Roomsche Aanmatiging in Protestantse!) Zeeland ERINNERINGEN GEMENGD NIEUWS. UIT DE VAN EEN POLITIEMAN Auto door lokaaltrein gegrepen. Met onderdanige hulpe van den „Christelijken" Boerenbond Het verderfelijke systeem van de baantjesverdee- larij. Als het maar te gen de Zeeuwsche Land bouw Maatschappij gaat! H XII. Lastige aanhoudingen. Het is in den regel de politie, welke een strafzaak inleidt, althans door het instellen van een onderzoek en het op maken van een proces-verbaal, de eer ste stappen verricht, welke voeren tot een strafvervolging. Is eenmaal een veroordeeling uitge sproken en is deze onherroepelijk ge worden, dan wordt de zaak geliquideerd door het tenuitvoerleggen van het von- .iiis. Bevindt de veroordeelde zich op vrije voeten en moet een vrijheidsstraf wor den tenuitvoergelegd, dan is het al weer de politie aan wie de aanhouding van den veroordeelde wordt opgedragen. Wel wordt in de meeste gevallen voor tot arrestatie wordt overgegaan, een op roep.ng aan den veroordeelde uitgereikt waarin het tijdstip is aangegeven, waar op deze zich heeft aan te melden, doch slechts in enkele gevallen wordt aan zoo'n oproeping gehoor gegeven. Het doen van een arrestatie is niet het gemakkelijkste deel van de taak van de politie. Veelal kan mijn daarbij reke nen op een onaangename bejegening en men dient er steeds aan te denken, dat verzet kan worden gepleegd. Ik las eens in een detective verhaal, dat de schrij ver zijn held, natuurlijk een particulier detective, ongewapend deed staan te genover een gevaarlijken misdadiger, die moest worden aangehouden. Het spreekt van zefl, dat een politie man er voor dient te zorgen, dat iets dergelijks hem niet overkomt. Een goe de bewapening is vooral bij arrestaties van het hoogste belang. Men kan zich bij. het plegen van ver zet, dan behoorlijk verdedigen, doch zij werkt ook preventief. Niet zoo licht zal men een goed ge- wapenden politieman aanvallen. Afgezien van de kans op verzet, kan men ook overigens bij arrestaties voor rare gevallen komen te staan. Hieronder zal ik er enkele verhalen, Tot den bewakingskring van de bri gade V., waar ik indertijd was gestation- neerd, behoorde ook een deel van de Zgn. arme Friesche heide. De bewoners voorzagen in hun onder houd door stoelenmaten, mandenmaken, repareeren van parapluies en venten met galanterieën en kaas. De mannen bere'sden in hoofdzaak de drie Noordelijke provinciën van het land enkelen trokken het geheele land door. Zij vertrokken met hun hondenkarren en koopwaar 'op Maandagmorgen en keerden op Zaterdagavond weer. Een gemakkelijk volkje was het niet. Bijna iederen Zaterdag- en Zondagavond werd er gevochten, waarbij het gebruik van het mes geen zeldzaamheid was. De rechtbank, waaronder de streek ressorteerde, kreeg heel wat mishande lingen van min of meer ernstigen aard t'e^berechten. Op een Zondagmorgen moest ik met een collega een zekeren Jilt P., die nog een gevangenisstraf van eenige maan den moest ondergaan, iaanhouden. Het was hem nog steeds gelukt zich aan arrestatie te onttrekken. We troffen het. Jilt was thuis. Hij lag echter nog te bed. Eer hij zelf en zijn vrouw er op be dacht waren, stonden we in het woon gedeelte van hun hut. Zijn vrouw en Jilt zelf schreeuwden om het hardst: ,,Er uit!" Toen ze echter begrepen, dat we toch niet gingen (we hadden nl. een last om hun woning binnen te treden) kal meerden ze. Een van ons zei: „Je weet wel Jilt, dat je nog een paar maanden te goed hebt. We komen je daarvoor halen en je bent onze arrestant. Kom er uit man en ga mee". We kenden Jilt als een ongemakke- lijken en brutalen vlegel en hadden er op gerekend, dat zijn aanhouding niet zoo heel gemakkelijk zou gaan, To.t