EEN VORSTENKIND
WOd€
PI6I3
BEDE.
Paleis Soestdijk. (A.N.P.) 31 Januari, 9 uur 55 minuten
Naar wij vernemen is H. K. H. Prinses Juliana der
Nederlanden voorsp. bevallen van een DOCHTER
Moeder en Kind maken het wel.
Leve de PRINSES!
Leve het Vorstelijk Ouderpaar!
Leve de Koningin!
4
I
Vervulde wensch.
De afstamming van de
Prinselijke baby.
ORANJE EN NEDERLAND.
ihoumciaw
middelburgsche courant
goesche coupant -
De geboorte van een Vorstenkind is
in elk land, waar het regeer end Vor
stenhuis in werkelijkheid niet zoozeer
op de Grondwet, als wel op de liefde
van het Volk zelf in al zijn geledingen
steunt, altijd een belangrijke zaak, die
hoe kan het anders, tot vreugde aan
leiding is.
Hoe kan het ook anders!
Bij den gewonen mensch is dit im
mers reeds het geval hoe en waar
ook zijn plaats in de maatschappij mo
ge zijn. Immers, niets is in wezen de
mocratischer, nergens vertoont zich de
Broederschap aller menschen, juister
gezegd, het Zusterschap aller Vrou
wen, zoozeer als in het mysterie der
geboorte. Want een mysterie blijft het
ontstaan en ter wereld komen van een
nieuw menschenkind altijd weer in
de binnenlanden van Borneo, op de
heide en in de venen van Nederland
zoo goed als in de woningen der hoo-
ger geplaatsten in den lande of in de
Vorstelijke paleizen. Hoe en waar en
wanneer dan ook, altijd blijft de ge
boorte gelijk, en een mysterie, on
danks de wetenschap die zooveel tot
een goed verloop van deze gebeurtenis
kan bijdragen. De jonggeborene is al
tijd en overal in de eerste plaats men
schenkind, daarna pas Prins of Prin
ses.
Is er dus bij iedere geboorte van een
nieuwen wereldburger vreugde, bij de
ouders in de eerste plaats, bij groot
ouders. de naaste familie, vrienden en
bekenden vervolgens er kunnen zich
daarnaast velerlei omstandigheden
voordoendie een bepaalde geboorte
reden tot bijzondere vreugde doen zijn.
Deze omstandigheden doen zich thans
voor. Het zijn er vele, en het zijn er
belangrijke.
De eerste is wel deze: de vreugde
om de geboorte van dit vorstenkind
wordt oprecht gevoeld en gedeeld door
een honderdduizendvoudig grooten
kring van vrienden, ja, men zou wel
mogen zeggen: van familieleden. Want
de verhouding tusschen Vorstenhuis
en Volk is in Nederland de laatste
tientallen van jaren immers zoo eene
geworden, dat wij, onderdanen onzer
Koningin, ons staatshoofd en haar na
bestaanden minder in het licht der
staatsrechtelijke verhoudingen zien,
dan wel als het nominale hoofd eener
groote millioenenfamilie van Neder-1
landers!
Derhalve beschouwen wij de geboor
te van dezen vorstentelg minder als
een zaak van het Vorstenhuis alleen,
minder als een aangelegenheid van
èen andere familie, dan wel als een
zaak die ons allen familjaar raakt: in
onze groote familie der Nederlanders
heeft immers onze Prinses het leven
geschonken aan een troonopvolger, aan
een Kleinkind der Koningin, hetwelk
wij met allen gepasten eerbied als ons
aller Kleinkind, ons Prinsesje be
schouwen.
Onze vreugde vindt dus haar hoofd
bron in gevoelsoverwegingen, in ge
voelens van aanhankelijkheid en van
liefde.
Van aanhankelijkheid en liefde tot
Grootmoeder Wilhelmina onze Ko
ningin, maar nu onze gelukkige Groot
moeder tevens tot onze Prinses, die
wij van kind tot jonge vrouw, van jon
ge vrouw tot gelukkige echtgenoote
van echtgenoote tot Moeder hebben
mogen zien opbloeien; tot den Vader
van het Kindje ook, die bij zijn komst
en bij zijn stormenderhande verove
ring van de harten aller Nederlanders,
reeds zoo gewaardeerd werd, die
thans, nauwelijks hersteld van een ern
stig ongeval hetwelk hem den ernst
des levens hard zal hebben doen ge
voelen, zich nu tot den staat van Va
der gebracht ziet: een verantwoorde
lijkheid, die zwaarder nog drukt dan
die van gelukkige jeugdige echtgenoot
en Prins der Nederlanden tezamen!
Maar, schoon in de tweede plaats
dan, er zijn bovendien nog overwegin
gen van meer verstandelijken aard,
waaraan mede onze verheugenis ont
spruit.
Overwegingen van Staatsbelang zijn
dit zelfs.
