STATEN-GENERAAL
ÜQSCOPEN.
HET ANTWOORD VAN MINISTER
COLIJN IN DE EERSTE KAMER.
De algemeene beschouwingen
gesloten.
FRANKRIJK.
MIDDELBURG.
ELECTRO.
ENGELAND.
PALESTINA
GOES.
Hun DE
EkRI N NERINGEN
VAN EEN POLITIEMAN
Voor kleine tui
■tgaaK*
SE£flB
cello-spel, waarvan we noemen Bour-
ree 1 en 2 van Bach en het altijd ont
roerende Largo v,an Handel. Van het
orgelspel dient met eere genoemd te
worden het Preludium in b mineur van
Joh. Seb, Bach, dat met de middelen,
welke den organist ten dienste ston
den, werkelijk verbluffend was.
Ds. Beukenhorst vertolkte zijn dank
mede namens alle aanwezigen en bracht
n,aar voren dat het n et de gewoonte
is in een kerkgebouw te applaudissee-
ren, doch dat de stille aandacht waar
mee geluisterd werd meer waard is dan
een applaus. Toen de heeren musici
zich echter vertoonden, werd eventjes
deze sfeer verbroken en er werd hun
een ware ov,at e gebracht.
Minister Colijn heeft gisteren de op
merkingen betreffende de algemeene be
schouwingen over de rijksbegrooting be
antwoord en ten aanzien van het karak
ter van het kabinet den nadruk erop ge
légd, dat allereerst naar samenwerking
moest worden gestreefd. Verschillen
tusschen katholiek en protestant zouden
bij eén „breede basis" niet zijn wegge
vallen ea aan de mogelijkheid van een
roomsch-roode combinatie kon spr. nog
niet veel geloof hechten.
Een rechtsch kabinet zonder Colijn
zou niet levenskrachtiger zijn geweest
dan het thans zitting hebbende, en een
ander had in de kabinetsformatie niet
beter kunnen slagen, meende spr. zon
der zelfverheerlijking te mogen zeggen.
Bij het program van uitvoering staat de
fensie voorop, omdat onze land- en zee
macht een achterstand hebben in te ha
len in het belang van onze zelfstandig
heid. Eeti desideratum als dat van de
leetlingenschaal bij het lager onderwijs
moet hiervoor wijken en wanneer er
voor nieuwe behoeften geld beschikbaar
mocht komen, dan zou naar de meening
van dr. Colijn eerst de ouderdomsvoor
ziening behooren te worden uitgebreid.
De regeering zal het door prof.
Woltjer aangevoerde staatsrechtelijke
bezwaar* tegen het aan eindexamencan-
didaten opleggen bij koninklijk besluit
van afwijkingen van de officieele spel
ling nader onderzoeken.
De gevolgen van de depreciatie zijn
nog niet heelemaal le beoordeelen en
dat zal nog wel eenige jaren duren.
Minister De Wilde over den fi-
nancieelen toestand.
Minister De Wilde wees in aanslui
ting hierop nog eens op de noodzakelijk
heid om 'bezorgd te blijven voor den fi-
nancieelen toestand en het is z.i. de
vraag of we niet aan het begin staan van
een periode waarin tot verdere drasti
sche versobering van den staatsdienst
moet worden overgegaan.
Zou de staat niet maar aan zijn ver
plichtingen kunnen voldoen, dan zouden
Jaar in de eerste plaats de kleine
rentetrekkers, alle ambtenaren in 's
rijks dienst en voorts de gepensionneer-
den en de werkloozen het slachtoffer
van worden. En het staat nu reeds vast
dat in 1940 onze staatsverplichtingen
met eenige honderden millioenen geste
gen zullen zijn, zeide de minister. Doch
een volk dat voor zijn onafhankelijkheid
en daarvoor is het meerendeel van
deze millioenen thans noodig geen
offers wil brengen, is niet meer waard
een volk te zijn.
Na eenige replieken werden de alge
meene beschouwingen gesloten en de
Kamer tót nadere bijeenroeping ver
daagd.
DE AFFAIRE VAN DE CSAR.
Naar verluidt worden nog een:ge ern
stige misdaden in verband gebracht met
de Csar, nl. de moorden op den Rus Na-
vasjin en op Laetitia Toureaux, alsmede
de ontvoering van generaal Miller. Van
andere zijde daarentegen worden deze
vermoedens van gepleegde misdaden
voorbarig genoemd.
