KRONIEK van don DAG. gevaarlijk spel. BINNENLAND. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIAL ZEEUWSCHE MDOELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG De Amerikanen en Japan. MIDDELBURG. 13 JANUA» 1938. No. 10. W&IGHEREB. *S.' 1 Van onzen New-Yorkschen corres pondent ontvingen wij dezer dagen een uitvoerigen brief over de stemming on der het Amerikaansche volk in verband met de gebeurtenissen in het Verre Oos ten. Wij willen daaraan op deze plaats het een en ander ontleenen. Het is nog niet zoo heel lang geleden, zoo schrijft hij, dat Amerikaansche toe risten dreigden een oorlogsschip te la ten komen, om heel Port Said te laten platschieten, wanneer zij door een slu- wen koopman bij den neus genomen werden, of de hotelrekening alle gren zen van afzetterij overschreed. De lezer mag er om glimlachen, maar de verbol gen Amerikaan meende het in allen ernst en van die overtuiging is nog een massa overgebleven. Hij gelooft nog al tijd, dat er geen beter land bestaat dan God's Own Country", God's eigen land, dat in alle opzichten alle andere over treft. En wanneer hij buitenslands moet dan zijn er, goddank, ambassadeurs, consuls en vice-consuls, om nog maar te zwijgen van oorlogsschepen, die voor bescherming van hem, de zijnen en zijn zaken zorgen, waardoor hij absoluut veilig is in al die vreemde streken. Aan deze overtuiging, dat iedere Amerikaan onder bescherming van de Sterren en Strepen in het buitenland even' veilig zou zijn als thuis, is nog niet, veel veranderd. Maar naast die overtui ging heeft er altijd bij de Amerikanen één vrees bestaan: indien zij ooit een verdedigingsoorlog zouden moeten voe ren, dan zou het tegen Japan zijn. Amerika heeft met goed gevolg een erad gemaakt aan een zeer vredelieven de. doch hoogst gevaarlijke Japansche annexatie van Califonrië door de vesti ging van Japansche immigranten te ver bieden een aantal jaren geleden. De Ja panners hebben dat destijds en nog al tijd als een schrijnende beleediging be schouwd, maar de geschiedenis zal het misschien later uitwijzen, dat deze maatregel net op het nippertje genomen is, De vele tienduizenden Japanners, die nu nog in California en in het overige Amerika wonen, zouden heden ten dage honderdduizenden geweest zijn, indien die wet niet aangenomen was. En zoo- we. Japanners als Chineezen hebben nu eenmaal de loffelijke eigenschap jveel harder te werken, veel spaarzamer te zijn, met lager loonen tevreden te zijn en er geweldig vruchtbaarder families op na te houden dan de Amerikanen zelf. Zoodat zij zich niet met een bescheiden plaats in de gemeenschap blijven te vreden stellen, maar die langzamerhand gaan overheerschen. En dat gaat tegen alle logica van Amerika in, waar men eejc samensmelten van naties en volke ren verlangt, maar geen domineeren van de een of andere groep. Na 1930 werd Japan's houding agres sie! op een terrein, waar Amerikaan sche belangen voor vele tientallen mil- lioenen vertegenwoordigd waren, Mant- sjoerije bijv. De toenmalige minister van buitenlandsche zaken Stimson trachtte tevergeefs de hulp van Engeland te krijgen om Japan tegen te houden, maar Londen voelde daar in die dagen niet voor. Thans zijn de Japanners bezig, ook het overige China aan den Westerschen in vloed te onttrekken en vermoedelijk zou de Amerikaansche regeering wederom dezelfde vraag aan Engeland gedaan hebben, ware het niet, dat de openbare meening de laatste jaren een grondigen afkeer van oorlog gekregen had. Maar toch niet zooveel, of het incident van de „Panay" heeft grooten indruk in de Ver. Staten gemaakt. Ook bij den gemiddel den Yankee Toen de kranten