Hoe stil en droef en eenzaam was
het nu eenige jaren geleden om den
Oranjeboom geworden! Het eene blad
na het andere was afgevallen: na Em
ma, de zeer beminde Grootmoeder,
wier wijze lieve oude oogen zich slo
ten, ging ook de joviale Vader onzer
Prinses heenen Moeder en
Dochter bleven eenzaam achter: twee
vrouwen in hun stille paleizen
Toen kwam Prins Bernhard. Hij
bracht deze uitdrukking is de eenig
juiste meer leven in de brouwerij.
Prins van den bloede, maar democraat
in heel zijn optreden. Hij bracht, hoe
kort hij er nog maar deel van uit
maakt, ons Vorstenhuis ontegenzegge
lijk weer een stap nader tot het hart
van ons Volk.
-
Maar één wensch bleef nog ter ver
vulling over: nieuw, frisch, jong leven
aan den voet van den Oranjeboom
Voor ons gevoel, zeker, maar óók voor
's lands toekomst, bleef dit een vurige
wensch.
Wij Nederlanders zijn democraten
als de beste republikein. Maar we zijn
in hart en nieren „monarchistische re
publikeinen" of „republikeinsche mo
narchisten". Nederland en Oranje zijn
al eeuwen één en dat moet zoo blijven.
Nakomelingschap onzer regeerende
of tot regeeren eens te roepen Oranje
telg is daartoe nuchtere voorwaarde.
Juist om den band Nederland en
Oranje ook voor de toekomst te ver
zekeren, wenschten wij allen immers
ook zoo vurig, dat ons geliefd Prinse
lijk paar hun jonge echt met den zegen
der nakomelingschap beklonken mocht
zien.
Wij wilden dat zoo gaarne voor Ju
liana en Bernhard, wij wilden het zoo
gaarne voor onze Koningin, wij wisten,
dat het óók zoo wenschelijk was voor
onzen Staat.
Die wensch is dus nu in vervulling
gegaan.
Het Néderlandsche Volk is daarom
op dezen dag eendrachtig verheugd en
dankbaar.
Wijze: Daar is uit dorre aarde.
Daar is een kind geboren!
En heel cns volk knielt neer.
Heft de gevouwen handen
Buigt 't hooli, brengt dank den Heer,
0, kind, vol angst verbeid,
U wachtten millioenen,
Verlangend, toegewijd
En die millioenen sluiten
In 't' hart dat kindje kleen.
Uit alle harten rijzen
De innigste gebeên:
0, God! Bewaar ons Kind!
Geef dat op 't pad des levens
't Steeds trouw en liefde vindt!
H, S, C, H.
Lippe en Nassau, deze twee Duitsche
vorstenhuizen, waaruit Prinses Juliana
en Prins Bernhard zijn ontsproten, zijn'
beide ontstaan omstreeks 1100.
Van moederszijde.
Het Huis Nassau stamt af van een
vóór 1124 overleden graaf van Lauren
burg (aan de Lahn), wiens beide zonen
Ruprecht en Adolf de burcht Nassau
bouwden.
Stichter van de dynastie Nassau, de
eerste graaf van Nassau, was Walram I
(omstreeks 11461198), een zoon van
Ruprecht, I
Twee kleinzonen van Walram I re
geerden tot 1255 het graafschap Nassau.
In dat jaar verdeelden zij het graaf
schap: Ótto koos het gebied benoorden
de Lahn (Siegen, Herborn en Dillen
burg) en Walram kreeg de gebieden
ten Zuiden van dit riviertje (Idstein en
Weilburg). De Ottonische linie steeg in
den loop der eeuwen aanzienlijk in
macht door verwerving van nieuwe be
zittingen. In de veertiende eeuw ver
wierf zij het machtige graafschap van
Vianden (leen van den hertog van Lu
xemburg) en verschillende zeer aanzien
lijke Nederlandsche heerlijkheden, toen
Eng'elbert I, graaf van Nassau, Diez en
Vianden (13801442) Johanna van Po-
lanen, erfdochter van Breda huwde.
Toen Reinier van Nassau-Breda in 1544'
kinderloos stierf liet Hij al zijn bezittin
gen, waaronder het Prinsdom Oranje, bij
testament na aan den oudsten zoon van
zijn oom Willem den Oude, graaf van
Nassau. Deze oudste zoon was even
eens Willem geheeten en geboren in
1533 op den Dillenburg. Willems levens
taak werd; de zelfstandigheid der Ne
derlanden op de Spaansche monarchie te
bevechten.
De tak der Oranjes stierf in de manne
lijke linie uit met Willems achterklein
zoon in 1702, toen de koning-stadhou
der overleed. De titel „Prins van Oran-
je" ging in 1702 over op een afstamme
ling van Jan den Oude, die de tweede
Zoon van Willem den Oude was. Diens
zoon, Prins Willem IV, werd de eerste
stadhouder van de zeven Vereenigde
Nederlanden en diens kleinzoon de eer
ste Koning van Nederland, die in 1814
uit Engeland naar Nederland overstak
en door de aanvaarding van den konings
kroon het koningschap in Nederland in
stelde.
