y*BB*T
KRONIEK van den DAG.
ZEELAND.
Het oog van Abu
RECHTSZAKEN.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT ,(W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 28 JANUARI 1938. No. 23.
MIDDELBURG.
De Nationale feestdag.
LEZING N.S.O.
De slechthoorenden.
21 -
WALCHEREN.
Et!ID-SE¥ELAfiS»
PERSKRONIEK.
„EEN TEER PUNT".
tegenl
(Ingez. Med.)
isaa
Geneefsche zorgen
Eergisteren is te Genève de honderd
ste zitting van den Volkenbondsraad be
gonnen. De heeren staatslieden hebben
het maar het beste gevonden aan dat
cijfer 100 nauwelijks aandacht te schen
ken en geen jubileum-vertooning op
touw te zetten. Ze hebben wel eens
slechter dingen bedacht. Het mankeert
den Volkenbond aan een gezonde con
stitutie. Festiviteiten zouden in wan
klank met zijn zorgelijk lijden zijn ge
weest. Het komt er voor de politieke
medicijnmeesters veeleer op aan, hoe ze
den patiënt in het leven zullen houden.
Eden, de Britsche minister van buiten-
landsche zaken, heeft op zijn reis naar
Genève een oogenblikje te Parijs ver
toefd, waar hij met Chautemps en zijn
Franschen collega Delbos een consult
hield. Zij lieten na afloop hunner beraad
slagingen weten, dat ze het „over alle
besproken problemen volkomen eens
waren". Eendracht is schoon. Maar in
het onderhavige geval kan men zich de
vraag stellen, of de Volkenbond in zijn
huidigen vorm nog veel aan de Fransch
Engelsche eendracht zal hebben. Er is
een tijd geweest en hij ligt nog maar
kort achter ons dat de politieke kwa
len, waaraan het Geneefsche instituut
ten gronde dreigt te gaan, vermoedelijk
voorkomen hadden kunnen worden. Dat
was, toen Mussolini zijn troepen Abes
synië liet binnenrukken. Engeland en
Frankrijk wisten op dat moment niet de
vereischte eendracht te vinden. Laval,
de Fransche minister-president, meende
er goed aan te doen, doeltreffende sanc
tie-maatregelen tegen Italië, door de En-
gelschen voorgesteld, tegen te houden
Zoo kwamen er slechts halve maatrege
len tot stand en Mussolini won den
strijd. Daarmee verspeelde de Volken
bond vrijwel al zijn prestige. (En Laval
moest naderhand ervaren, dat zijn poli
tiek Frankrijk niet voor des Duce's gram
schap had kunnen behoeden).
Fransch-Engelsche eendracht kan den
Volkenbond nu niet veel meer baten
tenzij dan om zijn kwijnend bestaan te
rekken. De politieke toestand is mo
menteel van dien aard, dat zijn rol voor
loopig goeddeels als uitgespeeld moet
worden aangemerkt. Het eenige, wat er
nog overblijft, is hem voor een volkomen
ondergang te behoeden. Men zal dat pro-
beeren, in de hoop, dat hem later nieuw
leven kan worden ingeblazen; een leven
dan, dat afgerekend heeft met de be
denkelijke grondslagen van Versailles.
De voornaamste taak van Eden en
Delbos in dit verband lijkt, om te voor
komen, dat in deze Raadszitting debat
tén ontstaan, welke de verdeeldheid tus
schen de leden zouden verscherpen. Het
gevaar, dat hier dreigt, is geenszins
denkbeeldig. Er zijn verscheidene Vol
kenbondsleden, die nu maar dadelijk aan
het opereeren zouden willen gaan. Niets
komt Frankrijk en Engeland echter on
gelegener, Immers elke doeltreffende re
organisatie zou moeten neerkomen op
een poging, zekere weggeloopen mo
gendheden naar Genève terug te lokken.
