STATEN-GENERAAL ÜQSCOPEN. HET ANTWOORD VAN MINISTER COLIJN IN DE EERSTE KAMER. De algemeene beschouwingen gesloten. FRANKRIJK. MIDDELBURG. ELECTRO. ENGELAND. PALESTINA GOES. Hun DE EkRI N NERINGEN VAN EEN POLITIEMAN Voor kleine tui ■tgaaK* SE£flB cello-spel, waarvan we noemen Bour- ree 1 en 2 van Bach en het altijd ont roerende Largo v,an Handel. Van het orgelspel dient met eere genoemd te worden het Preludium in b mineur van Joh. Seb, Bach, dat met de middelen, welke den organist ten dienste ston den, werkelijk verbluffend was. Ds. Beukenhorst vertolkte zijn dank mede namens alle aanwezigen en bracht n,aar voren dat het n et de gewoonte is in een kerkgebouw te applaudissee- ren, doch dat de stille aandacht waar mee geluisterd werd meer waard is dan een applaus. Toen de heeren musici zich echter vertoonden, werd eventjes deze sfeer verbroken en er werd hun een ware ov,at e gebracht. Minister Colijn heeft gisteren de op merkingen betreffende de algemeene be schouwingen over de rijksbegrooting be antwoord en ten aanzien van het karak ter van het kabinet den nadruk erop ge légd, dat allereerst naar samenwerking moest worden gestreefd. Verschillen tusschen katholiek en protestant zouden bij eén „breede basis" niet zijn wegge vallen ea aan de mogelijkheid van een roomsch-roode combinatie kon spr. nog niet veel geloof hechten. Een rechtsch kabinet zonder Colijn zou niet levenskrachtiger zijn geweest dan het thans zitting hebbende, en een ander had in de kabinetsformatie niet beter kunnen slagen, meende spr. zon der zelfverheerlijking te mogen zeggen. Bij het program van uitvoering staat de fensie voorop, omdat onze land- en zee macht een achterstand hebben in te ha len in het belang van onze zelfstandig heid. Eeti desideratum als dat van de leetlingenschaal bij het lager onderwijs moet hiervoor wijken en wanneer er voor nieuwe behoeften geld beschikbaar mocht komen, dan zou naar de meening van dr. Colijn eerst de ouderdomsvoor ziening behooren te worden uitgebreid. De regeering zal het door prof. Woltjer aangevoerde staatsrechtelijke bezwaar* tegen het aan eindexamencan- didaten opleggen bij koninklijk besluit van afwijkingen van de officieele spel ling nader onderzoeken. De gevolgen van de depreciatie zijn nog niet heelemaal le beoordeelen en dat zal nog wel eenige jaren duren. Minister De Wilde over den fi- nancieelen toestand. Minister De Wilde wees in aanslui ting hierop nog eens op de noodzakelijk heid om 'bezorgd te blijven voor den fi- nancieelen toestand en het is z.i. de vraag of we niet aan het begin staan van een periode waarin tot verdere drasti sche versobering van den staatsdienst moet worden overgegaan. Zou de staat niet maar aan zijn ver plichtingen kunnen voldoen, dan zouden Jaar in de eerste plaats de kleine rentetrekkers, alle ambtenaren in 's rijks dienst en voorts de gepensionneer- den en de werkloozen het slachtoffer van worden. En het staat nu reeds vast dat in 1940 onze staatsverplichtingen met eenige honderden millioenen geste gen zullen zijn, zeide de minister. Doch een volk dat voor zijn onafhankelijkheid en daarvoor is het meerendeel van deze millioenen thans noodig geen offers wil brengen, is niet meer waard een volk te zijn. Na eenige replieken werden de alge meene beschouwingen gesloten en de Kamer tót nadere bijeenroeping ver daagd. DE AFFAIRE VAN DE CSAR. Naar verluidt worden nog een:ge ern stige misdaden in verband gebracht met de Csar, nl. de moorden op den Rus Na- vasjin en op Laetitia Toureaux, alsmede de ontvoering van generaal Miller. Van andere zijde daarentegen worden deze vermoedens van gepleegde misdaden voorbarig genoemd. Gisternacht is Robert Puireui gehoord die beschuldigd wordt de be:de Italiaan - sche journalisten Carlo en Nello Roselli te hebben vermoord. Hij