Roomsche Aanmatiging in Protestantse!) Zeeland
ERINNERINGEN
GEMENGD NIEUWS.
UIT DE
VAN EEN POLITIEMAN
Auto door lokaaltrein gegrepen.
Met onderdanige hulpe van den „Christelijken" Boerenbond
Het verderfelijke systeem
van de baantjesverdee-
larij. Als het maar te
gen de Zeeuwsche Land
bouw Maatschappij gaat!
H
XII.
Lastige aanhoudingen.
Het is in den regel de politie, welke
een strafzaak inleidt, althans door het
instellen van een onderzoek en het op
maken van een proces-verbaal, de eer
ste stappen verricht, welke voeren tot
een strafvervolging.
Is eenmaal een veroordeeling uitge
sproken en is deze onherroepelijk ge
worden, dan wordt de zaak geliquideerd
door het tenuitvoerleggen van het von-
.iiis.
Bevindt de veroordeelde zich op vrije
voeten en moet een vrijheidsstraf wor
den tenuitvoergelegd, dan is het al weer
de politie aan wie de aanhouding van
den veroordeelde wordt opgedragen.
Wel wordt in de meeste gevallen voor
tot arrestatie wordt overgegaan, een op
roep.ng aan den veroordeelde uitgereikt
waarin het tijdstip is aangegeven, waar
op deze zich heeft aan te melden, doch
slechts in enkele gevallen wordt aan
zoo'n oproeping gehoor gegeven.
Het doen van een arrestatie is niet
het gemakkelijkste deel van de taak van
de politie. Veelal kan mijn daarbij reke
nen op een onaangename bejegening en
men dient er steeds aan te denken, dat
verzet kan worden gepleegd. Ik las eens
in een detective verhaal, dat de schrij
ver zijn held, natuurlijk een particulier
detective, ongewapend deed staan te
genover een gevaarlijken misdadiger, die
moest worden aangehouden.
Het spreekt van zefl, dat een politie
man er voor dient te zorgen, dat iets
dergelijks hem niet overkomt. Een goe
de bewapening is vooral bij arrestaties
van het hoogste belang.
Men kan zich bij. het plegen van ver
zet, dan behoorlijk verdedigen, doch zij
werkt ook preventief.
Niet zoo licht zal men een goed ge-
wapenden politieman aanvallen.
Afgezien van de kans op verzet, kan
men ook overigens bij arrestaties voor
rare gevallen komen te staan.
Hieronder zal ik er enkele verhalen,
Tot den bewakingskring van de bri
gade V., waar ik indertijd was gestation-
neerd, behoorde ook een deel van de
Zgn. arme Friesche heide.
De bewoners voorzagen in hun onder
houd door stoelenmaten, mandenmaken,
repareeren van parapluies en venten
met galanterieën en kaas.
De mannen bere'sden in hoofdzaak de
drie Noordelijke provinciën van het land
enkelen trokken het geheele land door.
Zij vertrokken met hun hondenkarren
en koopwaar 'op Maandagmorgen en
keerden op Zaterdagavond weer.
Een gemakkelijk volkje was het niet.
Bijna iederen Zaterdag- en Zondagavond
werd er gevochten, waarbij het gebruik
van het mes geen zeldzaamheid was.
De rechtbank, waaronder de streek
ressorteerde, kreeg heel wat mishande
lingen van min of meer ernstigen aard
t'e^berechten.
Op een Zondagmorgen moest ik met
een collega een zekeren Jilt P., die nog
een gevangenisstraf van eenige maan
den moest ondergaan, iaanhouden.
Het was hem nog steeds gelukt zich
aan arrestatie te onttrekken.
We troffen het. Jilt was thuis. Hij lag
echter nog te bed.
Eer hij zelf en zijn vrouw er op be
dacht waren, stonden we in het woon
gedeelte van hun hut. Zijn vrouw en
Jilt zelf schreeuwden om het hardst: ,,Er
uit!" Toen ze echter begrepen, dat we
toch niet gingen (we hadden nl. een last
om hun woning binnen te treden) kal
meerden ze.
Een van ons zei: „Je weet wel Jilt,
dat je nog een paar maanden te goed
hebt. We komen je daarvoor halen en
je bent onze arrestant. Kom er uit man
en ga mee".
We kenden Jilt als een ongemakke-
lijken en brutalen vlegel en hadden er
op gerekend, dat zijn aanhouding niet
zoo heel gemakkelijk zou gaan,
To.t onze verwondering bleef hij onbe
wegelijk te bed liggen en kroop zoo mo
gelijk nog dieper onder de dekens.
