m mmt m mfm B BB m mmm nm fflfc ft m SM fm a m a*x VOOR DE JEUGD. V "ij \Lfn-Yv. HL_ AA o i p 1 VIER KINDEREPTMAKEN EEN COURANT. DAMMEN EN SCHAKEN. BART EN ZIJN VRIENDEN. PLAATJES VAN LUCIFERHOUTJES. DE MOEILIJKE SOM GYMNASTIEKLES EEN VECHTPARTIJ De groote meisjes werden in 1778 aan het garen spinnen gezet Twee jaar later werd het werk gestaakt, daar het geen voordee' bracht door de onoplettendheid en de onwilligheid der weezen. In 1807 werd weer vlas gesponnen en nu met meer succes. Dat de weesjongens en de wees meisjes niet altijd heilige boontje waren, is te begrijpen. De opge legde straffen, zooals schandbord roede, bullepees, boeien, donkere put enz. gaven niet altijd verbete ring van gedrag. Waren de be stuurders met een onverbeterlij ken jongen ten einde raad, dar. werd hij vaak naar zee gezonden om dienst te nemen bij de Oost- Indische Compagnie. In 1788 wa ren er zelfs 42 jongens „in de vaart". Soms werd weieens op den recomandatiebrief van 'een naar de Oost getransporteerden jongen geschreven H. H. H., 't geen be- teekende: Houdt hem hier. Voor waar geen aanbeveling. Weeskinderen beneden de zes jaar, na 1799 vijf jaar, werden bij particulieren uitbesteed. Men noemde dezulke houwkinderen Op het eind der 18de eeuw was het gesticht in groote financieele moeilijkheden gekomen, zoodat in 1800 het bestuur weer aan diake nen werd opgedragen. Om de las ten een weinig te verlichten moes ten in 1807 alle weezen boven de 20 jaar het weeshuis verlaten. Toch bleef het groote getal van 355 over om verzorgd te worden. De inlijving van ons land bij Frankrijk maakte aan het bestaan van het armweeshuis aan het Noordpoortplein een einde. In 1812 werden de weezen boven de 14 jaar vooral op het plat teland uitbesteed en de jon geren meer in de steden of op de dorpen, waar zij gemakkelijk naar school konden gaan. Den 3den November 1812 was het arm weeshuis geheel ontruimd. De twee overgebleven weezen wer den dien dag naar het Burger weeshuis overgebracht. Het groote gebouw werd in 1817 ingericht als beidelaarswerkhuis. Toch heeft het nog tijdelijk dienst gedaan als armweeshuis, n.l. in 1844. Van 1846 tot 1859 werden er de Roomsch-Katholieke weezen geherbergd. In laatstgenoemd jaar werd in den tuin aan de voorzijde van het oude mannen- en vrouwenhuis op de Heerengracht een armweeshuis voor kinderen van verschillende gezindten gebouwd. Het oude armweeshuis aan het Noordpoortplein werd nog een paar jaar gebruikt door de commis sie onder de zinspreuk: Loon voor werk. Haar doel was verbetering van den stoffelijken toestand der vele armen. Vooral gesteund door particuliere giften werd werk ver schaft, zoowel in 't gebouw als daar buiten. Zoo werden op de oude bolwerken wandelwegen aangelegd en boomen geplant. In 1862 was dit werk voltooid. Het meer dan twee en een hal ve eeuw oude gebouw was weldra ten doode opgeschreven, daar het plaats moest maken voor jeen nieuw ziekenhuis. Zoo'n inrichting was in het midden der vorige eeuw voor Middelburg zeer noodig, want het oude gasthuis in de Lange Delft voldeed al vele jaren niet meer. Verbouwing er van zou maar half werk zijn, zoodat de gemeen' .eraad de voorstellen daartoe ver wierp. Het is dr. J. C. de Man, die vee medegewerkt heeft tot het stich ten van een nieuw ziekenhuis Toen in 1854 in het gasthuis de pokken waren uitgebroken, welke ziekte zich in de stad en daarbui ten uitbreidde, gaf dr. De Man een geschrift uit over het verschijnen an de verspreiding der variolae o pokken, waardoor veler oogen opengingen. Op zijn initiatief were n 1859 een commissie opgericht tot verbetering van ziekenverple ging, van welke commissie hij voorzitter was. Op 28 Januari 1857 was reeds door den gemeenteraac .iet besluit genomen een nieuw ziekenhuis te stichten. Het ont brak echter aan de noodige fi aanciën, Toen een rijk familie- fonds 70.000 aanbood tegen lage rente, kon aan de uitvoering van het besluit gedacht worden. Het nieuwe ziekenhuis, dat