KRONIEK van don DAG.
gevaarlijk spel.
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIAL ZEEUWSCHE MDOELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG
De Amerikanen en Japan.
MIDDELBURG.
13 JANUA» 1938. No. 10.
W&IGHEREB.
*S.' 1
Van onzen New-Yorkschen corres
pondent ontvingen wij dezer dagen een
uitvoerigen brief over de stemming on
der het Amerikaansche volk in verband
met de gebeurtenissen in het Verre Oos
ten. Wij willen daaraan op deze plaats
het een en ander ontleenen.
Het is nog niet zoo heel lang geleden,
zoo schrijft hij, dat Amerikaansche toe
risten dreigden een oorlogsschip te la
ten komen, om heel Port Said te laten
platschieten, wanneer zij door een slu-
wen koopman bij den neus genomen
werden, of de hotelrekening alle gren
zen van afzetterij overschreed. De lezer
mag er om glimlachen, maar de verbol
gen Amerikaan meende het in allen
ernst en van die overtuiging is nog een
massa overgebleven. Hij gelooft nog al
tijd, dat er geen beter land bestaat dan
God's Own Country", God's eigen land,
dat in alle opzichten alle andere over
treft. En wanneer hij buitenslands moet
dan zijn er, goddank, ambassadeurs,
consuls en vice-consuls, om nog maar te
zwijgen van oorlogsschepen, die voor
bescherming van hem, de zijnen en zijn
zaken zorgen, waardoor hij absoluut
veilig is in al die vreemde streken.
Aan deze overtuiging, dat iedere
Amerikaan onder bescherming van de
Sterren en Strepen in het buitenland
even' veilig zou zijn als thuis, is nog niet,
veel veranderd. Maar naast die overtui
ging heeft er altijd bij de Amerikanen
één vrees bestaan: indien zij ooit een
verdedigingsoorlog zouden moeten voe
ren, dan zou het tegen Japan zijn.
Amerika heeft met goed gevolg een
erad gemaakt aan een zeer vredelieven
de. doch hoogst gevaarlijke Japansche
annexatie van Califonrië door de vesti
ging van Japansche immigranten te ver
bieden een aantal jaren geleden. De Ja
panners hebben dat destijds en nog al
tijd als een schrijnende beleediging be
schouwd, maar de geschiedenis zal het
misschien later uitwijzen, dat deze
maatregel net op het nippertje genomen
is, De vele tienduizenden Japanners, die
nu nog in California en in het overige
Amerika wonen, zouden heden ten dage
honderdduizenden geweest zijn, indien
die wet niet aangenomen was. En zoo-
we. Japanners als Chineezen hebben nu
eenmaal de loffelijke eigenschap jveel
harder te werken, veel spaarzamer te
zijn, met lager loonen tevreden te zijn
en er geweldig vruchtbaarder families op
na te houden dan de Amerikanen zelf.
Zoodat zij zich niet met een bescheiden
plaats in de gemeenschap blijven te
vreden stellen, maar die langzamerhand
gaan overheerschen. En dat gaat tegen
alle logica van Amerika in, waar men
eejc samensmelten van naties en volke
ren verlangt, maar geen domineeren van
de een of andere groep.
Na 1930 werd Japan's houding agres
sie! op een terrein, waar Amerikaan
sche belangen voor vele tientallen mil-
lioenen vertegenwoordigd waren, Mant-
sjoerije bijv. De toenmalige minister van
buitenlandsche zaken Stimson trachtte
tevergeefs de hulp van Engeland te
krijgen om Japan tegen te houden, maar
Londen voelde daar in die dagen niet
voor.
Thans zijn de Japanners bezig, ook het
overige China aan den Westerschen in
vloed te onttrekken en vermoedelijk zou
de Amerikaansche regeering wederom
dezelfde vraag aan Engeland gedaan
hebben, ware het niet, dat de openbare
meening de laatste jaren een grondigen
afkeer van oorlog gekregen had. Maar
toch niet zooveel, of het incident van de
„Panay" heeft grooten indruk in de Ver.
Staten gemaakt. Ook bij den gemiddel
den Yankee Toen de kranten het in ex
tra dikke |etters mededeelden en er
waren er bij die over de heele front
pagina uitschreeuwden „Japs sink U.S.
warship" (Japanners zenden Ameri-
kaansch oorlogsschip naar den bodem)
moeten vele millioenen een rilling
over den rug geloopen hebben en in hun
hart gedacht hebben: „Daar komt het
eindelijk!"