onze verwondering bleef hij onbe wegelijk te bed liggen en kroop zoo mo gelijk nog dieper onder de dekens. We maanden hem nogmaals aan 0111 uit het bed te komen en zich aan te kleeden. Het eenige, wat we daarmee bereikten was, dat Jilt zei: „Ik kan er niet uit komen". We vroegen hem: „Ben je dan ziek?" „Neen, heelemaal niet*, antwoordde hij. Ons geduld raakte op en we stapten óp de slaapplaats van Jilt toe met de woorden: „Dan er uit". Op dat moment gilde de vrouw: „Hij kan er niet uit (met een vloek), want ik heb zijn kleeren uitgewasschen". Wij stonden perplex en Jilt lag ons van onder de dekens spottend en met triompheerenden blik aan te kijken. In derdaad lag hij, zonder een stukje klee ren aan, te bed. We overtuigden ons, dat zijn ondergoed buiten aan de lijn te drogen hing. Volgens zijn vrouw had hij geen andere onderkleeren. De omstandigheden, waarin we ver keerden, lijken grappig, maar voor ons waren ze dat niet. Er zat niets anders op, dan te wachten tot de kleeren zoo droog waren, dat Jilt ze kon aantrek ken. Daarmee waren ruim drie uren ge- j moeid en toen pas konden we met onzen arrestant op stap". Een andere typische aanhouding of liever overbrenging was die van zekeren H. te S. Deze H. was een eigenwijs heer schap, die in het buurtje waar hij woon de, graag zoo'n beetje de baas speelde. Voor een of andere overtreding was hij veroordeeld tot een geldboete van drie gulden, bij niet betaling te vervan gen door drie dagen hechtenis. H, strooide uit, dat hij de geldboete niet zou betalen en ook de hechtenis- straf niet zou ondergaan. De politie zou wel oppassen om hem te arresteeren, Het scheen alsof hij gelijk zou krijgen, want reeds een paar keeren was er een politieman bij hem thuis geweest, zonder dat het tot een aanhouding was geko men. Telkens beweerde H., dat hij niet kon loopen. Tenslotte ontvingen wij van den Amb tenaar van het O.M, het arrestatiebevel met opdracht het, zoo mogelijk, ten uit voer te leggen. In onze standplaats B, was een zoo genaamd passantenhuis, dat tevens dienst deed als huis van bewaring. H. woonde er ongeveer 10 km van af. We troffen meneer aan op zijn erf en deelde hem mee, dat hij onze arrestant was, en hij te voet zou worden overge bracht naar B. „Ja maar, ik kan niet loopen, en zal wel iedere vijftig meter moeten rusten. Schoenen of klompen kan ik niet aan hebben, want ik heb zeere voeten", zei onze arrestant. Het was ons bekend, welke smoesjes H. zou maken om zijn aanhouding te ont gaan. We wisten dat hij simuleerde en hadden daartegen onze maatregelen ge nomen. „Goed, je gaat maar op je kousen mee, we v.olgen steeds de zandwegen en je mag iedere 50 meter aan den kant van den weg gaan zitten en uitrusten", zei den we. Onder groote belangstelling Van de buurtbewones gingen wij op stap. Het ging langzaam. Zoo ongeveer ie dere 50 meter ging' II. zitten en rustte een poos. Uren deder. we over de eer ste kilometers en tegenover H. hielden, we ons alsof we het gezelig vonden. Even na het middaguur haalden wc onze boterhammen voor den dig en aten deze op,. Toen we 2e op hadden zeiden we tegen H.: „Het is jammer, dat jij geen boterhammen bij je hebt, als het zoo langzaam blijft gaan wordt het laat eer je wat te eten krijgt." Nog een paar uur hiejd H. zijn hou ding vol, doch toen werd het hem toch te machtig. De laatste vier kilometers liep hij normaal en van pijnlijke voeten was niets meer te bemerken. Intusschen was de dag voor een groot deel verstre ken, toen we hem aan het huis van be waring te B, afleverden. Mogelijk zal men aanvoeren, dat er wel een middel was geweest om H. op een andere wijze over te brengen. Zeker, men had bv. een voertuig kun nen requireeren, doch juist dat