mm
Drinkwater in Midden-Zeeland.
tweede bud vak de provinciale zeeüwsche mmdelbürgsche courant ,(w.o. de goesche crt.) van maandag 24 januari 1938. No. 19.
KRONIEK van den DAG.
Gevaarlijk spel.
Een onderhoud mei ir. J. van Poelgeest.
Uit het EngeUch van
PAUL TRENTV '2
De malle puzzle
De realiteit in deze wereld, de harde,
pleegt zich niet bijster veel om poli
tieke ideologieën en aanverwante arti
kelen te bekommeren. Omdat ze door de
bank nogal voos en goedkoop zijn? De
feiten schijnen op die vraag een nadruk
kelijk bevestigend antwoord te geven.
Aan de staatslieden zelf in de eerste
plaats. Hitler en Mussolini weten er van
mee te praten; maar niet minder de
Fransche politici, die een paar jaar ge
leden met zooveel branie het schip der
Volksfronterij van stapel lieten loopen,
en de Russen, die zich dagelijks kunnen
verbazen over de „communistische"
praktijken van vadertje Stalin.
Wij kunnen met deze dingen voor
oogen, moeilijk onzen minister van bui-
tenlandsche zaken, den heer Patijn, hard
vallen over de pogingen, welke hij on
langs ondernam, om de diplomatieke be
trekkingen met Italië in het reine te
brengen, Het is met die betrekkingen
een tamelijk mal geval. Tal van landen
worden momenteel te Rome door zaak
gelastigden, inplaats van door ambas
sadeurs of gezanten vertegenwoordigd.
Het toeval heeft gewild, dat er de laat
ste twee jaar nogal wat mutaties in het
diplomatieke corps a,daar voorkwa
men. Nieuwe functionnarissen konden
echter niet worden aangesteld, tenzij
hun geloofsbrieven aan: den koning van
Italië, keizer van Ethiopië,
werden gericht. Aldus luidt immers
de titel thans. Den regeeringen, die de
Italiaansche verovering van Abessynie
tot dusver niet hebben willen erkennen,
ligt dat Ethiopische keizerschap van Vic
tor Emmanuel als een kei in de maag.
Het in de geloofsbrieven vermelden, zou
op een feitelijke erkenning neerkomen.
.Weglating van den titel zou een belee-
diging van Z.M. zijn. Een oplossing voor
deze puzzle bleek niet te vinden en
zoo loopen er nu te Rome tal van zaak
gelastigden rond, als tijdelijke waarne
mers der diplomatieke vertegenwoordi
ging.
Nederland behoort tot de ianden, wel
ken het lot deze poets bakte. En nu heeft
onlangs onze minister van buitenland-
sche zaken gemeend, stappen te moeten
doen, om een eind aan den vrij zotten
toestand te maken. Men weet in welken
vorm: de heer Patijn liet bij de regee
ringen der z.g. Oslo-staten (de Scandina
vische landen en België) informeeren, of
men gezamenlijk den knoop niet zou
kunnen doorhakken door Victor Emma
nuel den keizerstitel niet langer te ont
houden, Van verschillende kanten is dit
den minister zeer kwalijk genomen,
Maar wat voor zin kan het dan toch
hebben, onze betrekkingen met Italië
nog langer te schaden? De verovering
van Abessynië is niet ongedaan te ma
ken. Abessynië behoort tot Italië. Geen
enkele ideologie kan daaraan nog iets
veranderen. Het zou struisvogelpolitiek
zijn, deze realiteit te ontkennen.
De Scandinavische en Belgische re
geering durfden voorshands nog niet
op het denkbeeld van minister Patijn
ingaan. Maar, dat beteekent toch al
lerminst dat hij een échec geleden heeft
Want de laatste dagen is wel heel dui
delijk gebleken, dat toch vrijwel alle
bij de zaak betrokken regeeringen het
verlangen koesteren, de moeilijkheid uit
de wereld te helpen. Zoo hield de
Zweedsche (sociaal-democratische) mi
nister van buitenlandsche zaken Sandler
de vorige week in den Zweedschen
Rijksdag een rede, waarin hij nadrukke
lijk de noodzakelijkheid van een oplos
sing betoogde. Het verschil tusschen de
opvattingen van Patijn en Sandler is
slechts, dat de laatste een collectieve
stap (van alle betrokkenen dus"
wenscht, terwijl de eerste meent, dat
desnoods een aantal kleine mogendhe
den maar voor moet gaan. De groote,
Frankrijk en Engeland, zullen dan wel
volgen, meent de heer Patijn. Ook mr.