Zoover is het nog niet, maar de eerste
stap op het pad, dat leidt uit het Ame
rikaansche isolement is gezet en zoo
krachtdadig, dat er aan terugtreden niet
te denken valt. Of de Japanners met op
zet dan wel per ongeluk de „Panay" er.
de drie tankers hebben gebombardeerd
zal misschien nooit opgehelderd worder
-zeker is, dat het gebeurd is. Eer
Amerikaansch oorlogsschip is met wap
perende vlag in den grond geboord door
een zoogenaamde bevriende natie er
zijn opvarenden bij omgekomen, er zijn
gewonden bij geweest.
Een dergelijk incident had zich in de
annalen der Amerikaansche geschiede
nis nog niet voor gedaan. Het meedoen
aan den wereldoorlog kwam tot stanc
door het- torpedeeren door de Duitschers
van de Engelsche Lusitania, waarbij de
noodige Amerikanen het leven verloren
Was het geval met de „Panay" ook twin
tig jaar geleden gebeurd dan zou waar
schijnlijk de ramp niet te overzien zijn
geweest nu bleef het beperkt tot een
uitwisseling van nota's, die aan duide
lijkheid niets te wenschen overlieten.
Een der groote New Yorksche kran
ten bevatte een typische dagelijksche
plaat in die spannende dagen. Oom Sam
legt kalmeerend zijn hand op den schou
der van Mister Yankee, die in een fau
teuil gedoken het nieuws leest, zijn
vuist balt en somber voor zich uit
staart. „Take it easy!", zegt Oom Sam,
hou je bedaard! En dat hebben de Ame
rikanen inderdaad gedaan, maar het is
zeer de vraag of een herhaling even be
daard zou aanvaard worden.
Eiken morgen begint de school
elke school in eiken uithoek van het
land met een saluut aan de vlag. De
kinderen salueeren staande het dun
doek en zeggen unisono een belofte van
trouw aan land en vlag op. De vlas
wordt op het schoolplein geheschen b
den aanvang der lessen en s middags
weer omlaag gehaald. Op alle openbar-
gebouwen wappert van zonsop- tot zons
ondergang de vlag en op een massa par
ticulieren daarbij. Er bestaat een apart
voorschriftenboek wat wel en wat nie
met de vlag gedaan mag worden. De
Amerikaansche vlag was de eenige, die
in het Olympische Stadion te Amster
dam niet groetend boog en daarom
is het tien maal harder, dat „Old Glory"
in de wateren van een Chineesche rivie
verdween ten gevolge van Japansche
bommen.
LOOP DER BEVOLKING.
KLOETINGE. De bevolking dezer
gemeente bedroeg op 31 Dec. jl. 2131
personen (1029 m. en 1102 v.) Er wer
den in 1937 geboren 23 jongens en 16
meisjes; vestigingen 57 m. en 64 v.
pers.; overleden 10 m. en 9 v. pers.;
vertrokken 77 m. en 69 v. pers. (Bevol
king einde 1936: 2136 personen).
HEINKENSZAND. De bevolking de
zer gemeente bedroeg op 31 Dec. jl.:
1887 personen (912 m. en 975 v.) Er
werden in 1937 geboren 9 jongens en
17 meisjes; vestigingen 23 m. en 35 v
pers, overleden 11 m. en 9 v. pers,;
vertrokken 40 m. en 44 v. pers. (Bevol
king einde 1936: 1907 personen).
GROEDE. De bevolking dezer ge
meente bedroeg op 31 Dec. jl,: 2283
personen (1162 m, en 1121 v.) Er wer
den in 1937 geboren 14 jongens en 12
meisjes; vestigingen 54 m. en 42 v.
pers,; overleden 15 m. en 15 v. pers.;
vertrokken 55 m. en 63 v. pers. (Bevol-
kng einde 1936: 2309 personen).
Uit het Engelsch van
PAUL TRENT.
Séj.
die jaren van bedrog terwijl je
ieeide onder de mannen, die je verraad
de Je collega's, je vrienden
ik had geen vrienden", antwoordde
Furber met plotseling'en ernst. „Mijn
eer.ige vriend was Duitschland. Kijk me
niet zoo aan ik schaam me niet voor
■wat ik gedaan heb. Veroordeel me hier.
y Ik wil niet naar Weyport terug".
