y*BB*T KRONIEK van den DAG. ZEELAND. Het oog van Abu RECHTSZAKEN. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT ,(W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 28 JANUARI 1938. No. 23. MIDDELBURG. De Nationale feestdag. LEZING N.S.O. De slechthoorenden. 21 - WALCHEREN. Et!ID-SE¥ELAfiS» PERSKRONIEK. „EEN TEER PUNT". tegenl (Ingez. Med.) isaa Geneefsche zorgen Eergisteren is te Genève de honderd ste zitting van den Volkenbondsraad be gonnen. De heeren staatslieden hebben het maar het beste gevonden aan dat cijfer 100 nauwelijks aandacht te schen ken en geen jubileum-vertooning op touw te zetten. Ze hebben wel eens slechter dingen bedacht. Het mankeert den Volkenbond aan een gezonde con stitutie. Festiviteiten zouden in wan klank met zijn zorgelijk lijden zijn ge weest. Het komt er voor de politieke medicijnmeesters veeleer op aan, hoe ze den patiënt in het leven zullen houden. Eden, de Britsche minister van buiten- landsche zaken, heeft op zijn reis naar Genève een oogenblikje te Parijs ver toefd, waar hij met Chautemps en zijn Franschen collega Delbos een consult hield. Zij lieten na afloop hunner beraad slagingen weten, dat ze het „over alle besproken problemen volkomen eens waren". Eendracht is schoon. Maar in het onderhavige geval kan men zich de vraag stellen, of de Volkenbond in zijn huidigen vorm nog veel aan de Fransch Engelsche eendracht zal hebben. Er is een tijd geweest en hij ligt nog maar kort achter ons dat de politieke kwa len, waaraan het Geneefsche instituut ten gronde dreigt te gaan, vermoedelijk voorkomen hadden kunnen worden. Dat was, toen Mussolini zijn troepen Abes synië liet binnenrukken. Engeland en Frankrijk wisten op dat moment niet de vereischte eendracht te vinden. Laval, de Fransche minister-president, meende er goed aan te doen, doeltreffende sanc tie-maatregelen tegen Italië, door de En- gelschen voorgesteld, tegen te houden Zoo kwamen er slechts halve maatrege len tot stand en Mussolini won den strijd. Daarmee verspeelde de Volken bond vrijwel al zijn prestige. (En Laval moest naderhand ervaren, dat zijn poli tiek Frankrijk niet voor des Duce's gram schap had kunnen behoeden). Fransch-Engelsche eendracht kan den Volkenbond nu niet veel meer baten tenzij dan om zijn kwijnend bestaan te rekken. De politieke toestand is mo menteel van dien aard, dat zijn rol voor loopig goeddeels als uitgespeeld moet worden aangemerkt. Het eenige, wat er nog overblijft, is hem voor een volkomen ondergang te behoeden. Men zal dat pro- beeren, in de hoop, dat hem later nieuw leven kan worden ingeblazen; een leven dan, dat afgerekend heeft met de be denkelijke grondslagen van Versailles. De voornaamste taak van Eden en Delbos in dit verband lijkt, om te voor komen, dat in deze Raadszitting debat tén ontstaan, welke de verdeeldheid tus schen de leden zouden verscherpen. Het gevaar, dat hier dreigt, is geenszins denkbeeldig. Er zijn verscheidene Vol kenbondsleden, die nu maar dadelijk aan het opereeren zouden willen gaan. Niets komt Frankrijk en Engeland echter on gelegener, Immers elke doeltreffende re organisatie zou moeten neerkomen op een poging, zekere weggeloopen mo gendheden naar Genève terug te lokken. Anders gezegd, het Handvest zou zoo danig dienen te worden herzien, dat Duitschland en Italië zonder bezwaar weer lid konden worden. Maar dat zou veel meer overhoop halen, dan Parijs en Londen kunnen tolereeren. Men den- ke maar eens aan het Verdrag van Ver sailles. Engeland en Frankrijk willen deze zaak in eigen hand houden. Langs den weg van diplomatieke besprekingen buiten Genève om, wenschen zijzelf de basis voor een reorganisatie te leggen. Men kan anders Duitschland