Gisternacht is Robert Puireui gehoord
die beschuldigd wordt de be:de Italiaan -
sche journalisten Carlo en Nello Roselli
te hebben vermoord. Hij ontkende ooit
te Bagnoles de l'Orne, waar de Italianen
werden vermoord, te zijn geweest, doch
hij gaf toe, dat de auto, waarin zij wer
den achtervolgd, aan zijn moeder be
hoorde, Verder zijn nog in verband met
deze zaak een zekere Bouvier en Fiuran
gearresteerd; zij zullen geconfronteerd
worden met Jacubiez, die e'eneens be
schuldigd wordt van medeplichtighe;d
aan dezen moord.
Verder heeft ingenieur Locuty ver
klaard dat Metenier hem heeft mede-
Verbannen.
Zarah Leander is een nog betrekkelijk
nieuwe ster in filmland. In korten tijd
heeft deze Zweedsche actrice zich po
pulair gemaakt. Zij heeft met haar land-
genoote Greta Garbo gemeen, dat zij
in haar films een mysterieuze sfeer
rond zich weet te scheppen. Het is moei
lijk definieerbaar waar dit zijn oorzaak
heeft. Wellicht zijn het vele bijkomstig
heden die deze verschijning"" iets fasci-
neerend geven: het droefgeestig gelaat,
de bescheiden wijze van acteeren, de
wonderlijke stem. De mogelijkheden
van dit laatste vooral heeft de regisseur
ten volle benut.
Maar het is wel voornamelijk het aan
grijpend spel van Zarah Leander, hetwelk
deze film boven het middelmatige doet
uitkomen. Het is als een groote winst te
achten, dat men het bijzondere stemge
luid van deze actrice niet tot exploita
tie heeft gebracht, door haar vele liedjes
te laten zingen. Wel hoort men eenige
aardige melodietjes, doch deze vallen
geheel binnen het kader van het ver
haal. Dit verhaal is niet in alle opzich
ten origineel, doch het valt zonder twij
fel te waardeeren. Boeiend en ontroe
rend is weergegeven de liefde, welke de
zangeres (Zarah Leander) voor den on
trouwen, schulden makenden en met
meisjes flirtenden officier (Willy Bir-
gel) koestert. De liefde is zoo groot, dat
zij de schuld van een chequeverval-
sching op zich neemt en gelaten de ver
banning ondergaat. Zeven jaar zal zij
achter de hooge muren vertoeven, in
dezelfde kolonie waar de officier zich
bevindt. Alleen een huwelijk kan haar
de vrijheid weergeven. De officier toont
daarvoor niet den moed te hebben. Ech
ter een eerlijke en sympathieke jonge
farmer zal haar verlossen. Maar dan
blijkt de liefde voor den officier, de zan
geres te machtig te zijn en zij keert naar
dezen terug. Het wordt echter een groo
te desillusie. Prachtig is dit gegeven uit
gewerkt.
Het geheim van dr. Forbes.
Dr. Forbes (Robert Kent) is een knap
man en een geziene persoonlijkheid. Een
ijverig assitent van professor Godfrey.
De harde werker gunt zich geen ple
ziertje en zelfs den omgang met char
mante vrouwen vermijdt hij. Tot de dok
ter met de vrouw (Gloria Stuart) van
den professor kennis maakt. Daar voelt
dr. Forbes zich tot aangetrokken. En de
genegenheid is wederkeerig.
De eeuwige driehoek die ontstaan is,
brengt groote moeilijkheden wanneer de
prof. een ernstige val doet als gevolg
waarvan hij sterven zal. Het einde wordt
verhaast door een te zware injectie.
Heeft dr. Forbes die toegediend? Hij
wordt van misdaad beschuldigd. Na een
knap gefilmde rechtzitting volgt een be
vredigende oplossing.
CITY.
ze ea
Nancy Steel wordt vermist.
Van de vele vormen van misdrijf is
„kidnapping" kinderroof een spe
cifiek Amerikaansch misdrijf, dat enkele
jaren geleden schrikbarende vormen
aannam. De Fox-film, die onder boven-
staanden titel is uitgebracht, behandelt
dit onderwerp en zij doet dit zonder de
franje, die vele Amerikaansche films on
genietbaar maakt. Op sobere wijze be
licht zij een zijde van zulk een misdaad,
die veelal verborgen blijft en misschien
ook in werkelijkheid zich nimmer voor
doet, nl. den tweestrijd dien de bedrijver
te voeren krijgt indien hij zich na ver
loop van tijd hecht aan het kind dat hij
ontvoerd heeft.