,Waar je je collega's officieren zult
«ctmoeten en toch zeg je dat je je
n:»t schaamt. Hoe zou je de longroom
"nnen kunnen komen van de Drie-
tnd bv. en je collega's ontmoeten^
die weten wat je gedaan hebt".
„Ik zou me liever van kant maken",
nep Furber driftig en zijn gezicht werd
uurrood.
Sylvester kwam terug en zei dat hij
een auto had besteld tegen elf uur.
„Geef dezën man wat te eten", zei de
admiraal kort en Sylvester ging den be
diende waarschuwen, die kort daarna de
tafel kwam. dekken.
Er werd opgediend en Furber begon
terstond te eten. Ze keken zwijgend toe
en toen hij klaar wasj werden de scho
tels weggenomen en keerde hij naar zijn
stoel terug. - V
„Je moogt rooken", zei de admiraal.
De bediende kwam terug en bracht de
tafel in orde voor een nieuwen maaltijd.
Furber keek er verwonderd naar.
„Wilde u niet met mij samen eten?"
vroeg hij, en de woorden kwamen met
moeite,
„Kon u dat verwachten?" was het be
daarde antwoord.
De admiraal bleef tot Hallam terug
keerde -en gaf toen zijn bevelen.
„Je moet regelrecht naar Weyport
rijden, daar zul je om ongeveer zeven
uur aankomen. Als Furber lawaai maakt
stop je een prop in zijn mond. In deze
enveloppe zitten geschreven orders. Je
brengt Furber naar de „Schepter" en
geeft dezen brief aan den admiraal. U-
zelf gaat naar de Clytie. Ik denk dat het
beter is als u voorloopig uit Londen is".
„Ja, mijnheer", antwoordde Guy en
vertelde over zijn onderhoud met den
baron.
„Ik moet je even alleen spreken", zei
de admiraal en zei tot Sylvester: „Houdt
den gevangene in de gaten. Houdt je re
volver bij de hand", en ging toen, gevolgd
door Hallam, de kamer uit.
Hallam stond naast hem in de g'ang.
De admiraal legde zijn handen op zijn
schouder en zijn manieren waren onge
woon vriendelijk, toen hij sprak.
„Ik vermoed, dat je iets over juffrouw
Glyn gehoord hebt, iets dat je geweldig
hindert".
„Ja, mijnheer. Ik weet dat ze in den
Voorrang ook voor wielrijders.
De K.N.A.C. schrijft:
Van verschillende zijden werd ge
vraagd, aldus schrijft ons de K.N.Al.C.
of men met een auto een voorrangs-
weg naderende, ook voorrang moet
verleenen aan wielrijders op rijwielpa
den, die langs die voorr.angswegen zijn
gelegen.
Het blijkt, dat over dit punt nog al
eens misverstand bestaat bij automo
bilisten. Daarom zij e'r nog eens uit
drukkelijk op gewezen, dat volgens de
wettelijke bepalingen een rijwielpad
langs een weg gelegen, tot dien weg
behoort'en dat derhalve aan gebrui
kers van een rijwielpad langs een
voorrangsv/eg terdege voorrang dient
te worden verleend door alle verkeer,
dat van zijwegen op dien voorrangs-
weg komt.
Een andere kwestie, de voorrangsre-
geling betreffende, die van bijzonder
belang is voor wielrijders, is de vol
gende:
Het verkeer op rijwielpaden, die niet
langs een verharden weg zijn gelegen,
maar die zich bijv. los door het land
schap slingeren, moet voorrang verlee
nen aan het verkeer op een verharden
weg, die dat rijw'elpad kruist;. Daar
toe dient op het rijwielpad een waar
schuwingsbord te zijn geplaatst, in den
vorm van „den omgekeerden drie
hoek". Daaruit mag dus doo - wielrijders
die verder den verharden weg gaan
volgen niet de conclus'e getrokken
worden, dat die verharde weg. een
voorrangsweg is. Zij zullen dus moeten
nagaan of op den verharden weg al of
niet de kenteekenen van het voor-
rangsrecht, de vierkante oranje bord
jes of de oranje koppen van kilometer-
palen, aanwezig zijn. Zijn deze er niet
dan moeten zij dus bij de eerstvolgende
kruising normaal aan het verkeer va-
rechts voorrang verleenen.