in den volksmond gasthuis genoemc bleef, zou verrijzen op de plaats van het Armweeshuis, het laatst voor werkhuis gebruikt. Het ge bouw werd afgebroken. De fonda menten bleken nog in zoo'n goe den staat te zijn, dat hierop de voorgevel van het nieuwe zieken huis kon worden opgetrokken. Ook de groote kelders bleven onaan geroerd. Op 14 Maart 1864 werd de eer ste steen gelegd door den burge meester van Middelburg mr. J. F. Bijleveld van Serooskerke. Deze woonde in het prachtig heerenhuis „Groot Ravestein" in de- Lange Delft. In 1899 werd door den heer Verseput er het bekende hotel ge vestigd, dat op 7 Dec. 1929 helaas is afgebrand. Van de eerste steenlegging stond onlangs in de Middelb. Crt. een prachtige foto. Op 24 Oct. 1866 werd het ziekenhuis ingewijd. Den 24 Febr. 1867 werd het oude gast huis in de Lange Delft voor af braak verkocht voor 8300. En nu heeft het 71 jaren oude ziekenhuis plaats moeten maken voor een meer modern ingericht gebouw. De voorgevel hiervan tomt meer naar achter te staan, zoodat de fondamenten en de kel ders, die nog van het oude arm weeshuis waren, geheel worden opgeruimd. R. B. J. d. M. (Nadruk verboden.) WETENSWAARDIGHEDEN. Het hoed-afnemen is niet van den laatsten tijd. Het is een over- jlijfsel van het middeleeuwsche eenstelsel. De leenman stond niet alleen in dienst, maar ook onder Descherming van den leenheer. Verscheen hij voor zijn heer dan mocht hij zich zelf niet beschermen en mocht zich daarom ook niet voorzien van weermiddelen. Ver scheen hij gewapend voor zijn leer, dan beteekende dat trots, ge brek aan eerbied en vertrouwen, iet belangrijkste beschermings middel was de helm. De leenrecht- joeken schreven dan ook voor dat de vazal niet slechts voor zijn heer zwaard en mes moest afleggen, maar ook het hoofd moest ont- blooten. De plicht tot afnemen van het hoofddeksel bestpnd slechts aan het hof van den leenheer, niet in het veld of als de leenman in mi litairen dienst van zijn leenheer was. Vandaar dat het afnemen van het hoofddeksel geen militai ren groet is. Het brengen van de hand aan den helm is het symbool van het afnemen. Deze historische oorsprong ver klaart het verschijnsel dat het af nemen van het hoofddeksel vroe ger alleen gebruikelijk was tus- schen personen van de lagere klas sen die buiten de leenverhouding stonden. Thans is het een alge- meene gewoonte geworden. Uit bovenstaande blijkt waarom de gewoonte zich niet tot de vrou wen heeft uitgebreid. Zij zijn er met een hoofdknikje af. o Lenbach was als getuige voor het gerecht ontboden en moest urenlang wachten. Toen hij einde lijk vóór geroepen werd en den eed moest afleggen, hield de rech ter hem voor dat meineed gestraft werd en de meineedige nooit meer als getuige voor het gerecht zou mogen verschijnen. Deksels, zei Lenbach, dan pleeg ik meineed In Richmond (Amerika) ver schijnt wel de eigenaardigste cou rant ter wereld. Bovendien zal de ze courant wel de kleinste zijn. Dit laat zich begrijpen, indien men hoort, dat de uitgever tien jaren oud is en zijn hoofdredacteur pre cies elf lentes telt. De uitgever heet Billy Baylor, zijn hoofdredac teur Stuart Barret. Als reporters hebben zij twee aardige kleine meisjes in dienst genomen He lens Barret en Johanna Buchanan. Deze kleine courant wordt voor 5 cent per nummer verkocht. De eerste uitgave bracht in totaal 120 dollar op. Maar dit kleine bedrag heeft den uitgever en zijn chefredacteur niet de kalmte doen verliezen. Zij trachten thans door het werven van lezers het noodige crediet voor de aanschaffing van een eigen persje te verkrijgen. Voorloopig wordt de courant n.l. nog op een machine van Billy Baylor's vader gedrukt. Hoe een dergelijke courant er uit ziet Het eerste nummer be vatte eenige interessante berich ten uit de wijk, waarin Baylor woont. Ook werd nauwkeurig me degedeeld, hoeveel vissen een be paalde jongen in de afgeloopen week had gevangen. Toen er gewaarschuwd werd te gen een winkelier, die de kinderen een bonbon te weinig zou geven, indien zij voor 5 cent suikergoed bij hem kochten, protesteerde de ze koopman tegen de onware be richtgeving. Daarop spoorde Helene Barret niet minder dan vijftien getuigen op. Het protest van de winkelier werd op grond van hun verklarin gen afgewezen. Dit was het eer ste groote moreele succes van de ze courant, welke door vier kin deren gemaakt wordt, moreel succes, ook al ging het hier slechts om bonbons. Onderstaande partij werd ge speeld op 7 Januari 1938. Wit: J. F. HEEMSKERK. Zwart: H. STROOBAND. Berlijnsche verdediging. 