wilden we niet in verband met de opschepperij van den veroordeelde. Na het ondergaan van zijn straf werd H. door de bewoners van zijn buurtje danig uitgelachen. Bijzonder was ook de wijze waarop een van mijn collega's een veroordeelde, een zekeren M„ arresteerde. Deze M. woonde in een der veenko loniën, waar de bevolking, vooral vroe ger, in plaggen- en strooienhutten ver blijf hield. Reeds verschillende malen had mijn collega, ook wel des nachts, getracht M. in zijn woning aan te tref fen, doch steeds tevergeefs, De huisge- nooten gaven voor, dat ze niet wisten waar hij was. De gemeenteveldwachter van de streek deed zijn best om gewaar te worden waar M. nachtverblijf hield. Op eigenaarige wijze werd hij daarme de in kennis gesteld. Een familielid van M. kwam nl. ver tellen, dat deze bij hem 's nachts sliep. Om M. kwijt te raken vond hij het maar het beste de politie er kennis van te geven. 'n Nachts, toen alles sliep, trok men onder geleide v.an den veldwachter er op uit om M. te arresteeren. Bij de hut van het familielid aangekomen zei de veldwachter: „Laat mij nu maar be gaan, ik weet precies waar hij slaapt en z.ul hem wel pakken." Tot verwondering van mijn collega liep hij naar den kant van de hut waar geen deur was. Na eenige aarzeling stak hij z'n ,arm door het strooien dak en r'ep: „Gauw naar binnem ik heb hem!" Inderdaad had hij M. in zijn slaap ver rast en hem met een gelukkigen greep in de borst gepakt. Hij kon hem zoolang vasthouden tot mijn collega tot .arresta tie was overgegaan. tien enkele maal loopt een arrestatie waarbij men moeilijkheden verwacht, glad van stapel. Op* een Zondagavond werd mij kennis! gegeven, dat iemand een aanslag op zijn vader had ^gepleegd. Met een van de manschappen, stelde ik een onder zoek in. Een oude arbeider was door zijn zoon met een mes vreeselijk in het gelaat en aan den hals verwond. Met zijn vrouw was hij uit zijn woning gevlucht en door buren in een herberg gebracht, waar een dokter bij onze komst bezig was de wonden te verbin den." De dader, een kerel van ongeveer 30 jaar oud, was alleen in de woning een op zich zelf staand arbe'dershuis- }e, achter gebleven. Het onderzoek wees uit, dat er een poging tot dood slag was gepleegd. Natuurlijk moesten we den dader aanhouden. Zoowel de moeder als de buren waar schuwden óns", d.at we voorzichtig moes ten zijn. De dader verkeerde onder in vloed van sterken drank en werd dan tot alles in staat geacht. Het mes, waar mee hij den aanslag had gepleegd, w.as nog in zijn bezit. Om eerlijk te zijn moet ik mededeelen, dat k graag tot den volgenden morgen zou hebben ge wacht, om de aanhouding bij daglich' te doen. Dat kon echter niet;, het on derzoek eischte onmiddellijke aanhou ding en dan „er is ook nog zooiets als beroepsprestige." In het hu'sje was alles donker en er werd geen geluid gehoord. We waren voorzien van sterk licht gevende solar-rijwiellantaarns en we overlegden, dat bij het binnentreden een van ons den dader, zoo mogelijk, met het licht v.an een lantaarn' zou verblinden, indien hij ons mocht aan vallen, De ander zou dan trachten hem onschadelijk te maken, door hem een fietscape over het hoofd te werpen. Met de brandende lantaarn onder den mantel g ngen we er op af. Het scherpe licht voor ons houdende, op een aanval voorbereid) gingen we naar binnen en toen we in de woonka mer kwamen, lag de dader in de bed stede zijn roes uit te slapen. Zijn aanhouding leverde geen enkele moeilijkheid op. Toch verkeert men bij een dergelijl geval wel een oogenbl k in spanning. Twee personen om het leven gekomen. Enkele minuten voor half zes heeft zich gisteravond op den onbewaakten overgang op den Springenweg onder de gemeente