7 h 42; onder: 16 h 45. Licht op: 17 h 1,5, Maan op: 7 h 57; onder: 19 h 25, E.K. 8 Febr. Laagwater te VHssiagent Januari. Hoogwater. Laagwater. 1.49 14.13 8.27 20.32 2.21 14.46 9.02 21.01 2.55 15.16 9.34 21.30 Laagwater te Wemeldiugct Januari. Hoogwater. Laagwater. Di. 1 3.46 16.05 9.25 21.40 Wo. 2 4.20 16.40 9.58 22.10 Do. 3 4.54 17.09 10.31 22.40 Hoog- Di. Wo. Do. Hoog- en 1 2 3 S en In de gevallen echter, waar het gaat om akten van den burgerlijken stand, waarbij leden van het Koninklijk Huis betrokken zijn, is het a.h.w. een traditie geworden, om de wet niet in al haa- strakheid toe te passen. Dit laat zich ook wel verstaan. Het ligt nu eenmaal in de lijn, om aan gebeurtenissen, het Koninklijk Huis betreffende, eenigszins een plechtig ka rakter te geven. Getuigen hij een ge boorte-aangifte kunnen hiertoe bijdra gen. Dit neemt evenwel niet weg, dat het wenschelijk zou zijn, in het Burgerlijk Wetboek bijzondere, bepalingen op te nemen voor de akten, de Leden van het Koninklijk Huis betreffende. DE BLIJDE GEBEURTENIS IN INDIë. Rede van den gouverneur-ge neraal. Gisteravond om 8 uur heeft de gou verneur-generaal in verband met de vorstelijke geboorte een toespraak voor de radio gehouden, „In de uren, welke wij thans bele ven" aldus zeide de G.G. o.m. - „beseffen wij, door de aandoening die boven onze e gen sfeer verheft, ons gemeenschappelijk dier- hoeveel ons baar is." Nadat jhr. Van Starkenborgh her innerd had aan de geboorte en de kin derjaren van Prinses Juliana, vervolg de hij: „Vandaag heeft ons de blijde mare bereikt van haar moederschap. Nu is een koninklijk kind geboren n het gezin van Oranje, het geslacht, dat wij aan land en volk verbonden weten en nu wellen in ons op ontroering en erkentelijkheid. Temidden van een we reld waarin de tegenstellingen z ch toe spitsen en lang erkende waarden, plechtankers in woelige tijden, drei gen teloor te gaan, is het ons gegeven, trouw te blijven aan de gezindheid der vaderen en ons een te voelen in ver- knochthe'd aan het Huis van Oranje. De vreugde waarmede de jonggebore ne wordt begroet is van het zuiverste gehalte en zoo zijn ook de heilwenschen die talloos velen uitspreken voor het welzijn van onze souvereine en voor het Prinselijk gezin, voor de toekomst van vorstenhuis en vaderland. In hun gebeden vragen de geloovi- gen van alle gez'ndten den zegen van den allerhoogste. De G.G. eindigde zijn toespraak met de v/oorden: „Moge lang nog de her innering aan dezen dag ons vervullen en nieuwe kracht toevoeren aan ons vertrouwen in de saamhoorighed van de Nederlandsche onderdanen, waar ook ter wereld en in de eenheid van J het Koninkrijk."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 1