en Italië net zoo goed al wat ze begeeren, wel zonder meer in den schoot werpen, al dus hun volkomen juiste redeneering. De situatie is dus zoo, dat Parijs en Lon den de ziekte van het Geneefsche insti tuut als 't ware voor een langen tijd Op het oogenblik, dat wij dit schrij ven staat nog steeds niet vast wanneer de Nationale feestdag zal worden ge houden, maar daarom is er een goede gelegenheid er nog eens op te wijzen, dat het de bedoeling is, dat de fakkel optocht 's avonds zich als één lichtlijn door de straten beweegt. Dit wil dus zeggen, dat de vereenigingen, groepen of afzonderlijke personen, die geen fak kels bij zich hebben, achter aan zullen worden geplaatst. De vereeniging van leerling-scheeps- werktuigkundigen hield Woensdag j.l. een harer jaarlijksche lezingen in het ge bouw van de Ambachtsschool alhier. De eere-voorzitter, de heer C. Doets opende de lezing met de aanwezigen, en speciaal den spreker den heer Mat zinger hartelijk welkom te heeten. De heer Matzinger is geen onbekende, doch heeft onder groote waardeering, reeds eerder technische onderwerpen behan deld. Hierna ving de heer Matzinger aan met zijn onderwerp, nl. „Machines vroe ger en thans", waarbij hij speciaal met behulp van lichtbeelden de verschillen de hoogtepunten in de ontwikkeling der stoommachine behandelde. Van 1725 af toen de eerste toepassing dier machine plaats vond in de mijnen in Engeland, en wel om daaruit het water te pompen, nam spreker de aanwezigen mede naar de toepassing van de stoommachine in de moderne techniek. Hierbij beschreef hij den moeizamen en vaak teleurstel lenden arbeid der pioniers op dit gebied en de moeilijkheden van technischen aard, die langen tijd de volledige ont wikkeling tegenhielden. Duidelijk wer den in beeld gebracht de primitieve ma chines van vroeger, welke scherp con trasteeren bij de moderne, op lichtheid en kracht gebaseerde stoommachines Interessant was ook de beschouwing die spr. gaf over den Nederlandschen groo- ten technicus van 1820 en later, Rönt gen, die o.m. de zeer belangrijke com- poundmachine uitvond. Na trapsgewijze de ontplooiing der verschillende modellen te hebben be sproken besloot spreker met nog een kort woord over moderne gereedschap pen deze interessante en leerzame le- zing. De heer Doets bracht een hartelijk woord van dank aan den heer Matzin ger. De af deeling Middelburg van de Ver eeniging tot behartiging van de belan gen van de slechthoorenden, hield gis teravond in de Eendracht haar maande- lijksche bijeenkomst. Na een lipleesoefening, heette de waarnemende voorzitster, mevrouw Van Deinse, de niet talrijke aanwezigen wel kom en deelde mede, dat het in de be doeling ligt om op 24 Februari, den dag der volgende bijeenkomst, na de punten der jaarvergadering, afscheid te nemen duurzaam willen maken, opdat zij in dien tijd de noodzakelijke diplomatieke voorbereidingen voor een herziening van het Handvest treffen (daargelaten natuurlijk, of dit inderdaad mogelijk zal blijken, maar zoo niet, dan moet het in stituut van Genève er in elk geval aan gelooven). Waar het nu op aan komt, is of de ongeduldigen (landen als Zwit serland, Hongarije, en verscheidene Zuid- Amerikaansche staten) in toom gehou den kunnen worden. Het ongeduld van een deel hunner is zeer werkzaam. Door ALAN DARE. „O! Nu herinner ik het mij!" „Sst! Het is in orde. Wees als het u blieft niet bang!" Hij stond voor de moeilijkheid, wat nu verder te doen. Hij besloot, dat het eenige, wat er op zat, was, haar naar een politiebureau te rijden, maar dat stuitte hem tegen de borst. „Hoe voelt u zich nu?" vroeg hij. „Beter, dank u". ,,U moet droge kleeren hebben. Zal ik probeeren, een taxi te vinden, om