We maanden hem nogmaals aan 0111
uit het bed te komen en zich aan te
kleeden. Het eenige, wat we daarmee
bereikten was, dat Jilt zei: „Ik kan er
niet uit komen". We vroegen hem: „Ben
je dan ziek?"
„Neen, heelemaal niet*, antwoordde
hij.
Ons geduld raakte op en we stapten
óp de slaapplaats van Jilt toe met de
woorden: „Dan er uit".
Op dat moment gilde de vrouw: „Hij
kan er niet uit (met een vloek), want ik
heb zijn kleeren uitgewasschen".
Wij stonden perplex en Jilt lag ons
van onder de dekens spottend en met
triompheerenden blik aan te kijken. In
derdaad lag hij, zonder een stukje klee
ren aan, te bed. We overtuigden ons,
dat zijn ondergoed buiten aan de lijn te
drogen hing. Volgens zijn vrouw had hij
geen andere onderkleeren.
De omstandigheden, waarin we ver
keerden, lijken grappig, maar voor ons
waren ze dat niet. Er zat niets anders
op, dan te wachten tot de kleeren zoo
droog waren, dat Jilt ze kon aantrek
ken. Daarmee waren ruim drie uren ge- j
moeid en toen pas konden we met onzen
arrestant op stap".
Een andere typische aanhouding of
liever overbrenging was die van zekeren
H. te S. Deze H. was een eigenwijs heer
schap, die in het buurtje waar hij woon
de, graag zoo'n beetje de baas speelde.
Voor een of andere overtreding was
hij veroordeeld tot een geldboete van
drie gulden, bij niet betaling te vervan
gen door drie dagen hechtenis.
H, strooide uit, dat hij de geldboete
niet zou betalen en ook de hechtenis-
straf niet zou ondergaan. De politie zou
wel oppassen om hem te arresteeren,
Het scheen alsof hij gelijk zou krijgen,
want reeds een paar keeren was er een
politieman bij hem thuis geweest, zonder
dat het tot een aanhouding was geko
men. Telkens beweerde H., dat hij niet
kon loopen.
Tenslotte ontvingen wij van den Amb
tenaar van het O.M, het arrestatiebevel
met opdracht het, zoo mogelijk, ten uit
voer te leggen.
In onze standplaats B, was een zoo
genaamd passantenhuis, dat tevens
dienst deed als huis van bewaring. H.
woonde er ongeveer 10 km van af.
We troffen meneer aan op zijn erf en
deelde hem mee, dat hij onze arrestant
was, en hij te voet zou worden overge
bracht naar B.
„Ja maar, ik kan niet loopen, en zal
wel iedere vijftig meter moeten rusten.
Schoenen of klompen kan ik niet aan
hebben, want ik heb zeere voeten", zei
onze arrestant.
Het was ons bekend, welke smoesjes
H. zou maken om zijn aanhouding te ont
gaan. We wisten dat hij simuleerde en
hadden daartegen onze maatregelen ge
nomen.
„Goed, je gaat maar op je kousen mee,
we v.olgen steeds de zandwegen en je
mag iedere 50 meter aan den kant van
den weg gaan zitten en uitrusten", zei
den we.
Onder groote belangstelling Van de
buurtbewones gingen wij op stap.
Het ging langzaam. Zoo ongeveer ie
dere 50 meter ging' II. zitten en rustte
een poos. Uren deder. we over de eer
ste kilometers en tegenover H. hielden,
we ons alsof we het gezelig vonden.
Even na het middaguur haalden wc
onze boterhammen voor den dig en aten
deze op,. Toen we 2e op hadden zeiden
we tegen H.: „Het is jammer, dat jij geen
boterhammen bij je hebt, als het zoo
langzaam blijft gaan wordt het laat eer
je wat te eten krijgt."
Nog een paar uur hiejd H. zijn hou
ding vol, doch toen werd het hem toch
te machtig. De laatste vier kilometers
liep hij normaal en van pijnlijke voeten
was niets meer te bemerken. Intusschen
was de dag voor een groot deel verstre
ken, toen we hem aan het huis van be
waring te B, afleverden.
Mogelijk zal men aanvoeren, dat er
wel een middel was geweest om H. op
een andere wijze over te brengen.
Zeker, men had bv. een voertuig kun
nen requireeren, doch juist dat wilden
we niet in verband met de opschepperij
van den veroordeelde.