Anders gezegd, het Handvest zou zoo
danig dienen te worden herzien, dat
Duitschland en Italië zonder bezwaar
weer lid konden worden. Maar dat zou
veel meer overhoop halen, dan Parijs
en Londen kunnen tolereeren. Men den-
ke maar eens aan het Verdrag van Ver
sailles. Engeland en Frankrijk willen
deze zaak in eigen hand houden. Langs
den weg van diplomatieke besprekingen
buiten Genève om, wenschen zijzelf de
basis voor een reorganisatie te leggen.
Men kan anders Duitschland en Italië
net zoo goed al wat ze begeeren, wel
zonder meer in den schoot werpen, al
dus hun volkomen juiste redeneering.
De situatie is dus zoo, dat Parijs en Lon
den de ziekte van het Geneefsche insti
tuut als 't ware voor een langen tijd
Op het oogenblik, dat wij dit schrij
ven staat nog steeds niet vast wanneer
de Nationale feestdag zal worden ge
houden, maar daarom is er een goede
gelegenheid er nog eens op te wijzen,
dat het de bedoeling is, dat de fakkel
optocht 's avonds zich als één lichtlijn
door de straten beweegt. Dit wil dus
zeggen, dat de vereenigingen, groepen
of afzonderlijke personen, die geen fak
kels bij zich hebben, achter aan zullen
worden geplaatst.
De vereeniging van leerling-scheeps-
werktuigkundigen hield Woensdag j.l.
een harer jaarlijksche lezingen in het ge
bouw van de Ambachtsschool alhier.
De eere-voorzitter, de heer C. Doets
opende de lezing met de aanwezigen,
en speciaal den spreker den heer Mat
zinger hartelijk welkom te heeten. De
heer Matzinger is geen onbekende, doch
heeft onder groote waardeering, reeds
eerder technische onderwerpen behan
deld.
Hierna ving de heer Matzinger aan
met zijn onderwerp, nl. „Machines vroe
ger en thans", waarbij hij speciaal met
behulp van lichtbeelden de verschillen
de hoogtepunten in de ontwikkeling der
stoommachine behandelde. Van 1725 af
toen de eerste toepassing dier machine
plaats vond in de mijnen in Engeland, en
wel om daaruit het water te pompen,
nam spreker de aanwezigen mede naar
de toepassing van de stoommachine in
de moderne techniek. Hierbij beschreef
hij den moeizamen en vaak teleurstel
lenden arbeid der pioniers op dit gebied
en de moeilijkheden van technischen
aard, die langen tijd de volledige ont
wikkeling tegenhielden. Duidelijk wer
den in beeld gebracht de primitieve ma
chines van vroeger, welke scherp con
trasteeren bij de moderne, op lichtheid
en kracht gebaseerde stoommachines
Interessant was ook de beschouwing die
spr. gaf over den Nederlandschen groo-
ten technicus van 1820 en later, Rönt
gen, die o.m. de zeer belangrijke com-
poundmachine uitvond.
Na trapsgewijze de ontplooiing der
verschillende modellen te hebben be
sproken besloot spreker met nog een
kort woord over moderne gereedschap
pen deze interessante en leerzame le-
zing.
De heer Doets bracht een hartelijk
woord van dank aan den heer Matzin
ger.
De af deeling Middelburg van de Ver
eeniging tot behartiging van de belan
gen van de slechthoorenden, hield gis
teravond in de Eendracht haar maande-
lijksche bijeenkomst.
Na een lipleesoefening, heette de
waarnemende voorzitster, mevrouw Van
Deinse, de niet talrijke aanwezigen wel
kom en deelde mede, dat het in de be
doeling ligt om op 24 Februari, den dag
der volgende bijeenkomst, na de punten
der jaarvergadering, afscheid te nemen
duurzaam willen maken, opdat zij in
dien tijd de noodzakelijke diplomatieke
voorbereidingen voor een herziening
van het Handvest treffen (daargelaten
natuurlijk, of dit inderdaad mogelijk zal
blijken, maar zoo niet, dan moet het in
stituut van Genève er in elk geval aan
gelooven). Waar het nu op aan komt,
is of de ongeduldigen (landen als Zwit
serland, Hongarije, en verscheidene Zuid-
Amerikaansche staten) in toom gehou
den kunnen worden. Het ongeduld van
een deel hunner is zeer werkzaam.