u naar huis te brengen?" Zij keek hem droevig aan en schudde het hoofd, „Ik ik heb geen tehuis", zeide zij. „Niet? Wel, we moeten iets doen. Mijn jas ligt verderop op een bank. Wilt u beloven, hier te zullen blijven, ik ze ga halen en een taxi ook?" „Ja." „U belooft het op uw woord?" „Ja, Ja." i !ieP treden op en vond ïjna idadelijk een taxi. Hij verzocht den chauffeur, te wachten, zocht zijn jas en ging naar het meisje terugf dat nog op een der treden zat. Hij sloeg de jas om haar heen en leidde haar naar de taxi, en beval den chauffeur, hen naar Hamp- stead te brengen. Het meisje keek hem, aan. „Waar waar g'aan wij heen?" „Naar mijn flat", „Maar ik „U moet mij vertrouwen. Ik heb een heele goede, oude huishoudster, die u kleeren zal bezorgen, terwijl de uwe drogen". Zij keek hem weer aan met haar spre kende oogen en knikte toen zwijgend. Het was duidelijk merkbaar, dat zij nog leed van den schok en daarom zag hij, er van af, haar vragen te stellen,omtrent de oorzaak van haar gedrag. „Hebt u het koud. „Een beetje". „Wij zijn gauw thuis. Er is bijna geen verkeer meer op de straten". Zij had de handen om de knieën ge slagen en staarde uit het raampje, ter wijl de taxi over steenen en tramrails ratelde en schokte. Toen zij Hampsteaö naderden, begon zij, teekenen van on rust te geven. Maar zijn sympathiek glimlachje stelde haar gerust en zij zuchtte en legde zich bij den toestand neer. Toen zij het flat bereikten, keek de huishoudster hen verwonderd aan, maar zoo zij al eenige achterdocht koesterde, werd deze verdreven door den zorgvol- len toestand, waarin het meisje verkeer de, en door de uitdrukking in haar don kerbruine oogen, „Deze jonge dame heeft een ongeluk gehad, mrs. Morrison", zei Kennedy, van de voorzitster, mevrouw Troll, die Middelburg gaat verlaten. Dien avond hoopt men veel leden aan wezig te zien en zal na het afscheid voor afwisseling o.a. door enkele nummers vi ool en piano worden gezorgd. Thans bepaalde men zich tot sjoelbak ken enz. ARNEMUIDEN. Naast de reeds be staande Geref. Meisjesvereeniging is nog een kleine dito vereeniging opge richt voor meisjes van den leeftijd van 15 tot 17 jaar. De leiding berust bij mej G. Wenting onderwijzeres aan de schooi met den Bijbel te Nieuw- en St. Joos- land. ARNEMUIDEN. Tijdens het machi naal graandorschen bij den landbouwer J. had de arbeider V. Donderdag het ongeluk met zijn voet beklemd te ra ken tusschen de trommel der dorsch- machine, welke draaiende was. Geluk kig had hij de tegenwoordigheid van geest zijn voet uit den houten klomp te trekken, welke klomp geheel verbrij zeld werd terwijl de voet danig ver wond werd, zoodat geneeskundige hulp ingeroepen moest worden. VROUWENPOLDER. Voor deze ge meente is door den Commissaris der Ko ningin tot deskundig adviseur inzake te verleenen Vogelwet-vergunningen aan gewezen de heer L. Maas. HANSWEERT. Het motorschip Maria, geladen met stukgoed naar Rotterdam kreeg nabij Lillo machineschade. De goe derenboot Telegraaf 18 heeft het schip opgepikt en naar Rotterdam gesleept, Het motorschip Alvracht 7, leeg op weg naar Dordrecht, kreeg machinescha de. De sleepboot Paula heeft het schip opgepikt en naar Dordrecht gesleept. Het motorschip Freiburg, op weg met' een lading stukgoed van Antwerpen naar Basel, kreeg machineschade. De goede- renboot Rijn Schelde 4 heeft het schip opgepikt en naar Duitschland gesleept. De controleurs van het Centraal verkoopkantoor van mosselen hebben alhier in de sluis aangehouden het mos selvaartuig Cl. 10, dat mosselen vervoer de zonder voorzien te zijn van een ge leibiljet en vervoervergunning. De mare chaussee heeft tegen den schipper pro ces-verbaal opgemaakt, HET WERK