Spaak, de Belgische (socialistische) mi
nister van buitenl. zaken, heeft te ken
nen gegeven, dat er dan toch eindelijk
eens wat zal moeten gebeuren. En een
bekend Finsche hoogleeraar in het vol
kenrecht heeft, met een beroep op de
feitelijke omstandigheden, het initiatief
onzer regeering gebillijkt. Zijn redenee
ring komt er op neer, dat de interna
tionale rechtsorde nu eenmaal nog zéér
primitief is en dat de Volkenbond, door
het opheffen van de sancties, eigenlijk
zelf al Abessynië's lot bezegeld heeft
verklaard.... Eenmaal zal men, hoe
ongaarne ook, de verovering van dat
land moeten toegeven. En dit heeft, al
dus de professor, de Nederlandsche re
geering begrepen.
Vermoedelijk zal onze regeeriug ook be-
giepen hebben, dat men in Eageia::ö als
puntje bij paaitje komt, al evenzeer haar
opvatting dee't Teekenènd in dii verband
is een dezer dagen verschenen artikel in
de .Yorkshire Post", een blad. dut nogal
eens fungeert als spreekbuis van minis
ter Eden. Men krijgt daaruit zeer sterk
den indruk, dat Engeland eventueele
stappen „tot liquidatie van de laatste
consequenties" der onfortuinlijke sanctie-
gesch'edenis zooals de Yorkshire
Post zich uitdrukt met vreugde zou
begroeten. Engeland is blijkbaar wel be
reid, 't welslagen van zulke pogingen
te verzekeren of althans niet te belem
meren, „Uit het oogpunt van den Vol
kenbond", aldus Eden's spreekbuis,
„heeft het weinig zin, om nog een ten
dens te bestrijden, die zich nu zoo krach
tig doet gelden!..."
Inderdaad. En men kan er in komen,
dat Engeland in het onderhavige geval
anderen wel graag de kastanjes uit het
vuur zou zien halen.
De W.M.Z. is de laatste schakel in het gebouw der waterleiding-voorziening
van heel Zeeland Walcheren kan zichzelf niet alleen voorzien;
zijn totale duinwatervoorraad is te gering Daarom moet
Zuid-Beveland helpen Te Ossendrecht is goed heide-
water in onbegrensde hoeveelheid aanwezig
Zal de W.M.Z. in 1938 haar distri
butie-werkzaamheid kunnen
aanvangen?
95).
„Hallam heeft je omgekochtdoor
te beloven met je te trouwen. Jij dwaas
heeft hij'dat dan gedaan?.... Ik ge
loof van niet. Kind, ik ben bang dat je je
belooning nooit zult krijgen".
Valda had scherp toegekeken, Einde
lijk nam zij de kans waar, snelde naar
de tafel en greep de revolver. Maar ze
was met vlug g'enoeg en er ontstond een
worsteling,
„Laat los", zei hij woedend.
Een duide knal, Valda wankelde, deed
een paar stappen en viel achterover op
de divan.
„U heeft geschoten", fluisterde ze
heesch,
„Het was je eigen schuld", antwoord
de hij.
Het bloed drong reeds door haar ja
pon,
„Haal een dokter, ik geloof dat ik
sterf".
„Zul je zeggen, dat het een ongeluk
was?"
„Ja ga nu".
De baron aarzelde niet langer, maar
ging naar de gang. De voordeur werd
geopend en hij deinsde terug.