Door ALAN DARE.
„O! Nu herinner ik het mij!"
„Sst! Het is in orde. Wees als het u
blieft niet bang!"
Hij stond voor de moeilijkheid, wat nu
verder te doen. Hij besloot, dat het
eenige, wat er op zat, was, haar naar een
politiebureau te rijden, maar dat stuitte
hem tegen de borst.
„Hoe voelt u zich nu?" vroeg hij.
„Beter, dank u".
,,U moet droge kleeren hebben. Zal
ik probeeren, een taxi te vinden, om u
naar huis te brengen?"
Zij keek hem droevig aan en schudde
het hoofd,
„Ik ik heb geen tehuis", zeide zij.
„Niet? Wel, we moeten iets doen.
Mijn jas ligt verderop op een bank.
Wilt u beloven, hier te zullen blijven,
ik ze ga halen en een taxi ook?"
„Ja."
„U belooft het op uw woord?"
„Ja, Ja."
i !ieP treden op en vond
ïjna idadelijk een taxi. Hij verzocht den
chauffeur, te wachten, zocht zijn jas en
ging naar het meisje terugf dat nog op
een der treden zat. Hij sloeg de jas om
haar heen en leidde haar naar de taxi,
en beval den chauffeur, hen naar Hamp-
stead te brengen. Het meisje keek hem,
aan.
„Waar waar g'aan wij heen?"
„Naar mijn flat",
„Maar ik
„U moet mij vertrouwen. Ik heb een
heele goede, oude huishoudster, die u
kleeren zal bezorgen, terwijl de uwe
drogen".
Zij keek hem weer aan met haar spre
kende oogen en knikte toen zwijgend.
Het was duidelijk merkbaar, dat zij nog
leed van den schok en daarom zag hij, er
van af, haar vragen te stellen,omtrent
de oorzaak van haar gedrag.
„Hebt u het koud.
„Een beetje".
„Wij zijn gauw thuis. Er is bijna geen
verkeer meer op de straten".
Zij had de handen om de knieën ge
slagen en staarde uit het raampje, ter
wijl de taxi over steenen en tramrails
ratelde en schokte. Toen zij Hampsteaö
naderden, begon zij, teekenen van on
rust te geven. Maar zijn sympathiek
glimlachje stelde haar gerust en zij
zuchtte en legde zich bij den toestand
neer.
Toen zij het flat bereikten, keek de
huishoudster hen verwonderd aan, maar
zoo zij al eenige achterdocht koesterde,
werd deze verdreven door den zorgvol-
len toestand, waarin het meisje verkeer
de, en door de uitdrukking in haar don
kerbruine oogen,
„Deze jonge dame heeft een ongeluk
gehad, mrs. Morrison", zei Kennedy,
van de voorzitster, mevrouw Troll, die
Middelburg gaat verlaten.
Dien avond hoopt men veel leden aan
wezig te zien en zal na het afscheid voor
afwisseling o.a. door enkele nummers vi
ool en piano worden gezorgd.
Thans bepaalde men zich tot sjoelbak
ken enz.
ARNEMUIDEN. Naast de reeds be
staande Geref. Meisjesvereeniging is
nog een kleine dito vereeniging opge
richt voor meisjes van den leeftijd van
15 tot 17 jaar. De leiding berust bij mej
G. Wenting onderwijzeres aan de schooi
met den Bijbel te Nieuw- en St. Joos-
land.