De Ottonische tak van het Huis Nas
sau stierf in 1890 in de mannelijke lijn
uit, toen Koning Willem III overleed.
Diens dochter, H.M. Koningin Wilhel
mina, is de laatste loot van den tak
Oranje-Nassau, Door het huwelijk van
de Koningin met Hertog' Hendrik van
Mecklenburg, uit welk huwelijk Prinses
Juliana in 1909 werd geboren, behoort
Prinses Juliana tot het Huis Oranje-Nas-
sau-Mecklenburg.
De vijf peetmoeders van de
Prinses.
Juliana, Louise, Emma, Marie, Wil
helmina zijn de namen van de Nederland
sche kroonprinses.
Haar eerste peetmoeder is Juliana van
Stolberg, de echtgenoote van Willem
den Oude, ook wel Willem de Rijke'
geheeten, omdat hij rijk aan kinderen
was. Prins Willem I, de strijder voor
Neerlands onafhankelijkheid en Jan de
Oude, beiden hierboven genoemd, waren
twee harer zonen.
De naam Louise dankt H.K.H. aan
Louise de Coligny, de dochter van den
vurig protestantschen admiraal Gaspard
de Coligny, die in den Bartholomeus-
nacht gedood werd. Louise de Coligny
was één van de gemalinnen van Prins
Willem I.
Emma en Marie waren de namen van
de beide grootmoeders van Prinses Ju
liana, onderscheidelijk van moeders- en
vaderszijde en Wilhelmina heet H.K.H.
naar haar moeder, de tegenwoordige
Koningin.
Van vaderszijde.
De eerste voorvader van het Huis
Lippe is Edelherr Bernhard I, die om
streeks 1123 geleefd heeft en behoorde
tot de kleine Westfaalsche ridderge
slachten, waaruit langzamerhand dy
nastiehuizen groeiden. Na de „Edelher-
ren zur Lippe" verschenen de graven
zur Lippe in de geschiedenis (1528
1652). De grafelijke tak Lippe-Biester-
feld dateert van 1762. Van 18971918
heeft deze tak regeerende functie gehad
en den troon van Lippe bezet
Friedrich (17061781) was de eerste
uit het Lippische geslacht, die den naam
Biesterfeld verwierf. De stamvader van
de tegenwoordig nog bestaande vorste-
li'ke linie Lippe-Biesterfeld bezat in het
vorstendom Lippe geen regeeringsmacht.
Die macht berustte bij het huis Lippe-
Detmold.
De regeeringsfunctie kreeg eerst
g'raaf Ernst zur Lippe Biesterfeld (1842-
1904) en wel in 1897, Hij overleed in
1904 en werd opgevolgd door zijn oud
sten zoon, Leopold, Graaf Ernst was niet
dan na hevigen tegenstand van den tak,
Schaumburg-Lippe op den troon geko
men. Het geschil tusschen beide huizen,
den zgn. Lippischen troonstrijd, werd
beslist door het Reichsgericht in 1905,
bij welke beslissing de nakomelingen
van graaf Ernst tot de opvolging in de
regeering van het vorstendom Lippe ge
rechtigd wérden verklaard. Door deze
beslissing' was de grafelijke tak Lippe-
Biesterfeld tot den vorstelijken rang ver
heven.
De broer van dezen Leopold was
Bernhard, die een jaar jonger was en in
Pruisischen militairen dienst zou tre
den. Deze Bernhard huwde in 1909 Arm
gard Kunigunde Alharda Agnes Oda von
Cramm. Uit hun huwelijk werden twee
zonen geboren. De eerste was graaf
Bernhard Leopold von Biesterfeld, ge
boren te Jena in 1911 en sinds 1916
Prins zur Lippe-Biesterfeld.
<t
Wilhelmus van Nassouwe,
Gij hebt den band zoo hecht
Van Liefde en van Vertrouwen
Om Vorst en Volk gelegd.
Bij vreugde en bij smarte,
In blijde en droeve stond,
Bleef Neerland's dankbaar harte
Met U in trouw verbond.
Uw schild ende betrouwen
Zijn Neerland's sterkte en hoop,
Daarop blijft Neerland bouwen
Hoe 't lots-getij verloop'.
Hem wil het obedieeren
In der gerechtigheid,
Met Hem, den Heer der Heeren,
Verbonden zijn, altijd.
Nu wapp'ren van den toren
Oranje en Driekleur saam.
Een Prinses is geboren,
Een draagster v,an Uw naam!
Nu luiden klokken blijde,
Nu schalt van allen kant
De vreugd bij 't stil verbeide
Geluk van Nederland.
Wilhelmus van Nassouwe,
U wijden w' onze vreugd.
Uw Huis, het oude, trouwe,
Bloeit op in nieuwe jeugd.
Voor immer blijven samen,
Vereend door hechten bandi,
De groote, trotsche namen:
Oranje en Nederland!
A. J. B. B
I
I
fr