het in ex tra dikke |etters mededeelden en er waren er bij die over de heele front pagina uitschreeuwden „Japs sink U.S. warship" (Japanners zenden Ameri- kaansch oorlogsschip naar den bodem) moeten vele millioenen een rilling over den rug geloopen hebben en in hun hart gedacht hebben: „Daar komt het eindelijk!" Zoover is het nog niet, maar de eerste stap op het pad, dat leidt uit het Ame rikaansche isolement is gezet en zoo krachtdadig, dat er aan terugtreden niet te denken valt. Of de Japanners met op zet dan wel per ongeluk de „Panay" er. de drie tankers hebben gebombardeerd zal misschien nooit opgehelderd worder -zeker is, dat het gebeurd is. Eer Amerikaansch oorlogsschip is met wap perende vlag in den grond geboord door een zoogenaamde bevriende natie er zijn opvarenden bij omgekomen, er zijn gewonden bij geweest. Een dergelijk incident had zich in de annalen der Amerikaansche geschiede nis nog niet voor gedaan. Het meedoen aan den wereldoorlog kwam tot stanc door het- torpedeeren door de Duitschers van de Engelsche Lusitania, waarbij de noodige Amerikanen het leven verloren Was het geval met de „Panay" ook twin tig jaar geleden gebeurd dan zou waar schijnlijk de ramp niet te overzien zijn geweest nu bleef het beperkt tot een uitwisseling van nota's, die aan duide lijkheid niets te wenschen overlieten. Een der groote New Yorksche kran ten bevatte een typische dagelijksche plaat in die spannende dagen. Oom Sam legt kalmeerend zijn hand op den schou der van Mister Yankee, die in een fau teuil gedoken het nieuws leest, zijn vuist balt en somber voor zich uit staart. „Take it easy!", zegt Oom Sam, hou je bedaard! En dat hebben de Ame rikanen inderdaad gedaan, maar het is zeer de vraag of een herhaling even be daard zou aanvaard worden. Eiken morgen begint de school elke school in eiken uithoek van het land met een saluut aan de vlag. De kinderen salueeren staande het dun doek en zeggen unisono een belofte van trouw aan land en vlag op. De vlas wordt op het schoolplein geheschen b den aanvang der lessen en s middags weer omlaag gehaald. Op alle openbar- gebouwen wappert van zonsop- tot zons ondergang de vlag en op een massa par ticulieren daarbij. Er bestaat een apart voorschriftenboek wat wel en wat nie met de vlag gedaan mag worden. De Amerikaansche vlag was de eenige, die in het Olympische Stadion te Amster dam niet groetend boog en daarom is het tien maal harder, dat „Old Glory" in de wateren van een Chineesche rivie verdween ten gevolge van Japansche bommen. LOOP DER BEVOLKING. KLOETINGE. De bevolking dezer gemeente bedroeg op 31 Dec. jl. 2131 personen (1029 m. en 1102 v.) Er wer den in 1937 geboren 23 jongens en 16 meisjes; vestigingen 57 m. en 64 v. pers.; overleden 10 m. en 9 v. pers.; vertrokken 77 m. en 69 v. pers. (Bevol king einde 1936: 2136 personen). HEINKENSZAND. De bevolking de zer gemeente bedroeg op 31 Dec. jl.: 1887 personen (912 m. en 975 v.) Er werden in 1937 geboren 9 jongens en 17 meisjes; vestigingen 23 m. en 35 v pers, overleden 11 m. en 9 v. pers,; vertrokken 40 m. en 44 v. pers. (Bevol king einde 1936: 1907 personen). GROEDE. De bevolking dezer ge meente bedroeg op 31 Dec. jl,: 2283 personen (1162 m, en 1121 v.) Er wer den in 1937 geboren 14 jongens en 12 meisjes; vestigingen 54 m. en 42 v. pers,; overleden 15 m. en 15 v. pers.; vertrokken 55 m. en 63 v. pers. (Bevol- kng einde 1936: 2309 personen). Uit het Engelsch van PAUL TRENT. Séj. die jaren van bedrog terwijl je ieeide onder de mannen, die je verraad de Je collega's, je vrienden ik had geen vrienden", antwoordde Furber met plotseling'en ernst. „Mijn eer.ige vriend