ontkende ooit te Bagnoles de l'Orne, waar de Italianen werden vermoord, te zijn geweest, doch hij gaf toe, dat de auto, waarin zij wer den achtervolgd, aan zijn moeder be hoorde, Verder zijn nog in verband met deze zaak een zekere Bouvier en Fiuran gearresteerd; zij zullen geconfronteerd worden met Jacubiez, die e'eneens be schuldigd wordt van medeplichtighe;d aan dezen moord. Verder heeft ingenieur Locuty ver klaard dat Metenier hem heeft mede- Verbannen. Zarah Leander is een nog betrekkelijk nieuwe ster in filmland. In korten tijd heeft deze Zweedsche actrice zich po pulair gemaakt. Zij heeft met haar land- genoote Greta Garbo gemeen, dat zij in haar films een mysterieuze sfeer rond zich weet te scheppen. Het is moei lijk definieerbaar waar dit zijn oorzaak heeft. Wellicht zijn het vele bijkomstig heden die deze verschijning"" iets fasci- neerend geven: het droefgeestig gelaat, de bescheiden wijze van acteeren, de wonderlijke stem. De mogelijkheden van dit laatste vooral heeft de regisseur ten volle benut. Maar het is wel voornamelijk het aan grijpend spel van Zarah Leander, hetwelk deze film boven het middelmatige doet uitkomen. Het is als een groote winst te achten, dat men het bijzondere stemge luid van deze actrice niet tot exploita tie heeft gebracht, door haar vele liedjes te laten zingen. Wel hoort men eenige aardige melodietjes, doch deze vallen geheel binnen het kader van het ver haal. Dit verhaal is niet in alle opzich ten origineel, doch het valt zonder twij fel te waardeeren. Boeiend en ontroe rend is weergegeven de liefde, welke de zangeres (Zarah Leander) voor den on trouwen, schulden makenden en met meisjes flirtenden officier (Willy Bir- gel) koestert. De liefde is zoo groot, dat zij de schuld van een chequeverval- sching op zich neemt en gelaten de ver banning ondergaat. Zeven jaar zal zij achter de hooge muren vertoeven, in dezelfde kolonie waar de officier zich bevindt. Alleen een huwelijk kan haar de vrijheid weergeven. De officier toont daarvoor niet den moed te hebben. Ech ter een eerlijke en sympathieke jonge farmer zal haar verlossen. Maar dan blijkt de liefde voor den officier, de zan geres te machtig te zijn en zij keert naar dezen terug. Het wordt echter een groo te desillusie. Prachtig is dit gegeven uit gewerkt. Het geheim van dr. Forbes. Dr. Forbes (Robert Kent) is een knap man en een geziene persoonlijkheid. Een ijverig assitent van professor Godfrey. De harde werker gunt zich geen ple ziertje en zelfs den omgang met char mante vrouwen vermijdt hij. Tot de dok ter met de vrouw (Gloria Stuart) van den professor kennis maakt. Daar voelt dr. Forbes zich tot aangetrokken. En de genegenheid is wederkeerig. De eeuwige driehoek die ontstaan is, brengt groote moeilijkheden wanneer de prof. een ernstige val doet als gevolg waarvan hij sterven zal. Het einde wordt verhaast door een te zware injectie. Heeft dr. Forbes die toegediend? Hij wordt van misdaad beschuldigd. Na een knap gefilmde rechtzitting volgt een be vredigende oplossing. CITY. ze ea Nancy Steel wordt vermist. Van de vele vormen van misdrijf is „kidnapping" kinderroof een spe cifiek Amerikaansch misdrijf, dat enkele jaren geleden schrikbarende vormen aannam. De Fox-film, die onder boven- staanden titel is uitgebracht, behandelt dit onderwerp en zij doet dit zonder de franje, die vele Amerikaansche films on genietbaar maakt. Op sobere wijze be licht zij een zijde van zulk een misdaad, die veelal verborgen blijft en misschien ook in werkelijkheid zich nimmer voor doet, nl. den tweestrijd dien de bedrijver te voeren krijgt indien hij zich na ver loop van tijd hecht aan het kind dat hij ontvoerd heeft. Danny O. Neil ziet zich voor zulk een probleem gesteld. Hij ontvoerde een baby en bracht haar als zijn kind