Na het ondergaan van zijn straf werd
H. door de bewoners van zijn buurtje
danig uitgelachen.
Bijzonder was ook de wijze waarop
een van mijn collega's een veroordeelde,
een zekeren M„ arresteerde.
Deze M. woonde in een der veenko
loniën, waar de bevolking, vooral vroe
ger, in plaggen- en strooienhutten ver
blijf hield. Reeds verschillende malen
had mijn collega, ook wel des nachts,
getracht M. in zijn woning aan te tref
fen, doch steeds tevergeefs, De huisge-
nooten gaven voor, dat ze niet wisten
waar hij was.
De gemeenteveldwachter van de
streek deed zijn best om gewaar te
worden waar M. nachtverblijf hield.
Op eigenaarige wijze werd hij daarme
de in kennis gesteld.
Een familielid van M. kwam nl. ver
tellen, dat deze bij hem 's nachts sliep.
Om M. kwijt te raken vond hij het maar
het beste de politie er kennis van te
geven.
'n Nachts, toen alles sliep, trok men
onder geleide v.an den veldwachter
er op uit om M. te arresteeren. Bij de
hut van het familielid aangekomen zei
de veldwachter: „Laat mij nu maar be
gaan, ik weet precies waar hij slaapt
en z.ul hem wel pakken."
Tot verwondering van mijn collega
liep hij naar den kant van de hut waar
geen deur was. Na eenige aarzeling
stak hij z'n ,arm door het strooien dak
en r'ep: „Gauw naar binnem ik heb
hem!"
Inderdaad had hij M. in zijn slaap ver
rast en hem met een gelukkigen greep
in de borst gepakt. Hij kon hem zoolang
vasthouden tot mijn collega tot .arresta
tie was overgegaan.
tien enkele maal loopt een arrestatie
waarbij men moeilijkheden verwacht,
glad van stapel.
Op* een Zondagavond werd mij kennis!
gegeven, dat iemand een aanslag op
zijn vader had ^gepleegd. Met een van
de manschappen, stelde ik een onder
zoek in. Een oude arbeider was door
zijn zoon met een mes vreeselijk in
het gelaat en aan den hals verwond.
Met zijn vrouw was hij uit zijn woning
gevlucht en door buren in een herberg
gebracht, waar een dokter bij onze
komst bezig was de wonden te verbin
den."
De dader, een kerel van ongeveer
30 jaar oud, was alleen in de woning
een op zich zelf staand arbe'dershuis-
}e, achter gebleven. Het onderzoek
wees uit, dat er een poging tot dood
slag was gepleegd.
Natuurlijk moesten we den dader
aanhouden.
Zoowel de moeder als de buren waar
schuwden óns", d.at we voorzichtig moes
ten zijn. De dader verkeerde onder in
vloed van sterken drank en werd dan
tot alles in staat geacht. Het mes, waar
mee hij den aanslag had gepleegd, w.as
nog in zijn bezit. Om eerlijk te zijn
moet ik mededeelen, dat k graag tot
den volgenden morgen zou hebben ge
wacht, om de aanhouding bij daglich'
te doen. Dat kon echter niet;, het on
derzoek eischte onmiddellijke aanhou
ding en dan „er is ook nog zooiets als
beroepsprestige."
In het hu'sje was alles donker en er
werd geen geluid gehoord.
We waren voorzien van sterk licht
gevende solar-rijwiellantaarns en we
overlegden, dat bij het binnentreden
een van ons den dader, zoo mogelijk,
met het licht v.an een lantaarn' zou
verblinden, indien hij ons mocht aan
vallen, De ander zou dan trachten hem
onschadelijk te maken, door hem een
fietscape over het hoofd te werpen.
Met de brandende lantaarn onder den
mantel g ngen we er op af.
Het scherpe licht voor ons houdende,
op een aanval voorbereid) gingen we
naar binnen en toen we in de woonka
mer kwamen, lag de dader in de bed
stede zijn roes uit te slapen.
Zijn aanhouding leverde geen enkele
moeilijkheid op.
Toch verkeert men bij een dergelijl
geval wel een oogenbl k in spanning.
Twee personen om het leven
gekomen.
Enkele minuten voor half zes heeft
zich gisteravond op den onbewaakten
overgang op den Springenweg onder de
gemeente Apeldoorn een zeer ernstig
ongeluk voorgedaan, waarbij twee inwo
ners van Deventer het leven hebben ver
loren.