Apeldoorn een zeer ernstig ongeluk voorgedaan, waarbij twee inwo ners van Deventer het leven hebben ver loren. Een vierpersoons auto, welke op dit tijdstip uit de Jachtlaan komende, den overweg naderde, kwam door nog onop gehelderde oorzaak in botsing met den lokaaltrein, welke om 5.34 uur uit Het Lqo te Apeldoorn moet aankomen. De auto werd in den flank gegrepen en ruim 250 meter meegesleurd, waarna de trein tot stilstand kwam. Uit de ravage van de totaal versplin terde auto werden de lijken geborgen van de beide inzittenden, de heer E. Maat en mevrouw T. Stam-Kuyk, bei den #uit Deventer. Zij moeten bij de botsing, die met een ontzettenden slag gepaard ging, reeds zijn gedood. De heer Maat en mevrouw Stam wa ren op den terugweg van een condole- antiebezoek bij een zwager van mevrouw Stam. Men slaagde er eerst na ruim drie kwartier in de spoorlijn weer vrij te ma ken. Het is niet uitgesloten, dat de heer Maat, die slecht van gehoor was, de trein niet heeft gehoord, waardoor de botsing niet meer te vermijden was. Doodelijke val van een trap* Gistermorgen was een 51-jarige hui zenopzichter in een woning in de Mar- n'xstraat te Amsterdam be zig met het aanleggen v.an een electri- sche leiding. De man stond daartoe op een keukentrap. Op een gegeven mo ment verloor de man zijn evenwicht en viel, waarbij hij met zijn hoofd op het steenen trapportaal terecht kwam. Het slachtoffer is met een ernstige hoofd wonde naar het binnen gasthuis ver voerd, waar hij korten tijd na aankomst is overleden. Lijk van onbekende vrouw opgehaald. Gistermiddag is uit de rivier de Waal te Herwijnen het in verregaan- den staat van ontbinding verkeerende lijk v,an een vrouw opgehaald. De vrouw, die gekleed is en wier identi teit niet bekend is, moet naar schat ting tusschen de veertig en vijftig jaren oud zijn. Zij heeft aan den linkerhand veen gladden gouden ping, waarin de letters H, R., aan den rechterhand een zegelr'ng, terwijl zij verder oorknop pen draagt. Vrouw in kelder gevallen en omgekomen. Gistermorgen had de 35-jarige vrouw van H. S. in de Lievelderstraat te G r o e n 1 o toen zij zich naar de kelder n haar woning wilde begeven, het ongeluk voorover in de twee meter diepe kelder te v,allen met het nood lottige gevolg, dat zij een ernstige sche- delbasisfractuur opliep en in levensge vaarlijken toestand werd opgenomen. Gisteravond is mej. S. overleden. KERK EN SCHOOL. Op 1 Maart a.s. zal een Chr, Schip- persschool teWemeldinge met een leerlingenaantal van aanvankelijk 36 worden geopend. Voorloopig wordt gebruik gemaakt van een lokaal der Chr. school, maar de plannen voor een nieu we schippersschool zijn reeds in een ver gevorderd stadium. Dicht aan het ka naal zal een school met drie lokalen ver rijzen. —lot- -)o(- Wij hebben gisteren in ons blad een rondschrijven opgenomen, hetwelk door een werkgroep of een paar lieden met krijgszuchtige geuzengezindheid aan verschillende vooraanstaande personen in Nederland is toegezonden. Het pam flet had een sterk anti-papistisch karak ter en wij hebben het niet in gekuisch- ten vorm overigens ter kennis van on ze lezers gebracht, dan nadat ons bij na vraag ter plaatse waar men meer van deze dingen weet, gebleken was, dat de strekking van dit schriftuur in elk geval volkomen juist was, en dat de feiten, behoudens een onzerzijds onmid dellijk gemaakt voorbehoud, en vooi zoo ver onzen raadsman bekend, ook wel in algemeenen zin juist waren. Evenwel: het stuk dat wij publiceer den en welks inhoud wij overigens geheel voor rekening van dat antipa pistische comité moeten laten is wel een symptoom. Niet van een groeiende pure anti-papistische gezindheid het kan onzen lezers bekend zijn, dat wij het drijven