was Duitschland. Kijk me niet zoo aan ik schaam me niet voor ■wat ik gedaan heb. Veroordeel me hier. y Ik wil niet naar Weyport terug". ,Waar je je collega's officieren zult «ctmoeten en toch zeg je dat je je n:»t schaamt. Hoe zou je de longroom "nnen kunnen komen van de Drie- tnd bv. en je collega's ontmoeten^ die weten wat je gedaan hebt". „Ik zou me liever van kant maken", nep Furber driftig en zijn gezicht werd uurrood. Sylvester kwam terug en zei dat hij een auto had besteld tegen elf uur. „Geef dezën man wat te eten", zei de admiraal kort en Sylvester ging den be diende waarschuwen, die kort daarna de tafel kwam. dekken. Er werd opgediend en Furber begon terstond te eten. Ze keken zwijgend toe en toen hij klaar wasj werden de scho tels weggenomen en keerde hij naar zijn stoel terug. - V „Je moogt rooken", zei de admiraal. De bediende kwam terug en bracht de tafel in orde voor een nieuwen maaltijd. Furber keek er verwonderd naar. „Wilde u niet met mij samen eten?" vroeg hij, en de woorden kwamen met moeite, „Kon u dat verwachten?" was het be daarde antwoord. De admiraal bleef tot Hallam terug keerde -en gaf toen zijn bevelen. „Je moet regelrecht naar Weyport rijden, daar zul je om ongeveer zeven uur aankomen. Als Furber lawaai maakt stop je een prop in zijn mond. In deze enveloppe zitten geschreven orders. Je brengt Furber naar de „Schepter" en geeft dezen brief aan den admiraal. U- zelf gaat naar de Clytie. Ik denk dat het beter is als u voorloopig uit Londen is". „Ja, mijnheer", antwoordde Guy en vertelde over zijn onderhoud met den baron. „Ik moet je even alleen spreken", zei de admiraal en zei tot Sylvester: „Houdt den gevangene in de gaten. Houdt je re volver bij de hand", en ging toen, gevolgd door Hallam, de kamer uit. Hallam stond naast hem in de g'ang. De admiraal legde zijn handen op zijn schouder en zijn manieren waren onge woon vriendelijk, toen hij sprak. „Ik vermoed, dat je iets over juffrouw Glyn gehoord hebt, iets dat je geweldig hindert". „Ja, mijnheer. Ik weet dat ze in den Voorrang ook voor wielrijders. De K.N.A.C. schrijft: Van verschillende zijden werd ge vraagd, aldus schrijft ons de K.N.Al.C. of men met een auto een voorrangs- weg naderende, ook voorrang moet verleenen aan wielrijders op rijwielpa den, die langs die voorr.angswegen zijn gelegen. Het blijkt, dat over dit punt nog al eens misverstand bestaat bij automo bilisten. Daarom zij e'r nog eens uit drukkelijk op gewezen, dat volgens de wettelijke bepalingen een rijwielpad langs een weg gelegen, tot dien weg behoort'en dat derhalve aan gebrui kers van een rijwielpad langs een voorrangsv/eg terdege voorrang dient te worden verleend door alle verkeer, dat van zijwegen op dien voorrangs- weg komt. Een andere kwestie, de voorrangsre- geling betreffende, die van bijzonder belang is voor wielrijders, is de vol gende: Het verkeer op rijwielpaden, die niet langs een verharden weg zijn gelegen, maar die zich bijv. los door het land schap slingeren, moet voorrang verlee nen aan het verkeer op een verharden weg, die dat rijw'elpad kruist;. Daar toe dient op het rijwielpad een waar schuwingsbord te zijn geplaatst, in den vorm van „den omgekeerden drie hoek". Daaruit mag dus doo - wielrijders die verder den verharden weg gaan volgen niet de conclus'e getrokken worden, dat die verharde weg. een voorrangsweg is. Zij zullen dus moeten nagaan of op den verharden weg al of niet de kenteekenen van het voor- rangsrecht, de vierkante oranje bord jes of de oranje koppen van kilometer- palen, aanwezig zijn. Zijn deze er niet dan moeten zij dus bij de eerstvolgende kruising normaal aan