onder bij kennissen, met het voorwendsel dat de moeder bij de geboorte gestorven was. Het loopt hem echter tegen en hij moet een langdurige celstraf ondergaan. Eenmaal vrij is hij een oud man. Het kind is inlusschen opgegroeid tot een lieftal lige jonge djime, die hem zijn leven zoo aangenaam mogelijk tracht te maken en die hij niet meer wil missen. Toch blijft zijn geweten knagen, te meer, daar de vader van Sheila, zijn vroegere patroon, hem voorthelpt, doch het ontstolen kind maar niet kau ver geten. Nancy heeft een duw noodig o n tot de stap te kunnen besluiten en die krijgt hij als zijn „slapie" uit zijn straf tijd een meisje „tusschenschuift" en met de belooning gaat strijken. Victor Mc Laglen speelt op treffende wijze de hoofdrol. Hij laat zich hier ken nen als een karakterspeler met onge kende talenten. Walter Connolly en June Lang vervullen de beide andere rollen op uitstekende wijze. Peter Lorre g'eeft, als altijd, een bijzondere typeering van den gewetenloozen misdadiger, Danny's slapie. Angst. De Franschen hebben den naam goe de karakterspelers te zijn. Met „Angst", een Luminafilm, vervaardigd onder re gie van Victor Tourjansky naar een ro man van Stefan 2weig, hebben zij deze reputatie bevestigd. Geschilderd wordt de gemoedstoestand waarin een ge trouwde vrouw zich bevindt, indien .zij tegen haar wil achtervolgd wordt door de liefdesverklaringen van een jongen pianist, die zich verbeeldt niet zonder haar te kunnen leven en egoïst als hij is, haar huwelijksleven daaaraan wil opoffe ren. Gedurig achtervolgt haar de angst haar echtgenoot en kinderen te zullen verliezen, hetgeen een verfijnde marte ling wordt indien bovendien nog chan tage op haar wordt uitgeoefend. Gaby Morley geeft een treffende uit beelding van deze geplaagde vrouw, Charles Vanel is een sympathieke echt genoot. o gedeeld, dat de Csar de gebroeders zou Lebben vermoord. Nieuwe arrestaties. fe Clermont Ferrand zijn gisteravond wederom drie personen gearresteerd, die beschuldigd worden van het in be zit hebben van wapenen en het hande. drijven hierin. Een der gearresteerden, Fustier ge- heeten, heeft verklaard den eed van de Csar te hebben afgelegd aan Vogel en Borrot, die hem korten tijd later een machinegeweer en verscheidene hon derden patronen in bewaring gaven. Het wapen en de patronen zijn door Vogel weer weggehaa'd. Het machinegeweer en de patronen zijn echter niet terugge vonden. Onderzoek van de kerk naar huwelijk en moraal De Daily Herald meldt, dat de aarts bisschoppen van Canterbury en York binnenkort een commissie zullen samen stellen welke tot taak zal hebben het huwelijksprobleem te onderzoeken. Het onderzoek zal betreffen de rede nen tot echtscheiding, de moeilijkheden van jongelui, die niet over voldoende in komsten beschikken om te kunnen trou wen en alle verdere geestelijke, moreele maatschappelijke en oeconomische kan ten van de betrekkingen tusschen de beide sexen. De eerste aanwijzing op dit punt wordt gegeven in het verslag van de commission of doctrine, dat den aarts bisschop van Caterbury is uitgebracht. De nieuwe commissie zal bestaan uit vooraanstaande medici, psychologen, en geestelijken, die de verschillende stroo mingen binnen de Engelsche kerk ver tegenwoordigen. Ook vrouwen zullen in de commissie worden benoemd. De onrust. In verband met de onveiligheid in Pa lestina zullen in het vervolg alle regee- ringsambtenaren, die zich in het open baar moeten vertoonen, voorzien worden van een revolver, aangezien de laatste maanden verscheidene malen regeerings- ambtenaren werden aangevallen. Boven dien wordt hen aangeraden niet tijdens donker te reizen. Naar Nabloes is militaire versterking gezonden, om de Oostgrens te bewaken, terwijl het aantal politiehonden zal wor den uitgebreid, omdat deze dieren