Een vierpersoons auto, welke op dit
tijdstip uit de Jachtlaan komende, den
overweg naderde, kwam door nog onop
gehelderde oorzaak in botsing met den
lokaaltrein, welke om 5.34 uur uit Het
Lqo te Apeldoorn moet aankomen. De
auto werd in den flank gegrepen en ruim
250 meter meegesleurd, waarna de trein
tot stilstand kwam.
Uit de ravage van de totaal versplin
terde auto werden de lijken geborgen
van de beide inzittenden, de heer E.
Maat en mevrouw T. Stam-Kuyk, bei
den #uit Deventer.
Zij moeten bij de botsing, die met een
ontzettenden slag gepaard ging, reeds
zijn gedood.
De heer Maat en mevrouw Stam wa
ren op den terugweg van een condole-
antiebezoek bij een zwager van mevrouw
Stam.
Men slaagde er eerst na ruim drie
kwartier in de spoorlijn weer vrij te ma
ken.
Het is niet uitgesloten, dat de heer
Maat, die slecht van gehoor was, de
trein niet heeft gehoord, waardoor de
botsing niet meer te vermijden was.
Doodelijke val van een trap*
Gistermorgen was een 51-jarige hui
zenopzichter in een woning in de Mar-
n'xstraat te Amsterdam be
zig met het aanleggen v.an een electri-
sche leiding. De man stond daartoe op
een keukentrap. Op een gegeven mo
ment verloor de man zijn evenwicht en
viel, waarbij hij met zijn hoofd op het
steenen trapportaal terecht kwam. Het
slachtoffer is met een ernstige hoofd
wonde naar het binnen gasthuis ver
voerd, waar hij korten tijd na aankomst
is overleden.
Lijk van onbekende vrouw
opgehaald.
Gistermiddag is uit de rivier de Waal
te Herwijnen het in verregaan-
den staat van ontbinding verkeerende
lijk v,an een vrouw opgehaald. De
vrouw, die gekleed is en wier identi
teit niet bekend is, moet naar schat
ting tusschen de veertig en vijftig jaren
oud zijn. Zij heeft aan den linkerhand
veen gladden gouden ping, waarin de
letters H, R., aan den rechterhand een
zegelr'ng, terwijl zij verder oorknop
pen draagt.
Vrouw in kelder gevallen en
omgekomen.
Gistermorgen had de 35-jarige vrouw
van H. S. in de Lievelderstraat te
G r o e n 1 o toen zij zich naar de
kelder n haar woning wilde begeven,
het ongeluk voorover in de twee meter
diepe kelder te v,allen met het nood
lottige gevolg, dat zij een ernstige sche-
delbasisfractuur opliep en in levensge
vaarlijken toestand werd opgenomen.
Gisteravond is mej. S. overleden.
KERK EN SCHOOL.
Op 1 Maart a.s. zal een Chr, Schip-
persschool teWemeldinge met
een leerlingenaantal van aanvankelijk
36 worden geopend. Voorloopig wordt
gebruik gemaakt van een lokaal der Chr.
school, maar de plannen voor een nieu
we schippersschool zijn reeds in een ver
gevorderd stadium. Dicht aan het ka
naal zal een school met drie lokalen ver
rijzen.
—lot-
-)o(-
Wij hebben gisteren in ons blad een
rondschrijven opgenomen, hetwelk door
een werkgroep of een paar lieden met
krijgszuchtige geuzengezindheid aan
verschillende vooraanstaande personen
in Nederland is toegezonden. Het pam
flet had een sterk anti-papistisch karak
ter en wij hebben het niet in gekuisch-
ten vorm overigens ter kennis van on
ze lezers gebracht, dan nadat ons bij na
vraag ter plaatse waar men meer van
deze dingen weet, gebleken was, dat de
strekking van dit schriftuur in elk
geval volkomen juist was, en dat de
feiten, behoudens een onzerzijds onmid
dellijk gemaakt voorbehoud, en vooi zoo
ver onzen raadsman bekend, ook wel in
algemeenen zin juist waren.
Evenwel: het stuk dat wij publiceer
den en welks inhoud wij overigens
geheel voor rekening van dat antipa
pistische comité moeten laten is wel
een symptoom. Niet van een groeiende
pure anti-papistische gezindheid het
kan onzen lezers bekend zijn, dat wij het
drijven van deze en soortgelijke wiggen
in onze volksgemeenschap scherp ver-
oordeelen maar van een groeiend
verzet tegen zich steeds
meer openbar en.de sec-
tarische, Roomsche zoo
wel als orthodo x-p rotes-
tantsche, aanmatiging,
zich o.m. uitende in het stellen van e i-
s c h e n, waar naar redelijkheid en bil
lijkheid niet te eis c hen valt.