Tenslotte zij er nogmaals op gewe
zen, dat het verkeer komende van u'i-
ritten of onverharde wegen op verhar
de wegen, altijd voorrang moet ver
leenen aan het verkeer op dien ver
harden weg. Waarschuwingsborden
worden op zulke punten niet aange
bracht.
Geen slooppremies meer voor zee-
en kustvisschersvaartuigen.
Gelijk bekend, is met steun uit hel
landbouwcrisisfonds een groot aantal
zee- en kustvisschersvaartuigen ge
sloopt. Naar wij van bevoegde jijde
vernemen, ligt het in het voornemen
van den minister van eeonom sche za
ken, deze steunregeling met ingang
van 1 Mei 1938 te beëindigen.
Na 1 Mei 1938 zullen derhalve van
regeeringswege voor het sloopen van
zee- en kustvisschersvaartu gen geen
slooppremies meer worden verstrekt.
Werkloosheidsverzekering en
steunverleening.
De minister van sociale zaken heeft
gisteren bij den Hoogen Raad van Arbeid
aanhangig gemaakt een voorontwerp
van wet inzake de verzekering tegen
geldelijke gevolgen van werkloosheid.
Voorts is bij koninklijk besluit van 6
dezer een staatscommissie ingesteld, aan
welke is opgedragen der regeering van
advies te dienen over de vraag, in hoe
verre in de huidige wijzen van hulpver-
leening met betrekking tot de groepen
van valide, werkwillige personen, die
voornamelijk tengevolge van maatschap
pelijke oorzaken niet in het onderhoud
van zich zelf (en van hun gezin) kunnen
voorzien, verandering behoort te wor
den gebracht en voorstellen betreffende
de regeling van hulpverleening ten deze,
anders dan bij wijze van armenzorg, te
doen.
Terwijl het bij den Hoogen Raad van
arbeid aanhangig gemaakte voorontwerp
beoogt de voorziening in de geldelijke
gevolgen van normale werkloosheid,
heeft de ingestelde staatscommissie ten
doel, onder de oogen te zien, de wijzen
van hulpverleening, welke aan de orde
zijn, bij gemis aan arbeid buiten het
evenbedoelde terrein der normale werk
loosheid.
De hier W. Moelker, lid der Prov
Staten te Tholen, is door Ged. Statei
aangewezen om deze provincie te ver
tegenwoordigen als lid in de commis
sie tot bestrijding van de Wolhand
krab voor de hoofdafdeeling „Zoetwa-
tervisscherij" der Nederlandsche Hei
demaatschappij.
De „Gneisenau" vlot.
De pogingen om het bij Hansweert
omhoog gevaren Duitsche passagiers
schip „Gneisenau" van den Nordaeui-
schen Lloyd vlot te trekken, werden
gisteravond tegen opkomend water
voortgezet.
Zeven sleepbooten maakten vast aan
het achterschip en twee andere aan hel
voorschip. Om tien minuten voor zever,
kwam er beweging in het schip en spoe
dig daarop was het vlot. De „Gneisenau
heeft de reis naar Antwerpen voortge
zet.
DE NEDERLANDSCHE OOGSTFILM.
De groote zaal van het Schuttershof
was ook gisterenavond bij de tweede
vertooning van de Oogstfilm van den hr.
Van der Ven, zeer goed bezet.
Mr. P. Dieleman, die ook nu als voor
zitter der Z.L.M. de bijeenkomst opende,
sprak daarover zijn groote voldoening
uit en zeide, dat als hij verleden weel
wat krachtige woorden gebruikte in het
belang van het Zeeuwsch costuum dit
niet was om hen, die dit aflegden, of
nooit droegen te kleineeren, maar om te
betoogen, dat zij, die het nog dragen,
dit moeten blijven doen en het niet om
allerlei kleine bezwaren moeten afleg
gen.
De heer v. d. Ven zeide in zijn thans
korte toespraak voor het draaien van de
film, dat hij ditmaal niet weer over de
kleederdracht wilde spreken, maar al
leen wilde opwekken allerlei gebruiker,
en ook volksspelen als ringrijden, boog
schieten enz. voort te zetten.
De Westkapelsche schoonen zorgden
weer voor mooie liederen, mevrouw v;
d. Ven had ditmaal een betere piano tot
haar beschikking, waardoor haar mu
ziek beter tot zijn recht kwam.