„U?" riep hij, toen hij Sylvester her
kende. jj jjf jj
Juist over den Sloedam, aan den
Walcherschen kant, net binnen den dijk
met de groote watersnood-deuren, ver
rijst een gebouwencomplex dat, bij na
vraag, van de W. M. Z, blijkt te zijn: de
N.V. Waterleiding Maatschappij Midden
Zeeland zet daar enkele gebouwen.
Ook hebben we den laatsten tijd zoo
hier en daar in den Midden-Westhoek
onzer provincie groote waterleidingbui
zen zien leggen; het een met het ander
was ons aanleiding eens een persgesprek
te voeren met ir. J. vanPoelgeest
!e Goes, de man die al een dertigtal
jaren zijn volle belangstelling aan de wa
tervoorziening van Zeeland, vooral van
Midden-Zeeland, heeft gegeven. Het
vraagpunt was: de Waterleiding Mpij.
Midden Zeeland, bezien in het verband
der geheele drinkwatervoorziening van
Zeeland.
„De W. M, Z. aldus ir. Van Poel
geest is de laatste schakel in den ke
ten, de sluitsteen van het gebouw der
drinkwatervoorziening van geheel Zee
land. Zooals men op bijgaand kaartje
ziet, is de gansche provincie nu verzorgd
althans: zal heel de provincie in een
betrekkelijk nabije toekomst de facto
verzorgd kunnen worden, zoo het dit
zelf slechts wil. Maar Ged. Staten, die
concessie verleenen moeten, hebben het
gebied thans geheel ingedeeld en toege
wezen. Schouwen wordt 'verzorgd
uit de ruime waterwinplaats H a a m-
s t e d e; St. Filipsland om ook het
kleinste der Zeeuwsche eilandjes niet te
vergeten krijgt zijn water uit S e p p e;
Tholen wordt voorzien uit Halste
ren. Bij Sint J a n s t e e n is de
waterwinplaats, modern ingericht en pas
geopend, voor geheel Zeeuwsch-Vlaan
deren ontworpen, en dan blijven de drie
eilanden Walcheren, Zuid- en Noord-
Beveland nog over. Daarmee houden we
ons nu voornamelijk bezig".
„Er zijn drie bedrijven met drie wa-
terwinplaatsen, die in werkelijkheid dit
gebied ten deele nu reeds verzorgen, het
in de toekomst geheel zullen moeten
verzorgen. Dit zijn: de Middelburgsche
gemeentelijke waterleiding, met water
winplaats Oranjezon; de Vlissing-
sche gemeentelijke waterleiding, met
waterwinplaats D i s h o e c k, en de N.V.
Waterleidingmpij Zuid-Beveland, die
haar water van den Brabantschen wal,
n.l. te Ossendrecht, haalt.
„De voorzieningstoestand van het
gebied der Midden-Zeeuwsche eilanden
is nu zoo, dat de Middelburgsche
waterleiding de stad Middelburg zelf
ruimschoots kan verzorgen, daarenboven
levert aan tijdelijk geconcessioneerde
eigen distributie-bedrijfjes in Domburg
en Vrouwenpolder; dat V 1 i s s i n g e n j
de eigen stad niet eens voldoende kan j
voorzien, daarnevens echter nog aan een I
eigen bedrijfje in Souburg levert (het
tekort koopt Vlissingen van Middel
burg); dat de N.V. Zuid-Beveland heel
dit eiland zelfstandig verzorgt, met uit
zondering van de gemeente Borsselen,
waar de N.V. Zuid-Beveland het water
slechts tot aan de gemeentegrens levert,
doch de distributie in de gemeente ook
door een eigen bedrijfje geschiedt. De
zelfstandigheid dezer „eigen" bedrijfjes
sla men echter niet te hoog aan: ze
worden of zoo'n beetje bevoogd of zelfs
in feite heelemaal beheerd door een der
heusche bedrijven.
„Onverzorgd waren tot dusverre:
geheel Noord-Beveland en heel Walche
ren, uitgezonderd Middelburg, Vlissin
gen, Domburg, Souburg en Vrouwenpol
der.