Danny O. Neil ziet zich voor zulk een
probleem gesteld. Hij ontvoerde een
baby en bracht haar als zijn kind onder
bij kennissen, met het voorwendsel dat
de moeder bij de geboorte gestorven
was. Het loopt hem echter tegen en hij
moet een langdurige celstraf ondergaan.
Eenmaal vrij is hij een oud man. Het kind
is inlusschen opgegroeid tot een lieftal
lige jonge djime, die hem zijn leven zoo
aangenaam mogelijk tracht te maken en
die hij niet meer wil missen.
Toch blijft zijn geweten knagen, te
meer, daar de vader van Sheila, zijn
vroegere patroon, hem voorthelpt, doch
het ontstolen kind maar niet kau ver
geten. Nancy heeft een duw noodig o n
tot de stap te kunnen besluiten en die
krijgt hij als zijn „slapie" uit zijn straf
tijd een meisje „tusschenschuift" en met
de belooning gaat strijken.
Victor Mc Laglen speelt op treffende
wijze de hoofdrol. Hij laat zich hier ken
nen als een karakterspeler met onge
kende talenten. Walter Connolly en June
Lang vervullen de beide andere rollen
op uitstekende wijze. Peter Lorre g'eeft,
als altijd, een bijzondere typeering van
den gewetenloozen misdadiger, Danny's
slapie.
Angst.
De Franschen hebben den naam goe
de karakterspelers te zijn. Met „Angst",
een Luminafilm, vervaardigd onder re
gie van Victor Tourjansky naar een ro
man van Stefan 2weig, hebben zij deze
reputatie bevestigd. Geschilderd wordt
de gemoedstoestand waarin een ge
trouwde vrouw zich bevindt, indien .zij
tegen haar wil achtervolgd wordt door
de liefdesverklaringen van een jongen
pianist, die zich verbeeldt niet zonder
haar te kunnen leven en egoïst als hij is,
haar huwelijksleven daaaraan wil opoffe
ren. Gedurig achtervolgt haar de angst
haar echtgenoot en kinderen te zullen
verliezen, hetgeen een verfijnde marte
ling wordt indien bovendien nog chan
tage op haar wordt uitgeoefend.
Gaby Morley geeft een treffende uit
beelding van deze geplaagde vrouw,
Charles Vanel is een sympathieke echt
genoot. o
gedeeld, dat de Csar de gebroeders zou
Lebben vermoord.
Nieuwe arrestaties.
fe Clermont Ferrand zijn gisteravond
wederom drie personen gearresteerd,
die beschuldigd worden van het in be
zit hebben van wapenen en het hande.
drijven hierin.
Een der gearresteerden, Fustier ge-
heeten, heeft verklaard den eed van de
Csar te hebben afgelegd aan Vogel en
Borrot, die hem korten tijd later een
machinegeweer en verscheidene hon
derden patronen in bewaring gaven. Het
wapen en de patronen zijn door Vogel
weer weggehaa'd. Het machinegeweer en
de patronen zijn echter niet terugge
vonden.
Onderzoek van de kerk naar huwelijk en
moraal
De Daily Herald meldt, dat de aarts
bisschoppen van Canterbury en York
binnenkort een commissie zullen samen
stellen welke tot taak zal hebben het
huwelijksprobleem te onderzoeken.
Het onderzoek zal betreffen de rede
nen tot echtscheiding, de moeilijkheden
van jongelui, die niet over voldoende in
komsten beschikken om te kunnen trou
wen en alle verdere geestelijke, moreele
maatschappelijke en oeconomische kan
ten van de betrekkingen tusschen de
beide sexen.
De eerste aanwijzing op dit punt
wordt gegeven in het verslag van de
commission of doctrine, dat den aarts
bisschop van Caterbury is uitgebracht.
De nieuwe commissie zal bestaan uit
vooraanstaande medici, psychologen, en
geestelijken, die de verschillende stroo
mingen binnen de Engelsche kerk ver
tegenwoordigen. Ook vrouwen zullen in
de commissie worden benoemd.
De onrust.
In verband met de onveiligheid in Pa
lestina zullen in het vervolg alle regee-
ringsambtenaren, die zich in het open
baar moeten vertoonen, voorzien worden
van een revolver, aangezien de laatste
maanden verscheidene malen regeerings-
ambtenaren werden aangevallen. Boven
dien wordt hen aangeraden niet tijdens
donker te reizen.