Dit opkomend verzet juichen wij
toe. Zoo goed als wij voor recht en re
delijkheid willen blijven strijden, óók
waar het orthodox-protestantsche en
roomsche zaken betreft, zoo goed ach
ten wij het plicht een te-wapen te roe
pen, wanneer op valsche gronden cleri-
cale eischen gesteld worden, die met
een zuivere politiek niets te ma
ken hebben, zelfs er strijdig mee zijn.
Ter zake. Tot recht begrip van deze
zaak gaan vooraf enkele cijfers. In zéér
groote lijnen kunnen we zeggen, dat Ne
derland politiek-godsdienstig o.a. valt in
te deelen in: roomsch-katholieken,
rechtzinnig-protestanten, en linkschen.
Van deze drie soorten is de verdeeling
in Zeeland, volgens de voorlaat-;
s t e Kamerverkiezing (die cijfers zijn 1
voor dit doel duidelijker, wijl de N.S.B. j
er toen nog niet was), aldus, dat uitge- J
bracht werden in totaal 11.7258 stem-,
men, waarvan
Roomsch: 23.777 20,3
Rechtz.-Prot. 54.700 (=r 46.6
Links 38.781 33,1
Trekt men dus, zooals men van R.K
zijde tegenwoordig veel pleegt te doen,
de scheidingslijn tusschen Roomsch en
niet-roomsch, dan is Zeeland
nog voor 80 een niet-
roomsche provincie. Dege
nen, die in het R.K. kamp zoozeer aan
verhoudingscijfers hechten, gelieven dit
niet uit het oog te verliezen.
Wenden we ons nu naar den land
bouw, dan zien we, dat er drie Cen
trale Landbouworganisaties in Neder
land zijn: het Kon. Ned. Landbouwco-
mité (een overkoepelende federatie) met
100.805 leden plus 50.390 leden van pro
vinciale organisaties: verder een R.K.
Ned. Boeren- en Tuindersbond met
73.944 leden en een Chr. Boeren- en
Tuindersbond met slechts 15.136 leden.
In Zeeland is de verhouding aldus:
Z. L. M.
C. B. T. B.
N. C. B.
L. T. B.
Bondje van
Milliano
4855 leden
1031
838
139
350
7213 leden
De verdeeling in Zeeland was toen
dus: Z. L. M. ruim 67 der leden; C. B.
T. B. ruim 14 en de gezamenlijke
Roomsche bondjes nog geen 19 de
twee erkende Roomsche (N. C. B.
en L. T. B.) samen nog geen 14
Gewapend met deze wetenschap be
zien wij nu de zaak van het te stichten
officieele Zeeuwsche Pachtbureau en
zijn secretariaat, welk laatste de Room-
schen onder alle omstandigheden, ge
steund door de zich noemende en schrij
vende „Christelijke" boerenbonders,
voorzichwillenopeischen.
En dat niet alleen, maar dit Pachtbureau
moet dan liefst nog inHulst ge
vestigd worden ook!
Laat ons eens zien, hoe dit in mekaar
zit.
A
De Zeeuwsche Landbouw Maatschap
pij is indertijd als de leidende en groot
ste organisatie in onze provincie uitge-
noodigd om overleg te p.legen met an
dere landbouworganisaties in Zeeland
over de samenstelling van een officieel
pachtbureau ingevolge de Pachtwet, Zij
riep toen delegaties van twee R.K. .or
ganisaties, n.l. den N. C. B. (Oosteli'k Z.
VI.) en den L. T. B. (Zuid-Beveland), van
den Christelijken Boeren- en Tuinders-
Bond (afdeeling Zeeland van den C. B.
T. B. in Nederland), benevens een dele
gatie van de vereeniging „Grondbezit",
op tot dit overleg.
Nu had destijds, en geheel op
eigen houtje, de secretaris van
den Ned. Roomschen Bond, mr. Van
Haastert uit Den Haag, een lijstje ge
maakt van een zijns inziens wenschelijke
baantjesverdeeling over de verschillen
de provincies, aannemende, dat er in el
ke provincie een officieel pachtbureau
zou komen. De functies van voorzitters
en secretarissen dezer nog te vormen
pachtbureaux had mr. Van Haastert zich
privatim veroorloofd te verdeelen onder
de 3 Centrale organisaties (den Room
schen Bond, den C. B. T. B. en het Kon.