„Het spreekt vanzelf, dat deze toe
stand zoo niet kan blijven voortdurei
Over 5, 10, 25 of 50 jaar heeft elke wc
ning in Zeeland waterleiding. Als dat tc
voren vaststaat, dan is het eisch van gc
zondheid en economie c'ezen loe stand 20
gauw mogelijk te verwezenlijken.
„Nu komt men echter voor ee
eigenaardige moeilijkheid. Volgens d
laatste zeer nauwkeurige onderzoekii
gen kan op Walcheren jaarlijk
niet meer dan 1.000.000 m3 water ge
wonnen worden, en wel millioen n.
te Oranjezon en K millioen te Dishoel
Weliswaar heeft Vlissingen vele jare
heel wat meer geleverd, maar daarme
is de waterwinplaats dan ook grondi
bedorven. Slechts na jaren rust, d.i. m i r
der onttrekking aan den bodem dan d
toelaatbare 250.000 m3, kai die wate:
winplaats weer goed worden,
„Aan deze beschikbare hoeveelhei
van 1.000.000 m3 heeft Walcheren echte
niet eens genoeg voor de bt
staande bedrijven, laat staan voor ui
breiding van de waterlevering aan pla
telandsgemeenten. En méér water is eei
voudig niet voort te brengen op Walchc
ren: dan raakt het zoetwater in den b(
dem op, en komt er brak voor in d
plaats. De voorziening van het platte
land van Walcheren met leidingwate
e i s c h t dus aanvoer van buiten Wal
cheren. Bovendien eischt Vlissingens te
kort ean goe f leicl.ngwater ziks nc
dringender.
„De aanvoer van water uit Braban
naar Walcheren zou een heele onderne
ming lijken, ware het niet, dat de N.Y
Zuid-Bevelandsche Waterleidingmaai
schappij haar buizennet al ongeveer tc
aan den Sloedam had liggen (Nieuwdorp
en.... de waterwinplaats dezer ondei
neming, uiterst gunstig in Brabant gele
gen, practisch gesproken over onbeperk
te koeveelheden prima heidewa'er bi
schikt. Dat niet alleen: haar huidige pre
ductie- en aanvoercapaciteit is groot gc
noeg om, naast de veilige verzorging va
het geheele eigen gebied, bovendien nc
de levering van 300.000 m3 water pc
jaar aan een ander te garandeeren. Mi
zoo voegde ir. Van Poelgeest hier aa
„Ja. Kom mee terug' naar binnen", zei
de laatste streng.
„Ik heb haast".
„Ik vrees dat u moet gehoorzamen. U
is mijn gevangene",
„Waarom?"
„Om verschillende beschuldigingen.
Kom binnen".
„Juffrouw Glyn is gewond. Ik ga een
dokter halen."
„Ik kan u niet uit mijn oogen laten
gaan. Kom binnen", zei Sylvester streng.
De baron gehoorzaamde. Sylvester
volde hem in de zitkamer,
„Juffrouw Glyn heeft hij op u gescho
ten?" vroeg hij,
„Neen, het was een ongeluk", ant
woordde ze zwakjes.
Sylvester durfde de baron niet alleen
te laten en ging daarom naar den trap
en riep den portier. Het duurde bijna
een uur voor den dokter kwam en on
derwijl had Sylveistjék (een boodschap
gezonden naar het naastbijzijnde politie
bureau om hulp te vragen. Er kwamen
spoedig eenige agenten en de baron
werd in arrest genomen.
Valda was naar haar slaapkamer ge-
macht, waar de dokter haar onderzocht.
„Het is gevaarlijk om haar te ver
voeren. Ik zal een verpleegster zenden.
Ik zal haar moeten opereeren", zei hij
tegen Sylvester.
Deze gaf hem zijn kaartje.
„Spaar geen kosten. U kunt ei-op re-
renen dat de admiraliteit voor dé. beta
ling verantwoordelijk is".
De dokter verborg zijn verbazing.
„Ik moet juffrouw Glyn spreken".
„Zij is nog bewusteloos, val haar zoo
weinig mogelijk lastig",
„Is de wond gevaarlijk?"
„Ja, maar er is toch g'oede kans op
herstel".