AAN HET KANAAL VRIJWEL AFGELOOPEN. SCHORE. De werken betreffende de verbreeding van het kanaal door Zuid Beveland zijn thans zoo goed als be ëindigd. Met ingang van Donderdag zijn de meeste arbeiders ontslagen, terwijl nog slechts enkele grondwerkers bezig zijn met werkzaamheden van geringen omvang. WEMELDINGE. Woensdagavond gaf het fanfaregezelschap O.K.K. alhier zijn jaarlijksche uitvoering in hotel Korstan- je. De vijf muzieknummers die op het programma vermeld stonden, werden op werkelijk keurige wijze uitgevoerd. De directeur, de heer Kousemaker uit Goes, heeft werkelijk eer van zijn werk. Na de muzieknummers volgden een tweetal tooneelstukjes, getiteld: „Wie zal hem zijn?" in 2 bedrijven en „Een goed ge slaagde vrouwenlist" in een bedrijf. Het telkens opklinkend applaus toonde wel aan, dat het gebodene in den smaak viel, terwijl er aan de opvoering niets te wen schen overbleef. Tot slot was er bal, WOLPHAARTSDIJK. Een groep in woners heeft het initiatief genomen om op hun kosten op den avond van den dag en den daaraan volgenden avond van de blijde gebeurtenis de Hervormde kerk met schijnwerpers te belichten. „Wilt u haar iets opwekkends geven, terwijl haar kleeren drogen?" „Natuurlijk lief kind je rilt! Wat is er gebeurd?" „Zij is bij ongeluk in het water ge vallen", zei Kennedy snel, „Kom, ver spil maar geen tijd. Ik ga me verkleeden en zal in de zitkamer wachten". Hij stak zich onmiddellijk in droge kleeren en ging een pijp zitten rooken, terwijl zijn gast zich toonbaar maakte. Hoe avontuurlijk zijn leven ook geweest was, het was voor het eerst, dat iets dergelijks hem overkomen was. Hij twij felde er niet aan, dat het meisje zich van het leven had willen berooven en zon der zijn tusschenkomst daarin geslaagd zou zijn. Die gedachte bezorgde hem een rilling. Welke vreeselijke omstandig heden haar tot zulk een wanhoopsdaad gedreven? Als zij oud was geweest en in lompen gehuld, zou het niet zoo'n schok voor hem zijn geweest, want in iedere groote stad zijn verslagen, half verhongerde, gedesillusionneerde zieken, wien het le ven reeds langs niets meer biedt. Doch dit meisje was mooi en goed gekleed, Bovendien zag zij er niet uit, of zij ge brek leed. Toch had zij verzekerd, dat zij geen tehuis had. Het was een vreemd einde van een pleizierigen avond. De kwinkslagen en grappen van die bespottelijke klucht waren nu geheel vergeten. Het leven was eigenlijk eeh tooneel op zichzelf en In verband met klaarblijkelijke be voorrechting van roomsche juris ten bij benoemingen schrijft de Nieuwe Rotterdamsche Courant (lib.) o.a.: „Wat toch is het geval? Reeds vele jaren wordt bij vervulling van vacante zetels onderscheid gemaakt tusschen „katholieke" en „niet-katholie- ke" plaatsen. Een zetel in een rechts college, ingenomen door een r.-k., is een „katholieke plaats" in dien zin, dat bij vacature daarin wordt voorzien door benoeming van een anderen roomsch- katholiek, zelfs al zoude zich onder de sollicitanten een niet-roomsch-katholiek bevinden, wiens benoeming meer in het belang ware van een goede rechtspraak. Er zullen trouwens in den tegenwoordi- gen tijd in een dergelijk geval weinig niet-roomsch-kaitholieke sollicitanten zijn, aangezien dit systeem in den loop der tijden zoo is ingeworteld, dat de meesten afwijking daarvan wel ais uit gesloten zullen beschouwen en zelfs de rechterlijke colleges daarbij met het op maken van hun aanbevelingen rekening plegen te houden. Zoo heeft zich bij den Hoogen Raad eenige jaren geleden in een tijdvak van enkele maanden tot tweemaal toe het geval voorgedaan, dat een roomsch-ka- tholiek, die nog nimmer op de aanbeve ling van dat college had geprijkt, plotse ling