ARNEMUIDEN. Tijdens het machi
naal graandorschen bij den landbouwer
J. had de arbeider V. Donderdag het
ongeluk met zijn voet beklemd te ra
ken tusschen de trommel der dorsch-
machine, welke draaiende was. Geluk
kig had hij de tegenwoordigheid van
geest zijn voet uit den houten klomp te
trekken, welke klomp geheel verbrij
zeld werd terwijl de voet danig ver
wond werd, zoodat geneeskundige hulp
ingeroepen moest worden.
VROUWENPOLDER. Voor deze ge
meente is door den Commissaris der Ko
ningin tot deskundig adviseur inzake te
verleenen Vogelwet-vergunningen aan
gewezen de heer L. Maas.
HANSWEERT. Het motorschip Maria,
geladen met stukgoed naar Rotterdam
kreeg nabij Lillo machineschade. De goe
derenboot Telegraaf 18 heeft het schip
opgepikt en naar Rotterdam gesleept,
Het motorschip Alvracht 7, leeg op
weg naar Dordrecht, kreeg machinescha
de. De sleepboot Paula heeft het schip
opgepikt en naar Dordrecht gesleept.
Het motorschip Freiburg, op weg met'
een lading stukgoed van Antwerpen naar
Basel, kreeg machineschade. De goede-
renboot Rijn Schelde 4 heeft het schip
opgepikt en naar Duitschland gesleept.
De controleurs van het Centraal
verkoopkantoor van mosselen hebben
alhier in de sluis aangehouden het mos
selvaartuig Cl. 10, dat mosselen vervoer
de zonder voorzien te zijn van een ge
leibiljet en vervoervergunning. De mare
chaussee heeft tegen den schipper pro
ces-verbaal opgemaakt,
HET WERK AAN HET KANAAL
VRIJWEL AFGELOOPEN.
SCHORE. De werken betreffende de
verbreeding van het kanaal door Zuid
Beveland zijn thans zoo goed als be
ëindigd. Met ingang van Donderdag zijn
de meeste arbeiders ontslagen, terwijl
nog slechts enkele grondwerkers bezig
zijn met werkzaamheden van geringen
omvang.
WEMELDINGE. Woensdagavond gaf
het fanfaregezelschap O.K.K. alhier zijn
jaarlijksche uitvoering in hotel Korstan-
je. De vijf muzieknummers die op het
programma vermeld stonden, werden op
werkelijk keurige wijze uitgevoerd. De
directeur, de heer Kousemaker uit Goes,
heeft werkelijk eer van zijn werk. Na
de muzieknummers volgden een tweetal
tooneelstukjes, getiteld: „Wie zal hem
zijn?" in 2 bedrijven en „Een goed ge
slaagde vrouwenlist" in een bedrijf. Het
telkens opklinkend applaus toonde wel
aan, dat het gebodene in den smaak viel,
terwijl er aan de opvoering niets te wen
schen overbleef. Tot slot was er bal,
WOLPHAARTSDIJK. Een groep in
woners heeft het initiatief genomen om
op hun kosten op den avond van den dag
en den daaraan volgenden avond van de
blijde gebeurtenis de Hervormde kerk
met schijnwerpers te belichten.
„Wilt u haar iets opwekkends geven,
terwijl haar kleeren drogen?"
„Natuurlijk lief kind je rilt! Wat is
er gebeurd?"
„Zij is bij ongeluk in het water ge
vallen", zei Kennedy snel, „Kom, ver
spil maar geen tijd. Ik ga me verkleeden
en zal in de zitkamer wachten".
Hij stak zich onmiddellijk in droge
kleeren en ging een pijp zitten rooken,
terwijl zijn gast zich toonbaar maakte.
Hoe avontuurlijk zijn leven ook geweest
was, het was voor het eerst, dat iets
dergelijks hem overkomen was. Hij twij
felde er niet aan, dat het meisje zich van
het leven had willen berooven en zon
der zijn tusschenkomst daarin geslaagd
zou zijn. Die gedachte bezorgde hem een
rilling. Welke vreeselijke omstandig
heden haar tot zulk een wanhoopsdaad
gedreven?