het verkeer va- rechts voorrang verleenen. Tenslotte zij er nogmaals op gewe zen, dat het verkeer komende van u'i- ritten of onverharde wegen op verhar de wegen, altijd voorrang moet ver leenen aan het verkeer op dien ver harden weg. Waarschuwingsborden worden op zulke punten niet aange bracht. Geen slooppremies meer voor zee- en kustvisschersvaartuigen. Gelijk bekend, is met steun uit hel landbouwcrisisfonds een groot aantal zee- en kustvisschersvaartuigen ge sloopt. Naar wij van bevoegde jijde vernemen, ligt het in het voornemen van den minister van eeonom sche za ken, deze steunregeling met ingang van 1 Mei 1938 te beëindigen. Na 1 Mei 1938 zullen derhalve van regeeringswege voor het sloopen van zee- en kustvisschersvaartu gen geen slooppremies meer worden verstrekt. Werkloosheidsverzekering en steunverleening. De minister van sociale zaken heeft gisteren bij den Hoogen Raad van Arbeid aanhangig gemaakt een voorontwerp van wet inzake de verzekering tegen geldelijke gevolgen van werkloosheid. Voorts is bij koninklijk besluit van 6 dezer een staatscommissie ingesteld, aan welke is opgedragen der regeering van advies te dienen over de vraag, in hoe verre in de huidige wijzen van hulpver- leening met betrekking tot de groepen van valide, werkwillige personen, die voornamelijk tengevolge van maatschap pelijke oorzaken niet in het onderhoud van zich zelf (en van hun gezin) kunnen voorzien, verandering behoort te wor den gebracht en voorstellen betreffende de regeling van hulpverleening ten deze, anders dan bij wijze van armenzorg, te doen. Terwijl het bij den Hoogen Raad van arbeid aanhangig gemaakte voorontwerp beoogt de voorziening in de geldelijke gevolgen van normale werkloosheid, heeft de ingestelde staatscommissie ten doel, onder de oogen te zien, de wijzen van hulpverleening, welke aan de orde zijn, bij gemis aan arbeid buiten het evenbedoelde terrein der normale werk loosheid. De hier W. Moelker, lid der Prov Staten te Tholen, is door Ged. Statei aangewezen om deze provincie te ver tegenwoordigen als lid in de commis sie tot bestrijding van de Wolhand krab voor de hoofdafdeeling „Zoetwa- tervisscherij" der Nederlandsche Hei demaatschappij. De „Gneisenau" vlot. De pogingen om het bij Hansweert omhoog gevaren Duitsche passagiers schip „Gneisenau" van den Nordaeui- schen Lloyd vlot te trekken, werden gisteravond tegen opkomend water voortgezet. Zeven sleepbooten maakten vast aan het achterschip en twee andere aan hel voorschip. Om tien minuten voor zever, kwam er beweging in het schip en spoe dig daarop was het vlot. De „Gneisenau heeft de reis naar Antwerpen voortge zet. DE NEDERLANDSCHE OOGSTFILM. De groote zaal van het Schuttershof was ook gisterenavond bij de tweede vertooning van de Oogstfilm van den hr. Van der Ven, zeer goed bezet. Mr. P. Dieleman, die ook nu als voor zitter der Z.L.M. de bijeenkomst opende, sprak daarover zijn groote voldoening uit en zeide, dat als hij verleden weel wat krachtige woorden gebruikte in het belang van het Zeeuwsch costuum dit niet was om hen, die dit aflegden, of nooit droegen te kleineeren, maar om te betoogen, dat zij, die het nog dragen, dit moeten blijven doen en het niet om allerlei kleine bezwaren moeten afleg gen. De heer v. d. Ven zeide in zijn thans korte toespraak voor het draaien van de film, dat hij ditmaal niet weer over de kleederdracht wilde spreken, maar al leen wilde opwekken allerlei gebruiker, en ook volksspelen als ringrijden, boog schieten enz. voort te zetten. De Westkapelsche schoonen zorgden weer voor mooie liederen, mevrouw v; d. Ven had ditmaal een betere piano tot haar