met voorbijgaan van alle vroeger voorgedragenen als no, 1 op de aanbe veling werd geplaatst. En dat niet, om dat zijne capaciteiten (waaraan wij ove rigens niet willen afdoen) van onschat bare waarde waren voor ons hoogste rechtscollege (in dat geval immers wa re hij al vroeger op de lijst geplaatst), doch uitsluitend, omdat de vacature, waarin moest worden voorzien, een „katholieke vacature" was. Zoo heeft een paar jaren geleden het gerechtshof te 's Gravenhage in een der gelijk geval een aanbeveling opgemaakt, waarbij met voorbijgang van vroeger voorgedragenen twee roomsch-katholie- ken op de lijst waren geplaatst van die toch zeker één in normale omstandighe den nog lang niet eenig recht op een dergelijke promotie kon doen gelden. Zoo heeft onlangs het Hof te Amster dam in een dergelijk geval een „katho lieke aanbeveling" opgemaakt, met het gevolg, dat tot raadsheer is benoemd een R.-K. rechter, die nog slechts zes jaren dit ambt bekleed had en die op deze wijze ettelijke zijner collega's, reeds vroeger voorgedragen, passeerde. En er zijn ons in den loop der jaren meer voorbeelden van dien aard genoemd. \Vi-' willen geenszins beweren, dat de in al die gevallen benoemden niet ut capaciteiten hebben, noodig voor eei, goede vervulling van hun ambt, doch slechts constateeren, dat de een ge tac tor, die bij voordracht en benoeming heeft gegolden, hunne politieke ei godsdienstige overtuiging was. Het behoeft geen betoog, dat dit sy steem funest is, cn zulks te meer, daar het alleen wordt toegepast ten behoe ve van Roomsch-Kalhol'eken. De rest.: .Joden. Gereformeerden, liberalen, kleurloozen enz., wordt als één groep beschouwt: de niet-Katholieken. Maar het kan nog erger worden. Den laatsten tijd hebben zich ver schijnselen voorgedaan waaruit blijkt, dat men bezig is, het aantal Roomsch- Katholieke plaatsen uit te breiden, zulks n overeenstemming met een uit lating van een hoogen R.K. functiona ris: „Wij zullen niet rusten, voor wij ook in de rechterlijke macht 33 pet. van de plaatsen hebben bezet." Bij enkele colleges nl. is het voorge komen, dat bij een ,niet-Katholieke" vacature plotseling, als door onzicht bare hand gedreven, versch'llende Roomsch-Katholieke juristen kwamen opdagen, ja zelfs, dat een van hen dan het drama op de rivier was veel indruk wekkender dan iets, wat het theater kon bieden. Een zacht kloppen op de deur deed hem opspringen, „Binnen!" Het was het meisje. Zij was in een ouderwet'sch japon gehuld, die haar veel te wijd was, en haar nat haar was weer opgemaakt en glansde als rood koper. „Uw huishoudster vertelde mij.,..' „Ga zitten. U ziet er moe uit". Zij nam plaats op den armstoel, dien hij haar bood en keek met blijkbare vol doening de gezellige, kleine kamer rond. Toen scheen zij er aan te denken, dat zij een verklaring schuldig was. „Hoe hoe kan ik u danken?" zei ze. „Dat hoeft niet. Viel u van de brug?" Zij rilde even en schudde langzaam het hoofd. „Waarom zou ik tegen u liegen?" mompelde zij. „U bent zoo moedig ge weest. Ik sprong er af. Ik wilde ik wilde een eind maken aan alles". „Dat was een vreeselijk besluit!" „Er bleef mij niets anders over. Zelfs nu nog zou ik zou ik „Neen", viel hij haar op scherpen toon in de rede. „Zóó mag u niet praten. Hoe groot de moeilijkheid ook is, er is altijd een uitweg te vinden als men er te gen vecht". „U begrijpt het niet". „Ik begrijp, dat het leven te kostbaar is, om er in een oogenblik van moede loosheid van wanhoop afstand van te o en ff. 9 en regen I» houdt '"Oudheid buiten de aanbeveling om werd be noemd. Nu is er natuurlijk geen enkele re den, waarom een Roomsch-Katholiek jurist niet :n de rechTèrlijke macht zou de mogen worden