Naar Nabloes is militaire versterking
gezonden, om de Oostgrens te bewaken,
terwijl het aantal politiehonden zal wor
den uitgebreid, omdat deze dieren zeer
nuttig zijn geweest bij het achtervolgen
van terroristen.
GRAND THEATER.
De mijnen van Koning Salomo.
Deze geschiedenis speelt een 50 a 60
jaar terug in Afrika. Het land is over
stroomd met gelukzoekers. Een vader
en zijn dochter geven den strijd op en
weten dan een onderdag te krijgen in
de huifkar van een groot jager die langs
de woestijn in de richting der kust trekt.
Op hun tocht komen zij een verzanden
wagen tegen, waarin een uitgeputte ne
ger en een blanke die ligt te sterven.
In de nalatenschap van den blanke wordt
een kaart van de mijnen van koning Sa
lomon gevonden. Hoewel de verstandi-
gen in de ploeg den onmogelijken tocht
door de woestijn ontraden, winnen het
de avontuurlijken. De zware tocht slaagt
inderdaad, maar de mijnen van koning
Salomo worden bewaakt door een ne
gerstam. Verschillende sensationeele
scènes spelen zich nu in het negerdorp
af. Eerst redt hen echter een zonsver
duistering, die de negers voor een tee-
ken des hemels houden en dan blijkt de
neger de wettige koning van dezen stam
te zijn. Nadat zoo vrede verkregen is,
volgt echter weer een formeele oorlog
met een anderen stam, die door den
afgezetten koning te hulp geroepen is.
Dez'e, en de oude koning, worden ech
ter overwonnen, en dan zal men een
bezoek aan de mijnen brengen. De dia
manten liggen hier voor het grijpen.
Maar voor het gezelschap zich er aan
vergrijpen kan, beginnen de kraters, die
zich in de mijnen bevinden, te werken
en overdekken alles met asch en lava
en doen de mijnen instorten. Ternauwer
nood weet men het leven te redden en
onder een sterke begeleiding wordt dan
weer de „trek" naar de kust aanvaard.
Het geheel is eén avontuurlijke, span
nende geschiedenis, met vele belangwek
kende scènes, en schitterend spel, voor
al van Anna Lee en Paul Robeson. De
laatste benut daarbij ook alle gelegen
heden om zijn goede stem te laten hoo-
ren.
Nana.
Het tweede hoofdnummer schijnt ge
ïnspireerd te zijn door Zola's roman van
dien naam. Hoofdpersoon is een schoon
maar arm meisje, dat als artiste opgang
maakt, dat de mannen in de eerste
plaats beschouwt als middelen om naam
en geld te maken, doch dat daarbij toch
op één hunner verliefd wordt. Het ver
loop van deze liefdesgeschiedenis is ech
ter zeer dramatisch, al komt er tenslotte
wel een happy end. Maar dat had men
er beter af kunnen laten. Want overi
gens moet het een sterke, goede film ge
noemd worden, met uitstekend spel van
alles, en vooral van Anna Sten als Nana.
Een wereld- en Hollandsch journaal
gaan aan deze hoofdnummers vooraf,
waarvan we de goede opnamen van den
voetbalwedstrijd HollandLuxemburg
willen noemen.
x.
Vaische aanklacht.
Ket misdrijf, omschreven in artikel
188 van het Wetboek van Strafrecht,
(aangifte of klachte doen, dat een straf
baar feit gepleegd is, wetende, dat het
niet is gepleegd) v ndt veelal zijn oor
zaak in de benarde financieele om
standigheden waarin de dader verkeert.
Meest,ai is het feit waarop de aan
gifte betrekking heeft, een zg'n. vermo
gensdelict.
Mij zijn gevallen bekend, dat een ne
ringdoende valschelijk aangifte deed
van diefstal met braak, omdat hij niet
in staat was zijn schuldeischers te be
talen.
Een ander had zich gelden toegeëi
gend van een kas waarover hij het be
heer voerde en deed 'n strijd met de
waarheid aangifte, dat hij in het don
ker was aangerand en beroofd.
Nog weer een ander was tegen dief
stal verzekerd en deed aangifte, dat
hem geld en sieraden waren ontstolen
met het doel van de verzekeringmaat
schappij schadevergoeding te ontvan
gen.
Een zekere S. te B., een jonge man
van midden twint g jaar, werd door zijn
romantische ,aard er toe gebracht een
vaische aangifte te doen van een aan
randing.