Door dat meer rust in de zaal
heersc'nte en de films kalmer konden
draaien, kw.am alles nog beter tot zijn
recht en zij, die de vorige maal telètir
waren gesteld, waren nu zeer dankbaar
voor deze oploss ng. Aan het slot van
den avond heeft mr. M. C. v. d. Minne
voorzitter v.an den kring Walcheren,
dank gebracht aan allen, die aan het
welslagen der beide avonden hebben
medegewerkt.
Daarbij heeft spr. mevrouw v. d. Ven
bloemen aangeboden en met een toe
speling op de blijde gebeurtenis, die
heel Nederland in spanning houdt, aan
'eder der Westkapelsche zangeressen
een Oranje anjer.
BIJ DE ESPERANTISTEN.
Een der zalen van hotel de Nieuwe
Doelen, was gisterenavond keurig ver
sierd en dit in het bijzonder met Espe-
ranto-embleemen. Het was de afscheids
avond van den heer S. Pragano, den
Roemeenschen leeraar, die aan een
steeds in aantal toenemende club dames
en heeren uit Middelburg en omgeving
(Ingezo Med,)
een cursus in de wereldtaal heeft gege
ven.
Het was de voorzitter van de Middel-
burgsche club, de heer I. M. Boasson
Hz., die allen in wel gekozen woorden
welkom heette, waarop staande het Es-
perolied werd gezongen.
De heer Pragano heeft daarop nog
eens het nut van het Esparanto uiteen
gezet en er op gewezen, dat de club nog
geen naam heeft. Hij stelde voor „Ni
Venkos". „Wij zullen overwinnen" en
hoopte dat men binnenkort zou kunnen
zeggen „Ni Venkis „Wij hebben over
wonnen".
Onder applaus/werd deze naam be
zegeld, trouwens zij prijkte reeds volop
op de aangebrachte versiering.
De heer Boasson nam daarop weer
het woord om zich speciaal tot den heer
Pragano te richten en hem namens alle
cursisten dank te brengen voor de wijze,
waarop hij hen althans zeker de begin
selen van het Esparanto heeft weten bij
te brengen. Namens allen bood spr. den
leeraar een groote reiskoffer aan, zeker
een symbool voor iemand, die alom de
wereldtaal wil brengen en nu vermoe
delijk naar Tsecho-Slowakije gaat.
De heer Pragano bracht dank voor dit
geschenk en gaf daarna zijn laatste les,
waarbij het menschelijk lichaam met al
zijn onderdeelen behandeld 'werd.
Na de thee hebben een viertal dames
esperantisten in een vroolijken éénacter
getoond hoever zij eht reeds in de taal
gebracht hadden en vooral hen. die het
gesprokenen goed of vrij goed konden
volgen volop laten genieten. Doch ook
zonder dat was het duidelijk dat het
oude thema der liefde ook aan dit stuk
ten grondslag ligt.
Een voordracht van den leeraar, een
slotwoord van den voorzitter en het ge
zamenlijk gezongen Espero!ied. be
sloten den goed geslaagden afscheids
avond, waarop enkele nieuwe leden wer
den gewonnen.
AAGTEKERKE. Woensdagavond werd
alhier een Oranjevereenig'ing opgericht,
waarvan het voorloopig bestuur als volgt
werd samengesteld: S. Kodde, C. Min-
derhoud Sz., J. Jobse, P. de Visser Pz„
C. de Visser, P. Wisse Sz. en D. W.
Overweg. 59 personen gaven zich voor
loopig als lid op.
Woensdagavond hield de geiten-
vereeniging „Ter Veredeling", onder lei
ding van den heer P. Boone haar jaar
vergadering. Aanwezig 20 leden. Het af
tredende bestuurslid de heer J. Jobse
werd herkozen, en in plaats van den heer
F. Koddej die zich wegens hoogen leef
tijd niet meer beschikbaar stelde, werd
gekozen de heer J. de Hollander. Beslo
ten werd de geitenvelletjes te verkoo-
pen en als afslachter te laten fungeeren
J. Wijkhuijs. Verder werd besloten een
gift te storten in het jubileumfonds Ver
sluis. De prijs voor het vleeschfonds
werd onveranderd vastgesteld. Bij de
rondvraag sprak de voorzitter enkele
Woorden van dank tot het scheidend be-
■f IITWIIMN—PBM—Ha—I—j—■BI—BW
je".
„Ik zal je je mond stoppen als je niet
stil bent", zei Hallam boos.