beschikking, waardoor haar mu ziek beter tot zijn recht kwam. Door dat meer rust in de zaal heersc'nte en de films kalmer konden draaien, kw.am alles nog beter tot zijn recht en zij, die de vorige maal telètir waren gesteld, waren nu zeer dankbaar voor deze oploss ng. Aan het slot van den avond heeft mr. M. C. v. d. Minne voorzitter v.an den kring Walcheren, dank gebracht aan allen, die aan het welslagen der beide avonden hebben medegewerkt. Daarbij heeft spr. mevrouw v. d. Ven bloemen aangeboden en met een toe speling op de blijde gebeurtenis, die heel Nederland in spanning houdt, aan 'eder der Westkapelsche zangeressen een Oranje anjer. BIJ DE ESPERANTISTEN. Een der zalen van hotel de Nieuwe Doelen, was gisterenavond keurig ver sierd en dit in het bijzonder met Espe- ranto-embleemen. Het was de afscheids avond van den heer S. Pragano, den Roemeenschen leeraar, die aan een steeds in aantal toenemende club dames en heeren uit Middelburg en omgeving (Ingezo Med,) een cursus in de wereldtaal heeft gege ven. Het was de voorzitter van de Middel- burgsche club, de heer I. M. Boasson Hz., die allen in wel gekozen woorden welkom heette, waarop staande het Es- perolied werd gezongen. De heer Pragano heeft daarop nog eens het nut van het Esparanto uiteen gezet en er op gewezen, dat de club nog geen naam heeft. Hij stelde voor „Ni Venkos". „Wij zullen overwinnen" en hoopte dat men binnenkort zou kunnen zeggen „Ni Venkis „Wij hebben over wonnen". Onder applaus/werd deze naam be zegeld, trouwens zij prijkte reeds volop op de aangebrachte versiering. De heer Boasson nam daarop weer het woord om zich speciaal tot den heer Pragano te richten en hem namens alle cursisten dank te brengen voor de wijze, waarop hij hen althans zeker de begin selen van het Esparanto heeft weten bij te brengen. Namens allen bood spr. den leeraar een groote reiskoffer aan, zeker een symbool voor iemand, die alom de wereldtaal wil brengen en nu vermoe delijk naar Tsecho-Slowakije gaat. De heer Pragano bracht dank voor dit geschenk en gaf daarna zijn laatste les, waarbij het menschelijk lichaam met al zijn onderdeelen behandeld 'werd. Na de thee hebben een viertal dames esperantisten in een vroolijken éénacter getoond hoever zij eht reeds in de taal gebracht hadden en vooral hen. die het gesprokenen goed of vrij goed konden volgen volop laten genieten. Doch ook zonder dat was het duidelijk dat het oude thema der liefde ook aan dit stuk ten grondslag ligt. Een voordracht van den leeraar, een slotwoord van den voorzitter en het ge zamenlijk gezongen Espero!ied. be sloten den goed geslaagden afscheids avond, waarop enkele nieuwe leden wer den gewonnen. AAGTEKERKE. Woensdagavond werd alhier een Oranjevereenig'ing opgericht, waarvan het voorloopig bestuur als volgt werd samengesteld: S. Kodde, C. Min- derhoud Sz., J. Jobse, P. de Visser Pz„ C. de Visser, P. Wisse Sz. en D. W. Overweg. 59 personen gaven zich voor loopig als lid op. Woensdagavond hield de geiten- vereeniging „Ter Veredeling", onder lei ding van den heer P. Boone haar jaar vergadering. Aanwezig 20 leden. Het af tredende bestuurslid de heer J. Jobse werd herkozen, en in plaats van den heer F. Koddej die zich wegens hoogen leef tijd niet meer beschikbaar stelde, werd gekozen de heer J. de Hollander. Beslo ten werd de geitenvelletjes te verkoo- pen en als afslachter te laten fungeeren J. Wijkhuijs. Verder werd besloten een gift te storten in het jubileumfonds Ver sluis. De prijs voor het vleeschfonds werd onveranderd vastgesteld. Bij de rondvraag sprak de voorzitter enkele Woorden van dank tot het scheidend be- ■f IITWIIMN—PBM—Ha—I—j—■BI—BW