zeer nuttig zijn geweest bij het achtervolgen van terroristen. GRAND THEATER. De mijnen van Koning Salomo. Deze geschiedenis speelt een 50 a 60 jaar terug in Afrika. Het land is over stroomd met gelukzoekers. Een vader en zijn dochter geven den strijd op en weten dan een onderdag te krijgen in de huifkar van een groot jager die langs de woestijn in de richting der kust trekt. Op hun tocht komen zij een verzanden wagen tegen, waarin een uitgeputte ne ger en een blanke die ligt te sterven. In de nalatenschap van den blanke wordt een kaart van de mijnen van koning Sa lomon gevonden. Hoewel de verstandi- gen in de ploeg den onmogelijken tocht door de woestijn ontraden, winnen het de avontuurlijken. De zware tocht slaagt inderdaad, maar de mijnen van koning Salomo worden bewaakt door een ne gerstam. Verschillende sensationeele scènes spelen zich nu in het negerdorp af. Eerst redt hen echter een zonsver duistering, die de negers voor een tee- ken des hemels houden en dan blijkt de neger de wettige koning van dezen stam te zijn. Nadat zoo vrede verkregen is, volgt echter weer een formeele oorlog met een anderen stam, die door den afgezetten koning te hulp geroepen is. Dez'e, en de oude koning, worden ech ter overwonnen, en dan zal men een bezoek aan de mijnen brengen. De dia manten liggen hier voor het grijpen. Maar voor het gezelschap zich er aan vergrijpen kan, beginnen de kraters, die zich in de mijnen bevinden, te werken en overdekken alles met asch en lava en doen de mijnen instorten. Ternauwer nood weet men het leven te redden en onder een sterke begeleiding wordt dan weer de „trek" naar de kust aanvaard. Het geheel is eén avontuurlijke, span nende geschiedenis, met vele belangwek kende scènes, en schitterend spel, voor al van Anna Lee en Paul Robeson. De laatste benut daarbij ook alle gelegen heden om zijn goede stem te laten hoo- ren. Nana. Het tweede hoofdnummer schijnt ge ïnspireerd te zijn door Zola's roman van dien naam. Hoofdpersoon is een schoon maar arm meisje, dat als artiste opgang maakt, dat de mannen in de eerste plaats beschouwt als middelen om naam en geld te maken, doch dat daarbij toch op één hunner verliefd wordt. Het ver loop van deze liefdesgeschiedenis is ech ter zeer dramatisch, al komt er tenslotte wel een happy end. Maar dat had men er beter af kunnen laten. Want overi gens moet het een sterke, goede film ge noemd worden, met uitstekend spel van alles, en vooral van Anna Sten als Nana. Een wereld- en Hollandsch journaal gaan aan deze hoofdnummers vooraf, waarvan we de goede opnamen van den voetbalwedstrijd HollandLuxemburg willen noemen. x. Vaische aanklacht. Ket misdrijf, omschreven in artikel 188 van het Wetboek van Strafrecht, (aangifte of klachte doen, dat een straf baar feit gepleegd is, wetende, dat het niet is gepleegd) v ndt veelal zijn oor zaak in de benarde financieele om standigheden waarin de dader verkeert. Meest,ai is het feit waarop de aan gifte betrekking heeft, een zg'n. vermo gensdelict. Mij zijn gevallen bekend, dat een ne ringdoende valschelijk aangifte deed van diefstal met braak, omdat hij niet in staat was zijn schuldeischers te be talen. Een ander had zich gelden toegeëi gend van een kas waarover hij het be heer voerde en deed 'n strijd met de waarheid aangifte, dat hij in het don ker was aangerand en beroofd. Nog weer een ander was tegen dief stal verzekerd en deed aangifte, dat hem geld en sieraden waren ontstolen met het doel van de verzekeringmaat schappij schadevergoeding te ontvan gen. Een zekere S. te B., een jonge man van midden twint g jaar, werd door zijn romantische ,aard er toe gebracht een vaische aangifte te doen van een aan randing. Op een morgen verscheen hij voor me met zijn linkerhand in een verband en vertelde, dat hij in den