Sylvester's gelaat was vol symphatie
toen hij naast haar bed zat.
„Zeg me alles wat er gebeurd is. Ik
moet hét weten, u begrijpt me niet
waar?"
„Niemand weet dat hij alles ontdekt
heeft. Daar ben ik zeker van", fluis
terde ze,
„Goddank" zei hij. „Kan ik niets voor
u doen?"
„Alleen één ding, laat Hallam zoo
gauw mogelijk bij me komen".
„Dat zal moeilijk zijn, de vloot ligt in
gevechtspositie.
„Ik verlang om hem nog éénmaal te
zien".
„We zullen ons best doen".
„Dank u", zei ze dankbaar.
HOOFDSTUK XLIX.
Admiraal Langton zat in zijn kantoor.
De rimpels in zijn gelaat waren dieper,
maar zijn oogen stonden helder en vast
beraden.
„Geen nieuws van juffrouw Glyn?"
vroeg hij aan Sylvester.
„Ik kom juist van haar huis. Ze is het
zelfde als gistren".
„Wordt ze nog niet wat sterker?"
„Neen mijnheer. Het is zoo jammer dat
we Hallam niet te pakken kunnen krij
gen, Ze vraagt voortdurend naar hem".
„Ik heb juist bericht van hem. U weet
natuurlijk dat de Clyfie in het gevecht
bij Helgoland was".
Sylvester knikte bevestigend,
„Hij is gewond en aan wal gebracht.
Het is gelukkig niet ernstig; een kogel
door den arm en hij zal wel kunnen rei
zen, Ik zal naar het hospitaal teiegra-
feeren".
„Gisteren verlangde juffrouw Glyn om
juffrouw Cameron te zien. Zij is gisteren
gekomen".
„En zijn zij weer goede vrienden?"
„Schijnbaar wel.... Ik heb vanmor
gen met den dokter gesproken. Hij ge
looft niet, dat er veel kans op is, dat ze
beter wordt".
„Arm meisje. Ze heeft ons een grooten
dienst bewezen. Ik zou dat beest van een
baron kunnen wurgen", zei de admiraal
plotseling. „Waar is baron Branden?"
„In hechtenis. Ze hebben besloten hem
niet te ondervragen voor de oorlog voor
bij is. Hij heeft helaas niets gedaan, na
dat de oorlog is verklaard, en kan dus
niet voor den krijgsraad worden ver
daagd.
„Dat is jammer. Ik zou dien vent heb
ben willen zien doodschieten".
„Ik heb medelijden met juffrouw Glyn.
maar het is misschien toch beter dat zij
sterft. Mijnheer Hallam zou haar ge
trouwd hebben, maar ik betwijfel of ze
gelukkig zou zijn-geworden.Als ik
vergroot het weerstandsvermogen
tegen verkoudheid, griep en andere
infectieziekten. Levertraan met ge-
Ijkt vitaminengehaltel In Apo
theken en Drogisterijen f. 0.75
per flesch.
(Ingez. Med.)
oe niet op commando, elk uur van
len dag of den nacht, maar wanneer het
ns past, d.w.z. in den stillen tijd. Dit
iverschotwater kunnen we, net als b.v.
Ie lui van de electriciteit den nacht-
troom, goedkoop leveren. Wil men nog
'eel méér hebben, dan kunnen ze dat
ók nog van ons krijgen, maar daartoe
uilen we dan nieuwe werken moeten
anleggen en dat zou dan duurder water
vorden daardoor.
„Wij konden en wilden dus het
Valchersche tekort bijpassen. Maar: aan
vien moesten we dat leveren? Laat ik
le moeilijkheden van jaren lang niet
aeer oprakelen en me er toe bepalen te
eggen, dat een zeer gelukkige oplossing
evonden is door voor het heele gebied
a Midden Zeeland, hetwelk niet tot de
emeenten Middelburg, Vlissingen, en de
andeelhoudersgemeenten van Zuid-Be-
eland behoort, op te richten de N.V.