„Je moet naar me luisteren. Ik tracht
een gedeelte van mijn schuld goed te
maken. Je hebt zoo'n sterk eergevoel,
maar vergeet je juffrouw Cameron niet
te veel? Zij heeft'aldoor van je gehou
den. Alleen uit jalouzie verloofde zij zich
met mij. Ze had er na een paar uur al
spijt van. Ik geef je den raad Valda te
laten schieten en het weer goed te ma
ken met Stella pardon, ik had moe
ten zeggen juffrouw Cameron. Ziezoo,
ik ben klaar".
„Dank je", zei Guy droog.
„Ik laat me hangen als je er toch niet
in loopt".
Guy ging naar zijn kamer om zijn uni
form aan te trekken en toen hij terug
kwam, hoorden zij de auto voor de deur
stil houden. Sylvester stond op.
„Mijnheer Furber, wilt u ons uw eere
woord geven dat u geen g'eraas zult ma
ken?" vroeg hij.
„Ja, maar het verbaast me, dat u me
zoo vertrouwt".
„En zult u geen moeite doen om te
ontsnappen?"
„Dat kan ik u niet beloven".
„Goed", zei Sylvester droogjes, „mijn
heer Hallam zal u bij een arm nemen en
ik bij de andere".
(Wordt vervolgd).
Duitsclien geheimen dienst is geweest en
ik geloof, dat u dat al lang geweten hebt.
Het zou vriendelijker van u zijn geweest
als u het mij gezegd had".
„Dat had ik moeten doen. Je begrijpt
misschien waarom ik het niet deed. Het
was mijn plicht het best mogelijke werk
van jou gedaan te krijgen en je moest
opgeofferd worden". Hij zweeg en deed
een weinig' verlegen. „Het gaat mij niets
aan, Hallam, maar ik mag je graag. Ik
voel voor jou. Zou je me willen vertel
len wat je van plan bent te doen?"
„Ik gehoorzaam orders en ga naar de
Clytie. Er valt niets anders te doen".
„Ik doelde op juffrouw Glyn",
„Ze heeft mijn belofte, dat ik met
haar zal trouwen en die belofte zal ik
houden".
De admiraal keek Guy zeer ernstig
aan en toen hij weer sprak, was zijn stem
niet heel vast. „Hallam, je bent een man
ik wou dat je niet naar Weyport
hoefde te gaan. Juffrouw Cameron is
daar en
„Juffrouw Cameron is niets voor me,
mijnheer",
„Ik sympathiseer volkomen met
je—".
Maar Guy kon niet meer verdragen.
Hij vergat een oogenbbk alle discipline"
en schrok van wat hij gezegd had. „Par
don, mijnheer. Ik ben mezelf niet van
avond".
„Er is niets te vergeven, Goeden nacht
en veel succes". Hij wachtte even. „Over
een paar dages zal dit alles net een
droom lijken. De vrouwen zullen dan uit
je gedachten weg zijn gedreven en je
zult voor het eerst leven. Waarachtig,
je hebt de kans verdiend en als ik je
daarin kan helpen, dan zal ik het doen.
Goeden dag". Een handdruk en hij veT-
dween snel. Hallam keerde naar de zit
kamer terug en zonk vermoeid in een
leunstoel neer. Geen van de drie scheen
lust te hebben in praten en zij rookten
zwijgend. Furber's gezicht was onbewo
gen en hij scheen nog het meeste op zijn
gemak. Sylvester wenschte zichzelf in
stilte geluk met dezen succesvollen dag.
Na maanden van hard werk had hij den
baron te pakken en toch had hij zelf dit
succes niet bereikt. Het was te danken,
aan den jongen officier met 't ernstige ge
zicht tegenover hem en hij begreep ten
koste van wat dit werk was uitgevoerd.
„Hallam. laat Valda loopen ze
deugt niet voor jou", zei Furber plotse
ling.
„Hou je mond", riep Guy nijdig.
„Ze heeft met opzet geprobeerd ie te
vangen. Het was doorgestoken kaart,
dat juffrouw Cameron jou op haar kamer
zou vinden. Valda heeft me aangeraden
juffrouw Cameron ten huwelijk te vra
gen".
„Zwijg".
„Ik wil je een dienst bewijzen. Valda
is een gewetenlooze kleine duivelin. Je
kon tegen haar niet op. En toch wil je
met haar trouwen de hemel behoede