1. e2e4 e7e5 2. Lflc4 Pg8—f6 Dat is de Berlijnsche partij, wel ke overgaat in een variant van de Weener partij. 3. Pbl—c3 Pb8c6 4. d2d3 Lf8e7 5. a2a3 Om na 5Pa5 te kun nen spelen 6. Lc4a2 6d7dó 7. Pgl—e2 0—0 8. f2—f4 e5Xf4 Zwart ruilt om meer ruimte te krijgen, 9. Lelf4 Lc4a2 10. Lf4e3 Deze zet beteekent tempover- ies. Mogelijk dat 10. 00 beter was alhoewel niet zonder risico. 10Lc8g4 11. Ddld2 Le7—h4f 12. Kei—dl Gedwongen, op 12. g2g3 volgt 12Pe5—f3f met dame- verlies en op 12. Pe2g3 volgt 12. Ph5Xg3 met pionverlies. 12Lg4e6 13. Pc3d5 - c7c6 14. Pd5—f4 Het eenige veld dat goed is. Na 14. Pd5b4 gaat het paard verloren met 14a7a5 14Ph5Xf4 15. Pe2Xf4 Le6Xa2 16. TalXa2 Pe6—g4 17. h2h3 Pg4Xe3 18. Dd2Xe3 Tf8e8 19. De3—f3 Dd8—f6 20. c2c3 Ta8d8 21. Kdlc2 d6d5 Ten koste van een geisoleerde pion tracht Zwart zijn stelling te openen. 22. e4Xd5 c6Xd5 23. Ta2—al d5—d4 I 1 a b cdefg'h 24. g2g3 Op 24. c3Xd4, Td8Xd4; 25. Pf3h5 (g2g3, Lh4Xg3; 26. Df3Xg3, Td4Xf4) Df6Xf3; *27. g2Xf3 Te8e3 en wint een pion. 2 4Te8e3 25. Df3Xb7 Dit verliest direct, doch op an dere zetten gaat pion g3 verloren. 2 5Lh4Xg3 26. Pf4d5 Df6—f2f 27. Kc2b3 Td8b8 28. Db7Xb8 Lg3Xb8 29. Pd5Xe3 d4Xe3 Op 29Df2Xe3 volgt Tel. 30. Thlfl Df2g3 31. Tal—el Dg3Xh3 Wit geeft op want er dreigt 33Dh3e6f en 34. f7f5 en 35 f5—f4. De hele klas ging een dag uit met -den onderwijzer. Eerst maak ten ze een boottocht en aan de andere kant van het meer gingen ze aan land en maakten een mooie wandeling door de bossen. Het was mooi weer en de jongens en meisjes genoten. Het duurde niet lang of de boterhammen die waren meegenomen, werden (aangespro ken en tegen het midden van de dag, toen de zon op zijn warmst scheen, kregen de meesten ook dorst. Sommige hadden een veld fles met limonade of fosco mee genomen, maar niet iedereen was in het bezit van zon veldfles en om een gewone fles mee te ne men, dat was wel wat lastig op zo'n tocht. Toen er gerust werd gingen de bekertjes en flessen dan ook van hand tot hand. Alleen Bart had geen zin om zijn limona de te delen. Hij hield de fles zo lang mogelijk verstopt en toen hij de kans zag dronk hij er gauw uit achter een bosje. Maar zijn beide vrienden Jan en Rudi hadden hem gezocht toen hij opeens verdween en juist toen Bart de fles weer op wilde bergen kwamen ze naar hem toe. „Hè, heb jij ook limonade' riepen ze. „Geef ons ook wat zeg, we wisten niet eens dat jij drinken bij je had". Maar Bart begon te lachen: „Ik denk er niet aan Dachten jullie dat ik het hele eind sleepte met die fles voor jullie pleizier Had .dan zelf gezorgd dat je drinken meenam". Met een liep hij weg en liet Rudi en Jan verbaasd staan. Dat waren ze niet van hun vriendje gewend Die hele verdere dag spraken ze niet meer met elkaar en bleven uit eikaars buurt. Maaj- langzamer hand vergaten Jan en Rudi al spe lend en pratend en wandelend, wat er was gebeurd en bij het uiteen gaan wilden ze Bart opzoeken om samen naar huis te lopen. Maar Bart was al weg en dus gingen de heide jongens met hun tweeën. Het begon al te schermeren toen ze in de straat kwamen waar ze woon den. Pratend en lachend gingen ze naar huis, maar opeens zwegen ze allebei. Daar, op den rand van het trottoir zat een jongen het was of hij pijn had en die jongen was Bart. Met een paar passen waren ze bij hem. „Bart, jó, wat is er Wat heb je Met een kwaad pijnlijk gezicht keek Bart op. ,Nou, dat kun