van deze en soortgelijke wiggen in onze volksgemeenschap scherp ver- oordeelen maar van een groeiend verzet tegen zich steeds meer openbar en.de sec- tarische, Roomsche zoo wel als orthodo x-p rotes- tantsche, aanmatiging, zich o.m. uitende in het stellen van e i- s c h e n, waar naar redelijkheid en bil lijkheid niet te eis c hen valt. Dit opkomend verzet juichen wij toe. Zoo goed als wij voor recht en re delijkheid willen blijven strijden, óók waar het orthodox-protestantsche en roomsche zaken betreft, zoo goed ach ten wij het plicht een te-wapen te roe pen, wanneer op valsche gronden cleri- cale eischen gesteld worden, die met een zuivere politiek niets te ma ken hebben, zelfs er strijdig mee zijn. Ter zake. Tot recht begrip van deze zaak gaan vooraf enkele cijfers. In zéér groote lijnen kunnen we zeggen, dat Ne derland politiek-godsdienstig o.a. valt in te deelen in: roomsch-katholieken, rechtzinnig-protestanten, en linkschen. Van deze drie soorten is de verdeeling in Zeeland, volgens de voorlaat-; s t e Kamerverkiezing (die cijfers zijn 1 voor dit doel duidelijker, wijl de N.S.B. j er toen nog niet was), aldus, dat uitge- J bracht werden in totaal 11.7258 stem-, men, waarvan Roomsch: 23.777 20,3 Rechtz.-Prot. 54.700 (=r 46.6 Links 38.781 33,1 Trekt men dus, zooals men van R.K zijde tegenwoordig veel pleegt te doen, de scheidingslijn tusschen Roomsch en niet-roomsch, dan is Zeeland nog voor 80 een niet- roomsche provincie. Dege nen, die in het R.K. kamp zoozeer aan verhoudingscijfers hechten, gelieven dit niet uit het oog te verliezen. Wenden we ons nu naar den land bouw, dan zien we, dat er drie Cen trale Landbouworganisaties in Neder land zijn: het Kon. Ned. Landbouwco- mité (een overkoepelende federatie) met 100.805 leden plus 50.390 leden van pro vinciale organisaties: verder een R.K. Ned. Boeren- en Tuindersbond met 73.944 leden en een Chr. Boeren- en Tuindersbond met slechts 15.136 leden. In Zeeland is de verhouding aldus: Z. L. M. C. B. T. B. N. C. B. L. T. B. Bondje van Milliano 4855 leden 1031 838 139 350 7213 leden De verdeeling in Zeeland was toen dus: Z. L. M. ruim 67 der leden; C. B. T. B. ruim 14 en de gezamenlijke Roomsche bondjes nog geen 19 de twee erkende Roomsche (N. C. B. en L. T. B.) samen nog geen 14 Gewapend met deze wetenschap be zien wij nu de zaak van het te stichten officieele Zeeuwsche Pachtbureau en zijn secretariaat, welk laatste de Room- schen onder alle omstandigheden, ge steund door de zich noemende en schrij vende „Christelijke" boerenbonders, voorzichwillenopeischen. En dat niet alleen, maar dit Pachtbureau moet dan liefst nog inHulst ge vestigd worden ook! Laat ons eens zien, hoe dit in mekaar zit. A De Zeeuwsche Landbouw Maatschap pij is indertijd als de leidende en groot ste organisatie in onze provincie uitge- noodigd om overleg te p.legen met an dere landbouworganisaties in Zeeland over de samenstelling van een officieel pachtbureau ingevolge de Pachtwet, Zij riep toen delegaties van twee R.K. .or ganisaties, n.l. den N. C. B. (Oosteli'k Z. VI.) en den L. T. B. (Zuid-Beveland), van den Christelijken Boeren- en Tuinders- Bond (afdeeling Zeeland van den C. B. T. B. in Nederland), benevens een dele gatie van de vereeniging „Grondbezit", op tot dit overleg. Nu had destijds, en geheel op eigen houtje, de secretaris van den Ned. Roomschen Bond, mr. Van Haastert uit Den Haag, een lijstje ge maakt van een zijns inziens wenschelijke baantjesverdeeling over de verschillen de provincies, aannemende, dat er in el ke provincie een officieel pachtbureau zou komen. De functies van voorzitters en secretarissen dezer nog te vormen pachtbureaux had mr. Van Haastert zich privatim veroorloofd