laten avond van den vorïgen dag op het rijwielpad, loopende van W. naar Seh., door iemand was aangerand. De aanrander had getracht hem le berooven. S. had zich echter danig geweerd. Volgens zijn zeggen was hij op den aan rander aangevallen en had deze vast gegrepen met de bedoeling hem -e overmeesteren Ook toen de aanrander met een revolver dreigde, was S. niet teruggeschrokken. Hij, had getracht de revolver vast te grijpen en op dat mo ment had de dader het wapen afge trokken. De kogel was door de hand van S. gegaan, waardoor deze was genood zaakt den aanrander los te laten. S. had zich onder behandeling ge steld van dokter F. te B. die de ge wonde hand had verbonden. De aangever gaf nauwkeurig signale ment op van den aanrander en hij meende u t enkele woorden, die deze had gesproken, te kunnen opmaken, dat hij Hollandsch sprak, d.w.z, geen Drentsch dialect. Ik teekende de verklaring van S. onmiddellijk op. In zijn houding en de wijze waarop hij het gebeurde voordroeg, was iets dat mijn wantrouwen opwekte. Ik gaf voor, dat ik noodig weg moest en vroeg hem of hij over een uur weer kon komen. In dien tijd hoorde ik dokter F., die me verklaarde dat S. werkelijk door zijn hand was geschoten. De kogel was aan de b nnenzijde van de hand binnengedrongen en er aan de buiten zijde weer uitgegaan. Afen de binnenzijde had de dokter kunnen waarnemen, dat het wapen zoo goed als zeker bij het afgaan van het schot, tegen de hand was gehouden. Aan den dokter had S. hetzelfde ver haal gedaan als aan mij. Eigenaardig genoeg vertrouwde dokter F. de ver klaring van S. evenmin als ik. Toen S. terug kwam liet k hem al les opnieuw vertellen. Zijn verhaal was precies gelijk als de eerste keer en het omschreven signalement van den aan rander klopte eveneens met dat door hem bij zijn eerste verklaring opgege ven. Mijn vertrouwen in S. werd er niet sterker op toen hij op mijn vragen ver klaarde dat hij zelf een revolver had gehad, doch dit wapen een paar maan den geleden te hebben verkocht omdat zijn vader niet wilde hebben, dat hij zoo'n gevaarlijk d'ng in zijn bezit had. Een verdachte omstandigheid was, dat hij niet kon opgeven aan wien hij de revolver had verkocht. Ik gaf S. te kennen, dat ik aanlei ding had om hem van het doen van een vaische aangifte te verdenken. Ik bracht hem onder het oog, dat het door hem opgegeven signalement van den aanrander zou worden rondgezon den en de mogelijkheid bestond, dat personen, die aan het signalement be antwoordden, zouden worden aange houden. Nadat de aangifte was opgeschreven en aan S. was voorgelezen, zei ik tegen hem: „Is dat allemaal nu waar S.? Als ge soms om de een of andere re den het verhaal hebt verzonnen, zeg het dan. Ik scheur dan de aangifte kapot en de zaak is voor mij afgedaan." Hij hield echter vol, dat alles gegaan was, als hij mij had verteld en hij teeken de zijn aangifte. Het was natuurlijk noodig, dat S. de plaats aanwees waar, volgens hem, de aanranding was gepleegd. Zooals ik"verwachtte was op het door hem aangewezen punt geen enkele aan wijzing van een worsteling of iets derge lijks te zien. Ik vergat nog te vermelden, dat S. als timmermansknecht werkzaam was in een andere gemeente, 20 kilometer van B. verwijderd. Daar gingen we heen. Het was mijn bedoeling om de kast van S. te onder zoeken en zijn baas, diens huisgenooten en de vrienden van S. te hooren. S. kon niet fietsen en moest alzoo den geheelen afstand te voet afleggen. Hij zelf verklaarde, dat hij dat best kon doen en zijn verwonde hand hem niets hinderde. Op het laatste gedeelte van den tocht veranderde er iets in de houding van S. Hoe dichter we in de nabijheid van de woning van zijn baas kwamen, hoe on rustiger hij werd. fn zijn kast vond ik een doosje waar in enkele revolverpatronen waren en