Als zij oud was geweest en in lompen
gehuld, zou het niet zoo'n schok voor
hem zijn geweest, want in iedere groote
stad zijn verslagen, half verhongerde,
gedesillusionneerde zieken, wien het le
ven reeds langs niets meer biedt. Doch
dit meisje was mooi en goed gekleed,
Bovendien zag zij er niet uit, of zij ge
brek leed. Toch had zij verzekerd, dat
zij geen tehuis had.
Het was een vreemd einde van een
pleizierigen avond. De kwinkslagen en
grappen van die bespottelijke klucht
waren nu geheel vergeten. Het leven
was eigenlijk eeh tooneel op zichzelf en
In verband met klaarblijkelijke be
voorrechting van roomsche juris
ten bij benoemingen schrijft de Nieuwe
Rotterdamsche Courant (lib.) o.a.:
„Wat toch is het geval?
Reeds vele jaren wordt bij vervulling
van vacante zetels onderscheid gemaakt
tusschen „katholieke" en „niet-katholie-
ke" plaatsen. Een zetel in een rechts
college, ingenomen door een r.-k., is een
„katholieke plaats" in dien zin, dat bij
vacature daarin wordt voorzien door
benoeming van een anderen roomsch-
katholiek, zelfs al zoude zich onder de
sollicitanten een niet-roomsch-katholiek
bevinden, wiens benoeming meer in het
belang ware van een goede rechtspraak.
Er zullen trouwens in den tegenwoordi-
gen tijd in een dergelijk geval weinig
niet-roomsch-kaitholieke sollicitanten
zijn, aangezien dit systeem in den loop
der tijden zoo is ingeworteld, dat de
meesten afwijking daarvan wel ais uit
gesloten zullen beschouwen en zelfs de
rechterlijke colleges daarbij met het op
maken van hun aanbevelingen rekening
plegen te houden.
Zoo heeft zich bij den Hoogen Raad
eenige jaren geleden in een tijdvak van
enkele maanden tot tweemaal toe het
geval voorgedaan, dat een roomsch-ka-
tholiek, die nog nimmer op de aanbeve
ling van dat college had geprijkt, plotse
ling met voorbijgaan van alle vroeger
voorgedragenen als no, 1 op de aanbe
veling werd geplaatst. En dat niet, om
dat zijne capaciteiten (waaraan wij ove
rigens niet willen afdoen) van onschat
bare waarde waren voor ons hoogste
rechtscollege (in dat geval immers wa
re hij al vroeger op de lijst geplaatst),
doch uitsluitend, omdat de vacature,
waarin moest worden voorzien, een
„katholieke vacature" was.
Zoo heeft een paar jaren geleden het
gerechtshof te 's Gravenhage in een der
gelijk geval een aanbeveling opgemaakt,
waarbij met voorbijgang van vroeger
voorgedragenen twee roomsch-katholie-
ken op de lijst waren geplaatst van die
toch zeker één in normale omstandighe
den nog lang niet eenig recht op een
dergelijke promotie kon doen gelden.
Zoo heeft onlangs het Hof te Amster
dam in een dergelijk geval een „katho
lieke aanbeveling" opgemaakt, met het
gevolg, dat tot raadsheer is benoemd
een R.-K. rechter, die nog slechts zes
jaren dit ambt bekleed had en die op
deze wijze ettelijke zijner collega's,
reeds vroeger voorgedragen, passeerde.
En er zijn ons in den loop der jaren meer
voorbeelden van dien aard genoemd.
\Vi-' willen geenszins beweren, dat de
in al die gevallen benoemden niet ut
capaciteiten hebben, noodig voor eei,
goede vervulling van hun ambt, doch
slechts constateeren, dat de een ge tac
tor, die bij voordracht en benoeming
heeft gegolden, hunne politieke ei
godsdienstige overtuiging was.