je". „Ik zal je je mond stoppen als je niet stil bent", zei Hallam boos. „Je moet naar me luisteren. Ik tracht een gedeelte van mijn schuld goed te maken. Je hebt zoo'n sterk eergevoel, maar vergeet je juffrouw Cameron niet te veel? Zij heeft'aldoor van je gehou den. Alleen uit jalouzie verloofde zij zich met mij. Ze had er na een paar uur al spijt van. Ik geef je den raad Valda te laten schieten en het weer goed te ma ken met Stella pardon, ik had moe ten zeggen juffrouw Cameron. Ziezoo, ik ben klaar". „Dank je", zei Guy droog. „Ik laat me hangen als je er toch niet in loopt". Guy ging naar zijn kamer om zijn uni form aan te trekken en toen hij terug kwam, hoorden zij de auto voor de deur stil houden. Sylvester stond op. „Mijnheer Furber, wilt u ons uw eere woord geven dat u geen g'eraas zult ma ken?" vroeg hij. „Ja, maar het verbaast me, dat u me zoo vertrouwt". „En zult u geen moeite doen om te ontsnappen?" „Dat kan ik u niet beloven". „Goed", zei Sylvester droogjes, „mijn heer Hallam zal u bij een arm nemen en ik bij de andere". (Wordt vervolgd). Duitsclien geheimen dienst is geweest en ik geloof, dat u dat al lang geweten hebt. Het zou vriendelijker van u zijn geweest als u het mij gezegd had". „Dat had ik moeten doen. Je begrijpt misschien waarom ik het niet deed. Het was mijn plicht het best mogelijke werk van jou gedaan te krijgen en je moest opgeofferd worden". Hij zweeg en deed een weinig' verlegen. „Het gaat mij niets aan, Hallam, maar ik mag je graag. Ik voel voor jou. Zou je me willen vertel len wat je van plan bent te doen?" „Ik gehoorzaam orders en ga naar de Clytie. Er valt niets anders te doen". „Ik doelde op juffrouw Glyn", „Ze heeft mijn belofte, dat ik met haar zal trouwen en die belofte zal ik houden". De admiraal keek Guy zeer ernstig aan en toen hij weer sprak, was zijn stem niet heel vast. „Hallam, je bent een man ik wou dat je niet naar Weyport hoefde te gaan. Juffrouw Cameron is daar en „Juffrouw Cameron is niets voor me, mijnheer", „Ik sympathiseer volkomen met je—". Maar Guy kon niet meer verdragen. Hij vergat een oogenbbk alle discipline" en schrok van wat hij gezegd had. „Par don, mijnheer. Ik ben mezelf niet van avond". „Er is niets te vergeven, Goeden nacht en veel succes". Hij wachtte even. „Over een paar dages zal dit alles net een droom lijken. De vrouwen zullen dan uit je gedachten weg zijn gedreven en je zult voor het eerst leven. Waarachtig, je hebt de kans verdiend en als ik je daarin kan helpen, dan zal ik het doen. Goeden dag". Een handdruk en hij veT- dween snel. Hallam keerde naar de zit kamer terug en zonk vermoeid in een leunstoel neer. Geen van de drie scheen lust te hebben in praten en zij rookten zwijgend. Furber's gezicht was onbewo gen en hij scheen nog het meeste op zijn gemak. Sylvester wenschte zichzelf in stilte geluk met dezen succesvollen dag. Na maanden van hard werk had hij den baron te pakken en toch had hij zelf dit succes niet bereikt. Het was te danken, aan den jongen officier met 't ernstige ge zicht tegenover hem en hij begreep ten koste van wat dit werk was uitgevoerd. „Hallam. laat Valda loopen ze deugt niet voor jou", zei Furber plotse ling. „Hou je mond", riep Guy nijdig. „Ze heeft met opzet geprobeerd ie te vangen. Het was doorgestoken kaart, dat juffrouw Cameron jou op haar kamer zou vinden. Valda heeft me aangeraden juffrouw Cameron ten huwelijk te vra gen". „Zwijg". „Ik wil je een dienst bewijzen. Valda is een gewetenlooze kleine duivelin. Je kon tegen haar niet op. En toch wil je met haar trouwen de hemel behoede

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 5