Vaterleiding-Maatschappij Midden Zee-
ai. cl ook wel W. M. Z., of, minder
raai „Wamizee" geheeten. Dit gebied,
le tijdelijk geconcessioneerde eigen be-
Irijfjes die later natuurlijkerwijze zullen
erdwijnen, inbegrepen, is op bijgaand
.aartje zwart gemaakt: het toekomstig
'oorzieningsgebied der W. M. Z.
„Deze W. M. Z. is den 25en Mei
936 opgericht, met een maatschappelijk
:apitaal van 10.000, verdeeld in 100
iandeelen van 100 elk; daarvan heeft
hans de provincie de meerderheid, n.l.
5 aandeelen; verder hebben de mede-
>prichters, n.l. de gemeenten Middel-
>urg Vlissingen en ue Waterleiding-
naatschappij Zuid-Beveland elk 15 aan-
leelen. Zoo is een juiste coördinatie van
>elangen verkregen, de bovenpartijdige
eiding der provincie verzekerd.
„Hoe werkt dit nieuwe systeem nu?
Vij, dwz. de Z.-BevelanJ, willen niet
,over den dam komen" Elk b'ijve baas in
:igen huis. Daarom levert de Z.-Beveland
iel water slechts in het aan gene kant
'an den Sloedam in aanbouw zijnde
aagreservoir. Daar wordt het overge-
Iragen aan de W. M. Z., die slechts een
listributie-maatschappij is. Die kan er
lan weer mee doen wat zij wil. Maar
:erste stap en taak der W. M. Z. is wel:
/lissingen helpen. Want dat tekort daar
s nijpender dan hert platteland, hetwelk
ich nog redt, zooals het reilt en zeilt,
lehalve dan misschien Arnemuiden,
'oor welke gemeente mede in ver-
>and met de garnalenpellerij als huis-
ndustrie de aanwezigheid van water-
eiding van wel bijzonder groot belang is
e achten.
„Dat laagreservoir over den Sloe-
lam, hetwelk men thans in aanbouw
:iet, is feitelijk slechts een groote kei
ler in den grond, met een inhoud van
200 m3. Daarbij worden dan de noodige
jompen gezet, maar geen personeels- en
ipzichterswoningen, want die zijn over-
lodig. Heel dit waterstation wordt auto-
natisch bediend uR Vlissingen voor-
soover er dan nog wat te bedienen valt,
vant grootendeels zal het zelfs vol-auto-
natisch werken. De tien-duims buislei-
ling naar Vlissingen is óók al gelegd,
/an dit laagreservoir af langs het sta-
ion te Middelburg naar de Vlissinger
/uitenhaven, waar voor laatstgenoemde
;tad een nieuwe watertoren wordt ge
bouwd.
„De N.V. Zuid-Beveland heeft naar
bedenk wat dat meisje voor Engeland
heeft gedaan".
„En vergeet Hallam niet hij heeft
onschatbaar werk gedaan en nu kunnen
we hem beloonen, De kapitein van de
Clytie meldt dat hij schitterend werk
heeft gedaan in Helgoland. Hij krijgt
stellig het D.S.O. (distinguished Se'vice
Order) en komt ook voor bijzondere pro
motie in aanmerking. Als u juffrouw
Glyn weer spreekt, groet haar dan har
telijk van me", eindigde de admiraal.
„Ik ben van plan haar vanavond nog
op te zoeken. Mag ik zeggen dat er
groote kans bestaat dat Hallam zal ko
men?"
„Ja, ik geloof wel dat het zeker is,
maar ik zal even het hospitaal opbel
len".
„Ik zal even wachten, mijnheer".
Een uur later was Sylvester in Old
Cavendish straat. Stella kwam hem in
de hall tegemoet en legde haar vingers
op de lippen,
„Ze slaapt. Ga mee naar de zitkamer",
fluisterde zij.
„Ik heb nieuws voor u. Luitenant Hal-
am is licht gewond. Hij komt in de stad
en zal tegen twaalf uur hier zijn".
„Daar ben ik heel blij om".
„Wilt u juffrouw Glyn op zijn bezoek
voorbereiden?.'
„Ja".
(Wordt vervolgd)