Ned. Landbouw-Comité, een federatie
van de oude Prov. Landbouw-Mijen die
echter zelfstandig zijn en dus geen „af-
deelingen" van dit Kon. Ned. Landb. Co
mité zijn). Het spreekt vanzelf, dat mr.
Van Haastert zoo op z'n eentje naar har
telust zeteltjes mocht verdeelen, zooals
iedereen dat als particulier vermaak mag
doen.
Maar men houde wèl in het oog dat,
zelfs al is zoo'n particulier ideetje er
gens ter tafel gebracht, dat denkbeeld
daardoor alleen niet tot een bindend
besluit is geworden!
Dit schema-van Haastert nu was ook
aan de Z.L.M. toegezonden, maar met
uitdrukkelijke mededeeling, speciaal wat
voorzitter en secretaris betreft, dat dit
schema niet maatgevend mocht
zijn, maar dat bij de benoeming dezer
gelet moest worden op be
kwaamheid en geschikt-
bei d. K
De delegaties van de 3 landelijke Cen-
trale's, die regelmatig voor enkele aan
gelegenheden samenkomen, hadden dan
ook volstrekt niet besloten, dat
schema als een besluit van hen te zenden
aan de organisaties.
Het is derhalve volstrekt onjuist Wat
er in 't verslag van de laatste vergade*
ring van het bestuur der afd. Zeeland
van den C.B.T.B. staat (op 19 Januari
in „De Zeeuw" b.v.) dat de Z.L.M. zou
weigeren het besluit der
3 Centrales te aanvaarden. Zoo wil men
het wel voorstellen', om zich, met dezen
leugen, voor zijn Roomsche propaganda,
te dekken.maar de zuivere Waarheid
is toch anders!
De Z.L.M. stelde op de bovengenoem
de provinciale bijeenkomst dan voor, dat
zoowel voorzitter als secretaris van het
te stichten officieele pachtbureau inge
volge de Pachtwet zouden worden aan
gewezen (gelijk zulks ook stond in- een
ontwerp-reglement, waaraan het minis
terieel departement niet vreemd was)
door de commissie zelf en
vervolgens dat, naar de meening der
Z.L.M., zeker de secretaris moest Wonen
en bureau moest hébben in het
centrum van Zeeland, 't zij
te Middelburg of te Goes, omdat het bu
reau van den secretaris op de snelste
en gemakkelijkste wijze zoowel uit het
Noorden van Zeeland als uit Zeeuwsch
Vlaanderen moet zijn te bereiken.
De (Roomsche) N.C.B. en de
(Orth. Prot.) C.B.T.B. waarmede de
(Roomsche) L.T.B. zich vereenigde,
wilden toen, dat van te voren
zou worden uitgemaakt,
dat de secretaris R.K.
zou zijn en zelfs wilde men, dat die
zijn zetel zou hebben in Hulst, een
der verste hoeken der provincie!
Dan zouden dus allen die voor hun
pachtcontracten met het bureau te
maken hadden en een mondeling on
derhoud wenschten, naar Hulst
moeten reizen. En het zal in Zee
land wel over een 50.000 a 60.000
pachtcontracten per jaar loopen!
De Z.L.M. had, evenals „Grondbezit",
groote bezwaren tegen dit denkbeeld.
De leden van het pachtbureau kondèn
dan niet zelf hun voorzitter benoemen
(omdat die „aan de Z.L.M. zou worden
toebedeeld") en ze konden zich ook niet
naar eigen inzicht een secretaris toevoe
gen, terwijl toch de voorzitter wel weer
eenigszins zal willen meespreken in de
benoeming van een secretaris, waarop
hij zooveel zal moeten steunen. De se
cretaris dient ook wel een jurist te zijn,
hetgeen destijds van de zijde van het
departement terecht is aangegeven.
De samenstelling der commissie be
hoorde, als men met invloed en ledental
der landbouworganisaties rekenen wilde,
dan toch in ieder geval zoo te zijn, dat
van ieder dier organisaties een aantal
leden er in zou zitten in evenre
digheid met het aa n t a
daarbij aangesloten leden.
Dit zou in Zeeland dan ongeveer neer
komen op -5 leden van de Z.L.M.
1 van den C.B.T.B. en 1 van de K.K.,
waarbij dan nog zouden komen 2 leden
van „Grondbezit", ongerekend den se-