benoemd. Dat zij daarin thans nog, ten minste boven den Moerdijk, in betrekkelijk geringe mate zijn vertegenwoordigd, ligt dan ook niet, zooals van die zijde wel wordt beweerd, aan een vermeend antipapis me van vroegere liberale regeeringen. Deze liberale regeeringen kennen we hier te lande trouwens sedert verschei dene jaren niet meer en zij werden bo vendien reeds vóór de laatste liberale regeering door andere regeer'ngen: Heemskerk Jr., Kuyper, Mackay, afge wisseld. Neen, het geringe aantal R.K. rechters is uitsluitend toe te schrijven aan het feit, dat vroeger de Roomsch- Katholieke kringen zoo wein g weten schappelijk ontwikkelde juristen ople verden. Zooals bekend is, wordt tegen woordig aan verbetering van dien toe stand hard gewerkt en er is dan ook geen enkel hezwaar, goede Roomsch- Kathol'eke juristen in de rechterlijke macht op te nemen. Oók in „niet-Ka- tholieke" vacatures! Mits dit geschiedt op gelijken voet met anderen en zij niet plotseling,, met voorbijgang van vele anderen, in betrekkingen worden geplaatst, waarop voor hen, 'ndien ze niet Roomsch-Katholiek _waren, voor alsnog geen uitzicht zoude bestaan, Bedenkelijk is en hierdoor is ons gehééle volk niet gebaat dat door dere bevoorrechting een zekere anti- Roomsche stemm'ng, die toch al de laatste jaren door de sectarische af scheiding onzer Roomsch-Katholieke landgenooten wordt gevoed, zelfs in de kringen der rechterlijke macht doordringt," Kantongerecht Middelburg. De kantonrechter te Middelburg heeft veroordeeld wegens: overtreding van het „Motor- en Rij wielreglement" en/of de „Motor- en Rij- wielwet", Reglement Auto vervoer per sonen, e.d.: P. S. en F. de J., Ovezan- de; A. H, H. R„ Goes, vrijspraak; J. S., 's-Heer Arendskerke; J. P. K.; J. W. H.; Ph. V. T., Vlissingen; P. B.,~ O. en West Souburg; A. B., Koudekerke; J. F„ Kapelle; A. C„ R'tthem; L. IC., Biggekerke; N. M., Serooskerke, ieder f 1 b s 1 dh,; H. S. A., Goes; A. S,, Oudelande; M. H., Wemeldinge; C. G„ Middelburg; ieder f 2 b s 2 dh.; G, J. de J., Driewegen; B. A. V., Breskens; J. L., Baarland; ieder f 3 b s 3 dh.; M. de N., Vrouwenpolder f 4 b s 4 dh.; C. P. v. d. E.. Goes f 5 b s 5 dh.; D. J., Goes f 6 b s 2 dh.; J. B., Kruitiiï^ gen f 7,50 b s 5 dh,; te Vliss'ngen venten zonder vergun^ ning: A. S., Middelburg f 2 b s 2 dh.; openbare dronkenschap: L, K., Ove- z,ande f 15 b s 15 dh,; te Goes waren vervoeren, die niet voldoen aan de eischen, gesteld krach tens de Warenwet: A. T., Kloetinge, één maand hechtenis voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. doen. Wat bracht u daartoe?" Zij liet het hoofd hangen, hief het na eenige oogenblikken weer op en keek hem recht in de oogen, „Ik ben vanmorgen uit de gevangenis gekomen. Weet u, wat de gevangenis be- teekent? Kunt u zich voorstellen, wat het beteekent, twaalf eentonige maan den achter een hoogen, steenen muur te moeten leven? Voor een man is het al erg genoeg, maar voor een vrouw be teekent het het eind van alles. Den ge- heelen dag' heeft men mij gevolgd, ben ile geschaduwd door een man een de- tectieve, die wilde zien, wat ik zpu doen, Hij kwam zelfs in de tearoom, waar ik zat", „Wat een bruut!" „Och neen, hij deed, wat hij zijn plicht achtte. Hij dacht, dat ik terug zou gaan naar de de anderen „Anderen?" „Menschen, die ik lïem moest aanwij zen. Toen het donker werd, ontkwam ik' hem en met den nacht kwam er zoo'n zoo'n vreeselijke wanhoop. Wie zou zoo iemand als ik werk geven? Ik ging niet naar de brug, om om ik was van plan er over te loopen. Maar het water lokte mij. Het bood mij vergetel heid „Waarom werd u in de gevangenis ge zet?" „Diefstal", (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5