Het behoeft geen betoog, dat dit sy
steem funest is, cn zulks te meer, daar
het alleen wordt toegepast ten behoe
ve van Roomsch-Kalhol'eken. De rest.:
.Joden. Gereformeerden, liberalen,
kleurloozen enz., wordt als één groep
beschouwt: de niet-Katholieken.
Maar het kan nog erger worden.
Den laatsten tijd hebben zich ver
schijnselen voorgedaan waaruit blijkt,
dat men bezig is, het aantal Roomsch-
Katholieke plaatsen uit te breiden,
zulks n overeenstemming met een uit
lating van een hoogen R.K. functiona
ris: „Wij zullen niet rusten, voor wij
ook in de rechterlijke macht 33 pet.
van de plaatsen hebben bezet."
Bij enkele colleges nl. is het voorge
komen, dat bij een ,niet-Katholieke"
vacature plotseling, als door onzicht
bare hand gedreven, versch'llende
Roomsch-Katholieke juristen kwamen
opdagen, ja zelfs, dat een van hen dan
het drama op de rivier was veel indruk
wekkender dan iets, wat het theater
kon bieden. Een zacht kloppen op de
deur deed hem opspringen,
„Binnen!"
Het was het meisje. Zij was in een
ouderwet'sch japon gehuld, die haar veel
te wijd was, en haar nat haar was weer
opgemaakt en glansde als rood koper.
„Uw huishoudster vertelde mij.,..'
„Ga zitten. U ziet er moe uit".
Zij nam plaats op den armstoel, dien
hij haar bood en keek met blijkbare vol
doening de gezellige, kleine kamer rond.
Toen scheen zij er aan te denken, dat
zij een verklaring schuldig was.
„Hoe hoe kan ik u danken?" zei ze.
„Dat hoeft niet. Viel u van de brug?"
Zij rilde even en schudde langzaam het
hoofd.
„Waarom zou ik tegen u liegen?"
mompelde zij. „U bent zoo moedig ge
weest. Ik sprong er af. Ik wilde ik
wilde een eind maken aan alles".
„Dat was een vreeselijk besluit!"
„Er bleef mij niets anders over. Zelfs
nu nog zou ik zou ik
„Neen", viel hij haar op scherpen toon
in de rede. „Zóó mag u niet praten. Hoe
groot de moeilijkheid ook is, er is altijd
een uitweg te vinden als men er te
gen vecht".
„U begrijpt het niet".
„Ik begrijp, dat het leven te kostbaar
is, om er in een oogenblik van moede
loosheid van wanhoop afstand van te
o en ff.
9 en regen
I» houdt
'"Oudheid
buiten de aanbeveling om werd be
noemd.
Nu is er natuurlijk geen enkele re
den, waarom een Roomsch-Katholiek
jurist niet :n de rechTèrlijke macht zou
de mogen worden benoemd. Dat zij
daarin thans nog, ten minste boven
den Moerdijk, in betrekkelijk geringe
mate zijn vertegenwoordigd, ligt dan
ook niet, zooals van die zijde wel wordt
beweerd, aan een vermeend antipapis
me van vroegere liberale regeeringen.
Deze liberale regeeringen kennen we
hier te lande trouwens sedert verschei
dene jaren niet meer en zij werden bo
vendien reeds vóór de laatste liberale
regeering door andere regeer'ngen:
Heemskerk Jr., Kuyper, Mackay, afge
wisseld. Neen, het geringe aantal R.K.