je wel snappen", snauwde hij. „Ik heb m'n voet verstuikt en kan niet lopen". Voorzichtig hielpen Jan en Rudi hem opstaan en droegen hem sa men naar huis, het was gelukkig niet ver, Bart woonde maar een straat verder dan zij. Het was een flinke verstuiking, zei de dokter, toen die de volgen de dag, kwam. De voet had volko men ruift nodig en Bent moest maar een paar dagen in bed blijven. En elke dag moest zijn voet gemas seerd worden, wat heel erg pijn deed. „Wat een geluk dat je vrienden bij je waren", zei vader op een keer, „anders had je nog een hele poos in die stille straat kunnen liggen voor iemand je vond". „Ik lag er ook al een heel tijdje", ver telde Bart, want ik was alleen toen ik viel". „Was je alleen vroeg zijn vader verwonderd. „En ik dacht dat jullie samen van die wan deltocht kwamen En Jan en Ru di hebben je toch thuis gebracht „Ja, maar eh' Bart werd wat verlegen, ,,ik was vooruitgegaan en zij kwamen later „Waarom vroeg vader, die wist dat Jan en Rudi zijn vrienden waren en er niets van begreep. „Nou zo maar...." „Hadden jullie ruzie wilde vader weten. „Och, ja zo'n beetje...." Maar daar was vader niet mee tevreden, Bart moest alles vertellen en toen hij het had gehoord, was vader erg boos. „Dan mag je vrienden wel erg dankbaar wezen, dat ze je zo hebben gehol pen", zei hij. Als jij zo zelfzuch tig bent, dal je riTet eens je 1 mona de wilt delen, dan hadden ze jou daar op straat moeten laten zitten, dat was je verdiende loon ge weest." Bart keek verschrikt op. zijn vader was opgesprongen en gaf hem een flinke draai om zijn oren. „Daar En dat verdien je ookMeteen liep hij met grote stappen de kamer uit. Heel stil bleef Bart liggen, zijn wang gloeide van de klap. maar ook van schaamte. Want hoe meer hij 'er over dacht, des te meer begreep hij, dat vader gelijk had. Lelijk was hij tegen zijn vrien den geweest, zelfzuchtig had hij gedaan en hij herinnerde zich maar al te goed dat hij nog tegen ze had gesnauwd ook toen ze hem kwa men helpen. En tegen hem hadden ze geen woord gezegd over het ge beurde, ze hadden hem geholpen, zonder zich een ogenblik te be denken. Toen vader na het eten weer op zijn kamertje kwam vond hij Bart met dikke roodbehuilde ogen. „En Bart, heb je me wat te zeg gen vroeg Vader streng. „Dat.dat het me spijt dat het niet weer zal gebeu ren...." stamelde Bart. „Dus je begrijpt, dat je heel lelijk hebt-ge daan „Ja", knikte Bart en verlegen voegde hij er aan toe: „Mogen Jan en Rudi vanmiddag bij me komen, na schooltijd Toen begreep va der dat Bart werkelijk goed wilde maken, wat hij tegen zijn vriendjes had gedaan. „Goed," zei hij, „ik zal ze vra gen om te komen. En ik zal ze ook vertellen dat jij ze wat te zeggen hebt, is dat goed Ja, dat vond Bart goed want hij had zich vast voorgenomen om aan de jongens te zeggen hoe het hem speet, dat hij zo had gedaan. Reusachtig leuke dingen kun je krijgen door luciferhoutjes op een stukje karton te plakken. Hier zie je een paar bijzonder aardige voor beelden. Er is niets anders voor no dig dan een hele verzameling afge brande lucifers, een stuk karton, heel donker, is het mooiste, zwart steekt het allerbeste af en de lijm pot. Als je de lucifershoutjes wat te dik vindt om op te plakken, splijt je ze eerst overlangs in tweeen. Met een scherp mes ga je nu, nadat je de afgebrande kop pen er afgehaald en weggegooid hebt, de lucifers in stukjes snijden, zo groot als je ze nodig hebt. En nu kun je beginnen met alle leer lingen en schoolmeesters, de gym- toetellen en de bank en alles te maken. Je hoeft je ook niet aan de voorbeelden te houden Verzin zelf maar andere dingen, alle mo gelijke plaatjes kun je er mee ma ken. De hoofden, het boek en de bok waar ze overheen springen zijn van een stukje papier geknipt en daarna opgeplakt. Ga maar eens aan de gang, het is zulk leuk werk, je kunt de grappigste din gen maken. i i l» Af -V V V f\\ A MM si A

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 10