te verdeelen onder de 3 Centrale organisaties (den Room schen Bond, den C. B. T. B. en het Kon. Ned. Landbouw-Comité, een federatie van de oude Prov. Landbouw-Mijen die echter zelfstandig zijn en dus geen „af- deelingen" van dit Kon. Ned. Landb. Co mité zijn). Het spreekt vanzelf, dat mr. Van Haastert zoo op z'n eentje naar har telust zeteltjes mocht verdeelen, zooals iedereen dat als particulier vermaak mag doen. Maar men houde wèl in het oog dat, zelfs al is zoo'n particulier ideetje er gens ter tafel gebracht, dat denkbeeld daardoor alleen niet tot een bindend besluit is geworden! Dit schema-van Haastert nu was ook aan de Z.L.M. toegezonden, maar met uitdrukkelijke mededeeling, speciaal wat voorzitter en secretaris betreft, dat dit schema niet maatgevend mocht zijn, maar dat bij de benoeming dezer gelet moest worden op be kwaamheid en geschikt- bei d. K De delegaties van de 3 landelijke Cen- trale's, die regelmatig voor enkele aan gelegenheden samenkomen, hadden dan ook volstrekt niet besloten, dat schema als een besluit van hen te zenden aan de organisaties. Het is derhalve volstrekt onjuist Wat er in 't verslag van de laatste vergade* ring van het bestuur der afd. Zeeland van den C.B.T.B. staat (op 19 Januari in „De Zeeuw" b.v.) dat de Z.L.M. zou weigeren het besluit der 3 Centrales te aanvaarden. Zoo wil men het wel voorstellen', om zich, met dezen leugen, voor zijn Roomsche propaganda, te dekken.maar de zuivere Waarheid is toch anders! De Z.L.M. stelde op de bovengenoem de provinciale bijeenkomst dan voor, dat zoowel voorzitter als secretaris van het te stichten officieele pachtbureau inge volge de Pachtwet zouden worden aan gewezen (gelijk zulks ook stond in- een ontwerp-reglement, waaraan het minis terieel departement niet vreemd was) door de commissie zelf en vervolgens dat, naar de meening der Z.L.M., zeker de secretaris moest Wonen en bureau moest hébben in het centrum van Zeeland, 't zij te Middelburg of te Goes, omdat het bu reau van den secretaris op de snelste en gemakkelijkste wijze zoowel uit het Noorden van Zeeland als uit Zeeuwsch Vlaanderen moet zijn te bereiken. De (Roomsche) N.C.B. en de (Orth. Prot.) C.B.T.B. waarmede de (Roomsche) L.T.B. zich vereenigde, wilden toen, dat van te voren zou worden uitgemaakt, dat de secretaris R.K. zou zijn en zelfs wilde men, dat die zijn zetel zou hebben in Hulst, een der verste hoeken der provincie! Dan zouden dus allen die voor hun pachtcontracten met het bureau te maken hadden en een mondeling on derhoud wenschten, naar Hulst moeten reizen. En het zal in Zee land wel over een 50.000 a 60.000 pachtcontracten per jaar loopen! De Z.L.M. had, evenals „Grondbezit", groote bezwaren tegen dit denkbeeld. De leden van het pachtbureau kondèn dan niet zelf hun voorzitter benoemen (omdat die „aan de Z.L.M. zou worden toebedeeld") en ze konden zich ook niet naar eigen inzicht een secretaris toevoe gen, terwijl toch de voorzitter wel weer eenigszins zal willen meespreken in de benoeming van een secretaris, waarop hij zooveel zal moeten steunen. De se cretaris dient ook wel een jurist te zijn, hetgeen destijds van de zijde van het departement terecht is aangegeven. De samenstelling der commissie be hoorde, als men met invloed en ledental der landbouworganisaties rekenen wilde, dan toch in ieder geval zoo te zijn, dat van ieder dier organisaties een aantal leden er in zou zitten in evenre digheid met het aa n t a daarbij aangesloten leden. Dit zou in Zeeland dan ongeveer neer komen op -5 leden van de Z.L.M. 1 van den C.B.T.B. en 1 van de K.K., waarbij dan nog zouden komen 2 leden van „Grondbezit", ongerekend den se-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 6