Op een morgen verscheen hij voor
me met zijn linkerhand in een verband
en vertelde, dat hij in den laten avond
van den vorïgen dag op het rijwielpad,
loopende van W. naar Seh., door iemand
was aangerand.
De aanrander had getracht hem le
berooven.
S. had zich echter danig geweerd.
Volgens zijn zeggen was hij op den aan
rander aangevallen en had deze vast
gegrepen met de bedoeling hem -e
overmeesteren Ook toen de aanrander
met een revolver dreigde, was S. niet
teruggeschrokken. Hij, had getracht de
revolver vast te grijpen en op dat mo
ment had de dader het wapen afge
trokken.
De kogel was door de hand van S.
gegaan, waardoor deze was genood
zaakt den aanrander los te laten.
S. had zich onder behandeling ge
steld van dokter F. te B. die de ge
wonde hand had verbonden.
De aangever gaf nauwkeurig signale
ment op van den aanrander en hij
meende u t enkele woorden, die deze
had gesproken, te kunnen opmaken,
dat hij Hollandsch sprak, d.w.z, geen
Drentsch dialect.
Ik teekende de verklaring van S.
onmiddellijk op.
In zijn houding en de wijze waarop
hij het gebeurde voordroeg, was iets
dat mijn wantrouwen opwekte.
Ik gaf voor, dat ik noodig weg moest
en vroeg hem of hij over een uur weer
kon komen.
In dien tijd hoorde ik dokter F., die
me verklaarde dat S. werkelijk door
zijn hand was geschoten. De kogel
was aan de b nnenzijde van de hand
binnengedrongen en er aan de buiten
zijde weer uitgegaan.
Afen de binnenzijde had de dokter
kunnen waarnemen, dat het wapen zoo
goed als zeker bij het afgaan van het
schot, tegen de hand was gehouden.
Aan den dokter had S. hetzelfde ver
haal gedaan als aan mij. Eigenaardig
genoeg vertrouwde dokter F. de ver
klaring van S. evenmin als ik.
Toen S. terug kwam liet k hem al
les opnieuw vertellen. Zijn verhaal was
precies gelijk als de eerste keer en het
omschreven signalement van den aan
rander klopte eveneens met dat door
hem bij zijn eerste verklaring opgege
ven.
Mijn vertrouwen in S. werd er niet
sterker op toen hij op mijn vragen ver
klaarde dat hij zelf een revolver had
gehad, doch dit wapen een paar maan
den geleden te hebben verkocht omdat
zijn vader niet wilde hebben, dat hij
zoo'n gevaarlijk d'ng in zijn bezit had.
Een verdachte omstandigheid was,
dat hij niet kon opgeven aan wien hij
de revolver had verkocht.
Ik gaf S. te kennen, dat ik aanlei
ding had om hem van het doen van een
vaische aangifte te verdenken.
Ik bracht hem onder het oog, dat het
door hem opgegeven signalement van
den aanrander zou worden rondgezon
den en de mogelijkheid bestond, dat
personen, die aan het signalement be
antwoordden, zouden worden aange
houden.
Nadat de aangifte was opgeschreven
en aan S. was voorgelezen, zei ik tegen
hem: „Is dat allemaal nu waar S.?
Als ge soms om de een of andere re
den het verhaal hebt verzonnen, zeg het
dan. Ik scheur dan de aangifte kapot en
de zaak is voor mij afgedaan."
Hij hield echter vol, dat alles gegaan
was, als hij mij had verteld en hij teeken
de zijn aangifte.
Het was natuurlijk noodig, dat S. de
plaats aanwees waar, volgens hem, de
aanranding was gepleegd.
Zooals ik"verwachtte was op het door
hem aangewezen punt geen enkele aan
wijzing van een worsteling of iets derge
lijks te zien.
Ik vergat nog te vermelden, dat S. als
timmermansknecht werkzaam was in
een andere gemeente, 20 kilometer van
B. verwijderd.
Daar gingen we heen. Het was mijn
bedoeling om de kast van S. te onder
zoeken en zijn baas, diens huisgenooten
en de vrienden van S. te hooren.
S. kon niet fietsen en moest alzoo den
geheelen afstand te voet afleggen.
Hij zelf verklaarde, dat hij dat best
kon doen en zijn verwonde hand hem
niets hinderde.
Op het laatste gedeelte van den tocht
veranderde er iets in de houding van S.