rechters is uitsluitend toe te schrijven
aan het feit, dat vroeger de Roomsch-
Katholieke kringen zoo wein g weten
schappelijk ontwikkelde juristen ople
verden. Zooals bekend is, wordt tegen
woordig aan verbetering van dien toe
stand hard gewerkt en er is dan ook
geen enkel hezwaar, goede Roomsch-
Kathol'eke juristen in de rechterlijke
macht op te nemen. Oók in „niet-Ka-
tholieke" vacatures! Mits dit geschiedt
op gelijken voet met anderen en zij
niet plotseling,, met voorbijgang van
vele anderen, in betrekkingen worden
geplaatst, waarop voor hen, 'ndien ze
niet Roomsch-Katholiek _waren, voor
alsnog geen uitzicht zoude bestaan,
Bedenkelijk is en hierdoor is ons
gehééle volk niet gebaat dat door
dere bevoorrechting een zekere anti-
Roomsche stemm'ng, die toch al de
laatste jaren door de sectarische af
scheiding onzer Roomsch-Katholieke
landgenooten wordt gevoed, zelfs in
de kringen der rechterlijke macht
doordringt,"
Kantongerecht Middelburg.
De kantonrechter te Middelburg
heeft veroordeeld wegens:
overtreding van het „Motor- en Rij
wielreglement" en/of de „Motor- en Rij-
wielwet", Reglement Auto vervoer per
sonen, e.d.: P. S. en F. de J., Ovezan-
de; A. H, H. R„ Goes, vrijspraak; J.
S., 's-Heer Arendskerke; J. P. K.; J.
W. H.; Ph. V. T., Vlissingen; P. B.,~ O.
en West Souburg; A. B., Koudekerke;
J. F„ Kapelle; A. C„ R'tthem; L. IC.,
Biggekerke; N. M., Serooskerke, ieder
f 1 b s 1 dh,; H. S. A., Goes; A. S,,
Oudelande; M. H., Wemeldinge; C. G„
Middelburg; ieder f 2 b s 2 dh.; G, J.
de J., Driewegen; B. A. V., Breskens;
J. L., Baarland; ieder f 3 b s 3 dh.;
M. de N., Vrouwenpolder f 4 b s 4 dh.;
C. P. v. d. E.. Goes f 5 b s 5 dh.; D.
J., Goes f 6 b s 2 dh.; J. B., Kruitiiï^
gen f 7,50 b s 5 dh,;
te Vliss'ngen venten zonder vergun^
ning: A. S., Middelburg f 2 b s 2 dh.;
openbare dronkenschap: L, K., Ove-
z,ande f 15 b s 15 dh,;
te Goes waren vervoeren, die niet
voldoen aan de eischen, gesteld krach
tens de Warenwet: A. T., Kloetinge,
één maand hechtenis voorwaardelijk,
met een proeftijd van twee jaren.
doen. Wat bracht u daartoe?"
Zij liet het hoofd hangen, hief het na
eenige oogenblikken weer op en keek
hem recht in de oogen,
„Ik ben vanmorgen uit de gevangenis
gekomen. Weet u, wat de gevangenis be-
teekent? Kunt u zich voorstellen, wat
het beteekent, twaalf eentonige maan
den achter een hoogen, steenen muur te
moeten leven? Voor een man is het al
erg genoeg, maar voor een vrouw be
teekent het het eind van alles. Den ge-
heelen dag' heeft men mij gevolgd, ben
ile geschaduwd door een man een de-
tectieve, die wilde zien, wat ik zpu
doen, Hij kwam zelfs in de tearoom,
waar ik zat",
„Wat een bruut!"
„Och neen, hij deed, wat hij zijn plicht
achtte. Hij dacht, dat ik terug zou gaan
naar de de anderen
„Anderen?"
„Menschen, die ik lïem moest aanwij
zen. Toen het donker werd, ontkwam ik'
hem en met den nacht kwam er zoo'n
zoo'n vreeselijke wanhoop. Wie zou
zoo iemand als ik werk geven? Ik ging
niet naar de brug, om om ik was
van plan er over te loopen. Maar het
water lokte mij. Het bood mij vergetel
heid
„Waarom werd u in de gevangenis ge
zet?"
„Diefstal",
(Wordt vervolgd).