nadat de vrouw en de dochter van zijn patroon mij hadden verklaard, dat een paar dagen van te voren S. nog in het bezit van een revolver was geweest, viel hij door de mand. Onder tranen bekende hij zich zelf op zettelijk door de hand te hebben gescho ten en het verhaal van de aanranding van te voren te hebben bedacht. De redenen van zijn handelingen wa ren ietwat ongewoon. Zij kwamen, in het kort vermeld, hier op neer, dat hij een oogje had op een meisje uit de buurt waar hij werkzaam was en hij meende, dat het indruk op haar zou maken, als bekend werd met hoeveel durf hij tegen z'n aanrander was opgetreden. Om geen twijfel aan de aanraading over te laten, had hij zich zelf de ver wonding toegebracht en aangifte bij de politie gedaan. De revolver had hij in de heide weg geworpen. Na uren zoeken werd deze in de om geving, welke S. aanwees, door ons ge vonden. Of het betrokken meisje onder den indruk is gekomen van de moed van S. om zich ter wille van haar zoo'n ver wonding toe te brengen, weel ik niet. Wel is mij bekend, dat de rechter dien moed niet beloonde. Voor hen, die een bak b'ezi'iten. Menige liefhebber heeft in zijn tuintje een bak, waarin hij naar hartelust kan experimenteeren en waar hij werkelijk met succes planten in bloei trekt "en bloem- of groentezaad tot ontwikkeling brengt. Het principe „warme bak" is echter voor de meeste liefhebbers een toover- formule, en geen wonder omdat we ze in liefhebberstuinen weinig' of nooit aan treffen. In de maand Januari kunnen we ech ter zoo'n warmen bak aanleggen en wé nemen daartoe uit onzen bestaanden bak ongeveer een meter diep grond weg, terwijl we daarvoor in de plaats blade ren brengen, die we stevig aanstampen, daarop nog een laag paardenmest waar mee we hetzelfde doen, en dan zijn we weer op ons oude niveau gekomen. Aan den buitenkant beschermen we den bak ook nog met aangestampte bladeren of aarde. Daarna worden de ramen op den bak gelegd en de broei kan beginnen, 's Nachts leggen we er vooral een riet mat over, doch overdag laten we den bak onbedekt, zoodat het zonnetje voor al goed kan doordringen. Als de damp zich gaat ontwikkelen luchten we zoo veel mogelijk van den wind af. Als de bak flink aan het broeien is, brengen we er een laag teelaarde op van 10 cm on geveer en herhalen dat na een paar da gen nog eens. En wat kunnen we nu als liefhebber in z'oo'n bak gaan kweeken? We be ginnen bv. met radijs, de vroegste roode „vuurbal", de felroode „Sparkler" met witte punt of de lange scharlakenroode „vuurkolom". En zelfs kunnen we het probeeren met meloenen, die immers zooveel behoefte hebben aan warmte. Aanbevelenswaar dig zijn de karbonkel, de suikermeloen, de Oranje-ananas en de netmeloen Ken- nemerland. En natuurlijk denken we dan ook aan de komkommers, waarvan voor de glascultuur de volgende soorten in aanmerking komen: donkergroene Spiers, Market Champion, Covent Gar den Favorite en Improved Telegraph, alle met groene vruchten. En wat denkt u van Spaansche pe pers, de gele of roode, met lange of dik ke en afgeplatte vruchten? Tegenwoor dig worden de pepers immers als fijne groente verkocht, waarvoor speciaal in aanmerking komen: carré d'Amerique en doux d'Espagne. A. C. Muller—Idzerda. KALENDERS. De Bendor-kalender van den kon. bond van gep. en eervol ontslagen mili taire officieren van moederland en kolo niën en hunne weezen bevat op de maandbladen foto-illustraties betrekking hebbend op ons vorstenhuis. De kalender van het „Nieuwsblad van het Noorden" is een jubileum-uitga ve. Deze aardige kalender bevat op de maandbladen goed geslaagde reproduc ties naar oude teekeningen uit vorige eeuwen. Ook de Batavierlijn, N.V. Wm. Mul ler Co. te Rotterdam, zond ons een aardige maandkalender.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 7