Hoe dichter we in de nabijheid van de
woning van zijn baas kwamen, hoe on
rustiger hij werd.
fn zijn kast vond ik een doosje waar
in enkele revolverpatronen waren en
nadat de vrouw en de dochter van zijn
patroon mij hadden verklaard, dat een
paar dagen van te voren S. nog in het
bezit van een revolver was geweest, viel
hij door de mand.
Onder tranen bekende hij zich zelf op
zettelijk door de hand te hebben gescho
ten en het verhaal van de aanranding
van te voren te hebben bedacht.
De redenen van zijn handelingen wa
ren ietwat ongewoon.
Zij kwamen, in het kort vermeld, hier
op neer, dat hij een oogje had op een
meisje uit de buurt waar hij werkzaam
was en hij meende, dat het indruk op
haar zou maken, als bekend werd met
hoeveel durf hij tegen z'n aanrander was
opgetreden.
Om geen twijfel aan de aanraading
over te laten, had hij zich zelf de ver
wonding toegebracht en aangifte bij de
politie gedaan.
De revolver had hij in de heide weg
geworpen.
Na uren zoeken werd deze in de om
geving, welke S. aanwees, door ons ge
vonden. Of het betrokken meisje onder
den indruk is gekomen van de moed van
S. om zich ter wille van haar zoo'n ver
wonding toe te brengen, weel ik niet.
Wel is mij bekend, dat de rechter dien
moed niet beloonde.
Voor hen, die een bak b'ezi'iten.
Menige liefhebber heeft in zijn tuintje
een bak, waarin hij naar hartelust kan
experimenteeren en waar hij werkelijk
met succes planten in bloei trekt "en
bloem- of groentezaad tot ontwikkeling
brengt.
Het principe „warme bak" is echter
voor de meeste liefhebbers een toover-
formule, en geen wonder omdat we ze in
liefhebberstuinen weinig' of nooit aan
treffen.
In de maand Januari kunnen we ech
ter zoo'n warmen bak aanleggen en wé
nemen daartoe uit onzen bestaanden bak
ongeveer een meter diep grond weg,
terwijl we daarvoor in de plaats blade
ren brengen, die we stevig aanstampen,
daarop nog een laag paardenmest waar
mee we hetzelfde doen, en dan zijn we
weer op ons oude niveau gekomen. Aan
den buitenkant beschermen we den bak
ook nog met aangestampte bladeren of
aarde. Daarna worden de ramen op den
bak gelegd en de broei kan beginnen,
's Nachts leggen we er vooral een riet
mat over, doch overdag laten we den
bak onbedekt, zoodat het zonnetje voor
al goed kan doordringen. Als de damp
zich gaat ontwikkelen luchten we zoo
veel mogelijk van den wind af. Als de
bak flink aan het broeien is, brengen we
er een laag teelaarde op van 10 cm on
geveer en herhalen dat na een paar da
gen nog eens.
En wat kunnen we nu als liefhebber
in z'oo'n bak gaan kweeken? We be
ginnen bv. met radijs, de vroegste roode
„vuurbal", de felroode „Sparkler" met
witte punt of de lange scharlakenroode
„vuurkolom".
En zelfs kunnen we het probeeren met
meloenen, die immers zooveel behoefte
hebben aan warmte. Aanbevelenswaar
dig zijn de karbonkel, de suikermeloen,
de Oranje-ananas en de netmeloen Ken-
nemerland. En natuurlijk denken we
dan ook aan de komkommers, waarvan
voor de glascultuur de volgende soorten
in aanmerking komen: donkergroene
Spiers, Market Champion, Covent Gar
den Favorite en Improved Telegraph,
alle met groene vruchten.
En wat denkt u van Spaansche pe
pers, de gele of roode, met lange of dik
ke en afgeplatte vruchten? Tegenwoor
dig worden de pepers immers als fijne
groente verkocht, waarvoor speciaal in
aanmerking komen: carré d'Amerique en
doux d'Espagne.
A. C. Muller—Idzerda.
KALENDERS.
De Bendor-kalender van den kon.
bond van gep. en eervol ontslagen mili
taire officieren van moederland en kolo
niën en hunne weezen bevat op de
maandbladen foto-illustraties betrekking
hebbend op ons vorstenhuis.
De kalender van het „Nieuwsblad
van het Noorden" is een jubileum-uitga
ve. Deze aardige kalender bevat op de
maandbladen goed geslaagde reproduc
ties naar oude teekeningen uit vorige
eeuwen.
Ook de Batavierlijn, N.V. Wm. Mul
ler Co. te Rotterdam, zond ons een
aardige maandkalender.